Visser, Welmoed; Bodegraven, Wilco van; Spoelstra, Remco; Viveen, Diana; Berg, Lisa van; Zwaneveld, Jan

Transcriptie

1 VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Van: L. Brekelmans Tel.nr. : Datum: 27 augustus Tekenstukken: Nee Bijlagen: 2 Afschrift aan: N.a.v. (evt. briefnrs.): Team: Ruimtelijk Beleid en Projecten Visser, Welmoed; Bodegraven, Wilco van; Spoelstra, Remco; Viveen, Diana; Berg, Lisa van; Zwaneveld, Jan Onderwerp: Pilot Biobased Economy Woerden Nummer: 14A Advies: In te stemmen met: 1. Het plan van aanpak Fase 1: Biobased Economy, om in Woerden een pilot op te starten om kansrijke matches van bedrijven (ondernemers en agrariërs) te inventariseren en selecteren. De pilot dient als voorbeeld voor meer projecten in de regio. 2. Het inhuren van een werkervaarder (werkervaringsplaats) voor het uitzoeken van informatie over bedrijven in Woerden ter ondersteuning van fase 1 van de pilot. Begrotingsconsequenties NEE B. en W. d.d.: Portefeuillehouder: wethouder Duindaml

2 Inleiding: In het coalitieakkoord Samen werken aan het Woerden van morgen past Biobased Economy. Het sluit bij de volgende thema s goed aan: - Vitaal en Verbindend - Ruimte en Verbindingen - Financien en Bedrijfsvoering De gemeenten Alphen aan den Rijn, Gouda en Woerden hebben op 11 juni jl. een bestuursconvenant ondertekend waarin drie ambities zijn uitgesproken: 1. Economische ontwikkeling: de economische groei en werkgelegenheidsontwikkeling van de onderliggende regio in dit deel van de Randstad en het Groene Hart is in 2020 gelijk aan de gemiddelde groei in Nederland. 2. Infra: verbeteren van interne en externe bereikbaarheid van de economische kerngebieden in het gebied en verbindingen met omliggende metropolen. 3. Water en Recreatie: het unieke door water gekarakteriseerde landschap krijgt meer toekomstwaarde. Ook de economische waarde van het water wordt versterkt (vervoer over water) en de kwalitatieve elementen (veiligheid en tegengaan verzilting) vormen onderdeel van strategische aanpak. Recreatie is onlosmakelijk verbonden met dit deel van de Randstad en is daarmee een thema dat ons bindt. Binnen deze ambities is Biobased Economy als concreet project besproken met de genoemde gemeenten als mogelijkheid om de economie van het Groene Hart te versterken. In januari 2013 zijn de gesprekken hierover al gestart. Als gevolg van verschillende ontwikkelingen binnen de gemeenten is de vertaalslag naar een concreet project nog niet gemaakt. Binnen Woerden willen we deze vertaalslag maken door het starten van een pilot met het effect dat er meerdere projecten in de regio volgen. De pilot wordt in drie fasen verdeeld: Fase 1. inventariseren en selecteren van kansrijke matches Fase 2. onderzoeken van minimaal één kansrijke match Fase 3. het uitvoeren van minimaal één onderzoek Het college heeft eerder, op 18 maart jl., een besluit genomen over het opzetten van een onderzoeksprogramma als onderdeel van de Biobased Economy in samenwerking met het Veenweide Innovatiecentrum (VIC). De pilot is de eerste stap hierin. Er wordt gestart met fase 1. In de bijlage is het plan van aanpak opgenomen. Na het afronden van fase 1 worden de resultaten kenbaar gemaakt en een plan van aanpak voor fase 2 voorbereid. Bevoegdheid: Het college is bevoegd om in te stemmen met het plan van aanpak voor het opstarten van een pilot. Beoogd effect: Het inventariseren en selecteren van kansrijke matches door het koppelen van bedrijven (ondernemers en agrariërs) aan elkaar (het sluiten van ketens) rekening houdend met de aspecten duurzaamheid en bodemdaling wat een economische ontwikkeling tot gevolg heeft, zodat in april 2015 gestart kan worden met het onderzoeken van minimaal één kansrijke match (fase 2). Argumenten:

3 Toekomst Biobased Economy biedt een kans op het sluiten van nieuwe en innovatieve ketens. Een bedrijf heeft grondstoffen nodig met de middelen komt er een product uit. De reststoffen blijven over. Met de pilot wordt onderzocht of er binnen Woerden minimaal één keten gesloten kan worden, waarbij bijvoorbeeld de reststoffen van een bedrijf gebruikt kan worden als grondstof voor het andere bedrijf. Tegelijkertijd wordt gekeken of er innovaties in dit proces mogelijk zijn, zoals bijvoorbeeld de mogelijkheid om grondstoffen te vervangen voor duurzame grondstoffen (biomassa). Voor de toekomst van Woerden en haar regio is dit belangrijk. Economische ontwikkeling Groene Hart Om actief te blijven meedraaien in de economie en van waarde te zijn, is het belangrijk om je als regio te blijven ontwikkelen. Biobased Economy biedt een kans voor een duurzame ontwikkeling die past bij de kenmerken en economische activiteiten van het Groene Hart gebied. Voorbeeld Woerden kan als voorbeeld fungeren voor andere gemeenten in de regio. Belangstelling Het VIC en Programmabureau Utrecht-West (onderdeel Provincie Utrecht) hebben aangegeven mee te willen werken aan de pilot. Zij zetten hun kennis en expertise in om te komen tot kansrijke matches. Kanttekening: Tijd en geld Om te kijken waar kansen en mogelijkheden liggen moeten bedrijven in Woerden geïnventariseerd worden. Voor het uitzoeken van betreffende informatie over de bedrijven wordt een werkervaringsplaats open gesteld. Deze persoon ondersteunt het projectteam. Reuring De communicatie moet zorgvuldig verlopen. Anders kan er negatieve reuring ontstaan zowel bij de bedrijven als bij de omliggende gemeenten. Er wordt een communicatieadviseur nauw betrokken bij de pilot. Financiën: In het plan van aanpak is een begroting opgenomen. Totale kosten zijn: Dit betreffen de kosten (uren) van het projectteam en de externe kosten (onderzoek en bijeenkomst(en)). Dekking komt uit: Stimulering lokale economie/arbeidsmarkt (fcl ) Budget ODRU (OmgevingsDienst Regio Utrecht) (fcl. nummer ) Programma ontwikkeling veengebied en worden gedekt uit verschillende interne potjes (projecten, beheer riolering en verkeer) (fcl. nummer ) De kosten van de werkervaarder komen uit de loonkosten fcl (ecl ). Een werkervaarder wordt betaald op basis van minimumloon door middel van een payrollconstructie via POSG. Voor 36 uur per week voor de periode van 6 maanden komt dat neer op ,-. Er kan maximaal één keer worden verlengd. De budgethouders zijn akkoord. Uitvoering: In september wordt gestart met fase 1: het inventariseren en selecteren van kansrijke matches. Communicatie / Website:

4 Na de eerste selectie van bedrijven (bureaustudie) zullen er bedrijven benaderd gaan worden over de pilot en de kansen die er zijn. Dit wordt in nauw overleg met de communicatieadviseur voorbereid en uitgewerkt. Omliggende gemeenten worden op de hoogte worden gehouden over de stand van zaken. Ondernemingsraad: n.v.t. Samenhang met eerdere besluitvorming: 14A (Participatie in het VIC en proefboerderij) Bijlagen: Plan van aanpak Fase 1: Biobased Economy W oerden) 14A (Participatie in het VIC en proefboerderij)

5 Fase 1: Biobased Economy Woerden Inleiding Uit het rapport Een kloppend Groen Hart, een krachtig Groen Hart blijkt dat in de GH13-gemeenten in de periode er een economische ontwikkeling is geweest van -1,6% versus een groei van 6,6% in Nederland en dat de werkgelegenheidsontwikkeling in die regio de afgelopen 10 jaar 5% is geweest tegenover 10% gemiddeld in Nederland. Dit zijn geen positieve cijfers. Mede naar aanleiding van dit rapport hebben de gemeenten Alphen aan den Rijn, Gouda en Woerden uitgesproken te gaan samenwerken met het doel: een blijvende impuls te geven aan de economische ontwikkeling in het gebied en de positionering van de Randstad als peri-urbaan gebied door het verbinden van het stedelijke en landelijke gebied en van de ambities van de stedelijke Randstand met die van het Groene Hart. Bedoeling is dat andere gemeenten in het Groene Hart hier ook bij aanhaken. De gemeenten hebben drie ambities uitgesproken: Economische ontwikkeling (de economische groei en werkgelegenheidsontwikkeling van de onderliggende regio in dit deel van de Randstad en het Groene Hart is in 2020 gelijk aan de gemiddelde groei in Nederland) Infra (verbeteren van interne en externe bereikbaarheid van de economische kerngebieden in het gebied en verbindingen met omliggende metropolen) Water en Recreatie (het unieke door water gekarakteriseerde landschap krijgt meer toekomstwaarde. Ook de economische waarde van het water wordt versterkt (vervoer over water) en de kwalitatieve elementen (veiligheid en tegengaan verzilting) vormen onderdeel van strategische aanpak. Recreatie is onlosmakelijk verbonden met dit deel van de Randstad en is daarmee een thema dat ons bindt) Binnen deze ambities is het onderwerp Biobased Economy als concreet project besproken met de genoemde gemeenten. Deze gesprekken zijn in januari 2013 gestart. Het college van de gemeente Woerden heeft op 18 maart jl. ingestemd met: - het participeren van gemeente Woerden in het VIC dat onderdeel uitmaakt van het KTC, en - in samenwerking met andere gemeenten het verder inhoud geven aan het onderzoeksprogramma als onderdeel van de Groene Economie c.q. Biobased Economy. De vertaalslag naar een concreet project is nog niet gemaakt als gevolg van de verschillende ontwikkelingen binnen de gemeenten. Gemeente Woerden heeft daarom besloten zelf alvast te starten met een pilot voor een eerste project in Woerden met het effect dat er meerdere projecten in de regio volgen. In Zuid-Holland zijn er al ervaringen met projecten op het gebied van Biobased Economy. Deze projecten kunnen als voorbeeld gebruikt worden voor deze pilot. Pilot De pilot kan in drie fasen verdeeld worden: 1. inventariseren en selecteren van kansrijke matches 2. onderzoeken van minimaal één kansrijke match 3. het uitvoeren van minimaal één onderzoek Stakeholders/belanghebbenden - Gemeente Woerden - VIC (KTC) - Programmabureau Utrecht-West c.q. Werkgroep Energie (Provincie Utrecht) - LTO (agrariërs) - OKW (ondernemers) - Stichting Groene Hart - Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden - EBU - Leader 1

6 Doel Het inventariseren en selecteren van kansrijke matches door het koppelen van bedrijven (zijn ook agrariërs) aan elkaar (het sluiten van ketens) rekening houdend met de aspecten duurzaamheid en bodemdaling wat een economische ontwikkeling tot gevolg heeft, zodat in april 2015 gestart kan worden met het onderzoeken van minimaal één kansrijke match (fase 2). Resultaat Prestatie-indicator (wat wordt Streefwaarde gemeten) Onderzoeksresultaten naar ketens Aantal ketens 3 Opstarten onderzoek naar het sluiten van een Project 1 innovatieve keten Ondernemers en agrariërs koppelen Minimaal aantal ondernemers en agrariërs 2 Aan de hand van de lijst met ondernemers is de eerste globale inventarisatie gedaan. Er is gekeken naar Woerdense bedrijven en de sectoren. Er wordt gedacht aan bedrijven uit de industrie, landbouw, bosbouw en visserij, productie en winning en distributie. De maanden september en oktober worden gebruikt om deze lijst verder te specificeren, zodat duidelijk is wat een bedrijf of agrariër produceert en hiervoor nodig heeft. Dit is belangrijk om er achter te komen waar verbindingen gemaakt kunnen worden en kansen liggen. Planning Wanneer (gereed) Wat Wie 1. Voorbereiding September Werven van een werkervaarder Projectteam September - Inventariseren ondernemers en agrariërs (wat Projectteam Oktober 2014 wordt geproduceerd en wat is nodig) Oktober - Inventariseren kansrijke ondernemers en Projectteam November 2014 agrariërs November 2014 Subsidies uitzoeken Projectteam 2. Uitvoering December 2014 Ondernemers en agrariërs benaderen Projectteam en belanghebbenden Januari 2014 Bespreken andere belanghebbenden ( ronde Projectteam tafel bijeenkomst ) Februari - Maart 2014 Inventariseren kansrijke matches: ondernemers en agrariërs koppelen Projectteam en belanghebbenden Maart 2014 Subsidies aanvragen Projectteam en belanghebbenden Maart 2014 Gemeenten in de regio informeren Projectteam April 2015 Opstarten onderzoek kansrijke match(es) Projectteam, VIC en ondernemers en agrariërs 3. Evaluatie April 2015 Project fase 1 evalueren Projectteam en belanghebbenden Mei 2015 College (en raad) informeren over resultaten Projectteam fase 1 4. Vervolg Plan van aanpak fase 2 Uitvoeren project Projectteam Projectteam en organisatie Projectteam bestaat uit: Lisette Brekelmans (projectleider fase 1, Economische Zaken) Remco Spoelstra (Duurzaamheid) Welmoed Visser (Bodemdaling Realisatie&Beheer) Diana Viveen (Communicatie) 2

7 Werkervaarder Vaste adviseurs: Frank Lenssinck (VIC) Jos Geenen (Programmabureau Utrecht-West) Er vindt tweewekelijks overleg plaats met het projectteam en in ieder geval de vaste adviseurs. Als er meer personen bij betrokken moeten zijn, worden deze personen uitgenodigd. Vanuit het Programmabureau Utrecht-West wordt een vaste adviseur geleverd. Daarnaast worden de mogelijkheden onderzocht om het project op te nemen in het programma van het Programmabureau en de bijbehorende subsidiemogelijkheden. Kosten Nr. Fase Kosten uren intern (Diana en Lisette) Kosten uren extern (Remco en Welmoed) Externe kosten onderzoek en bijeenkomsten Totaal 1. Voorbereiding (48) (40) Uitvoering (65) (60) Evaluatie (11) (8) (124) (108) Voor de uren wordt uitgegaan van 80,- per uur. In het collegevoorstel van 18 maart jl. is eenmalige een maximale bijdrage van ,- gereserveerd voor Biobased Economy. Dit bedrag wordt betaald uit het extra beschikbaar gestelde krediet Stimulering lokale economie/arbeidsmarkt (fcl ) Van dit bedrag worden de ambtelijke uren van Lisette Brekelmans en Diana Viveen (communicatieadviseur) betaald en de kosten voor onderzoek en bijeenkomsten van maximaal Onderzoek wordt begeleid door het VIC, waar Frank Lenssinck als onderzoeker en verbindende schakel contactpersoon van is. Verder worden er subsidiemogelijkheden onderzocht, die ingezet kunnen worden voor een volgende fase van het project. De uren van Welmoed Visser en Remco Spoelstra worden betaald uit een ander budget: - Uren Remco Spoelstra worden gedekt uit het budget van de ODRU (OmgevingsDienst Regio Utrecht) met fcl. nummer Uren Welmoed Visser komen ten laste van programmamanagement ontwikkeling veengebied en worden gedekt uit verschillende interne potjes (projecten, beheer riolering en verkeer) met fcl. nummer De kosten van de werkervaarder komen uit de loonkosten fcl (ecl ). Een werkervaarder wordt betaald op basis van minimumloon door middel van een payrollconstructie via POSG. Voor 36 uur per week voor de periode van 6 maanden komt dat neer op ,-. Er kan maximaal één keer worden verlengd. Voor het vervolg, het onderzoeken van kansrijke matches (fase 2) wordt nieuw plan van aanpak opgesteld. Evaluatiecriteria In januari wordt de voorbereiding van het onderzoek geëvalueerd aan de hand van de volgende criteria: - Aantal ketens - Aantal ondernemers/agrariërs - Reactie ondernemers/agrariërs - Reactie gemeenten in de regio Lisette Brekelmans Projectleider Economische Zaken 11 september

8 Voorbeeld (Welmoed Visser) HUIDIGE KETEN VEEHOUDERIJ Bodem Watersysteem Gewassoorten Meststoffen Koeien Veevoer (ext. aanvoer) Bedrijfsvoering Zuivelproductie Melktransport Infrastructuur Winkels Markten Afzetgebied INNOVATIES Verbeteren onderdelen van bestaande keten (bv sturen met water) Anders inrichten van bestaande keten (corporatie bv water, energie) Toevoegen van nieuwe producten (eendenkroos, visteelt, energie, vlas) Koppeling met nieuwe afzetmarkt (vishandel, kleding, grondstoffen) Opschalen naar grote afzetgebieden 4

9 VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Van: L. Brekelmans Tel.nr. : Datum: 12 maart 2014 Tekenstukken: Nee Bijlagen: 2 Afschrift aan: N.a.v. (evt. briefnrs.): 8460 Geraadpleegd consulent Team: Ruimtelijke Beleid en Projecten Zwaneveld, Jan; Luyt, Mariele; Bodegraven, Wilco van Onderwerp: Participatie in het VIC (Veenweide Innovatie Centrum) en proefboerderij. Financieel: Nee Juridisch Nee Personeel Nee Communicatie Nee ICT Nee Inkoop: Nee Datum: 12 maart 2014 Nummer: 14A Advies: In te stemmen met: 1. Participatie van de gemeente Woerden binnen het VIC dat onderdeel uitmaakt van het nieuwe KTC Zegveld. 2. Onderzoeksprogramma verder inhoud geven in samenwerking met gemeenten in het Groene Hart (Alphen aan den Rijn, Gouda en Bodegraven Reeuwijk) als onderdeel van de Groene Economie c.q. Biobased Economy. Paraaf team-manager: Begrotingsconsequenties NEE B. en W. d.d.:18/03/2014 Besluit : Akkoord Portefeuillehouder: - wethouder Duindam Inleiding:

10 In de programmabegroting 2014 is opgenomen dat Woerden zich kwalificeert met een duurzame, toekomstbestendige economische structuur. Een van de doelstellingen van raad en college is hierbij het leveren van een bijdrage aan een waardevolle economie in het Groene Hart, waarbij Biobased Economy (de Groene Economie) speerpunt is. Het investeren in een onderzoeksprogramma past binnen deze doelstelling. In de jaren 60 is op initiatief van boerenstandsorganisaties Proefboerderij Zegveld opgericht. De proefboerderij had als doel praktijkkennis voor boeren te ontwikkelen om zodoende de productie en kwaliteit van melk te verbeteren. Het bleek een succesvolle formule om de gewenste productievermeerdering een impuls te geven. In de negentiger jaren hebben de boerenstandsorganisaties de keuze gemaakt om de proefboerderij organisatorisch en financieel te verbinden aan Wageningen UR. Naast de beoogde wisselwerking in kennis zouden daarmee tevens de mogelijkheden voor financiering van kennisontwikkeling toenemen. Echter, tijden en inzichten zijn veranderd. Eigen exploitatie van regionale proefboerderijen past niet meer bij de strategie en het beleid van Wageningen UR en daarmee is de proefboerderij in de verkoop gekomen. De voorgenomen verkoop heeft geleid tot de oprichting van een aankoopgroep die kansen ziet voor een waardevolle, toekomstbestendige en bedrijfsmatige doorontwikkeling van proefboerderij Zegveld. Vanwege de bijzondere eigenschappen van het veenweidegebied en daarbij horende problematiek en uitdagingen, is de proefboerderij belangrijk. De proefboerderij wordt als Kennis Transfer Centrum Zegveld de locatie waar gebruikers van de kennis, zoals boeren, bedrijfsleven, beleidsmakers en bestuurders, elkaar kunnen treffen en/of in gesprek gaan met de onderzoekers en kenniswerkers. De boerderij heeft de potentie om uit te groeien tot een centrale plaats waar gebiedsgerichte kennis wordt ontwikkeld en gedeeld. KTC Zegveld is er op dit moment (financieel) nog niet. Er worden nog partners gezocht. De gemeente kan in het voortbestaan van de proefboerderij bijdragen door te investeren in het onderzoeksprogramma. De inhoud van het onderzoeksprogramma is interessant voor de toekomst van onze gemeente en het Groene Hart. Alphen aan den Rijn, Gouda en Bodegraven Reeuwijk worden hier ook nauw bij betrokken. Bevoegdheid: Het College van Burgemeester en Wethouders is bevoegd om te investeren in het programma van het VIC, waarmee een bijdrage wordt geleverd aan de Groene Economie in het Groene Hart. Gemeenten Alphen aan den Rijn, Gouda en Bodegraven Reeuwijk worden ook betrokken bij het programma (en leveren een financiële bijdrage). Het college is bevoegd grondtransacties te verrichten. Beoogd effect: Het onderzoeksprogramma komt in samenspraak met Frank Lenssinck van het VIC tot stand. De kapstok van het programma is besproken en behelst: Economisch aantrekkelijk maken van het buitengebied, met daaronder onderzoeken op het gebied van o.a.: - Aquatische landbouw - Klimaatadaptatie - Stedelijke problematiek Gemeenten Alphen aan den Rijn, Gouda en Bodegraven-Reeuwijk worden nauw betrokken bij de invulling van het programma. Aangezien deze problematiek ook speelt in andere (veenweiden) Groene Hart gemeenten zullen ook zij benaderd worden voor invulling van dit programma.

11 Argumenten: Samenwerkingsagenda Groene Hart (Groene Economie c.q. Biobased Economy) In 2020 is de economische groei en werkgelegenheidsontwikkeling van het Groene Hart gelijk aan de gemiddelde groei in Nederland. De groene economie biedt enorme kansen (Biobased Economy, Greenport, innovatie en verbreding agrarische sector, vermarkting en recreatie) in dit gebied en moeten door goede samenwerking op gang komen met de vele bedrijven die er zijn. Samenwerking met Frank Lenssinck van het VIC is een eerste grote stap deze richting op. Over de rol in het programma van het VIC is al gesproken met ambtenaren van de gemeente Alphen aan den Rijn en Gouda. Zij kijken positief aan tegen een samenwerking op deze manier, ook om de Groene Economie vorm te geven in het Groene Hart. Innovatieve ontwikkelingen Groene Hart Door het oprichten van de coöperatie KTC Zegveld is het voortbestaan van het VIC en de daaraan verbonden proefboerderij gewaarborgd. De onderzoeken die uitgevoerd worden binnen de proefboerderij leveren een bijdrage aan de toekomst van het veenweidegebied. Door te investeren in het programma kan dit als basis worden gebruikt voor innovatieve ontwikkelingen in het Groene Hart. Kanttekening: Investeren en dan pas resultaat Er wordt een financiële bijdrage geleverd aan het voortbestaan van de proefboerderij. Invloed op de inhoud van het onderzoeksprogramma krijgen we hier voor terug. De resultaten blijken later. Dit is echter inherent aan onderzoek. Aansluiting boeren en ondernemers Het onderzoek moet wel aansluiting vinden bij de boeren en ondernemers. Voorafgaand aan het opstellen van het onderzoeksprogramma wordt hier aandacht aan besteed. Financiën: Voor de gemeente Woerden wordt een eenmalige maximale bijdrage van ,- gereserveerd voor Dit bedrag wordt betaald uit het extra beschikbaar gestelde krediet Stimulering lokale economie/arbeidsmarkt (fcl ). In het beschikbaar gesteld bedrag van zitten ook de ambtelijke uren van in totaal maximaal 5.000,-. Op het gebied van Biobased Economy is er contact met de gemeenten Alphen aan den Rijn, Gouda en Bodergraven-Reeuwijk. Deze gemeenten zullen bij het onderzoeksprogramma betrokken worden, mits zij daarvoor ook een financiële bijdrage leveren. Dit besluit ligt uiteraard bij de besturen van deze gemeenten. Los van deze gemeenten in het Groene Hart is het voor de toekomst van Woerden belangrijk om te investeren in de vorm van onderzoek. Uitvoering: Samen met gemeenten in het Groene Hart wordt een plan van aanpak opgesteld. In het kader van het project Biobased Economy is hier al nauw contact over. De invulling van het onderzoeksprogramma wordt samen met Frank Lenssinck van het VIC bewerkstelligd. Communicatie / Website: Er zijn goede contacten met Frank Lenssinck van het VIC. Communicatie loopt in eerste instantie via de gemeente Woerden. Bij het betrekken van de ondernemers kan Frank Lenssinck als vrije actor een rol spelen. Ondernemingsraad: N.v.t.

12 Samenhang met eerdere besluitvorming: Startnotitie Biobased Economy Groene Hart (13i.02210) Bijlagen: Memo op naar Samenwerkingsagenda Groene Hart v0.2 (14i.00964) Startnotitie Biobased Economy Groene Hart (13i.02210)