Arbeidsinspectie. A.N. van den Ameele. Centraal Kantoor Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Arbeidsinspectie. A.N. van den Ameele. Centraal Kantoor Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie"

Transcriptie

1 Arbeidsinspectie Centraal Kantoor Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie ALCOHOL EN WERK 2000 (Een herhalingsonderzoek naar de stand van zaken met betrekking tot het alcoholbeleid in bedrijven in Nederland anno 2000) Oktober 2001 Drs. R. Spijkerman A.N. van den Ameele

2

3 INHOUDSOPGAVE BLZ. SAMENVATTING I - IV 1 INLEIDING 1 2 PROBLEEMSTELLING 3 3 OPZET VAN HET ONDERZOEK Schriftelijke enquete Respons schriftelijke enquête Verwerking van de gegevens Methodologische kanttekeningen 6 4 ALCOHOLBELEID Aandacht en beleid Aanleiding 10 5 ALCOHOLBELEID NADER BEKEKEN Inhoud van het alcoholbeleid Sancties en waarschuwingen Manier waarop het alcoholbeleid is vastgelegd 14 6 CONCLUSIES 16 BEGRIPPENLIJST BIJLAGE I: ANDERE BRONNNEN BIJLAGE II: DE STEEKPROEF LITERATUUR

4

5 SAMENVATTING INLEIDING Dit rapport doet verslag van het onderzoek naar het alcoholbeleid in het bedrijfsleven in Nederland eind Het betreft een herhalingsonderzoek. Het vorige onderzoek beschreef de situatie eind ACHTERGROND Overmatig alcoholgebruik beïnvloedt de gezondheid van de werknemer en kan leiden tot een hoger ziekteverzuim. Werknemers met een alcoholprobleem hebben vaker een lagere produktiviteit, een hoger ziekteverzuim en leveren dikwijls werk af van een mindere kwaliteit. Ook kan alcoholgebruik leiden tot een verslechtering van de werksfeer en kan het de veiligheid van werknemers in gevaar brengen. Het kabinet acht het van belang dat bedrijven aandacht besteden aan de risico s die verbonden kunnen zijn met het gebruik van alcohol in de arbeidssituatie. De werkgever is hiervoor primair verantwoordelijk. Op grond van de Arbowet moet de werkgever een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) opstellen. In de RI&E legt de werkgever schriftelijk vast welke risico s de arbeid voor de werknemers met zich brengt. In dit verband kunnen ook de specifieke risico s die verbonden zijn aan het gebruik van alcohol op het werk aan de orde te komen. RESULTATEN Het doel van het onderzoek is na te gaan hoeveel procent van de bedrijven in Nederland eind 2000 aandacht heeft voor de risico s van alcoholgebruik en in welke mate dit geresulteerd heeft in een alcoholbeleid. Er is in dit onderzoek sprake van aandacht voor risico s van alcoholgebruik als deze in het bedrijf besproken zijn in een overleg of een bespreking waarin de risico s van alcoholgebruik voor het bedrijf aan de orde zijn geweest en waaraan in ieder geval een leidinggevende heeft deelgenomen. Een goed alcoholbeleid bestaat in principe uit preventie, begeleiding, correctie en evaluatie. Indien er in het bedrijf ten aanzien van één van deze elementen iets schriftelijk is vastgelegd of mondeling is afgesproken, dan is er in dit onderzoek sprake van alcoholbeleid. Het huidige onderzoek richt zich net als het vorige onderzoek op het bedrijfsleven (inclusief gezondheids- en welzijnszorg). Het enigste verschil met het vorige onderzoek is dat in het hui- I

6 dige onderzoek bedrijven met minder dan vijf werknemers niet in het onderzoek zijn opgenomen 1. Eind 2000 heeft bijna een kwart (24%) van de bedrijven in het bedrijf aandacht besteed aan de risico s van alcoholgebruik. Bij 14% van de bedrijven heeft deze aandacht eind 2000 geresulteerd in een alcoholbeleid. Dit percentage is lager dan in het vorige onderzoek (eind 1996). Toen had 21% van de bedrijven een alcoholbeleid. Voor deze afname is niet direct een verklaring te geven. Mogelijk dat het alcoholbeleid in 1996 meer in de belangstelling stond vanwege een voorlichtingscampagne met betrekking tot alcohol en werk in dat jaar 2. Het percentage bedrijven met een alcoholbeleid neemt toe met de omvang van het bedrijf. Zo heeft 13% van de kleine bedrijven een alcoholbeleid, 15% van de middelgrote bedrijven en 25% van de grote bedrijven. Eind 1996 lagen deze percentages hoger. Figuur 1 laat dat zien. Figuur 1 40% Percentage bedrijven met alcoholbeleid naar grootteklasse (eind 2000 en eind 1996) 33% Percentage bedrijven 30% 20% 10% 15% 13% 26% 15% 25% 21% 14% eind 1996 eind % 5 tot 10 wns 10 tot 100 wns 100 en meer wns totaal Grootteklasse 1 Hiertoe is in samenspraak met de beleidsdirectie besloten. De belangrijkste reden hiervoor is dat deze bedrijven vaak te klein zijn voor het hebben van een alcoholbeleid. Om de resultaten van het vorig onderzoek te kunnen vergelijken met die van het huidige onderzoek, zijn de uitkomsten van het vorige onderzoek opnieuw berekend, waarbij uitgegaan is van bedrijven met vijf en meer werknemers. 2 Ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid (1996). Brochure Alcohol in het bedrijf, dat werkt niet. Den Haag. II

7 Van de bedrijven met een alcoholbeleid geeft 23% aan dat dit beleid dateert van voor Verder geeft 18% aan dat het alcoholbeleid is ontstaan tussen 1990 en 1995 en geeft 40% aan dat het is ontstaan tussen 1995 en Bij 4% van de bedrijven is het alcoholbeleid in 2000 ontstaan. Zoals figuur 2 laat zien verschilt het percentage bedrijven met een alcoholbeleid per sector. Het percentage bedrijven met een alcoholbeleid is eind 2000 het hoogst in de handel (18%) en het laagst in de dienstverlening (8%). Opvallend is de relatief sterke afname tussen eind 1996 en eind 2000 in de dienstverlening (namelijk van 18% naar 8%) en in de nijverheid (van 23% naar 14%). Figuur 2 Percentage bedrijven met een alcoholbeleid naar sector (eind 2000 en eind 1996) 3 dienstverlening 8% 18% Sectoren nijverheid handel 14% 18% 23% 22% eind 1996 eind 2000 totaal 14% 21% 0% 10% 20% 30% Percentage bedrijven Aanleiding alcoholbeleid en het belang van de RI&E daarbij Iets meer dan een derde (36%) van de bedrijven geeft eind 2000 aan dat wettelijke bepalingen de aanleiding zijn geweest om aandacht te besteden aan de risico s van alcoholbeleid. Opvallend is dat eind 2000 voor bijna een derde (31%) van de bedrijven de RI&E de aanleiding voor het alcoholbeleid is geweest. Eind 1996 lag dat percentage nog op 8%. 3 Uit de studie van Grundemann naar alcoholgebruik (1988) komt naar voren dat mannelijke werknemers in de bouw, transport, horeca en (groot- en detail-) handel meer dan gemiddeld drinken. Het percentage bedrijven met een alcoholbeleid in deze sectoren is 17% in de bouw, 13% in de (groot- en detail) handel 13%, in de horeca 40% en in de transport 23%. III

8 Door iets meer dan een kwart (27%) van de bedrijven worden de geconstateerde veiligheidsrisico s genoemd als aanleiding en door één op de vijf bedrijven (20%) worden concrete gevallen genoemd als aanleiding. Inhoud van het alcoholbeleid Het alcoholbeleid kan uit vier elementen bestaan. Van de bedrijven met een alcoholbeleid bestaat eind 2000 bij 87% van de bedrijven dit beleid uit preventie, bij 22% uit begeleiding, bij 70% uit correctie en bij 54% uit evaluatie 4. Van de bedrijven die zelf aangegeven hebben dat er sprake is van een alcoholbeleid, heeft 95% een alcoholbeleid dat tenminste één van deze vier elementen bevat. Bij 9% van de bedrijven met een alcoholbeleid bevat dit beleid alle vier elementen 5. Sancties of waarschuwingen Bij 70% van de bedrijven met een alcoholbeleid bestaat dit beleid uit waarschuwingen of sancties. De meest voorkomende sancties zijn mondelinge waarschuwingen (69%), ontslag (63%) en schriftelijke waarschuwing (57%). Vastleggen alcoholbeleid Meer dan de helft (54%) van de bedrijven met een alcoholbeleid legt dit schriftelijk vast in reglementen, arbeidscontracten en CAO s. Bij drie van de vijf bedrijven (60%) wordt het alcoholbeleid mondeling vastgelegd 6. 4 Deze percentages tellen niet op tot 100%, omdat het alcoholbeleid uit meer dan één element kan bestaan. 5 Zo bestaat het alcoholbeleid bij 18% van de bedrijven uit één element, bij 34% uit twee elementen, bij 29% uit drie elementen en -zoals reeds vermeld- bij 15% uit vier elementen. 6 De percentages schriftelijk en mondeling tellen niet tot 100% op, omdat een bedrijf het beleid zowel schriftelijk als mondeling kan vastleggen. IV

9 1. INLEIDING In Nederland is de aandacht voor alcoholgebruik in relatie tot werk aanzienlijk toegenomen. Uit diverse publicaties en onderzoek 7 is gebleken dat (overmatig) gebruik van alcohol grote problemen kan veroorzaken op het werk. Dit geldt zowel voor alcoholgebruik tijdens het werk als overmatig alcoholgebruik door werknemers buiten de werksituatie. Overmatig alcoholgebruik beïnvloedt de gezondheid van de werknemer en kan leiden tot een hoger ziekteverzuim. Werknemers met een alcoholprobleem hebben vaker een lagere produktiviteit, een hoger ziekteverzuim en leveren dikwijls werk af van een mindere kwaliteit. Ook kan alcoholgebruik leiden tot een verslechtering van de werksfeer en kan het de veiligheid van werknemers in gevaar brengen. In 1992 heeft de toenmalige minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de toenmalige Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur een adviesaanvraag ingediend over alcohol en werk bij de Stichting van de Arbeid. Naar aanleiding van het advies en een later advies van de Commissie Arbeidsomstandigheden van de Sociaal-Economische Raad (SER) heeft het kabinet een standpunt ingenomen. Het kabinet acht het van belang dat bedrijven aandacht besteden aan de risico s die verbonden kunnen zijn met het gebruik van alcohol in de arbeidssituatie. De werkgever is hiervoor primair verantwoordelijk. In zijn reactie op het SER-advies heeft de toenmalige staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangegeven er voor te willen zorgen dat wordt bewaakt in hoeverre op ondernemingsniveau invulling wordt gegeven aan een alcoholbeleid. Het vorige onderzoek naar alcohol diende vooral op dit punt informatie te verschaffen 8. Het huidige onderzoek naar roken en alcohol is een herhalingsonderzoek van dat onderzoek over Wet- en regelgeving Alcoholgebruik op het werk is niet bij de wet verboden. In het Nieuw Burgerlijk Wetboek staat wel een artikel dat als de werknemer zich ondanks waarschuwing zich overgeeft aan dronkenschap, er reden is voor ontslag. Voor het besturen van voertuigen zijn normen opgenomen in onder andere de Wegenverkeerswet, Luchtvaartwet en de Scheepvaartsverkeerswet. Ook zijn in enkele CAO s (met name in de transportsector) bepalingen opgenomen over alcoholgebruik tijdens werktijd. 7 Zie hiervoor onder andere: Walburg, J.A., Dijk, A.A. van (2000). Alcohol en werk. Houten. Bohn Stafleu Van Loghum. 8 Massaar, J. (1997), Alcohol en werk. Den Haag. Arbeidsinspectie. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De rapportage van dit onderzoek is in 1997 verschenen. De onderzoeksgegevens hebben betrekking op eind 1996 (31 oktober 1996 was namelijk da datum dat de dataverzameling voor dit onderzoek werd afgesloten) 1

10 Op grond van de Arbowet (art. 5, lid 1) moet de werkgever een door de arbodienst goedgekeurde risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) opstellen. In de RI&E legt de werkgever schriftelijk vast welke risico s de arbeid voor de werknemers met zich brengt. De RI&E bevat tevens een beschrijving van deze gevaren en risico-beperkende maatregelen. In dit artikel (art. 5, lid 1) staat niet expliciet omschreven aan welke risico s gedacht moet worden. In principe gaat het om alle risico s op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn. In dit verband kunnen ook de specifieke risico s die verbonden zijn aan het gebruik van alcohol op het werk aan de orde te komen. Het alcoholbeleid van een bedrijf hoort dus thuis binnen het arbobeleid. Er zullen echter ook bedrijven zijn die een alcoholbeleid hebben geformuleerd voordat of zonder dat er een risicoinventarisatie en -evaluatie is gemaakt. Het alcoholbeleid bestaat in principe uit vier elementen, namelijk preventie, begeleiding, correctie en evaluatie. Bij preventie moet gedacht worden aan het instellen van regels over de beschikbaarheid van alcohol op het werk, het voorkomen dat werknemers onder invloed op het werk komen, voorlichting over de risico s van het alcoholgebruik op het werk en daarbuiten. Begeleiding houdt in dat men de werknemer met een alcoholprobleem kan herkennen en begeleiden. Hiervoor is het nodig dat er afspraken vastliggen over de opvang en begeleiding van een werknemer met een alcoholprobleem. Preventie en begeleiding hebben tot doel om het functioneren van de werknemer te verbeteren door middel van gedragsveranderingen. Indien het gedrag van de werknemer niet verandert, kan het nodig zijn om dit gedrag te corrigeren. De sancties die hiervoor dienen, moeten van tevoren zijn vastgelegd. Tenslotte kan men het alcoholbeleid evalueren, zodat de eerder genoemde componenten van het beleid eventueel kunnen worden verbeterd. De indeling van dit rapport is als volgt. In hoofdstuk 2 wordt de probleemstelling van dit onderzoek kort belicht. In dat hoofdstuk wordt ook aangegeven wat in het kader van dit onderzoek onder alcoholbeleid wordt verstaan. Hoofdstuk 3 gaat nader in op de opzet van het onderzoek. In de hoofdstukken 4 tot en met 5 staan de resultaten van het onderzoek beschreven. Hoofdstuk 4 geeft aan hoeveel bedrijven aandacht hebben voor de risico s van alcoholgebruik en in welke mate dit geresulteerd heeft in een alcoholbeleid. In hoofdstuk 5 wordt beschreven wat de inhoud is, hoe het is vastgelegd en uit welke maatregelen het alcoholbeleid bestaat. Hoofdstuk 6 sluit tenslotte af met enkele conclusies. 2

11 2 PROBLEEMSTELLING Het doel van het onderzoek is na te gaan hoeveel procent van de bedrijven in Nederland eind 2000 aandacht heeft voor de risico s van alcoholgebruik en in welke mate dit geresulteerd heeft in een alcoholbeleid. Ook zal het onderzoek onder andere antwoord moeten geven op de vraag naar aanleiding waarvan er aandacht besteed is aan de risico s van alcoholgebruik op het werk en wat de inhoud van het alcoholbeleid is. Er is in dit onderzoek sprake van aandacht voor risico s van alcoholgebruik als deze in het bedrijf besproken zijn in een overleg of een bespreking waarin de risico s van alcoholgebruik voor het bedrijf aan de orde zijn geweest en waaraan in ieder geval een leidinggevende heeft deelgenomen. Een goed alcoholbeleid bestaat in principe uit de volgende vier elementen: preventie begeleiding correctie evaluatie. Indien er in het bedrijf ten aanzien van één van deze elementen iets schriftelijk is vastgelegd of mondeling is afgesproken, dan is er in dit onderzoek sprake van alcoholbeleid. Het onderzoek naar alcohol en werk 2000 is een herhaling van het onderzoek eind De onderzoekspopulatie bestaat uit bedrijven met vijf en meer werknemers in het bedrijfsleven (inclusief de gezondheids- en welzijnszorg). De overheid valt net als in het vorig onderzoek buiten het onderzoek. In het vorige onderzoek behoorden bedrijven met één tot vijf werknemers nog tot de onderzoekspopulatie. In samenspraak met de beleidsdirectie is besloten bedrijven met minder dan vijf werknemers niet in het onderzoek op te nemen. De belangrijkste reden hiervoor is dat deze bedrijven vaak te klein zijn voor het hebben van een alcoholbeleid 9. De resultaten van beide onderzoeken zullen met elkaar vergeleken worden om na te gaan of er zich tussen eind 1996 en eind 2000 een ontwikkeling heeft voorgedaan Uit het onderzoek over 1996 blijkt dat 12% van de bedrijven met minder dan vijf werknemers een alcoholbeleid heeft tegenover gemiddeld 16% van de bedrijven. 10 Om de resultaten van beide onderzoeken met elkaar te vergelijken, zijn de uitkomsten van het vorige opnieuw berekend, waarbij uitgegaan is van bedrijven met vijf en meer werknemers. onderzoek 3

12 3 OPZET VAN HET ONDERZOEK 3.1 Schriftelijk enquête De verzameling van de gegevens voor dit onderzoek heeft plaats gevonden aan de hand van een schriftelijke enquête. De schriftelijke enquête van het onderzoek naar alcohol het werk is gelijk uitgezet met de schriftelijke enquête van het onderzoek naar roken op het werk. Voor beide onderzoeken zijn de vragenformulieren met een toelichtende brief verstuurd naar 4842 adressen van bedrijven met vijf en meer werknemers 11. De bedrijven zijn getrokken uit het bestand van de Kamer van Koophandel. De periode van dataverzameling bestreek globaal de periode november januari Om uitspraken mogelijk te maken over de bedrijven met 10 tot 100 en 100 en meer werknemers zijn de bedrijven uit deze grootteklassen ten opzichte van de bedrijven uit de grootteklasse 5 tot 10 werknemers oververtegenwoordigd in de steekproef 12. De onderzoeksgegevens die in dit rapport worden gepresenteerd, zijn gewogen op basis van CBS-gegevens (januari 1999). De gepresenteerde cijfers doen dus uitspraken over de totale populatie bedrijven in Nederland met vijf en meer werknemers 13. De verantwoording van de steekproef en de methode van wegen staat beschreven in bijlage II. Ten behoeve van de rapportage van de (gewogen) uitkomsten zijn de bedrijven ingedeeld in drie grootteklassen, namelijk 5 tot 10 werknemers, 10 tot 100 werknemers en 100 en meer werknemers. Op basis van de Standaardbedrijfsindeling 1993 (SBI 93) zijn de bedrijven ingedeeld in de volgende drie sectoren: nijverheid (bestaande uit landbouw, industrie en bouw), handel (bestaande uit horeca, transport en groot- en detailhandel) en dienstverlening (bestaande uit zakelijke- en niet-zakelijke dienstverlening). 3.2 Respons schriftelijke enquête 11 De steekproef van het onderzoek naar roken op het werk is nagenoeg gelijk aan die van alcohol en werk. Het enigste verschil is dat bij het onderzoek alcohol en werk wel de gezondheids- en welzijnszorg (=SBI-code (2- cijferig) 85) is meegenomen en bij het onderzoek naar roken op het werk niet (zie volgende voetnoot voor een toelichting). In feite is de omvang van de steekproef van het onderzoek naar alcohol en werk 4842 bedrijven en voor het onderzoek naar roken op het werk 4500 bedrijven (excl. gezondheids- en welzijnszorg). Vanwege de combinatie van beide onderzoeken echter, is voor beide onderzoeken dezelfde steekproef (4842 bedrijven) uitgezet. 12 Om voor de steekproef binnen deze grootteklassen een goede verdeling van bedrijven te krijgen, zijn de grootteklassen opgedeeld in kleinere klassen, namelijk 10 tot 50, 50 tot 100, 100 tot 500 en 500 en meer werknemers. Voor de steekproefplanning is uitgegaan van 5 grootteklassen en 15 sectoren. 13 In totaal gaat het om ruim 108 duizend bedrijven, waarvan ca. 53 duizend bedrijven met 5 tot 10 werknemers, ca. 50 duizend bedrijven met 10 tot 100 werknemers en ca. 6 duizend bedrijven met 100 en meer werknemers. 4

13 Naar 4842 adressen van bedrijven zijn schriftelijke vragenformulieren verstuurd. Van deze vragenformulieren zijn er 2846 geretourneerd waarvan 154 onbestelbaar retour. Bij de controle bleek dat van de resterende vragenformulieren een aantal niet bruikbaar waren, omdat deze bedrijven buiten het kader van het onderzoek vallen 14. In totaal bleven er nog 2189 vragenformulieren over waarvan er nog 12 zijn afgekeurd, zodat het totale aantal bruikbare vragenformulieren op 2177 ligt. Tabel 3.1 geeft een overzicht van de respons op de schriftelijke enquête. Uit deze tabel blijkt dat de bruto respons 56% is (of 59% als de onbesteld retour vragenlijsten mee worden gerekend). Een respons van 56% is hoog voor een schriftelijke enquête. In de literatuur wordt een respons van 40% al als een zeer goed resultaat gezien 15. De netto respons - dat is de respons nadat alle vragenformulieren, die buiten het steekproefkader van het onderzoek vallen, uitgesloten zijn - ligt op 45%. Er is niet alleen sprake van een hoge respons, maar ook is de gerealiseerde steekproef goed verdeeld over de onderscheiden sectoren en grootteklasse. In bijlage I wordt daar nader op ingegaan. Tabel 3.1 Respons schriftelijke enquête Alcohol en werk Aantal vragenformulieren 1. totaal verstuurd totaal retour waarvan onbesteld retour subtotaal waarvan onbruikbaar (te weinig werknemers in dienst) Waarvan onbruikbaar (sector valt buiten onderzoek) subtotaal waarvan afgekeurd aantal bruikbare vragenlijsten 2177 bruto respons (-2- gedeeld door -1-) 59% bruto respons (-4- gedeeld door -1-) 56% netto respons (-9- gedeeld door -1-) 45% 14 Bij 60 vragenlijsten behoorde het bedrijf tot een sector die buiten het kader van het onderzoek ligt en bij 443 vragenlijsten had het bedrijf minder dan vijf werknemers. 15 Kooiker, R en Heuvel, T van der. Marktonderzoek (1992). Wolters-Noordhoff Groningen. 5

14 3.3 Verwerking van de gegevens De vragenformulieren zijn in de maanden november 2000, december 2000 en januari 2001 binnengekomen. De invoer van de vragenformulieren heeft intern plaats gevonden. Medio februari 2001 waren er 2692 vragenformulieren ingevoerd. Vervolgens zijn de ingevoerde vragenlijsten gescreend op inconsistenties en onvolledig-heden. Uiteindelijk bleven er 2177 bruikbare vragenformulieren over. 3.4 Methodologische kanttekeningen In deze paragraaf zal kort ingegaan worden op wat in de literatuur gezegd wordt over de verschillen tussen een schriftelijke enquête (=wijze van bevragen in het huidige onderzoek) en een mondelinge enquête (=wijze van bevragen in het vorige onderzoek). In de literatuur hierover wordt gesteld dat er bij een persoonlijke benadering van de respondent meestal meer medewerking wordt verkregen dan bij een schriftelijke 16. Bij een schriftelijke enquête is het voor de respondent een minder grote stap om geen medewerking te verlenen. Geen medewerking verlenen doet men al door passief te blijven en de vragenlijst niet te retourneren. Verder wordt opgemerkt dat het onderwerp van de enquête medebepalend is voor de respons. Als de respondent betrokken is bij het onderwerp of zich er voor interesseert, dan zal de respondent eerder meewerken. Ook wordt in de literatuur hierover gesteld dat het voordeel van schriftelijk enquêteren de besparing in tijd, reiskosten en salaris is 17. Bij een schriftelijke enquête kunnen in een korte tijd veel meer mensen bereikt worden. Bij mondelinge interviews zijn goed getrainde (en dus vaak dure) interviewers nodig die ook nog eens reiskosten moeten maken. Wel stelt een schriftelijke enquête bepaalde eisen aan de vragenlijst. De vragenlijst moet goed (perfect) in elkaar steken en moet er visueel aantrekkelijk uitzien. De vragen moeten duidelijk en eenduidig zijn. Bij een mondelinge enquête gelden deze eisen in mindere mate, omdat bij dat soort enquêtes de interviewer altijd nog een korte toelichting op de vragen kan geven. Omdat een schriftelijke vragenlijst de respondent een groter gevoel van anonimiteit geeft, speelt het geven van sociaal wenselijke antwoorden bij schriftelijke enquêtes een minder grotere rol dan bij mondelinge enquêtes. Bij mondelinge interviews is er altijd het probleem dat alleen al de fysieke aanwezigheid van de interviewer bepaalde verwachtingen en ideeën bij de respondent uitlokt die de antwoorden beïnvloeden. Daar-tegenover staat het voordeel van mondelinge enquêtes dat bekend is wie de antwoorden heeft gegeven. Ook is er een betere controle op het invullen van de vragenlijst en worden de vragenlijsten vaker volledig ingevuld. 16 Kooiker, R., Heuvel, T. van den (1992). Marktonderzoek. Groningen. Wolters-Noordhoff. 17 Baarda, Dr. D.B., Goede, Dr. M.P.M. de (1990), Methoden en technieken. Leiden. Stenfert Kroese. 6

15 Zoals al opgemerkt is, is de respons van deze schriftelijke enquête (56%) hoog. De indruk die ontstaan is, nadat de vragenlijsten zijn gescreend op inconsistenties en onvolledigheden, dat de kwaliteit van de invulling van de vragenlijsten goed is. Een mondelinge enquête is dus een andere methode van onderzoek dan een schriftelijke enquête. Het is niet goed aan te geven of de ene methode andere resultaten oplevert dan de andere. In de literatuur wordt wel bij elke methode aangegeven welke de specifieke kenmerken en voor- en nadelen van de methode zijn. Zo is er bij een mondelinge enquête een betere controle op het invullen en komen onvolledig ingevulde vragenlijsten minder voor. Daartegenover staat dat een mondelinge enquête gevoeliger is voor sociaal wenselijke antwoorden. In dit rapport worden de uitkomsten van twee onderzoeken, namelijk een onderzoek gebaseerd op een mondelinge enquête (eind 1996) en een onderzoek gebaseerd op een schriftelijke enquête (eind 2000) naast elkaar gezet en met elkaar vergeleken. Bij die vergelijking wordt dus verondersteld dat een schriftelijke enquête geen wezenlijk andere resultaten geeft dan een mondelinge enquête. 7

16 4 ALCOHOLBELEID 4.1 Aandacht en beleid Er kan pas sprake zijn van een alcoholbeleid als er aandacht geweest is voor de risico s van alcoholgebruik op het werk. Niet in alle gevallen zal de aandacht voor alcoholgebruik resulteren in alcoholbeleid. Figuur 4.1 laat zien hoe groot de kloof is tussen aandacht voor alcoholgebruik en alcoholbeleid. Bij 24% van de bedrijven is er sprake van aandacht voor de risico s van alcoholgebruik. Bij 63% van deze bedrijven is deze aandacht van recente datum (namelijk minder dan een jaar geleden). Het percentage bedrijven met een alcoholbeleid is 14%. Figuur 4.1 laat zien dat het percentage bedrijven met aandacht voor de risico s van alcoholgebruik toeneemt met de omvang van het bedrijf. Zo heeft 19% van de kleine bedrijven (tussen de 5 en 10 werknemers) hieraan aandacht besteed tegenover 41% van de grote bedrijven (100 en meer werknemers). Ook voor het percentage bedrijven met een alcoholbeleid geldt dat dit percentage toeneemt met de omvang van het bedrijf. Grote bedrijven (25%) hebben bijna twee keer zo vaak een alcoholbeleid dan kleine bedrijven (13%). Figuur 4.1 Percentage bedrijven met aandacht voor risico s van alcoholgebruik en met alcoholbeleid (eind 2000) 50% 40% 41% Percentage bedrijven 30% 20% 19% 13% 28% 15% 25% 24% 14% aandacht beleid 10% 0% 5 tot 10 wns 10 tot 100 wns 100 en meer wns totaal Grootteklasse Figuur 4.2 laat zien dat het percentage bedrijven met een alcoholbeleid (eind 2000) is afgenomen ten opzichte van het vorige onderzoek (eind 1996). Eind 1996 had 21% van alle bedrij- 8

17 ven met vijf en meer werknemers een alcoholbeleid 18. Eind 2000 is dat percentage gedaald tot 14%. Figuur 4.2 laat duidelijk zien dat voor iedere grootteklasse geldt dat er tussen eind 1996 en eind 2000 sprake is van een afname van het percentage bedrijven met een alcoholbeleid. Figuur 4.2 Percentage bedrijven met alcoholbeleid naar grootteklasse (eind 2000 en eind 1996) 40% 33% Percebtage bedrijven 30% 20% 10% 15% 13% 26% 15% 25% 21% 14% eind 1996 eind % 5 tot 10 wns 10 tot 100 wns 100 en meer wns totaal Grootteklasse Figuur 4.3 laat zien dat het percentage bedrijven met een alcoholbeleid sterk wisselt per sector 19. Het percentage bedrijven met een alcoholbeleid is eind 2000 het hoogst in de handel (18%) en het laagst in de dienstverlening (8%). Opvallend is de relatief sterke afname tussen eind 1996 en eind 2000 in de dienstverlening (namelijk van 18% naar 8%) en in de nijverheid (van 23% naar 14%). 18 In het vorig onderzoek zaten ook bedrijven met minder dan vijf werknemers. Er heeft een herberekening plaats gevonden, waarbij bedrijven met minder dan vijf werknemers buiten beschouwing zijn gebleven. 19 Er is hier gekozen voor een indeling in drie sectoren. In het vorige onderzoek werd nog uitgegaan van een indeling in acht sectoren, maar daar is in dit onderzoek van afgezien vanwege het beperkte aantal waarnemingen in sommige van deze sectoren. 9

18 Figuur 4.3 Percentage bedrijven met een alcoholbeleid naar sector (eind 2000 en eind 1996) 20 dienstverlening 8% 18% Sectoren nijverheid handel 14% 18% 22% 23% eind 1996 eind 2000 totaal 14% 21% 0% 5% 10% 15% 20% 25% Percentage bedrijven Van de bedrijven met een alcoholbeleid geeft 23% aan dat dit beleid dateert van voor Verder geeft 18% aan dat het alcoholbeleid is ontstaan tussen 1990 en 1995 en geeft 40% aan dat het is ontstaan tussen 1995 en Bij 4% van de bedrijven is het alcoholbeleid in 2000 ontstaan. 4.2 Aanleiding De RI&E is een belangrijke aanleiding om aandacht te schenken aan de risico s van alcoholgebruik Het is interessant om te achterhalen wat de aanleiding voor bedrijven is geweest om aandacht te schenken aan de risico s van alcoholgebruik. Tabel 4.1 geeft een opsomming van de redenen die genoemd zijn door de bedrijven die aandacht hebben gehad voor de risico s van alcoholgebruik 21. Van deze bedrijven heeft 36% aandacht aan de risico s van alcoholgebruik be- 20 Uit de studie van Grundemann naar alcoholgebruik (1988) komt naar voren dat mannelijke werknemers in de bouw, transport, horeca en (groot- en detail-) handel meer dan gemiddeld drinken. Het percentage bedrijven met een alcoholbeleid in deze sectoren is 17% in de bouw, 13% in de (groot- en detail) handel 13%, in de horeca 40% en in de transport 23%. 21 Omdat bedrijven meer dan één reden konden opgeven, tellen de percentages niet op tot 100%. 10

19 steed vanwege wettelijke bepalingen (tegenover 23% eind 1996). In de handel waaronder ook de transportsector valt, ligt dit percentage op 46%, wat hoger is dan in de nijverheid (28%) en dienstverlening (29%) 22. Voor 31% van de bedrijven was de RI&E de aanleiding om aandacht aan de risico s van alcoholgebruik te besteden. In de nijverheid ligt dit percentage op 37% wat hoger is dan in de handel (30%) en dienstverlening (21%). Opvallend is dat eind 1996 de RI&E voor 8% van de bedrijven aanleiding was om aandacht te besteden aan de risico s van alcoholgebruik. De forse toename van dit percentage (van 8% naar 31%) geeft aan dat RI&E een belangrijke plaats is gaan innemen, als het gaat om aandacht voor de risico s van alcoholgebruik (en andere risico s). Andere genoemde aanleidingen zijn geconstateerde veiligheidsrisico s (27% eind 2000 tegenover 34% eind 1996), een concreet geval van een werknemer met een alcoholprobleem (20% eind 2000 tegenover 26% eind 1996) 23 en CAO-bepalingen (10% eind 2000 tegenover 6% eind 1996). Een relatief groot aantal bedrijven (33% eind 2000) heeft aangegeven dat er om een andere aanleiding aandacht is geweest voor de risico s van alcoholgebruik. Veel genoemde andere aanleidingen zijn: vanwege het bedrijfsbeleid (20%), vanwege veiligheid (4%), vanwege maatschappelijke normen en waarden (2%), vanwege het imago van het bedrijf (2%) en vanwege concrete situaties (2%). Tabel 4.1 Aanleiding voor de aandacht die besteed is aan de risico s van alcoholgebruik (eind 200 en eind 1996) Aanleiding Percentage bedrijven eind 1996 eind 2000 Wettelijke bepalingen 23% 36% RI&E 8% 31% Geconstateerde veiligheidsrisico's 34% 27% Concreet geval van een werknemer met alcoholprobleem 26% 20% CAO bepalingen 6% 10% Om andere redenen 41% 33% 22 Een nadere detaillering laat zien dat 70% van de bedrijven die wettelijke bepalingen genoemd hebben als aanleiding om aandacht te schenken aan de risico s van alcoholbeleid afkomstig zijn uit de sectoren handel, transport, horeca en bouw. 23 Het hoeft geen verwondering te wekken dat het percentage bedrijven dat aangeeft naar aanleiding van een concreet geval aandacht aan de risico s van alcoholgebruik, toeneemt met de bedrijfsomvang. Dit percentage ligt bij kleine bedrijven op 14%, bij middelgrote op 20% en bij grote op 46%. 11

20 5 ALCOHOLBELEID NADER BEKEKEN 5.1 Inhoud van het alcoholbeleid Zoals in hoofdstuk 2 al is aangegeven, kan het alcoholbeleid bestaan uit vier elementen, namelijk preventie, begeleiding, correctie en evaluatie. Indien er iets schriftelijk is vastgelegd of mondeling is afgesproken ten aanzien van één van deze elementen, dan is er sprake van een alcoholbeleid. Bij 96% van de bedrijven die (zelf) aangegeven hebben dat er sprake is van een alcoholbeleid, bestaat het alcoholbeleid uit tenminste één van deze vier elementen. Bij 15% van de bedrijven met een alcoholbeleid bestaat het beleid uit alle vier elementen 24. Tabel 5.1 laat zien hoe vaak deze elementen voorkomen in het alcoholbeleid van bedrijven. Tabel 5.1 De inhoud van het alcoholbeleid bij bedrijven die een alcoholbeleid hebben (eind 2000 en eind 1996) Inhoud van het alcoholbeleid Percentage bedrijven eind 1996 eind 2000 Preventie 82% 87% Regels over de beschikbaarheid van alcohol op het werk 78% 77% Voorlichting over de risico's van alcoholgebruik 24% 46% Begeleiding Begeleiding van werknemers met alcoholproblemen 23% 22% Correctie Voorziet het beleid in waarschuwingen/sancties? 77% 70% Evaluatie Wordt het beleid geëvalueerd? 16% 54% * Omdat een bedrijf het alcoholbeleid op verschillende manieren kan vastleggen, tellen de percentages in deze tabel niet op tot 100%. Preventie Zoals deze tabel laat zien komt preventie voor bij 87% van de bedrijven met een alcoholbeleid (tegenover 82% eind 1996). Eind 2000 kent iets meer dan drie kwart (77%) van de bedrijven regels ten aanzien van de beschikbaarheid van alcohol op het werk (tegenover 78% eind 1996). Bij bijna de helft (46%) wordt voorlichting gegeven over de risico s van alcoholgebruik. Eind 1996 lag dit percentage lager, namelijk op 24%. Begeleiding 24 Zo bestaat het alcoholbeleid bij 18% van de bedrijven uit één element, bij 34% uit twee elementen, bij 29% uit drie elementen en -zoals reeds vermeld- bij 15% uit vier elementen. 12

Centraal Kantoor Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie. ROKEN OP HET WERK 2000 (een herhalingsonderzoek)

Centraal Kantoor Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie. ROKEN OP HET WERK 2000 (een herhalingsonderzoek) Arbeidsinspectie Centraal Kantoor Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie ROKEN OP HET WERK 2000 (een herhalingsonderzoek) 2 JULI 2001 drs. R. Spijkerman A.N. van den Ameele 2 INHOUDSOPGAVE BLZ. SAMENVATTING

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid WERKTIJDVERKORTING 2015 Een onderzoek naar het beroep door ondernemingen in 2015 op art. 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 mei 2017

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid WERKTIJDVERKORTING 2016 Een onderzoek naar het beroep door ondernemingen in 2016 op art. 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 mei 2017

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid WERKTIJDVERKORTING 2017 Een onderzoek naar het beroep door ondernemingen in 2017 op art. 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 maart 2018

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze

Nadere informatie

Opzet alcoholbeleid voor werknemers binnen een instelling of bedrijf in de gemeente Raalte Alcoholpreventie volwassenen

Opzet alcoholbeleid voor werknemers binnen een instelling of bedrijf in de gemeente Raalte Alcoholpreventie volwassenen Opzet alcoholbeleid voor werknemers binnen een instelling of bedrijf in de gemeente Raalte Alcoholpreventie volwassenen Tactus Verslavingszorg Preventie & Consultancy Brink 40 7411 BT Deventer 088 3822

Nadere informatie

Opzet van het onderzoek. A.1 Achtergrond van het AVP. A.2 Beoogde onderzoekspopulatie

Opzet van het onderzoek. A.1 Achtergrond van het AVP. A.2 Beoogde onderzoekspopulatie Bijlage A Opzet van het onderzoek Arbeidsmarkt in kaart: werkgevers 2017 beschrijft de ontwikkelingen in de opvattingen en het personeelsbeleid van werkgevers ten aanzien van een aantal actuele beleidsthema

Nadere informatie

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID In opdracht van Delta Lloyd Maart 2015 1 Inhoudsopgave 1. Management Summary 2. Onderzoeksresultaten Verzuim Kennis en verzekeringen Communicatie Opmerkingen 3. Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting

Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting Marlijn Abbink-Cornelissen Marcel Haverkamp Janneke Wilschut 5 April 2016 1 Samenvatting Samenvatting Dit is het vijfde rapport van de monitor HH(T). Deze monitor inventariseert

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 2014 Willemstad, april 15 Inhoud Inleiding... 2 Methodologie... 2 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen...3 Concurrentiepositie...5 Vertrouwen in de economie...5 Vertrouwen

Nadere informatie

Centraal Kantoor Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie LEGIONELLA. dr. P. J. M. Martens

Centraal Kantoor Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie LEGIONELLA. dr. P. J. M. Martens Arbeidsinspectie Centraal Kantoor Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie LEGIONELLA Februari 2001 drs. Ö. Erdem dr. P. J. M. Martens INHOUDSOPGAVE BLZ. SAMENVATTING 1 INLEIDING 1 2 DOEL VAN HET ONDERZOEK

Nadere informatie

Vraag naar Arbeid 2015

Vraag naar Arbeid 2015 Bijlage A: Opzet van het onderzoek Auteurs Patricia van Echtelt Roelof Schellingerhout Marian de Voogd-Hamelink Bijlage A. Opzet van het onderzoek Het rapport Vraag naar Arbeid 2015 beschrijft de ontwikkelingen

Nadere informatie

Diversiteit binnen de loonverdeling

Diversiteit binnen de loonverdeling Diversiteit binnen de loonverdeling Osman Baydar en Karin Hagoort Doordat meer vrouwen en niet-westerse werken, wordt de arbeidsmarkt diverser. In de loonverdeling is deze diversiteit vooral terug te zien

Nadere informatie

Bedrijfsopleidingen in de industrie 1

Bedrijfsopleidingen in de industrie 1 Bedrijfsopleidingen in de 1 M.J. Roessingh 2 Het aantal bedrijfsopleidingen dat een werknemer in de in 1999 volgde, is sterk gestegen ten opzichte van 1993. Ook zijn er meer opleidingen gaan volgen. Wel

Nadere informatie

Ouderschapsverlof. Ingrid Beckers en Clemens Siermann

Ouderschapsverlof. Ingrid Beckers en Clemens Siermann Ouderschapsverlof Ingrid Beckers en Clemens Siermann Ruim een kwart van de werknemers in Nederland die in 24 recht hadden op ouderschapsverlof, hebben daarvan gebruik gemaakt. nemen veel vaker ouderschapsverlof

Nadere informatie

Een probleemgebruiker is meester

Een probleemgebruiker is meester Moeten werknemers op het werk getest worden op alcoholgebruik? In Nederland zijn bedrijven, vakbonden, artsen, juristen en politici nog steeds over dit vraagstuk in gesprek. Er zijn goede argumenten voor

Nadere informatie

Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties

Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties in de architectenbranche QUICKSCAN mei 2013 Inhoud Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties 3 Resultaten 6 Bureau-intermediair I Persoonlijk urenbudget 6 Keuzebepalingen

Nadere informatie

Monitor naleving rookvrije werkplek 2006

Monitor naleving rookvrije werkplek 2006 Monitor naleving rookvrije werkplek 2006 METINGEN 2004 EN 2006 B. Bieleman A. Kruize COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl Kantoor Groningen: Kantoor Rotterdam:

Nadere informatie

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2004

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2004 ONTSLAGSTATISTIEK Jaarrapportage 2004 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Arbeidsverhoudingen mei 2005 Inleiding Een arbeidsovereenkomst kan op verschillende wijzen eindigen. De gegevens

Nadere informatie

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Oktober 2013 Samenvatting Provinciebreed wordt er in 2012 met 91% van de medewerkers een planningsgesprek gevoerd, met 81% een voortgangsgesprek en met

Nadere informatie

Mannen geven veel vaker leiding dan vrouwen

Mannen geven veel vaker leiding dan vrouwen nen geven veel vaker leiding dan vrouwen Astrid Visschers en Saskia te Riele In 27 gaf 14 procent van de werkzame beroepsbevolking leiding aan of meer personen. Dit aandeel is de afgelopen jaren vrijwel

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Zzp ers in de provincie Utrecht 2013. Onderzoek naar een groeiende beroepsgroep

Zzp ers in de provincie Utrecht 2013. Onderzoek naar een groeiende beroepsgroep Zzp ers in de provincie Utrecht 2013 Onderzoek naar een groeiende beroepsgroep Ester Hilhorst Economic Board Utrecht Februari 2014 Inhoud Samenvatting Samenvatting Crisis kost meer banen in 2013 Banenverlies

Nadere informatie

Artikelen. Overwerken in Nederland. Ingrid Beckers en Clemens Siermann

Artikelen. Overwerken in Nederland. Ingrid Beckers en Clemens Siermann Overwerken in Nederland Ingrid Beckers en Clemens Siermann In 4 werkte 37 procent de werknemers in Nederland regelmatig over. Bijna een derde het overwerk is onbetaald. Overwerk komt het meeste voor onder

Nadere informatie

Arbeidsgehandicapten in Nederland

Arbeidsgehandicapten in Nederland Arbeidsgehandicapten in Nederland Ingrid Beckers In 2003 waren er in Nederland ruim 1,7 miljoen arbeidsgehandicapten; 15,8 procent van de 15 64-jarige bevolking. Het aandeel arbeidsgehandicapten is daarmee

Nadere informatie

Werkgelegenheidsonderzoek 2010

Werkgelegenheidsonderzoek 2010 2010 pr ov i nc i e g r oni ng e n Wer kgel egenhei dsonder zoek Eenanal ysevandeont wi kkel i ngen i ndewer kgel egenhei di nde pr ovi nci egr oni ngen Werkgelegenheidsonderzoek 2010 Werkgelegenheidsonderzoek

Nadere informatie

Werktijden van de werkzame beroepsbevolking

Werktijden van de werkzame beroepsbevolking Werktijden van de werkzame beroepsbevolking Ingrid Beckers Ruim de helft van de werkzame beroepsbevolking werkte in 22 op onregelmatige tijden. Werken in de avonduren en op zaterdag komt het meeste voor.

Nadere informatie

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken

Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken Januari 2015 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 5 1.1 Opzet... 5 1.2 Leeswijzer... 6 2. Inventarisatie medewerkers arbeidsbeperking...

Nadere informatie

4. SAMENVATTING. 4.1 Opzet

4. SAMENVATTING. 4.1 Opzet 4. SAMENVATTING In dit hoofdstuk wordt de samenvatting gepresenteerd van de belangrijkste resultaten van de herhaalde meting naar aantallen officieel gedoogde coffeeshops en gemeentelijk cannabisbeleid.

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

2 Arbeidsomstandigheden in Nederland

2 Arbeidsomstandigheden in Nederland 2 Arbeidsomstandigheden in Nederland 2.1 Inleiding Op basis van recente onderzoeksliteratuur geeft dit hoofdstuk een globale schets van de stand van zaken van de arbeidsomstandigheden in Nederland (paragraaf

Nadere informatie

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2005

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2005 ONTSLAGSTATISTIEK Jaarrapportage 2005 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Arbeidsverhoudingen april 2005 Inleiding Een arbeidsovereenkomst kan op verschillende wijzen eindigen. De

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 a 2513 AA 'S GRAVENHAGE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 a 2513 AA 'S GRAVENHAGE Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 a 2513 AA 'S GRAVENHAGE Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Hoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen

Hoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen Hoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen 11 Meeste werknemers tevreden met het werk Acht op de tien werknemers (zeer) tevreden met hun werk Vrouwen vaker tevreden dan mannen Werknemers

Nadere informatie

Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003

Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003 Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003 Inleiding In het arboconvenant Sociale Werkvoorziening is bepaald dat jaarlijks een vergelijkend onderzoek naar de hoogte van het ziekteverzuim

Nadere informatie

Onderzoek ten behoeve van de evaluatie Waa en Woa

Onderzoek ten behoeve van de evaluatie Waa en Woa Onderzoek ten behoeve van de evaluatie Waa en Woa Tabellenboek Datum 13 november 2003 Kenmerk SZW012 MuConsult B.V. Postbus 2054 3800 CB Amersfoort Tel. 033 465 50 54 Fax 033 461 40 21 E-mail Internet

Nadere informatie

Evaluatie betaald parkeren Noorderplantsoenbuurt en Oranjebuurt

Evaluatie betaald parkeren Noorderplantsoenbuurt en Oranjebuurt B A S I S V O O R B E L E I D Evaluatie betaald parkeren Noorderplantsoenbuurt en Oranjebuurt Evaluatie betaald parkeren Noorderplantsoenbuurt en Oranjebuurt Erik van der Werff Onderzoek en Statistiek

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquete 2018

Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Datum, maart 2019 Inleiding In november en december 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) ruim 500 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om op reguliere

Nadere informatie

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs. ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs april 2016 1

Nadere informatie

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1.1 De beroepsbevolking in 1975 en 2003 11 1.2 De werkgelegenheid in 1975 en 2003 14 Halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw trok de gemiddelde Nederlandse

Nadere informatie

De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID

De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID SECONDANT #1 MAART 2011 53 De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID door Maartje Timmermans en Miranda Witvliet De auteurs werken als onderzoeker bij

Nadere informatie

Marktonderzoek naar de markt van personeelsplanningssystemen, tijdregistratiesystemen en urenverantwoordingssystemen.

Marktonderzoek naar de markt van personeelsplanningssystemen, tijdregistratiesystemen en urenverantwoordingssystemen. Marktonderzoek naar de markt van personeelsplanningssystemen, tijdregistratiesystemen en urenverantwoordingssystemen. Uitgevoerd in opdracht van: Anneke Kersten Augustus 2009 1 Inhoudsopgave Pagina 1.

Nadere informatie

Rapport. Rapportage Bijzondere Bijstand 2013

Rapport. Rapportage Bijzondere Bijstand 2013 w Rapport Rapportage Bijzondere Bijstand 2013 T.J. Slager en J. Weidum 14 november 2014 Samenvatting In 2013 is er in totaal 374 miljoen euro door gemeenten uitgegeven aan bijzondere bijstand. Het gaat

Nadere informatie

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarapportage 2008

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarapportage 2008 ONTSLAGSTATISTIEK Jaarapportage 2008 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Arbeidsverhoudingen Mei 2009 Inleiding Een arbeidsovereenkomst kan op verschillende wijzen eindigen. De gegevens

Nadere informatie

Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013

Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 drs. W. van Ooij MarktMonitor Januari 2015 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 . Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Banenverlies tot staan gekomen. Voor het eerst in twee jaar geen banenverlies

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Banenverlies tot staan gekomen. Voor het eerst in twee jaar geen banenverlies Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-113 30 september 2005 9.30 uur Banenverlies tot staan gekomen In het tweede kwartaal van 2005 waren er vrijwel evenveel banen als in het eerste kwartaal.

Nadere informatie

een onderzoek naar arbeidssatisfactie in Nederland

een onderzoek naar arbeidssatisfactie in Nederland een onderzoek naar arbeidssatisfactie in Nederland 1 februari 2009 Ausems en Kerkvliet, arbeidsmedisch adviseurs Hof van Twente www.aenk.nl Onderzoeksrapport JobMeter 2009 Inleiding Ausems en Kerkvliet,

Nadere informatie

Ontwikkeling werkgelegenheid in % 2 1,7 1,5 1,1 0,5 -0,5 -1,5 -1,4. -2 Totaal banen Grote banen Kleine banen

Ontwikkeling werkgelegenheid in % 2 1,7 1,5 1,1 0,5 -0,5 -1,5 -1,4. -2 Totaal banen Grote banen Kleine banen Het betreft de uitkomsten van het werkgelegenheidsonderzoek 2017. Deze factsheet is een visuele weergave van de ontwikkeling van de Friese werkgelegenheid. Het Friese werkgelegenheidsregister maakt onderdeel

Nadere informatie

MKB-ondernemer geeft grenzen aan

MKB-ondernemer geeft grenzen aan M0040 MKB-ondernemer geeft grenzen aan Reactie van MKB-ondernemers op wetswijzigingen in sociale zekerheid Florieke Westhof Peter Brouwer Zoetermeer, 0 april 004 MKB-ondernemer geeft grenzen aan Ondernemers

Nadere informatie

Mede mogelijk gemaakt door de RPC s in Limburg

Mede mogelijk gemaakt door de RPC s in Limburg Onderzoek Criminaliteit onder het Limburgse bedrijfsleven Mede mogelijk gemaakt door de RPC s in Limburg Inleiding Veilig ondernemen is een belangrijk thema bij de Kamer van Koophandel. Jaarlijks wordt

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal banen in Nederland daalt. Banenverlies bedrijfsleven loopt steeds sterker op

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal banen in Nederland daalt. Banenverlies bedrijfsleven loopt steeds sterker op Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB03-161 3 september 2003 9.30 uur Aantal banen in Nederland daalt Het aantal banen van werknemers in Nederland in het tweede kwartaal van 2003 is 22 duizend

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

Toolbox NL_19b_ Alcohol op het werk rev.1. VCA invorm.eu. VCA invorm

Toolbox NL_19b_ Alcohol op het werk rev.1. VCA invorm.eu. VCA invorm Alcohol op het werk Toolbox 1 De Wet Het gebruik van alcohol op het werk is niet bij de wet verboden. Wel is bij de wet geregeld dat de werkgever een werknemer mag ontslaan, wanneer deze zich ondanks waarschuwing

Nadere informatie

8b. (0,5 VE) Op welke manier wordt de blootstelling aan gevaarlijke stoffen beoordeeld? Geschat Gemeten Weet niet

8b. (0,5 VE) Op welke manier wordt de blootstelling aan gevaarlijke stoffen beoordeeld? Geschat Gemeten Weet niet Beleid en maatregelen vanuit bedrijf 7. (1 VE) Treft uw onderneming maatregelen gericht op het werken met gevaarlijke stoffen? (Toelichting: We bedoelen daarmee concrete maatregelen om de gezondheidsrisico

Nadere informatie

Dit voorbeeld alcoholbeleid is gebaseerd op het beleid van de Hamelandgroep Hacron en dient ter inspiratie voor andere SW bedrijven.

Dit voorbeeld alcoholbeleid is gebaseerd op het beleid van de Hamelandgroep Hacron en dient ter inspiratie voor andere SW bedrijven. Voorbeeld alcoholbeleid Sociale Werk voorziening 1. Inleiding Dit voorbeeld alcoholbeleid is gebaseerd op het beleid van de Hamelandgroep Hacron en dient ter inspiratie voor andere SW bedrijven. Binnen

Nadere informatie

Dip in aantal bedrijven dat aan bewegingsstimulering doet.

Dip in aantal bedrijven dat aan bewegingsstimulering doet. Dip in aantal bedrijven dat aan bewegingsstimulering doet. Monique Simons, Claire Bernaards, Vincent H. Hildebrandt, TNO Kwaliteit van leven Inleiding Sinds 1996 meet TNO periodiek hoeveel bedrijven in

Nadere informatie

Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 27565 Alcoholbeleid Nr. 133 Herdruk 1 Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 6 mei 2015 Vanuit de Drank-

Nadere informatie

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 44 t/m Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 44 t/m Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers. Rapport monitor Opvang asielzoekers week 44 t/m 47 2015 Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers 23 november 2015 Projectnummer: 20645 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in 2019 Een korte terugblik op 2018 en verwachtingen van UWV en werkgevers voor januari 2019

De arbeidsmarkt in 2019 Een korte terugblik op 2018 en verwachtingen van UWV en werkgevers voor januari 2019 De arbeidsmarkt in 2019 Een korte terugblik op 2018 en verwachtingen van UWV en werkgevers voor 2019 29 januari 2019 In 2018 nam het aantal banen flink toe en ontstonden meer dan 1 miljoen vacatures. De

Nadere informatie

Financiering in het MKB

Financiering in het MKB M201004 Financiering in het MKB Onderzoek naar de financieringsbehoefte per provincie Johan Snoei Abdelfatah Ichou Zoetermeer, maart 2010 Financiering in het MKB Financieringsbehoefte in het MKB verschilt

Nadere informatie

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2006

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2006 ONTSLAGSTATISTIEK Jaarrapportage 2006 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Arbeidsverhoudingen juli 2007 Inleiding Een arbeidsovereenkomst kan op verschillende wijzen eindigen. De gegevens

Nadere informatie

Werkloosheid Redenen om niet actief te

Werkloosheid Redenen om niet actief te Sociaal Economische Trends 2013 Sociaaleconomische trends Werkloosheid Redenen 2004-2011 om niet actief te zijn Stromen op en duren de arbeidsmarkt Werkloosheidsduren op basis van de Enquête beroepsbevolking

Nadere informatie

Onderzoek Behoefte van werknemers aan een inzetbaarheidstest

Onderzoek Behoefte van werknemers aan een inzetbaarheidstest Onderzoek Behoefte van werknemers aan een inzetbaarheidstest Inhoud Samenvatting 3 1 Inleiding 4 1.1 Aanleiding 4 1.2 Representativiteit 4 2 Resultaten 5 2.1 Werken tot aan het pensioen 5 2.2 Aandacht

Nadere informatie

ENERGIE ENQUÊTE VOORJAAR 2012

ENERGIE ENQUÊTE VOORJAAR 2012 ENERGIE ENQUÊTE VOORJAAR 2012 2 INHOUD Management samenvatting... 3 Respondenten... 3 Conclusies... 4 1. Inleiding... 6 2. Uitkomsten per vraag... 6 2.1 Energie en energiebesparing binnen de organisatie...

Nadere informatie

Loopbanen van geowetenschappers

Loopbanen van geowetenschappers Loopbanen van geowetenschappers Midden 4 is een grootschalig onderzoek naar de loopbanen van geowetenschappers afgerond. Dit onderzoek is uitgevoerd op initiatief en onder begeleiding van GAIA, het netwerk

Nadere informatie

Check Je Kamer Rapportage 2014

Check Je Kamer Rapportage 2014 Check Je Kamer Rapportage 2014 Kwantitatieve analyse van de studentenwoningmarkt April 2015 Dit is een uitgave van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Voor vragen of extra informatie kan gemaild worden

Nadere informatie

Subsidiënt: Ministerie van VWS. Zorgverleners werken liever met interne oproepkrachten dan met personeel van buitenaf

Subsidiënt: Ministerie van VWS. Zorgverleners werken liever met interne oproepkrachten dan met personeel van buitenaf De gegevens in deze factsheet mogen met bronvermelding (E.E.M. Maurits, A.J.E. de Veer & A.L. Francke. Zorgverleners werken liever met interne dan met personeel van buitenaf. Utrecht: NIVEL, 2013) worden

Nadere informatie

Rapportage Medewerkerstevredenheidsonderzoek

Rapportage Medewerkerstevredenheidsonderzoek Rapportage Medewerkerstevredenheidsonderzoek 2017 Versie 1.0.0 Drs. J.J. Laninga maart 2016 MTO-CQI www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde medewerkerstevredenheidsonderzoek

Nadere informatie

Verzuimanalyse MBO-sector

Verzuimanalyse MBO-sector Verzuimanalyse MBO-sector 3 e kwartaal 2011 t/m 2 e kwartaal 2012 MBO Raad Woerden, November 2012 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Het genereren van de verzuimgegevens... 4 3. Van registratie naar

Nadere informatie

Vakantiewerk in het mkb 2004

Vakantiewerk in het mkb 2004 Vakantiewerk in het mkb 2004 Koninklijke Vereniging MKB-Nederland Delft, 3 augustus 2004 Contactpersoon: dhr. drs. A. van Delft : 015 21 91 255, e-mail: delft@mkb.nl Copyright Koninklijke Vereniging MKB-Nederland,

Nadere informatie

Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus'

Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus' Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus' Aansluiting mbo-opleidingen op de arbeidsmarkt gev16-0731mr/bes_alg 1 1. Inleiding Aanleiding en achtergrond onderzoek Op 14 oktober 2015 heeft Tweede Kamerlid

Nadere informatie

Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk

Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk M201210 Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk Arjan Ruis Zoetermeer, september 2012 Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk De leeftijd van de ondernemer blijkt

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 28 juni 2018 Voorbehouden bij de woningaankoop

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 28 juni 2018 Voorbehouden bij de woningaankoop > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Directie Woningmarkt Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag

Nadere informatie

Onderzoek Toegevoegde waarde OHSAS 18001-certificatie Samenvatting en conclusies

Onderzoek Toegevoegde waarde OHSAS 18001-certificatie Samenvatting en conclusies Onderzoek Toegevoegde waarde OHSAS 18001-certificatie Samenvatting en conclusies 26 juni 2013 > Samenvatting 2 > Conclusies 5 1 Samenvatting en conclusies Deze samenvatting en conclusies komen uit het

Nadere informatie

RESULTATEN CONJUNCTUURENQUETE 1STE HELFT 2018

RESULTATEN CONJUNCTUURENQUETE 1STE HELFT 2018 RESULTATEN CONJUNCTUURENQUETE 1STE HELFT 2018 Willemstad, september 2018 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Investeringsbelemmeringen Vertrouwen in de economie... 4 Vertrouwen in de toekomst... 5 Perceptie investeringsklimaat...

Nadere informatie

Monitor Werkgeversbijdragen Kinderopvang

Monitor Werkgeversbijdragen Kinderopvang Monitor Werkgeversbijdragen Kinderopvang Eindrapport Een onderzoek in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Marieke Vossen

Nadere informatie

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Clemens Siermann en Henk-Jan Dirven De uitstroom van 50-plussers uit de werkzame beroepsbevolking is de laatste jaren toegenomen. Een kwart van deze

Nadere informatie

Fluchskrift Wurkgelegenheid

Fluchskrift Wurkgelegenheid Fluchskrift Wurkgelegenheid Werkgelegenheidsregister Provincie Fryslân Het betreft voorlopige uitkomsten van het werkgelegenheidsonderzoek 2013. In afwachting op de landelijke cijfers zijn eventuele correcties

Nadere informatie

M201218. Meer snelgroeiende bedrijven en meer krimpende bedrijven in Nederland

M201218. Meer snelgroeiende bedrijven en meer krimpende bedrijven in Nederland M201218 Meer snelgroeiende bedrijven en meer krimpende bedrijven in Nederland drs. D. Snel drs. N. Timmermans Zoetermeer, november 2012 Relatief veel snelgroeiende bedrijven in Nederland In deze rapportage

Nadere informatie

OMNIBUSONDERZOEK NOORD- KENNEMERLAND 2005 PSYCHISCHE GEZONDHEID

OMNIBUSONDERZOEK NOORD- KENNEMERLAND 2005 PSYCHISCHE GEZONDHEID OMNIBUSONDERZOEK NOORD- KENNEMERLAND 2005 PSYCHISCHE GEZONDHEID Gemeente Alkmaar afdeling Onderzoek en Statistiek februari 2006 auteur: Monique van Diest afdeling Onderzoek en Statistiek gemeente Alkmaar

Nadere informatie

Alcohol- en drugpreventie op de werkvloer

Alcohol- en drugpreventie op de werkvloer Alcohol- en drugpreventie op de werkvloer M A A I K E D E C O N I N C K C G G VA G G A B O O M G A A R D S T R A A T 7 2018 A N T W E R P E N 0 3. 2 5 6. 9 1. 4 1 W W W. V A G G A. B E Eigen normen en

Nadere informatie

Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar

Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar - Factsheet - Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar NIGZ, Project Alcohol Voorlichting en Preventie 3 juli 2003 Inleiding Het NIGZ voert elk jaar, als onderdeel van het Alcohol

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral minder banen in industrie en zakelijke dienstverlening

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral minder banen in industrie en zakelijke dienstverlening Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-252 10 december 2002 9.30 uur Werkgelegenheid groeit in de zorg en daalt in het bedrijfsleven In het derde kwartaal van 2002 is het aantal banen van

Nadere informatie

Het belang van begeleiding

Het belang van begeleiding Het belang van begeleiding Langdurig zieke werknemers 9 en 18 maanden na ziekmelding vergeleken Lone von Meyenfeldt Philip de Jong Carlien Schrijvershof Dit onderzoek is financieel mogelijk gemaakt door

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Cijfers. Tatoeages. Een analyse van OBiN-gegevens

Cijfers. Tatoeages. Een analyse van OBiN-gegevens Cijfers Tatoeages Een analyse van OBiN-gegevens Tatoeages Een analyse van OBiN-gegevens Christine Stam Uitgegeven door VeiligheidNL Postbus 75169 1070 AD Amsterdam www.veiligheid.nl Aanvraag 2015.130 Cijfers

Nadere informatie

Rapport klanttevredenheid 2013

Rapport klanttevredenheid 2013 Rapport klanttevredenheid 2013 2014.1.73 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Procedure nieuwe verhuur 4 3. 3.1 Reparatieverzoeken Resultaten afgehandelde enquêtes Meerssen 2013 5 5 4. Procedure vertrekkende

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Werknemers positief over arbeidsomstandigheden, maar negatief over doorwerken tot 65 jaar

Werknemers positief over arbeidsomstandigheden, maar negatief over doorwerken tot 65 jaar Werknemers positief over arbeidsomstandigheden, maar negatief over doorwerken tot 65 Christianne Hupkens (CBS) en Peter Smulders (TNO) Zeven van de tien werknemers zijn tevreden over hun arbeidsomstandigheden.

Nadere informatie

Verzuimcijfers 2010 sector Gemeenten

Verzuimcijfers 2010 sector Gemeenten Verzuimcijfers 00 sector Gemeenten A+O fonds Gemeenten, april 0 Ziekteverzuim bij gemeenten daalt licht tot, procent in 00 Het ziekte van gemeenten is in 00 licht gedaald tot, procent. Ten opzichte van

Nadere informatie

Uitgaan jarigen in Roosendaal. Een rapportage over het uitgaansgedrag van jarigen en hun wensen m.b.t. uitgaansmogelijkheden.

Uitgaan jarigen in Roosendaal. Een rapportage over het uitgaansgedrag van jarigen en hun wensen m.b.t. uitgaansmogelijkheden. Uitgaan 16-17 jarigen in Roosendaal Een rapportage over het uitgaansgedrag van 16-17 jarigen en hun wensen m.b.t. uitgaansmogelijkheden. Colofon Gemeente Roosendaal Afdeling Bedrijfsondersteuning Team

Nadere informatie

Effecten van cliëntondersteuning. Samenvatting van een haalbaarheidsonderzoek naar de meetbaarheid van door de cliënt ervaren effecten

Effecten van cliëntondersteuning. Samenvatting van een haalbaarheidsonderzoek naar de meetbaarheid van door de cliënt ervaren effecten Effecten van cliëntondersteuning Samenvatting van een haalbaarheidsonderzoek naar de meetbaarheid van door de cliënt ervaren effecten MEE Nederland, 4 februari 2014 1. Inleiding In deze samenvatting beschrijven

Nadere informatie

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011 Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011 In deze notitie van het UWV WERKbedrijf worden de actuele ontwikkelingen op de regionale arbeidsmarkt kort toegelicht. Vanuit diverse bronnen is

Nadere informatie

Alcohol en hersenontwikkeling bij jongeren. Nr. 2018/23, Den Haag, 17 december Samenvatting

Alcohol en hersenontwikkeling bij jongeren. Nr. 2018/23, Den Haag, 17 december Samenvatting Alcohol en hersenontwikkeling bij jongeren Nr. 2018/23, Den Haag, 17 december 2018 Samenvatting Alcohol en hersenontwikkeling bij jongeren pagina 2 van 5 Alcoholconsumptie brengt risico s met zich mee.

Nadere informatie

Rapportage bijzondere bijstand 2014

Rapportage bijzondere bijstand 2014 Rapport Rapportage bijzondere bijstand 2014 Vinodh Lalta Thomas Slager 30 oktober 2015 CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag +31 70 337 38 00 www.cbs.nl projectnummer

Nadere informatie

Structurele ondernemingsstatistieken

Structurele ondernemingsstatistieken 1 Structurele ondernemingsstatistieken - Analyse Structurele ondernemingsstatistieken Een beeld van de structuur van de Belgische economie in 2012 en de mogelijkheden van deze databron De jaarlijkse structurele

Nadere informatie

Factsheet 24 november 2010 LO

Factsheet 24 november 2010 LO Factsheet 24 november 2010 LO Ledenonderzoek Flexmigranten 2010 Elk jaar bevraagt de ABU zijn leden over de groep flexmigranten. Daaruit komt zeer bruikbare informatie over deze specifieke groep uitzendkrachten.

Nadere informatie