Volgens Frijhof slaat het begrip identiteit terug op: a) het zelfbeeld van een groep b) het sociaal prestige dat buitenstaanders aan een groep

Transcriptie

1 SOCIOLOGIE Internlisering duidt op een proes wrij: ) mensen zih regels uit het soile verkeer eigen mken ) Mensen hun eigen identiteit steeds meer zelf produeren ) Interne soile ontrole steeds elngrijker wordt d) De informele, diht ij het individu stnde, regels steeds meer de ovenhnd hlen op de offiiële regels Beoordeel de juistheid vn de volgende twee stellingen I. Commodifitie is een proes wrij de intrinsieke wrde vn goederen en diensten ondergeshikt wordt gemkt n de in geld uitgedrukte ruilwrde ervn. II. Rtionlistie is een proes wrij de werkelijkheid geordend en gesystemtiseerd wordt om hr voorspelr en eheersr te mken. ) I en II zijn juist ) Alleen I is juist ) Alleen II is juist d) I en II zijn onjuist Het proes vn vervreemding speelt zih volgens Mrx f op vershillende niveu s. Een vn de hiernvolgende mogelijkheden hoort niet thuis ij de door Mrx vermelde niveus. Welke? ) de reider vervreemdt vn het produt dt hij voortrengt ) De reider vervreemdt vn zijn medemensen. ) De reider vervreemdt vn zijn soile klsse. d) De reider vervreemdt vn zihzelf Het proes vn seulrisering houdt in dt: ) door systeemdifferentitie prte orgnisties en instellingen ontstn voor de religieuze eleving ) lnge termijnproessen vn groter elng zijn voor de modernisering ) wereldse wrden meer erkenning genieten in het kder vn religieuze zingeving d) Het elng vn religieuze ftoren voor het mtshppelijk leven vermindert. Beoordeel onderstnde uitsprken op hun juistheid I. De voorspelling vn Mrx over de onentrtie vn het kpitl kn in deze postmoderne tijden niet lnger gehndhfd lijven. II. De vier zelfmoorden die Durkheim ondersheidt kunnen eshouwd worden ls een ideltypishe onstrutie die Weer gf n de term ideltype. ) lleen I is juist ) lleen II is juist ) Beide zijn juist d) Beide zijn onjuist Internlisering, soile ontrole en instituten zijn egrippen die verwijzen nr: ) ohesievrgstuk ) ongelijkheidvrgstuk ) identiteitsvrgstuk d) differentitievrgstuk Beoordeel onderstnde uitsprken op hun juistheid. I. Volgens Durkheim kn een te sterke inding n de soile strutuur geen nleiding geven tot zelfmoord. II. Volgens Durkheim kn een pthologish zelfmoordijfer geredueerd worden A d 1

2 door een nieuwe soile integrtie ewerkstelligen. ) Alleen I is juist ) Alleen II is juist ) Beide zijn juist d) Beide zijn onjuist Welke visie op Weers ureurtie is niet orret? ) De funtionris mg lleen uitzondering mken wnneer drtoe overtuigende rgumenten ngeleverd worden. ) Hij mg in funtie geen emotioneel gedrg vertonen. ) Er is een duidelijke hiërrhishe ordening. d) Het gezg vn de mtenr is egrensd. Beoordeel onderstnde uitsprken op hun juistheid. I. Zowel Mrx ls Weer geruiken meerdere riteri ls sis voor hun klssenondersheid II. Wnneer Mrx spreekt over het proletrit ls een Klsse n sih dn edoelt hij dt de reidende evolking een olletief ewustzijn ontwikkeld. ) Alleen I is juist ) Alleen II is juist ) Beide zijn juist d) Beide zijn onjuist Welke funtie vervullen de welzijnsvoorzieningen in de verzorgingsstt in het AGILshem vn Prsons? ) npssing ) integrtie ) doelverwezenlijking d) ptroonhndhving De nslgen vn het Animl Liertion Front tegen ijvooreeld M Donldsvestigingen kunnen in Weers termen eshreven worden ls: ) wrdereltioneel hndelen ) doelreltioneel hndelen ) ffetief hndelen d) emotioneel hndelen Tönnies Gesellshft is het este te vergelijken met Durkheims: ) Mehnishe solidriteit ) Orgnishe solidriteit ) Anomishe reidsverdeling d) Consiene olletive Onder welke vorm dient funtionele differentitie zih niet n? ) tkdifferentitie ) funtiedifferentitie ) systeemdifferentitie d) wrdedifferentitie Wt is de meest pssende eshrijving vn het egrip nomie ij Durkheim. ) Toestnd wrij de normen niet goed vernkerd zijn in de eigen persoonlijkheid en de mensen normloos en stuurloos worden ) Spnning die ontstt ls gevolg vn de disrepntie tussen hooggewrdeerde doelen in een smenleving en de geringe eshikrheid vn legitieme middelen. ) Het proes wrij de eigen menselijke werkelijkheid verloren gt omdt men eheerst wordt door ontwikkelingen wrop men zelf geen invloed kn uitoefenen. d) Onvermogen om een ojetief eeld te heen vn de werkelijkheid A D D A d 2

3 Volgens Frijhof slt het egrip identiteit terug op: ) het zelfeeld vn een groep ) het soil prestige dt uitenstnders n een groep toekennen ) de wijze wrop een groep zihzelf ziet of wenst te zien wrop nderen die groep ls uniek ondersheiden d) het eeld vn een groep zihzelf wenst te zien Westerse smenlevingen zijn niet lnger geseerd op verwntshpsrelties. Men spreekt in dit vernd vn een fnme vn de ) mehnishe solidriteit ) orgnishe solidriteit ) gesellshft d) ohesie Een vn de hoofdvrgen in de soiologie heeft etrekking op het identiteitsvrgstuk, en luidt ls volgt: ) In welke mte reprodueert een smenleving zihzelf? ) In hoeverre eïnvloeden mtshppelijke verhoudingen het zelfesef vn groepen en individuen ) Hoe verklren wij het toenemend elng vn individuele rehten en vrijheden? d) In welke mte en wrom komt de individuele persoonlijkheid onder druk te stn vn mtshppelijke instituties. Beoordeel de juistheid vn volgende twee stellingen: I. Volgens Durkheim heeft religie twee elngrijke funties, met nme een gevoelsmtige en een ognitieve. II. Weer is vn oordeel dt religie een elngrijke rol speelt in het tot stnd rengen vn het proes vn seulrisering en individulisering in de moderne smenleving. ) I en II zijn juist ) Alleen I is juist ) Alleen II is juist d) I en II zijn onjuist Vershillen tussen mensen leiden niet diret tot soile ongelijkheid. Welk vn de volgende speten ehoort niet tot de definitie vn soile ongelijkheid? ) vershillen in estnsmiddelen ) vershillen in het vermogen om de gng vn zken op eplde terreinen te eïnvloeden ) vershillen in de iologishe onstitutie, zols geslht en leeftijd d) vershillen in hting die mensen in de ogen vn nderen genieten Durkheim hd een speifieke visie op het vershijnsel godsdienst. Beoordeel de juistheid vn onderstnde stellingen. I. Hij eshouwde God ls het symool voor het olletieve ewustzijn, het onsiene olletive II. In de religieuze geruiken vereert en verstrekt men de smenleving. ) I en II zijn juist ) Alleen I is juist ) Alleen II is juist d) I en II zijn onjuist Welke vn de hiern genoemde ontwikkelingen houdt het minste vernd met politieke modernisering? ) Commodifiering ) Bureurtise ring B 3

4 ) Demortisering d) differentiëring De individuele urgerrehten werden historish het eerst onstitutioneel vstgelegd in: ) de Belgishe grondwet ) de tijdens de Frnse revolutie opgestelde verklring vn de rehten vn de mens en vn de urger ) de meriknse onfhnkelijkheidsverklring d) de ode Npoleon Beoordeel de juistheid vn de volgende 2 stellingen: I. In Duitslnd ging ntievorming gedeeltelijk n sttshervorming voorf omdt er eerst een gemeenshppelijke ultuur tot stnd kwm dnkzij de rol vn de Duitse voorl de Pruisishe ristortie. II. In het ultuurntionlisme wordt endrukt dt men deel uitmkt vn een eplde ntie krhtens geoorte. ) I en II zijn juist ) Alleen I is juist ) Alleen II is juist d) I en II zijn onjuist Volgens Mrshll ehoort de vrijheid vn meningsuiting tot ) de urgerrehten ) de soile rehten ) de ulturele rehten d) de politieke rehten Er zijn vnuit de soile wetenshppen vershillende verklringen ngerht voor het ontstn vn de prlementir-demortishe sttsvorm. Welke vn de hiern genoemde hoort dr niet ij? ) politieke frgmenttie ) ontwikkeling vn een demortishe mentliteit ij de politieke elites ) industrilisering d) onurrentie tussen de westerse stten Beoordeel de juistheid vn de volgende twee stellingen: I. de lgemene verreiding vn de loonreid en de drij horende reidsverhoudingen in de thuisnijverheid en de mnuftuur vormde de grondslg voor de ontwikkeling vn de moderne reidsindeling en het II. friekssysteem. De deregulering vn de reidsmrkt mondde in de 19 de eeuwuit in grotere gelijkheid vn de reidsmrktprtijen. ) I en II zijn juist ) Alleen I is juist ) Alleen II is juist d) I en II zijn onjuist Welke vn de hiern genoemde elementen vormt geen onderdeel vn de Tyloristishe orgnistieleer? ) opleiding vn de reiders tot vklui ) volstrekte sheiding tussen onipiërende en uitvoerende tiviteiten ) oprihting vn een plnning deprtment d) presttiegeonden eloningssysteem Beoordeel de juistheid vn de volgende twee stellingen: I. Polristie vn de kntoorreid etekent dt in dit segment vn de reidsmrkt niet lleen hogere funties vn leidinggevende en speilistishe d 4

5 rd tot stnd komen, mr drnst ook uitvoerende routinefunties wrvoor weinig of geen opleiding vereist is. II. Dt de leiding vn een orgnistie een strtegie vn responsile utonomy toepst, etekent dt zij n de werknemers een minimle vorm vn zelfstndigheid toestt onder verntwoordelijkheid vn de direte hef. ) I en II zijn juist ) Alleen I is juist ) Alleen II is juist d) I en II zijn onjuist Colletieve reidsverhoudingen zijn in ons lnd ls volgt tot stnd gekomen: ) ls gevolg vn de groeiende mht vn werkgeversverenigingen egonnen werknemers zih neen te sluiten tot vkorgnisties. ) De overheid riep een systeem vn overleg tussen de soile prtners in het leven ) De werknemers proeerden de grote mhtsongelijkheid die kenmerkend ws voor de individuele reidsverhoudingen te ondervngen door de oprihting vn vkonden. d) Steeds meer werkgevers gven n hun medewerkers de mogelijkheid om in het kder vn overlegorgnen hun elngen n od te rengen Vkondsorgnisties die zoveel mogelijk werknemers (geshoolden en ongeshoolden) vn eenzelfde edrijfstk proeren te verenigen, noemt men: ) eroepsonden ) orporties of gilden ) industrieonden d) werknemersonden De toenemende overheidsemoeienis met de reidsverhoudingen is typish voor de periode n W.O.II ) deze stelling is juist, gezien de ontwikkeling vn de soile zekerheid ) deze stelling is onjuist omdt in de 19 de eeuw reeds uitgereid werd opgetreden ij het neersln vn het reidersprotest ) deze stelling is onjuist omdt er in de 19 de eeuw een verod werd uitgevrdigd op kinderreid en nhtreid voor vrouwen d) deze stelling is juist gelet op de institutionlisering vn de reidsverhoudingen Welke vn de hiernvolgende speten is niet kenmerkend voor interne reidsmrkten? ) edrijfsgeonden pensioenrehten ) eshermende ontslgregels (lst in, first out) ) promotieperspetieven d) open vtures Beoordeel de juistheid vn de volgende twee stellingen I. De verurgerlijking vn de reidsklsse heeft hr eslg gekregen in de tweede helft vn de 20 e eeuw. II. In zijn studie vn de soile gelijkheid in Nederlnd heeft vn Herk het over prestigelgen en niet over klssen. ) I en II zijn juist ) Alleen I is juist ) Alleen II is juist d) I en II zijn onjuist Een vn de hiern genoemde ftoren iedt geen verklringvoor de seksesegregtie op de reidsmrkt: ) de ongelijke vrdigheden vn mnnen en vrouwen ) de doorwerking vn het kostwinnersmodel d 5

6 ) seksespeifieke soilistieptronen d) het gender -krkter vn de eroepenstrutuur Beoordeel de juistheid vn de volgende twee stellingen. I. Met ultuur vn de rmoede wordt edoeld dt gedrgsptronen en opvttingen die innen deze suultuur tot stnd zijn gekomen, niet utomtish verdwijnen wnneer de eonomishe oorzken vn de rmoede zijn weggenomen. II. Stedenouwkundige reonstruties vn de moderne std (zols die vn Prijs onder Npoleon III) kunnen eshouwd worden ls de uitdrukking vn het voortshrijdende rtionliseringsproes, dt kenmerkend is voor de moderne smenleving. ) I en II zijn juist ) Alleen I is juist ) Alleen II is juist d) I en II zijn onjuist Welke vn de volgende verklringsgronden voor de ontwikkeling vn de verzorgingsstt kn moeilijk weerhouden worden: ) de strijd vn de reiderseweging ) de Keynesinse eonomishe theorie ) toenemende interntionle onurrentie d) rtionl hoie overwegingen Beoordeel de juistheid vn de volgende twee uitsprken: I. In de dominnte visie op modernisering worden de leefwijze op het plttelnd, de reidersultuur, de rmoede voorgesteld ls vormen vn trditionlisme. II. Soiologish gezien verwijst het egrip modernisering nr een ntl snelle historishe opkomst vn de grootshlige industrie, de groei vn stedelijke gglomerties en de invloed vn de ntuurwetenshppen. ) I en II zijn juist ) Alleen I is juist ) Alleen II is juist d) I en II zijn onjuist Het proes vn seulrisering houdt in dt: ) door systeemdifferentitie prte orgnisties en instellingen ontstn voor de religieuze eleving ) lnge termijnproessen vn groter elng zijn voor de modernisering ) wereldse wrden meer erkenning genieten in het kder vn de religieuze zingeving d) het elng vn religieuze ftoren voor het mtshppelijk leven vermindert Een vn de hoofdvrgen heeft etrekking op het identiteitsvrgstuk, en luidt ls volgt: ) in welke mte reprodueert de smenleving zihzelf? ) In hoeverre eïnvloeden mtshppelijke verhoudingen het zelfesef vn groepen en individuen in de smenleving. ) Hoe verklren wij het toenemend elng vn individuele rehten en vrijheden? d) In welke mte en wrom komt de individuele persoonlijk onder druk te stn vn mtshppelijke instituties? Internlisering duidt op een proes wrij ) mensen zih regels uit het soile verkeer mken ) mensen zih onformeren n regels die kenmerkend zijn voor de groepen wrtoe zij ehoren ) mensen niet lnger gevoelig zijn voor externe soile ontrole d) mensen de offiiële regels minder elngrijk gn vinden dn offiieuze fsprken d d 6

7 Als twee elngrijke ronnen vn mht gelden: ) het ezit vn shrse goederen en soile sttus ) het ezit vn produtiemiddelen en soile sttus ) het ezit vn shrse goederen en kennis d) het ezit vn kennis en soile sttus Als ron vn soile desintegrtie wordt door soiologen o.m. het individuliseringsproes genoemd. Zij edoelen drmee dt: ) mensen zih in toenemende mte egoïstish gedrgen en weinig ndht etonen voor hun medemensen. ) Mensen in de loop vn de tijd meer zelfstndigheid en keuzevrijheid heen verworven ) De instituties in de moderne smenleving zih meer utonoom gn gedrgen d) De wederzijdse fhnkelijkheid innen menselijke relties is fgenomen. Wt de industriële revolutie wordt genoemd, slt in eerste instntie op: ) een ntl tehnologishe vernieuwingen mede onder invloed vn de zih ontwikkelende ntuurwetenshp (o.. stoommhine) ) de ontwikkeling vn een nieuw produtieproes wrin ezielde energie vervngen wordt door onezielde energie ) de ontwikkeling vn een nieuw systeem vn reidsverhoudingen dt het eerst gestlte kreeg in de huisnijverheid, ndien in de mnuftuur en de industriële onderneming d) de vervnging vn grrishe produtie door ondernemingsgewijze produtie in frieken. Als onderdelen vn de soile strutuur zih gn losmken en een eigen funtie vervullen, dn noemt men dit ) tkdifferentitie ) strutuurdifferentitie ) systeemdifferentitie d) soile differentitie Beoordeel de juistheid vn de volgende stellingen I. Volgens Mrx wordt de prijs vn goederen die op de mrkt worden verhndeld, epld door de hoeveelheid reid die ij de vervrdiging ervn geïnvesteerd wordt. II. Mrx ondersheidt slehts twee klssen, m.n. kpitlisten en reiders. ) I en II zijn juist ) Alleen I is juist ) Alleen II is juist d) I en II zijn onjuist Het proes vn vervreemding speelt zih volgens Mrx f op vershillende niveus. Een vn de hiernvolgende mogelijkheden hoort niet thuis ij de door Mrx vermelde niveus. Welke? ) de reider vervreemdt vn het produt dt hij voortrengt ) de reider vervreemdt vn zijn medemensen ) de reider vervreemdt vn zijn soile klsse d) de reider vervreemdt vn zihzelf Een vn de volgende uitsprken entwoord niet n de gedhtengng vn Mrx. Welke? ) de spnningsverhouding tussen produtiekrhten en produtieverhoudingen is typish voor de moderne, kpitlistishe smenleving. ) De geshiedenis vn de mensheid kn niet dequt egrepen worden ls men de onrete mteriële elngen vn de mensen, de op ezit erustende B 7

8 mhtsverhoudingen en de strijd tussen ongelijke soile tegorieën uiten eshouwing lt. ) De reiders leven in eerste instntie met een vls ewustzijn omtrent hun toestnd en de eigenlijke verhoudingen tussen de klssen en worden om de tuin geleid door de heersende ideeën vn de dominnte klsse. d) Onder produtieverhoudingen verstn we de soile relties die het produtieproes reguleren. Beoordeel de juistheid vn de volgende stellingen: I. In de trditionele smenlevingen is het olletieve ewustzijn sterk ontwikkeld en wordt het drom door Durkheim enoemd met de term orgnishe solidriteit. II. In zijn ltere werken verdedigt Durkheim de stelling dt de moderne proessen vn reidsedeling vnzelf leiden tot een grotere smenhng en solidriteit onder de mensen ) I en II zijn juist ) Alleen I is juist ) Alleen II is juist d) I en II zijn onjuist Bij een te zwkke soile ohesie is er volgens Durkheim een toenme te verwhten vn het ntl ) nomishe zelfmoorden ) ltruïstishe zelfmoorden ) egoïstishe zelfmoorden d) olletieve zelfmoorden Het npssingsgedrg wrij mensen, die eplde doelstellingen willen ereiken, mr voor wie de toegestne wegen nr die doelstellingen versperd zijn en die drom lterntieve wegen opzoeken, wordt door Merton edht met de term: ) nomie ) reellie ) ritulisme d) innovtie Beoordeel de juistheid vn de volgende twee stellingen : I. Zowel Weer ls Durkheim proeerden inziht te verwerven in hoe godsdiensten in hun tijd funtioneerden en dhten dit het este te kunnen ereiken door de studie vn deze fenomenen in de primitieve smenlevingen. II. Volgens Durkheim heeft religie ls funtie de soile ohesie te versterken: door hun nd met de goddelijke krht te ultiveren, herevestigen gelovigen eigenlijk hun nd met de mtshppij ) I en II zijn juist ) Alleen I is juist ) Alleen II is juist d) I en II zijn onjuist Een profvoetller die voor zijn plezier voetlt, geeft lijk vn ) doelreltioneel hndelen ) wrdereltioneel hndelen ) ffetief hndelen d) trditioneel hndelen Een vn de hiern genoemde eigenshppen is niet kenmerkend voor de ureurtishe orgnistievorm (volgens Weer): ) toepssing vn onpersoonlijke regels, zonder nzien des persoons d d 8

9 ) ineffiiënte proedures ) hiërrhishe ordening vn de funties d) enoeming op grond vn ekwmheid Welke vn de hiern genoemde orgnisties entwoordt het minste n Weers ideltype vn de ureurtie? ) een fst-foodresturnt ) een demish ziekenhuis ) een eroepsleger d) een hedendgse politieke prtij Beoordeel de juistheid vn de volgende twee stellingen I. Het ontstn vn de kpitlistishe mentliteit werd evorderd door het (protestntse) geloof in de predestintieleer, die o.m. inhoudt dt de mens zijn zielenheil kn ekomen door eigen inspnningen, voorl ls die ekroond worden door eonomish sues. II. In het protestntse denken kwm het ntuurwetenshppelijk onderzoek in de plts vn het geloof, en zo werd een sis gelegd voor de kpitlistishe ontwikkeling. ) I en II zijn juist ) Alleen I is juist ) Alleen II is juist d) I en II zijn onjuist Welke vn de hieronder genoemde zienswijzen met etrekking tot soile ongelijkheid entwoordt het este n de opvtting vn Weer? ) een klsse is te omshrijven ls een lg die estt uit mensen die een soortgelijke eonomishe positie innemen en zih onderling veronden voelen door gemeenshppelijke opvttingen en levensstijl. ) Mensen ehoren tot stnden op sis vn ijvooreeld hun hoge geoorte, hun eroep of hun lngdurige opleiding en deze stndsvershillen monden uit in vershillende politieke prtijen. ) Het eendimensionle model vn soile strtifitie dient vervngen te worden door een meerdimensionl model wrinnen posities kunnen worden vstgelegd op drie vn meerdimensionl dimensies: klsse, sttus en mht. d) Voor de studie vn de soile ongelijkheid is het vn elng een ondersheid te mken tussen de ezitters vn eonomish kpitl, soil kpitl en ultureel kpitl. Vershillen tussen mensen leiden niet diret tot soile ongelijkheid. Welk vn de volgende speten ehoort niet tot de definitie vn soiologie? ) vershillen in estnsmiddelen ) vershillen in vermogen om de gng vn zken op eplde terreinen ) vershillen in id. Constitutie, zols geslht en leeftijd d) vershillen in hting die mensen in de ogen vn nderen genieten. Seurlisering evordert ) trditioneel gedrg ) rtioneel gedrg ) soil gedrg d) emotioneel gedrg I. Mrx zegt dt de prijs epld is door de hoeveelheid reid die geïnvesteerd wordt II. Mrx heeft mr 2 klssen: kpitlisten en reiders ) I en II zijn juist d d 9

10 ) Alleen I is juist ) Alleen II is juist d) I en II zijn onjuist Durkheim heeft een speile visie op de godsdienst: I. God = symool vn het olletief ewustzij, onsiene olletive II. Religieuze vereerden versterkt door smenleving ) I en II zijn juist ) Alleen I is juist ) Alleen II is juist d) I en II zijn onjuist Als in ureurtie lles stipt verloopt volgens formele regels dn is de kns groot dt: ) ureurtie: optiml verloopt ) de ureurtie inoet n effiiëntie ) geen informele relties ontstn d) rivliteit uit de urgerij gennen wordt Wt houdt de smenleving ijeen? Wt is niet juist? ) eigenelng ) ltruïsme ) dwng en hegemonie d) smenhorigheidsesef op geied vn wrden en normen Ontwikkeling vn Prlementir-demortishe sttsvormen. Welk proes hoort er niet ij? ) politieke frgmenttie ) ontwerpen vn een demortishe mentliteit ij politieke elites ) industriële revolutie d) onurrentie tussen westerse stten Vkondsorgnisties die zoveel mogelijk werknemers (ongeshoolden) vn eenzelfde edrijfstk proeren te verenigen, noemt men: ) eroepsvkonden ) orporties ) werknemersonden d) industrieonden I. Goldthorpe: ij klssenindeling horen de kleine zelfstndigen tot II. ) I en II zijn juist ) Alleen I is juist ) Alleen II is juist d) I en II zijn onjuist de servie lss Goldthorpe: mrkt en werksitutie vn geshoolde reiders vershillen vn deze vn ongeshoolde reiders, ehoren tot 2 vershillende klsssen I. Door de verzorgingsstt worden koppelingen tussen proddutiesystemen in de tweede helft vn de 20 ste eeuw geleidelijk n opgeheven II. ) I en II zijn juist ) Alleen I is juist ) Alleen II is juist Vermits stt in verzorgingsstt wijst erop dt overheidszorg nst de individuele urgers toe essentieel in hnden is vn de overheidsmtenren d d 10

11 d) I en II zijn onjuist Durkheim verklrde de egoïstishe zelfmoord ls volgt: ) sterke integrtie vn het individu ) ego etrokkenheid ) onfhnkelijkheid vn het individu vn de groep Ruil is een hndig spel dt estt uit een omplex geheel vn onewuste mnouvres die erop geriht zijn om zekerheid te verwerven en de eigen positie te eveiligen tegen llerlei risio s vn het smenleven is een uitsprk vn: ) Levi Struss ) Durkheim ) Muss Iemnds soile sttus wordt epld door: ) de persoonlijke mnier wrop de soile positie ekleed wordt ) plts in een netwerk vn soile relties of verhoudingen ) de mtshppelijke wrdering voor de door hun eklede soile posities Een student gt uit i.p.v. te studeren. Men spreekt hier vn: ) een intern rolonflit ) een extern rolonflit ) neo-onformisme Vul het prsoonshem n : Externl Internl Mens A B Gols C D Op de plts vn A hoort thuis: ) lteny ) dption ) gol-tthment Politieke steun is een middle en klnteninding is een middel ) vervngr, relvnt ) instiel, universeel ) relevnt, liquide Liquiditeit vn een orgnisme is de mte wrin middelen diret inruilr zijn voor ndere middelen. Deze uitsprk is: ) wr ) niet wr Welke ptroonvriele is volgens Prson typerend voor de preïndustriële mtshppij? ) speifiity ) sription ) universtion Een student die voor FETEW geld inzmelt, getuigt vn: ) normtief referentiegroepsgedrg ) reltieve deprivtie ) omprtief refereringsgedrg Op de plts C hoort: intertie, gemeenshppelijke wrden en normen. Communitie wel, niet Wel A; B Niet C, D ) een groep ) olletiviteit ) smenzijn 11

12 De proesfrige wordt gekenmerkt door formlistie ) hoge, lge ) lge, lge ) lge, hoge Wt is de niet-soiologise ftor voor de stijging vn ehtsheidingen? ) de vernderde positie vn de vrouw op de reidsmrkt ) de toenme vn de gemiddelde levensduur ) verminderde ommunitie tussen ehtgenoten Wt is sioiologie? ) smenlevingskunde ) empirishe studie vn de smenlevingsvernden ls de utonome werkelijkheid ) studie vn het soil hndelen Tot welke orgnistieonfigurtie ehoort een verzekeringsmtshppij volgen Mintzerg: ) professionele ureurtie ) mhineureurtie ) divisiestrutuur De vrg of het welvrtspeil vn de Belgishe evolking op sis vn het inkomen wel een goede inditor is voor de mtshppelijke welvrt heeft te mken met: ) vliditeit ) representtiviteit ) etrouwrheid Trditioneel vsthouden n soil geepteerde ptronen noemt men: ) retritisme ) ritulisme ) revolutionir Wrvoor stt het symool intertionisme? ) reonstrutie vn de soile werkelijkheid ls geheel vn interties ) soile vershijnselen zijn te verklren door uitwisseling vn soile goederen tussen mensen ) elke intertie wordt egrepen in termen vn de ijdrge die het n het geheel levert Wrdoor dient het gerehtelijk pprt ij de strutureel-funtionlistishe shool? ) zorgt voor een zekere grd vn ontrole over zijn omgeving, teneinde de hulpmiddelen te verwerven voor de npssing ) zorgt voor persoonshndhving vn het fundmentele wrdeptroon vn de smenleving ) het drgt ij tot de funtionele vereiste vn integrtie -Een vn de volgende groepen is geen primire groep ) een kleine kls ) een gezin ) een kliek werkmkkers Afshermen vn roletrokken gedrg is een middel om n een rollenstel de nodige stiliteit te geven. Wrover gt het? ) dt een lerr zelden met leerlingen, ouders en diretie wordt geonfronteerd ) dt lerrs onderling steun vinden ij elkr ) dt lerrs hun rollen fstoten Netwerken en groepen vershillen onderling omwille vn ) de olletieve dimensie vn groepen ) het reltionele spet ij netwerken 12

13 ) hun vershillende omvng Welke ftor is de meest elngrijke ter verklring vn Xenofoo gedrg ) het etnish gemengd krkter vn het onderwijs ) het lgemeen vormend krkter vn het onderwijs ) het niveu vn het onderwijs Vriendjespolitiek ij enoemingen is in termen vn Prsons Pttern vrielen ) prtiulrisme ) instrumentlisme ) speifiiteit De meest typishe funtie voor het moderne gezin is ) de soile esherming ) emotioneel mngement ) eonomishe ondersteuning Wrneming is seletief omdt ) het eïnvloed wordt door voorkeur en fkeer vn personen en toestnden ) het eïnvloed wordt door het nstreven vn elngen ) onze inhoudelijk kennis onvoldoende is Een ureurtishe gestrutureerde orgnistie is een vooreeld vn ) trditioneel soil hndelen ) wrdereltioneel hndelen ) doelreltioneel hndelen Wrover gt het in het volgende itt? Het gt steeds om een gedifferentieerde en gewoonlijk ompetitieve eenheid, wrin zelfewustheid en vormen vn hezuht toegelten worden: mr deze gevoelens worden gesoiliseerd door sympthie en gerken onder de ontrole vn een gemeenshppelijk ewustzijn, of heen drtoe lthns de neiging. ) zij-groep ) wij-groep ) een primire groep Een politius die zih lt omkopen door een zkenmn doet een inreuk op de ) Soll erwrtungen ) Knn erwrtungen ) Muss erwrtungen Blu noemt voortgezette rtionlisering de oplossing voor prolemen vn de ureurtie. Drmee edoelt hij: ) het evorderen vn voortdurende zelfreguliserungsproessen ) het estrijden vn informele prktijken en verhoudingen ) het strikter toepssen vn de ureurtishe regels Welke uitsprk is fout? ) volgens Mrx ehoort ideologie tot de mtshppelijke ovenouw ) volgens Mrx mken de soile produtieverhoudingen deel uit vn de mtshppelijke infrstrutuur ) volgens Mrx zijn in de soile produtieverhoudingen de ongelijkheden tussen de mensen verdwenen. Externe voorwrde voor wetenshppelijke kennis ) werkelijkheid zo getrouw mogelijk voorstellen ) inshkeling in een wetenshppelijk ultuurptroon ) geruik vn etrouwre onderzoeksmethode Wt is de Klsse-für-sih die het eerst tot stnd kwm in het moderne industriliseringsproes? 13

14 ) de urgerij ) het proletrit ) kleine werkgevers De vrg of het BNP wel een goede indutie is voor de mtshppelijke welvrt heeft te mken met: ) representtiviteit ) etrouwrheid ) vliditeit Weer verondt de opkomst vn het kpitlisme met: ) de protestntse ethiek ) de ondernemingsgewwijze produtie ) het investeren vn winsten Stereotypen over jongens / meisjes in stripverhlen worden meestl estudeerd vi: ) de inhoudsnlyse ) prtiiperende oservtie ) veldexperimenten De idee dt de soile werkelijkheid n de hnd vn zingevingen voortduren geonstrueerd en gestrutureerd wordt door de deelnemers n de werkelijkheid is typish voor ) het strutureel funtionlisme ) het symolish intertionisme ) de ruiltheorie Wt vlt volgens Weers definitie wel onder soil hndelen? ) een vehtprtij ) näperij ) geld oppotten Communitie en intertie lopen dikwijls volgens vste ptrone. De meest plusiele verklring ervoor is: ) er estt dromtrent overeenstemming op voorhnd ) er groeit overeenstemming tijdens de intertie en ommunitie ) er ontstn wederzijdse verplihtingen tijdens de intertie en ommunitie Soile ruil vershilt vn eonomishe ruil omdt ) de wrde vn de goederen fhnkelijk is vn de deelnemers ) soile ruil voorl in primitieve smenlevingen elngrijk is ) soile ruil indiret ruil is All the world s stge, nd ll the mn nd women merely plyers (Shkespere) is een rre definitie vn het volgende soiologishe onept: ) soile sttus ) soile positie ) soile rol Positieve snties komen voorl voor ij ) Soll erwrtungen ) Knn erwrungen ) Muss erwrtungen Een vn de volgende groepen is een qusi-groep: ) toestndsklsse ) een soile stnd ) een kste Het smenzijn is geen groep in de eigenlijke etekenis wegens het ontreken vn ) intertie 14

15 ) een gemeenshppelijke zingeving ) een gemeenshppelijke situtie Over welk soort vn soile groep gt het? De groep wijdt ons in de geheimen vn de omgeving in. Het is de groep vi dewelke we ( ) voor het eerst retief uitdrukking geven n onze soile impulsen ) speelgroep ) gezin ) fe to fe-groep Comprtief referentiegroepsgedrg kn nleiding zijn voor: ) ntiiperende soilistie ) reltieve deprivtie ) onformistish gedrg De elngrijke funtievershuiving vn het hedendgse gezin heeft etrekking op de ) soilistiefuntie ) reprodutiefuntie ) produtiefuntie Blu noemt voortgezette rtionlisering de oplossing voor prolemen vn de ureurtie. Drmee edoelt hij: ) het evorderen vn voortdurende zelfregelingsproessen ) het estrijden vn informele prktijken en verhoudingen ) het striktere toepssen vn de ureurtishe regels Gt het ij de verurgelijking vn de reidersklsse om: ) enulturtie ) ulturtie ) soilistie De eonomishe positie is de onfhnkelijke vriele in de klssentheorie ) E.O. Wright ) Weer ) Prsons Soile feiten-olletief ewustzijn-morele orde. Bij welke soioloog stn deze egrippen entrl: ) Comte ) Prsons ) Durkheim Tot de primire mnifestties vn sttus volgens Weer ehoort niet: ) onuium ) monopolishe toeëigening ) uitwendige levenstoestnd (leensstellung) Welke omponent vn ultuur hoort niet thuis in dit rijtje? ) olletieve oriënttie ) speifiiteit ) effetieve neutrliteit Lees ndhtig volgend itt: Zie drdus gedrgs-, denk- en hndelswijzen die de merkwrdige eigenshp vertonen dt ze estn uiten het ewustzijn vn de individuen om de gedrgs- en denkwijzen zijn niet lleen iets uiten het individu. Ze zijn ook egiftigd met een iedende en dwingende mht krhtens welke ze zih n het individu opleggen, of dit het wil iedende en dwingende mht, krhtens welke ze zih n het individu opleggen, of dit het wil of niet. Wrover heeft de uteur vn dit itt het? ) soile rollen ) soile feiten 15

16 ) soile struturen Over welke klsse gt het in deze uitsprk? De overheersing vn het kpitl heeft een mss geshpen met een gemeenshppelijke toestnd en gemeenshppelijke elngen. Deze mss is reeds een klsse vis à vis het kpitl, mr nog niet zihzelf ) urgerij ) proletrit ) lower-lower lss Wrover gt het in het volgend itt? Het gt steeds om een gedifferentieerde en gewoonlijk ompetitieve eenheid, wrin zelfewustheid en vormen vn hezuht toegelten worden, mr deze gevoelens worden gesoiliseerd door sympthie en gerken onder de ontrole vn een gemeenshppelijk ewustzijn, of heen drtoe lthns de neiging. ) zij-groep ) wij-groep ) primire groep Het overdrgen vn wrden, normen, verwhtingen vi mss-medi, noemden we: ) primire soilistie ) seundire soilistie ) tertiire soilistie Wrover gt het ij het Mttheus-effet ) over de ongelijke deelnme n olletieve voorzieningen ) over de ongelijkheid op mirovlk ) over soile onrehtvrdigheid Aprtheid is volgens sommige soiologen een indeling vn de evolking in ) stnden ) strt ) ksten Een mijnwerker emigreert met zijn gezin nr België en gt n de mijnsluiting met pensioen. Zijn zoon studeert en wordt lerr. Wt komt niet ter sprke in deze situtie? ) horizontle moiliteit ) intrgenertionele moiliteit ) intergenertionele moiliteit De elngrijke funtie vn instituties ls gezin en godsdienst, volgens Prsons, dt ze zorgen voor ) integrtion ) lteney ) gol-tthment Soile klsse verwijst ij Weer nr: ) soil prestige ) leensstellung ) soile moiliteit Ndt ze een toetsre hypothese heen geformuleerd gn soiologen over tot: ) systemtishe wrneming en gegevensverzmeling ) het flsifiëren vn de hypothese ) het verifiëren vn de hypothese Mrx definieerde het egrip soile klsse hoofdzkelijk in termen vn: ) ezit of niet-ezit vn de produtiemiddelen ) urgerij en proletrit ) infr- en supr-strutuur Bij een olletiviteit ontreekt volgend kenmerk 16

17 ) smenhorigheid ) frequentie en intensieve intertie ) gemeenshppelijke elngen Slehts een vn de volgende groepen is een primire groep in strikte zijn: ) een kls kleuters ) een informele lu vn kderpersoneel ) een produtie-eenheid reiders Soiologie ondersheidt zih vn de ndere soile wetenshppen, omdt: ) ze zih met de smenleving ezighoudt ) ze een speifieke invlshoek heeft ) de soioloog ij zijn onderwerp etrokken is Brehts Erst kommt ds fressen und dn die morl verwijst soiologish nr: ) de doorslggevende rol vn de eonomishe orgnistie op de smenleving ) ulturele epldheid vn het menselijk gedrg ) de invloed vn de mteriële eperkingen op het menselijk gedrg De verstehende methode is volgens Weer nodig in de soiologie, omwille vn: ) de etrokkenheid vn het soile hndelen op wrden ) de onmogelijkheid om met de mtshppij te experimenteren ) de noodzk om de wetten vn de smenleving te verstn De kern vn ons referentiekder wordt gevormd door: ) wrden ) soile positie ) elngen Ndt ze een toetsre hypothese heen geformuleerd, gn wetenshppers over tot ) systemtishe wrneming en gegevensverzmeling ) het formuleren vn een theorie ) het flsifiëren vn de hypothese d) het formuleren vn een prdigm Weer kwm tot zijn theorie over de invloed vn de protestntse ethiek op het ontstn vn het kpitlisme, vi volgende onderzoeksmethode: ) etnomethodologie ) survey ) vergelijkende methode d) gemeenshpssurveys Durkheim verklrde de vritie in zelfdodingsijfers vnuit de ftor: ) soile feiten ) soile integrtie ) soile positie d) soile sttus Welke vn de vier Weerinse grondtegoriën vn soil hndelen is vn toepssing op ureurtish hndelen : ) emotioneel ) doelrtioneel ) trditioneel d) wrdereltioneel Of er vn smenwerking of tegenwerking sprke is, heeft te mken met volgend kenmerk vn de intertie: ) diretheid ) oördintie ) uitgereidheid 17

18 d) regelmt Soile ruil ondersheidt zih vn eonomishe ruil, omdt: ) de keuzemogelijkheid eperkter zijn ) er niet lleen goederen geruild worden ) de wrden vn de wr onfhnkelijk is vn de verstrekker d) de verplihtingen vn de deelnemers niet duidelijk fgekend zijn Een intern rollenonflit is een onflit tussen: ) vershillende rollen ij dezelfde positie ) dezelfde rollen vn vershillende posities ) vershillende rollenptronen d) vershillende rollen ij vershillende posities Wel intertie en ommunitie, geen gemeenshppelijke wrden en normen. Dit is kenmerkend voor een: ) olletiviteit ) primire groep ) soile tegorie d) smenzijn Een vn de volgende groepen is geen primire groep ) kleine kls ) gezin ) kliek werkmkkers Welke omponent vn ultuur hoort niet thuis in dit rijtje ) opvttingen ) normen ) doeleinden d) verwhtingen Welke groep ezit hoogstwrshinlijk geen eigen ultuurptroon: ) een etnishe gemeenshp ) een soile klsse ) een soile tegorie d) een religieuze gemeenshp Een vn de volgende ptroonvrielen (Prsons) stt niet op zijn plts: ) olletieve oriënttie ) speifiiteit ) universlisme d) effetieve neutrliteit Vn wie komt de uitsprk de overheersing vn het kpitl heeft een mss geshpen met een gemeenshppelijke toestnd en gemeenshppelijke elngen. Deze mss is reeds een klsse vis à vis het kpitl, mr nog niet voor zihzelf: ) Durkheim ) Weer ) Mrx d) Merton Vn wie is volgend itt Wnneer mensen een situtie ls werkelijkheid definiëren, dn is deze situtie ook werkelijk in hr gevolgen: ) med ) Thoms ) Prsons d) Merton Het eigene vn de soiologie ligt hierin dt ze: d d 18

19 ) de soile werkelijkheid estudeert ) het soile ls zodnig estudeert ) het soil hndelen estudeert d) mtshppelijke struturen estudeert Soiologishe wetmtigheden vershillen vn de ntuurwetten, omdt ze: ) een ndere wetenshppelijke riteri entwoorden ) volgens een ndere methode tot stnd komen ) vernderr zijn door menselijk ingrijpen d) niet geflsifieerd kunnen worden Dt wetenshppelijke wrneming etrouwrder is dn de dgelijkse wrneming komt omdt wetenshppers: ) een nder referentiekder heen ) een eter referentiekder heen ) een meer verntwoord referentiekder heen d) hun referentiekder kunnen overshrijden Welke optimlisering vn het egrip soile klsse hnteerden Vn Heek en Verruysse in hun onderzoek nr de soile strtifitie in Nederlnd. ) ezit vn produtiemiddelen ) politieke mht ) inkomen d) eroepsprestige Een steekproef wrin de popultie opgedeeld wordtin deelpopultie, om zo een evenwihtige nwezigheid vn elke deelpopultie in een steekproef te verzekeren, heet een: ) doelgerihte steekproef ) multi-stgesteekproef ) quot-steekproef d) gestrtifieerde steekproef Welk soiologish model kn gekenmerkt worden n de hnd vn strutuur en onflit : ) mrxisme ) symolish intertionisme ) strutureel funtionlisme d) ruilmodel Welke vn de volgende relties is primirvn rd ) tussen een prostitué en hr klnt ) tussen een mtenr en zijn zoon ) tussen een voetlspeler en zijn triner d) tussen een lerr en leerling Dt mensen door nderen gewrdeerd worden op grond vn hun soile positie heet: ) soile intertie ) soil nzien ) soile wrdering d) soile sttus Wt hoort niet thuis in de definitie vn een olletiviteit ) gemeenshppelijk wrden ) smenhorigheid ) frequentie en intensieve intertie d) gemeenshppelijke elngen Typish voor het moderne gezin is volgens Prsons voorl de funtie vn: d d d 19

20 ) soile esherming ) reprodutie ) emotioneel mngment d) onsumptie Een etnishe groep is een: ) klsse ) tegorie ) olletiviteit d) orgnistie Het egrip klsse n sih stmtvn: ) Mrx ) Durkheim ) Weer d) Semmel Een vn de volgende kenmerken is niet typish voor een ureurtishe orgnistie: ) ontinuïteit vn de werking ) fkening vn evoegdheden vi regels ) erust op mondelinge ommunitie d) hiërrhish toeziht over de uitoefening vn evoegdheden Welk kenmerk hoort niet thuis in een prtiiptief opvoedingsptroon ) positieve snties ) verle ommunitie ) mteriële snties d) kindgerihte soilistie Tot welke klsse horen volgens Wrner en Lunt de nouveux rihes : ) upper upper ) lower upper ) upper-middle d) lower-middle De post-indsutriële smenleving is volgens Dniël Bell, essentieel gekenmerkt door: ) de totstndkomng vn een verlgemeende welvrtseonomie ) theoretishe kennis ls sis vn industriële innovties ) nieuwe eroepen in de dienstensetor (gezondheidszorg, informti, diensten n ondernemingen) Het smenzijn is geen groep in de eigenlijke etekenis, wegens het ontreken vn ) intertie ) een gemeenshppelijke zingeving ) een gemeenshppelijke situtie Over welk soort vn soile groep gt het? De groep wijdt ons in de geheimen vn de smenleving in. Het is de groep vi dewelke we ( ) voor het eerst retief uitdrukking geven n onze soile impulsen: ) speelgroep ) gezin ) fe to fe groep Welke vn de drie volgende uitsprken zl volgens ons het est de industrilisering kenmerken? ) het is een historish ontwikkelingsproes in de menselijke reidsvorm, gekenmerkt door een reeks fundmentele vernderingen veronden met de opkomst en uitreiding vn kpitlistishe produtieverhoudingen. ) Het is een mtshppelijk vernderingsproes ten gevolge vn de uitvinding en de 20

21 verlgemeende toepssing vn een epld type vn tehnologie ) Het is een unilineire evolutie, die epld wordt door toenemende rtionlisering en verwetenshppelijking vn het menselijk hndelen. De elngrijkste funtievershuiving vn het hedendgse gezin heeft etrekking op de ) soilistiefuntie ) reprodutiefuntie ) produtiefuntie Blu noemt voortgezette rtionlisering de oplossing voor de prolemen vn de ureurtie. Drmee edoelt hij: ) het evorderen vn voortdurende zelfregelingsproessen ) het estrijden vn informele prktijken en verhoudingen ) het striktere toepssen vn de ureurtishe regels. Gt het ij de verurgelijking vn de reidersklsse om: ) enulturtie ) ulturtie ) soilistie De eonomishe positie is de onfhnkelijke vriele in de klssentheorie vn ) E.O. Wright ) Weer ) Prsons Soile feiten-olletief ewustzijn-morele orde. Bij welke soioloog stn deze egrippen entrl? ) Comte ) Prsons ) Durkheim Tot de primire mnifestties vn sttus volgens Weer ehoort niet: ) onnuium ) monopoloïde toeëigening ) uitwendige levenstoestnd Welke omponent vn ultuur hoort niet thuis in dit rijtje? ) opvttingen ) doeleinden ) verwhtingen Een vn de volgende ptroonvrielen (Prsons) is niet kenmerkend voor de moderne smenleving: ) olletieve oriënttie ) speifiiteit ) ffetieve neutrliteit Over welke klsse gt het in deze uitsprk: de overheersing vn het kpitl heeft een mss geshpen met een gemeenshppelijke toestnd en gemeenshppelijke elngen. Deze mss is reeds een klsse vis-à-vis het kpitl, mr nog niet voor zihzelf? ) urgerij ) proletrit ) lower-lower lss Wrover gt het in volgend itt? het gt steeds om een gedifferentieerde en gewoonlijk ompetitieve eenheid wrin zelfewustheid en vormen vn hezuht toegelten worden, mr deze gevoelens worden gesoiliseerd door sympthie en gerken onder de ontrole vn een gemeenshppelijk ewustzijn, of heen drtoe lthns de neiging. ) zij-groep 21

22 ) wij-groep ) primire groep Het overdrgen vn wrden, normen, verwhtingen vi mss-medi noemden we: ) primire soilistie ) seundire soilistie ) tertiire soilistie Wrover gt het ij het Mttheüseffet? ) over de ongelijke deelnme n olletieve voorzieningen ) over de ongelijkheid op miro-vlk ) over soile onrehtvrdigheid Welke is de meest plusiele verklring voor kpitlsumultie in de nvngsfse vn de industriële ontwikkeling in België? ) de kolonile ommeriële hndel ) de ontwikkeling vn de feodle heer tot industriële heer ) de umultie vn meerwrde en de utofinniering Welke is de juiste hronologishe volgorde? ) mnuftuur rtisnt thuisreid ) thuisreid mnuftuur onderneming ) thuisreid rtisnt onderneming De elngrijkste funtie vn instituties ls gezin en godsdienst is, volgens Prsons, dt ze zorgen voor: ) integrtien ) lteny ) gol-ttinment soile klsse verwijst ij Weer nr: ) soil prestige ) leensstellung ) soile moiliteit Ndt ze toetsre hypothese heen geformuleerd, gn soiologen over tot: ) systemtishe wrneming en gegevensverzmeling ) het flsifiëren vn de hypothese ) het verifiëren vn de hypothese Bij een olletiviteit ontreekt volgend kenmerk: ) smenhorigheid ) frequentie en intensieve intertie ) gemeenshppelijke elngen Mrx definieerde het egrip soile klsse hoofdzkelijk in termen vn: ) ezit of niet-ezit vn de produtiemiddelen ) urgerij en proletrit ) gemeenshppelijke elngen Slehts een vn de volgende groepen is een primire groep in strikte zin: ) een kls kleuters ) een informele lu vn kderpersoneel ) een produtie-eenheid reiders Soiologie ondersheidt zih vn de ndere soile wetenshppen, omdt: ) ze zih met de smenleving ezighoudt ) ze een speifieke invlshoek heeft ) de soioloog ij zijn onderwerp etrokken is De verstehende methode is volgens Weer nodig in de soiologie omwille vn: ) de etrokkenheid vn het soile hndelen op wrden 22

23 ) de onmogelijkheid om met de mtshppij te experimenteren ) de noodzk om de wetten vn de smenleving te verstn Wt is een geoefend reider? ) een geshoold reider ) een ongeshoold reider ) een mhtsmn Kenmerkend voor de reente periode is dt de kpitlistishe onurrentieverhoudingen, onentrtie en ondershikkingsproessen zih ook ontwikkelen in de ) primire en tertiire setoren ) seundire en tertiire setoren ) primire en seundire setoren Vul n: In de eginfse is de industriële ontwikkeling een groeiproes geseerd op door de tewerkstelling vn: ) meerwrdevorming, frieken, rtisnle reid ) meerwrdevorming, loondienst, een mrginle reidsreserve ) tehnologishe revoluties, de steenkolensetor, een mrginle reidsreserve Vul n: rtionlisering is het nwenden vn methoden ij de reid, zodt deze kn worden: ) produtieve, industriële, gertionliseerd ) rtionele, industriële, toegeëigend ) rtionele, oöpertieve, geplnd en erekend Ook in de fse vn de utomtisering wordt de kwlifitiestrutuur. ) gepolriseerd ) onderenut ) geroutiniseerd A Proefexmen Soiologie. Vrg 1: Beoordeel de juistheid vn volgende uitsprken. 1) Soile ohesie, ongelijkheid en identiteit zijn typishe vrgstukken vn de overgng vn de stndenmtshppij nr de moderne smenleving. Deze vrgstukken zullen verdwijnen ij de overgng nr de postmoderne smenleving omdt dn geheel nieuwe prolemen opduiken. 2) Bij de overgng nr een nieuwe smenlevingstype ontstn en nieuwe instituties A. 1 en 2 zijn juist B. 1 en 2 zijn onjuist C. lleen 1 is juist D. lleen 2 is juist Antwoord: D Vrg 2: Beoordeel de juistheid vn volgende twee stellingen: 1) Volgens Durkheim is het ntk zelfmoorden omgekeerd evenredig n de mte vn integrtie vn de soile groepen wrvn het individu deel uitmkt. 2) Volgens Durkheim kn een te sterke inding met de soile strutuur nleiding geven tot zelfmoord. 23

24 Antwoord: A A. 1 en 2 zijn juist B. lleen 1 is juist C. lleen 2 is juist D. 1 en 2 zijn onjuist Vrg 3: Tönnies Gesellshft is het este te vergelijken met Durkheims: A. Mehnishe solidriteit B. Orgnishe solidriteit C. Anomishe reidsdeling D. Consiene olletive Antwoord: B Vrg 4: Volgens Weer wordt de moderne smenleving gekenmerkt door: A. Trditioneel hndelen B. Wrdertioneel hndelen C. Affetief hndelen D. Doelreltioneel hndelen Antwoord: D Vrg 5: Beoordeel de volgende uitsprken: 1. Zowel De Toqueville ls Durkheim verwhten dt de ontwikkeling vn het zogenmde middenveld (llerlei mtshppelijke verenigngen) een ntwoord kon zijn op het uiteenvllen vn soile vernden. 2. Sint Simon verwht drvn geen heil omdt lleen mr een klsse vn niet produtieven oplevert. A. 1 en 2 zijn juist B. lleen 1 is juist C. lleen 2 is juist D. 1 en 2 zijn onjuist Antwoord: A Vrg 6: Beoordeel de juistheid vn volgende twee stellingen: 1) Zowel Weer ls Durkheim proeerden inziht te verwerven in hoe godsdiensten in hun tijd funtioneerden en dhten het este te kunnen ereiken door de studie vn deze fenomenen in de primitieve smenlevingen. 2) Volgens Durkheim heeft religie ls funtie de soile ohesie te versterken; door hun nd met de goddelijke krht te ultiveren, herevestigen gelovigen eigenlijk hun nd met de mtshppij A. 1 en 2 zijn juist B. lleen 1 is juist C. lleen 2 is juist 24

25 D. 1 en 2 zijn onjuist Antwoord: C Beoordeel de juistheid vn volgende stellingen: 1. Volgens Mrx ontwikkelt de reidende klsse zih tot een klsse die vi een proes vn politieke ewustwording, zih ewust weet vn hr gedeelte identiteit, met nme vn hr positie innen de kpitlistishe produtiewijze. 2. Ook Weer hnteert het klssenegrip mr voor hem hoeft een klsse geen gemeenshpsgevoel te ontwikkelen omdt de leden vn een klsse zih meestl niet ewust zijn vn hun eonomishe verondenheid. A. 1 en 2 zijn juist B. lleen 1 is juist C. lleen 2 is juist D. 1 en 2 zijn onjuist Antwoord: A Vrg 8: Wt zl volgens Mrx de motor zijn vn de mtshppelijke vernderingen? A. De ontwikkeling vn de reidende klsse für sih B. Het ongelijke ezit vn de produtiemiddelen C. Het vershil in dynmiek tussen produtiekrhten en produtieverhoudingen D. De dittuur vn het proletrit Antwoord: C Vrg 9: De hoge trnsferprijzen die in het voetl etld worden, zijn het gevolg vn: A. Toenemende kommodifitie B. Een toenemende tkdifferienttie C. Een toenemende individulisering D. Een toenemende soile ongelijkheid. Antwoord: A Vrg 10: Beoordeel volgende uitsprken op hun juistheid: 1. Rtionlistie en seurlistie zijn tot elkr te herleiden, het zijn ls het wre synoniemen. 2. Toenemende rtionlistie heeft geleid tot een overheidsureurtie wrin de individuele mtenr steeds meer op zijn eigen identiteit ngewezen wordt. A. 1 en 2 zijn juist B. lleen 1 is juist C. lleen 2 is juist D. 1 en 2 zijn onjuist Antwoord: D 25

26 Vrg 11: Welke vn de hiern genoemde ontwikkelingen houdt het minste vernd met politieke modernisering? A. Commodifiering B. Bureurtisering C. Demortisering D. Differentiëring Antwoord: A Vrg 12: De individuele urgerrehten werden historish eerst onstitutioneel vstgelegd in: A. De Belgishe grondwet B. De tijdens de Frnse revolutie opgestelde verklring vn de Rehten vn de Mens en vn de Burger. C. De Ameriknse onfhnkelijkheidheidsverklring D. De Code Npoleon Antwoord: C Vrg 13: Beoordeel de juistheid vn de volgende twee stellingen: I. In Duitslnd ging ntievorming gedeeltelijk n sttshervorming voorf omdt er eerste een gemeenshppelijke ultuur tot stnd kwm dnkzij de rol vn de Duits voorl de Pruisishe ristortie II. In het ultuurntionlisme wordt endrukt dt men deel uitmkt vn een eplde ntie krhtens geoorte. A. I en II zijn juist B. Alleen is juist C. Alleen II is juist D. I en II zijn onjuist Antwoord : B Vrg 14: Volgens Mrshll ehoort de vrijheid vn meningsuiting tot: A. De urgerrehten B. De soile rehten C. De ulturele rehten D. De politieke rehten Antwoord: A Vrg 15: Er zijn vnuit de soile wetenshppen vershillende verklringen ngerht voor het ontstn vn de prlementir-demortishe sttsvorm. Welke vn de hiern genoemde hoort dr niet ij? A. politieke frgmenttie B. ontwikkeling vn een demortishe mentliteit ij de politieke elites C. industrilisering D. onurrentie tussen de westerse stten 26

27 Antwoord: B Vrg 16: Beoordeel de juistheid vn de volgende twee stellingen: 1) De lgemene verreiding vn de loonreid en de drij horende reidsverhoudingen in de thuisnijverheid en de mnuftuur vormde de grondslg voor de ontwikkeling vn de moderne reidsverdeling en het friekssysteem. 2) De deregulering vn de reidsmrkt mondde in de 19 e eeuw uit in grotere gelijkheid vn de reidsmrktprtijen en in lgemene welvrt A. 1 en 2 zijn juist B. lleen 1 is juist C. lleen 2 is juist D. 1 en 2 zijn onjuist Antwoord: B Vrg 17: Welke vn de hiern genoemde elementen vormt geen onderdeel vn de Tyloristishe orgnistieleer A. opleiding vn de reiders tot vklui B. volstrekte sheiding tussen onipiërende en uitvoerende tiviteiten C. oprihting vn een plnning deprtment D. presttiegeonden eloningssysteem Antwoord: A Vrg 18: Beoordeel de juistheid vn de volgende twee stellingen: 1) Polristie vn de kntoorreid etekent dt in dit segment vn de reidsmrkt niet lleen hogere funties vn leidinggevende en speilistishe rd tot stnd komen, mr drnst ook uitvoerende routinefunties wrvoor weinig of geen opleiding vereist is. 2) Dt de leiding vn een orgnistie een strtegie vn responsile utonomy toepst, etekent dt zij n de werknemers een minimle vorm vn zelfstndigheid toestt onder verntwoordelijkheid vn een direte hef. A. 1 en 2 zijn juist B. lleen 1 is juist C. lleen 2 is juist D. 1 en 2 zijn onjuist Antwoord: B Vrg 19: Colletieve reidsverhoudingen zijn in ons lnd ls volgt tot stnd gekomen: A. ls gevolg vn de groeiende mht vn werkgeversverenigingen egonnen werknemers zih neen te sluiten tot vkondsorgnisties B. de overheid riep een systeem vn overleg tussen soile prtners in het leven. C. De werknemers proeerden de grote mhtsongelijkheid die kenmerkend ws voor de individuele reidsverhoudingen te ondervngen door de oprihting vn vkonden. 27