Preventie Slikstoornissen?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Preventie Slikstoornissen?"

Transcriptie

1 Preventie? n e s s i n r o o t s Slik

2 Slikproblemen Slikken gebeurt automatisch, de hele dag door, zonder dat men hierbij hoeft stil te staan. Pas wanneer er een probleem optreedt bij het slikken, wordt men geconfronteerd met de grote negatieve impact die dergelijke stoornis op de levenskwaliteit kan hebben. In woonzorgcentra zijn slikstoornissen een dagelijks terugkerend probleem. De grote meerderheid van bejaarde personen komen door ouderdom in aanraking met slikproblemen. Daarnaast zijn er ook bewoners met slikproblemen te vinden ten gevolge van een neurologische aandoening zoals CVA, Parkinson, hersentrauma, dementie, ALS, myasthenia gravis en MS. Om het comfort en de veiligheid van deze bewoners zo hoog mogelijk te houden is goede preventie en interventie rond slikstoornissen dus zeer belangrijk. De hulpverlener speelt in dit proces een centrale rol. 2 WZC De Foyer vzw Preventie

3 Wat is verslikken? Wat men in de volksmond verstaat onder verslikken, gebeurt wel een keer bij iedereen. Het eten schiet in het verkeerde keelgat en de gedupeerde in kwestie begint daarbij flink te hoesten tot de verslikbui over is. Dit is een perfect normale en zelfs gezonde reactie. De hoestreflex die optreedt tijdens het verslikken is een goed teken. Het is eigenlijk niet meer dan een explosieve uitademing bij de prikkeling van de luchtwegen, die dient om het slijm en eventueel vreemde voorwerpen zoals voeding te verwijderen. Hoesten op zich is dus zeker geen probleem, maar kan wel een indicatie zijn voor een onderliggende slikstoornis. Natuurlijk is het wel gevaarlijk als het voedsel blijft vastzitten in de keel omdat men dan kan stikken in het voedsel. Dat is echter allemaal heel duidelijk waarneembaar, zodat snelle interventie vaak de persoon kan redden zonder al te veel verdere complicaties. Ongemerkt verslikken Het is echter veel gevaarlijker wanneer een persoon zich niet waarneembaar verslikt en dus niet hoest. Bij deze vorm van verslikken zijn er verschillende stadia: Residu zijn voedingsresten die in de mond of keel blijven zitten en later nog ingeademd kunnen worden Penetratie slaat op voedingsresten die nog boven of ter hoogte van de stembanden doorgedrongen zijn. Aspiratie betekent dat voedingsresten onder de stembanden zijn geraakt en zich in de luchtwegen bevinden. Terugstroming of reflux komt voor wanneer voedingsresten vanuit de slokdarm terug naar boven stromen en zo door de neus naar buiten gaan of ingeademd kunnen worden. Wanneer iemand zich op bovenstaande manieren verslikt, is daar vaak weinig aan te merken. WZC De Foyer vzw Preventie 3

4 Wat zijn de gevolgen? Stille aspiratie treedt op wanneer er voedsel onder de stembanden en in de luchtwegen terecht is gekomen. Op langere termijn kan dat een longonsteking veroorzaken, wat de gezondheid ernstig kan aantasten. Bij personen die al verzwakt zijn, kan een longontsteking fataal zijn. Ook wanneer men niet aspireert, maar wel algemene slikproblemen ondervindt, kunnen de gevolgen zeer ernstig zijn. Een bewoner zal niet meer durven drinken en onvoldoende vocht binnen krijgen, waardoor uitdroging ontstaat. Uitdroging zorgt op zijn beurt voor sufheid of eventueel een psycho-organische stoornis, waardoor de bewoner nog minder zal drinken. De bewoner kan ook ondervoed raken. Bij ondervoeding breken broodnodige spieren zoals de hartspier af. De bewoner zal minder krachtig kunnen hoesten, wat het risico op aspiratie vergroot. Ondervoeding zorgt ook voor een algemene verzwakking met een verhoogd risico op infecties en eventueel zelfs dementie. Iemand die zich verslikt, kan schrik krijgen om te eten en te drinken. 4 WZC De Foyer vzw Preventie

5 Onderzoek De eerste stap in een onderzoek is de signalen en symptomen van het slikprobleem op te merken. Daarbij is een heel team van specialisten betrokken, maar ook de omgeving van de persoon met slikstoornissen dient op de hoogte te zijn en preventief weten te handelen. Veel voorkomende symptomen zijn: Als iemand zich (hoestend) verslikt Als iemand veel hoest of kucht tijdens of kort na de maaltijd Als iemand veel kwijlt of speekselvloed heeft Bij hamstergedrag, restanten in de mond of een stinkende adem Als je ziet dat iemand moeite heeft om te kauwen Als iemand herhaaldelijk moet slikken bij iedere brok of als iemand minder dan één keer in vijf minuten slikt in rust Als iemand een vochtige klinkende, borrelige of net hese stem heeft tijdens of na het eten Als je een verandering van eetpatroon merkt, bijvoorbeeld veel overschot, geen eetlust, voedselweigering, veel meer tijd nodig hebben, snel vermoeid raken door het eten, gulziger eten Waterige ogen tijdens het eten Vermageren Dehydratatie of uitdroging Kokhalzen of wurgen Braken Pijn bij het slikken Bolusgevoel of krop in de keel, obstructiegevoel, alsof het eten blijft zitten (Herhaaldelijke) longontsteking(en) Voeding komt langs de neus naar buiten Deze lijst is zeker niet limitatief. Eenmaal een probleem opgemerkt, brengt men zo spoedig mogelijk de logopedist op de hoogte. De logopedist voert dan een onderzoek en een observatie uit. Wanneer er extra zekerheid nodig is over die delen van het slikproces waar de logopedist onvoldoende zicht op heeft, volgt er een doorverwijzing voor aanvullend onderzoek. WZC De Foyer vzw Preventie 5

6 Behandeling Een behandeling van slikstoornissen kan zowel rechtstreeks als onrechtstreeks gebeuren. Rechtstreeks is in de vorm van therapie. Bij de onrechtstreekse behandeling zal een logopedist zich meer op de omgeving van de persoon richten en een individueel gericht slikadvies opstellen die de omgeving dient op te volgen. Doorgaans zijn volgende basisrichtlijnen in een slikadvies terug te vinden: Houding: Geef geen voeding als iemand niet alert is Zorg ervoor dat de bewoner steeds rechtop zit, met het hoofd lichtjes voorover gebogen. Materiaal: Er zijn verschillende soorten materialen ter beschikking die een persoon met een slikproblematiek kunnen ondersteunen. Enkele materialen die vaak teruggevonden worden in woonzorgcentra zijn: Stootrand Warmhoudbord Aangepast bestek (lichter van materiaal of bv gebogen) Neusbeker Handycup Let sterk op met tuitbekers Gebruik best een metalen koffielepel bij begeleiding Voedingsbegeleiding: Zorg voor een zo rustig mogelijke omgeving. Beperk de externe stimuli waar mogelijk. Vermijd dus bijvoorbeeld lachen, praten, wandelen en televisie kijken tijdens het eten Vermijd overmatig alcoholgebruik voor of tijdens het eten Kijk voor de maaltijd altijd even de mond na: is die proper? Zit het gebit vast? Doe dit ook na de maaltijd. Zit voor de persoon die je eten geeft, maak goed oogcontact. Geef pas een nieuwe hap nadat de eerste volledig op is. 6 WZC De Foyer vzw Preventie

7 Consistentie: De consistentie van voeding is heel afhankelijk van bewoner tot bewoner en aangepast aan de individuele noden. Voor het middagmaal bestaat er: Normaal Gesneden Gemalen voeding Gemixte voeding: Een gladde consistentie waar geen stukken meer in te vinden zijn. Als dessert is enkel pudding en varianten toegestaan, zoals yoghurt zonder stukjes. Voor de broodmaaltijd: Normaal In hapklare stukjes voorsnijden zonder korst. Zacht of gemixt beleg Gesopt (in vloeistof of ingedikte vloeistof) Een paar uur op voorhand overgoten met licht ingedikte vloeistof en daarna inlepelen Boterhammen mixen met beleg en vloeistof (bv soep, thee, koffie, water..) Vervangen door cereal Voor vloeistoffen: Normaal Licht ingedikt: dit is stroopdikte en meestal 1 à 2 schepjes per glas Lopende puddingdikte: dit is nog net drinkbaar Puddingdikte: dit is enkel te scheppen met een lepeltje Overige zaken zoals nadruk op bepaalde smaken, het bijhouden van de lichaamstemperatuur of het gewicht, afspraken rond bijvoeding WZC De Foyer vzw Preventie 7

8 Welke voeding vermijden? Naast de inhoud van een standaard advies, zijn er ook andere algemene adviezen die meegegeven kunnen worden rond verslikken. Zo zijn er soorten voedsel die steeds een verhoogd risico inhouden op aspiratie en dus beter te vermijden zijn: Vezelige, dradige structuren: vast vlees (bv. biefstuk), ananas, bonen, selder, sla Schil(vlies) van groenten en fruit: rauwkost, soja, doperwten, druiven Gemengde consistenties: granen die niet oplossen in melk (bv. muesli), rauwkost met dunne saus, soep met brokken of stukjes (die je best zeeft) Knapperig voedsel: toast, bladerdeeg, droog beschuit, chips Kruimelige bestanddelen: broodkorsten, droge koeken, taartbodem Hard voedsel: harde snoepen (bv napoleon), nootjes Zemelen: maïs, volkoren brood Plakkerig voedsel: zuurtjes, karamellen, kauwgom Soorten zichtbaar verslikken Milde obstructie: het slachtoffer kan nog hoesten; stemgeving is mogelijk; er komt een hijgend of piepend geluid uit de keel. Verslikken voorkomen? Vermijd plakkerig eten Volledige obstructie: zwakke of niet-effectieve hoest; toenemende ademhalingsmoeilijkheden; spreken is niet meer mogelijk; eventueel blauw in het gezicht; bewustzijn verliezen. 8 WZC De Foyer vzw Preventie

9 Wat NIET doen bij verslikken? Wanneer iemand zich zichtbaar verslikt, kan dit indrukwekkend overkomen voor de omstaanders. Wat men in ieder geval best niet doet als omstaander wanneer iemand zich zichtbaar verslikt is: Panikeren/lukraak handelen Armen omhoog Op de rug kloppen Laten drinken Mond op mond beademing Het lichaam heeft immers de natuurlijke reflex om vreemde voorwerpen die zich in de luchtwegen bevinden te verwijderen. Handelen zoals bij eerder vernoemde punten kan dit natuurlijke proces verstoren en aspiratie of verstikking dus net in de hand werken. Wat WEL doen bij verslikken? Het eten (geven) stopzetten tot het hoesten volledig gestopt is. Eventueel kan je aanmoedigen om nog eens extra te hoesten. Vragen of de persoon zich verslikt heeft. De persoon zal trachten te antwoorden en zo kan je afleiden of er stemgeving mogelijk is, wat het onderscheid aangeeft tussen een milde of een volledige obstructie. Controleer de dagen erna ook best de temperatuur van de bewoner. Indien er een stijging van temperatuur is, kan dit een indicatie zijn dat er geaspireerd is en dat de bewoner een longontsteking aan het ontwikkelen is. Meld zoveel mogelijk het voorval bij de logopedist. Beter een keer teveel informatie doorgeven dan een keer te weinig. Wanneer het gaat om een milde obstructie, doe je niets anders dan de persoon verbaal aanmoedigen om te blijven hoesten. Wanneer de persoon uitgehoest is, controleer je best de mond op residu. WZC De Foyer vzw Preventie 9

10 Bij een volledig obstructie: Verwittig zo snel mogelijk de hulpinstanties, ook als het goed afgelopen is. Als de obstructie zichtbaar is, kan je het voedsel manueel proberen te verwijderen: Leg de wijsvinger langs de kaaklijn en duw met de duim de kin omlaag Maak van de wijsvinger van je vrije hand een haak en probeer zo het voedsel te verwijderen Let op dat de bewoner geen bijtreflex heeft en je bijt of dat je de bewoner kwetst met de nagel van je wijsvinger. Je kan ook op de rug slaan: Sta aan de zijkant van de bewoner en ondersteun de borstkas met één hand. Buig de bewoner voorover en sla met hiel van de hand krachtig tussen de schouderbladen Controleer of het voedsel uit de keel is gekomen. Indien dit niet zo is, herhaal je de vorige stappen tot je maximaal vijf slagen in totaal gegeven hebt. Wanneer de obstructie niet weg geraakt, kan je overgaan tot het geven van buikstoten: Sta achter de bewoner, sla beide armen om de buik en buig de bewoner naar voren Maak met één hand een vuist en pak deze met de andere hand vast. Duw met de duimzijde van de vuist vervolgens snel en krachtig in de buik van de bewoner, terwijl de duimzijde naar boven gedraaid wordt. Herhaal dit ook maximaal vijf keer Het gebeurt vaak dat in dergelijke gevallen de bewoner gekwetst wordt. Zo kan de buikstoot er bijvoorbeeld voor zorgen dat er een rib gebroken wordt. Onthoud daarbij dat daar tegenover staat dat je het leven van de bewoner gered hebt. 10 WZC De Foyer vzw Preventie

11 Of het verslikken nu acuut of chronisch van aard is, het is in beide gevallen levensbedreigend en daarom des te belangrijker dat de hulpverlener kennis van zaken heeft en ernaar handelt. Hoe dan ook is het bij twijfel altijd beter om sowieso iets te ondernemen, dan helemaal niets. WZC De Foyer vzw Preventie 11

12 WZC De Foyer vzw Kortrijksesteenweg Gent WZC De Zilvermolen Heerweg-Zuid Zwijnaarde Tel: fax: WZC Weverbos Jan Van Aelbroeklaan Gentbrugge tel: Residentie Avondsterre Kortrijksesteenweg Gent Tel: fax: Huize Arion Begoniastraat Zwijnaarde tel: fax: