Botanisch onderzoek aan enkele grondmonsters uit het komgebied van de rivier de Dubbel in Dordrecht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Botanisch onderzoek aan enkele grondmonsters uit het komgebied van de rivier de Dubbel in Dordrecht"

Transcriptie

1 BIAXiaal 334 Botanisch onderzoek aan enkele grondmonsters uit het komgebied van de rivier de Dubbel in Dordrecht H. van Haaster K. Hänninen September 2007 BIAX C o n s u l t Onderzoeks- en Adviesbureau voor Biologische Archeologie en Landschapsreconstructie

2 Colofon Titel: BIAXiaal 334 Botanisch onderzoek aan enkele grondmonsters uit het komgebied van de rivier de Dubbel in Dordrecht Auteurs: H. van Haaster & K. Hänninen Opdrachtgever: Gemeente Dordrecht, Bureau Monumentenzorg en Archeologie ISSN: BIAX Consult, Zaandam, 2007 Correspondentie adres: BIAX Consult Hogendijk AL Zaandam tel: fax:

3 BIAXiaal Inleiding In 2006 heeft het Dordts Archeologisch Centrum onder leiding van Mark Spanjer een opgraving verricht in het stadsdeel Krispijn in Dordrecht. 1 Uit booronderzoek was gebleken dat op deze locatie een laat-middeleeuwse boerderij met bijbehorend erf zou kunnen liggen. Dit bleek echter niet het geval te zijn. Tijdens de opgraving zijn wel komafzettingen van de rivier de Dubbel aangetroffen. Het gaat om humeuze en minder humeuze kleilagen die op het Hollandveen zijn afgezet. Deze afzettingen zijn ook elders in Dordrecht, o.a. op een locatie aan de Haaswijkweg, aangetroffen. 2 Voor de ontwikkeling van Dordrecht is de Dubbel van groot belang geweest. Er bestaan echter nog veel vragen over de datering, precieze ligging en de grootte van deze rivier. Dit komt voornamelijk omdat de meeste restanten ervan door de St. Elisabtethsvloed in 1421 zijn verdwenen. Vast staat dat de Dubbel oorspronkelijk een zijtak van de benedenloop van het Oude Maasje heeft gevormd. Tussen 1230 en 1270 AD is het Oude Maasje afgedamd waardoor de Dubbel en het Oude Maasje geen water meer ontvingen uit de Maas. 3 Desondanks bleef de restgeul van de Dubbel nog enige tijd watervoerend. Pas tussen 1320 en 1405 AD werd de restgeul volledig opgevuld. 4 De beginfase van de Dubbel werd in eerste instantie voorzichtig gedateerd rond 275 AD. 5 Pogingen van Weerts et al. in 2003 om de beginfase te dateren leverde een problematische (te jonge) datering op. 6 In 2006 zijn tijdens onderzoek op de locatie Haaswijkweg-west plantenresten uit de top van het onder de komafzettingen gelegen veenpakket gedateerd op ca en 858 cal. BC. 7 Destijds werd geconcludeerd dat deze datering mogelijk ouder is dan de echte beginfase van de Dubbel, omdat het oorspronkelijke oppervlak van het veenpakket immers geoxideerd kan zijn. Ook de datering van de eindfase van de Dubbel is nog niet zeker, deze wordt voorlopig geschat in de eerste helft van de 12 e eeuw AD. 8 Al met al blijven er dus nog steeds vragen open over de datering van de rivier, reden waarom uit de in Krispijn aangetroffen komafzettingen twee monsters zijn genomen voor ouderdomsbepaling. Ten behoeve van het hier te bespreken botanisch onderzoek zijn monsters genomen uit zeer humeuze, venige lagen die op de locatie Krispijn in de komafzettingen van de Dubbel zijn aangetroffen. Waarschijnlijk vertegenwoordigen deze lagen fasen van verminderde fluviatiele activiteit, waardoor zich in het komgebied veen kon vormen. Uit de lagen zijn monsters genomen voor pollenonderzoek en onderzoek aan botanische macroresten. Het doel van dit onderzoek was een indruk te krijgen van de milieuomstandigheden en (eventuele) menselijke activiteit in de nabije en wijdere omgeving van de monsterlocatie. Omdat botanische macroresten (relatief grote plantenresten als zaden, vruchten, bladresten etc.) zich niet ver van de bron verspreiden, levert de analyse hiervan vooral een beeld op van de locale vegetatie en/of menselijke activiteit. Pollen verspreidt zich over het algemeen over grotere afstanden, zodat analyse hiervan ook een beeld oplevert van de milieuomstandigheden op grotere afstand rond een monsterlocatie. Uiteraard komt ook veel pollen nagenoeg op dezelfde plaats terecht als 1 De centrumcoördinaten van de vindplaats zijn ,104/ , Zuidhoff Fockema Andrea, 1950 en Ramaer, 1899 in Weerts et al., Weerts et al., ± 60 BP, UtC-1604 dit is de beginfasedatering van de Maas die mogelijk gelijk is aan de beginfase van het Oude Maasje (Berendsen & Stouthamer, 2001). 6 Weerts et al ± 50 BP en 2920 ± 59 BP (Zuidhoff 2006). 8 Weerts et al

4 BIAXiaal waar het geproduceerd wordt. Door de combinatie met het macrorestenonderzoek kunnen we dit locaal geproduceerde pollen echter eenvoudig herkennen en zo ook een betrouwbaarder beeld krijgen van de vegetatie in de wijdere omgeving. 2. Methode 2.1 BOTANISCHE MACRORESTEN Uit het profiel door de komafzettingen zijn uit vier boven elkaar liggende humeuze/venige lagen evenzoveel monsters op botanische macroresten onderzocht. Het onderzoek aan deze monsters is in twee fasen uitgevoerd. De eerste fase bestond uit het inventariseren van de inhoud. Hierbij werd de conserveringstoestand, rijkdom en globale soortensamenstelling van de plantenresten in de monsters onderzocht. Het doel van dit onderzoek was het vaststellen van de waarde van de monsters voor een eventueel gedetailleerd vervolgonderzoek. Dit werk is gedaan door L. Kubiak-Martens. Uit de inventarisatie bleek dat alle monsters rijk zijn aan onverkoolde plantenresten. In overleg met de opdrachtgever is daarom besloten alle monsters te analyseren. De analyse is verricht door K. Hänninen. Een overzicht van de onderzochte monsters met hun contextgegevens wordt gegeven in tabel 1. De monsters, met een volume van 5 liter, zijn gezeefd met als kleinste maaswijdte 0,25 mm. Tabel 1 Dordrecht-Krispijn, overzicht van geanalyseerde monsters. vondstnr. context positie volume (l) 29 humeuze komafzetting bovenste 5 26 humeuze komafzetting humeuze komafzetting huemuze komafzetting onderste POLLEN Ten behoeve van het pollenonderzoek zijn van de zelfde niveaus als de macrorestenmonsters pollenmonsters genomen. Deze monsters zijn chemisch behandeld volgens de acetolysemethode van Erdtman. 9 Dit werk is gedaan door M. Konert van het Laboratorium voor Sedimentanalyse van de Vrije Universiteit in Amsterdam. 10 Om pollenconcentratie-berekeningen mogelijk te maken, zijn aan elk monster Lycopodiumsporen toegevoegd. 11 De preparaten zijn met een doorvallend-lichtmicroscoop bij een vergroting van 750 maal geanalyseerd. Indien nodig zijn determinaties verricht bij een vergroting van 1200 maal en/of door middel van fase-contrastmicroscopie. De pollenanalyses zijn verricht door M. van Waijjen. De resultaten van het pollenonderzoek staan weergegeven in bijlage 2. In het meest linker deel van dit diagram wordt de verhouding boompollen ten opzichte van het nietboompollen weergegeven. Deze verhouding wordt wel eens gebruikt om uitspraken te doen over de openheid van het landschap rond een monsterlocatie. Zo is uit pollenonderzoek in recente vegetaties gebleken dat boompollenpercentages van minder dan 25% duiden op een open landschap. Bij een percentage van meer dan 55% is sprake 9 Erdtman 1960; Fægri et al Faculteit Aard- en Levenswetenschappen. 11 Stockmarr 1971.

5 BIAXiaal van bos, terwijl bij een percentage tussen 25 en 55% sprake is van open bos of een bosrandsituatie. 12 In het overige deel van bijlage 2 staan de individuele pollenpercentagecurven verdeeld over een aantal ecologische groepen weergegeven. Voor de bepaling van het relatieve aandeel van de verschillende pollentypen in de monsters is als uitgangspunt een totaalpollensom van bomen, struiken en kruiden gebruikt. Hierbij is het totaal aantal getelde pollenkorrels per monster op 100% gesteld. De percentages van de overige pollentypen, sporen en andere microfossielen zijn uitgedrukt op basis van de totale pollensom per monster. Omdat uit het onderzoek bleek dat els (Alnus) op sommige niveaus een belangrijker deel uitmaakte van de locale vegetatie dan op andere niveaus, is besloten dit pollen uit de pollensom weg te laten, omdat dit schijnbare veranderingen in de aanwezigheid van andere kruiden en bomen teweeg zou brengen. De percentages zijn immers berekend op basis van het totaal aantal getelde pollenkorrels per monster. Bij de berekening van de boompollen-nietboompollenverhouding die in het linker deel van het diagram in bijlage 1 is weergegeven, is het pollen van els ook niet meegenomen. Sporen van varens en mossen, alsmede andere microfossielen zijn eveneens niet in de berekening van de boompollen-nietboompollenverhouding meegenomen C-DATERING Ten behoeve van ouderdomsbepaling van zijn twee monsters geselecteerd en gedateerd door het Poznań Radiocarbon Laboratory in Polen. Het gedateerde materiaal betreft vrouwelijke katjes van els (Alnus) uit de onderste (vnr 28) en bovenste (vnr. 29) humeuze/venige laag. Een overzicht van de gedateerde monsters wordt gegeven in tabel 2. Voor een gedetailleerd overzicht van de calibratiegegevens wordt verwezen naar bijlage 3. Tabel 2 Dordrecht-Krispijn, overzicht van 14 C-monsters. vondstnr. lab. nr. datering BP gecalibreerd (2σ) 29 Poz ± 30 BP BC 28 Poz ± 30 BP BC 3. Resultaten 3.1 MACRORESTEN De resultaten van het macrorestenonderzoek staan in bijlage 1. De monsters staan in de tabel gerangschikt volgens hun stratigrafische positie waarbij het diepste (oudste) monster (M28) aan de linkerkant staat weergegeven. Er zijn uitsluitend onverkoolde resten van wilde planten gevonden. Deze zijn onderverdeeld op basis van hun voorkomen in recente vegetaties. 13 Opvallend is het verschil in soortenrijkdom van de lagen: terwijl de onderste (M28) en de bovenste (M29) monsters relatief veel soorten bevatten, zijn de tussenliggende lagen (M27 en M26) vrij soortenarm. Dit maakt een vergelijking van de monsters moeilijk. De meeste aangetroffen soorten zijn kenmerkend voor oevervegetaties langs zoet, zwakstromend water, of moerassen waar het grondwater een groot deel van het jaar boven het maaiveld staat. Ook in natte graslanden komen deze soorten vaak voor. Dit hoeft niet te betekenen dat in het komgebied sprake was van zowel natte graslanden als 12 Groenman-Van Waateringe 1986, Tamis 2004.

6 BIAXiaal oevers of moerassen. Onder (semi-)natuurlijke omstandigheden gaan oever- en graslandvegetaties vaak gelijdelijk in elkaar over en staan officiële oeverplanten vaak in natte graslanden. Veel van de oeverplanten kunnen ook voorkomen op enigszins open (lichte) plekken in elzenbroekbossen; dit geldt ook voor de bij de bosplanten ingedeelde grote brandnetel (Urtica dioica). Dat elzen in de nabije omgeving een belangrijk aandeel in de vegetatie hadden, blijkt uit de grote hoeveelheden macroresten en pollen die we van deze boom hebben gevonden. Opvallend is de relatief goede vertegenwoordiging van scherpe en/of kruipende boterbloem (Ranunculus acris/repens) in de gehele periode die het profiel beslaat. Aan de zaden is niet te zien van welke soort zij afkomstig zijn. Gezien de combinatie aan soorten waarin de zaden zijn gevonden, gaat het waarschijnlijk om de kruipende boterbloem. Deze boterbloem kan onder natuurlijke omstandigheden op zeer natte plaatsen voorkomen, in tegenstelling tot de scherpe boterbloem die juist de natste standplaatsen mijdt. Kruipende boterbloem is een zogenaamde constante soort in een plantengemeenschap die officieel Elzenzegge-Elzenbroek (Carici elongatae-alnetum) genoemd wordt. Dit bostype komt in West-Nederland voor in laagveenmoerassen met een venige ondergrond die dunner is dan ca. 1 meter. 14 De groep waterplanten is in de monsters M28 en M29 het best vertegenwoordigd met drijvend fonteinkruid (Potamogeton natans), schedefonteinkruid (Potamogeton pectinatus), eendenkroos (Lemna) en sterrenkroos (Callitriche). In de beide tussenliggende lagen ontbreken resten van waterplanten nagenoeg. Beide fonteinkruidsoorten vormen geen zaden als ze groeien in snelstromend water. De milieuomstandigheden moeten tijdens de vorming van de onderste en bovenste lagen dus redelijk stabiel zijn geweest, hoewel de waterstand waarschijnlijk mogelijk hoger stond dan tijdens de vorming van de middelste lagen. Goudzuring (Rumex maritimus) is een pionierplant die vooral groeit op de bodem van drooggevallen wateren. 15 De soort is gevonden in de lagen M28 en M29. Zilte zegge (Carex distans), gevonden in de lagen M28 en M29, groeit in brakke en zilte milieus op plaatsen die alleen bij stormvloed overstroomd worden en die onder invloed staan van toestromend zoet water. 16 Ook enkele andere van de hier gevonden (zegge)soorten kunnen in brakke milieus groeien, maar het grootste deel van de aangetroffen soorten is zoutmijdend. We denken daarom dat de zoutindicatoren verspoeld zijn. In de groep bosplanten is els (Alnus) het beste vertegenwoordigd. Van deze boomsoort zijn zeer veel macroresten (en pollen) in de onderzochte monsters gevonden. Elzen groeien onder natuurlijke omstandigheden vaak op plaatsen die s winters onder water staan. In de zomer droogt de bodem oppervlakkig uit, maar blijft drassig. De linde (Tilia cordata/platyphyllos) is echter een boom van gerijpte, droge grond. Het is niet waarschijnlijk dat zij in de directe omgeving van de monsterlocatie heeft gestaan. Mogelijk is het zaad door overstromingswater aangevoerd. Als we de resultaten van het macrorestenonderzoek in chronologische volgorde bezien, dan kan het volgende worden geconcludeerd. In de gehele periode die het onderzochte profiel beslaat, waren elzen nadrukkelijk aanwezig. Het onderzoek laat geen uitspraken toe over het relatieve aandeel van elzen in de verschillende perioden waarin de lagen gevorm zijn. Vast staat wel dat meerdere elzen locaal aanwezig waren. Mogelijk was er sprake van een elzenbroekbos. Tijdens de gehele periode waren ook planten uit natte graslanden, oevers en moerassen aanwezig. De planten kunnen langs de randen van het elzenbroek of op open plekken in het bos gestaan hebben. 14 Stortelder, Schaminée & Hommel 1999, Weeda et al. 1985, Weeda et al. 1994, 290.

7 BIAXiaal POLLEN De resultaten van het pollenonderzoek staan vermeld in bijlage 2. Het pollen was over het algemeen goed geconserveerd. In alle monsters kon een in statistisch opzicht betrouwbare pollensom worden geteld. De resultaten worden hieronder in chronologische volgorde (van oud naar jong) besproken De onderste laag (vondstnummer 28). Het monster uit de onderste laag wordt gekenmerkt door een zeer hoog percentage boompollen. Dit betekent dat in de directe omgeving veel bomen stonden. De belangrijkste boom was de els (Alnus). Elzen groeien bijvoorkeur op plaatsen die s winters onder water staan en s zomers oppervlakkig uitdrogen. Bomen van drogere standplaatsen zijn aanzienlijk minder goed vertegenwoordig. Alleen de hazelaar (Corylus avellana) is nog redelijk goed vertegenwoordigd. Hazelaars groeien meestal op lichte, min of meer vochtige grond. In de ondergrond bevindt zich vaak een zware klei- of leemlaag. Van alle inheems bomen verdraagt de hazelaar de meeste schaduw. De bomen doen het daarom goed onder een niet al te dicht scherm van andere, hogere bomen zoals eiken of beuken. Voor de bloei hebben hazelaars echter wel licht nodig. Daarom bloeien de bomen vaak al heel vroeg in het voorjaar als andere bomen nog geen blad gevormd hebben. Pollen van kruidige planten is in het onderste monster nauwelijks gevonden. Op open plekken in het elzenbos of aan de rand daarvan hebbende enkele lichtminnende moerasplanten gestaan zoals kattenstaart (Lythrum salicaria), watertorkruid (Oenanthe aquatica), moerasvarens en/of kamvarens (Dryopteris type) en cypergrassen (Cyperaceae). In het monster zijn vrijwel geen pollen/sporen van waterplanten of algen gevonden De tweede laag (vondstnummer 27) Het aandeel van boompollen is vergeleken met de onderste laag verminderd. Het boompollenpercentage ligt op het niveau van vondstnummer 27 op ca. 65%. Ook op dit niveau is els de belangrijkste boomsoort in de directe omgeving. Op hoger gelegen plaatsen in de omgeving lijkt het aandeel van bomen van drogere standplaatsen iets toe te nemen. Voorbeelden hiervan zijn eik (Quercus), iep (Ulmus) en den (Pinus). Het pollen van berk is vergeleken met de vorige fase ook iets toegenomen, maar dit kan zowel van zachte berk (Betula pubescens, natte standplaatsen) als van ruwe berk (Betula pendula, droge standplaatsen) afkomstig zijn. In de kruidige vegetatie is het aandeel van moerasvarens of kamvarens toegenomen. Moerasvarens groeien bij voorkeur op plaatsen waar matig voedselrijk, zwak zuur water tot bijna aan het oppervlak staat. Vaak maken de moerasvarens bij toenemende verzuring plaats voor kamvarens (Dryopteris cristata), een niervarensoort die ook sporen produceert van het Dryopteris type De derde laag (vondstnummer 26) Het boompollenpercentage is op dit niveau verder gedaald en bedraagt nu ca. 48%. Nog steeds is els de belangrijkste boomsoort in de directe omgeving, maar haar aandeel in het pollenspectrum is vergeleken met de vorige fasen wel afgenomen. Het aandeel van moerasplanten is echter groter geworden, hetgeen er op duidt dat er zich meer open plekken in het elzenbos bevinden waar cypergrassen, grassen (waarschijnlijk riet, Phragmites australis) en moerasvarens zich konden uitbreiden. Ook zijn in het monster meer graslandplanten gevonden alsmede enkele onkruiden die vaak in verband worden gebracht met menselijke activiteit. Voorbeelden hiervan zijn smalle weegbree (Plantago lanceolata), perzikkruid (Persicaria maculosa type) en alsem (Artemisia).

8 BIAXiaal De bovenste laag (vondstnummer 29) Het boompollenpercentage is vergeleken met de vorige fase vrijwel gelijk gebleven (ca. 51%). Het aandeel van els in het pollenbeeld is echter verder teruggelopen. Opvallend is dat in het bovenste monster het aandeel van graslandplanten is gestegen. Het gaat bijvoorbeeld om pollen van boterbloem (Ranunculus), zuring (Rumex acetosa en Rumex acetosella) en weegbree (Plantago lanceolata). De individuele percentages van deze pollentypen zijn laag, maar dat komt omdat het pollen van graslandplanten zich over het algemeen slecht verspreidt. Hoewel de individuele percentages laag zijn, is de aanwezigheid van de soorten wel een aanwijzing voor de aanwezigheid van graslandvegetaties in de nabije omgeving. Het pollen van gras is ook goed vertegenwoordigd, maar het is helaas niet duidelijke of dit pollen van echte grassen afkomstig is of van oeverplanten zoals riet of rietgras. Ook de hierboven genoemde indicatoren voor menselijke invloed zijn in het bovenste monster weer aanwezig. Behalve deze soorten is ook een pollenkorrel van het graantype gevonden C DATERING De resultaten (zie tabel 2 en bijlage 3) zijn ouder dan verwacht, waardoor in eerste instantie de indruk wordt gewekt dat ouder, verspoeld materiaal is gedateerd. De dateringen komen echter redelijk overeen met de resultaten die eerder werden behaald tijdens onderzoek op de locatie Haaswijkweg (ca en 858 cal. BC). Bovendien komen de dateringen dicht in de buurt van de beginfasedatering van de Dussen of de Alm (door Berendsen en Stouthamer gedateerd op 2980 BP respectievelijk 3240 BP (ongecalibreerd), en mogelijk is de Dubbel de benedenstroomse voortzetting van de Dussen of de Alm. Beide stroomgordels gaan ten oosten van de Biesbosch over in het Oude Maasje. 17 Bovendien is het zo dat de dateringen van de locatie Krispijn keurig in chronologische volgorde liggen, als we naar de stratigrafische positie van het gedateerde materiaal kijken. Uiteraard is het mogelijk dat verspoeld materiaal keurig in chronologische volgorde accumuleert, maar we vinden dit niet zo waarschijnlijk. 4. Conclusies Uit het gecombineerde pollen- en macrorestenonderzoek is gebleken dat tijdens de vorming van de onderzochte humeuze/venige lagen elzen een belangrijk aandeel hadden in de locale vegetatie. Naast elzen speelden planten van voedselrijke natte graslanden, oevers en moerassen een rol. De aanwijzingen voor open water zijn minder duidelijk, maar wel aanwezig in het onderste en bovenste monster. Uit de analyseresultaten komt het beeld naar voren van een elzenbroekbos, maar het is de vraag of wel kan worden gesproken van een echt bos of dat we misschien meer te maken hebben met een moerasvegetatie waarin zich groepjes elzen bevinden. Vast staat wel (afgaande op het pollenpercentage) dat het aandeel van elzen in de oudere fasen groter was. Overigens is een elzenbroekbos geen monotoon donkere-bomen-bos. De ondergroei kan heel gevarieerd zijn, afhankelijk van de dichtheid van het bos en de locale waterstand. Rondom de elzenstobben is de grond meestal wat hoger en droger. Op deze plaatsen groeien vaak diverse kruiden van relatief droge standplaatsen. Op lichte plaatsen waar het water wat langer blijft staan, groeiden water- en moerasplanten,. Aanwijzingen voor menselijke activiteit zijn in de onderzochte monsters nauwelijks gevonden. Slechts in het bovenste monster zijn in het pollenbeeld indicatoren te zien voor menselijke activiteit aanwezig. Gezien de zeer lage percentages gaat het om menselijke 17 Berendsen & Stouthamer 2001.

9 BIAXiaal activiteit die zich waarschijnlijk op wat grotere afstand moet hebben afgespeeld. Ter plaats was geen sprake van enige menselijke activiteit. Ook zijn er geen aanwijzingen voor off-site activiteiten als veehouderij of hooilandbeheer. 5. Literatuur Berendsen, H.J.A. & E. Stouthamer 2001: Palaeogeographical Development of the Rhine-Meuse Delta, The Netherlands, Assen. Erdtman, G., 1960: The Acetolysis Method, Svensk. Bot. Tidskr. 54, Fægri, K., P.E. Kaland & K. Krzywinski 1989: Textbook of Pollen Analysis, Chichester (4 th Ed.). Groenman-van Waateringe, W., 1986: Grazing Possibilities in the Neolithic of the Netherlands based on Palynological Data, in: K.-E. Behre (ed.), Anthropogenic Indicators in Pollen Diagrams, Rotterdam etc., Stockmarr, J., 1971: Tablets with Spores used in Absolute Pollen Analysis, Pollen et Spores 14(4), Stortelder, A.F.H, J.H.J. Schaminée & P.W.F.M. Hommel 1999: De vegetatie van Nederland, V: Plantengemeenschappen van ruigten, struwelen en bossen, Leiden etc. Tamis, W.L.M., R. van der Meijden, J. Runhaar, R.M. Bekker, W.A. Ozinga, B. Odé & I. Hoste 2004: Standaardlijst van de Nederlandse flora 2003, Gorteria 30-4/5, Weeda, E.J., R. Westra, Ch. Westra & T. Westra 1985: Nederlandse oecologische flora. Wilde planten en hun relaties 1, Deventer. Weeda, E.J., R. Westra, Ch. Westra & T. Westra 1994: Nederlandse oecologische flora. Wilde planten en hun relaties 5, Deventer. Weerts, H.J.T., P. Cleveringa, L. van Beurden & D.G. van Smeerdijk 2003: Datering van de Dubbel bij de burgemeester Jaslaan, Dubbeldam (gemeente Dordrecht), Utrecht (TNO-rapport NITG B). Zuidhoff, F.S., 2006: Fysisch-geografisch onderzoek Dordrecht Haaswijkweg-west/ Geologische opbouw van de ondiepe ondergrond, molluskenonderzoek en datering van de rivier de Dubbel, Amersfoort (ADC Rapport 415).

10 Bijlage 1 Dordrecht-Krispijn, resultaten van de macrorestenanalyses. Alle resten zijn onverkoold. Verklaring van de gebruikte afkortingen: ++ = tientallen, +++ = honderden, ++++ = duizenden, x = aanwezig (niet gekwantificeerd). lagen van onder naar boven Natte graslanden, oevers en moerassen Alisma gramineum/plantago-aquatica.. 2. Smalle/Grote waterweegbree Caltha palustris Dotterbloem Carex acutiformis Moeraszegge Carex otrubae Valse voszegge Eupatorium cannabinum... 1 Koninginnenkruid Filipendula ulmaria Moerasspirea Lythrum salicaria Grote kattenstaart Mentha aquatica/arvensis Watermunt/Akkermunt Peucedanum palustre Melkeppe Scutellaria galericulata Blauw glidkruid Solanum dulcamara Bitterzoet Valeriana officinalis Echte valeriaan Vochtige graslanden Ranunculus acris/repens Scherpe/Kruipende boterbloem Waterplanten Callitriche Sterrenkroos Lemna Eendenkroos Potamogeton natans Drijvend fonteinkruid Potamogeton pectinatus.. 1. Schedefonteinkruid Pionierplanten Rumex maritimus Goudzuring Planten van brakke bodems Carex distans Zilte zegge Bossen en struwelen Alnus Els Alnus, propjes Els Cornus sanguinea 1... Rode kornoelje Tilia cordata/platyphyllos 1.. Winterlinde/Zomerlinde Urtica dioica Grote brandnetel niet in te delen taxa Apiaceae.. 1. Schermbloemenfamilie Bromus hordeaceus/secalinus 1... Dreps/Zachte dravik Carex Zegge Carex hirta/riparia. 1.. Ruige zegge/oeverzegge Rumex Zuring overige vondsten hout/takken x x x x hout/takken bladfragmenten... x bladfragmenten mos x x x x mos kokerjuffer x x x x kokerjuffer insecten x x x x insecten mijten x. x x mijten knoppen. x x. knoppen

11 Bijlage 2 Dordrecht-Krispijn, resultaten pollenonderzoek ± 30 BP Dordrecht-Krispijn Pollen en microfossielen percentage diagram (Som exclusief Alnus) Analist: Mark van Waijjen vnr 29 Vondstnummers Totaal boompollen (%) Totaal niet-boompollen (%) Boompollen (numeriek) Niet-boompollen (numeriek) Alnus (numeriek) Abies Acer campestre type Betula Carpinus Corylus avellana Bomen en struiken (drogere gronden) (nattere gronden) Boskr. Cult. ind. Graslandplanten en kruiden (algemeen) Oevers en moerassen Waterpl. Heide/veen Sporenpl. Micro (water) Brak Fagus sylvatica Fraxinus Pinus Quercus Tilia Ulmus Viburnum opulus Alnus Salix Hedera helix Humulus lupulus Cerealia type Artemisia Persicaria maculosa type Anthemis type Apiaceae Asteraceae liguliflorae Asteraceae tubuliflorae Brassicaceae Caryophyllaceae Centaurea nigra type Chenopodiaceae Cirsium type Filipendula Fabaceae Plantago Plantago lanceolata Poaceae Poaceae >40 μm Potentilla type Ranunculaceae Ranunculus acris type Rumex acetosa type Rumex acetosella Alisma plantago-aquatica type Cyperaceae Lythrum salicaria Oenanthe aquatica groep Sparganium erectum type Stachys type Typha angustifolia Valeriana dioica Myriophyllum spicatum Nuphar lutea type Nymphaea alba type Potamogeton natans type Calluna vulgaris type Myrica gale Sphagnum Dryopteris type Equisetum Ophioglossum vulgatum Polypodium Pteridium aquilinum Botryococcus Mougeotia cf. M. laetevirens (T.373) Pediastrum Type 128A Type 128B Spirogyra (T.130) Hystrichospheridae Indet en Varia vnr 26 14C-dateringen vnr ± 30 BP vnr

12 Bijlage 3 Dordrecht-Krispijn, resultaten 14 C-datering. Krispijn 28: 3025 ± 30 BP 68,2% waarschijnlijkheid: BC (19,0%) BC (43,9%) BC ( 5,3%) 95,4% waarschijnlijkheid: BC (94,3%) BC ( 1,1%) Krispijn 29: 2450 ± 30 BP 68,2% waarschijnlijkheid: BC (21,4%) BC ( 6,1%) BC (24,5%) BC (16,2%) 95,4% waarschijnlijkheid: BC (24,9%) BC (12,8%) BC (57,8%) Vermeld worden de intervallen waarbinnen zich de kalenderouderdom van het monster met respectievelijk ca. 68% en ca. 95% zekerheid bevindt. De kalibratie is uitgevoerd met OxCal versie 3.10

Palynologisch onderzoek aan een middeleeuwse waterput in Heiloo

Palynologisch onderzoek aan een middeleeuwse waterput in Heiloo Palynologisch onderzoek aan een middeleeuwse waterput in Heiloo RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 594 JUNI 2012 H. VAN HAASTER Colofon Titel: BIAXiaal 594 Palynologisch onderzoek aan een middeleeuwse waterput

Nadere informatie

Ees-Zuidesch, houtskool uit mesolithische haardkuilen

Ees-Zuidesch, houtskool uit mesolithische haardkuilen Ees-Zuidesch, houtskool uit mesolithische haardkuilen RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 511 FEBRUARI 2011 K. HÄNNINEN & W. VAN DER MEER Colofon Titel: BIAXiaal 511 Ees-Zuidesch, houtskool uit mesolithische haardkuilen

Nadere informatie

Een palynologisch onderzoek naar de maximale afplagdikte van een ven in het natuurgebied de Stippelberg bij Milheeze (N. Br.)

Een palynologisch onderzoek naar de maximale afplagdikte van een ven in het natuurgebied de Stippelberg bij Milheeze (N. Br.) BIAXiaal 91 Een palynologisch onderzoek naar de maximale afplagdikte van een ven in het natuurgebied de Stippelberg bij Milheeze (N. Br.) H. van Haaster maart 00 BIAX C o n s u l t Onderzoeks- en Adviesbureau

Nadere informatie

Pollenonderzoek aan een beekdal in Breda (Princenhagelaan- Procureursdreef)

Pollenonderzoek aan een beekdal in Breda (Princenhagelaan- Procureursdreef) Pollenonderzoek aan een beekdal in Breda (Princenhagelaan- Procureursdreef) RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 575 Februari 2012 Marjolein van der Linden Colofon Titel: BIAXiaal 575 Pollenonderzoek aan een beekdal

Nadere informatie

Onderzoek aan botanische macroresten uit een 17e/18e-eeuwse kuil aan de Duivelsbruglaan in Breda-Ginneken

Onderzoek aan botanische macroresten uit een 17e/18e-eeuwse kuil aan de Duivelsbruglaan in Breda-Ginneken BIAXiaal 398 Onderzoek aan botanische macroresten uit een 17e/18e-eeuwse kuil aan de Duivelsbruglaan in Breda-Ginneken K. Hänninen Maart 2009 BIAX C o n s u l t Onderzoeks- en Adviesbureau voor Biologische

Nadere informatie

Paleobotanisch onderzoek aan een venige laag in het centrum van Alkmaar

Paleobotanisch onderzoek aan een venige laag in het centrum van Alkmaar Paleobotanisch onderzoek aan een venige laag in het centrum van Alkmaar RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 580 maart 2012 H. van Haaster Colofon Titel: BIAXiaal 580 Paleobotanisch onderzoek aan een venige laag

Nadere informatie

Informatieblad. Week 22: van 27 mei tot en met 3 juni Enkele nuttige wenken voor personen met een allergie voor grassen:

Informatieblad. Week 22: van 27 mei tot en met 3 juni Enkele nuttige wenken voor personen met een allergie voor grassen: Informatieblad Week 22: van 27 mei tot en met 3 juni 219 Enkele nuttige wenken voor personen met een allergie voor grassen: Volg in de eerste plaats de aanbevelingen en de behandelingen die door uw arts

Nadere informatie

Informatieblad. Week n 17 : van 23 april tot en met 29 april 2018

Informatieblad. Week n 17 : van 23 april tot en met 29 april 2018 Informatieblad Week n 17 : van 23 april tot en met 29 april 2018 Wist u dat? De paardenkastanje (Aesculus) is een entomofiele boom. Dit betekent dat het stuifmeel hoofdzakelijk verspreid wordt via insecten,

Nadere informatie

Veenvorming gedurende het Midden- Pleniglaciaal in het Groot Huisven

Veenvorming gedurende het Midden- Pleniglaciaal in het Groot Huisven Veenvorming gedurende het Midden- Pleniglaciaal in het Groot Huisven RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 543 November 2011 Marjolein van der Linden Colofon Titel: BIAXiaal 543 Veenvorming gedurende het Midden-Pleniglaciaal

Nadere informatie

Houtskool uit ijzertijdcrematiegraven en mogelijke middeleeuwse meilers uit Lomm-Hoogwatergeul

Houtskool uit ijzertijdcrematiegraven en mogelijke middeleeuwse meilers uit Lomm-Hoogwatergeul Houtskool uit ijzertijdcrematiegraven en mogelijke middeleeuwse meilers uit Lomm-Hoogwatergeul RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 684 FEBRUARI 2011 K. HÄNNINEN Colofon Titel: BIAXiaal 684 Houtskool uit ijzertijdcrematiegraven

Nadere informatie

Palynologie en geomorfologie van het IJsseldal

Palynologie en geomorfologie van het IJsseldal 46 e Belgisch-Nederlandse Palynologendagen (13-14 september 2007) Palynologie en geomorfologie van het IJsseldal 4 5 3 L 2 1 Wim Hoek, Kim Cohen, Freek Busschers en Meindert van den Berg 46 e Belgisch-Nederlandse

Nadere informatie

Pollenonderzoek aan een veenlaag onder een twaalfde-eeuwse terp in Krommenie

Pollenonderzoek aan een veenlaag onder een twaalfde-eeuwse terp in Krommenie Pollenonderzoek aan een veenlaag onder een twaalfde-eeuwse terp in Krommenie RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 533 September 2011 M. van der Linden Colofon Titel: BIAXiaal 533 Pollenonderzoek aan een veenlaag

Nadere informatie

Informatieblad. Week 17: van 22 tot en met 28 april 2019

Informatieblad. Week 17: van 22 tot en met 28 april 2019 Informatieblad Week 17: van 22 tot en met 28 april 219 Wist u dat? De paardenkastanje (Aesculus) is een entomofiele boom. Dit betekent dat het stuifmeel hoofdzakelijk verspreid wordt via insecten, waardoor

Nadere informatie

Informatieblad. Week n 19 : van 7 mei tot en met 13 mei 2018

Informatieblad. Week n 19 : van 7 mei tot en met 13 mei 2018 Informatieblad Week n 19 : van 7 mei tot en met 13 mei 2018 Wist u dat? In de loop der jaren had het grassentuifmeelseizoen de neiging om vroeger te beginnen in België 1. Ook in 2018 volgt de bevestiging

Nadere informatie

Archeo-rapport 52 De archeologische begeleiding bij de aanleg van een verbindingsriolering te Bilzen

Archeo-rapport 52 De archeologische begeleiding bij de aanleg van een verbindingsriolering te Bilzen Archeo-rapport 52 De archeologische begeleiding bij de aanleg van een verbindingsriolering te Bilzen Kessel-Lo, 2010 Studiebureau Archeologie bvba Archeo-rapport 52 De archeologische begeleiding bij de

Nadere informatie

Palynologisch onderzoek aan een bodemprofiel bij Lalleweer-Kobeetjedraai (gem. Delfzijl)

Palynologisch onderzoek aan een bodemprofiel bij Lalleweer-Kobeetjedraai (gem. Delfzijl) Palynologisch onderzoek aan een bodemprofiel bij Lalleweer-Kobeetjedraai (gem. Delfzijl) RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 507 februari 2011 H. van Haaster Colofon Titel: BIAXiaal 507 Palynologisch onderzoek

Nadere informatie

Pollenonderzoek aan een kuil- en potvulling uit de IJzertijd uit het plangebied Waterlaat te Bergeijk

Pollenonderzoek aan een kuil- en potvulling uit de IJzertijd uit het plangebied Waterlaat te Bergeijk Pollenonderzoek aan een kuil- en potvulling uit de IJzertijd uit het plangebied Waterlaat te Bergeijk RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 626 NOVEMBER 2012 F. VERBRUGGEN & W. VAN DER MEER Colofon Titel: BIAXiaal

Nadere informatie

Hout van het onderzoek aan de Heiligeweg in Krommenie, gemeente Zaanstad (Noord-Holland)

Hout van het onderzoek aan de Heiligeweg in Krommenie, gemeente Zaanstad (Noord-Holland) Hout van het onderzoek aan de Heiligeweg in Krommenie, gemeente Zaanstad (Noord-Holland) RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 602 JULI 2012 SILKE LANGE Colofon Titel: BIAXiaal 602 Hout van het onderzoek aan de Heiligeweg

Nadere informatie

Informatieblad. Week 24: van 10 tot en met 16 juni 2019

Informatieblad. Week 24: van 10 tot en met 16 juni 2019 Informatieblad Week 24: van 1 tot en met 16 juni 219 Wist u dat? De brandnetelfamilie bestaat uit 4 soorten in België: 2 soorten brandnetels en 2 soorten glaskruid. Het brandnetelstuifmeel lijkt geen grote

Nadere informatie

Botanisch onderzoek op een archeologische vindplaats te Eindhoven-Blixembosch (IJzertijd, Middeleeuwen en Nieuwe Tijd)

Botanisch onderzoek op een archeologische vindplaats te Eindhoven-Blixembosch (IJzertijd, Middeleeuwen en Nieuwe Tijd) Botanisch onderzoek op een archeologische vindplaats te Eindhoven-Blixembosch (IJzertijd, Middeleeuwen en Nieuwe Tijd) RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 577 Maart 2012 H. VAN HAASTER & K. HÄNNINEN Colofon Titel:

Nadere informatie

AIRALLERGY Belgisch Aërobiologisch Surveillance Netwerk

AIRALLERGY Belgisch Aërobiologisch Surveillance Netwerk AIRALLERGY Belgisch Aërobiologisch Surveillance Netwerk Informatieblad Week 18: van 1 mei tot en met 7 mei 2017 Wist u dat? De paardenkastanje (Aesculus) is een entomofiele boom. Dit betekent dat het stuifmeel

Nadere informatie

Houtskool uit een kuil van een rivierduin bij Rotterdam-IJsselmonde 't Hart

Houtskool uit een kuil van een rivierduin bij Rotterdam-IJsselmonde 't Hart BIAXiaal Houtskool uit een kuil van een rivierduin bij Rotterdam-IJsselmonde 't Hart L.I. Kooistra november 2009 BIAX C o n s u l t Onderzoeks- en Adviesbureau voor Biologische Archeologie en Landschapsreconstructie

Nadere informatie

Onderzoek aan botanische macroresten uit een ijzertijdkuil te Geleen

Onderzoek aan botanische macroresten uit een ijzertijdkuil te Geleen Onderzoek aan botanische macroresten uit een ijzertijdkuil te Geleen RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 699 DECEMBER 2013 F. VERBRUGGEN Colofon Titel: BIAXiaal 699 Onderzoek aan botanische macroresten uit een

Nadere informatie

Zadenonderzoek aan een monster uit een hutkom (ca. 500 AD) en een gracht (14e eeuw) uit Gennep-Houtstraat

Zadenonderzoek aan een monster uit een hutkom (ca. 500 AD) en een gracht (14e eeuw) uit Gennep-Houtstraat BIAXiaal 340 Zadenonderzoek aan een monster uit een hutkom (ca. 500 AD) en een gracht (14e eeuw) uit Gennep-Houtstraat K. Hänninen Oktober 2007 BIAX C o n s u l t Onderzoeks- en Adviesbureau voor Biologische

Nadere informatie

Driebergen-Rijsenberg onderzoeksgebied Bloemenheuvel

Driebergen-Rijsenberg onderzoeksgebied Bloemenheuvel 344 Driebergen-Rijsenberg onderzoeksgebied Bloemenheuvel Landschap en landgebruik in de IJzertijd, Middeleeuwen en Nieuwe tijd, op basis van botanisch onderzoek D.G. v. Smeerdijk L.I. Kooistra Mei 2008

Nadere informatie

Houtskool uit een neolithische haardkuil, vindplaats Flanders Expo (stad Gent, provincie Oost-Vlaanderen, België)

Houtskool uit een neolithische haardkuil, vindplaats Flanders Expo (stad Gent, provincie Oost-Vlaanderen, België) Houtskool uit een neolithische haardkuil, vindplaats Flanders Expo (stad Gent, provincie Oost-Vlaanderen, België) RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 597 12 JUNI 2012 SILKE LANGE Colofon Titel: BIAXiaal 597 Houtskool

Nadere informatie

6,5. Werkstuk door Z woorden 11 maart keer beoordeeld. Schermbloemenfamilie. Datum gevonden:

6,5. Werkstuk door Z woorden 11 maart keer beoordeeld. Schermbloemenfamilie. Datum gevonden: Werkstuk door Z. 1182 woorden 11 maart 2013 6,5 46 keer beoordeeld Vak Anders Schermbloemenfamilie Anthriscus sylvestris Umbelliferae Schermbloemenfamilie Fluitenkruid Datum gevonden: 05-05-2011 Hij stond

Nadere informatie

SLOBKOUSNIEUWS 32 jrg7

SLOBKOUSNIEUWS 32 jrg7 SLOBKOUSNIEUWS 32 jrg7 Het secretariaat bleef eens te meer afwezig op de wandeling in Peer maar dank zij Isabelle, Luc, Paul en Nicole kunnen jullie genieten van wat ze er zagen en het was blijkbaar zeer

Nadere informatie

SLOBKOUSNIEUWS 29 jrg7

SLOBKOUSNIEUWS 29 jrg7 SLOBKOUSNIEUWS 29 jrg7 De wandeling naar het Munsterbos had veel van de processie van Echternacht! Twee voorwaarts en een achterwaarts. Net voor het vertrekuur zag de voorspelling op de buienradar er gewoon

Nadere informatie

Inventarisatie bomenbestand in park Seghwaert. in de wijk Seghwaert-Noordhove binnen de gemeente Zoetermeer

Inventarisatie bomenbestand in park Seghwaert. in de wijk Seghwaert-Noordhove binnen de gemeente Zoetermeer Inventarisatie bomenbestand in park Seghwaert in de wijk Controleur: Ruud Dingerdis, Gecontroleerd op 07-08-2014 European Treeworker Hoek Hoveniers Inventarisatie bomenbestand in park Seghwaert in de wijk

Nadere informatie

Beplantingsplan Camping de Peelpoort. Gezandebaan 29A te Heusden i.o.v. Dhr. T. van Maris

Beplantingsplan Camping de Peelpoort. Gezandebaan 29A te Heusden i.o.v. Dhr. T. van Maris Beplantingsplan Camping de Peelpoort Gezandebaan 29A te Heusden i.o.v. Dhr. T. van Maris Gemaakt door: Hoveniersbedrijf De Paashoef Gemert Oktober 2016 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1.1 Aanleiding blz. 02

Nadere informatie

Bosjes plangebied Kassen Jonge Singel + buurerf UITGANGSSITUATIE

Bosjes plangebied Kassen Jonge Singel + buurerf UITGANGSSITUATIE UITGANGSSITUATIE Bosjes plangebied Kassen Jonge Singel + buurerf Het plangebied is gelegen aan de Molenweg, ten zuidoosten van de kern Stramproy. Aan de zuid- en noordkant wordt het plangebied ruimtelijk

Nadere informatie

Houtskoolanalyse van een Romeins crematiegraf, Heule-Peperstraat (Kortrijk, België)

Houtskoolanalyse van een Romeins crematiegraf, Heule-Peperstraat (Kortrijk, België) Houtskoolanalyse van een Romeins crematiegraf, Heule-Peperstraat (Kortrijk, België) RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 621 27 NOVEMBER 2012 D. LENTJES & S. LANGE Colofon Titel: BIAXiaal 621 Houtskoolanalyse van

Nadere informatie

Palynologisch onderzoek aan een waterkuil uit de Romeinse tijd van de vindplaats Sleidinge-Polenstraat (Oost- Vlaanderen)

Palynologisch onderzoek aan een waterkuil uit de Romeinse tijd van de vindplaats Sleidinge-Polenstraat (Oost- Vlaanderen) Palynologisch onderzoek aan een waterkuil uit de Romeinse tijd van de vindplaats Sleidinge-Polenstraat (Oost- Vlaanderen) RAPPORTNUMMER DATUM AUTEURS 529 augustus 2011 H. van Haaster Colofon Titel: BIAXiaal

Nadere informatie

Beplantingslijst EVZ Vossenbergse Vaart

Beplantingslijst EVZ Vossenbergse Vaart Beplantingslijst EVZ Vossenbergse Vaart Project: Deelgebied: Projectnr.: Opdrachtgever: Datum: Cluster EVZ's EVZ Vossenbergse Vaart 9X5187 Waterschap Brabantse Delta 23 januari 2013 Nr. Wetenschappelijke

Nadere informatie

Natuurmanagement basis Biotoop Bos dag 1

Natuurmanagement basis Biotoop Bos dag 1 C U R S U S Natuurmanagement basis Biotoop Bos dag 1 Martin Winnock, inverde 1 Bossen in Vlaanderen Het b o s in Eu ro pa 146.000 ha 2 Verschuiving bosareaal van west naar oost! BBB - Bosbeheer deel 1

Nadere informatie

Landschappelijke inpassing en tegenprestatie paardenhouderij A.Vullers Boekhorstweg 3, 6105 AD Mariahoop- PNR 6105AD

Landschappelijke inpassing en tegenprestatie paardenhouderij A.Vullers Boekhorstweg 3, 6105 AD Mariahoop- PNR 6105AD LIGGING Het plangebied is gelegen ten noorden van de kern Mariahoop. Rond 1900 was het gebied grotendeels nog bekend als heide. De veldweg in het centrum van het gebied was rond 1900 reeds aanwezig. Het

Nadere informatie

Onderzoek aan zaden uit de IJzertijd en de Romeinse tijd uit Venray-De Hulst II

Onderzoek aan zaden uit de IJzertijd en de Romeinse tijd uit Venray-De Hulst II BIAXiaal 159 Onderzoek aan zaden uit de IJzertijd en de Romeinse tijd uit Venray-De Hulst II K. Hänninen Mei 2003 BIAX C o n s u l t Onderzoeks- en Adviesbureau voor Biologische Archeologie en Landschapsreconstructie

Nadere informatie

AIRALLERGY Belgisch Aërobiologisch Surveillance Netwerk

AIRALLERGY Belgisch Aërobiologisch Surveillance Netwerk AIRALLERGY Belgisch Aërobiologisch Surveillance Netwerk Informatieblad Week 17: van 24 april tot en met 30 april 2017 Wist u dat? De witte pluisjes die de laatste tijd in de lucht ronddwarrelen zijn geen

Nadere informatie

Informatieblad. Week 25: van 17 tot en met 23 juni 2019

Informatieblad. Week 25: van 17 tot en met 23 juni 2019 Informatieblad Week 25: van 17 tot en met 23 juni 219 Wist u dat? Cladosporium is een kosmopolitische schimmel, die vaak voorkomt op verwelkte planten en op organische overblijfselen in ontbinding. Bij

Nadere informatie

ERFBEPLANTING SLAGENLANDSCHAP Sandersstraat 5

ERFBEPLANTING SLAGENLANDSCHAP Sandersstraat 5 ERFBEPLANTING SLAGENLANDSCHAP Sandersstraat 5 De erven van de Sandersstraat zijn gelegen in het Slagenlandschap. Dit landschapstype kenmerkt zich voornamelijk door de haaks op elkaar staande hoofdrichtingen

Nadere informatie

Hout en houtskool van Elst-Grote Molenstraat uit de IJzertijd, Romeinse tijd en Middeleeuwen

Hout en houtskool van Elst-Grote Molenstraat uit de IJzertijd, Romeinse tijd en Middeleeuwen 467 Hout en houtskool van Elst-Grote Molenstraat uit de IJzertijd, Romeinse tijd en Middeleeuwen L.I. Kooistra Februari 2010 Colofon Titel: BIAXiaal 467 Hout en Houtskool van Elst-Grote Molenstraat uit

Nadere informatie

Informatieblad. Week 12: van 18 tot en met 24 maart 2019

Informatieblad. Week 12: van 18 tot en met 24 maart 2019 Informatieblad Week 12: van 18 tot en met 24 maart 219 Stuifmeel momenteel in de lucht : Betula spp. (Berk) Carpinus betulus (Haagbeuk) Salix spp. (Wilg) Wekelijkse resultaten van de stuifmeel- en schimmelsporentellingen

Nadere informatie

Dordrecht Ondergronds / Briefrapport 1. Dordrecht - Meidoornlaan

Dordrecht Ondergronds / Briefrapport 1. Dordrecht - Meidoornlaan Dordrecht - Meidoornlaan Archeologische begeleiding T. Hos, 2008 Colofon Titel ISSN Briefrapportnummer 1 Aantal pagina's 7 Auteur Redactie Afbeeldingen Dordrecht Meidoornlaan, archeologische begeleiding

Nadere informatie

Heteren-Melkweide ecologisch bezien

Heteren-Melkweide ecologisch bezien BIAXiaal 39 Heteren-Melkweide ecologisch bezien Plantaardige en dierlijke resten uit een geulvulling bij een prehistorische nederzetting H. van Haaster augustus 1997 BIAX C o n s u l t Onderzoeks- en Adviesbureau

Nadere informatie

Palaeo-ecologisch onderzoek aan plaggen uit de wal van de Karolingische Ringwalburg van Domburg

Palaeo-ecologisch onderzoek aan plaggen uit de wal van de Karolingische Ringwalburg van Domburg BIAXiaal 148 Palaeo-ecologisch onderzoek aan plaggen uit de wal van de Karolingische Ringwalburg van Domburg D. van Smeerdijk November 2002 BIAX C o n s u l t Onderzoeks- en Adviesbureau voor Biologische

Nadere informatie

Informatieblad. Allergieverwekkend stuifmeel en schimmelsporen momenteel in de lucht :

Informatieblad. Allergieverwekkend stuifmeel en schimmelsporen momenteel in de lucht : Informatieblad Week n 39 : van 24 september tot en met 30 september 2018 Voorlopig is dit het laatste wekelijkse informatieblad daar het stuifmeelseizoen officieel eindigt op 30 september. Een allerlaatste

Nadere informatie

Landschappelijke inpassing Karreveld Karreveld 10, Roggel - PNR 6089NC /031213

Landschappelijke inpassing Karreveld Karreveld 10, Roggel - PNR 6089NC /031213 INLEIDING Het plangebied is gelegen in een jong ontginningslandschap ten noordwesten van de kern Roggel. plangebied plangebied in het veld BEPLANTINGSPLAN 051113-1:1250 H1 Beukenhagen B1 Platanen S1 infiltratie

Nadere informatie

Informatieblad. Week 13: van 25 tot en met 31 maart 2019

Informatieblad. Week 13: van 25 tot en met 31 maart 2019 Informatieblad Week 13: van 25 tot en met 31 maart 219 Stuifmeel momenteel in de lucht : Betula spp. (Berk) Carpinus betulus (Haagbeuk) Wekelijkse resultaten van de stuifmeel- en schimmelsporentellingen

Nadere informatie

Archeologie Betuweroute

Archeologie Betuweroute BIAXiaal 54 Archeologie Betuweroute Houtskool en hout uit de IJzertijd van de Papendrechtse stroomrug (gem. Graafstroom) Standaardrapportage deel II L. Kooistra K. Hänninen maart 1998 BIAX C o n s u l

Nadere informatie

RESTANT PRESENTATIES LEERLINGEN SOORTENKENNIS

RESTANT PRESENTATIES LEERLINGEN SOORTENKENNIS RESTANT PRESENTATIES LEERLINGEN SOORTENKENNIS Milieu MO41B 2017-2018 KLEINE ZONNEDAUW (DROSERA INTERMEDIA) KENMERKEN SOORTNAAM Soortgroep/familie Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Extra foto s Zonnedauwfamilie

Nadere informatie

Een gracht en een greppel van het laatmiddeleeuwse klooster Yesse te Essen (gemeente Haren) onderzocht op ecologische resten

Een gracht en een greppel van het laatmiddeleeuwse klooster Yesse te Essen (gemeente Haren) onderzocht op ecologische resten Een gracht en een greppel van het laatmiddeleeuwse klooster Yesse te Essen (gemeente Haren) onderzocht op ecologische resten RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 590 31 MEI 2012 LAURA I. KOOISTRA Colofon Titel:

Nadere informatie

DE VEGETATIES van NEDERLAND - Schaminée e.a. Overzicht van de Klassen van Plantengemeenschappen

DE VEGETATIES van NEDERLAND - Schaminée e.a. Overzicht van de Klassen van Plantengemeenschappen DE VEGETATIES van NEDERLAND - Schaminée e.a. Overzicht van de Klassen van Plantengemeenschappen Schaminée - Klassen - n en Lat. naam 01. LEMNETEA MINORIS Eendenkroos 02. RUPPIETEA Ruppia 03. ZOSTERETEA

Nadere informatie

(on)kruiden kennen. Datum: woensdag 8 februari Leerjaar 1 en 2 Tuin, Park en Landschap

(on)kruiden kennen. Datum: woensdag 8 februari Leerjaar 1 en 2 Tuin, Park en Landschap (on)kruiden kennen Datum: woensdag 8 februari 2017 Leerjaar 1 en 2 Tuin, Park en Landschap 2 Denk aan de toets Aan het einde van deze presentatie gaan we na of je de belangrijke termen die besproken worden

Nadere informatie

Informatieblad. Week n 27 : van 9 juli tot en met 15 juli 2018

Informatieblad. Week n 27 : van 9 juli tot en met 15 juli 2018 Informatieblad Week n 27 : van 9 juli tot en met 15 juli 2018 Gezocht: Alsem (bijvoet) in Brussel We zijn op zoek naar kleine populaties van alsem of bijvoet (Artemisia vulgaris) in het Brussels Hoofdstedelijk

Nadere informatie

SLOBKOUSNIEUWS 18 jrg8

SLOBKOUSNIEUWS 18 jrg8 SLOBKOUSNIEUWS 18 jrg8 Jan, Pierre, Rina, Henri, Marina, Luc, Pierre, Annemie, Jozefa, Willy, Dirk, Paul, Peter, Pat en Marie struinden deze keer door het intussen geel en wit gekleurde grasland van de

Nadere informatie

Landschappelijke inpassing Ruimte voor Ruimteplan A. Vastenburg Bommerigerweg 21, 6281 BR Mechelen - PNR 6281BR

Landschappelijke inpassing Ruimte voor Ruimteplan A. Vastenburg Bommerigerweg 21, 6281 BR Mechelen - PNR 6281BR LIGGING Het plangebied is gesitueerd in het gehucht Bommerig, ten noordoosten van de kern Epen. Bommerig bevindt zich op een matig steile helling aan de oostkant van het Geuldal. hagen en bomen op ten

Nadere informatie

Wetenschappelijke naam: Bellis Perennis. Compositae

Wetenschappelijke naam: Bellis Perennis. Compositae Gemaakt door: Datum: Thomas Rozendaal 9-10-'11 Pagina 3 Madelief Pagina 4 Kale jonker Pagina 5 Speerdistel Pagina 6 Boterbloem Pagina 7 Gewone Brunel Pagina 8 Witte smeerwortel Pagina 9 Guichelheil Pagina

Nadere informatie

Wetland. Groot Wilnis-Vinkeveen

Wetland. Groot Wilnis-Vinkeveen Groot Wilnis-Vinkeveen Moeras met Lisdodde in de Krimpenerwaard Wetland Wetland is een mozaïek van open water, drijvende waterplanten, planten die met hun voeten in het water staan, riet dat in het water

Nadere informatie

Paleoecologisch onderzoek aan een Laat-Holoceen veenprofiel uit Gorinchem

Paleoecologisch onderzoek aan een Laat-Holoceen veenprofiel uit Gorinchem BIAXiaal 205 Paleoecologisch onderzoek aan een LaatHoloceen veenprofiel uit Gorinchem H. van Haaster Oktober 2004 BIAX C o n s u l t Onderzoeks en Adviesbureau voor Biologische Archeologie en Landschapsreconstructie

Nadere informatie

AIRALLERGY Belgisch Aërobiologisch Surveillance Netwerk

AIRALLERGY Belgisch Aërobiologisch Surveillance Netwerk AIRALLERGY Belgisch Aërobiologisch Surveillance Netwerk Informatieblad Week 32: van 7 tot en met 13 augustus 2017 Wist u dat? Het verdringen van allergieverwekkend stuifmeel in uw omgeving begint bij een

Nadere informatie

Elodea densa waterpest Kan los in de vijver, maar doet het beter indien opgepot. Direct oppotten en in de vijver zetten. Waterdiepte cm.

Elodea densa waterpest Kan los in de vijver, maar doet het beter indien opgepot. Direct oppotten en in de vijver zetten. Waterdiepte cm. ZUURSTOFPLANTEN Ceratophyllum demersum hoornblad Maakt geen wortels, worden los in het water gegooid Loopt in het voorjaar vrij laat uit Elodea densa waterpest Kan los in de vijver, maar doet het beter

Nadere informatie

Landschappelijke inpassing teeltveld Mts Heuts 2 e Heiweg ongenummerd, PNR 6051JC / agp

Landschappelijke inpassing teeltveld Mts Heuts 2 e Heiweg ongenummerd, PNR 6051JC / agp LIGGING bebouwing van Maasbracht bosjes struweel bomenrij langs de 1 e Heiweg Het plangebied is gesitueerd in de gemeente Echt. Het bevindt zich in de zone tussen het Julianakanaal en de A2, ten zuiden

Nadere informatie

De Eland van Borne en het gebruik van stuifmeel voor milieu-reconstructie en datering

De Eland van Borne en het gebruik van stuifmeel voor milieu-reconstructie en datering De Eland van Borne en het gebruik van stuifmeel voor milieu-reconstructie en datering Bas van Geel 1 en Louise H. van Wijngaarden-Bakker 2 1. Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica, Universiteit

Nadere informatie

Bermenplan Assen. Definitief

Bermenplan Assen. Definitief Definitief Opdrachtgever: Opdrachtgever: Gemeente Assen Gemeente Mevrouw Assen ing. M. van Lommel Mevrouw M. Postbus van Lommel 30018 Noordersingel 940033 RA Assen 9401 JW T Assen 0592-366911 F 0592-366595

Nadere informatie

Inrichtingsplan natuurcompensatie Natuur- en recreatiepark Drakenrijk

Inrichtingsplan natuurcompensatie Natuur- en recreatiepark Drakenrijk Inrichtingsplan natuurcompensatie Natuur- en recreatiepark Drakenrijk Gemeente Beesel Definitief NIBA NV Grontmij Nederland B.V. Eindhoven, 28 mei 2013 Verantwoording Titel : Inrichtingsplan natuurcompensatie

Nadere informatie

Bijlage 2 Streefbeeldvegetatie van natuurvriendelijke oevers

Bijlage 2 Streefbeeldvegetatie van natuurvriendelijke oevers Bijlage 2 Streefbeeldvegetatie van natuurvriendelijke oevers Inleiding Doel van deze notitie is aan te geven welke soorten oeverplanten in verschillende omstandigheden het best kunnen worden aangeplant

Nadere informatie

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Stichting Landschapsbeheer Zeeland Lucien Calle Sandra Dobbelaar Alex Wieland 15 juli 2014 1 Inhoud Inleiding...

Nadere informatie

Archeobotanisch onderzoek aan twee waterputten uit de 2e tot 4e eeuw te Wehl

Archeobotanisch onderzoek aan twee waterputten uit de 2e tot 4e eeuw te Wehl BIAXiaal 99 Archeobotanisch onderzoek aan twee waterputten uit de 2e tot 4e eeuw te Wehl K. Hänninen H. van Haaster Oktober 2000 BIAX C o n s u l t Onderzoeks- en Adviesbureau voor Biologische Archeologie

Nadere informatie

Ratelpopulier Populus tremula. Verspreide knopstand, spits, bruin, glanzend, op eenjarige twijgen aanliggend, op oudere twijgen vaak op kortloten.

Ratelpopulier Populus tremula. Verspreide knopstand, spits, bruin, glanzend, op eenjarige twijgen aanliggend, op oudere twijgen vaak op kortloten. Ratelpopulier Populus tremula Verspreide knopstand, spits, bruin, glanzend, op eenjarige twijgen aanliggend, op oudere twijgen vaak op kortloten. Witte abeel Populus alba Stam: Bochtige stam met grijze

Nadere informatie

AANVRAAG SUBSIDIE KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN Bijlage 1: afbakening prioritaire zones

AANVRAAG SUBSIDIE KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN Bijlage 1: afbakening prioritaire zones Bijlage 1: afbakening prioritaire zones Leievallei De omschrijving van de Leievallei beperkt zich tot de grenzen van het Bijzonder Plan van Aanleg nr. 32 Leiemeers. Beekvalleien Alle beekvalleien die in

Nadere informatie

Onderzoeks- en Adviesbureau voor Biologische Archeologie en Landschapsreconstructie

Onderzoeks- en Adviesbureau voor Biologische Archeologie en Landschapsreconstructie BIAXiaal 182 Botanisch onderzoek aan enkele grondsporen bij de Romeinse wachttoren aan de Zandweg op de VINEX locatie Leidsche Rijn (LR31) H. van Haaster Januari 2004 BIAX C o n s u l t Onderzoeks- en

Nadere informatie

1. Status. Groenknolorchis (Liparis loeselii) H Kenschets. 3. Ecologische vereisten. 4. Huidig voorkomen

1. Status. Groenknolorchis (Liparis loeselii) H Kenschets. 3. Ecologische vereisten. 4. Huidig voorkomen Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Groenknolorchis (Liparis loeselii)

Nadere informatie

Aanleiding. Economische impuls regio Waterberging Natuurontwikkeling Recreatie

Aanleiding. Economische impuls regio Waterberging Natuurontwikkeling Recreatie Robert Boonstra 11 maart 2008 Inhoud presentatie Aanleiding van het project Inrichting van het gebied Monitoring vul- en startfase Monitoring ontwikkeling van het meer Resultaten 2007 Aanleiding Economische

Nadere informatie

SLOBKOUSNIEUWS 33 jrg8

SLOBKOUSNIEUWS 33 jrg8 SLOBKOUSNIEUWS 33 jrg8 Terwijl het secretariaat op verplaatsing was in Nederland gingen de Slobkousjes rondneuzen aan de Maas. Het maaswater had blijkbaar de droogte niet kunnen voorkomen maar het was

Nadere informatie

Paleo-ecologisch onderzoek aan een neolithische veenlaag aan de Generaal Spoorlaan te Rijswijk

Paleo-ecologisch onderzoek aan een neolithische veenlaag aan de Generaal Spoorlaan te Rijswijk Paleo-ecologisch onderzoek aan een neolithische veenlaag aan de Generaal Spoorlaan te Rijswijk RAPPORTNUMMER DATUM AUTEURS 90 5 november 00 H van Haaster & LI Kooistra Colofon Titel: BIAXiaal 90 Paleo-ecologisch

Nadere informatie

Monitoringsverslag Hierdense / Staverdense beek per 17-7-2009 Bekenwerkgroep Nederland E, van den Dool

Monitoringsverslag Hierdense / Staverdense beek per 17-7-2009 Bekenwerkgroep Nederland E, van den Dool Monitoringsverslag Hierdense / Staverdense beek per 17-7-2009 Bekenwerkgroep Nederland E, van den Dool De Hierdense beek is door de BWN 6 keer bezocht. En wel in 1973, 1987, 1995, 2001, 2005 en 2009. De

Nadere informatie

Respect voor schoonheid. Oog voor detail

Respect voor schoonheid. Oog voor detail Schoonheid van geheel van vegetatie Respect voor schoonheid Details van landschap & bodem Oog voor detail Optimale omstandigheden > verscheidenheid aan Streven soorten die naar zich langs diversiteit hun

Nadere informatie

Informatieblad. Week n 24 : van 11 juni tot en met 17 juni 2018

Informatieblad. Week n 24 : van 11 juni tot en met 17 juni 2018 Informatieblad Week n 24 : van 11 juni tot en met 17 juni 2018 Wist u dat? Op het eiland Madeira (Portugal), een populaire vakantiebestemming dankzij zijn aangenaam klimaat en rijke flora, worden in de

Nadere informatie

ir. L. de Graaf, Landschapsarchitect bnt / 14 januari 2016 / definitief Functieverandering Kootwijkerdijk 12, Kootwijkerbroek Beplantingsplan

ir. L. de Graaf, Landschapsarchitect bnt / 14 januari 2016 / definitief Functieverandering Kootwijkerdijk 12, Kootwijkerbroek Beplantingsplan ir. L. de Graaf, Landschapsarchitect bnt / 14 januari 2016 / definitief Functieverandering Beplantingsplan 2 Te behouden beplanting Kootwijkerdijk 12 te behouden zomereiken te behouden gewone esdoorn te

Nadere informatie

Onderzoek aan pollen en zaden van Ypelo, Azelo en Usselo

Onderzoek aan pollen en zaden van Ypelo, Azelo en Usselo BIAXiaal 287 Onderzoek aan pollen en zaden van Ypelo, Azelo en Usselo K. Hänninen D.G. van Smeerdijk November 2006 BIAX C o n s u l t Onderzoeks- en Adviesbureau voor Biologische Archeologie en Landschapsreconstructie

Nadere informatie

18:30 uur. SLOBKOUSNIEUWS 32 jrg7. Volgende woensdag 16 augustus is de afspraak om

18:30 uur. SLOBKOUSNIEUWS 32 jrg7. Volgende woensdag 16 augustus is de afspraak om SLOBKOUSNIEUWS 32 jrg7 Voila terug van de zee en het zand en achter mijn vertrouwde PC voor de volgende nieuwsbrief. Volgens Guido waren Paul, Isabelle, Ine, André, Luc, Pat, Marie, Jozefa, Pierre, Kris,

Nadere informatie

info@copijn.nl Inhoud 1 2 3 4 1 2 1 De Richtlijnen NVTB Versie 2013 kunnen gedownload worden van de site www.boomtaxateur.nl. 2.3.1 Waardecategorie A 2.3.2 Waardecategorie B 2.3.3 Waardecategorie C

Nadere informatie

Bos/Bosplaats Perceelsnummer LH1 Bestandsnummer

Bos/Bosplaats Perceelsnummer LH1 Bestandsnummer Bos/Bosplaats Perceelsnummer LH1 Bestandsnummer B Grauwe els 40% B Zwarte els 10% K Grassen (Henna, Witbol, Raaigras) 30% K Braam 30% K Koninginnekruid 10% K Grote brandnetel 10% K Moerasspirea 4% K Gewone

Nadere informatie

Notitie. Inventarisatie Rapunzelklokje op locatie Platveld 4 te Meijel (gemeente Peel en Maas)

Notitie. Inventarisatie Rapunzelklokje op locatie Platveld 4 te Meijel (gemeente Peel en Maas) Notitie Inventarisatie Rapunzelklokje op locatie Platveld 4 te Meijel (gemeente Peel en Maas) Door: G.M.T. Peeters Notitienummer: 174 Datum: 16 september 2011 In opdracht van: Aelmans Ruimtelijk Ordening

Nadere informatie

Cursus herkennen bomen en struiken. i.o.v.

Cursus herkennen bomen en struiken. i.o.v. Cursus herkennen bomen en struiken i.o.v. Wat moet je meenemen? Bomen staan soms verder van de openbare weg. Twijgen, knoppen en bladeren zitten soms vrij hoog om details te zien. Zorg dat je een verrekijker

Nadere informatie

Vrij uit te kiezen van struikvorm 175/200 tot multistam 1000/+ Omschrijving + gebruik :

Vrij uit te kiezen van struikvorm 175/200 tot multistam 1000/+ Omschrijving + gebruik : Omschrijving + gebruik : Deze e soorten zijn in hoge mate aangepast aan ons klimaat en omgeving. Naast het feit dat ze belangrijk zijn voor vele organismen, zijn de aangeprezen soorten zeer vorstresistent,

Nadere informatie

Vinkelsestraat 36, Heesch landschapsplan

Vinkelsestraat 36, Heesch landschapsplan Vinkelsestraat 36, Heesch landschapsplan 18-03-2014 Vinkelsestraat 36, Heesch landschapsplan werknummer 24014028A opdrachtgever H. Ruijs versie 01 auteur MvS datum 18-03-2014 2 Bureau Verkuylen 18-03-2014

Nadere informatie

PRINCIPEDETAILS OPENBARE RUIMTE ANNA S HOEVE

PRINCIPEDETAILS OPENBARE RUIMTE ANNA S HOEVE PRINCIPEDETAILS OPENBARE RUIMTE ANNA S HOEVE Principedoorsnede gebiedsontsluitingsweg: Minckelersstaat Trottoir: betontegel 30x30x8 grijs met basalttoeslag. Fietspad: betontegel 30x30x8 rood met basalttoeslag

Nadere informatie

MASTERPLAN LANDGOED LUZENKAMP ROERMOND Heide 4, 6042 LN Roermond

MASTERPLAN LANDGOED LUZENKAMP ROERMOND Heide 4, 6042 LN Roermond LIGGING - TOPOGRAFISCHE KAART Het plangebied omvat het erf en opstallen, weidegronden en bos van het Hippisch Centrum Roermond. Het plangebied is gelegen in de gemeente Roermond, nabij de Duitse grens

Nadere informatie

AIRALLERGY Belgisch Aërobiologisch Surveillance Netwerk

AIRALLERGY Belgisch Aërobiologisch Surveillance Netwerk AIRALLERGY Belgisch Aërobiologisch Surveillance Netwerk Informatieblad Week 1 tot en met 10 : van 01 januari tot en met 11 maart 2018 In 2018 telt het Belgisch aerobiologisch surveillancenet 5 inzamelstations

Nadere informatie

Oeverplanten in Lelystad

Oeverplanten in Lelystad Oeverplanten in Lelystad Inleiding Lelystad is rijk aan water. Binnen de bebouwde kom is een blauwe dooradering aanwezig van talloze wateren. Om de waterbergingscapaciteit te vergroten en de leefomgeving

Nadere informatie

Gierzwaluw. Boomleeuwerik. Witte kwikstaart. Nachtzwaluw

Gierzwaluw. Boomleeuwerik. Witte kwikstaart. Nachtzwaluw Boomleeuwerik Leeft in droge, schrale heidevelden met losse boompjes en boomgroepen. Broedt ook in jonge aanplant van naaldbos (spar of den). Gierzwaluw Broedt onder daken van oudere gebouwen in Roermond.

Nadere informatie

Celtic fields in Brabant: wat stuifmeel en zaden kunnen vertellen

Celtic fields in Brabant: wat stuifmeel en zaden kunnen vertellen Celtic fields in Brabant: wat stuifmeel en zaden kunnen vertellen Celtic fields in Brabant: wat stuifmeel en zaden kunnen vertellen Stijn Arnoldussen 1, Mans Schepers & Arnoud Maurer Raatakkers en laat-prehistorische

Nadere informatie

AIRALLERGY Belgisch Aërobiologisch Surveillance Netwerk

AIRALLERGY Belgisch Aërobiologisch Surveillance Netwerk AIRALLERGY Belgisch Aërobiologisch Surveillance Netwerk Informatieblad Week 29: van 17 juli tot en met 23 juli 2017 Wist u dat? De brandnetelfamilie bestaat uit 4 soorten in België: 2 soorten brandnetels

Nadere informatie

Nederweert en Eind tekenen de horizon

Nederweert en Eind tekenen de horizon LIGGING afscherming door bebouwing en groen van buurerven Nederweert en Eind tekenen de horizon Het plangebied is gesitueerd in een van oudsher door een sterke verdichting gekenmerkt gebied. Rond 1850

Nadere informatie

SLOBKOUSNIEUWS 28 jrg8

SLOBKOUSNIEUWS 28 jrg8 SLOBKOUSNIEUWS 28 jrg8 In uitgesteld relais deze en volgende nieuwsbrief want de redactie was het land uit! Gelukkig zorgde Guido getrouw voor de lijst met waarnemingen en leverde Luc wat mooie foto s.

Nadere informatie

Schapen en voederbomen

Schapen en voederbomen Schapen en voederbomen Boki Luske, Louis Bolk Instituut 12-06-2019 Proeftuin Agroforestry Noord-Holland Inleiding Schapen worden vaak ingezet voor tijdelijk natuurbeheer in natuurgebieden. Door hun graas-

Nadere informatie

reijrink heijmans Landschappelijk inpassingsplan Gemertseweg 26, Beek en Donk Werkdocument: Uitbreiding agrarisch bouwblok.

reijrink heijmans Landschappelijk inpassingsplan Gemertseweg 26, Beek en Donk Werkdocument: Uitbreiding agrarisch bouwblok. Landschappelijk inpassingsplan Gemertseweg 26, Beek en Donk Werkdocument: Uitbreiding agrarisch bouwblok. Opdrachtgever: Dhr. G. J. Kouwenberg, Gemertseweg 26, 5741 PE Beek en Donk. Datum: 23-06-2014 08-09-2014

Nadere informatie

Landschappelijke inpassing in het kader van wijziging bestemmingsplan Fukkinkweg 1-3 Kotten-Winterswijk Familie Huiskamp

Landschappelijke inpassing in het kader van wijziging bestemmingsplan Fukkinkweg 1-3 Kotten-Winterswijk Familie Huiskamp Landschappelijke inpassing in het kader van wijziging bestemmingsplan Fukkinkweg 1-3 Kotten-Winterswijk Familie Huiskamp 19-09-2016 Getekend door ing. J.Collou 1 Aanleiding Naar aanleiding van plannen

Nadere informatie