spelling huiswerkboekje groep 7

Transcriptie

1 spelling huiswerkboekje groep 7 van: Groep

2 Beste ouders/verzorgers, De kinderen van groep 7 krijgen elke dag een dictee. Dit dictee is er voor bedoeld om de woorden die bij spelling aan bod komen te oefenen. Het is daarom van belang dat de kinderen deze woorden ook thuis oefenen en leren. 1 keer in de drie weken krijgen de kinderen een toetsdictee en dan wordt er gekeken of de kinderen de spellingregel kunnen toepassen en de woorden goed kunnen schrijven. In dit boekje vind u: * de jaarplanning van de spellingafspraken, * de woorden en afspraken die de kinderen moeten oefenen/leren, * uitleg van de spellingafspraken (José ), * klankvoetschema en de ei- en au-plaat, Ideeën om de woorden (samen met uw kind) te oefenen: * woorden lezen (eerst u dan uw kind, om en om of uw kind alleen) * woorden overschrijven (u controleert samen met uw kind de woorden op fouten, daarna verbeteren) * woorden na-typen (samen controleren op fouten) * woorden overhoren, u zegt het woord en uw kind schrijft het op (samen controleren op fouten) Als uw kind moeite heeft met de woorden is het noodzakelijk om elke dag minimaal 10 minuten te oefenen. Wanneer uw kind de woorden beheerst is om de dag minimaal 10 minuten genoeg. Dit om de woorden goed in te oefenen. Mocht er iets niet duidelijk zijn dan wil ik u hierover uitleg geven. Met vriendelijk groet, Meester Bakker Spellingboekje Groep

3 Jaarplanning spellingafspraken: Week : thema 1: Het landje is van ons Week : thema 2: Rennen voor geld Week 43 Week 44: Parkeerweek Week : Thema 3: Nieuw, nieuw, nieuw! Week : Thema 4: Straatmuzikanten Week 51: Parkeerweek Week 52 Week 1 Week : Thema 5: De SHP-club Week : Thema 6: Het dode vogeltje Week 8 Week 9: Parkeerweek Week : Thema 7: Het reisverslag van Nick Week 13: categorie 9a: Chinese letter categorie 13b: wachtwoorden categorie 16a: kilo-literwoorden categorie 14a: woorden met ei categorie 14b: woorden met ij categorie 18a: centwoorden categorie 18b: colawoorden Herfstvakantie Alle woorden van thema 1 en 2 herhalen. categorie 17a: theewoorden categorie 18b: colawoorden categorie 20a: woorden met /b/die klinkt als /p/ categorie 21a: woorden met sz categorie 29a: woorden met stomme /e/ categorie 30a: voorvoegsel (be-) categorie 30a: voorvoegsel (ge-) categorie 30c: voorvoegsel (ver-) categorie 33a: achtervoegsel -ig Alle woorden van thema 3 en 4 herhalen. Kerstvakantie Kerstvakantie categorie 34a: achtervoegsel -lijk categorie 35a: woorden met het achtervoegsel -heid categorie 35b: woorden met het achtervoegsel -teit categorie 38a: woorden met /tie/ die klinkt als /tsie/ categorie 38b: woorden met /ctie/ die klinkt als /ksie/ categorie 36a: woorden met -age of -oge categorie 37a: woorden met -isch(e) categorie 44a: langermaakwoord categorie 45b: klankvoetschema (hoormannetje) Voorjaarsvakantie Alle woorden van thema 5 en 6 herhalen. categorie 40a: woorden met -iaal categorie 40b: woorden met -iale(n) categorie 40e: woorden met -ueel categorie 40f: woorden met -uele categorie 46b: klankvoetschema (tekendief) categorie 46c: klankvoetschema (tekendief) Uitloopweek Spellingboekje Groep

4 Week : Thema 8: Ella lacht weer Week 17: Parkeerweek Week Week : Thema 9: Wereldfeesten Week : Thema 10: We ruilen van plek Week 26: Parkeerweek Week 27 Week categorie 46b: klankvoetschema (tekendief) categorie 47a: klankvoetschema (dubbelzetter) categorie 47b: klankvoetschema (dubbelzetter) categorie 54a: - s (auto s) Alle woorden van thema 7 en 8 herhalen. Meivakantie categorie 55a: woorden waarbij /heid/ verandert in /heden/ categorie 56a: meervouden op -iën categorie 56b: meervouden op -ieën categorie 56c: meervouden op -eeën categorie 60a: afkortingen categorie 58a: stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden categorie 59b: samenstellingen met -en categorie 59c: samenstellingen met -e categorie 61a: namen van steden categorie 61c: namen van landen of werelddelen categorie 61d: namen van inwoners van landen categorie 61e: namen van inwoners van steden categorie 61f: bijvoeglijke naamwoorden van landen Alle woorden van thema 9 en 10 herhalen. Uitloopweek Zomervakantie Spellingboekje Groep

5 Woorden en afspraken die de kinderen moeten oefenen: Week : thema 1: Het landje is van ons spelling categorie + woorden om te leren spellingregel José 9a Chinese letter. Dus net als bij ping-pong tong goedkeuring lucht echtgenoot hervorming evenwicht 13b wachtwoorden hulpverlening onzichtbaar Korte klank + cht met de medewerking oprichting ch van wacht. opvatting rechtstreeks Behalve bij: hij ligt, hij legt, hij zegt. overtuiging reusachtig tegenstelling slachtoffer 16a: kilo-literwoorden Je hoort de /ie/, maar schrijft de /i/. Tips: Bij maanden altijd /i/. uitdrukking uitwerking voldoening vordering vormgeving voorlichting waarachter wellicht Bij woorden met -tie, altijd waardering /i/. (politie, felicitatie) waarneming liter bioscoop centimeter dirigent dominee horizon kabinet kandidaat kapitaal kardinaal limonade linie minister officier politiek positief president Week : spelling categorie + spellingregel José 14a: woorden met ei 14b: woorden met ij 18a: centwoorden Je hoort /s/, maar schrijft /c/. 18b: colawoorden Je hoort de /k/, maar schrijft de /c/. thema 2: Rennen voor geld woorden om te leren reis bereikbaar eigendom eigenschap feitelijk inleiding neiging opleiding spreiding terrein uitbreiding ijs aanwijzing anderzijds batterij enerzijds loterij magazijn ongetwijfeld schijnbaar uitgeverij wijziging cel centra circa concentratie concert decimeter directrice leverancier principe procent provincie actief acteur advocaat categorie conclusie contract cultuur discussie perfect plastic respect Week 44: Parkeerweek: alle woorden van thema 1 en 2 herhalen. Spellingboekje Groep

6 Week : thema 3: Nieuw, nieuw, nieuw! spelling categorie + woorden om te leren spellingregel José 17a: theewoorden thee Je hoort /t/, maar schrijft althans /th/. katholiek methode 18b: colawoorden thans Je hoort de /k/, maar thema schrijft de /c/. theater theorie therapie thuis 20a: woorden met /b/die klinkt als /p/ Je hoort de /b/, maar schrijft de /p/. categorie 21a: woorden met sz Week thema 4: Straatmuzikanten spelling categorie + woorden om te leren spellingregel José 29a: de woorden met stomme /e/ akte (niet in voor- of apostel achtervoegsel) datgene degene 30abc: voorvoegsel ergernis (ge-, be-, ver-) Je hoort de /u/, maar gave schrijft de /e/. hoogstens karakter tevergeefs weduwe zodoende 33a: achtervoegsel -ig Je hoort -ug, maar schrijft -ig. actief aspect camera collega competitie componist inspecteur lectuur redacteur secretaris tactiek bezoek bediening behoud benoeming bewerking bewustzijn getal gebod gemeenschap genot gevangene gewest gezag club absoluut abstract eb krab objectief observatie rib subsidie web verkeer verbazing verbeelding verbetering verdeling vereniging vergadering vergelijking vergunning enigszins alleszins anderszins danszaal geenszins graszaad halszaak langszij raszuiver vuilniszak jarig aandachtig gebrekkig nadelig matig rechtvaardig regelmatig toekomstig volledig vrijwillig willekeurig Week 51: Parkeerweek: alle woorden van thema 3 en 4 herhalen. Spellingboekje Groep

7 Week : thema 5: De SHP-club spelling categorie + woorden om te leren spellingregel José 34a: achtervoegsel -lijk vrolijk Je hoort -luk, maar schrijft aanzienlijk -lijk. gebruikelijk geleidelijk 35a: woorden met het gemeentelijk achtervoegsel -heid herhaaldelijk 35b: woorden met het lichamelijk achtervoegsel -teit namelijk noodzakelijk 38a: woorden met /tie/ die noordelijk klinkt als /tsie/ openlijk Je hoort /tsie/, maar schrijft schriftelijk /tie/. vermoedelijk verschrikkelijk voortreffelijk 38b: woorden met /ctie/ die klinkt als /ksie/ snelheid afwezigheid bijzonderheid eenzaamheid verlegenheid voorzichtigheid majesteit activiteit kwaliteit puberteit universiteit politie combinatie definitie demonstratie gratie informatie justitie organisatie publicatie directie actie functie infectie injectie productie reactie redactie Spellingboekje Groep

8 Week : thema 6: Het dode vogeltje spelling categorie + woorden om te leren spellingregel José 36a: woorden met -age of garage -oge bagage Je hoort /sje/, maar schrijft etage /ge/. etalage horloge 37a: woorden met -isch(e) lekkage Je hoort /ies/, maar schrijft /isch/. massage passage percentage stage 44a: langermaakwoord Hoor je een /t/ aan het eind, langer maken en dan hoor je of je een /d/ of een /t/ moet schrijven. 45b: klankvoetschema (hoormannetje) elektrisch automatisch communistisch fantastisch historisch medisch praktisch romantisch technisch theoretisch hond beschaafd denkbeeld gemeenteraad indertijd kameraad spannend tegenstand voortdurend wereldoorlog zogenaamd fietsen aanwijzingen argumenten aspecten herinneringen inlichtingen presidenten producten tegenstellingen toepassingen voorschriften Week 9: Parkeerweek: alle woorden van thema 5 en 6 herhalen. Week : spelling categorie + spellingregel José 40a: woorden met -iaal 40b: woorden met -iale(n) 40e: woorden met -ueel 40f: woorden met -uele 46b en 46c: klankvoetschema (tekendief) thema 7: Het reisverslag van Nick woorden om te leren liniaal materiaal sociaal speciaal linialen materialen sociale speciale actueel eventueel seksueel actuele eventuele seksuele jager aantekeningen alcohol basis begroting berekening beschaving bovenop drama energie enzovoort evenmin historie integendeel kolonel kolonie momenteel apen advocaten apparaten hoofdsteden kandidaten organen piloten profeten sieraden sigaren uitspraken Spellingboekje Groep

9 Week : spelling categorie + spellingregel José 46b: klankvoetschema (tekendief) 47a: klankvoetschema (dubbelzetter) 47b: klankvoetschema meervouden met dubbelzetter 54a: - s (auto s) Meervoud en tekendief aan het eind - s, behalve bij /ee/. thema 8: Ella lacht weer woorden om te leren jager moraal nagenoeg overeenkomst profeet professor protestant republiek resultaat rubriek tevoren bakker beschikking herinnering hoeverre inmiddels klassiek koppeling middelbaar missie monnik onmiddellijk ballen begrippen eigenschappen gezelschappen kanonnen kennissen leraressen pakketten processen raketten vonnissen piano s agenda s camera s collega s diploma s pony s programma s risico s schema s taxi s zebra s Week 17: Parkeerweek: alle woorden van thema 7 en 8 herhalen. Week : spelling categorie + spellingregel José 55a: woorden waarbij /heid/ verandert in /heden/ 56a: meervouden op - iën 56b: meervouden op - ieën 56c: meervouden op - eeën 60a: afkortingen thema 9: Wereldfeesten woorden om te leren hoeveelheden eenheden gelegenheden minderheden moeilijkheden mogelijkheden omstandigheden overheden plechtigheden zekerheden oliën bacteriën koloniën knieën calorieën categorieën drieën harmonieën industrieën kopieën melodieën tweeën feeën ideeën moskeeën reeën weeën zeeën bijv. a.u.b. ca. dr. jl. m.a.w. mr. n.a.v. nl. nr. prof. zgn. z.g.a.n. Spellingboekje Groep

10 Week : thema 10: We ruilen van plek spelling categorie + woorden om te leren spellingregel José 58a: stoffelijke bijvoeglijke gouden naamwoorden betonnen bronzen 59b: samenstellingen met - diamanten en fluwelen kartonnen 59c: samenstellingen met -e metalen papieren 61a: namen van steden tinnen zijden zilveren 61c: namen van landen of werelddelen 61d: namen van inwoners van landen 61e: namen van inwoners van steden 61f: bijvoeglijke naamwoorden van landen ziekenhuis beukenlaan bijenkorf brievenbus kersenpit kippenhok mensenleven paardenmarkt woordenboek zakenreis zonnebril bolleboos boordevol bruidegom elleboog hoogtevrees maneschijn paardebloem reuzeleuk spinnewiel Amsterdam Brussel Berlijn Nederland België Italië Nederlander Duitser Fransman Amsterdamse Berlijnse Brusselse Nederlandse Spaanse Zweedse Week 26: Parkeerweek: alle woorden van thema 9 en 10 herhalen. Spellingboekje Groep

11 Spellingregels José Spellingboekje Groep

12 Spellingboekje Groep

13 Spellingboekje Groep

14 Spellingboekje Groep

15 Het Klankvoetschema Voorbeeld tekendief: Woord: bomen Klankvoet is:/ boo/ Klankteen is/ oo/ Woont in de lange klank straat Daar is de tekendief de baas En die haalt een stukje van de /oo/ weg Dus bomen schrijf ik met 1 /o/ Voorbeeld dubbelzetter: Woord: bommen Klankvoet is: /bo/ Klankteen is /o/ Woont in de korte klank straat Daar is de dubbelzetter de baas En die zet er een /m/ bij Dus bommen schrijf ik met twee keer de /m/ Voorbeeld hoormannetje Woord: kuiken Klankvoet: /kui/ Klankteen: /ui/ Woont in de tweetekenklankstraat Daar is het hoormannetje de baas Schrijf het woord zoals je het hoort. Voorbeeld hoormannetje Woord: masten Klankvoet: /mas/ Klankteen: /s/ Woont in de medeklinkerstraat Daar is het hoormannetje de baas Schrijf het woord zoals je het hoort Spellingboekje Groep

16 ei-plaat Spellingboekje Groep

17 au-plaat Spellingboekje Groep

18 Spellingboekje Groep