Chapter 10. Nederlandse samenvatting

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Chapter 10. Nederlandse samenvatting"

Transcriptie

1 Nederlandse samenvatting

2 Het Centrum voor Blaarziekten in Nederland is onderdeel van de afdeling Dermatologie van het Universitair Medisch Centrum in Groningen. Patiënten met blaarziekten worden uit het hele land doorverwezen naar onze speciale spreekuren. Dit proefschrift richt zich op patiënten met de erfelijke blaarziekte epidermolysis bullosa (EB). EB kenmerkt zich door loslating van de huid en slijmvliezen die meestal vanaf de geboorte aanwezig is en die levenslang blijft bestaan. Bij EB is de hechting van de verschillende lagen, waaruit een normale huid bestaat, verstoord. Hierdoor laten de verschillende huidlagen makkelijk ten opzichte van elkaar los. Een lichte aanraking van de huid kan dan voldoende zijn voor de vorming van blaren, zoals na geringe wrijving. Deze verstoring van de hechting vindt plaats in het overgangsgebied van opperhuid (epidermis) naar lederhuid (dermis): de basale membraanzone. De stevigheid van deze zone en de goede verankering van beide lagen aan elkaar wordt verzorgd door verbindingen tussen moleculen in en buiten de cel (celadhesiemoleculen en extracellulaire matrixmoleculen). Samen vormen deze moleculen een soort nietjes, het hemidesmosoom, waarmee de huidcellen aan de onderliggende basale membraan verankeren. Tot op heden zijn er 10 genen gevonden, allen coderend voor moleculen in of rond het hemidesmosoom, waarin mutaties leiden tot EB (tabel 1). Genen Eiwit KRT14 keratine 14 KRT5 keratine 5 PLEC1 plectine COL17A1 collageen type XVII ITGA6, ITGB4 integrine α6β4 LAMA3, LAMB3, LAMC2 laminine-332 COL7A1 collageen type VII Tabel 1 De verschillende genen met hun corresponderend eiwit. Het eiwit laminine-332 bestaat uit drie ketens, een α-, β- en γ-keten, die elk gecodeerd worden door een apart gen; respectievelijk LAMA3, LAMB3 en LAMC2. Op dezelfde manier codeert ITGA6 voor de α-keten en ITGB4 voor de β-keten van integrine α6β4. Wanneer door een mutatie in één van deze genen een verankeringseiwit ontbreekt of verminderd aanwezig is, gaat deze aanhechting in meer of mindere mate verloren en ontstaan er blaren. Er bestaat een groot verschil in klinische ernst van de ziekte, variërend van alleen blaren aan handen en voeten (bv. EB simplex) tot gegeneraliseerde blaarvorming met chronische wonden die verlittekenen (bv. recessieve dystrofische EB). Zo worden er meer dan 30 klinische varianten onderscheiden. Het niveau van splijting de diepte van blaarvorming - en het type mutatie bepalen de ernst en het beloop van de aandoening. Zo is bijvoorbeeld het ene eiwit minder essentieel voor de verankering dan het andere; het compleet ontbreken van collageen type XVII heeft geen invloed op de levensduur, terwijl baby s bij wie laminine

3 Nederlandse samenvatting ontbreekt overlijden binnen 2 jaar na de geboorte. In Nederland komt EB bij ongeveer 725 mensen voor en er worden jaarlijks 20 kinderen met EB geboren [1]. Sinds 1989 werden er 250 patiënten met EB uit Nederland (en België) geregistreerd in het Universitair Medisch Centrum in Groningen. Ondanks het feit dat bij diverse uitingsvormen van EB de oorzaak in een gen werd gevonden, worden er nog altijd fenotypes (=uiterlijke kenmerken) bij EB patiënten waargenomen die we niet kunnen verklaren met de huidige kennis. Vandaar dat mijn onderzoek zich specifiek richtte op de identificatie van deze ongewone fenotypes in de hoop dat kennis van de oorzaak een aanknopingspunt zou kunnen opleveren voor de behandeling van EB. Bij een ongewoon fenotype kan men denken aan patiënten met een mozaïekpatroon in de huid, dat wil zeggen plekken met gezonde huid waar geen blaarvorming optreedt in een omgeving van zieke huid. Dit fenomeen van revertant mozaïcisme wordt soms ook wel natural gene therapy genoemd [2]. Mozaïcisme is de aanwezigheid van twee of meer celpopulaties in één organisme die verschillen in hun genetisch materiaal, het DNA. Het kan ontstaan tijdens, maar ook na de embryonale ontwikkeling. Een mutatie is dan aanwezig in een gedeelte van de lichaamscellen. Van revertant mozaïcisme wordt gesproken wanneer een somatische mutatie een overgeërfde mutatie corrigeert. Dan kan het originele (wild type) fenotype weer optreden door de productie van het specifieke eiwit dat door de overgeërfde mutatie verloren was gegaan. De genetische mechanismen die hieraan ten grondslag kunnen liggen zijn onder te verdelen in twee groepen: (1) mutaties die de mutante DNA sequentie terugbrengen naar de originele sequentie, zoals terug-puntmutatie, recombinatie en genconversie, of (2) mutaties die er voor zorgen dat wel het wild type fenotype wordt herkregen, maar niet de oorspronkelijke wild type DNA sequentie. Voorbeelden van deze secundaire compenserende mutaties zijn inserties of deleties van nucleotiden of exonen, suppressor-gen mutaties of chromosomale veranderingen. Revertant mozaïcisme is beschreven in verscheidene erfelijke ziekten, zoals Bloom s syndroom, Fanconi anemie, Omenn syndroom, tyrosinemie type I en EB. Met uitzondering van twee recent beschreven patiënten bij wie meerdere reversie-mechanismen werden gedetecteerd, werd tot nu toe maar één reversie-mechanisme per individu gevonden [3,4]. Hoofdstukken 2 en 3 laten in drie van de vier patiënten (EB ; EB ; EB ) met de recessieve erfelijke blaarziekte EB zien dat aparte arealen van klinisch gezonde huid werden veroorzaakt door twee of meer verschillende genetische reversie-mechanismen. Twee patiënten met EB veroorzaakt door mutaties in het gen COL17A1 dat codeert voor het hemidesmosomale eiwit 171

4 collageen type XVII, ook bekend als het auto-antigeen BP180 in de auto-immuun blaarziekte bulleus pemfigoïd, werden onderzocht in hoofdstuk 2. Beide personen hadden huidarealen waar na wrijving geen blaarvorming optrad, in tegenstelling tot de rest van de huid. De oppervlakte klinisch gezonde huid verschilde sterk tussen de patiënten. Bij de ene patiënt ging het om een klein gebied van twee vierkante centimeter op de rechter middelvinger (patiënt EB ), terwijl de andere patiënt beschikte over verschillende plekken op haar armen, handen en enkel (patiënt EB ). Aangezien mutaties in COL17A1 normaal gesproken leiden tot afwezigheid van collageen type XVII in de huid, en zich klinisch uit in blaarvorming, moest er in de gezonde gebieden van de huid een DNA-verandering zijn opgetreden. Vandaar dat wij besloten om keratinocyten, die positief aankleurden voor het eiwit collageen type XVII, met laser dissectie microscopie te scheiden van de keratinocyten die niet aankleurden, en vervolgens het DNA te analyseren. Het COL17A1 DNA bestaat uit 56 coderende gedeelten (exonen) afgewisseld met niet-coderende gedeelten (intronen). Bij de vorming van het mrna worden alle exonen aan elkaar geplakt. De intronen ontbreken in het mrna. Van dit mrna transcript met een coderende sequentie van 4491 nucleotiden wordt het collageen type XVII eiwit gevormd. Dit eiwit bestaat uit 1497 aminozuren. Mutatie-analyse van bloed van de patiënten liet zien dat beiden compound heterozygoot waren voor twee verschillende mutaties op beide COL17A1 allelen. Met andere woorden, elke patiënt had een mutatie in het COL17A1 gen geërfd van de vader én een andere mutatie in het COL17A1 gen geërfd van de moeder. Patiënt EB had een mutatie in exon 51 (3781C T) en exon 54 (4424-5insC), en patiënt EB had naast een mutatie in exon 18 (1706delA) dezelfde mutatie in exon 51 als patiënt EB Al deze mutaties leiden tot een vroegtijdig stopcodon hetgeen resulteert in afwezigheid van productie van collageen type XVII in de huid. Aangezien mutaties in COL17A1 en LAMB3 recessief overerven, hoeft maar in één allel reversie op te treden om te leiden tot herstel van de eiwit-productie, en dus klinisch gezonde huid. Dragers van één mutatie in COL17A1 of LAMB3 hebben namelijk geen huidafwijkingen. Het was opmerkelijk dat in patiënt EB twee verschillende typen van reversie gevonden werden: een extra mutatie in de gezonde huid van de middelvinger (hij kon er een trouwring aan dragen) die compenseerde voor de overgeërfde mutatie in exon 54, en in de positieve cellen van de bovenarm een terug-puntmutatie naar de originele sequentie in exon 51 (fig. 1). Daarnaast was het opvallend dat ook kleine groepjes collageen type XVII producerende cellen werden gevonden in de huid van de bovenarm waar hij wel blaren kreeg. Ook voor patiënt EB werden verschillende typen reversie gevonden: twee genconversies van verschillende grootte in de plekken op de armen en handen, én een extra mutatie in 172

5 Nederlandse samenvatting de enkel. Bij deze genconversies bleek een deel van het maternale allel met daarin de mutatie vervangen te zijn door het corresponderende normale gedeelte van het paternale allel. Figuur 1 De verschillende reversie-mechanismen in patiënten EB , EB , EB en EB In patiënt EB zijn verschillende mechanismen van reversie opgetreden, twee genconversies van verschillende grootte, en een tweede locus mutatie die compenseert voor de paternale mutatie in de klinisch gezonde huid van de enkel. De revertante keratinocyten in de gezonde huid van de bovenarm van patiënt EB laten een tweede locus mutatie zien die compenseert voor de overgeërfde mutatie 628G A in LAMB3. Ook in EB zijn minstens twee reversies opgetreden. Het gaat om verschillende tweede locus mutaties, die beide de 628G A mutatie in LAMB3 compenseren. De revertante keratinocyten aanwezig in de bovenarm van patiënt EB waren te weinig in aantal om het reversie-mechanisme te kunnen detecteren. In de middelvinger van patiënt EB vindt een tweede locus mutatie plaats die compenseert voor één van de overgeërfde mutaties. Daarentegen is in de bovenarm van dezelfde patiënt een terug-puntmutatie opgetreden. De aanwezigheid van twee mozaïek patiënten in een totale populatie van elf patiënten met mutaties in COL17A1 in Nederland en het voorkomen van verschillende typen van reversie per patiënt suggereert dat reversie wel eens vaker kan voorkomen dan tot nu toe gedacht werd. Ook de aanwezigheid van revertante cellen in klinisch aangedane huid, zoals in de bovenarm van patiënt EB , geeft aan dat het belangrijk is om aan mozaïcisme te denken bij gegeneraliseerde erfelijke huidafwijkingen. Aangezien in beide patiënten de cellen in de dermis, de fibroblasten, de corrigerende mutaties niet bevatten zou analyse van het gehele huidbiopt niet geleid hebben tot identificatie van de oorzaak van het mozaïek in de huid. De revertante cellen moeten dus selectief geïsoleerd worden, bijvoorbeeld met laser dissectie microscopie. De klinische bevindingen bij beide EB-patiënten kunnen ook consequenties hebben voor eventuele gentherapie. Zo lang beide patiënten zich konden herinneren was de klinisch gezonde huid aanwezig. Fotomateriaal van patiënt EB van 1994 en 2005 toonde eveneens aan dat de gezonde huid zich niet uitbreidde. Zelfs tijdens wondgenezing hadden revertante stamcellen die collageen type XVII tot expressie brachten geen groeivoordeel ten opzichte van mutante stamcellen. Jonkman en 173

6 medewerkers beschreven revertant mozaïcisme in patiënt EB met mutaties in het LAMB3 gen, welke codeert voor de β3-keten van het eiwit laminine-332 [5]. Bij deze patiënt breidde de gecorrigeerde huid zich tijdens zijn leven wel uit. Blijkbaar is het voordeel dat de revertante stamcel ten opzichte van de gemuteerde stamcel bij kolonisatie van de onderliggende dermis verkrijgt een belangrijke parameter voor uitbreiding van gecorrigeerde huid ten koste van de mutante huid. Na het onderzoek in deze twee COL17A1 patiënten werden twee EB patiënten met revertant mozaïcisme onderzocht met mutaties in LAMB3 (hoofdstuk 3). LAMB3 codeert voor de β3-keten van laminine-332 en bestaat uit 23 exonen. Het eiwit laminine-332 is opgebouwd uit drie ketens: α3, β3 en γ2. Bij afwezigheid van de β3-keten wordt geen interactie aangegaan met de α3- en γ2-keten. Laminine-332 ontbreekt dan in de huid. De bovengenoemde LAMB3 patiënt EB kreeg gedurende zijn leven gezonde huid op zijn onderbeen. Deze patiënt was compound heterozygoot voor een mutatie in exon 7 (628G A) en in exon 14 (1903C T). De mutatie 1903C T leidt tot een vroegtijdig stopcodon en de afwezigheid van eiwitproductie. De mutatie in exon 7 op het andere chromosoom zorgt er voor dat er nog een klein beetje laminine-332 geproduceerd wordt. Deze hoeveelheid is echter onvoldoende om tot een gezonde huid te leiden. Echter, deze lage productie van laminine-332 zorgde er wel voor dat de patiënt niet vroegtijdig overleed zoals het geval is bij volledige afwezigheid van laminine-332. De DNA-veranderingen die opgetreden waren in de revertante keratinocyten van het onderbeen en die zorgden voor een hogere productie van het laminine-332 eiwit, waren in 2003 nog niet bekend [5]. Het gebruik van de laser dissectie microscopie techniek maakte het mogelijk om ook de huidbiopten van deze man op een snelle manier te onderzoeken. Verrassend was dat de twee biopten van revertante huid, beide van het onderbeen, verschillende tweede locus mutaties lieten zien voor de 628G A mutatie in exon 7 (fig. 1). Onze verwachting was namelijk dat beide biopten dezelfde reversie zouden tonen, aangezien ze vanuit hetzelfde gezonde huidareaal waren afgenomen. Deze bevindingen van drie EB patiënten met revertant mozaïcisme lijken er op te wijzen dat reversie vaker voorkomt. Vandaar dat tegenwoordig standaard op het EBspreekuur aan patienten gevraagd wordt of ze plekken hebben met huid waar geen blaarvorming optreedt. Begin 2006 werd deze vraag bevestigend beantwoord door patiënt EB Hij gaf drie verschillende plekken aan, gelokaliseerd bovenaan zijn rug en bovenarm. De patiënt wist niet hoe lang deze plekken al aanwezig waren en of ze uitgebreid waren gedurende zijn leven. Een stukje huid werd afgenomen van de gezonde huid van zijn bovenarm en onderzocht met immunofluorescentie microscopie. Wat bleek, de aankleuring was overeenkomstig met die van een 174

7 Nederlandse samenvatting gezonde controle persoon. EB is homozygoot voor de mutatie 628G A, dezelfde mutatie die ook bij patiënt EB werd gevonden. Hij heeft dezelfde mutatie dus zowel van zijn vader als van zijn moeder geërfd. DNA-analyse van revertante keratinocyten toonde opnieuw een andere tweede locus mutatie aan, die corrigeerde voor de overgeërfde 628G A mutatie (fig. 1). Door de beïnvloeding van de vorming van mrna uit DNA, zorgen al deze drie verschillende tweede locus mutaties ervoor dat er een hogere productie is van laminine-332 eiwit. Dus, net zoals in hoofdstuk 2, waarin de mutatie in exon 51 in COL17A1 reverteerde op twee verschillende manieren, traden er voor de mutatie in exon 7 van LAMB3 ook verschillende reversies op. Vandaar ook dat we concluderen dat er voor een bepaalde overgeërfde mutatie niet één specifiek reversie-mechanisme bestaat. Ook in patiënt EB werden in een biopt van aangedane huid revertante keratinocyten gevonden, en dat versterkt onze overtuiging dat revertant mozaïcisme minder zeldzaam is dan eerst gedacht. Van de aanwezigheid van revertante keratinocyten kan in de toekomst gebruik gemaakt worden in celtherapie. Stamcellen uit de gezonde huid van een patiënt kunnen groeien in een laboratorium door ze te kweken op een voedingsbodem van niet-delende muizenfibroblasten. Revertante huid gekweekt vanuit deze natuurlijk gecorrigeerde keratinocyten kan men dan terugtransplanteren naar gebieden aangedane huid. Een groot voordeel hiervan is dat de keratinocyten voor het transplantaat dan niet meer genetisch gecorrigeerd hoeven te worden. Een tweede interessante groep zijn de patiënten met mutaties in het gen COL17A1 met een milder fenotype, dat wil zeggen een lichtere mate van blaarvorming dan normaal gesproken wordt gezien in patiënten met mutaties in COL17A1. Mutaties in COL17A1 leiden normaal gesproken tot de recessief overgeërfde vorm gegeneraliseerde atrofische benigne EB (GABEB). Dit fenotype wordt gekenmerkt door blaarvorming sinds de geboorte, atrofische gedepigmenteerde huid op plaatsen waar vaak blaarvorming optreedt, dystrofische nagels en tandproblemen. Daarnaast hebben deze patiënten een typisch patroon van kaalheid op hun schedel, gedeeltelijke afwezigheid van wimpers en wenkbrauwen en afwezigheid van secundair haar [6]. Littekenvorming, bloedarmoede en groeiretardatie zijn afwezig. In hoofdstuk 4 beschrijven we een patiënt (EB ) met mildere blaarvorming dan het GABEB-fenotype, ondanks het feit dat de patiënt twee mutaties had in COL17A1-2356C T in exon 30 en 3432delT in exon 48. De blaren waren voornamelijk aanwezig op handen, onderbenen en gezicht. De 36-jaar oude man had normaal schedelhaar, wimpers en wenkbrauwen. Secundair haar was wel afwezig. Deze mildere vorm die op basis van immunofluorescentie microscopie onderscheiden 175

8 kan worden van de gegeneraliseerde vorm werd gelokaliseerde atrofische benigne EB (LABEB) genoemd. Onderzoek van het mrna liet zien dat het gemuteerde exon 30 met de 2356C T mutatie ontbrak. Oftewel, deze mutatie in het DNA, die zou leiden tot een vroegtijdig stopcodon, wordt door de cel verwijderd door exon 30 niet op te nemen in het mrna. Dit afwijkende mrna transcript mist dus de 36 nucleotiden van exon 30. Van dit transcript wordt een iets kleiner collageen type XVII eiwit gemaakt dat 12 aminozuren mist. In plaats van 1497 aminozuren heeft het eiwit 1485 aminozuren. De productie van dit iets kleinere, maar blijkbaar toch nog functionele, eiwit verklaart het mildere fenotype van patiënt EB Hoofdstuk 5 gaat over een andere LABEB-patiënt (EB ) met milde blaarvorming en normale haargroei. Het meisje was compound heterozygoot voor twee mutaties in COL17A1; een splice-site mutatie in intron 21, A C, en een nonsense mutatie in exon 48, 3432delT. mrna onderzoek liet zien dat door de mutatie in intron 21 van het DNA verschillende mrna transcripten werden gevormd. Van deze verschillende mrna transcripten waren er twee die resulteerden in een iets kleiner collageen type XVII eiwit; het ene mrna transcript miste de eerste 27 nucleotiden van exon 22 en bij het andere mrna transcript ontbrak het gehele 36 nucleotiden tellende exon 22. Deze mrna transcripten resulteren respectievelijk in een 9 en 12 aminozuren kleiner collageen type XVII eiwit. Net zoals bij patiënt EB heeft dit meisje door de productie van het iets kleinere, functionele collageen type XVII eiwit mildere blaarvorming. Hoofdstuk 6 geeft een overzicht van de mutatie-analyse van alle COL17A1 patiënten in Nederland. In deze 11 patiënten werden vijf nieuwe deletie mutaties gevonden; 1284delA in exon 15; 1365delC in exon 16; 3236delC in exon 46; delCT in exon 49; 4425delT in exon 54. Met deze vijf nieuwe mutaties zijn er nu 66 COL17A1 mutaties wereldwijd bekend. Drie mutaties komen vaker voor in de Nederlandse populatie; 2342delG in exon 30; 3432delT in exon 48; 3781C T in exon 51. Acht patiënten hadden een typisch klinisch beeld van GABEB met gegeneraliseerde blaarvorming, nagelafwijkingen, tandafwijkingen en kaalheid. De andere drie patiënten, van wie twee beschreven zijn in hoofdstukken 4 en 5, hadden het LABEB-fenotype met mildere blaarvorming. Op basis van immunofluorescentie kleuring kan een onderscheid gemaakt worden tussen het GABEB- en LABEBfenotype. Hierdoor wordt het mogelijk om de mate van blaarvorming al op een jonge leeftijd te voorspellen voordat dit klinisch helemaal duidelijk is. Als laatste werd een nieuw huidbeeld waargenomen (hoofdstuk 7). In 2001 werd een pasgeborene gezien met een onbekende huidziekte. De baby verloor grote delen van de opperhuid, tot negentig procent van het lichaamsoppervlak. De huid stroopte van 176

9 Nederlandse samenvatting de hand en voeten af. Door het ontbreken van de huid verloor de baby voortdurend grote hoeveelheden vocht. Hierdoor dreigde continu een zeer snelle uitdroging. Tien dagen na de geboorte overleed het kind aan de complicaties. De verschijnselen deden denken aan een vorm van EB. De ouders waren gezond en het was hun eerste kind. In eerste instantie kon ondanks de hulp van vele onderzoeksgroepen over de gehele wereld de oorzaak van de huidaandoening niet gevonden worden. Door een tip van een hoogleraar uit Manchester werd besloten om het desmoplakine gen (DSP) te onderzoeken op mutaties. Twee nieuwe mutaties werden gevonden in het DSP gen in het DNA van het kind. De ouders bleken beide drager van één van de mutaties te zijn. Dit betekent dat ze 25 procent kans hebben op een kind met deze ernstige huidaandoening. De nieuwe vorm van EB was anders dan de tot nu toe beschreven vormen van EB en werd letale acantholytische epidermolysis bullosa genoemd. De verankering tussen de keratinocyten in de epidermis wordt verzorgd door de desmosomen, een complex van eiwitten binnen en buiten de cel. In het desmosoom spelen andere moleculen een rol in de verankering dan in het hemidesmosoom. Desmoplakine is, zover bekend, het enige desmosoom molecuul waaraan het keratine netwerk van de cel hecht. Op deze manier verbindt desmoplakine normaal gesproken het keratine netwerk met de andere desmosomale eiwitten. Door de twee mutaties in DSP werd in dit jongetje een kleiner eiwit gemaakt zonder de domeinen waaraan het keratine netwerk hecht. Goede verankering van het keratine netwerk aan het desmosoom ontbrak en daardoor liet de huid los. Desmoplakine is ook belangrijk voor de hechting van hartspiercellen en van bloedvatcellen. Uit onderzoek bij muizen waarbij DSP is uitgeschakeld is bekend dat zij sterven tijdens de embryonale ontwikkeling. Dit komt omdat het hart de bloeddruk niet kan weerstaan en het begeeft. Het ontdekken van de oorzaak van deze variant van de ziekte, maakt preventie hiervoor nu mogelijk. De ouders kunnen via een vlokkentest prenataal onderzoek laten doen bij een volgende zwangerschap in de negende week van de zwangerschap. Aan deze ontdekking van mutaties in het fragiele huid-gen werd landelijke bekendheid gegeven, zie Volkskrant ( ), Algemeen Dagblad ( ) en Telegraaf ( ). In het slothoofdstuk, hoofdstuk 8, volgt een algemene discussie over de verrassende fenotypes die beschreven zijn in het proefschrift. Hier wordt ook ingegaan op vervolgonderzoek. Patiënt EB heeft een zus met dezelfde huidaandoening. We zijn van plan om haar in de nabije toekomst te onderzoeken op de aanwezigheid van huidarealen van gezonde huid. Door de verkregen onderzoeksresultaten kijken we nu anders naar reeds onderzochte patiënten. Een voorbeeld hiervan is patiënt EB , aan hem vroegen we in het 177

10 voorjaar van 2006 of hij gezonde huidarealen had. Zijn bevestigend antwoord geeft aan dat wanneer men niet bedacht is op de mogelijke aanwezigheid van revertant mozaïcisme, het goed mogelijk is dat men dit fenomeen niet opmerkt. Daarnaast weten we nu ook dat mutaties in het desmoplakine gen lethale acantholytische EB kunnen veroorzaken. Wanneer in de toekomst vergelijkbare huidbeelden zich voordoen, zal met deze kennis sneller de oorzaak van de huidfragiliteit gevonden worden. Revertant mozaïcisme biedt nieuwe mogelijkheden voor celtherapie. Het maakt kunstmatige correctie van de cellen overbodig. Het onderzoek naar gebruik van deze natuurlijk gecorrigeerde keratinocyten als transplantaat zal voortgezet worden in Groningen. Iedereen wil namelijk graag een curatieve behandeling voor deze ernstige huidziekte. Referenties Jonkman MF, Rulo HFC, Duipmans JC (2003) Van gen naar ziekte; epidermolysis bullosa door mutaties in eiwiten in of rond het hemidesmosoom. Ned Tijdschr Geneeskd 147: Jonkman MF, Scheffer H, Stulp R, Pas HH, Nijenhuis M, Heeres K, et al (1997) Revertant mosaicism in epidermolysis bullosa caused by mitotic gene conversion. Cell 88: Bliksrud YT, Brodtkorb E, Andresen PA, van den Berg IE, Kvittingen EA (2005) Tyrosinaemia type I--de novo mutation in liver tissue suppressing an inborn splicing defect. J Mol Med 83: Wada T, Toma T, Okamoto H, Kasahara Y, Koizumi S, Agematsu K et al (2005) Oligoclonal expansion of T lymphocytes with multiple second-site mutations leads to Omenn syndrome in a patient with RAG1-deficient severe combined immunodeficiency. Blood 106: Jonkman MF, Castellanos Nuijts M, van Essen AJ (2003) Natural repair mechanisms in correcting pathogenic mutations in inherited skin disorders. Clin Exp Dermatol 28: Hintner H and Wolff K (1982) Generalized atrophic benign epidermolysis bullosa. Arch Dermatol 118:

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 111 Dit proefschrift behandelt de diagnose van epidermolysis bullosa simplex (EBS) op DNA niveau en een eerste aanzet tot het ontwikkelen van gentherapie voor deze ziekte. Een

Nadere informatie

Informatie over Epidermolysis Bullosa

Informatie over Epidermolysis Bullosa Informatie over Epidermolysis Bullosa UMCG Centrum voor Blaarziekten, afdeling Dermatologie Prof. dr M.F. Jonkman Drs. P. vd Akker Drs. J.C. Duipmans INHOUDSOPGAVE Wat is Epidermolysis Bullosa? - Epidermolysis

Nadere informatie

Revertant cell therapy for epidermolysis bullosa Gostynski, Antoni

Revertant cell therapy for epidermolysis bullosa Gostynski, Antoni Revertant cell therapy for epidermolysis bullosa Gostynski, Antoni IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document

Nadere informatie

University of Groningen. Substantiating atypical phenotypes of epidermolysis bullosa Gostynska, Katarzyna Barbara

University of Groningen. Substantiating atypical phenotypes of epidermolysis bullosa Gostynska, Katarzyna Barbara University of Groningen Substantiating atypical phenotypes of epidermolysis bullosa Gostynska, Katarzyna Barbara IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if

Nadere informatie

Mutation detection and correction experiments in epidermolysis bullosa simplex Schuilenga-Hut, Petra Henriette Lidia

Mutation detection and correction experiments in epidermolysis bullosa simplex Schuilenga-Hut, Petra Henriette Lidia University of Groningen Mutation detection and correction experiments in epidermolysis bullosa simplex Schuilenga-Hut, Petra Henriette Lidia IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version

Nadere informatie

Van mens tot Cel oefenvragen 1. De celdeling bestaat uit verschillende fasen. Hoe heten de G1, S en de G2 fase samen?

Van mens tot Cel oefenvragen 1. De celdeling bestaat uit verschillende fasen. Hoe heten de G1, S en de G2 fase samen? Van mens tot Cel oefenvragen 1. De celdeling bestaat uit verschillende fasen. Hoe heten de G1, S en de G2 fase samen? A: interfase B: profase C: anafase D: cytokinese 2. Een SNP (single nucleotide polymorphism)

Nadere informatie

Samenvatting, discussie en vooruitzichten

Samenvatting, discussie en vooruitzichten Leuko-encefalopathie met betrokkenheid van de hersenstam en ruggenmerg en lactaatverhoging: moleculaire mechanismen, klinische aspecten en opening voor behandeling Samenvatting, discussie en vooruitzichten

Nadere informatie

8,6. Samenvatting door Jasmijn 2032 woorden 9 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie samenvatting hoofdstuk 4 Genetica

8,6. Samenvatting door Jasmijn 2032 woorden 9 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie samenvatting hoofdstuk 4 Genetica Samenvatting door Jasmijn 2032 woorden 9 januari 2018 8,6 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie samenvatting hoofdstuk 4 Genetica 2 Fenotype, genotype en epigenetica Erfelijke

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dikkedarmkanker is na longkanker de meest voorkomende doodsoorzaak ten gevolge van kanker in de westerse wereld. Dikkedarmkanker manifesteert zich na een accumulatie van verscheidene genetische veranderingen.

Nadere informatie

Figuur 1: schematische weergave van een cel

Figuur 1: schematische weergave van een cel Inleiding De titel van het proefschrift is Preventing the transmission of mitochondrial diseases. Dat wil zeggen: het tegengaan dat mitochondriële ziekten worden doorgegeven aan het nageslacht. Mitochondriën

Nadere informatie

2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington

2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington 2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington Erfelijkheid Erfelijk materiaal in de 46 chromosomen De mens heeft in de kern van elke lichaamscel 46 chromosomen: het gaat om 22 paar lichaamsbepalende chromosomen

Nadere informatie

Door recombinatie ontstaat een grote vescheidenheid in genotypen binnen een soort. (genetische

Door recombinatie ontstaat een grote vescheidenheid in genotypen binnen een soort. (genetische Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA DNA bevat de erfelijke informatie van een organisme. Een gen(ook wel erffactor) is een stukje DNA dat de informatie bevat voor een erfelijke eigenschap(bvb

Nadere informatie

Ziekte van Pompe. Wat is de ziekte van Pompe? We kunnen de fout bij RNAsplitsing. corrigeren

Ziekte van Pompe. Wat is de ziekte van Pompe? We kunnen de fout bij RNAsplitsing. corrigeren Tekst Gert-Jan van den Bemd Fotografie Levien Willemse Ziekte van Pompe Een nieuwe behandeling van de ziekte van Pompe lijkt een stap dichterbij gekomen. Dat blijkt uit twee recente publicaties. We kunnen

Nadere informatie

Copyright 2008 Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings

Copyright 2008 Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings De meeste organismen hebben een twee sets chromosomen, met daarop informatie voor alle eigenschappen van dat organisme (diploid) Deze erfelijke informatie noemen we het genotype Hoe deze erfelijke informatie

Nadere informatie

6,4. Samenvatting door E woorden 6 december keer beoordeeld. Biologie voor jou

6,4. Samenvatting door E woorden 6 december keer beoordeeld. Biologie voor jou Samenvatting door E. 1393 woorden 6 december 2016 6,4 18 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Thema 4: Erfelijkheid 5-HTTPLR gen heeft invloed op de hoeveelheid geluk die je ervaart.

Nadere informatie

Dit proefschrift beschrijft de rol van genetische factoren in het ontstaan van de ziekte van

Dit proefschrift beschrijft de rol van genetische factoren in het ontstaan van de ziekte van Samenvatting Dit proefschrift beschrijft de rol van genetische factoren in het ontstaan van de ziekte van Hirschsprung (ook wel afgekort als HSCR). HSCR is een aangeboren afwijking gekenmerkt door de afwezigheid

Nadere informatie

Ichthyosis. Wat is ichthyosis? Hoe ontstaat ichthyosis? Vissenhuid

Ichthyosis. Wat is ichthyosis? Hoe ontstaat ichthyosis? Vissenhuid Ichthyosis Vissenhuid Wat is ichthyosis? Ichthyosis is een verzamelnaam voor een aantal erfelijke huidaandoeningen die worden gekenmerkt door een droge en schilferende huid met verdikking van de hoornlaag.

Nadere informatie

Samenvattingen. Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid. Basisstof 1. Basisstof 2. Erfelijke eigenschappen:

Samenvattingen. Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid. Basisstof 1. Basisstof 2. Erfelijke eigenschappen: Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid Basisstof 1 Erfelijke eigenschappen: - Genotype: o genen liggen op de chromosomen in kernen van alle cellen o wordt bepaald op moment van de bevruchting - Fenotype: o

Nadere informatie

HERKANSINGSTENTAMEN Moleculaire Biologie deel 2, 5 Jan 2007

HERKANSINGSTENTAMEN Moleculaire Biologie deel 2, 5 Jan 2007 HERKANSINGSTENTAMEN Moleculaire Biologie deel 2, 5 Jan 2007 NAAM: STUDENTNUMMER: CONTROLEER OF DIT TENTAMEN 14 PAGINA S BEVAT. Veel succes! o Je mag de achterkant van het papier ook zo nodig gebruiken,

Nadere informatie

X-gebonden Overerving

X-gebonden Overerving 12 http://www.nki.nl/ Afdeling Genetica van het Universitair Medisch Centrum Groningen http://www.umcgenetica.nl/ X-gebonden Overerving Afdeling Klinische Genetica van het Leids Universitair Medisch Centrum

Nadere informatie

Workshop Patiënten dag 18 mei 2019 Bewegingsstoornissen en erfelijkheid

Workshop Patiënten dag 18 mei 2019 Bewegingsstoornissen en erfelijkheid Genetics 1 Workshop Patiënten dag 18 mei 2019 Bewegingsstoornissen en erfelijkheid Fleur Vansenne/Corien Verschuuren Klinisch genetici UMCG Erfelijkheid 2 Waar denk je aan? Genetics Wat is genetisch onderzoek?

Nadere informatie

Fragiele-Xsyndroom. Een erfelijke aandoening

Fragiele-Xsyndroom. Een erfelijke aandoening Fragiele-Xsyndroom Een erfelijke aandoening Het fragiele-x-syndroom is, een erfelijke aandoening, die gepaard gaat met een verstandelijke handicap, op autisme gelijkend gedrag en dikwijls bepaalde uiterlijke

Nadere informatie

MYCOBACTERIËLE FACTOREN BETROKKEN BIJ GRANULOOMVORMING

MYCOBACTERIËLE FACTOREN BETROKKEN BIJ GRANULOOMVORMING Nederlandse samenvatting MYCOBACTERIËLE FACTOREN BETROKKEN BIJ GRANULOOMVORMING Tuberculose Tuberculose (TBC) is een infectieziekte die wordt veroorzaakt door de bacterie Mycobacterium tuberculosis. Infectie

Nadere informatie

Dialogen voor conceptcartoons. Verband genotype/fenotype, dominant/recessief

Dialogen voor conceptcartoons. Verband genotype/fenotype, dominant/recessief Dialogen voor conceptcartoons Verband genotype/fenotype, dominant/recessief 1 Is dit ons kind? (Zie conceptcartoon Horst Wolter op deze site.) Leermoeilijkheid (misconcept): Uiterlijke eigenschappen weerspiegelen

Nadere informatie

X-gebonden overerving

X-gebonden overerving 12 Universiteit Gent - UG http://medgen.ugent.be/cmgg/home.php Tel. +32(0)9 240 36 03 X-gebonden overerving Université Libre de Bruxelles - ULB Tel. +32 (0)2 555 31 11 Vrije Universiteit Brussel - VUB

Nadere informatie

Verklarende Woordenlijst

Verklarende Woordenlijst 12 Verklarende Woordenlijst Gebaseerd op een woordenlijst die werd ontwikkeld door Londen IDEAS Genetic Knowledge Park aangepast volgens hun kwaliteitsnormen. Juli 2008 Vertaald door Mies Wits-Douw en

Nadere informatie

Dutch Summary. Nederlandse Samenvatting

Dutch Summary. Nederlandse Samenvatting Dutch Summary Nederlandse Samenvatting Nederlandse samenvatting Voor het goed functioneren van een cel is het van groot belang dat de erfelijke informatie intact blijft. De integriteit van het DNA wordt

Nadere informatie

Recessieve Overerving

Recessieve Overerving 12 Recessieve Overerving Aangepaste informatie van folders geproduceerd door Guy s and St Thomas Hospital en Londen Genetic Knowledge Park, aangepast volgens hun kwaliteitsnormen. Juli 2008 Vertaald door

Nadere informatie

Dermatologie. Ichthyosis

Dermatologie. Ichthyosis Dermatologie Ichthyosis 1 Wat is ichthyosis? Ichthyosis is een verzamelnaam voor een aantal erfelijke huidaandoeningen, die worden gekenmerkt door een droge en schilferende huid met verdikking van de hoornlaag.

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Zalen, S. V. (2006). Post-transcriptional mechanisms in type XVII collagen synthesis s.n.

Citation for published version (APA): Zalen, S. V. (2006). Post-transcriptional mechanisms in type XVII collagen synthesis s.n. University of Groningen Post-transcriptional mechanisms in type XVII collagen synthesis Zalen, Sebastiaan van IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you

Nadere informatie

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen? Biologie Vraag 1 Celorganellen en levensprocessen bij levende cellen zijn: 1. Ribosomen 2. ATP synthese 5. DNA polymerase 3. Celmembranen 6. Fotosynthese 4. Kernmembraan 7. Mitochondria Welke van de bovenstaande

Nadere informatie

Infoblad. Chromosoomafwijkingen. Chromosoomafwijkingen, wat zijn dat eigenlijk? En waardoor ontstaan ze? Hierover lees je in dit infoblad.

Infoblad. Chromosoomafwijkingen. Chromosoomafwijkingen, wat zijn dat eigenlijk? En waardoor ontstaan ze? Hierover lees je in dit infoblad. Chromosoomafwijkingen Chromosoomafwijkingen, wat zijn dat eigenlijk? En waardoor ontstaan ze? Hierover lees je in dit infoblad. Chromosomen In het lichaam zitten heel veel cellen. De cellen zijn de bouwstenen

Nadere informatie

Newsletter April 2013

Newsletter April 2013 1. Inleiding Met het thema van deze nieuwsbrief willen we ons richten op de fundamenten van het fokken: de basisgenetica. Want of je het nu wil of niet. dit is ook de basis voor een succesvolle fok! Misschien

Nadere informatie

Verklarende woordenlijst

Verklarende woordenlijst 12 Verklarende woordenlijst Gebaseerd op een woordenlijst die werd ontwikkeld door Londen IDEAS Genetic Knowledge Park aangepast volgens hun kwaliteitsnormen. Januari 2008 Gesteund door EuroGentest, NoE

Nadere informatie

Chromosoomafwijkingen

Chromosoomafwijkingen 16 Chromosoomafwijkingen Januari 2008 Gest e un d do or E urog ent e st, No E ( N et w o rk of Excellence ) contract nr.512148, gesteund door EU-FP6 Illustraties: Rebecca J Kent www.rebeccajkent.com rebecca@rebeccajkent.com

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch) (summary in Dutch) Type 2 diabetes is een chronische ziekte, waarvan het voorkomen wereldwijd fors toeneemt. De ziekte wordt gekarakteriseerd door chronisch verhoogde glucose spiegels, wat op den duur

Nadere informatie

Een bloeding tussen de hersenvliezen (subarachnoïdale bloeding of SAB) is

Een bloeding tussen de hersenvliezen (subarachnoïdale bloeding of SAB) is Samenvatting 229 230 Samenvatting Een bloeding tussen de hersenvliezen (subarachnoïdale bloeding of SAB) is een vorm van beroerte die vaak op jonge leeftijd optreedt en meestal ernstige gevolgen heeft:

Nadere informatie

Epidermolysis bullosa Een abnormaal zwakke huid

Epidermolysis bullosa Een abnormaal zwakke huid Epidermolysis bullosa Een abnormaal zwakke huid Annick De Jonge Denise Tison Gunnar Naulaers Epidermolysis is een erfelijke huidaandoening waarbij er zeer gemakkelijk blaren ontstaan, soms zonder aanwijsbare

Nadere informatie

DNA & eiwitsynthese Oefen- en zelftoetsmodule behorende bij hoofdstuk 16 en 17 van Campbell, 7 e druk December 2008

DNA & eiwitsynthese Oefen- en zelftoetsmodule behorende bij hoofdstuk 16 en 17 van Campbell, 7 e druk December 2008 DNA & eiwitsynthese Oefen- en zelftoetsmodule behorende bij hoofdstuk 16 en 17 van Campbell, 7 e druk December 2008 DNA 1. Hieronder zie je de schematische weergave van een dubbelstrengs DNA-keten. Een

Nadere informatie

6.7. Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april keer beoordeeld. Biologie voor jou. Erfelijkheidsmateriaal

6.7. Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april keer beoordeeld. Biologie voor jou. Erfelijkheidsmateriaal Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april 2006 6.7 33 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Erfelijkheidsmateriaal Het menselijk lichaam bestaat uit een veel organen, deze organen

Nadere informatie

www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Majeed Versie 2016 1. WAT IS MAJEED 1.1 Wat is het? Het Majeed syndroom is een zeldzame genetische aandoening. Kinderen met dit syndroom lijden aan chronische

Nadere informatie

Algemene aspecten van erfelijkheid. Waarom is kennis over erfelijke aspecten van een ziekte belangrijk? Wanneer erfelijkheidsadvies/onderzoek?

Algemene aspecten van erfelijkheid. Waarom is kennis over erfelijke aspecten van een ziekte belangrijk? Wanneer erfelijkheidsadvies/onderzoek? Erfelijke nierziekten: algemene aspecten van erfelijkheid, overerving en erfelijkheidsadvies Nine Knoers Klinisch Geneticus Commissie Erfelijke Nierziekten NVN 4 november 2006 HUMAN GENETICS NIJMEGEN Inhoud

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/19745 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/19745 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19745 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Faaij, Claudia Margaretha Johanna Maria Title: Cellular trafficking in haematological

Nadere informatie

Level 1. Vul het juiste woord in

Level 1. Vul het juiste woord in Level 1 Vul het juiste woord in Keuze uit: Gen, Allel, Locus, Dominant, Recessief, Co-dominantie, Monohybride kruising, Dihybride kruising, Autosoom, Autosomale overerving, X-chromosomale overerving, Intermediair

Nadere informatie

Afsluitende les. Leerlingenhandleiding. DNA-onderzoek en gentherapie

Afsluitende les. Leerlingenhandleiding. DNA-onderzoek en gentherapie Afsluitende les Leerlingenhandleiding DNA-onderzoek en gentherapie Inleiding In de afsluitende les DNA-onderzoek en gentherapie zul je aan de hand van een aantal vragen een persoonlijke en kritische blik

Nadere informatie

<A> Thymine is een pyrimidinebase en vormt 3 waterstofbruggen met adenine. <B> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine.

<A> Thymine is een pyrimidinebase en vormt 3 waterstofbruggen met adenine. <B> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. Biologie Vraag 1 Welke uitspraak is correct? Thymine is een pyrimidinebase en vormt 3 waterstofbruggen met adenine. Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. Cytosine

Nadere informatie

<A> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. <B> Guanine is een pyrimidinebase en vormt 2 waterstofbruggen met cytosine.

<A> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. <B> Guanine is een pyrimidinebase en vormt 2 waterstofbruggen met cytosine. Biologie Vraag 1 Welke uitspraak is correct? Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. Guanine is een pyrimidinebase en vormt 2 waterstofbruggen met cytosine. Thymine

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 145 Nederlandse samenvatting De nieren hebben een belangrijke functie in het menselijk lichaam: ze zijn onder andere verantwoordelijk voor het zuiveren

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting SAMENVATTING X-gebonden creatine transporter deficiëntie. Creatine is een natuurlijke stof die vooral in de spieren zit. De stof heeft een belangrijke rol in de energiehuishouding van de cel. Creatine

Nadere informatie

Stage mogelijkheid in brandwondenonderzoek. Preklinisch onderzoek. Vereniging Samenwerkende Brandwondencentra Nederland

Stage mogelijkheid in brandwondenonderzoek. Preklinisch onderzoek. Vereniging Samenwerkende Brandwondencentra Nederland Stage mogelijkheid in brandwondenonderzoek Preklinisch onderzoek Vereniging Samenwerkende Brandwondencentra Nederland 1/5 De Vereniging Samenwerkende Brandwondencentra in Nederland (VSBN) (engelse naam:

Nadere informatie

Copyright 2008 Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings

Copyright 2008 Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings De meeste organismen hebben een twee sets chromosomen, met daarop informatie voor alle eigenschappen van dat organisme (diploid) Deze erfelijke informatie noemen we het genotype Hoe deze erfelijke informatie

Nadere informatie

Vraag & Antwoord over PLN. Dr. P.A. van der Zwaag Landelijke dag Erfelijke Hartaandoeningen 29 oktober 2016

Vraag & Antwoord over PLN. Dr. P.A. van der Zwaag Landelijke dag Erfelijke Hartaandoeningen 29 oktober 2016 Vraag & Antwoord over PLN Dr. P.A. van der Zwaag Landelijke dag Erfelijke Hartaandoeningen 29 oktober 2016 Indeling 1. Preïmplantatie genetische diagnostiek (PGD) en andere mogelijkheden rondom de zwangerschap

Nadere informatie

Klinische Genetica. Autosomaal dominante overerving

Klinische Genetica. Autosomaal dominante overerving Klinische Genetica Autosomaal dominante overerving Klinische Genetica U bent (of uw kind is) doorverwezen naar de polikliniek Klinische Genetica. Tijdens de eerste afspraak legt een klinisch geneticus

Nadere informatie

Tentamen Van Mens tot Cel

Tentamen Van Mens tot Cel Tentamen Van Mens tot Cel 1. Hans en Tineke willen graag een kindje. Zowel de ouders van Hans als de ouders van Tineke zijn beide drager van een autosomaal recessieve ziekte. Wat is de kans dat Hans en

Nadere informatie

Biologie 1997 Augustus

Biologie 1997 Augustus www. Biologie 1997 Augustus Vraag 1 In de onderstaande tekening is de elektronenmicroscopische afbeelding van een cel van een traanklier van een mens weergegeven. Het afgescheiden traanvocht bevat een

Nadere informatie

University of Groningen. Unusual variants of subepidermal autoimmune bullous diseases Buijsrogge, Jacqueline Johanna Angela

University of Groningen. Unusual variants of subepidermal autoimmune bullous diseases Buijsrogge, Jacqueline Johanna Angela University of Groningen Unusual variants of subepidermal autoimmune bullous diseases Buijsrogge, Jacqueline Johanna Angela IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's

Nadere informatie

Een bijzondere band tussen grootvader en kleinkind

Een bijzondere band tussen grootvader en kleinkind Een bijzondere band tussen grootvader en kleinkind Duizenden grootvaders liepen rond met onbegrepen neurologische klachten totdat de Amerikaanse kinderarts Randi Hagerman een verband legde tussen de klachten

Nadere informatie

Erfelijke spastische paraparese

Erfelijke spastische paraparese Erfelijke spastische paraparese He althy Ageing: moving to the next generation WAT IS EEN ERFELIJKE SPASTISCHE PARAPARESE? Erfelijke spastische paraparese is feitelijk een groep aandoeningen. Deze aandoeningen

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Erfelijkheid & Evolutie (Hoofdstuk 7 & 8.1)

Samenvatting Biologie Erfelijkheid & Evolutie (Hoofdstuk 7 & 8.1) Samenvatting Biologie Erfelijkheid & Evolutie (Hoofdstuk 7 & 8.1) Samenvatting door CÃ line 1065 woorden 5 juli 2016 5,5 4 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie P4 Hoofdstuk 7 1 Uniek Eigenschappen

Nadere informatie

4 HAVO thema 4 Erfelijkheid EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN

4 HAVO thema 4 Erfelijkheid EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN Examentrainer Vragen Karyogrammen In afbeelding 1 zijn twee karyogrammen weergegeven. Deze karyogrammen zijn afkomstig van een eeneiige tweeling. Het ene kind is van het mannelijk geslacht zonder duidelijke

Nadere informatie

Informatie voor patiënten en hun familie

Informatie voor patiënten en hun familie 16 Chromosoomafwijkingen Juli 2008 Vertaald door Mies Wits-Douw en Marloes Brouns-van Engelen, Erfocentrum, Woerden, Nederland. Gesteund door EuroGentest, NoE ( Network of Excellence ) contract nr.512148,

Nadere informatie

Molecular Pathology for Pathologists. Pr P. Pauwels

Molecular Pathology for Pathologists. Pr P. Pauwels Molecular Pathology for Pathologists Pr P. Pauwels NGS moleculair pathologie rapport ontcijferen Nomenclatuur waarin gerapporteerd wordt: EGFR c.2573t>g, p.(leu858arg) Coderende sequentie Eiwit/proteïne

Nadere informatie

HAVO 5 Begrippenlijst Erfelijkheid allel Allelen zijn verschillende vormen van een gen. Zij liggen in homologe chromosomen op precies dezelfde

HAVO 5 Begrippenlijst Erfelijkheid allel Allelen zijn verschillende vormen van een gen. Zij liggen in homologe chromosomen op precies dezelfde HAVO 5 Begrippenlijst Erfelijkheid allel Allelen zijn verschillende vormen van een gen. Zij liggen in homologe chromosomen op precies dezelfde plaats. Allelen coderen voor dezelfde eigenschap bijvoorbeeld

Nadere informatie

Patiënten Informatie Brochure Erfelijkheidsonderzoek: Exoom Sequencing

Patiënten Informatie Brochure Erfelijkheidsonderzoek: Exoom Sequencing 2 Patiënten Informatie Brochure Erfelijkheidsonderzoek: Exoom Sequencing Algemene informatie Exoom Sequencing is een nieuwe techniek voor erfelijkheidsonderzoek. In deze folder vindt u informatie over

Nadere informatie

Level 1. Vul het juiste woord in

Level 1. Vul het juiste woord in Level 1 Vul het juiste woord in Keuze uit: Gen, Allel, Locus, Dominant, Recessief, Co-dominantie, Monohybride kruising, Dihybride kruising, Autosoom, Autosomale overerving, X-chromosomale overerving, Intermediair

Nadere informatie

Moleculaire Diagnostiek binnen een routine Pathologie Laboratorium

Moleculaire Diagnostiek binnen een routine Pathologie Laboratorium Moleculaire Diagnostiek binnen een routine Pathologie Laboratorium Winand N.M. Dinjens Laboratorium voor Moleculaire Diagnostiek Afdeling Pathologie Josephine Nefkens Instituut (JNI) Erasmus MC, Universitair

Nadere informatie

OPEN VRAGEN. Genetica en Evolutie (5502GEEV9Y) Biologie en Biomedische Wetenschappen. Deeltoets 2

OPEN VRAGEN. Genetica en Evolutie (5502GEEV9Y) Biologie en Biomedische Wetenschappen. Deeltoets 2 Genetica en Evolutie (5502GEEV9Y) Biologie en Biomedische Wetenschappen Deeltoets 2 OPEN VRAGEN Datum: donderdag 18 december 2014 Tijdstip: 13:00 uur tot 16:00 uur Naam Studentnummer 1 OPEN VRAGEN 35a

Nadere informatie

Wat is Sikkelcelziekte? Amsterdam 13 november 2005

Wat is Sikkelcelziekte? Amsterdam 13 november 2005 Wat is Sikkelcelziekte? α β α β Amsterdam 13 november 2005 lucht Zuurstof Zuurstof Zuurstof is nodig om te kunnen leven. Wij vervoeren zuurstof in onze lichaam via het bloed. Long en hart 5 liters bloed

Nadere informatie

Klinische Genetica. Geslachtsgebonden (X-chromosoom gebonden) recessieve overerving

Klinische Genetica. Geslachtsgebonden (X-chromosoom gebonden) recessieve overerving Klinische Genetica Geslachtsgebonden (X-chromosoom gebonden) recessieve overerving Klinische Genetica Bij uw bezoek aan de polikliniek Klinische Genetica heeft de klinisch geneticus of een genetisch consulent

Nadere informatie

Kinderwens spreekuur Volendam

Kinderwens spreekuur Volendam Kinderwens spreekuur Volendam Voor wie is deze folder? Deze folder is voor mensen afkomstig uit Volendam met kinderwens. Wat is het kinderwens spreekuur? Het spreekuur is een samenwerking tussen de afdelingen

Nadere informatie

Wat is Cystic Fibrosis? Hoe krijg je Cystic Fibrosis? Hoeveel mensen hebben Cystic Fibrosis? Hoe ontdekken ze Cystic Fibrosis? Cystic Fibrosis in het

Wat is Cystic Fibrosis? Hoe krijg je Cystic Fibrosis? Hoeveel mensen hebben Cystic Fibrosis? Hoe ontdekken ze Cystic Fibrosis? Cystic Fibrosis in het 1 Wat is Cystic Fibrosis? Hoe krijg je Cystic Fibrosis? Hoeveel mensen hebben Cystic Fibrosis? Hoe ontdekken ze Cystic Fibrosis? Cystic Fibrosis in het kort 2 Cystic Fibrosis = CF = Taaislijmziekte Cystic

Nadere informatie

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen? Biologie Vraag 1 Celorganellen en levensprocessen bij levende cellen zijn: 1. Ribosomen 2. ATP synthese 5. DNA polymerase 3. Celmembranen 6. Fotosynthese 4. Kernmembraan 7. Mitochondria Welke van de bovenstaande

Nadere informatie

Spierziekten en genetica

Spierziekten en genetica Susan Peters, MSc Spierziekten en genetica Chromosomen en genen Ons lichaam is opgebouwd uit miljarden cellen. Zij ontstaan door celdeling. Eerst is er alleen een bevruchte eicel. Deze deelt zich in tweeën,

Nadere informatie

Encounters with Oxygen. Aerobic Physiology and H2O2 Production of Lactobacillus johnsonii R.Y. Hertzberger

Encounters with Oxygen. Aerobic Physiology and H2O2 Production of Lactobacillus johnsonii R.Y. Hertzberger Encounters with Oxygen. Aerobic Physiology and H2O2 Production of Lactobacillus johnsonii R.Y. Hertzberger Samenvatting (voor breed publiek) Melkzuurbacteriën zijn belangrijke organismen in het leven van

Nadere informatie

Genetica en erfelijkheid van Alport syndroom

Genetica en erfelijkheid van Alport syndroom Genetica en erfelijkheid van Alport syndroom Arthur van den Wijngaard Afdeling Klinische Genetica, unit genoom diagnostiek Arthur Cecil Alport (1880 1959) Zuid-Afrikaanse arts beschreef voor het eerst

Nadere informatie

28 Testkruising testkruising = een kruising om te achterhalen of een organisme homozygoot of heterozygoot is. Voorbeeld van een testkruising om te bepalen of een organisme homozygoot of heterozygoot is

Nadere informatie

Inzicht hebben in veel voorkomende patronen van overerving. Professor Martina Cornel and professor Heather Skirton Gen-Equip Project

Inzicht hebben in veel voorkomende patronen van overerving. Professor Martina Cornel and professor Heather Skirton Gen-Equip Project Inzicht hebben in veel voorkomende patronen van overerving Professor Martina Cornel and professor Heather Skirton Gen-Equip Project Leerdoelen Inzicht hebben in de drie belangrijkste patronen van overerving

Nadere informatie

In het kort. Welke testen zijn er mogelijk bij prenatale screening? Wat is prenatale screening?

In het kort. Welke testen zijn er mogelijk bij prenatale screening? Wat is prenatale screening? prenatale screening Inhoudsopgave In het kort 3 Wat is prenatale screening? 3 Welke testen zijn er mogelijk bij prenatale screening? 3 Bij welke zwangerschapsduur vindt prenatale screening plaats? 3 Wie

Nadere informatie

Let er op dat je voor iedere vraag een uitwerking maakt met kruisingsschema en/of berekening.

Let er op dat je voor iedere vraag een uitwerking maakt met kruisingsschema en/of berekening. Week Thema Onderwerp Datum 43 3 Basisstof 1 t/m 4 23/10 28/10 44 3 Basisstof 1 t/m 4 31/10 4/11 45 7/11 11/11 Basisstof 5 t/m 7 bespreken 3 Basisstof 5 t/m 7 bespreken Verrijkingsstof 1 Herhalen en bespreken

Nadere informatie

5,5. Wat is EB en wat zijn de symptomen? Hoe moet een patiënt met EB verzorgd worden? Wat betekent EB voor de omgeving? Hoe wordt EB overgedragen?

5,5. Wat is EB en wat zijn de symptomen? Hoe moet een patiënt met EB verzorgd worden? Wat betekent EB voor de omgeving? Hoe wordt EB overgedragen? Praktische-opdracht door een scholier 2846 woorden 30 mei 2009 5,5 2 keer beoordeeld Vak ANW Werkstuk Epidermolysis Bullosa Hoofdvraag : Wat betekent EB voor de patient en de omgeving? Deelvragen: Wat

Nadere informatie

Amyloïd-bindende eiwitten bij de ziekte van Alzheimer

Amyloïd-bindende eiwitten bij de ziekte van Alzheimer Amyloïd-bindende eiwitten bij de ziekte van Alzheimer Introductie onderzoeksproject De ziekte van Alzheimer De ziekte van Alzheimer is een neurologische aandoening en is de meest voorkomende vorm van dementie.

Nadere informatie

Chapter 10. Nederlandse samenvatting

Chapter 10. Nederlandse samenvatting Chapter 10 Nederlandse samenvatting Samenvatting Dunnevezelneuropathie (DVN) is een aandoening waarbij selectief of overwegend de dunne zenuwvezels (Aδ en C) zijn aangedaan. Het klinisch beeld wordt gekenmerkt

Nadere informatie

Toelatingsexamen arts geel Biologie Vraag 1

Toelatingsexamen arts geel Biologie Vraag 1 Biologie Vraag 1 De genen A en B liggen 14 centimorgan (cm) van elkaar. Een persoon die heterozygoot is voor deze twee genen, heeft ouders met Aabb en aabb als genotype. De verwachte frequenties van de

Nadere informatie

Toelatingsexamen arts blauw Biologie Vraag 1

Toelatingsexamen arts blauw Biologie Vraag 1 Biologie Vraag 1 De genen A en B liggen 14 centimorgan (cm) van elkaar. Een persoon die heterozygoot is voor deze twee genen, heeft ouders met Aabb en aabb als genotype. De verwachte frequenties van de

Nadere informatie

Erfelijkheid van de ziekte van Huntington

Erfelijkheid van de ziekte van Huntington Erfelijkheid van de ziekte van Huntington In de kern van iedere cel van het menselijk lichaam is uniek erfelijk materiaal opgeslagen. Dit erfelijk materiaal wordt ook wel DNA (Desoxyribonucleïnezuur) genoemd.

Nadere informatie

1. Mendeliaanse overerving - koppelingsanalyse

1. Mendeliaanse overerving - koppelingsanalyse 1. Mendeliaanse overerving - koppelingsanalyse 1.1 Inleiding Genetische kenmerken die afhangen van één enkel gen (meer precies : locus) noemen wij mendeliaans. Mendeliaanse kenmerken segregeren in families

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/35456 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/35456 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/35456 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Hassan, Suha Mustafa Title: Toward prevention of Hemoglobinopathies in Oman Issue

Nadere informatie

Chapter 8. Samenvatting

Chapter 8. Samenvatting Chapter 8 Samenvatting SAMENVATTING Actinobacillus pleuropneumoniae is een Gram-negatieve bacterie die longontsteking veroorzaakt bij varkens. Deze besmettelijke ziekte komt over de gehele wereld voor

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/18632 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/18632 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/18632 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Joosse, Simon Andreas Title: Prediction of "BRCAness" in breast cancer by array

Nadere informatie

www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Majeed Versie 2016 1. WAT IS MAJEED 1.1 Wat is het? Het Majeed syndroom is een zeldzame genetische aandoening. Kinderen met dit syndroom lijden aan chronische

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20981 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20981 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20981 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Almomani, Rowida Title: The use of new technology to improve genetic testing Issue

Nadere informatie

Evolution of Races within Fusarium oxysporum f.sp. Lycopersici B.V. Chellappan

Evolution of Races within Fusarium oxysporum f.sp. Lycopersici B.V. Chellappan Evolution of Races within Fusarium oxysporum f.sp. Lycopersici B.V. Chellappan University of Amsterdam Evolution of races within Fusarium oxysporum f.sp. lycopersici Biju Vadakkemukadiyil Chellappan Samenvatting

Nadere informatie

Recessieve overerving

Recessieve overerving 12 Recessieve overerving Aangepaste informatie van folders geproduceerd door Guy s and St Thomas Hospital en Londen Genetic Knowledge Park, aangepast volgens hun kwaliteitsnormen. Januari 2008 G e s t

Nadere informatie

Klinische Genetica. Autosomaal recessieve overerving

Klinische Genetica. Autosomaal recessieve overerving Klinische Genetica Autosomaal recessieve overerving Klinische Genetica U of uw kind is doorverwezen naar de polikliniek Klinische Genetica. Tijdens de afspraak legt een klinisch geneticus of een genetisch

Nadere informatie

Samenvatting en Discussie

Samenvatting en Discussie 101 102 Pregnancy-related thrombosis and fetal loss in women with thrombophilia Samenvatting Zwangerschap en puerperium zijn onafhankelijke risicofactoren voor veneuze trombose. Veneuze trombose is een

Nadere informatie

Deficiëntie van de IL-1-Receptorantagonist (DIRA)

Deficiëntie van de IL-1-Receptorantagonist (DIRA) www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Deficiëntie van de IL-1-Receptorantagonist (DIRA) Versie 2016 1. WAT IS DIRA 1.1 Wat is het? Deficiëntie van de IL-1-receptorantagonist (DIRA) is een zeldzame

Nadere informatie

Aangeboren ichthyosis

Aangeboren ichthyosis Aangeboren ichthyosis informatie voor patiënten INLEIDING 3 WAT ZIJN DE SYMPTOMEN VAN ICHTHYOSIS? 4 Geïsoleerde ichthyosen Geassocieerde ichthyosen HOE KRIJG JE ICHTHYOSIS? 8 HOE KUN JE ICHTHYOSIS BEHANDELEN?

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting GENETISCHE EN RADIOLOGISCHE MARKERS VOOR DE PROGNOSE EN DIAGNOSE VAN MULTIPLE SCLEROSE Multiple Sclerose (MS) is een aandoening van het centrale zenuwstelsel (hersenen en ruggenmerg)

Nadere informatie

te onderscheiden valt van FSHD (FSHD2). Omdat deze patiënten echter meer dan 10 D4Z4 repeats hebben kon eerder de diagnose van FSHD in een DNA test

te onderscheiden valt van FSHD (FSHD2). Omdat deze patiënten echter meer dan 10 D4Z4 repeats hebben kon eerder de diagnose van FSHD in een DNA test SAMENVATTING Facioscapulohumerale spierdystrofie (FSHD) is een erfelijke spierziekte die wordt gekenmerkt door verzwakking van de aangezichtspieren (facio), de spieren rond de schouderbladen (scapulo)

Nadere informatie

Samenvatting 95 SAMENVATTING

Samenvatting 95 SAMENVATTING Samenvatting Samenvatting 95 SAMENVATTING Tijdens de ontwikkeling en groei van een solide tumor, staan de tumorcellen bloot aan een gebrek aan zuurstof (hypoxie). Dit is het gevolg van de snelle groei

Nadere informatie