> Een kwalitatieve analyse van coördinatie-instrumenten na BBB

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "> Een kwalitatieve analyse van coördinatie-instrumenten na BBB"

Transcriptie

1 Beleidsdomeinspecifieke coördinatie als onderdeel van Deugdelijk Bestuur in de Vlaamse Overheid. > Een kwalitatieve analyse van coördinatie-instrumenten na BBB > Dorien Buttiens & Koen Verhoest

2

3 Inhoudstafel Dankwoord 6 Managementsamenvatting 7 1. Inleiding Theoretische beschouwingen 23 > 2.1. Interorganisationele coördinatie 23 > Nood aan coördinatie 24 > 2.2. Coördinatiemechanismen 27 > 2.3. Coördinatie-instrumenten in de Vlaamse Overheid 29 > 2.4. Succes- en faalfactoren van interorganisationele coördinatie32 > 2.5. Van nood aan coördinatie tot concrete instrumenten Internationale praktijk 45 > 3.1. Coherentie 45 > 3.2. Coördinatie-instrumenten om tot coherentie te komen 46 > Strategische planning en prioriteiten 46 > Coördinatie-fora (OECD, 2004, p. 8-9) 47 > Rol van publieke actoren in het versterken van coherentie47 > Communicatie- en informatienetwerken 48 > 3.3. De coördinatiepraktijk in zeven landen: gebruikte instrumenten en algemene tendensen 49 > 3.4. Good practice: Wanneer tot coördinatie overgaan? 60 > 3.5. Verschillende niveaus van coördinatie 63 > 3.6. Succes- en faalfactoren op basis van de internationale coördinatiepraktijk Onderzoeksopzet 68 > 4.1. Onderzoeksstrategie: Documentanalyse Kwalitatieve expertinterviews 69

4 > 4.2. Onderzoeksmethode: Case-study Vlaamse coördinatiepraktijk 74 > 5.1. Nood aan coördinatie 75 > 5.2. Coördinatie via managementsystemen 81 > Interorganisationeel strategisch management 82 > Cultuurmanagement 101 > 5.3. Coördinatie via structurele instrumenten 104 > Coördinatie- en overlegorganen 104 > Informatie-uitwisselingsystemen 127 > Herindeling van bevoegdheden 130 > Coördinerende functies 134 > 5.4. Integratieve case: Integrale Jeugdhulp 149 > Context Integrale Jeugdhulp 149 > Coördinatie-instrumenten 151 > 5.5. Algemeen besluit 163 > Nood aan coördinatie: conclusie 163 > Algemene succes- en faalfactoren 164 > Aandachtspunten 169 Referenties Bijlagen 180 > 6.1. Bijlage 1: Succes- en faalfactoren gedefinieerd door Rogers & Whetten (1982) 180 > 6.2. Bijlage 2: MODO 185 > 6.3. Bijlage 3: Visuele Voorstelling van hiërarchie binnen strategische en operationele doelstellingen 187 > 6.4. Bijlage 4: MODO als basis voor rapportage via beleidsbrief188 > 6.5. Bijlage 5: Dienstencatalogus departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (abstract) 190 ii

5 Lijst tabellen Tabel 1. Samenvatting succes- en faalfactoren geordend per onderzocht coördinatie-instrument Tabel 2. Clusters van coördinatie-instrumenten (Bouckaert, Peters & Verhoest, 2010) Tabel 3. Overzicht van de belangrijkste instrumenten voor coördinatie en consolidatie in OESO-landen (Bouckaert, Peters en Verhoest 2007) Tabel 4. Onderzochte coördinatie-instrumenten in de Vlaamse Overheid.. 74 Tabel 5. Coördinatie via managementsystemen Tabel 6. Coördinatie via structurele instrumenten Tabel 7. Netwerk van contactpersonen voor overheidsbrede werkgroepen Tabel 8. Interpretatieve en contextuele succesfactoren voor coördinatie (Rogers & Whetten, 1982) Tabel 9. Interpretatieve en contextuele faalfactoren voor coördinatie (Rogers & Whetten, 1982)

6 Lijst figuren Figuur 1. Deelcomponenten coördinatiestrategie Figuur 2. Beslissingsraamwerk om tot coördinatie over te gaan (gebaseerd op: Managing for Shared Outcomes Development Group, 2004, p. 8-10) Figuur 3. Onderzoeksopzet Figuur 4. Multiple-case (holistic) design Figuur 5. Documenten inzake beleid, beleidsuitvoering en financiën met betrekking tot beleidsontwikkeling (bron: Spanhove & Verhoest, 2008, pp ) Figuur 6. Opmaak beleidsnota in beleidsdomein A en in beleidsdomein B. 90 Figuur 7. Koppeling beleidsnota beleidsbrief in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Figuur 8. Query s in POCO Figuur 9. Structuur werkgroepen in het beleidsdomein Onderwijs en Vorming Figuur 10. Coördinerende rol van het departement WVG Figuur 11. Overheidsactoren in het beleidsveld jeugdhulp (bron: Verschuere & Vancoppenolle, 2010, p. 53) Figuur 12. Trust-building loop Figuur 13. MODO (Delarue & Spanhove, 2010) Figuur 14. Visuele Voorstelling van hiërarchie binnen strategische en operationele doelstellingen (Delarue & Spanhove, 2010) Figuur 15. MODO als basis voor de kwartaalrapportering over de uitvoering van de beleidsnota (Delarue & Spanhove, 2010) iv

7 Lijst cases Case A. Onduidelijke taakverdeling tussen twee agentschappen Case B. Pooled interdependentie binnen het beleidsdomein Onderwijs en Vorming Case C. Strategische koppeling tussen beleidsnota en beleidsbrief in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Case D. ProjectOpvolging Coördinatie Onderwijs (POCO) Case E. MODO (Monitoren van doelstellingen) binnen het beleidsdomein Bestuurszaken Case F. Milieubeleidsplan (MINA-plan) Case G. Thematische werkgroepen in het beleidsdomein Onderwijs en Vorming Case H. Beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie: netwerk van contactpersonen voor overheidsbrede werkgroepen Case I. Vlaams Overleg Internationaal milieubeleid Case J. De succesfactor historische relaties en traditie binnen het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en binnen het beleidsdomein Onderwijs en Vorming Case K. Projectopvolging Coördinatie en Onderwijs (zie ook punt strategisch management) Case L. Databank milieu-informatie binnen het beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie Case M. Oprichting Agentschap Kwaliteitszorg in Onderwijs binnen het beleidsdomein Onderwijs en Vorming Case N. Coördinerende rol van het departement binnen het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Case O. Spijbelactieplan

8 Dankwoord Graag danken de onderzoekers de geïnterviewde ambtenaren voor hun bereidwilligheid en geïnvesteerde tijd om mee te werken aan het onderzoek. 6

9 Managementsamenvatting De managementsamenvatting in dit rapport belicht de aanzet van het onderzoek en de belangrijkste concepten die aan bod zijn gekomen in het praktijkonderzoek. We behandelen kort de nood aan coördinatie, coördinatie via managementsystemen en coördinatie via structurele instrumenten. Per concept worden ook de belangrijkste succes- en faalfactoren, conclusies en aanbevelingen voorgesteld. > 1.1. Government governance mechanismen na BBB Het voorgaande rapport binnen de onderzoekslijn Government governance: theoretische en normatieve modellen voor de Vlaamse overheid van het Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen II stelde een kwalitatieve analyse voor van de nieuwe government governance mechanismen in de Vlaamse Overheid (Spanhove & Verhoest, 2008, p. 33). Deze analyse stelde vast dat de implementatie van Beter Bestuurlijk Beleid op verschillende velden nog niet voltooid was. Zo zou er binnen beleidsdomeinen vooruitgang gemaakt kunnen worden wanneer onder meer aan onderstaande factoren extra aandacht besteed zou worden: Een concrete taakafbakening binnen het beleidsdomein zowel op ambtelijk als op politiek niveau Een duidelijke taakinhoud voor een slagkrachtige werking van de beleidsraad en het managementcomité Gedragsregels die de samenwerking bevorderen Wanneer er immers aan deze aspecten voorbij wordt gegaan dan bestaat het gevaar op een heterogene taakinvulling die een fragmentatie en verkokering van de beleidspraktijk tot gevolg kan hebben. Er kan bovendien uit het voorgaande onderzoek geconcludeerd worden dat de instrumenten en platformen die binnen BBB voorgesteld werden voor beleidsdomein- en beleidsdomeinoverschrijdende sturing en verantwoording, coördinatie en consolidatie onvoldoende zijn uitgebouwd of nog niet optimaal functioneren. Bovendien staat de samenwerkingsgerichte cultuur die

10 noodzakelijk is voor het functioneren van de nevengeschikte entiteiten nog te zeer op de achtergrond (Spanhove & Verhoest, 2008, pp ). Deze elementen en enkele aanzetten in regeringsdocumenten waren de aanleiding om binnen deze onderzoekslijn in te zetten op succes- en faalfactoren voor coördinatie binnen beleidsdomeinen en tussen beleidsdomeinen. Dit rapport focust op beleidsdomeinspecifieke coördinatie. > 1.2. Nood aan coördinatie De nood aan coördinatie kan als een startpunt van coördinatie beschouwd worden maar evenzeer als een succes- en/of faalfactor. De nood aan coördinatie kan actoren aanzetten om afstemming en gezamenlijk sturen te bekomen door het oprichten van een coördinatie-instrument. Een noodzakelijke voorwaarde is dan wel dat deze nood aan coördinatie door alle betrokken partijen gevoeld en gepercipieerd wordt. Wanneer er immers, objectief gezien, een nood aan coördinatie bestaat dan betekent dit niet automatisch dat alle actoren deze nood aan coördinatie ook daadwerkelijk in de praktijk van belang achten. Bewustmaking van deze nood aan coördinatie bij alle actoren is dan ook een belangrijke stap om het coördinatie-instrument een goede basis mee te geven om zo een succesvolle implementatie en werking te garanderen. Wanneer een entiteit immers niet overtuigd is van het nut van de coördinatie, dan kan dit een nefaste invloed hebben op het engagement en de wil om mee te werken binnen het kader van een coördinatie-instrument. In de theoretische beschouwing worden verschillende noden aan coördinatie voorgesteld op basis van de literatuur rond coördinatie. Verder wijzen we ook op het belang van het begrip interdependentie. Immers wanneer er een wederzijdse afhankelijkheid tussen actoren bestaat dan wijst dit op een onderliggende nood aan afstemming en coördinatie. Binnen de onderzochte beleidsdomeinen van de Vlaamse Overheid identificeren we verschillende noden aan coördinatie die zowel situatiegebonden zijn als structureel aanwezig binnen de hernieuwde structuren van BBB. Deze noden zijn fragmentatie van beleid, overlap van beleidseffecten, blinde vlekken in de dienstverlening, verschillende organisaties richten zich tot één doelgroep, wrijving en conflict, groeiende 8

11 kwaliteitsdruk op de dienstverlening, toenemende complexiteit van beleidsuitdagingen, dynamiek van de netwerksamenleving, inconsistenties in het beleid, zoektocht naar zuinigheid en kostenefficiëntie en interdependentie. > 1.3. Coördinatie via managementsystemen Coördinatie aan de hand van managementsystemen rust op het volledige proces van het plannen, opvolgen en evalueren van beleid en beheer. In dit onderzoek besteden we specifiek aandacht aan interorganisationeel strategisch management en aan cultuurmanagement. Het coördinerend potentieel van de begrotings-cyclus en bij uitbreiding van het overheidsbreed financieel management wordt in dit rapport niet besproken. > Strategisch management Het strategisch management richt zich op het plannen, koppelen en opvolgen van strategische documenten met het doel om de strategische beleidsvisie vast te leggen en te verankeren op een meer operationeel niveau. Binnen het strategische management tussen entiteiten, in de context van dit onderzoek, situeren we de opmaak van de beleidsnota, de opvolging van de beleidsnota en de koppeling van beleidsnota en beleidsbrief. Ook een themagericht beleidsdomeinspecifiek plan komt aan bod met name het MINA-plan. Bij de opmaak van de beleidsnota vallen twee verschillende methoden te onderscheiden. Enerzijds spreken we van de geïntegreerde procedure, anderzijds zien we eerder een knip- en plakprocedure verschijnen. De geïntegreerde procedure wordt gekenmerkt door overkoepelende strategische doelstellingen waarbij de meer operationele objectieven onder deze overkoepelende ideeën geplaatst worden. Bij de knip- en plakprocedure ontbreekt een systematische en overkoepelende visie. In de praktijk wordt deze methode gekenmerkt door een ad-hoc benadering. De belangrijkste succes- en faalfactoren die onderscheiden kunnen worden zijn prioriteit aan eigenbelang en vrees voor het verlies van identiteit en prestige.

12 De prioriteit aan het eigenbelang heeft vooral zijn weerslag op het vertrouwen tussen de actoren. Dit betekent dat er weinig controle uit handen gegeven wordt waardoor het departement moeilijk zijn coördinerende rol bij de opmaak van de beleidsnota kan opnemen. Het inpassen binnen een strategische visie wordt op deze manier ook bemoeilijkt. De vrees voor het verlies van identiteit en prestige is geworteld in het eigenaarschap dat verloren gaat wanneer verschillende agentschappen bijdragen tot een bepaalde strategische doelstelling. Deze faalfactor kan gedeeltelijk voorkomen worden door de verschillende betrokken partners visibiliteit en een expliciete benoeming te gunnen bij het volbrengen van een beleidsactie. De koppeling van de beleidsnota en de jaarlijkse beleidsbrief kan de strategische planning ondersteunen wanneer er op een systematische manier gewerkt wordt. De beste basis is dus een geïntegreerde opmaak van de beleidsnota zodat de beleidsbrief de duidelijke en transparante structuur van de beleidsnota kan volgen. In de beleidsbrief kan dan aangegeven worden in welke fase beleidsacties uit de beleidsnota zich bevinden. Een andere belangrijke stap binnen het interorganisationele strategische management is het opvolgen van de beleidsnota en beleidsbrief. We bespreken in het kader van deze opvolging twee systemen die binnen de Vlaamse Overheid worden ingezet: Projectopvolging Coördinatie Onderwijs (POCO) in het beleidsdomein Onderwijs en Vorming en Monitoren van doelstellingen (MODO) binnen Bestuurszaken. Aandachtspunt: Strategisch geïntegreerde opmaak en opvolging van de beleidsnota > Cultuurmanagement Cultuurmanagement richt zich op het managen van visies, waarden, normen en kennis van medewerkers. Op deze manier kan er naar een samenwerkingsgerichte cultuur gestreefd worden. In de context van de Vlaamse Overheid hebben we verschillende initiatieven gevonden die aansluiten bij de praktijken van cultuurmanagement zoals wissel-leren, stimuleren van personeelsmobiliteit tussen organisaties en evaluatie op basis van samenwerking als individuele doelstelling. De belangrijkste succes- en faalfactoren die hier onderscheiden worden zijn investering van 10

13 tijd, attitudes van actoren ten opzichte van coördinatie en de gepercipieerde nood aan coördinatie. De investering van tijd is een eerste struikelblok in de toepassing van cultuurmanagement. Wissel-leren vraagt vaak een grote tijdsbesteding waardoor deze vaker door de veeleisende praktische omstandigheden aan de kant geschoven wordt. Bij de evaluatie van medewerkers op basis van hun samenwerking met andere actoren zijn er verschillende aspecten waarmee rekening moet gehouden worden. Ten eerste moet er een objectieve nood aan coördinatie bestaan op het niveau waarop de medewerker werk verricht. Ten tweede moet het concept samenwerking op een duidelijke en legitieme manier gedefinieerd worden. Ten derde moet de medewerker deze nood zelf ook aanvoelen en positief staan ten opzichte van samenwerking. De attitude van de medewerker is hierbij dus van groot belang. Aandachtspunt: Stimuleren van waarden die samenwerkingsgerichte cultuur ondersteunen > 1.4. Coördinatie via structurele instrumenten Coördinatie in een publieke context kan ook gebeuren aan de hand van structurele instrumenten. Deze instrumenten worden ingebed in de structuur en de vastgelegde bevoegdheden van een organisatie/netwerk. We bespreken de coördinatie-instrumenten die een netwerkbasis hebben alsook deze met een hiërarchische basis. Binnen de netwerkgebaseerde coördinatie-instrumenten bespreken we in het rapport onder overlegfora: de beleidsraad, het managementcomité en de thematische overlegorganen. Verder komen ook informatie-uitwisselingssystemen aan bod. De hiërarchisch gebaseerde coördinatie-instrumenten die voorgesteld worden zijn de coördinerende functie en de herindeling van bevoegdheden. Marktgebaseerde coördinatie-instrumenten die op marktprincipes zijn gebaseerd zoals het vermarkten van managementondersteunende diensten worden in dit rapport niet besproken. Daarvoor verwijzen we de lezer graag naar specifieke rapporten van het SBOV terzake (Luts et al. 2009; 2010).

14 > Coördinatie- en overlegorganen Binnen de coördinatie- en overlegorganen kan op basis van literatuur (Verhoest, Legrain & Bouckaert, 2003) een onderscheid gemaakt worden tussen organen waarbij van gemeenschappelijke sturing gebruik gemaakt wordt zoals bijvoorbeeld de beleidsraad en overlegorganen waar puur overleg tussen gelijkwaardige partners plaatsvindt zoals op het managementcomité. We geven verder ook enkele principes aan die best gevolgd worden voor een optimale werking van een overlegorgaan zoals openheid over de te bespreken onderwerpen, gelijkwaardige partners en doelgerichtheid, constructiviteit en consensusgerichtheid. De resultaten met betrekking tot de coördinatiepraktijk in de beleidsraad, het managementcomité en de thematische werkgroepen worden in het rapport voorgesteld aan de hand van enkele parameters zoals aanwezigheid leden, opmaak van de agenda, wijze van beslissing,.. en succes- en faalfactoren die uit het werkveld gedestilleerd worden. We halen in onderstaande voorstelling slechts enkele van deze parameters aan. > Beleidsraad De beleidsraad is een instrument dat efficiënt kan werken wanneer minister en kabinet zich engageren om aanwezig te zijn. Wanneer dit engagement echter niet aanwezig blijkt te zijn dan verliest de beleidsraad zijn finale doel. Dit gebrek aan engagement heeft immers nefaste gevolgen voor de afstemming van een gemeenschappelijke strategische visie van het hele beleidsdomein. Op de beleidsraad in de onderzochte beleidsdomein vormen strategische aspecten de hoofdfocus. De belangrijkste succes- en faalfactoren met betrekking tot de beleidsraad blijken het politieke engagement en de gepercipieerde nood aan coördinatie bij alle betrokken actoren. Aandachtspunt: De beleidsraad moet in haar beleidsmatige rol aandacht schenken aan de strategische visie van het beleidsdomein 12

15 > Managementcomité De beslissingen op het managementcomité worden bijna altijd in consensus genomen. Het streven naar consensusgerichtheid heeft dus wel ingang gevonden binnen de onderzochte managementcomités. Verder wordt in verschillende interviews aangegeven dat het managementcomité bepaalde coördinatieactiviteiten overneemt van een slecht-functionerende beleidsraad. Dit betekent dat men zich dus op het managementcomité naast beheeronderwerpen ook op de visie en strategie van het beleidsdomein gaat richten. De belangrijkste specifieke succes- en faalfactor voor het managementcomité is openheid en vertrouwen tussen de verschillende actoren. Aandachtspunt: De werking van het managementcomité kan versterkt worden door de invoering van een beslissingsopvolgingssysteem > Thematische stuur- en werkgroepen Binnen de thematische stuur- en werkgroepen behandelen we enkele illustratieve cases. Binnen het beleidsdomein Onderwijs en Vorming lichten we de structuur van de verschillende stuur- en werkgroepen toe. Binnen het beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie bekijken we een best practice met betrekking tot het netwerk van contactpersonen voor overheidsbrede werkgroepen en de positieve invloed hiervan op beleidsdomeinspecifieke coördinatie. Als laatste case behandelen we het Vlaams Overleg Internationaal Milieubeleid binnen het beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie. De succes- en faalfactoren die we op basis van het onderzoek hebben onderscheiden zijn interdependentie, doelcongruentie bij betrokken actoren, consensusgerichtheid, vertrouwen, samenwerkingsgerichte cultuur, historische relaties en traditie, erkenning van de waarde en het nut van de coördinatie via overleg en tenslotte duidelijke procedures voor besluitvorming, mandatering en terugkoppeling naar de organisatie. Aandachtspunt: Thematische stuur- en werkgroepen verbinden aan de beleidsraad zodat de legitimiteit en de betrokkenheid bij de leden vergroot

16 Aandachtspunt: Duidelijke procedures voor de leden van thematische werken stuurgroepen voor de mandatering door de afvaardigende organisatie alsook het verzekeren van een goede informatiedoorstroming naar de organisatie > Informatie-uitwisselingssystemen De analyse van de informatie-uitwisselingssystemen binnen de onderzochte beleidsdomeinen richt zich op twee cases met name de aspecten van informatie-uitwisseling binnen POCO (Projectopvolging Coördinatie en Onderwijs) en de databank milieu-informatie binnen het beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie. Een opmerkelijke vaststelling was dat niet in alle onderzochte beleidsdomeinen een beleidsdomeinbreed informatie-uitwisselingssysteem in voege is. Dit betekent dat de verspreiding van informatie zeer fragmentarisch gebeurt en de nood aan coördinatie zeer concreet aanwezig is bij de verschillende betrokken actoren. Belangrijk hierbij is dat een informatie-uitwisselingssysteem van minimalistisch tot maximalistisch kan ingevuld worden. Het meest cruciale in de coördinatiepraktijk is echter dat er een informatie-uitwisselingsysteem aanwezig is. Andere succes- en faalfactoren die genoteerd werden zijn engagement bij de betrokken actoren en technische moeilijkheden. Aandachtspunt: De invoering van een algemeen informatieuitwisselingssysteem in elk beleidsdomein. > Herindeling van bevoegdheden Een herindeling van bevoegdheden is een verandering in de structuren van een organisatie waarbij men zowel kan gaan naar decentralisatie van entiteiten als naar het samenvoegen/centralisatie van taken. De beweging die men maakt is afhankelijk van de nood aan coördinatie die gevoeld wordt. De analyse van dit coördinatie-instrument richt zich op de case rond het Agentschap Kwaliteitszorg in Onderwijs binnen het beleidsdomein Onderwijs en Vorming. 14

17 Aandachtspunt: Duidelijk gedefinieerde en operationele herindelingsstructuur bij de herschikking van bevoegdheden > Coördinerende functies Coördinerende functies staan in voor de coördinerende taken die vervuld moeten worden. Theoretisch wordt er een onderscheid gemaakt tussen de coördinerende functies die vervuld worden door een organisatie, een subentiteit van een organisatie, een persoon met coördinatie als enige taak met name de coördinator of een persoon met coördinatie als bijkomende taak met name de boundary spanner. Deze opdeling konden we ook binnen de onderzochte beleidsdomeinen terugvinden. Eerst en vooral kunnen we het departement, op basis van de Memorie van Toelichting bij het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid, als coördinerende organisatie voor beleidszaken omschrijven. In de analyses richten we ons specifiek op de praktijk binnen het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. In deze case komt duidelijk aan bod hoe de coördinerende rol op gebied van procesmatige ondersteuning bij de beleidsontwikkeling van het departement binnen de vernieuwde structuren gezocht werd. Uit de analyse binnen alle onderzochte beleidsdomeinen kwamen enkele belangrijke algemene succes- en faalfactoren bovendrijven. Een verschil in visie van verschillende actoren op de rol van het departement, kennis en capaciteit die aanwezig is binnen het departement, samenwerkingsgerichte cultuur, historisch gegroeide relaties en traditie en de attitudes over het departement en de evaluatie van de diensten van het departement blijken belangrijke beïnvloedende factoren op de acceptatie en de optimale uitoefening van de coördinerende rol van het departement. Aandachtspunt: De rol van het departement moet duidelijk formeel vastgelegd worden De tweede vorm van coördinerende functie is de coördinerende unit of subentiteit. Deze wordt in het rapport aan de hand van een case besproken, met name het spijbelactieplan binnen het beleidsdomein Onderwijs en Vorming.

18 Een laatste vorm is de coördinerende functie opgenomen als hoofdtaak door een persoon. Een faalfactor binnen deze vorm is wanneer er geen één op één relatie bestaat tussen minister en beleidsdomein 1. Er moet dan immers meer afgestemd en gecoördineerd worden tussen een veelheid aan actoren. > 1.5. Lessons Learned: Integrale Jeugdhulp In het rapport bekijken we specifiek het hele proces en de structuur van Integrale Jeugdhulp. Integrale Jeugdhulp blijkt immers een zeer rijke case waarin verschillende coördinatie-instrumenten aan bod komen. De bedoeling van deze bespreking is om de pijnpunten binnen Integrale Jeugdhulp om te buigen tot lessen voor een goede werking van de Vlaamse coördinatiepraktijk. Binnen de overlegorganen bekijken we specifiek het managementcomité Integrale Jeugdhulp en het beleidsondersteuningsteam, binnen strategisch management focussen we op het Vlaamse beleidsplan. De herindeling van bevoegdheden bestudeert het proces rond de intersectorale toegangspoort. De algemene lessen die uit Integrale Jeugdhulp kunnen geleerd worden, kunnen geclusterd worden onder volgende aspecten: afhankelijkheidsrelaties en machtsverhoudingen, selectie van partners, kosten-batenverhouding op basis van objectieve informatie en responsabilisering. > 1.6. Samenvatting succes- en faalfactoren van beleidsdomeinspecifieke coördinatie in de Vlaamse overheid Om de managementsamenvatting af te sluiten geven we nog een algemeen overzicht mee van de succes- en faalfactoren per instrument in de onderzochte beleidsdomeinen. 1 Deze faalfactor is doorheen het rapport ook bij andere coördinatie- instrumenten terug te vinden zoals bijvoorbeeld bij overleg- en coördinatieorganen. Ook in het rapport Deugdelijk bestuur in de Vlaamse Overheid anno Een kwalitatieve analyse van nieuwe Government Governance mechanismen in BBB (Spanhove & Verhoest, 2008, pp ) wordt gewezen op de nefaste invloed van het niet respecteren van de één op één relatie tussen beleidsdomein en minister. 16

19 Tabel 1. Samenvatting succes- en faalfactoren geordend per onderzocht coördinatie-instrument Succes en faalfactoren geordend per onderzocht coördinatie instrument Coördinatie via managementsystemen Interorganisationeel strategisch management Opmaak van de beleidsnota Koppeling beleidsnota en beleidsbrief Opvolging beleidsnota en beleidsbrief Beleidsdomeinspecifieke themaplanning Rol departement Eigen belang Vrees voor het verlies van identiteit en prestige Politieke steun en opvolging Procedurele moeilijkheden Visie van actoren Accountability Zichtbaarheid van fouten en mislukkingen Koppeling met andere plannen Cultuurmanagement Aanwezigheid objectieve én gepercipieerde nood aan coördinatie Coördinatie via structurele instrumenten Coördinatie en overlegorganen

20 Beleidsraad Politiek engagement Gepercipieerde nood aan coördinatie Managementcomité Thematische stuur en werkgroepen Openheid en vertrouwen Interdependentie Doelcongruentie Consensusgerichtheid Vertrouwen Samenwerkingsgerichte cultuur Historische relaties en tradities Erkenning van de waarde en het nut van coördinatie via overleg Duidelijke procedures voor besluitvorming en mandatering vanuit de organisatie en terugkoppeling naar de organisatie Informatie uitwisselingssystemen Aanwezigheid van informatieuitwisselingssystemen Engagement Technische moeilijkheden Herindeling van bevoegdheden Coördinerende functies Objectieve en gepercipieerde nood aan coördinatie Verschil in visie 18

21 Samenwerkingsgerichte cultuur Kennis en capaciteit bij het departement Historisch gegroeide relaties en traditie Attitudes over het departement en de evaluatie van diensten Algemene succes en faalfactoren = factoren die bij elk instrument een bepalende rol innemen Samenwerkingsgerichte cultuur Vertrouwen Politieke steun Te weinig aandacht voor een externe focus na hervorming

22 1. Inleiding Onder invloed van het New Public Management-denken heeft de Vlaamse overheid in de laatste kwarteeuw verschillende evoluties ondergaan (Pollitt & Bouckaert, 2004, p.217). Managementautonomie kwam, onder invloed van de decentralisatietendens, steeds meer op de voorgrond tezamen met de introductie van private managementtechnieken en de focus op competitie, efficiëntie, effectiviteit en zuinigheid (Cornforth, 2003; Osborne, 2010, p. 3). Het beleid en beheer van de Vlaamse overheid kreeg stilaan een meer privaat karakter en begrippen als deugdelijk bestuur of government governance kwamen steeds meer in beeld. De trend naar decentralisatie bracht echter ook enkele problemen met zich mee. Een van de belangrijkste neveneffecten was de proliferatie van agentschappen en diensten met fragmentatie van beleid tot gevolg. Niet toevallig duiken in OECD-landen steeds meer termen als Joined-up government, Whole-of-government of Horizontal Government op (Bouckaert, Peters & Verhoest, 2010, p.4). Deze termen verenigen de wens naar een transparante overheidsstructuur, duidelijke informatieuitwisseling, het stimuleren van samenwerking en het koppelen van overheidsbrede plannen aan de plannen van de afzonderlijke entiteiten. De grootschalige verzelfstandiging van het overheidslandschap dreigde immers in fragmentatie van het overheidsbeleid en overheidshandelen over te gaan. Het is in deze context dat de nood aan coördinatie meer dan ooit op de voorgrond komt te staan (Bouckaert, Peters & Verhoest, p. 14). Bovendien versterken deze omstandigheden de aandacht voor zowel hernieuwde hiërarchiegebaseerde coördinatiemechanismen als voor de nieuwe markt- en netwerkgebaseerde coördinatiemechanismen (Bouckaert, Peters & Verhoest, 2010, p. 11). In de Vlaamse Overheid heeft men via de hervorming Beter Bestuurlijk Beleid (2006), dit is de grootschalige hervorming bij de Vlaamse overheid, onder andere getracht instrumenten en mechanismen voor coördinatie en consolidatie bij de Vlaamse Overheid binnen te brengen. Enkele van de belangrijkste doelstellingen van BBB zijn: de oprichting van verzelfstandigde agentschappen met meer of minder beleidsuitvoerende autonomie (EVA s IVA s), departementen staan in voor de beleidsvoorbereiding en beleidsevaluatie, de rol van de ministeriële kabinetten evolueert naar een 20

23 politiek-adviserende functie (Spanhove & Verhoest, doctoraatsvoorstel). Spanhove & Verhoest (2008) stellen vast dat de implementatie van BBB op verschillende velden nog niet voltooid is. Een concrete taakafbakening binnen en tussen de beleidsdomeinen en het politieke niveau ontbreekt. Zo ontstaat het gevaar van een heterogene taakinvulling die een fragmentatie van de beleidspraktijk binnen de verschillende beleidsdomeinen tot gevolg kan hebben. Ook de integratie van de verschillende cycli (beleids-, beheers- en contractcyclus) is nog geen feit. In de commissie Efficiënte en Effectieve overheid (2009, p. 21) wordt bovendien gesteld dat: Op korte termijn moet de coördinatie binnen elk beleidsdomein veel beter gegarandeerd worden. Het consolideren van de middelen over alle constituerende onderdelen van het beleidsdomein moet hier worden doorgetrokken op het niveau van de bijdrage van de in de beheersovereenkomsten gedefinieerde prestaties tot de beleidseffecten binnen het beleidsdomein. Verder stelt de Vlaamse Regering in haar bijdrage in 2009 (deel 3.2.) dat: Vanuit hun beleidsondersteunende rol kiezen de departementen samen met de agentschappen resoluut voor een geïntegreerde inhoudelijke benadering en voor de actieve samenwerking en afstemming binnen en tussen de beleidsdomeinen Zoals uit voorgaande uiteenzetting blijkt is een gecoördineerd en geconsolideerd beleid binnen en tussen beleidsdomeinen van cruciaal belang in een efficiënte en effectieve overheid. Ook in de Vlaamse Overheid blijft deze nood bestaan. Na de (gedeeltelijke) invoering van BBB blijkt dat coördinatie nog steeds een heet hangijzer blijft. Het doel van dit rapport is om de succes- en faalfactoren van de coördinatiepraktijk binnen beleidsdomeinen in de Vlaamse Overheid voor te stellen en een aantal best practices in de vorm van cases aan te bieden. Op deze manier kan er een verspreiding van goede praktijken over beleidsdomeinen heen plaatsvinden. We focussen hierbij op de coördinatienoden binnen het beleidsdomein, op de generieke en specifieke coördinatie-instrumenten die binnen beleidsdomeinen gebruikt worden en op de succes- en faalfactoren die binnen dit coördinatieproces een rol

24 spelen. De succes- en faalfactoren van coördinatie bieden we op verschillende niveaus aan. Binnen de hoofdstukken van dit rapport stellen we succes- en faalfactoren voor die op basis van verschillende data gedefinieerd zijn. In de theoretische beschouwingen stellen we factoren voor op basis van literatuur rond coördinatie, in het hoofdstuk rond de internationale praktijk worden de factoren aangegeven die gebaseerd zijn op resultaten van internationaal onderzoek. De succes- en faalfactoren die het meest toegepast zijn, kunnen worden teruggevonden in het hoofdstuk rond de Vlaamse coördinatiepraktijk. Hier worden immers per coördinatieinstrument de specifieke factoren geduid die een rol spelen in de specifieke Vlaamse context. Om af te sluiten worden in het algemeen besluit de algemene factoren voor de verschillende coördinatie-instrumenten in de Vlaamse praktijk aangehaald. De resultaten van het onderzoek in de Vlaamse coördinatiepraktijk worden verder ook gevat in aanbevelingen voor de coördinatiepraktijk binnen beleidsdomeinen en in best practices doorheen het rapport. Op deze manier kunnen goede praktijken en toepassingen binnen andere beleidsdomeinen opgezet worden op basis van de ervaringen in de onderzochte beleidsdomeinen. Voorliggend rapport past in de bredere focus op coördinatie van de SBOVonderzoekslijn rond Government Governance Dit eerste deel richt zich, zoals gezegd, op beleidsdomeinspecifieke coördinatie. Een volgende deel zal zich toespitsen op beleidsdomeinoverschrijdende coördinatie in de Vlaamse Overheid. 22

25 2. Theoretische beschouwingen In het volgende hoofdstuk behandelen we de verschillende begrippen en concepten die in het onderzoek gebruikt worden. We starten met het definiëren van de coördinatie in dit onderzoek als interorganisationele coördinatie. Vervolgens beschrijven we de verschillende noden aan coördinatie en komen de verschillende coördinatie-instrumenten aan bod. Deze worden gekoppeld aan de onderscheiden coördinatiemechanismen. De succes- en faalfactoren van coördinatie komen als laatste element aan bod. > 2.1. Interorganisationele coördinatie Beleidsdomeinen zijn volgens Rogers & Whetten (1982) te vatten als complexe interorganisationele netwerken waarbinnen een interdependentie van kennis bestaat. Deze interdependentie van kennis kunnen we situeren tussen de agentschappen, het departement, de minister en het kabinet. We kunnen coördinatie in deze dus kenmerken als interorganisationele coördinatie. Coördinatie in een interorganisationele context binnen de publieke sector wordt door Bouckaert, Peters & Verhoest (2010) als volgt omschreven: the instruments and mechanisms that aim to enhance the voluntary or forced alignment of tasks and efforts of organizations within the public sector. These mechanisms are used in order to create a greater coherence, and to reduce redundancy, lancunae and contradictions within and between policies, implementation or management (Peters, 1998; Alexander, 1995; Thompson, 1967). Zoals de definitie duidelijk maakt zijn er coördinatiemechanismen en instrumenten die gebruikt worden om coördinatie op te zetten. Deze zullen vervolgens besproken worden. We behandelen eerst de nood aan coördinatie en sluiten het hoofdstuk af met een bespreking van de succesen faalfactoren.

26 > Nood aan coördinatie Bouckaert, Peters & Verhoest (2010) stellen dat coördinatieproblemen in se steeds terug te leiden zijn tot de interactie of het gebrek aan interactie tussen verschillende publieke organisaties. De nood aan coördinatie kan hier dan ook altijd mee verbonden worden. In de coördinatieliteratuur worden verschillende noden aangehaald. We hebben in deze literatuur (Bouckaert, Peters & Verhoest, 2010; Beuselinck, 2008; Bouckaert, Verhoest & Wauters, 2000) de volgende omstandigheden waarin een coördinatienood aan de bron ligt, onderscheiden: Fragmentatie van beleid Overlap van beleidseffecten Blinde vlekken in de dienstverlening Verschillende organisaties richten zich tot één groep Wrijving en conflicten Zoektocht naar zuinigheid en kostenefficiëntie Inconsistenties in het beleid Groeiende kwaliteitsdruk op de dienstverlening Toenemende complexiteit van beleidsuitdagingen Dynamiek van de netwerksamenleving De mate van interactie tussen actoren wordt onder meer bepaald door de afhankelijkheidsrelatie die tussen de actoren bestaat. In volgend puntje behandelen we het begrip interdependentie en de verschillende types die er bestaan. Alexander (1995) stelt dat de keuze voor een coördinatieinstrument bepaald wordt door het type interdependentie dat bestaat en de kenmerken van de transactie die plaatsvindt tussen de actoren. 24

27 > Interdependentie tussen actoren Zoals juist vermeld, wordt de coördinatieproblematiek vaak gekoppeld aan interactieproblemen tussen actoren. Een belangrijk concept in deze thematiek is de interdependentie van actoren. Afhankelijkheid tussen actoren is een cruciaal element in de nood aan en het opstarten van coördinatie. Zowel de gepercipieerde afhankelijkheid als de objectieve afhankelijkheid spelen een rol. Thompson (1967) stelt verschillende types van wederzijdse afhankelijkheid voor. Deze vormen komen ook in de publieke sector tot uiting. Het eerste type is de sequentiële interdependentie waarbij de output van de ene actor de input vormt van de andere. De keuze van coördinatieinstrumenten binnen deze vorm zijn afhankelijk van het belang, van de frequentie en van de onzekerheid rond de transactie. Een tweede type is wederkerige interdependentie. Bij deze vorm van wederzijdse afhankelijkheid vormt de output van de ene actor de input van de andere en op zijn beurt vormt de output van de laatste actor opnieuw de input van de eerste actor. Dit type interdependentie is complexer dan de sequentiële interdependentie en zal dus meer coördinatie vragen. De hang naar een hiërarchisch-gebaseerd coördinatiemechanisme zal in deze groter worden naar mate de transactie die gebeurt van groot belang is en de onzekerheid van de transactie groeit. In de Vlaamse overheid vinden we deze wederkerige afhankelijkheid binnen beleidsdomeinen terug bij de taakverdeling tussen department en agentschappen. Volgens het organisatiemodel van de Vlaamse overheid moet er een duidelijke en consistente taakverdeling tussen het departement en de agentschappen zijn (Spanhove & Verhoest, 2008). Het departement heeft daarbij de taak om de minister te ondersteunen. Tot de opdracht van het departement behoren dus voornamelijk beleidsvoorbereidende en beleidsevaluerende opdrachten. De agentschappen staan in voor de beleidsuitvoerende taak. Op basis van deze opdrachtomschrijvingen kunnen we een wederkerige interdependentie onderscheiden. Immers het departement bereidt het beleid voor, waarna het wordt uitgevoerd door de agentschappen. De agentschappen moeten dan weer input geven aan het departement voor de beleidsevaluerende en de operationele beleidsvoorbereidende taak.

28 Een laatste type van interdependentie is pooled of gebundelde interdepentie. De wederzijdse afhankelijkheid tussen organisaties ontstaat hier door een gemeenschappelijkheid. Dit type komt tot uiting wanneer verschillende organisaties zich richten op een gemeenschappelijk doel en waarbij ze gebruik maken van dezelfde resources. In de publieke sector vinden we deze situatie bijvoorbeeld wanneer verschillende agentschappen zich op dezelfde doelgroep richten. Wanneer er een afhankelijkheid tussen actoren ontstaat, ontwikkelt zich ook de noodzakelijkheid van interactie en gezamenlijke actie tussen deze actoren voordat een taak of doel bereikt kan worden (Wageman, 1995). Wanneer we de nood aan interiorganisationele coördinatie bekijken, moeten we zeker het type van interdependentie tussen de actoren meenemen. > Nood aan coördinatie in de Vlaamse Overheid Wanneer we nu naar de nood aan coördinatie in de Vlaamse Overheid kijken, vinden we onder andere in de nota over Beter Bestuurlijk Beleid (2002) enkele coördinatienoden in de Vlaamse Overheid terug. Ten eerste wordt administratieve fragmentatie aangehaald. Immers na de BBB-hervorming zullen er ongeveer 90 nevengeschikte identiteiten naast elkaar bestaan. Wanneer we deze situatie vertalen naar de noden die we hebben vastgelegd, kunnen we besluiten dat de Vlaamse overheid coördinatie nodig heeft om de specialisatie-, fragmentatie en autonomiserings-tendens op te vangen. Ten tweede wijst men naar de evoluties in de samenleving waardoor deze steeds complexer en meer internationaal wordt. Om deze evoluties op te vangen is er nood aan coördinatie om de dynamiek van de netwerksamenleving en de toenemende complexiteit van de beleidsuitdagingen op te vangen. Ten derde wordt er verwacht dat de overheid doeltreffend te werk gaat. Met betrekking tot coördinatie is het dus belangrijk dat men de verspilling van publieke middelen tegengaat, de zoektocht naar zuinigheid en kostenefficiëntie verder zet en dat men bovendien inconsistenties in het beleid voorkomt. 26

29 Ten vierde streeft men naar een geïntegreerde benadering van de burger. Coördinatie is in deze belangrijk wanneer verschillende organisaties zich richten tot dezelfde groep. In de Vlaamse Overheid werden dus al verschillende noden aan coördinatie gedefinieerd. In het voorgestelde onderzoek zullen we nagaan welke coördinatienoden er op beleidsdomeinniveau gedefinieerd kunnen worden. > 2.2. Coördinatiemechanismen Coördinatie kan in de praktijk via drie mechanismen aangewend worden, namelijk via het hiërarchie-, markt- en/of netwerkprincipe. Binnen elk principe staat een andere drijver van coördinatie centraal. Bij hiërarchie gebeurt dit door rechtstreekse sturing. Het marktprincipe steunt op concurrentie en competitie. Het netwerkmechanisme ten slotte is gebaseerd op onderlinge samenwerking (Verhoest, Legrain & Bouckaert, 2003). Deze mechanismen worden in de publieke sector van de Vlaamse Overheid niet in dezelfde mate gebruikt. Een zeldzaam voorbeeld van het marktprincipe kan teruggevonden worden bij de vermarkting van managementondersteunende diensten (MOD). Meer informatie over het marktprincipe en de toepassing ervan in de Vlaamse publieke sector zijn terug te vinden in Luts, Op de Beeck & Verhoest (2010). De focus van dit rapport ligt echter op het inzetten van het hiërarchie- en netwerkprincipe. We lichten deze mechanismen hieronder toe en stellen de belangrijkste instrumenten die gebruikt worden in de Vlaamse overheid voor. Zoals we hierboven al vermeldden steunt coördinatie via hiërarchie op het principe van rechtstreekse sturing met andere woorden dus top-down autoriteit en controle (Pollit & Bouckaert, 2004). De werking van coördinatie binnen het hiërarchieprincipe is gebaseerd op vastgestelde regels en routines waarbij interactie plaatsvindt via vastgelegde normen, standaardisaties en controle. De samenstelling van de betrokken actoren blijft stabiel, bovendien gaan deze actoren meestal ook een langetermijnengagement aan (Beuselinck, 2008, pp ). In de literatuur worden ook enkele omstandigheden gegeven waarin het kiezen voor hiërarchiegebaseerde instrumenten het meest toepasselijk is. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer er sprake is van een beperkte autonomie bij betrokken organisaties dan kan het hiërarchieprincipe best ingezet worden om de coördinatie te regelen. Verzelfstandigde organisaties zullen immers niet

30 snel een centrale inmenging dulden. Ook bij een gevoelige beleidsproblematiek of wanneer er nood is aan snelle en heldere besluitvorming kan er overgegaan worden tot hiërarchisch gebaseerde coördinatie. Het invoeren van één coördinerende functie in crisissituaties is zo n voorbeeld. Hieraan verbonden is bijvoorbeeld ook de mogelijkheid om snel te reageren bij onzekerheid. Verder kan het ook aangewezen zijn om instrumenten te baseren op het hiërarchieprincipe wanneer er sprake is van een complex productie- of beleidsproces. De nood aan formalisering en standaardisatie is dan groter. Het hiërarchieprincipe vormt dan een geknipte oplossing voor deze nood (Verhoest, Legrain & Bouckaert, 2003, pp ). Het andere coördinatiemechanisme dat we behandelen is het netwerkmechanisme. Het netwerkprincipe steunt op vrijwillige en relatief stabiele interacties en samenwerking tussen wederzijds afhankelijke actoren. De kern van coördinatie op basis van netwerken is vertrouwen, solidariteit, gedeelde waarden en een langdurige wederkerige relatie. De netwerkbenadering van coördinatie wint ook steeds meer aan belang door de opmars van governance structuren binnen de publieke context. Het netwerkmechanisme sluit hier immers het best op aan (Kickert, et al, 1997). Verhoest, Legrain & Bouckaert (2003) geven enkele omstandigheden aan waarbij de keuze voor instrumenten geworteld in het netwerkmechanisme het meest gepast is. Zo is er eerst en vooral een wil en capaciteit nodig om samen te werken. Verder moeten de betrokken organisaties autonoom zijn en een bepaalde mate van interdependentie op gebied van middelen en/of leveranciers en/of productieproces delen. Een bepaalde mate van stabiliteit binnen het netwerk en de betrokken organisaties en een goede ondersteuning van het netwerkverband aan de hand van ICT bijvoorbeeld is daarbij een goede hulp. Andere omstandigheden zoals externe druk en onzekerheid kunnen ook aanleiding zijn om netwerk-gebaseerde coördinatie-instrumenten in te zetten. In tabel 2 (Bouckaert, Peters & Verhoest, 2010) worden verschillende coördinatie-instrumenten binnen de publieke context onder andere opgesplitst volgens de achterliggende mechanismen. Een bijkomend criterium om coördinatie-instrumenten te onderscheiden wordt ingegeven door de vorm en kenmerken van het coördinatie-instrument. Zo onderscheidt men coördinatie aan de hand van managementsystemen en coördinatie via structurele instrumenten. Deze onderverdeling wordt in het 28

31 vervolg van het hoofdstuk verder toegelicht. Tabel 2 wordt op het einde van het hoofdstuk besproken en biedt een integratief beeld van de inzichten die in het theoretische deel aan bod komen. > 2.3. Coördinatie-instrumenten in de Vlaamse Overheid Wanneer we specifiek de coördinatie-instrumenten in de Vlaamse Overheid beschouwen, bekomen we onderstaande lijst. Deze lijst maakt ook gebruik van de onderverdelingen op basis van coördinatiemechanismen én op basis van de verdeling in managementsystemen of in structurele instrumenten. De instrumenten die in het vet staan, zullen onderwerp uitmaken van het onderzoek: Coördinatie via managementsystemen kan met behulp van strategisch management, financieel management en cultuurmanagement ingezet worden: Strategisch management Coördinatie via managementsystemen Strategisch management bevat instrumenten en procedures die het gebruik van resources plannen, opvolgen en evalueren of die beleid uitvoeren. Wanneer een organisatie/overheid inzet op strategisch management dan beoogt men, naast het vastleggen van een strategische visie, onder andere ook een betere afstemming tussen verschillende organisaties. Toegepast op de Vlaamse Overheid onderscheiden we: Regeringsverklaring, beleidsnota, beleidsbrieven: Strategische planning op niveau van beleid met legislatuurgebonden regeringsverklaring, beleidsnota en jaarlijkse beleidsbrieven Beheersovereenkomsten, jaarlijks ondernemingsplannen: Beheersovereenkomsten vertalen beleidsdoelstellingen naar het niveau van het agentschap, net als de jaarlijkse ondernemingsplannen Interne audit: IAVA: geconsolideerde audit per beleidsdomein aan beleidsraden

32 Financieel management Verhoest, Legrain & Bouckaert (2003) omschrijven financieel management als de manier waarop een organisatie of een cluster van organisaties het verkrijgen en de allocatie van financiële middelen beheert. Budgettaire consolidatie: Comptabiliteitsdecreet laat consolidatie van budgetten en rekeningen toe per beleidsdomein en voor het geheel van de Vlaamse regering. De meerjarenbegroting en vertaling naar jaarlijkse begroting dient respectievelijk te worden gekoppeld aan meerjarenplanning en jaarlijkse planning. Cultuurmanagement Cultuurmanagement bestaat uit alle technieken en instrumenten die coördinatie stimuleren door visies, waarden, normen en kennis tussen de actoren te verspreiden zodat er een gemeenschappelijk discours bestaat rond samenwerking en afstemming. Culturele waarden: integriteitcode, deontologische code Raamstatuut voor overheidspersoneel ter bevordering van mobiliteit Coördinatie via structurele instrumenten Coördinatie via structurele instrumenten kan gebeuren via een netwerkgebaseerde, een hiërarchisch gebaseerde en/of een markt gebaseerd aanpak bereikt worden. In dit onderzoek beperken we ons tot de netwerkgebaseerde en hiërarchiegebaseerde instrumenten omdat deze het meest voorkomend zijn bij het betrachten van interorganisationele coördinatie binnen de publieke sector. Netwerkgebaseerd Regering en ministeriële comités: Regering als hoogste orgaan van de uitvoerende macht is collegiaal in zijn werking 30

33 IKW s en interdepartementale werkgroepen: Traditioneel zijn interkabinetten-werkgroepen flexibele afstemmingsmechanismen, naast interdepartementale werkgroepen CAG: interdepartementaal topoverleg inzake beheer tussen topambtenaren uit elk beleidsdomein Beleidsraad per beleidsdomein: De beleidsraad omvat de minister en de hoofden van departement en agentschappen per beleidsdomein en staat in voor de coördinatie van beleid en uitvoering Managementcomité per beleidsdomein: De managementgroep is facultatief en omvat de hoofden van departement en agentschappen per beleidsdomein en staat in voor de coördinatie van beleid en uitvoering Informatie-uitwisselingssystemen Horizontale strategische overlegorganen inzake HRM, ICT,.. vanuit bestuurszaken Informele overheidsbrede netwerken zoals MOVI Uitvoeringstoets (optioneel instrument) MOD s 2 : De managementondersteunende diensten worden gegroepeerd in MOD s die een klant-opdrachtgever relatie hebben met de afnemende departementen en agentschappen. Initieel bestond het plan deze te vermarkten en de gedwongen winkelnering af te schaffen 2 Oorspronkelijk werden de MOD s ondergebracht bij netwerkgebaseerde instrumenten. De vermarkting van de MOD s maakt echter dat het ook zijn plaats kan vinden binnen het marktprincipe van coördinatie. Meer informatie over dit onderwerp is te vinden in: Luts, Op de Beeck & Verhoest (2010). Managementondersteunende dienstverlening in de Vlaamse overheid. Stand van zaken en aanzet tot oplossingen vanuit internationale ervaringen. Leuven: SBOV.

DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE. Dirk Vanderpoorten Secretaris Generaal

DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE. Dirk Vanderpoorten Secretaris Generaal DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE Dirk Vanderpoorten Secretaris Generaal STUDIEDAG BBB EN DEUGELIJK BESTUUR BINNEN DE VLAAMSE OVERHEID 7 mei 2009 1 Werkgroep II: Taakafbakening tussen een heilige Drievuldigheid

Nadere informatie

Brussel, 12 november _Advies_wijzigingsdecreet_VLM. Advies. Wijzigingsdecreet VLM

Brussel, 12 november _Advies_wijzigingsdecreet_VLM. Advies. Wijzigingsdecreet VLM Brussel, 12 november 2003 121103_Advies_wijzigingsdecreet_VLM Advies Wijzigingsdecreet VLM 1. Situering van de adviesvraag en van het advies Op 29 oktober 2003 ontving de SERV de adviesvraag met betrekking

Nadere informatie

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel

Nadere informatie

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen Brussel, 10 september 2003 091003_AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen Advies Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen Inhoud Inhoud... 2 1. Inleiding...3 2. Krachtlijnen van het advies... 3 3. Advies...4 3.1.

Nadere informatie

Taakafbakening tussen een heilige Drievuldigheid : Departement, Agentschap en Minister. Henny De Baets Administrateur-generaal

Taakafbakening tussen een heilige Drievuldigheid : Departement, Agentschap en Minister. Henny De Baets Administrateur-generaal Taakafbakening tussen een heilige Drievuldigheid : Departement, Agentschap en Minister Henny De Baets Administrateur-generaal 07.05.2009 Visie op het thema What s the problem? : focus Trends breken of

Nadere informatie

BBB en Deugdelijk Bestuur binnen de Vlaamse Overheid Werkgroep I - Beleidsraad en Managementcomité

BBB en Deugdelijk Bestuur binnen de Vlaamse Overheid Werkgroep I - Beleidsraad en Managementcomité BBB en Deugdelijk Bestuur binnen de Vlaamse Overheid Werkgroep I - Beleidsraad en Managementcomité Marc MORRIS, Secretaris-Generaal SBOV-Studiedag, Vlaams Parlement, 7 mei 2009 Organisatiestructuur Beleidsdomein

Nadere informatie

Deugdelijk bestuur in tijden van crisis? De interorganisationele nood aan coördinatie binnen beleidsdomeinen in de Vlaamse overheid

Deugdelijk bestuur in tijden van crisis? De interorganisationele nood aan coördinatie binnen beleidsdomeinen in de Vlaamse overheid Deugdelijk bestuur in tijden van crisis? De interorganisationele nood aan coördinatie binnen beleidsdomeinen in de Vlaamse overheid Dorien Buttiens & Koen Verhoest Instituut voor de Overheid K.U.Leuven

Nadere informatie

Horizontale materies en de autonomie van de lijnentiteiten. Tussentijdse beschouwingen. 7 mei 2009 Luc Lathouwers

Horizontale materies en de autonomie van de lijnentiteiten. Tussentijdse beschouwingen. 7 mei 2009 Luc Lathouwers Horizontale materies en de autonomie van de lijnentiteiten Tussentijdse beschouwingen 7 mei 2009 Luc Lathouwers Departement Bestuurszaken Visie Samen-werken aan een duurzame bestuurlijke vernieuwing die

Nadere informatie

SBOV B-project juni SBOV II Instituut voor de Overheid B-project «Slagkrachtige Overheid» 1

SBOV B-project juni SBOV II Instituut voor de Overheid B-project «Slagkrachtige Overheid» 1 SBOV B-project 2010 Slagkrachtige Overheid 22 juni 2010 Projectcoördinator: Projectuitvoerder: Prof. Dr. Geert Bouckaert Jesse Stroobants SBOV II Instituut voor de Overheid B-project «Slagkrachtige Overheid»

Nadere informatie

Het ondernemingsplan als beheersinstrument in de Vlaamse Overheid voor interne opvolging en dialoog tussen politiek en administratie

Het ondernemingsplan als beheersinstrument in de Vlaamse Overheid voor interne opvolging en dialoog tussen politiek en administratie Het ondernemingsplan als beheersinstrument in de Vlaamse Overheid voor interne opvolging en dialoog tussen politiek en administratie Een vergelijking van de inhoud en gebruik van ondernemingsplannen 2015

Nadere informatie

Bijdrage Regeerakkoord (seminarie Alden Biesen) MOVI Colloquium Beter Besturen, Beter Regeren Woensdag 13 mei 2009

Bijdrage Regeerakkoord (seminarie Alden Biesen) MOVI Colloquium Beter Besturen, Beter Regeren Woensdag 13 mei 2009 Bijdrage Regeerakkoord (seminarie Alden Biesen) MOVI Colloquium Beter Besturen, Beter Regeren Woensdag 13 mei 2009 Aanzet > Bijdrage regeerakkoord voor aantredende regering na 7 juni > Horizontale thema

Nadere informatie

Effecten van prestatie-audits op de Vlaamse Administratie: een praktijkverhaal voor welzijn, volksgezondheid en gezin

Effecten van prestatie-audits op de Vlaamse Administratie: een praktijkverhaal voor welzijn, volksgezondheid en gezin Effecten van prestatie-audits op de Vlaamse Administratie: een praktijkverhaal voor welzijn, volksgezondheid en gezin In het Beleidsdomein WVG bouwt het departement samen met de agentschappen aan zorg

Nadere informatie

Verzelfstandiging in Vlaanderen: Aandachtspunten vanuit het buitenland

Verzelfstandiging in Vlaanderen: Aandachtspunten vanuit het buitenland Verzelfstandiging in Vlaanderen: Aandachtspunten vanuit het buitenland Prof. dr. Koen Verhoest Instituut voor de Overheid Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen KULeuven Achtergrond en doel van

Nadere informatie

De meerjarige ondernemingsplannen binnen de Vlaamse overheid Les plans d entreprises pluriannuels au sein de l administration Flamande

De meerjarige ondernemingsplannen binnen de Vlaamse overheid Les plans d entreprises pluriannuels au sein de l administration Flamande De meerjarige ondernemingsplannen binnen de Vlaamse overheid Les plans d entreprises pluriannuels au sein de l administration Flamande Martin Ruebens Secretaris-generaal Departement Kanselarij en Bestuur

Nadere informatie

Wendbaarheid binnen de Vlaamse overheid: het witboek open en wendbare overheid

Wendbaarheid binnen de Vlaamse overheid: het witboek open en wendbare overheid Wendbaarheid binnen de Vlaamse overheid: het witboek open en wendbare overheid Dieter Vanhee Programmaverantwoordelijke bestuurlijke vernieuwing Gepresenteerd door Anne van Autreve 16 maart 2018 Den Haag

Nadere informatie

AuditchArter VAn het AGentSchAp Audit VLAAnderen 1 / 9

AuditchArter VAn het AGentSchAp Audit VLAAnderen 1 / 9 Auditcharter Van HET AGENTSChap AUDIT VLAANDEREN 1 / 9 Inhoudsopgave MISSIE VAN HET AGENTSCHAP AUDIT VLAANDEREN... 3 ONAFHANKELIJKHEID... 4 OBJECTIVITEIT EN BEKWAAMHEID... 5 KWALITEIT VAN DE AUDITWERKZAAMHEDEN...

Nadere informatie

Beleids- en BeheersCyclus. Cursus beleidsplanning, -monitoring en evaluatie: Inleidend hoofdstuk

Beleids- en BeheersCyclus. Cursus beleidsplanning, -monitoring en evaluatie: Inleidend hoofdstuk Beleids- en BeheersCyclus Cursus beleidsplanning, -monitoring en evaluatie: Inleidend hoofdstuk Inhoud cursus Rode draad 1.2 Inleiding 1.3 Definities 1.4 Model strategisch 1.5 Belang strategisch 1.6 Belang

Nadere informatie

Een slagkrachtige Overheid in Vlaanderen

Een slagkrachtige Overheid in Vlaanderen Een slagkrachtige Overheid in Vlaanderen Geert Bouckaert Commissie Efficiënte en Effectieve Overheid MOVI Colloquium: Beter Besturen, Beter Regeren Woensdag 13 mei 2009 1 VISIE Op een overtuigende en slagkrachtige

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader

FUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader Doel van de functiefamilie Leiden van een geheel van activiteiten en medewerkers en input geven naar het beleid teneinde een kwaliteitsvolle, klantgerichte dienstverlening te verzekeren en zodoende bij

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder Doel van de functiefamilie Het beleidsthema vanuit theoretische en praktische deskundigheid implementeren en uitbouwen teneinde toepassingen omtrent het thema te initiëren, te stimuleren en te bewaken

Nadere informatie

Het schrijven van beheersovereenkomsten: een generiek sjabloon. Jeroen Windey Kenniscentrum Vlaamse Steden

Het schrijven van beheersovereenkomsten: een generiek sjabloon. Jeroen Windey Kenniscentrum Vlaamse Steden Het schrijven van beheersovereenkomsten: een generiek sjabloon Jeroen Windey Kenniscentrum Vlaamse Steden 1 Overzicht presentatie Enkele aandachtspunten vooraf Generiek sjabloon voor schrijven van beheersovereenkomsten

Nadere informatie

Het ondernemingsplan: nut van een betere koppeling met de begrotingscyclus. Tom Van Laere

Het ondernemingsplan: nut van een betere koppeling met de begrotingscyclus. Tom Van Laere Het ondernemingsplan: nut van een betere koppeling met de begrotingscyclus Tom Van Laere Inhoud Inleiding Overkoepelende aandachtspunten prestatiegericht begroten Prestatiebegroting: wat en waarom? Historiek

Nadere informatie

Mandaten in internationaal perspectief

Mandaten in internationaal perspectief Mandaten in internationaal perspectief Tips voor de Vlaamse en federale overheid Putseys Line Situering onderzoek Contractmanagement en topambtenaren: Contractualisering van de sturingsrelatie: van traditioneel

Nadere informatie

Netwerken in de gezondheids- en welzijnszorg. Nele Van Tomme Prof. dr. Joris Voets Prof. dr. Koen Verhoest

Netwerken in de gezondheids- en welzijnszorg. Nele Van Tomme Prof. dr. Joris Voets Prof. dr. Koen Verhoest Netwerken in de gezondheids- en welzijnszorg Nele Van Tomme Prof. dr. Joris Voets Prof. dr. Koen Verhoest Overzicht 1. Situering van het onderzoek 2. Belangrijkste bevindingen a) Succes- en faalfactoren

Nadere informatie

Kennisdeling in lerende netwerken

Kennisdeling in lerende netwerken Kennisdeling in lerende netwerken Managementsamenvatting Dit rapport presenteert een onderzoek naar kennisdeling. Kennis neemt in de samenleving een steeds belangrijker plaats in. Individuen en/of groepen

Nadere informatie

De 2030-agenda voor duurzame ontwikkeling in Vlaanderen

De 2030-agenda voor duurzame ontwikkeling in Vlaanderen De 2030-agenda voor duurzame ontwikkeling in Vlaanderen Duurzame ontwikkeling in België Grondwet art. 7bis Bij de uitoefening van hun respectieve bevoegdheden streven de federale Staat, de gemeenschappen

Nadere informatie

Effecten en impact EIFprogramma. Vlaams luik. PATCHWORK Europees Integratiefonds Vrijdag 6 februari 2015 Steven Knotter & Dafne Reymen

Effecten en impact EIFprogramma. Vlaams luik. PATCHWORK Europees Integratiefonds Vrijdag 6 februari 2015 Steven Knotter & Dafne Reymen Effecten en impact EIFprogramma 2007-2013 Vlaams luik PATCHWORK Europees Integratiefonds Vrijdag 6 februari 2015 Steven Knotter & Dafne Reymen Onderwerpen EIF in Vlaanderen wat is dat? Kader en aanpak

Nadere informatie

in 12 slides Code Buysse II, samengevat in 12 slides

in 12 slides Code Buysse II, samengevat in 12 slides in 12 slides Code Buysse II, samengevat in 12 slides 1 Governance principes De ondernemers hebben hun bedrijf nog niet in een vennootschapsstructuur ondergebracht. De ondernemers activeren een raad van

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING. Stand van zaken over de rationalisering van de managementondersteunende

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING. Stand van zaken over de rationalisering van de managementondersteunende DE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING EN VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Stand

Nadere informatie

Beleidsbrief Algemeen Regeringsbeleid

Beleidsbrief Algemeen Regeringsbeleid Beleidsbrief Algemeen Regeringsbeleid 2015-2016 I. Inleiding Samenwerking, dialoog en vertrouwen Kwaliteitsvolle besluitvorming Uitbouw Departement Kanselarij en Bestuur Specifieke horizontale prioriteiten

Nadere informatie

Advies. Voorontwerp van decreet houdende wijziging van decretale bepalingen inzake wonen als gevolg van het bestuurlijk beleid

Advies. Voorontwerp van decreet houdende wijziging van decretale bepalingen inzake wonen als gevolg van het bestuurlijk beleid Brussel, 9 november 2005 091105_ Advies Voorontwerp van decreet houdende wijziging van decretale bepalingen inzake wonen als gevolg van het bestuurlijk beleid Inhoud Inhoud... 2 1. Inleiding... 3 2. Advies...

Nadere informatie

Martine Verluyten Voorzitter van het Auditcomité van de Vlaamse Administratie

Martine Verluyten Voorzitter van het Auditcomité van de Vlaamse Administratie 1 Publieke versus private audit Gelijkenissen en verschillen een persoonlijke-ervaringsgebaseerde toelichting Martine Verluyten Voorzitter van het Auditcomité van de Vlaamse Administratie 2 2 1 Context

Nadere informatie

SBOV B-project september SBOV II Instituut voor de Overheid KUL B-project «Slagkrachtige Overheid» 1

SBOV B-project september SBOV II Instituut voor de Overheid KUL B-project «Slagkrachtige Overheid» 1 SBOV B-project 2010 Slagkrachtige Overheid 21 september 2010 Projectcoördinator: Projectuitvoering: Prof. Dr. Geert Bouckaert Jesse Stroobants SBOV II Instituut voor de Overheid KUL B-project «Slagkrachtige

Nadere informatie

rapport Deugdelijk bestuur in de Vlaamse Overheid anno 2008 > Een kwalitatieve analyse van nieuwe Government Governance mechanismen in BBB

rapport Deugdelijk bestuur in de Vlaamse Overheid anno 2008 > Een kwalitatieve analyse van nieuwe Government Governance mechanismen in BBB Deugdelijk bestuur in de Vlaamse Overheid anno 2008 > Een kwalitatieve analyse van nieuwe Government Governance mechanismen in BBB rapport > Jürgen Spanhove & Koen Verhoest > D/2008/10106/015 Universiteit

Nadere informatie

Beleidsrelevantie en doorwerking van toekomstverkenningen

Beleidsrelevantie en doorwerking van toekomstverkenningen Beleidsrelevantie en van toekomstverkenningen Studiedag: Planning en van toekomstverkenningen in Vlaanderen 21 september 2012 Ellen Fobé & Marleen Brans Instituut voor de Overheid, KU Leuven 1 Structuur

Nadere informatie

Organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden

Organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden Organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden De organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden wordt vandaag geregeld met het decreet van 8 maart 2013 betreffende de organisatie

Nadere informatie

De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Pagina 1 van 5 De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 4.1 Beleidsondersteuning

FUNCTIEFAMILIE 4.1 Beleidsondersteuning Doel van de functiefamilie Goed onderbouwde en kwalitatieve beleidsvoorstellen doen teneinde de beleidsbepaler(s) zoals bv de Vlaamse Regering, de functionele ministers in staat te stellen de juiste beleidsbeslissingen

Nadere informatie

De gemeente van de toekomst

De gemeente van de toekomst De gemeente van de toekomst De gemeente van de toekomst Focus op strategie Sturen op verbinden Basis op orde De zorg voor het noodzakelijke Het speelveld voor de gemeente verandert. Meer taken, minder

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het decreet van 7 maart 2008 inzake

Nadere informatie

Infosessie Externe audit voor de lokale besturen Vrijdag 13/12/2013

Infosessie Externe audit voor de lokale besturen Vrijdag 13/12/2013 Infosessie Externe audit voor de lokale besturen Vrijdag 13/12/2013 samen groeien samen oogsten samen proeven Inhoud 1. Historiek 2. Ratio 3. Interne controle 4. Types van audit 5. Drieledig doel 6. Organisatie

Nadere informatie

VRIND Vlaamse Regionale Indicatoren

VRIND Vlaamse Regionale Indicatoren VRIND Vlaamse Regionale Indicatoren Woensdag 18 februari 2009 Inhoud Situering en korte historiek Concept Procedure Documentatie indicatoren VRIND 2008 Gebruik Webenquête Vaststellingen Situering en korte

Nadere informatie

Bouwstenen om te komen tot een coherent en efficiënt adaptatieplan voor Vlaanderen

Bouwstenen om te komen tot een coherent en efficiënt adaptatieplan voor Vlaanderen 2. BOUWSTENEN VOOR EEN ADAPTATIEPLAN Deze bouwstenen zijn gericht op de uitwerking van een adaptatieplan vanuit een Vlaams beleidsdepartement of beleidsveld. Het globale proces kan eveneens door een ander

Nadere informatie

EVALUATIE STADSCONTRACTEN DE ERVARINGEN VAN DE CENTRUMSTEDEN

EVALUATIE STADSCONTRACTEN DE ERVARINGEN VAN DE CENTRUMSTEDEN EVALUATIE STADSCONTRACTEN DE ERVARINGEN VAN DE CENTRUMSTEDEN 5 februari 2009 Overzicht 1. De belangrijkste conclusies 1.1 De stadscontracten hebben niet steeds tot een verbetering van het integraal beleid

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement van het remuneratiecomité van de Vlaamse overheid

Huishoudelijk reglement van het remuneratiecomité van de Vlaamse overheid Huishoudelijk reglement van het remuneratiecomité van de Vlaamse overheid Opdracht en algemene werkingsregels 1 - Het remuneratiecomité heeft aandacht voor het strategische beleid en neemt hierin een adviserende

Nadere informatie

3 de Staten-Generaal Vlaanderen Geoland

3 de Staten-Generaal Vlaanderen Geoland 3 de Staten-Generaal Vlaanderen Geoland Evaluatie van implementatiescenario's voor de GDI van 2020 door Prof. Cathy Macharis Structuur presentatie Inleiding GDI evaluatie De Multi Actor, Multi Criteria

Nadere informatie

Brussel, 8 juli 2009 07082009_SERV-advies projecten VSDO. Advies. Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling

Brussel, 8 juli 2009 07082009_SERV-advies projecten VSDO. Advies. Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling Brussel, 8 juli 2009 07082009_SERV-advies projecten VSDO Advies Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling 1. Inleiding Op 8 juni 2009 werd de SERV om advies gevraagd over de fiches ter invulling

Nadere informatie

ADVIES OVER HET VOORONTWERP VAN KADERDECREET BESTUURLIJK BELEID

ADVIES OVER HET VOORONTWERP VAN KADERDECREET BESTUURLIJK BELEID ADVIES OVER HET VOORONTWERP VAN KADERDECREET BESTUURLIJK BELEID Brussel, 15 mei 2002 PC_Advies_Kaderdecreet_BB 1. INLEIDING De minister-president van de Vlaamse regering vroeg op 20 maart 2002 de Raad

Nadere informatie

VR DOC.0923/1BIS

VR DOC.0923/1BIS VR 2018 2007 DOC.0923/1BIS DE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Visienota - Kwaliteits- en registratiemodel voor de dienstverleners binnen Werk /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Lerend Netwerk Arbeidsmarktkrapte

Lerend Netwerk Arbeidsmarktkrapte OP ESF Vlaanderen 2014 2020 Prioriteit uit OP: 1 - loopbaanbeleid curatief investeringsprioriteit 8i - werkloosheid naar werk Informatieve Bijlage: Lerend Netwerk Arbeidsmarktkrapte Lerend Netwerk Arbeidsmarktkrapte

Nadere informatie

BELEIDSEVALUATIE BINNEN HET DOMEIN WERK EN SOCIALE ECONOMIE Nina Van den Driessche (VDAB) Willem De Klerck (DWSE)

BELEIDSEVALUATIE BINNEN HET DOMEIN WERK EN SOCIALE ECONOMIE Nina Van den Driessche (VDAB) Willem De Klerck (DWSE) BELEIDSEVALUATIE BINNEN HET DOMEIN WERK EN SOCIALE ECONOMIE Nina Van den Driessche (VDAB) Willem De Klerck (DWSE) Inhoud Het domein WSE Evaluatie binnen WSE Evaluatiebeleid/plan*: Strengths Weaknesses

Nadere informatie

.U.Leuven Instituut voor de Overheid niversiteit Antwerpen niversiteit Gent ogeschool Gent. www.steunpuntbov.be

.U.Leuven Instituut voor de Overheid niversiteit Antwerpen niversiteit Gent ogeschool Gent. www.steunpuntbov.be .U.Leuven Instituut voor de Overheid niversiteit Antwerpen niversiteit Gent ogeschool Gent www.steunpuntbov.be Doelstelling Het verbeteren van de kwaliteit van het management, bestuur en beleid van de

Nadere informatie

Hierbij wordt het werk van mijn college s Anuja Dangol, Thérèse Steenberghen en mezelf voorgesteld, met medewerking van Diederik Tirry.

Hierbij wordt het werk van mijn college s Anuja Dangol, Thérèse Steenberghen en mezelf voorgesteld, met medewerking van Diederik Tirry. Hierbij wordt het werk van mijn college s Anuja Dangol, Thérèse Steenberghen en mezelf voorgesteld, met medewerking van Diederik Tirry. 1 Binnen WP4 hebben wij gewerkt rond de monitoring van ruimtelijk

Nadere informatie

Gemeente- en stadsmonitor in preview

Gemeente- en stadsmonitor in preview Gemeente- en stadsmonitor in preview Katie Heyse, Agentschap Binnenlands Bestuur Hilde Schelfaut, Statistiek Vlaanderen #TIV2017-30 november 2017 www.vlaanderen.be/informatievlaanderen Overzicht > Aanleiding

Nadere informatie

De Beheersovereenkomst Contract of kompas? Werken en samenwerken op basis van een beheersovereenkomst

De Beheersovereenkomst Contract of kompas? Werken en samenwerken op basis van een beheersovereenkomst De Beheersovereenkomst Contract of kompas? Werken en samenwerken op basis van een beheersovereenkomst 1. Doel en voordelen van een B.O. 2. Hoe doel en voordelen zeker stellen? Integratie planningscycli

Nadere informatie

Afdeling Beleidsontwikkeling

Afdeling Beleidsontwikkeling Afdeling Beleidsontwikkeling Inhoudstafel ALGEMEEN LUIK... 3 WERKING VAN DE AFDELING... 3 DOCUMENTBEHEER... 3 Serie: documenten mbt het document- en archiefbeheer van de afdeling... 3 ADMINISTRATIEF BEHEER...

Nadere informatie

Studiedag Onderzoek Ruimte Vlaanderen AUDITORIUM HADEWYCH, CONSCIENCEGEBOUW, BRUSSEL, 28/11/2013

Studiedag Onderzoek Ruimte Vlaanderen AUDITORIUM HADEWYCH, CONSCIENCEGEBOUW, BRUSSEL, 28/11/2013 Studiedag Onderzoek Ruimte Vlaanderen Namiddagprogamma IVO PALMERS AFDELINGSHOOFD ONDERZOEK EN MONITORING Onderzoek naar een instrumentarium voor strategisch en realisatiegericht ruimtelijk beleid in Vlaanderen

Nadere informatie

Flexibiliteit en toerekenbaarheid in lokaal arbeidsmarktbeleid (verslag van de OECD(LEED)/UA studie)

Flexibiliteit en toerekenbaarheid in lokaal arbeidsmarktbeleid (verslag van de OECD(LEED)/UA studie) Flexibiliteit en toerekenbaarheid in lokaal arbeidsmarktbeleid (verslag van de OECD(LEED)/UA studie) Kristel Bogaerts - Ive Marx (Centrum voor Sociaal Beleid) Wouter Van Dooren - Hans Echelpoels (Management

Nadere informatie

Hans D Hondt Kabinetschef van de Minister-president van de Vlaamse regering

Hans D Hondt Kabinetschef van de Minister-president van de Vlaamse regering Hans D Hondt Kabinetschef van de Minister-president van de Vlaamse regering Nieuwe start Nieuwe rol opnemen Onzekerheden Spelregels bepalen Goede afspraken maken goede vrienden Elk zijn eigen rol - politiek

Nadere informatie

Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij

Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij Welke uitdagingen liggen er? Een samenleving neemt zorg op voor en biedt bescherming aan haar kinderen. Ze biedt ondersteuning aan de diversiteit van gezinnen die

Nadere informatie

Inputnota Vlaamse Jeugdraad: lokaal jeugdbeleid in de nieuwe gemeentelijke beleids- en beheerscyclus

Inputnota Vlaamse Jeugdraad: lokaal jeugdbeleid in de nieuwe gemeentelijke beleids- en beheerscyclus VJR-20100511 Inputnota Vlaamse Jeugdraad: lokaal jeugdbeleid in de nieuwe gemeentelijke beleids- en beheerscyclus Inleiding De Vlaamse regering wil de lokale sectorale en thematische beleidsplannen, waaronder

Nadere informatie

Samenvatting projectplan Kwaliteit en Vergelijkbaarheid

Samenvatting projectplan Kwaliteit en Vergelijkbaarheid Projectdoelstellingen resultaten De doelstelling van het project Kwaliteit en is het vergroten van het lerend vermogen van de veiligheidsregio s en het verbeteren van de samenwerking. Door kwaliteitszorg

Nadere informatie

ADVIES 84 OPRICHTING VAN HET INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP INSTITUUT VOOR INNOVATIE DOOR WETENSCHAP EN TECHNOLOGIE

ADVIES 84 OPRICHTING VAN HET INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP INSTITUUT VOOR INNOVATIE DOOR WETENSCHAP EN TECHNOLOGIE ADVIES 84 OPRICHTING VAN HET INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP INSTITUUT VOOR INNOVATIE DOOR WETENSCHAP EN TECHNOLOGIE 22 januari 2004 Inhoud 1. Situering... 3 2. Advies...3 ADVIES BIJ HET VOORONTWERP

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 5.3 Projectmanagement

FUNCTIEFAMILIE 5.3 Projectmanagement Doel van de functiefamilie Leiden van projecten en/of deelprojecten de realisatie van de afgesproken projectdoelstellingen te garanderen. Context: In lijn met de overgekomen normen in termen van tijd,

Nadere informatie

Beleidsvisie Sociaal Werk

Beleidsvisie Sociaal Werk Beleidsvisie Sociaal Werk Jo Vandeurzen Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Het momentum Groot enthousiasme voor deelname aan werkgroepen Sociaal werkers uit verschillende sectoren en

Nadere informatie

Charter over de politiek-ambtelijke samenwerking

Charter over de politiek-ambtelijke samenwerking Charter over de politiek-ambtelijke samenwerking Inleiding Om te komen tot gezonde politiek-ambtelijke verhoudingen, moet het politieke primaat samengaan met een reële responsabilisering en een inherente

Nadere informatie

Toelichting bij de nota Opvolging van doelstellingen in de regeerperiode 2014-2019. Dieter Vanhee Departement Bestuurszaken

Toelichting bij de nota Opvolging van doelstellingen in de regeerperiode 2014-2019. Dieter Vanhee Departement Bestuurszaken Toelichting bij de nota Opvolging van doelstellingen in de regeerperiode 2014-2019 Dieter Vanhee Departement Bestuurszaken Infosessie ondernemingsplan 12 januari 2015 Regeerakkoord 2014-2019 We verminderen

Nadere informatie

Drie generaties PPS in Vlaanderen: hoe sturen overheden hun vlaggenschepen op volle zee?

Drie generaties PPS in Vlaanderen: hoe sturen overheden hun vlaggenschepen op volle zee? Drie generaties PPS in Vlaanderen: hoe sturen overheden hun vlaggenschepen op volle zee? Prof. Dr. Koen Verhoest (Instituut voor de Overheid, K.U.Leuven) Drie generaties PPS in Vlaanderen 1 Overzicht presentatie

Nadere informatie

Ruimte voor verandering Transitie Ruimtelijke Ordening

Ruimte voor verandering Transitie Ruimtelijke Ordening Ruimte voor verandering Transitie Ruimtelijke Ordening een tussentijdse balans Netwerk organisatiebeheersing, 7 juni 2012 Christophe Pelgrims, transitiemanager Decreet van 1999: ontvoogding Beleidscontext

Nadere informatie

Conferentie Netwerk Vrede, Veiligheid, en Ontwikkeling Donderdag 28 Mei 2009 Malietoren, Den Haag

Conferentie Netwerk Vrede, Veiligheid, en Ontwikkeling Donderdag 28 Mei 2009 Malietoren, Den Haag Conferentie Netwerk Vrede, Veiligheid, en Ontwikkeling Donderdag 28 Mei 2009 Malietoren, Den Haag 09.00 9.30 uur Ontvangst 9.30 10.00 uur Welkomstwoord, kennismaking en openingwoord door dagvoorzitter

Nadere informatie

Duiden, verbinden en vakmanschap

Duiden, verbinden en vakmanschap Effectieve managementstrategieën: Duiden, verbinden en vakmanschap www.divosa.nl Effectieve managementstrategieën: Duiden, verbinden en vakmanschap dr. Duco Bannink, Chris Goosen Het management van sociale

Nadere informatie

Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie?

Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie? Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie? De externe omgeving wordt voor meer en meer organisaties een onzekere factor. Het is een complexe oefening voor directieteams om

Nadere informatie

ROL beschrijving : KADER Diensthoofd A1a-A2a

ROL beschrijving : KADER Diensthoofd A1a-A2a ROL beschrijving : KADER Diensthoofd A1a-A2a Wat is het doel/de bestaansreden van de functie? : Het leiden van een geheel van activiteiten en medewerkers en ervoor zorgen dat strategische projecten geïmplementeerd

Nadere informatie

Niet-gebruik van en niet-toegang tot rechten

Niet-gebruik van en niet-toegang tot rechten Niet-gebruik van en niet-toegang tot rechten 26 april 2016 Henk Van Hootegem henk.vanhootegem@cntr.be 02/2012.31.71 Plan 1. Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Nadere informatie

De discrepantie tussen woonwetgeving en de werking ervan

De discrepantie tussen woonwetgeving en de werking ervan De discrepantie tussen woonwetgeving en de werking ervan Bernard Hubeau & Diederik Vermeir Universiteit Antwerpen 1. Onderzoek private en sociale huur 2. Kwaliteitsvolle regelgeving 3. Wetsevaluerend onderzoek

Nadere informatie

bouwstenen cultuursensitieve-def.indd 4

bouwstenen cultuursensitieve-def.indd 4 bouwstenen cultuursensitieve-def.indd 4 11/03/16 12:27 5 Voorwoord Vlaanderen evolueert naar een superdiverse samenleving. Dit brengt grote uitdagingen met zich mee ook voor het beleidsdomein Welzijn,

Nadere informatie

Stedelijk netwerken en de verhouding met de publieke. sector. Filip De Rynck. Hogeschool Gent

Stedelijk netwerken en de verhouding met de publieke. sector. Filip De Rynck. Hogeschool Gent Stedelijk netwerken en de verhouding met de publieke sector Filip De Rynck De eeuw van de samenwerking Van Government naar Governance toenemende onderlinge afhankelijkheid voor meer en meer complexe problemen

Nadere informatie

Indicatoren voor overheidsbeleid: historiek, begrippen en trends

Indicatoren voor overheidsbeleid: historiek, begrippen en trends VEP-studiedag Indicatoren als grondstof voor het opvolgen en evalueren van beleid 18 februari 2009 Indicatoren voor overheidsbeleid: historiek, begrippen en trends Dries Verlet & Luc Deschamps Studiedienst

Nadere informatie

Niet-gebruik van en niet-toegang tot rechten

Niet-gebruik van en niet-toegang tot rechten Niet-gebruik van en niet-toegang tot rechten Elektronische gegevensuitwisselingen 28 april 2015 Henk Van Hootegem henk.vanhootegem@cntr.be 02/2012.31.71 Plan 1.Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid

Nadere informatie

BELEIDSEFFECTMETING - HANDLEIDING VOOR STATENCOMMISSIES

BELEIDSEFFECTMETING - HANDLEIDING VOOR STATENCOMMISSIES BELEIDSEFFECTMETING - HANDLEIDING VOOR STATENCOMMISSIES 26 APRIL 2006 CONTEXT EN AANLEIDING Sinds maart 2003 is de Wet dualisering provinciebestuur van kracht. Mede in dit kader heeft het Presidium van

Nadere informatie

Advies. over het ontwerp van kaderdecreet Vlaamse ontwikkelingssamenwerking

Advies. over het ontwerp van kaderdecreet Vlaamse ontwikkelingssamenwerking Brussel, 5 juli 2006 050706_Advies_kaderdecreet_Vlaamse_ontwikkelingssamenwerking Advies over het ontwerp van kaderdecreet Vlaamse ontwikkelingssamenwerking 1. Inleiding Op 24 mei 2006 heeft Vlaams minister

Nadere informatie

Departement Welzijn Volksgezondheid & Gezin. Samen bouwen aan beleid en zorg

Departement Welzijn Volksgezondheid & Gezin. Samen bouwen aan beleid en zorg Departement Welzijn Volksgezondheid & Gezin Samen bouwen aan beleid en zorg Beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Vlaamse minister Strategische adviesraad voor het Vlaamse welzijns-, gezondheids-

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR

FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR A. DOEL VAN DE FUNCTIE: Het beleidsthema vanuit theoretische en praktische deskundigheid implementeren en uitbouwen teneinde toepassingen

Nadere informatie

Samen kinderarmoede voorkomen en bestrijden. Consultatiemoment voor de opmaak van het tweede nationaal kinderarmoedebestrijdingsplan (17 juni 2016)

Samen kinderarmoede voorkomen en bestrijden. Consultatiemoment voor de opmaak van het tweede nationaal kinderarmoedebestrijdingsplan (17 juni 2016) Samen kinderarmoede voorkomen en bestrijden Consultatiemoment voor de opmaak van het tweede nationaal kinderarmoedebestrijdingsplan (17 juni 2016) Agenda 1. Inleiding 2. Kinderarmoede in België 3. Drie

Nadere informatie

Key success actors. De rol van middenmanagement bij strategische veranderingen. Onderzoek door Turner en de Rotterdam School of Management

Key success actors. De rol van middenmanagement bij strategische veranderingen. Onderzoek door Turner en de Rotterdam School of Management Key success actors De rol van middenmanagement bij strategische veranderingen Onderzoek door Turner en de Rotterdam School of Management 1 Key success actors De rol van middenmanagement bij strategische

Nadere informatie

Evaluatie National Contact Point (NCP) werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma (VCP)

Evaluatie National Contact Point (NCP) werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma (VCP) Naam evaluatie Volledige naam Aanleiding evaluatie VCP/NCP-werking Evaluatie National Contact Point (NCP) werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma (VCP) Het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma (VCP)

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het tijdelijk project Leerlingenvervoer buitengewoon onderwijs

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het tijdelijk project Leerlingenvervoer buitengewoon onderwijs Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het tijdelijk project Leerlingenvervoer buitengewoon onderwijs DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 9 december 2005 betreffende de organisatie van tijdelijke

Nadere informatie

De Vlaamse strategische adviesraden: Organisatie, werking en resultaten

De Vlaamse strategische adviesraden: Organisatie, werking en resultaten Studiedag Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Slagkrachtige overheid 20 juni 2014 Naar een performante beleidsadvisering bij de Vlaamse overheid: Vraag en aanbod van beleidsadvies doorgelicht De Vlaamse

Nadere informatie

Workshop HR-scan. Naar een duurzaam HRM beleid

Workshop HR-scan. Naar een duurzaam HRM beleid Workshop HR-scan Naar een duurzaam HRM beleid Inhoud Voorstelling Wat is Human Resources? Overzicht bestaande tools Waarom de HRM Cockpit? Doel van de HRM Cockpit Opbouw van het model De HRM Cockpit Aan

Nadere informatie

Garanties voor hulpcontinuïteit in de overgang naar meerderjarigheid

Garanties voor hulpcontinuïteit in de overgang naar meerderjarigheid Garanties voor hulpcontinuïteit in de overgang naar meerderjarigheid Trefdag Jong en zonder (t)huis 2 juni 2017 David Debrouwere Afdelingshoofd Voorzieningenbeleid Jongerenwelzijn Inhoud Actieplan jongvolwassenen

Nadere informatie

Hudson Presentation HRM in de Overheid Madelon van der Hoeven 5 februari 2015

Hudson Presentation HRM in de Overheid Madelon van der Hoeven 5 februari 2015 Gunstig of ongunstig? De invloed van integratie op HR Hudson Presentation HRM in de Overheid Madelon van der Hoeven 5 februari 2015 Een fusie van 2 organisaties is vergelijkbaar met een huwelijk. Je trouwt

Nadere informatie

Regionale Integratieve Strategieën: wat valt er te leren uit andere Europese regio s? Marjolein Spaans en Wil Zonneveld

Regionale Integratieve Strategieën: wat valt er te leren uit andere Europese regio s? Marjolein Spaans en Wil Zonneveld Regionale Integratieve Strategieën: wat valt er te leren uit andere Europese regio s? Marjolein Spaans en Wil Zonneveld Delft University of Technology Ruimteconferentie 2013 Challenge the future Opzet

Nadere informatie

Politie en Beleidsevaluatie

Politie en Beleidsevaluatie Politie en Beleidsevaluatie Enkele beschouwingen vanuit de politiepraktijk 9 juni 2006 Federale politie 1 1. Politie 2. Politie en veiligheid 3. Veiligheid en beleid 4. Beleid en evaluatie 9 juni 2006

Nadere informatie

Functiefamilie ET Thematische experten

Functiefamilie ET Thematische experten Functiefamilie ET Thematische experten DOEL Expertise in een materie* en verstrekken aan de administratieve en politieke instanties teneinde hen te ondersteunen bij de besluitvorming en de uitvoering van

Nadere informatie

NAAR EEN VITALE SAMENWERKING tussen KINDEROPVANG en LOKAAL BESTUUR

NAAR EEN VITALE SAMENWERKING tussen KINDEROPVANG en LOKAAL BESTUUR NAAR EEN VITALE SAMENWERKING tussen KINDEROPVANG en LOKAAL BESTUUR Een lokale engagementsverklaring als basis voor een vitale samenwerking tussen kinderopvang en lokaal bestuur Zowel in het decreet van

Nadere informatie

SAMENVATTING. Rapport 23

SAMENVATTING. Rapport 23 Steunpunt WVG Kapucijnenvoer 39 B-3000 Leuven +32 16 33 70 70 www.steunpuntwvg.be swvg@med.kuleuven.be Rapport 23 Eindrapport Keten- en netwerkmanagement: Hoe samenwerking in ketens en netwerken op het

Nadere informatie

Advies inzake Risicobenadering

Advies inzake Risicobenadering dvies inzake Risicobenadering Het afstemmen van modellen op uitdagingen PRIMO heeft binnen haar organisatie een divisie opgericht die zich geheel richt op het effectief gebruik van risicomanagementmodellen.

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 23 mei 20 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 0/3 Vaststellen beleidsdomeinen en beleidsvelden vanaf

Nadere informatie

Advies. JKP krijgt meer reliëf maar mag integraal karakter niet verliezen

Advies. JKP krijgt meer reliëf maar mag integraal karakter niet verliezen Advies DATUM 11 juni 2018 VOLGNUMMER 2017-2018/9 COMMISSIE Commissie voor Jeugd JKP krijgt meer reliëf maar mag integraal karakter niet verliezen Bij de recente bespreking van het tussentijds rapport van

Nadere informatie

Regie van het lokaal sociaal beleid

Regie van het lokaal sociaal beleid Regie van het lokaal sociaal beleid Bram Verschuere Universiteit Gent Bram.Verschuere@Ugent.be @VerschuereBram - Beleidsopties Vlaamse regering - Een toekomstig kader? - Mogelijke modellen? - Aandachtspunten?

Nadere informatie