A 5 4 pas pas pas V

Transcriptie

1 Opgave 1 West oord Oost uid V 1 A V ?? A H 8 6 Wat biedt u? A. 3 B. 3SA C. 4 D. 4SA E. 5 A. 3 0 punten B. 3SA 3 punten C. 4 4 punten D. 4SA 5 punten E. 5 2 punten Om goed te kunnen reageren moet je eerst partners 3 bod interpreteren. Hij springt in de vierde kleur. Met 2 (de vierde kleur conventie) zou hij om een nadere omschrijving van je hand hebben gevraagd. 2 is forcing, noord kan daar nooit te sterk voor zijn. Springen in de vierde kleur kan hij alleen als hij een reële ruitenkleur heeft. Met een vierkaart ruiten is de sprong niet nodig, omdat jij na 2 3 kunt bieden met een verdeling. Een eventuele 4-4 fit wordt dus ook na de vierde kleur ontdekt. Als partner een vijfkaart ruiten heeft ligt dat anders. Een sprong in de vierde kleur belooft daarom een vijfkaart met een sterk spel. Daar noord met een vierkaart schoppen en een vijfkaart ruiten 2 had geantwoord op 1, moet hij in het gegeven biedverloop een 5-5 hebben. Dit wetende is er een reële ruitenfit. Er zijn geen verliezers in harten en klaveren (noord heeft maar drie kaarten naast zijn twee vijfkaarten). Met ook nog twee waardevolle vrouwen in partners vijfkaarten heb je sleminteresse. 3SA is te tam. 5 is niet handig: partner kan geen azen vragen. De keuze gaat tussen 4 en 4SA. Daar de zuidhand zich prima leent voor azen vragen, is dat het winnende bod. elfs tegenover dit minimum is 6 al kansrijk: H B A H B Opgave 2 Oost/niemand West oord Oost uid A 5 4 V ) 2 is ook een mogelijkheid West start met H, door u gedoken. Oost speelt 2 bij. A H V B 10 9 West switcht naar 3. U neemt oosts 7 met A. A V B Welke kaart speelt u na? B A. 4 B. 6 C. B D. V E. A F. H West oord Oost uid A 5 4 V West start met H, door u gedoken. Oost speelt 2 H West switcht naar 3. U neemt oosts 7 met A. H V Welke kaart speelt u na? - A H B A H V B 10 9 A V B B A. 4 0 punten B. 6 0 punten C. B 0 punten D. V 5 punten E. A 2 punten F. H 2 punten

2 Vanwege het biedverloop mag je een zeskaart harten bij west en een zeskaart klaveren bij oost verwachten. u west geen klaveren switcht, is zelfs een zevenkaart klaveren bij oost waarschijnlijk. Met een vaste klaververliezer en de voorkennis dat H verkeerd zit, mag je geen twee ruiten afstaan. Er is maar één mogelijkheid om dat te bewerkstelligen: op de derde hoge harten een ruiten in dummy afgooien en B in dummy troeven. Het probleem is dat oost de derde harten niet mag troeven en dat de tegenpartij ook niet voor de derde keer troef mag spelen. Speel je na A ook H, dan ga je down als west een driekaart schoppen heeft. Aan slag met H zal hij immers de laatste troef van tafel spelen. Begin je met A en V, dan zal west nemen en voor de derde keer harten spelen. Dan ga je down als oost nog een troefje heeft. De beste speelwijze is daarom meteen V uit de hand. De snit mag je vergeten, die zit toch verkeerd. West neemt H en speelt nogmaals schoppen. Je neemt, speelt ruiten naar het aas, gevolgd door AB. Op die laatste kaart gooi je de derde ruiten van dummy weg. Vervolgens troef je de verliezende B met 6. De aanbevolen speelwijze gaat alleen mis als west een zevenkaart harten heeft. Opgave 3 Oost/niemand West oord Oost uid A dbl?? V 5 2 A B Wat biedt u nu? A. B. 2 C. 2SA D. 3 A. 1 punt B. 2 5 punten C. 2SA 2 punten D. 3 0 punten De tegenpartij heeft een fit. In dat geval is een doublet op tweeniveau niet voor straf, maar voor de overige kleuren. Een competitief doublet heet dat. Je kunt trouwens aan je hand zien dat partner hooguit een doubleton ruiten heeft. De vraag is of je één van partners kleuren moet bieden. Je hebt niet bepaald veel in de hoge kleuren. Aan de andere kant heb je met je lichte - 2 volgbod de klaverkleur al voldoende aangeprezen. 2SA is een mogelijkheid, maar het is de vraag of dat contract met zo n dunne ruitendekking speelbaar is. De punten zitten tenslotte ongeveer verdeeld. Het doublet inlaten is erg speculatief. Het verstandigste is om toch maar 2, je langste hoge kleur, te bieden. Het complete spel zou er zo uit kunnen zien: A V B V H B 10 2 V 8 7 H 3 H A B 6 3 H A 10 6 V 5 2 A B Misschien dat west nog 3 biedt en noord nog 3. In ieder geval komt er dankzij het competitieve doublet van noord nog wat leven in de brouwerij! Opgave 4 West oord Oost uid B SA 4 A V B V 7 H ) A of H Partner noord komt uit met A ( ) en speelt 2 na ( B- H- V). U bent aan slag. Welke kleur speelt u na? A. klaveren B. ruiten C. harten D. schoppen West oord Oost uid A B 4 3SA H V 7 5 B 3 Partner noord komt uit met A ( ) en speelt A H V na ( B- H- V). U bent aan slag. H 3 A V B Welke kleur speelt u na? A B V 7 H

3 A. 0 punten B. 0 punten C. 0 punten D. 5 punten Daar bent u toch niet in gevlogen?! Die V van west was een slimme kaart, want menig zuid zou denken dat west geen schoppens meer heeft. Toch is dat niet zo. Partner had immers met een resterende doubleton zijn hoogste kaart nagespeeld. Goed tegenspel is mede gebouwd op afspraken. Speel schoppen door en hoop dat partner boven dummy s 9 kan troeven. West zal het bezuren dat hij na 4 nog iets ondernomen heeft. Wellicht had oost beter direct de harten kunnen steunen, dan was het gebrek aan een schoppencontrole een niveau lager aan het licht gekomen en waren OW in 4 afgestopt. Klavernaspel is zinloos. onder A (en zonder AH) zou west stellig op 4 get hebben. Opgave 5 Oost/iemand West oord Oost uid 8 3 1?? V H B A H V 2 Wat bod heeft uw voorkeur? A. B. dbl C. 1 D. 1SA E. 2 E. 0 punten F. dbl 3 punten G. 1 5 punten H. 1SA 2 punten I. 2 1 punt Met 15 punten en mogelijkheden voor een harten-, klaveren- of SA-contract moet natuurlijk actie worden ondernomen. 2 belooft een behoorlijke zeskaart, dat bod valt dus meteen al door de mand. Voor 1SA is de verdeling niet comme il faut. Resteren het 1 -volgbod en een informatiedoublet. Voor die keuze sta je vaak. De kracht lijkt te pleiten voor doublet. Toch is een 1 -volgbod beter. Dat heeft te maken met het feit dat partner op een doublet dikwijls 1 zal antwoorden. En dan heb je geen goed vervolg: 1SA belooft punten en voor 2 is de hand te mager, vooral vanwege de zwakke vijfkaart. Als je 1 volgt kun je veel zwakker zijn, maar toch mis je geen manche. Partner zal met een driekaart harten en wat punten verhogen tot 2. onder steun moet hij vanaf tien punten bijbieden. Een doorsnee volgbod bevat een punt of tien. Met ee zwakke hand moet de kleur van goede makelij zijn; meestal zul je gaan tegenspelen en dan moet het volgbod partner een goede uitkomst verschaffen. Hier compenseert de kracht van de hand de magere kleur. Je hebt goede hoop dat je het bieden kunt winnen en dat maakt het aangeven van een goede uitkomst van ondergeschikt belang. Opgave 6 West oord Oost uid SA B A H 9 A H A V B 10 9 H 6 3 West start met V. U neemt met A en zult een kaart moeten spelen. Welke? A. 3 B. H C. 9 D. A West oord Oost uid SA B B 3 V West start met V. U neemt met A en zult een V B kaart moeten spelen. Welke? 3 2 H 6 5 A V A H 6 A. 3 0 punten A H B. H 5 punten A V B 10 9 C. 9 1 punt H 6 3 D. A 2 punten Je telt vijf vaste slagen ( AH, AH en A) en zult dus vier slagen moeten ontwikkelen. Daarbij mag je slechts éénmaal van slag, want de eerste helft van je dubbele hartenopvang is reeds verdwenen.

4 Er liggen geen entrees in dummy voor de ruitensnit. Dat is jammer, want je hebt vijf ruitenslagen nodig voor je contract. Je enige kans lijkt derhalve H sec. Geen grote kans, maar het kan natuurlijk wel. Een alternatief is om 9 te spelen in de hoop dat west met H tweede H niet zet. Hopen op een tegenspeelfout moet je echter beperken tot desperate situaties. Er is bovendien een betere speelwijze, die een technische maakkans combineert met de kans op een tegenspeelfout. Speel H uit de hand! De technische kans staat in het diagram afgebeeld: Vsec bij oost. Als west neemt, is de klaverkleur goed voor vier slagen (je snijdt 10 8 eruit). Veel belangrijker is de praktische kans. Een tegenspeler die Axx heeft, zal vrijwel zeker A ophouden voor het geval de leider HVx heeft. Er is dus tempo gewonnen en een klaverslag gestolen. Door vervolgens op de ruitenkleur over te schakelen verzeker je je van negen slagen. Het enige nadeel van H is dat je misschien twee down gaat, in plaats van de zo goed als zekere één down van speelwijzen C en D. Opgave 7 West oord Oost uid A H H B ?? 5 4 V 4 2 Wat biedt u nu? A. 2 B. 2SA C. 3 D. 3 E. 3SA F. 5 A. 2 5 punten B. 2SA 0 punten C. 3 2 punten D. 3 1 punt E. 3SA 3 punten F. 5 3 punten Het is duidelijk dat het een manche moet worden. Je moet dus een manchebod of een mancheforcing bod doen. Heb je de speelsoort glashelder voor ogen en geen sleminteresse, doe dan een manchebod. In andere gevallen moet je je van een mancheforcing bod bedienen. Hier behoren 3SA, 5 en 4 allemaal tot de mogelijkheden. Het nadeel van 2SA, 3 en 3 is dat je slechts een invite doet. Partner mag op die biedingen sen. Het nadeel van 3SA en 5 (of 4 ) is dat je misschien in de verkeerde manche terechtkomt. Het beste bod is daarom 2. Dat is reverse van de antwoordende hand en mancheforcing. Partner zal 3 bieden met een driekaart harten (leidend tot 4 ) en anders 2SA met een ruitendekking (leidend tot 3SA). Biedt partner wat anders, dan zal het 5 moeten worden. Merk op dat partner een vierkaart schoppen heeft ontkend, dus met een steunbod in schoppen zal hij je niet lastig vallen. ijn hand kan er zo uitzien: V H 7 3 A H Hiermeer zal hij na 2 2SA bieden. Dat leidt tot een kansrijke 3SA, te spelen door partner. Het spel zit dan in de goede hand. Opgave 8 West oord Oost uid B A H B A H Partner noord komt uit met 7. In dummy wordt 3 bijgespeeld en u legt 9, die de leider neemt met V. Deze vervolgt met 4, partner 2, naar dummy s B. Wat nu? H 9 5 V A. ik duik B. ik neem en speel 10 V 9 3 C. ik neem en speel 6 D. ik neem en speel V V 10 9 E. ik neem en speel 5 F. ik neem en speel H West oord Oost uid A B Partner noord komt uit met 7. In dummy wordt 3 bijgespeeld en u legt 9, die de leider neemt mat V. Deze vervolgt met 4, partner 2, naar dummy s B. A V 8 B 4 3 Wat nu? H A H B B A H A. ik duik 0 punten B. ik neem en speel 10 1 punt H 9 5 C. ik neem en speel 6 3 punten V D. ik neem en speel V 5 punten V 9 3 E. ik neem en speel 5 1 punt V 10 9 F. ik neem en speel H 2 punten

5 Als je niet pakt met V, neem je voorgoed afscheid van deze kaart. Partners distributiesignaal ( 2 toont een oneven aantal) maakt duidelijk dat de leider met AH zal vervolgen. Je moet dus B nemen. Maar nu het naspel! Partners kleur doorspelen of switchen? De sleutel ligt in het lezen van 7. Is dat van een plaatje of juist niet? De eerste variant is mogelijk; partner is dan gestart van A1087. In dat geval kunnen er via H en schoppen na drie schoppenslagen geïncasseerd worden. Daarmee gaat 3SA echter niet down. Als 7 een hoge kaart is waarmee partner een plaatje ontkent, tekent zich met schoppennaspel een klein drama af. De leider maakt dan zonder slag of stoot tien slagen. Al met al is het beter om te proberen vier hartenslagen te maken, goed beschouwd de enige kans op down. Rest de vraag welke harten je moet naspelen. ormaal lijkt een kleintje genoeg. Hij zal duiken om zijn H te beschermen. Beter is het naspelen van V. Je ziet aan het diagram waarom! De leider had zijn afspel kunnen verbeteren door niet in de ruiten te snijden, maar AH te slaan. Dit kost een overslag als noord V heeft, maar redt het contract met V sec of Vx bij zuid. Met het gegeven zitsel is 3SA echter te dode opgeschreven, mits jij het goede tegenspel vindt. Opgave 9 oord/ West oord Oost uid B ?? Wat nu? A. B. dbl C. 5 A. 1 punt B. dbl 5 punten C. 5 2 punten De 2 opening (mancheforcing) in combinatie met het 4 bod vertelt je dat noord loeisterk is met een lange schoppenkleur. Helaas besluiten de niet-kwetsbare tegenstanders tot een redbod. Het is ondenkbaar dat 5 ongedoubleerd gespeeld wordt; dan krijg je wel bijzonder weinig compensatie voor de potentiële +620 die je ontnomen is. De keuze gaat dus tussen doubleren en doorbieden. Dat laatste doe je alleen als je denkt dat je ook nog een contract op vijfniveau kunt maken. Met deze kaart is dat wat al te optimistisch. Je geeft dus een doublet. Met zo n doublet op een uitneembod vertel je partner dat je hem niet meer wilt horen. Je geeft er niet mee aan dat je zwaar tegenzit in troef (dat is zelden het geval na een redbod), maar meer dat je een eventueel 5 contract niet ziet zitten. Het hele spel kan er zo uitzien: A H V B Als je niet doubleert (omdat je niks hebt), zal noord geneigd zijn 5 te A bieden. Met laat je de eindbeslissing namelijk aan partner over A V In een mancheforcing situatie eindigt het bieden in een manch of in gedoubleerd tegenspelen. Wie verwacht dat hoger bieden tot down V 8 5 H 4 2 leidt, moet dus doubleren. H 10 9 B 6 A H B V B Opgave 10 West/ West oord Oost uid A A H H H V B V 7 Partner noord komt uit met B. In dummy wordt V gelegd en u dekt met H. Die wint de slag. Wat speelt u na? A. 2 B. 5 C. AH D. A West oord Oost uid A B 9 3 Partner noord komt uit met B. In dummy wordt V gelegd B en u dekt met H. Die wint de slag. Wat speelt u na? 10 6 H V B 8 V B A. 2 1 punt H V B. 5 3 punten A 8 4 V 7 C. AH 5 punten A D. A 0 punten A H H 5 3 2

6 Partner start tegen een troefcontract niet onder A vandaan. De leider heeft die kaart dus nog. ijn plan is duidelijk: hij wil na A zijn derde klaveren troeven. Daar kun je een stokje voor steken door met AH dummy s troeven weg te halen. Vervolgens speel je klaveren na. Met dit tegenspel hoop je twee klaverslagen, AH en A te maken. Partner heeft daarnaast hopelijk nog een ruitenslag. Als de leider op de schoppenkleur afgaat kun je het beste A een maal ophouden (partner zal met een distributiesignaal zijn aantal schoppen tonen). Dat ophouden van A kan van belang zijn als west A heeft en noord H. De leider maakt dan nooit meer dan één schoppenslag. In het gegeven spel is het ophouden van A niet nodig omdat er meteen een ruitenslag kan worden geïncasseerd. Opgave 11 uid/ West oord Oost uid A B B V A B 3?? Welk bod heeft uw voorkeur? A. B. 3SA C. 4 D. 4 E. 4 A. 0 punten B. 3SA 5 punten C. 4 1 punt D. 4 2 punten E. 4 1 punt Partner heeft mt 3 de situatie mancheforcing gemaakt, dus mag je niet sen op 3. Daar je zowel je kleuren als je secundaire hartensteun al hebt geboden, wordt het tijd voor een 3SA bod. Eerlijk en omschrijvend. Het 3 bod van partner stelt niet ondubbelzinnig schoppen vast als troefkleur. Het kan ook hengelen naar een klaverstop zijn. Het hele spel zou er zo uit kunnen zien: V 6 3 A H 8 3 A B H V H 3 H V A B 8 7 B 7 2 V A B Opgave 12 West oord Oost uid A B B V B A H B 2 3SA A ) vierde kleur Partner noord komt uit met 3. In dummy wordt 2 gelegd. Hoe speelt u (als zuid) tegen? A. B, B B. B, harten C. B, A, B D. B, A, harten E. A, B West oord Oost uid 1 1 H A 5 2 3SA Partner noord komt uit met 3. In dummy wordt 2 Gelegd. Hoe speelt u tegen? 9 6 V H V B V A H B 2 H V A A. B, B 2 punten A B B. B, harten 0 punten C. B. A, B 1 punt D. B, A, harten 0 punten B E. A, B 5 punten

7 Oosts 3 was de vierde kleur. Hij had ook 3SA kunnen bieden, maar zijn klaverdekking was wat dun. De ruitensteun bood bovendien uitzicht op een hoog ruitencontract. Met een driekaart schoppen zou west zeker 3 hebben geboden op 3. Je kunt dus bedenken dat partner is gestart van H-vijfde. Gezien wests opening en het aantal punten dat je in beeld hebt, kan partner naast H nog net één hoge kaart hebben. Is dat H, dan heeft hij geen entree bij zijn schoppen. Op grond daarvan zou je naar B kunnen switchen. De leider heeft dan echter AHV en dus vijf hartenslagen, vier ruitenslagen en A. Het is beter om partner op een hoge harten te spelen. In dat geval kun je vier schoppens en een harten maken. Maar dan moeten partners schoppen wel hoog zijn als hij met H of A aan slag komt. In de eerste slag B leggen leidt onherroepelijk tot een blokkade. Beter is A en B na. Partner kan overnemenmet H (nodig, want anders zou de leider B kunnen laten houden) en V verdrijven. Een prima start van partner. Hopelijk hebt u meegewerkt! Opgave 13 West oord Oost uid H H H V 7 3?? A Hoe verder? A. 3SA B. 4 C. 4 D. 4 E. 4SA A. 3SA 1 punt B. 4 2 punten C. 4 5 punten D. 4 0 punt E. 4SA 4 punten Je hebt met 2 de vierde kleur conventie gelanceerd om wat meer van de hand van partner te weten te komen. Daarop heb je een enthousiaste 3 ontvangen. Voordat je nu verder biedt moet je je een beeld vormen van partners hand. Met een vierkaart harten had noord niet 1 geboden, maar meteen gesteund. Hij heeft dus een driekaart harten. De sprong naar 3 getuigt van overwaarde, ongeveer punten. Waarom? Omdat partner met een minimale opening 2 biedt op 2 en met punten na 1 was gesprongen naar 2. Met de wetenschap van punten aan de overkant heb je nog meer kijk op partners verdeling. Met een SA-verdeling had hij immers 1SA geopend, die heeft hij dus niet. De conclusie moet zijn dat partner vier schoppens, drie hartens, vijf ruitens en dus één klaveren heeft. Dit maakt een ruitenslem zeer aantrekkelijk! Als je meteen gaat azen vragen zal partner denken dat harten de troefkleur is Je hebt immers nog nooit de ruitenkleur kenbaar gemaakt! Ook na 4 (controlebod) verkeert partner in het ongewisse omtrent de troefkleur. Daarom is het beste bod 4. Dat brengt de volgende boodschap over: ruiten is troef en ik heb sleminteresse. Hierna weet partner ook dat we bezig zijn voor een ruitenslem. Een hand die goed bij partners bieden t en waarmee het 6 moet zijn, is deze: A V 4 3 A 9 5 A B B Opgave 14 West oord Oost uid B H 3 H V 10 4 Partner noord komt uit met 8. In dummy wordt 3 gelegd en u neemt met V. West speelt 6 bij. H 8 3 Welke kaart speelt u na? B 10 A V A. 6 B. A C. B D. 3 West oord Oost uid 1 3 V A B 9 Partner noord komt uit met 8. In dummy wordt 3 gelegd en u neemt met V. West speelt 6 bij. A V Welke kaart spelt u na? A H V 8 2 B B 9 6 A H B 2 7 A A. 6 0 punten H 8 3 B. A 2 punten B 10 C. B 0 punten A V 5 D. 3 5 punten

8 Partners 8 valt te lezen als een hoge kaart. B zit dus bij de leider. Als je nu A incasseert, maak je die B hoog. De kans is levensgroot aanwezig dat daarop vervolgens een schoppentje in dummy verdwijnt. over mag je het niet laten komen. Speel in slag twee schoppen na om je schoppenslag te ontwikkelen. In het gegeven spel laat dit de leider kansloos. De schoppenswitch kan ook verkeerd uitpakken, namelijk als west A V heeft. De leider zal dan de nagespeelde 3 laten doorlopen naar B, de schoppensnit herhalen en op A H afgooien. Dat zou heel vervelend zijn, maar waarschijnlijk kon het contract dan niet down. Partner moet dan immers twee slagen in harten en klaveren hebben en dat is gezien het overwaarde aantonende 4 bod van west zeer onwaarschijnlijk. De kans dat partner V en een harten- of klaverslag heeft, is veel groter. Opgave 15 uid/allen West oord Oost uid 4 3 A V SA dbl 4?? B Op welk bod valt uw keuze? A. B. dbl C. 4 A. 2 punten B. dbl 5 punten C. 4 0 punten Met 3 heb je je hand verteld. In beginsel laat je alle verdere beslissingen aan je partner over. Partner begroette het 3SA volgbod met een strafdoublet. Kennelijk heeft hij een vracht aan punten, van jou mag hij immers nauwelijks een bijdrage in het tegenspel verwachten. Oost vlucht uit 3SA naar 4. Die zal praktisch poploos zijn met waarschijnlijk een zeskaart ruiten. Jij hebt binnen de grenzen van je preëmptieve opening behoorlijk veel in ruiten en doet er daarom goed aan te doubleren. Laat je dat na, dan zal partner dat met heel korte ruiten ook niet doen. Partners hand kan er zo uitzien: H V H A H B 10 7 Opgave 16 West oord Oost uid 2SA H 4 3SA B B West start met 2. Op 4 speelt oost 8 bij. I. Wat doet u in de eerste slag A. 10 B. A A 10 II. Hoe vervolgt u? A H 4 2 A H V A. AH, B. 2 C. AHV, AH, 2 D. AHV, 2 West oord Oost uid 2SA H 4 3SA B B West start met 2.Op 4 speelt oost 8 bij. V B I. Wat doet u in de eerste slag? V 10 9 B A punten A V H 7 3 B. A 2 punten A 10 II. Hoe vervolgt u? A H 4 2 A H V A. AH, 2 0 punten B. 2 0 punten C. AHV, AH, 2 0 punten D. AHV, 2 3 punten Je moet de eerste slag met A nemen. Winnen met 10 is niet goed. In dat geval vallen A en H in de volgende ronde over elkaar en dan is H geen entree meer in noord! Die entree heb je nodig om bij B te kunnen komen. Je neemt dus met A en hebt op dat moment 8 slagen: AH, AH en AHVB. De negende slag kan niet uit de klaveren komen. Tegen de tijd dat de vierde klaveren hoog is, hebben OW allang drie of vier schoppenslagen gemaakt. In harten hoef je maar één keer van slag om een extra slag te ontwikkelen mits de kleur 3-3 verdeeld zit. Een kleine kans, maar wel de enige! Het is echter opsen geblazen. Wanneer je na A direct op de harten afgaat, zullen OW schoppen doorspelen en ben je in dummy voordat de ruitenblokkade is opgeheven. Incasseer daarom na A eerst AHV. Hierna begin je aan de harten. Ook daarbij is voorzichtigheid geboden. Als je AH en harten naspeelt is de vrijkomende vierde harten onbereikbaar geworden. Speelwijze D is daarom het beste. eem met A, deblokkeer de ruitens en duik een hartenslag af. OW zullen schoppen doorspelen. Aan slag met H kun je B incasseren en de hand bereiken via AH. o profiteer je van het gunstige hartenzitsel.

9 Opgave 17 West/allen West oord Oost uid SA dbl?? Wat biedt u? A. B. 3 C. 3 D. 3 A. 5 punten B. 3 0 punten C. 3 0 punten D. 3 2 punten Wie een 2SA opening doubleert, moet van goeden huize komen! Je kunt dat alleen doen met de down in handen, anders is er wellicht geen ontsnapping mogelijk en ga je genadeloos onderuit. Als zuid hoef je dus alleen maar te sen. Partner belooft geen SA-verdeling en kan gemakkelijk een singleton harten hebben. a een boublet op 1SA is het overigens wél goed om met de gegeven hand te bieden. Opgave 18 West oord Oost uid dbl H V A B 8 2 V V A U komt uit met A (partner noord 2, oost 3) en incasseert ook H (partner 4, oost 9). A H B 5 Hoe gaat u verder? A. 5 B. 7 C. A D. 2 West oord Oost uid B dbl B A H 3 U komt uit met A (partner noord 2, oost 3) en H V incasseert ook H (partner 4, oost 9). A B 8 2 H V 10 Hoe gaat u verder? V V A. 5 5 punten A B. 7 0 punten C. A 0 punten A H B 5 D. 2 2 punten Oost heeft voor zijn 4 bod dermate veel punten nodig, dat partner praktisch poploos moet zijn. Hopen op A of H in noord is dus zinloos. Hoewel partner een doubleton klaveren heeft ontkend, ligt je enige downkans in die kleur. Speel een derde ronde klaveren en aan slag met A nog een vierde ronde. Partner maakt dan B. Opgave 19 West oord Oost uid dbl 2 H 8 2 2?? A B Wat biedt u nu? A. B. 2SA C. 3 D. 3 E. 3 A. 0 punten B. 2SA 0 punten C. 3 1 punt D. 3 5 punten E. 3 3 punten

10 2 beloofde geen enkele kracht, je was immers gedwongen op het informatiedoublet te reageren. u partner in zijn eentje doorbiedt, moet hij een sterk spel hebben met minimaal een vijfkaart schoppen (een vierkaart biedt hij niet meer omdat jij met een vierkaart schoppen 1 in plaats van 2 geantwoord zou hebben). Hoe sterk partner precies is weet je niet, maar hij had met een vijfkaart schoppen ook 1 kunnen volgen. Aangezien de bovengrens van zo n gewoon volgbod een punt of 15 is, mag je er van uit gaan dat hij daarboven zit. In dat geval ben je sterk genoeg om naar de manche te gaan. De vraag is alleen nog welke manche. Je schoppensteun is te mager voor 4 en voor 3SA ontbreekt de ruitendekking. In zo n geval kun je het beste een bod doen in de kleur van de tegenpartij. Je biedt dus 3. Wie weet kan partner 3SA bieden. Anders zal het wel 4 worden of misschien zelfs 5, zoals op het onderstande spel. Bied geen 3 na 2 : dat toont een lange klaverkleur met nauwelijks punten. A H A V H V 8 V B B A H V B H A B Opgave 20 a. West oord Oost uid 1SA 8 2 3SA A 7 3 B A H 8 6 b. West oord Oost uid 1SA 2 3SA A V B 10 H 6 2 H V West start V, die u neemt met A. U kunt nu beginnen met de snit op H, maar u zou ook eerst de ruiten kunnen aanvallen. a welk biedverloop moet u meteen A eruit werken? A. na biedverloop a) B. na biedverloop b) C. na beide biedverlopen D. na geen van beide biedverlopen 20a. 8 2 West start V, die u neemt met A. U kunt nu A 7 3 beginnen met de snit op H, maar u zou ook eerst de B ruiten kunnen aanvallen. a welk biedverloop moet u A H 8 6 meteen A eruit werken? H V B A. na biedverloop a) 0 punten 8 3 A 7 6 B. na biedverloop b) 5 punten V B 10 3 C. na beide biedverlopen 2 punten A V B 10 D. na geen van beide biedverlopen 0 punten H 6 2 H V it H goed, dan kan je niets gebeuren. Je hoeft dan immers maar één keer van slag met A en hebt West oord Oost uid voldoende dekking. it H verkeerd, dan gaat er nog 1SA steeds niets mis als de hartens 4-3 zitten. OW kunnen 3SA hooguit twee hartenslagen, H en A maken. Anders wordt het als west van een vijfkaart is gestart, terwijl hij ook eigenaar van H is. Heeft west geen volgbod gedaan, dan is te verwachten dat west niet ook nog 20b. 8 2 eens A heeft. Het is dan gevaarlijk om met ruiten te A 7 3 beginnen, want oost pakt en verdrijft je laatste B hartendekking terwijl west nog H heeft als entree bij A H 8 6 zijn vrije hartens. In dat geval had het geholpen de H eerste hartenslag te duiken, maar je wilde terecht V B geen klaverswitch riskeren. A Een andere remedie is met de schoppensnit 9 2 V B beginnen. West maakt H en kan zijn hartens A V B 10 vrijspelen, maar oost heeft geen hartens meer als hij H 6 2 met A aan slag komt. a biedverloop 20a) is H V 9 2 beginnen met de schoppensnit dus het beste, omdat 5 4 je daarmee wests potentiële entree aanvalt.

11 West oord Oost uid a een 2 volgbod heb je de voorkennis dat west 1SA naast zijn hartenlengte waarschijnlijk zowel H als A 2 3SA heeft. Er is dan nog maar één manier om het spel te maken : west uiteindelijk van zijn H af laten spelen. Daartoe moet je beginnen met A eruit te drijven. West zal weer harten spelen, die je meteen met H neemt. Dan incasseer je al je winners en ga je in harten van slag. West mag zijn hartens maken, maar moet (als hij H niet sec heeft of gezet heeft) in de voorlaatste slag in je schoppenvork spelen. Je maakt AV, AH, drie ruitens en AH. West komt niet verder dan drie hartenslagen en A. De goede oplossing is dus antwoord B..B. De ingooi slaagt ook in diagram 20a), maar had gemakkelijk mis kunnen gaan als west een derde klaveren heeft en de hartens gewoon 4-3 zitten. Opgave 21 West oord Oost uid A H ?? H Wat biedt u? A. B. 2 C. 2 D. 2SA E. 3 F. 3 A. 2 punten B. 2 3 punten C. 2 0 punten D. 2SA 0 punten E. 3 5 punten F. 3 1 punt Partners vrijwillige 2 duidt weliswaar op een vrij minimale opening, maar de kleur behoort een zeskaart te zijn. H is dus een mooie kaart. Met daarnaast nog twee directe slagen ( AH) is 3SA niet uit te sluiten. Partner moet dan wel een klaverdekking hebben. Ook 4 behoort nog tot de mogelijkheden als partner een driekaart harten heeft. Met andere woorden, u moet nog een zetje geven. 3 inviterend, is het beste bod. Partner mag sen of doorbieden. Met een driekaart harten zal hij vrijwel zeker nog 3 bieden. En met een goede ruitenkleur en een klaverdekking ligt 3SA voor de hand: A A V B H 4 Hiermee zal partner na 3 nog 3SA bieden. Alle andere biedingen hebben grote nadelen. Op 2 zal partner je vaak laten zitten, ook met een singleton harten. 3 belooft een zeskaart. Voor 2SA ontbreekt de klaverdekking. 2 is reverse en mancheforcing, dat is dus te veel van het goede. Met riskeer je het missen van de manche. Opgave 22 West oord Oost uid 7 4 2SA A 5 2 3SA V West komt uit met 2, voor boer en heer. U moet een negende slag uit harten of klaveren halen. Met welke kaart begint u? A H H A H V B A. 2 B. 10 C. 3 D. H West oord Oost uid 2SA 7 4 3SA A V West komt uit met 2, voor boer en heer. U moet een V B negende slag uit harten of klaveren halen. B 7 V Met welke kaart begint u? A 8 3 H B A H A. 2 0 punten H B punten A H V B C. 3 2 punten D. H 5 punten

12 Door de schoppenstart heb je niet de tijd om de klaveren te ontwikkelen. OW hebben hun schoppen eerder vrij en maken zeker AH en drie schoppenslagen. Er rust dus geen zegen op de langzame werkkleur. In harten kun je mogelijk een negende slag ontwikkelen en daarvoor hoef je slechts éénmaal van slag. Wat zijn je kansen in de hartenkleur? Bij een 3-3 zitsel komt de vierde harten vanzelf vrij. Een andere mogelijkheid is honneur-tweede bij west. In dat geval is de aanpak van de hartenkleur van cruciaal belang. Winnend is: H, gevolgd door 3 naar A. Je bent dan na twee hartenrondjes in dummy en kunt van daaruit 5 naar 10 spelen. Een alternatieve aanpak is 3 naar A en dan 2 naar 10. Dit lijkt winnend als oost VB-vierde heeft, maar is het niet. Oost kan immers B inleggen. Je kunt nemen met H, maar hebt vervolgens geen entree meer in dummy om naar 10 toe te spelen. De eerste hartenslag weggeven is ook niet goed. Wanneer dan later B valt onder A weet je niet of je in de derde hartenronde 10 (goed bij het gegeven zitsel) of H (goed als west VB7 heeft) moet leggen. Wel goed is het om eerst je vier ruitenslagen te incasseren alvorens aan de harten te beginnen. Dat kan geen kwaad en misschien gooien OW verkeerd af. Opgave 23 West oord Oost uid A V dbl V dbl H ?? A Wat biedt u nu? A. B. 2 C. 2SA D. 3 E. 3SA A. 5 punten B. 2 1 punt C. 2SA 1 punt D. 3 2 punten E. 3SA 0 punten Partner te op je informatiedoublet. Hij heeft dus goede klaveren. Oost kiest eieren voor zijn geld en loopt naar 1. Je strafdoublet klinkt als een klok en zoiets ben je ook van plan op 1. De kink in de kabel is partners 2. Daarmee ontneemt hij je een smakelijke hap, zo lijkt het althans. De vraag is nu wat partner heeft. Is hij sterk omdat hij in de kleur van de tegenpartij biedt? Of herhaalt hij alleen maar zijn kleur die hij met het inlaten van het informatiedoublet al heeft getoond? Je moet van dat laatste uitgaan. Als partner sterk is maar niet 1 gedoubleerd wil tegenspelen, kan hij 2 bieden. Je mag een hand verwachten zoals in onderstaand diagram. Je doet er verstandig aan om te sen, zodat een curieus biedverloop een vredig einde krijgt V 8 4 V B oals je ziet heeft oost er verstandig aan gedaan om met zijn zwakke vierkaart klaveren uit het doublet te lopen. De sterke vierkaart harten maakte 1 tot een aantrekkelijke ontsnapping. Aan de doubletmolen, waarin OW dreigen te geraken, komt een einde door B H 3 2 noords 2 bod. Wanneer je dat 2 bod als zwak leest, 9 7 A H B 10 heb je als zuid te weinig overwaarde om nog iets te B A 5 ondernemen. 7 H A V 10 8 V H A Opgave 24 West oord Oost uid H B 9 2 V A H 2 A A H 1SA 3 A V B SA 6 Partner noord komt uit met B. U neemt met H. Welke kaart speelt u na? A. 2 B. A C. 3 D. 2 E. H

13 West oord Oost uid B Partner noord komt uit met B. U neemt met H. Welke kaart speelt u na? V A B A H H 9 3 A V B 10 8 V A. 2 0 punten H B 9 2 B. A 1 punt V 9 3 C. 3 2 punten D. 2 3 punten A H 2 E. H 5 punten Je telt samen met de dummy 31 punten. West heeft met zijn 1SA-bod 6-9 punten aangegeven, waaruit blijkt dat partner naast zijn getoonde B hoogstens nog V kan hebben (de uitkomst van B ontkent V; V en V heb je in beeld). West heeft dus H en dat geeft hem al acht vaste slagen. Speel je klaveren door, dan bezorg je de leider met V zijn negende slag! Je moet dus wat anders doen. Harten is een mogelijkheid. Je hebt dan iets als B-vierde bij partner nodig, maar zelfs dan zie je voorlopig nog maar vier slagen ( AH en twee hartens). In schoppen is V genoeg. Een schoppenswitch leidt tot drie schoppenslagen en AH. Wanneer je eenmaal besloten hebt om schoppen te switchen, met je nog de juiste kaart kiezen. Dat is H! H werkt namelijk beter dan 2 als west V-sec heeft. Opgave 25 West oord Oost uid H H 2?? B A Op welk bod valt uw keuze? A. B. 2SA C. 3 D. 3 E. 3SA A. 5 punten B. 2SA 2 punten C. 3 3 punten D. 3 0 punten E. 3SA 0 punten Een nieuwe kleur in antwoord op een volgbod is niet forcing. Met een echt sterk spel moet partner jumpen naar 3 of een bod in de kleur van de tegenpartij inlassen (2 ). 2 moet echter wel op een behoorlijke kleur gebaseerd zijn. Je bent zelf vrij minimaal voor een volgbod op tweehoogte. Een manche lijkt dus te hoog gegrepen. Het beste bod is daarom. Met H mee moet 2 speelbaar zijn. Een alternatief is om de klaverkleur te herhalen. Maar dan dreigt te gebeuren waar je in een misfitsituatie voor moet waken: je biedt tegen elkaar op en de bieding wordt hoger en hoger. Ook 2SA komt in aanmerking. De schoppenstop is aanwezig, maar is dat voldoende? Je lege zeskaart klaveren doet vermoeden dat je te vaak van slag moet. En gezien je secce heer sullen ook de harten maar moeizaam tot hun recht komen in een SAcontract. Als partner de volgende hand heeft is elk hoger contract dan 2 in groot gevaar: V A H 3 Opgave 26 West oord Oost uid B B A 8 3 A H V A H West komt uit met H. U neemt met A (oost bekent) en vervolgt net A (west en oost bekennen). Hoe moet u verder spelen? A. H B. 5 C. AH, 3 met 3 troeven D. AH, 3 met B troeven

14 West oord Oost uid 1 B B A 8 3 West komt uit met H. U neemt met A (oost bekent) en vervolgt net A (west en oost bekennen). H V A Hoe moet u verder spelen? V B 9 6 H V B A H V 9 2 A. H 2 punten 5 B. 5 0 punten A H 5 3 C. AH, 3 met 3 troeven 5 punten D. AH, 3 met B troeven 1 punt Voor het welslagen van het contract is het nodig om beide ruitenverliezers te troeven. Als de schoppen 2-2 zitten, mag je beginnen met troeftrekken. Er blijven dan twee troeven in dummy over. Bij een 3-1 zitsel ontstaan er echter problemen. Hoe kom je na A, AH, AH, 3 getroefd weer terug naar je hand om 5 te troeven? Je zult van slag moeten, waardoor de tegenpartij de laatste troef van tafel kan spelen. Daarom moet je al eerder beginnen met ruitens te troeven. Dus: A, A, AH en 3 troeven met 4. u kun je met schoppen oversteken en 5 troeven met B. De eerste ruiten troef je dus laag, de tweede oog. Elke andere speelwijze heeft grote bezwaren. Als je bijvoorbeeld in slag drie 5 speelt, zal west twee klaverslagen incasseren. Oost kan daarop één of twee ruitens afgooien, met als gevolg dat hij de dummy kan overtroeven. Opgave 27 West oord Oost uid V ?? A Wat biedt u? A. 2SA B. 3 C. 3 D. 4 A. 2SA 1 punt B. 3 1 punt C. 3 0 punten D. 4 5 punten Het is van groot belang dat je partners 2 bod goed interpreteert. Met een minimale opening had hij get. Hij heeft dus een hand die ten minste van inviterend gehalte is. Verder staat de troefkleur al vast; je hebt immers zijn hoge kleur gesteund. Het 2 -bod stelt dus niet een andere speelsoort voor, maar heeft tot doel om jou te laten meedenken of het 3 of 4 moet worden. Het vraagt om hulp in schoppen. Je moet dus verlekkerd tegen V aankijken. Ook A is een mooie kaart en die twee doubletons kunnen eveneens van waarde zijn. Al met al heb je ondanks je minimale puntenkracht genoeg om 4 te bieden. Partners hand kan er zo uitzien: H B 6 3 A B H V 3 4 Als de troeven niet al te slecht zitten, is 4 een leggertje. En dat met slechts 20 punten samen! Op 3 zou partner get zou hebben. En ook van 2SA of 3 was hij niet wijzer geworden. Een hand waarop je volstaat met 3 is deze: H V 9 8 B 4 2 V 5 3 Je hebt meer punten dan op de hand van de opgave, maar toch niets om enthousiast over te raken. Vooral die drie kleine schoppens (partners tweede kleur) maakt de hand onaantrekkelijk.

15 Opgave 28 West oord Oost uid dbl H U komt uit met H en incasseert ook A. Partner speelt B achtereenvolgens 7 en 4. Bij de leider valt V in de A V B A H tweede ronde. U besluit om 5 na te spelen. De leider neemt partners V met A, incasseert H en troeft 2 in dummy. oord bekent met 3 en 10. u wordt er ruiten gespeeld en u neemt oosts H met A (partner speelt 9). Wat nu? A. 3 B. V C. B D. H West oord Oost uid dbl 1 V B U komt uit met H, incasseert A en speelt dan 5 a. De leider neemt partners V met A, incasseert 8 3 A V B H en troeft 2 in dummy. u wordt er ruiten 7 4 A H 8 2 gespeeld en u neemt oosts H met A H Hoe verder? V 8 A. 3 1 punt H B. V 0 punten B C. B 2 punten A V B D. H 5 punten A H Aan het vallen van de hartens is te zien dat de laatste ontbrekende harte bij de leider zit. Daarnaast heeft oost voor zijn 4 zeker een zeskaart schoppen. Voeg daarbij V-tweede en het wordt duidelijk dat hij slechts één ruiten heeft: de secce heer. In ruiten valt dus niets meer te halen. Je kunt natuurlijk B spelen in de hoop dat partner kan overtroeven. Is dat echter niet het geval, dan zal de leider de rest van de slagen maken. Jouw H valt straks immers onder A. Er is een zekere weg naar down: speel met H de laatste troef van tafel. Dat lijkt zonde van H, maar die gaat t.z.t. toch vallen onder A. Met het naspelen van H voorkom je dat oost zijn hartenverliezer kan troeven en maak je vanzelf nog B. Daarmee wordt oosts wilde 4 bod afgestraft.