Woonsituatie in Vlaanderen: mogelijkheden en gegevens van het Huishoudbudgetonderzoek

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Woonsituatie in Vlaanderen: mogelijkheden en gegevens van het Huishoudbudgetonderzoek"

Transcriptie

1 Woonsituatie in Vlaanderen: mogelijkheden en gegevens van het Huishoudbudgetonderzoek Auteurs: Kristof Heylen Sien Winters Januari 2009 Pag. 1

2 Pag. 2

3 Verantwoordelijke uitgever: Deze paper kwam tot stand met de steun van de Vlaamse Gemeenschap: Programma Steunpunten voor Beleidsrelevant Onderzoek. In deze tekst komt de mening van de auteur naar voor en niet die van de Vlaamse Gemeenschap. De Vlaamse Gemeenschap kan niet aansprakelijk gesteld worden voor het gebruik dat kan worden gemaakt van de meegedeelde gegevens. This paper has been realised with the support of the Flemish Community: Program for Policy Research Centres. The text contains the views of the author and not the views of the Flemish Community. The Flemish Community cannot be held accountable for the potential use of the communicated views dd Pag. 3

4 1 Situering onderzoek Het Huishoudbudgetonderzoek (HBO) van de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (FOD Economie) heeft als doel een gedetailleerd beeld te verkrijgen van de structuur van de gemiddelde uitgaven van de huishoudens in België. Het HBO wordt gebruikt om de weegcoëfficiënten te berekenen die worden toegekend aan alle goederen en diensten die deel uitmaken van de indexkorf. Sinds 1854 wordt er in ons land een Huishoudbudgetonderzoek (ook wel Gezinsbudgetenquête genoemd) georganiseerd; vanaf de enquête van gebeurt dit jaarlijks. Het HBO wordt dus aangewend om veranderingen in het consumptiepatroon van het doorsnee Belgische gezin te verwerken in de index van de consumptieprijzen. Op basis van het HBO zijn er bijvoorbeeld bepaalde items uit de index geschrapt of toegevoegd. Tijdens de laatste hervorming werden onder meer de videorecorder en het faxtoestel verwijderd uit de korf, terwijl een GSM, internetabonnement en PC werden toegevoegd. De laatste hervorming van de consumptieprijsindex vond plaats tussen 2002 en 2005, waardoor de jongste index in voege trad begin Traditioneel gebeurt deze hervorming om de acht jaar, maar sinds 2006 zal er een tweejaarlijkse actualisering plaatsvinden. Men volgt hiervoor de prijsveranderingen van 507 producten in 65 gemeenten in België (FOD Economie, 2008). In deze paper zal in eerste instantie de methodologie van het HBO worden toegelicht. Vervolgens komt een korte analyse aan bod van de representativiteit van de steekproeven van het HBO, waarna de mogelijkheden van het HBO voor onderzoek rond de woonsituatie worden besproken. Tot slot zullen de resultaten voor enkele van de voornaamste woonindicatoren worden gepresenteerd. De resultaten van het HBO 2003 en 2004 zullen worden vergeleken met deze van de Woonsurvey De bedoeling van deze paper is niet om de woonsituatie in Vlaanderen uitgebreid in kaart te brengen, maar om een eerste verkenning te bieden van de mogelijkheden van het HBO inzake onderzoek naar de woonsituatie in Vlaanderen. Het HBO houdt immers naast een gedetailleerde bevraging van inkomens en uitgaven - een jaarlijkse bevraging in van gegevens die relevant zijn voor het woonbeleid in Vlaanderen, zoals bepaalde woningkenmerken en diverse woonuitgaven. Net zoals bij de SILC (Survey on Income and Living Conditions) en de Woonsurvey 2005 kunnen deze woongegevens gekoppeld worden aan kenmerken van (de referentiepersonen van) de gezinnen. Een uitgebreide analyse van de woonsituatie naar demografische en socio-economische groepen behoort in principe dus tot de mogelijkheden. Het HBO is vooral interessant omdat dezelfde gegevens over veel jaren beschikbaar zijn. Dit laat toe om longitudinale analyses uit te voeren, wat met weinige andere databronnen mogelijk is. In het bijzonder lenen de gegevens zich tot een cohortanalyse. Dit betekent dat wordt nagegaan hoe de woonsituatie van groepen die geboren zijn in eenzelfde tijdsperiode evolueert doorheen de tijd. Leeftijdseffecten en generatie-effecten kunnen zo van elkaar worden onderscheiden. Het zou ons bijkomende informatie opleveren over trends op de woningmarkt. Vooraleer we een dergelijke analyse aanvatten, wensen we echter een goed zicht te hebben op de kwaliteit van de data en de representativiteit van de steekproeven. In 1991 hebben Devos, Van Dender & Pacolet een analyse gemaakt van de representativiteit van het HBO 1987/88 in het kader van een onderzoek naar de sociaal-economische situatie van bejaarden. Zij gebruikten hierbij de Volkstelling van 1981 als bron voor populatiegegevens. Hun conclusie was dat het HBO 1987/88 niet representatief is voor de gezinsgrootte, het aandeel eigenaars en de leeftijd van de referentiepersoon. Ze hanteerden vervolgens een zelf berekende wegingscoëfficiënt die corrigeert voor de aangetoonde scheeftrekking inzake leeftijd en gezinsgrootte. Voor de HBO-golven die Pag. 4

5 nadien volgden is er voor zover we weten geen analyse gemaakt van de datarepresentativiteit. Pag. 5

6 2 Het Huishoudbudgetonderzoek in België 2.1 Opzet en geschiedenis HBO Het HBO is een bevraging die wordt afgenomen bij een steekproef van ongeveer Belgische huishoudens 1 met de bedoeling het bestedingspatroon van de Belgische huishoudens in kaart te brengen. Het eerste HBO dateert van 1854; vanaf gebeurt de bevraging jaarlijks. De steekproeven worden getrokken uit het Rijksregister. Medewerking voor het HBO is niet verplicht, waardoor mede door het intensieve karakter van de bevraging de respons te wensen overlaat. Volgens de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (FOD Economie) schommelt de respons voor de verschillende enquêtes rond 10%. Voor de enquête van konden we zelf een responsgraad berekenen. Met 17,7% viel deze hoger uit dan de 10% respons die wordt aangegeven door de FOD Economie zelf. Voor het voeren van sociaal-wetenschappelijk onderzoek wordt een respons van ongeveer 65% als bevredigend beschouwd (Billiet & Waege, 2005). Het moge duidelijk zijn dat de HBO op dit vlak niet voldoet. In een volgende paragraaf voeren we daarom een analyse uit van de representativiteit van de HBO-steekproeven op vlak van enkele cruciale bevolkingskenmerken waarvoor we populatiedata ter beschikking hebben (zie punt 2.3). De bevraging van de uitgaven en inkomsten van de huishoudens gebeurt door middel van een gedetailleerd huishoudboekje dat hen wordt overhandigd. Tot de bevraging van dienden de huishoudens een vol jaar álle uitgaven en inkomsten bij te houden. Tussen 1995 en 1997 diende men enkel nog de uitgaven/inkomsten van meer dan BEF (1.500 BEF in 1997) een jaar lang te registreren; voor de andere verrichtingen volstond één maand registratie. Bij analyses op macroniveau worden deze kleinere verrichtingen naar jaarbasis geëxtrapoleerd door ze te vermenigvuldigen met twaalf. Vanaf 1999 werd afgestapt van de (intensieve) jaarlijkse bevraging en werden álle verrichtingen gedurende één maand genoteerd in het huishoudboekje. Elke maand worden 300 andere huishoudens opgevolgd door de enquêteurs. Voor de consumptie van een aantal duurzame goederen worden de huishoudens op retrospectieve wijze bevraagd in de huishoudvragenlijst (zie verder). Er wordt de gezinnen gevraagd of ze bepaalde duurzame goederen hebben aangekocht tijdens de voorbije 4 maanden. Voor macroanalyses op jaarbasis worden deze bedragen dan vermenigvuldigd met drie i.p.v twaalf. Naast het huishoudboekje maakt het HBO ook gebruik van andere bevragingsmethoden. Zo wordt bij één van de huishoudleden een vragenlijst voor het huishouden afgenomen. Deze vragenlijst bevat vragen over de samenstelling van het huishouden, karakteristieken van de woning, uitgaven voor duurzame goederen, periodieke uitgaven voor huur en nutsvoorzieningen en het gebruik van kinderopvang. Vanaf de enquête van 2001 wordt in deze vragenlijst ook gepeild naar uitgaven voor verzekeringen en belangrijk voor onderzoek naar de woonsituatie de afbetaling van hypothecaire leningen. Verder wordt er bij elke huishoudlid van 12 jaar en ouder een individuele vragenlijst afgenomen, waarbij de socio-economische kenmerken aan bod komen. De vragen hebben onder meer betrekking op de tewerkstellingsstatus, het beroepsstatuut, het opleidingsniveau en de gezondheidssituatie. In totaal wordt elk huishouden uit de enquête minimaal 8 maal door de enquêteur bezocht, om de vragenlijsten af te nemen en een goede opvolging te garanderen. De organisatie van het HBO wordt vanuit de FOD Economie, Algemene Directie Statistiek (het voormalige N.I.S) gecoördineerd, terwijl de gegevens 1 Steekproefomvang huishoudens: 99: 3.745, 01: 3.726, 02: 3.721, 03: 3.731, 04: Pag. 6

7 zowel in Brussel als de regionale centra (Antwerpen, Charleroi, Gent en Luik) worden ingevoerd en gecontroleerd. De gegevens worden systematisch gecontroleerd op fouten die zowel door het huishouden (huishoudboekje) als het elektronisch invoeren (coderen) kunnen veroorzaakt worden. Er wordt gecontroleerd op consistentie en tegenstrijdigheden worden geëlimineerd. Elk huishouden dat aan het HBO participeert op een bevredigende manier wordt hiervoor financieel beloond, met bedragen die variëren van 75 tot 125 euro, afhankelijk van de gezinssamenstelling. 2.2 Beschikbaarheid en structuur van de databestanden Hoewel het HBO in België een lange geschiedenis kent, zijn er pas sinds de enquête 1978/79 databestanden beschikbaar voor wetenschappelijk onderzoek. Daarnaast zijn ook voor volgende jaartallen HBO-gegevens beschikbaar: 1987/88, 1995/96, 1996/97, 1997/98, 1999, 2000, 2001, 2002, 2003 en Eén van de grote voordelen van het HBO is dus dat er vergelijkbare gegevens beschikbaar zijn voor een tijdspanne van twee decennia of meer. Wel dienen we hierbij op te merken dat de vragenlijsten meermaals werden aangepast tussen de verschillende enquêtes. Voor bepaalde variabelen zal er bijgevolg slechts een vergelijking mogelijk zijn over een beperktere tijdspanne. De gegevens van de verschillende enquêtes worden ter beschikking gesteld door de FOD Economie in de vorm van een aantal verschillende databestanden (Access formaat). Zo zijn er aparte bestanden voor de uitgaven op huishoudniveau, inkomsten op individueel niveau en huishoudniveau, de huisvestingskenmerken, de individuele karakteristieken, de kenmerken van de huishoudens, de huisraad en (vanaf 2001) de verzekeringen (incl. afbetaling hypotheek). De wegingscoëfficiënt (of extrapolatiecoëfficiënt) vinden we terug in het bestand van de huishoudkenmerken. De verschillende uitgaven worden aangeduid met een code van zes cijfers, overeenkomstig de NIS-nomenclatuur. De inkomstenposten kennen een code van drie cijfers, waarbij het basisonderscheid wordt gevormd door de bron van de inkomsten: een economische activiteit, het eigen vermogen of de sociale zekerheid. Het besteedbaar huishoudinkomen kan dus op een zeer gedetailleerde manier geconstrueerd worden. De inkomsten- en uitgavennomenclatuur is voor elke enquête beschikbaar, net als een korte beschrijving van de inhoud van de verschillende datasets. Indien men een analyse wil maken van woonindicatoren naar socio-economische groepen, dient er een koppeling gemaakt te worden tussen de verschillende databestanden. Dit dient te gebeuren aan de hand van het huishoudvolgnummer. Bepaalde bestanden zijn echter opgesteld op individueel niveau (huishoudleden) of op niveau van inkomen- en uitgavencodes (vb. één observatie komt overeen met één uitgavenpost van een huishouden). Deze bestanden dienen eerst omgevormd te worden tot bestanden op huishoudniveau alvorens ze kunnen samengevoegd worden. Deze bewerkingen zijn echter heel tijdsintensief. 2.3 Enkele testen van datarepresentativiteit In deze paragraaf komen enkele analyses aan bod van de representativiteit van de HBO data. Zoals reeds vermeld wordt het HBO in vergelijking met de normen voor sociaalwetenschappelijk onderzoek gekenmerkt door een zeer lage responsgraad. Dit kan er voor zorgen dat bepaalde bevolkingscategorieën over- of ondervertegenwoordigd zijn in de steekproef. Uit onderzoek weten we immers dat bepaalde socio-economische groepen minder geneigd zijn om aan survey-onderzoek mee te werken of moeilijker bereikbaar zijn Pag. 7

8 dan andere groepen (Billiet & Waege, 2005). Zeker wanneer de respons niet meer bedraagt dan 20% is het relevant om de representativiteit van de steekproeven te onderzoeken. We vergelijken achtereenvolgens de verdeling van het huishoudtype en het eigendomsstatuut binnen bepaalde golven van het HBO met recente populatiegegevens. We focussen ons in de eerste plaats op de meest recente golven van het HBO. Vooraleer we overgaan tot de resultaten van de representativiteitsanalyse, staan we stil bij de extrapolatiecoëfficiënt die gebruikt wordt bij het HBO. Hiervoor hebben we enkel specifieke informatie voor de enquête van 1996/97. Omdat bepaalde gewesten en bevolkingsgroepen niet proportioneel vertegenwoordigd zijn in de steekproef van 1996/97 werd er een a posteriori stratificatie uitgevoerd. De huishoudens werden ingedeeld volgens het gewest, het beroepsstatuut, het aantal actieven in het huishouden en de leeftijd van de referentiepersoon. Op deze manier werden 41 verschillende cellen onderscheiden. Voor elke cel werd een extrapolatiecoëfficiënt berekend die gelijk is aan de verhouding van het aantal huishoudens in de steekproef en het aantal in de populatie. Hoe geringer de respons in een bepaalde cel, hoe hoger de coëfficiënt. Op deze manier worden vertekeningen in de steekproef enigszins geneutraliseerd en krijgt elk van de 41 groepen zijn juist gewicht. De extrapolatiecoëfficiënten voor de enquête 1996/97 variëren van 333 tot 4064 met een gemiddelde van Wanneer we elk huishouden uit de steekproef vermenigvuldigen met zijn extrapolatiefactor (of weegfactor) en hiervan de som nemen, verkrijgen we het totale aantal private huishoudens in België. Tabel 1 bevat een analyse van de representativiteit van het HBO in Vlaanderen op niveau van huishoudtype. Hiervoor doen we beroep op het werk van Lodewijckx (2004), die op basis van Rijksregister gegevens voor 2003 de populatieverdeling van het huishoudtype (volgens LIPRO-indeling) heeft opgesteld. We stellen vast dat het HBO uit 2003 een sterke oververtegenwoordiging kent van alleenstaanden (40% versus 28%). De weegfactor corrigeert voor deze scheeftrekking, maar op een te sterke manier. Na weging zijn alleenstaanden immers ondervertegenwoordigd. De correctie voor het aandeel eenoudergezinnen gebeurt daarentegen nauwkeuriger. Verder blijkt dat na weging het aandeel koppels zonder kind oververtegenwoordigd is (32% versus 29%). De chi-kwadraat score geeft aan dat voor 2003 de steekproefverdeling van het huishoudtype niet representatief is voor de populatieverdeling. Aangezien we er kunnen van uitgaan dat de populatieverdeling van het huishoudtype niet sterk verandert op één jaar tijd, hebben we eveneens een analyse gemaakt voor het HBO Ook hier blijkt dat vóór weging het aandeel alleenstaanden sterk oververtegenwoordigd is en dat er een ondervertegenwoordiging is na weging. De correctie voor het percentage koppels met en zonder kinderen gebeurt nauwkeuriger, maar toch blijkt uit de chi-kwadraat score dat de verdeling in de steekproef significant afwijkt van deze in de populatie. Pag. 8

9 Tabel 1. Huishoudtype*: vergelijking HBO - populatiegegevens uit het Rijksregister (in %), Vlaams Gewest Rijksregister HBO 2003 HBO /1/2003** Ongewogen Ongewogen Gewogen N=1763 N=1810 Gewogen Alleenstaande 28,4 39,6 23,0 38,5 24,3 Eenoudergezin (zonder inwonende 7,1 5,7 8,1 6,2 8,4 anderen) Koppel zonder kind (+ inwonende anderen) 28,6 24,1 32,0 24,9 29,6 Koppel met kind(eren) (+ inwonende anderen) 33,8 29,3 35,3 29,2 36,3 Alle andere 2,1 1,3 1,7 1,2 1,4 Totaal χ²=111,1; df=4; p<.001 χ²=30,5; df=4; p<.001 χ²=93,8; df=4; p<.001 χ²=23,5; df=4; p<.001 * enkel private huishoudens ** Bron: Lodewijckx 2004 Een cruciaal gegeven voor onderzoek naar de woningmarkt is het eigendomsstatuut. Onderstaande tabel vergelijkt het aandeel eigenaars in het HBO met populatiegegevens. Volgens de Socio-economische Enquête bedraagt het aandeel eigenaars in Vlaanderen 72,6% in Opvallend is dat de ongewogen HBO steekproef van 2001 representatief is op dit vlak met een aandeel eigenaars van 74% - maar dat de gewogen steekproef een significante afwijking kent. Na weging ligt het aandeel eigenaars immers op 76,6%, wat een duidelijke overschatting is. Indien we ervan uitgaan dat het aandeel eigenaars bekomen in de Woonsurvey 2005 (74,4%) redelijk betrouwbaar is 2 en er dus een geleidelijke groei bestaat tussen 2001 en 2005, kunnen we concluderen dat deze overschatting zich ook voordoet voor de gewogen steekproeven van 2003 en De verdeling van het eigendomsstatuut in de ongewogen steekproeven van 2003 en 2004 lijkt de werkelijkheid dichter te benaderen. Alleszins valt er ook voor de ongewogen data geen duidelijke evolutie vast te stellen tussen 2001 en 2004 op basis van het HBO. Tabel 2. Eigendomsstatuut: vergelijking HBO - populatiegegevens uit de Socio-economische Enquête (in %), Vlaams Gewest SEE 2001* HBO 2001 HBO 2003 HBO 2004 Ongewogen Ongewogen Ongewogen Gewogen Gewogen N=1780 N=1762 N=1789 Gewogen Eigenaar 72,6 74,0 76,6 71,7 75,1 73,8 76,8 Huurder of gratis bewoner 27,4 26,0 23,4 28,3 24,9 26,2 23,2 Totaal χ²=1,75; df=1; p=0,16 χ²=9,0; df=1; p<.005 *Bron: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (2008) 2 Argumenten hiervoor zijn het hoge steekproefaantal (n=5.216), de relatief hoge respons (67%), de strikte voorwaarden die werden opgelegd in het lastenboek voor het veldwerk en de strikte opvolging door het Centrum voor Surveymethodologie van K.U.Leuven (Abts et al, 2006). Pag. 9

10 3 Mogelijkheden van het HBO voor onderzoek naar de woonsituatie in Vlaanderen Indien de verschillende databestanden van het HBO zijn samengevoegd tot één gebruiksvriendelijke dataset, is er heel wat informatie over de woonsituatie die geanalyseerd kan worden. De volgende aspecten van de woonsituatie zijn beschikbaar vanaf de enquête 1995/96: Woningtype Niet-geïndexeerd kadastraal inkomen Bouwjaar van de woning (6 categorieën) Aanwezigheid bepaalde comfortaspecten o Stromend (warm) water, lift, balkon, tuin, terras, garage, werkplaats Aantal en (door respondent) geschatte oppervlakte van de verschillende vertrekken o Keuken, woonplaats, eetplaats, salon, slaapkamers, badkamers, W.C., andere Eigendomsstatuut o Eigenaar zonder afbetaling van lening o Eigenaar met afbetaling van lening o Huurder o Huurder van een sociale woning o Huurder tegen verminderde prijs toegestaan door de werkgever o Gratis gehuisvest door werkgever o Gratis gehuisvest door ander huishouden of een instelling (andere dan werkgever o Onbekend Jaar van verwerving woning (enkel voor eigenaars) Waarde van de woning bij verwerving (enkel voor eigenaars) Huidige waarde andere onroerende goederen in bezit Huurprijs woning Huurwaarde woning (voor eigenaars en huurders met huur onder de marktprijs) Uitgaven voor nutsvoorzieningen o water, elektriciteit, gas, stookolie etc. apart bevraagd Voornaamste verwarmingsbron Vanaf de enquête van 2001 is ook beschikbaar: Afbetaling hypothecaire lening o Bedrag en periodiciteit Analyses voor Vlaanderen apart zijn mogelijk aangezien in elke enquête een gewestvariabele is opgenomen. De steekproefomvang voor het Vlaamse Gewest is vrij gelijk over de enquêtes heen: huishoudens in 1999, in 2001, in 2002, in 2003, in In vergelijking met de steekproefomvang voor de Woonsurvey 2005 (n=5.216), uitgevoerd door het Kenniscentrum voor Duurzaam Woonbeleid, is het aantal observaties voor Vlaanderen in het HBO dus ongeveer één derde. Dit zorgt ervoor dat analyses voor Pag. 10

11 bepaalde subgroepen minder nauwkeurig zullen zijn bij eenzelfde betrouwbaarheidsniveau. Het aantal sociale huurders zal bijvoorbeeld schommelen rond 100, waardoor verdere analyses naar socio-economische groepen nagenoeg niet meer mogelijk zijn. De respondenten worden gevraagd naar de prijs of waarde van de woning op het moment van verwerving. Uit de vraagstelling is niet duidelijk of registratierechten en/of notariskosten dienen meegeteld te worden. Er is ook geen informatie over uitgevoerde renovatiewerken. Bijgevolg kan geen relatie worden gelegd tussen de prijs en de woningkenmerken. Bemerken we bovendien dat gevraagd wordt naar de prijs of waarde van de woning, wat niet noodzakelijk hetzelfde betekent. Een meerwaarde van het HBO t.o.v de Woonsurvey is dat de eigenaars worden gevraagd een schatting te geven van de huurwaarde van hun woning. Ook aan de huurders die aan een verminderde prijs huren via de werkgever of omdat ze een sociale woning betrekken wordt deze vraag gesteld. Het HBO is de enige recente databron in Vlaanderen voor onderzoek naar de potentiële markthuurwaarde of toegerekende huur voor eigenaars en sociale huurders. Een knelpunt hierbij is echter dat het voor de respondent niet altijd even gemakkelijk is om een correcte inschatting te maken van de markthuurwaarde van zijn woning. Om deze reden werd deze vraag niet opgenomen in de Woonsurvey van het Kenniscentrum voor Duurzaam Woonbeleid. Aangezien in het HBO zowel de huurprijs als het huishoudinkomen (in al zijn componenten) wordt bevraagd, zijn analyses van betaalbaarheid in de huursector mogelijk a.d.h.v de gebruikelijke methoden (woonquote, equivalent resterend inkomen). Sinds 2001 wordt ook de afbetaling van de hypothecaire lening bevraagd en kan de betaalbaarheid voor afbetalende eigenaars in beeld gebracht worden. Naast de bevraging van de woningkenmerken en woonuitgaven, wordt de respondent ook gevraagd naar zijn socio-economische en demografische situatie. Dit gebeurt zoals vermeld a.d.h.v de individuele vragenlijst en de huishoudvragenlijst. Deze informatie laat ons toe om de woonsituatie te vergelijken tussen verschillende groepen in de samenleving. Verder is de referentiepersoon van het huishouden in het HBO het huishoudlid dat het grootste deel van het huishoudinkomen inbrengt. Onder een huishouden worden bij het HBO alle personen verstaan die, al dan niet gebonden door familiebanden, gewoonlijk eenzelfde woning betrekken. Pag. 11

12 4 Verkenning cruciale variabelen inzake woononderzoek In deze paragraaf gaan we over tot een verkenning van de voornaamste woongegevens die het HBO bevat. We spitsen onze aandacht op de twee jongste HBO-golven (2003 en 2004) en vergelijken deze uitkomsten met de resultaten van de Woonsurvey Op deze manier hopen we een beter zicht te krijgen op de bruikbaarheid van de HBO-data voor het opvolgen van de voornaamste woonindicatoren. We beschouwen de resultaten van de Woonsurvey als een betrouwbaar uitgangspunt, gezien het hoge steekproefaantal (n=5.216), de relatief hoge respons (67%), de strikte voorwaarden die werden opgelegd in het lastenboek voor het veldwerk en de strikte opvolging door het Centrum voor Surveymethodologie van K.U.Leuven (Abts et al, 2006). Indien de resultaten van het HBO sterk afwijken van de bevindingen uit de Woonsurvey, kunnen we de bruikbaarheid ervan dus in vraag stellen. Deze verkenning vormt een aanvulling op paragraaf 2, waar de verdeling van enkele variabelen uit de HBO steekproeven (huishoudtype en eigendomsstatuut) werd vergeleken met de populatieverdeling. 4.1 Kenmerken van de woning In eerste instantie staan we stil bij enkele kenmerken van de woning. Tabel 3 toont ons de verdeling van de bouwperiode voor de huishoudens uit het Vlaamse gewest. Op dit vlak merken we geen significant verschil tussen de HBO-enquête van 2003 en de Woonsurvey uit Iets minder dan één vierde van de gezinnen betrekt een woning gebouwd vóór 1946 terwijl ongeveer 17% een woning betrekt die na 1990 is gebouwd. Volgens het HBO van 2004 zijn er daarentegen relatief minder woningen die gebouwd zijn vóór 1970 dan volgens de Woonsurvey De steekproef van het HBO 2004 bevat dus significant meer jonge woningen dan de steekproef van de Woonsurvey. Tabel 3. Bouwperiode (in %), Vlaams Gewest, HBO Woonsurvey Voor ,4 22,9 23,9 Van 1946 tot ,7 13,1 15,0 Van 1961 tot ,7 15,8 16,4 Van 1971 tot ,0 19,0 17,6 Van 1981 tot ,5 10,9 10,1 Na ,8 18,3 17, N=1678 χ²=6,4; df=5; p=0,27 Bron: HBO, Woonsurvey, gewogen resultaten N=1725 χ²=16,9; df=5; p=0,004 N=4939 Tabel 4 laat het bouwtype zien van de woningen binnen het Vlaamse gewest. We stellen vast dan vrijstaande eengezinswoningen (open bebouwing) relatief meer voorkomen in de HBO-steekproeven van 2003 en 2004 (ongeveer 38%) dan in de Woonsurvey (33,6%). Het aandeel appartementen ligt daarentegen hoger in de Woonsurvey dan in het HBO (20% versus 18%). Pag. 12

13 Tabel 4. Bouwtype van de woning (in %), Vlaams Gewest, HBO Woonsurvey Eengezinswoning 81,7 82,1 80,1 Open bebouwing 37,4 38,8 33,6 Halfopen bebouwing 21,1 22,1 20,7 Gesloten bebouwing 23,3 21,2 25,6 Meergezinswoning (Appartement) 18,3 17,9 19, N=1738 χ²=6,97; df=3; p=0,073 Bron: HBO, Woonsurvey, gewogen resultaten N=1783 χ²=21,1; df=3; p<0,001 N=5119 In tabel 5 zien we dat het gemiddeld (niet-geïndexeerde) kadastraal inkomen van eigenaars in het HBO niet significant hoger ligt dan in de Woonsurvey. Tabel 5. Kadastraal inkomen (niet-geïndexeerd) in euro, eigenaars, prijzen met basisjaar 2005, Vlaams Gewest, Kadastraal inkomen HBO Woonsurvey Gemiddeld Mediaan N=1208 N=1267 N=3496 Bron: HBO, Woonsurvey, gewogen resultaten 4.2 Eigendomsstatuut De vergelijking van de verdeling van het eigendomsstatuut in de HBO-steekproef van 2001 met populatiedata (SEE 2001) leerde ons dat de eigenaars oververtegenwoordigd zijn. Deze vaststelling wordt bevestigd wanneer we het HBO vergelijken met de Woonsurvey. In 2005 bedraagt het aandeel eigenaars volgens de Woonsurvey 74,4%, terwijl het HBO van 2003 en 2004 resp. 75,1% en 76,8% eigenaars telt. Daarnaast blijken sociale huurders sterk ondervertegenwoordigd in het HBO, met 3,7% in 2003 en 2,7% in De Woonsurvey geeft aan dat 5,6% van de Vlaamse huishoudens tot de sociale huursector behoort anno 2005, wat in lijn ligt met de populatiegegevens. Volgens de Socio-economische Enquête bedroeg het aandeel sociale huurders in Vlaanderen reeds 5% in 2001 (Winters et al, 2007). Tabel 6. Eigendomsstatuut, Vlaams Gewest, HBO Woonsurvey Eigenaar met hypotheek 37,9 35,5 33,6 Eigenaar zonder hypotheek 37,2 41,3 40,9 Eigenaar totaal 75,1 76,8 74,4 Private huurder 19,8 19,6 18,5 Sociale huurder 3,7 2,7 5,6 Huurder totaal 23,5 22,3 24,1 Gratis bewoner 1,5 1,0 1,5 Totaal N=1762 χ²=24,5; df=4; p<0,001 Bron: HBO, Woonsurvey, gewogen resultaten N=1810 χ²=73,5; df=4; p<0,001 N=5214 Pag. 13

14 4.3 Besteedbaar inkomen In tabel 7 zien we de evolutie van het gemiddeld besteedbaar inkomen van de Vlaamse huishoudens tussen 1998 en 2004 op basis van het HBO. Voor 2005 zien we het resultaat uit de Woonsurvey. We hebben het besteedbaar inkomen op dezelfde manier geoperationaliseerd als in het vroegere woononderzoek van het Centrum voor Sociaal Beleid (Meulemans et al, 1996) en het eerdere betaalbaarheidsonderzoek van het Steunpunt Ruimte en Wonen (Heylen et al, 2007). Zowel inkomsten uit arbeid als inkomsten uit sociale zekerheid (vervangings- en aanvullende inkomens) en sociale bijstand worden meegerekend bij het besteedbaar inkomen, net als de inkomsten uit onroerende goederen (vb. verhuur van woningen). Inkomsten uit roerende goederen (interest, dividenden) en aanvullende inkomsten uit arbeid (vb. vakantiegeld) blijven buiten beschouwing. De inkomens zijn geïndexeerd met basisjaar We stellen vast dat het gemiddeld besteedbaar inkomen tussen 1998 en 2004 (HBO) min of meer een status quo kent, met een gemiddelde schommelend tussen 2400 en 2500 euro (gewogen resultaten). Opvallend is dat het gemiddelde volgens de Woonsurvey 200 tot 300 euro lager ligt. Dit wijst vermoedelijk op een oververtegenwoordiging van hogere inkomens in de steekproeven van het HBO. Zoals vermeld beschouwen we de gegevens van de Woonsurvey immers als een betrouwbaar uitgangspunt. Aangezien de respons bij het HBO niet meer bedraagt dan 20%, is een mogelijke oververtegenwoordiging van hogere inkomens niet verrassend. Het is algemeen bekend dat gezinnen met een lagere socioeconomische status (en lagere inkomens) minder gemakkelijk participeren in sociaalwetenschappelijk onderzoek (Billiet & Waege, 2005). Deze bevinding is ook complementair met de vaststelling dat vrijstaande woningen oververtegenwoordigd zijn in de steekproeven van het HBO in vergelijking met de Woonsurvey. Tot slot stellen we vast dat de ongewogen gemiddelde inkomens uit het HBO lager liggen dan de gewogen inkomens. Tabel 7. Besteedbaar inkomen per maand, gemiddelden in euro, prijzen met basisjaar 2005, Vlaams Gewest, HBO Woonsurvey Besteedbaar inkomen (gem. in euro) Gewogen * 2531* 2202 Ongewogen * 2272* 2180 Bron: HBO, Woonsurvey * T-test, p <0, Woonuitgaven Tabel 8 laat zien dat er geen verschil bestaat tussen het HBO en de Woonsurvey wat betreft de bruto woonuitgaven voor huurders. De gemiddelde huur (exclusief huursubsidie) bedraagt zowel 396 euro volgens het HBO 2004 als de Woonsurvey Uitgedrukt in prijzen met basisjaar 2005 bedroeg de gemiddelde huur 362 euro in 1997, wat nagenoeg hetzelfde cijfer is als berekend met het Socio-economisch Panel uit 1997 (363 euro) (Pannecoucke et al, 2003; Heylen et al, 2007). Tussen 1997 en 2005 zien we op basis van het HBO - dat de gemiddelde huur een geleidelijke stijging kent. Het HBO levert dus betrouwbare gegevens voor de gemiddelde huurprijs in Vlaanderen. Pag. 14

15 Tabel 8. Huurprijs per maand, gemiddelden in euro, prijzen met basisjaar 2005, Vlaams Gewest, HBO Huurprijs (gem.) N Woonsurvey Huurprijs (gem.) N Bron: HBO, Woonsurvey, gewogen resultaten Onderstaande tabel toont de evolutie van de maandelijkse bruto woonuitgaven voor eigenaars met hypotheek in Vlaanderen. Het HBO bevat deze informatie vanaf de bevraging van De bruto woonuitgaven omvatten de maandelijkse afbetalingen van interest en kapitaal. Het fiscale voordeel via de inkomensbelasting en de bijkomende uitgaven voor nutsvoorzieningen blijven hierbij buiten beschouwing. Opnieuw werden de bedragen geïndexeerd met basisjaar De afbetalingslast bedraagt resp. 550 en 503 euro in het HBO van 2003 en 2004, tegenover 564 euro volgens de Woonsurvey. Deze bedragen verschillen niet significant van elkaar. Het bedrag voor 2000 ligt echter laag (361 euro) in vergelijking met het Socio-economisch panel van 1997 (494 euro) (Heylen et al, 2007). Tabel 9. Bruto woonuitgaven per maand, eigenaars met hypotheek, gemiddelden in euro, prijzen met basisjaar 2005, Vlaams Gewest, HBO Woonsurvey Bruto woonuitgaven* (gem.) N Bron: HBO, Woonsurvey, gewogen resultaten * Kapitaal- en interestaflossing van hypothecaire lening 4.5 Betaalbaarheid van wonen Tabel 10 toont ons enkele gangbare betaalbaarheidsindicatoren, berekend met het HBO 2003/4 en de Woonsurvey We zien dat de hogere inkomens in het HBO hun sporen duidelijk nalaten in de betaalbaarheidindicatoren. Zowel voor eigenaars met hypotheek als voor huurders ligt de gemiddelde woonquote volgens het HBO significant lager dan volgens de Woonsurvey. Verder ligt het aandeel huishoudens dat boven de 30%-norm inzake woonquote valt duidelijk hoger in de Woonsurvey. Wat het (equivalent) resterend inkomen betreft, is de vaststelling gelijkaardig: de betaalbaarheid oogt beter volgens het HBO. Vooral voor de huurders loopt het (equivalent) resterend inkomen sterk uiteen. Het gemiddeld ERI op de huurmarkt bedraagt 880 euro op basis van de Woonsurvey, tegenover resp en 1166 volgens het HBO 2003 en Uitgaande van de hoge betrouwbaarheid van de Woonsurvey kunnen we dus besluiten dat het HBO omwille van de vermoedelijke oververtegenwoordiging van hogere inkomens het betaalbaarheidsprobleem op de Vlaamse woningmarkt onderschat. Pag. 15

16 Tabel 10. Betaalbaarheidsindicatoren, naar eigendomsstatuut, prijzen met basisjaar 2005, Vlaams Gewest, HBO Woonsurvey Eigenaars met hypotheek Woonquote (gem.) 18,7* 16,5*** 21,7 Aandeel met woonquote > 30% 9,9 9,0 17,1 Equivalent resterend inkomen (gem.) 1494*** 1635*** 1304 N=482 N=503 N=1554 Huurders Woonquote (gem.) 24,3*** 23,3*** 27,8 Aandeel met woonquote > 30% 21,1 21,6 32,9 Equivalent resterend inkomen (gem.) 1165*** 1166*** 880 N=467 N=458 N=1123 Bron: HBO, Woonsurvey, gewogen resultaten T-test: *p<0,1 **p<0,05 ***p<0,01 Onderstaande tabel toont de courante betaalbaarheidsindicatoren voor private en sociale huurders afzonderlijk. Voor beide type huurders blijkt het HBO de betaalbaarheid rooskleuriger voor te stellen dan de Woonsurvey. Zo bedraagt het gemiddeld ERI voor private huurders resp en 1214 euro volgens het HBO 2003 en 2004, terwijl de Woonsurvey 929 euro als resultaat heeft. Voor de sociale huurmarkt bedraagt het gemiddeld ERI niet meer dan 720 euro op basis van de Woonsurvey. Het HBO levert hiervoor hogere bedragen: 1022 euro in 2003 en 822 euro in De twee laatstgenoemde bedragen verschillen sterk van elkaar, wat vermoedelijk het gevolg is van het lage aantal observaties voor de sociale huursector in het HBO (69 in 2003 en 57 in 2004). Tot slot stellen we ook vast dat de gemiddelde woonquote significant lager ligt volgens het HBO dan volgens de Woonsurvey, zowel voor private als sociale huurders. Tabel 11. Betaalbaarheidsindicatoren, naar type huurder, prijzen met basisjaar 2005, Vlaams Gewest, HBO Woonsurvey Private huurders Huurprijs (gem.) 414** 418* 431 Woonquote (gem.) 25,7*** 24,0*** 29,5 Aandeel met woonquote > 30% 24,1 23,5 39,2 Equivalent resterend inkomen (gem.) 1183*** 1214*** 929 N=398 N=401 N=860 Sociale huurders Huurprijs (gem.) 239* 237* 258 Woonquote (gem.) 17,3*** 18,6** 22,3 Aandeel met woonquote > 30% 4,4 2,8 12,2 Equivalent resterend inkomen (gem.) 1022*** 822*** 720 N=69 N=57 N=263 Bron: HBO, Woonsurvey, gewogen resultaten T-test: *p<0,1 **p<0,05 ***p<0,01 Pag. 16

17 5 Conclusie Het Huishoudbudgetonderzoek (HBO) van de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (FOD Economie) is een bevraging die jaarlijks bij een steekproef van ongeveer Belgische huishoudens wordt afgenomen, met de bedoeling het bestedingspatroon van de Belgische gezinnen in kaart te brengen. De databestanden van het HBO bevatten naast gedetailleerde informatie over inkomens- en uitgavenposten ook heel wat nuttige informatie voor onderzoek naar wonen, onder meer over woonuitgaven, kenmerken van de woning en het eigendomsstatuut. Het HBO biedt onderzoeksdata vanaf 1988 en wordt sinds 1996 jaarlijks herhaald. Het is dus een geschikte bron voor het uitvoeren van longitudinaal onderzoek, waaronder cohortanalyses. Om een zicht te krijgen op de bruikbaarheid van de HBO-data voor woononderzoek in Vlaanderen hebben we een analyse gemaakt van de representativiteit van de Vlaamse steekproeven voor enkele bevolkingskenmerken. Gezien de lage responsgraad van de HBOgolven (schommelend van 10% tot 20%) is dit geen overbodige oefening. Uit deze analyse bleek dat de gewogen HBO-steekproeven een ondervertegenwoordiging kennen van alleenstaanden en huurders en een oververtegenwoordiging van koppels en eigenaars. De verdeling van het eigendomsstatuut in de ongewogen steekproef van 2001 week echter niet significant af van de populatieverdeling. Vervolgens berekenden we het inkomen en enkele voorname woonindicatoren met de HBOdata van 2003 en 2004 en vergeleken deze resultaten met deze van de Woonsurvey We gaan er hierbij vanuit dat de Woonsurvey gezien de hoge responsgraad (67%), het hoge steekproefaantal (n=5.216) en de deskundige aanpak van het Centrum voor Surveymethodologie (Abts et al, 2006) - betrouwbare resultaten oplevert. Een belangrijke vaststelling is dat het besteedbaar inkomen in de HBO-golven gemiddeld significant hoger ligt dan in de Woonsurvey (vooral voor de gewogen HBO-data). Vermoedelijk bestaat er dus een oververtegenwoordiging van hogere inkomens in de steekproeven van het HBO 2003 en De vaststelling dat eigenaars oververtegenwoordigd zijn in het HBO in vergelijking met de populatie, sluit aan bij deze stelling. Bovendien bleek ook het aandeel woningen dat gecategoriseerd is als open bebouwing hoger te liggen in de HBO-golven dan in de Woonsurvey. Het gemiddeld hogere inkomen binnen het HBO zorgt er vervolgens voor dat de betaalbaarheidanalyse voor Vlaanderen rooskleuriger oogt dan op basis van de Woonsurvey, maar ook op basis van andere surveys zoals de SILC (Heylen & Winters, te verschijnen) en het Socio-economisch Panel (Pannecoucke et al, 2001). Omwille van bovenstaande vaststellingen zal het Steunpunt Ruimte en Wonen geen beroep doen op de HBO-data voor het opvolgen van woonindicatoren in Vlaanderen. De SILC is volgens ons hiervoor een geschiktere dataset (zie ook Heylen & Winters, te verschijnen). We doen hiermee geen uitspraak over de bruikbaarheid van de HBO-data voor andere onderzoeksthema s. Pag. 17

18 Bibliografie: Abts K., Massart K., Loosveldt G. & J. Billiet (2006), Procesevaluatie veldwerk Woonsurvey Onderzoeksverslag Centrum voor Sociologisch Onderzoek (CeSO), Katholieke Universiteit Leuven. Billiet J. & H. Waege (eds.) (2005), Een samenleving onderzocht. Methoden en technieken van sociaal-wetenschappelijk onderzoek. Uitgeverij De Boeck, Antwerpen. Devos H., Van Dender K. & J. Pacolet (1991), De rijkdom van de ouderdom. De sociaaleconomische situatie van de bejaarden in België: huidige situatie en vooruitblik. Brussel: Koning Boudewijnstichting. FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (2008), Een nieuwe index. De consumptieprijsindex met basis 2004 [ Heylen K. & S. Winters (te verschijnen), Wonen in Vlaanderen: gegevens en mogelijkheden van EU-SILC, Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed, Woonbeleid. Brussel. Heylen K., Le Roy M., Vanden Broucke S., Vandekerckhove B. & S. Winters (2007), Wonen in Vlaanderen. De resultaten van de Woonsurvey 2005 en de Uitwendige Woningschouwing 2005, Brussel: Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed, afdeling woonbeleid. Lodewijckx E. (2004), Types van huishoudens: veranderingen tussen 1991 en 2003, [ Meulemans B., Geurts V. & P. De Decker (1996), Wonen in Vlaanderen. Onderzoek naar de doelgroepen van het woonbeleid. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement AROHM, Afdeling Woonbeleid. Brussel. Pannecoucke I., Geurts V., Van Dam R., De Decker P. Goossens L., & B. Cantillon (2001), Profiel van de sociale huurder en subjectieve beleving van de realisaties van de sociale huisvesting, OASes en CSB, Universiteit Antwerpen. Renard, V. (2008), Fiche technique sur l enquête budgets des ménages. FOD Economie, Algemene Directie Statistiek [ Studiedienst Vlaamse Regering (2008), Lokale statistieken [ Winters S., Haffner M., Heylen K., Tratsaert K., Van Daalen G., Van Damme B. (2007), Op weg naar een nieuw Vlaams sociaal huurstelsel. Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed, Woonbeleid, Brussel, 240 p. Pag. 18

Grote Woononderzoek Deelmarkten, woonkosten en betaalbaarheid

Grote Woononderzoek Deelmarkten, woonkosten en betaalbaarheid Grote Woononderzoek 2013 Deelmarkten, woonkosten en betaalbaarheid Kristof Heylen HIVA - KU Leuven Studiedag Wonen in Vlaanderen anno 2013. De resultaten van het grote woononderzoek 2013 Brussel, Vlaams

Nadere informatie

De evolutie van de woonsituatie in Vlaanderen in de periode

De evolutie van de woonsituatie in Vlaanderen in de periode De evolutie van de woonsituatie in Vlaanderen in de periode 24-29 Resultaten EU-SILC enquête Kristof Heylen HIVA, KULeuven www.steunpuntwonen.be Woonsituatie: evolutie 1976-25 Bronnen: SEP, PSBH, SEE en

Nadere informatie

Sociaal wonen, woonkosten en betaalbaarheid

Sociaal wonen, woonkosten en betaalbaarheid Sociaal wonen, woonkosten en betaalbaarheid Wat vertelt het Grote Woononderzoek 2013 ons over betaalbaarheid in de sociale huur in Vlaanderen? Dr. Kristof Heylen HIVA - KU Leuven VIVAS Bewonerscongres

Nadere informatie

Woonsituatie van ouderen in Vlaanderen Resultaten van Woonsurvey Vlaamse Ouderenraad Commissie wonen, mobiliteit en veiligheid

Woonsituatie van ouderen in Vlaanderen Resultaten van Woonsurvey Vlaamse Ouderenraad Commissie wonen, mobiliteit en veiligheid Woonsituatie van ouderen in Vlaanderen Resultaten van Woonsurvey 2018 Dr. Kristof Heylen HIVA KU Leuven Vlaamse Ouderenraad Commissie wonen, mobiliteit en veiligheid 9 Mei 2019 Inhoud Eigendomsstatuut

Nadere informatie

Is wonen in Vlaanderen betaalbaar? Kristof Heylen, HIVA, KULeuven Steunpunt Ruimte en Wonen

Is wonen in Vlaanderen betaalbaar? Kristof Heylen, HIVA, KULeuven Steunpunt Ruimte en Wonen Is wonen in Vlaanderen betaalbaar? Methodologie, vaststellingen, t evoluties Boekvoorstelling 21 december 2010 Kristof Heylen, HIVA, KULeuven Steunpunt Ruimte en Wonen Inhoud Definitie Methodologie Woonquote

Nadere informatie

De woningmarkt in Vlaanderen

De woningmarkt in Vlaanderen De woningmarkt in Vlaanderen Een blik op de betaalbaarheid, woningkwaliteit en subsidies Kristof Heylen HIVA - KU Leuven www.steunpuntwonen.be Woonsituatie: evolutie 1976-2005 Aandeel huurders van 33%

Nadere informatie

Doel, inhoud en steekproefomvang

Doel, inhoud en steekproefomvang Resultaten van de woonsurvey 18 april 19 Kristof Heylen & Lieve Vanderstraeten Doel, inhoud en steekproefomvang 2 1 Doel, inhoud & steekproefomvang Steekproefomvang Ongeveer 3. observaties verspreid over

Nadere informatie

Woonsituatie in Vlaanderen: mogelijkheden en gegevens van de EU-SILC

Woonsituatie in Vlaanderen: mogelijkheden en gegevens van de EU-SILC Woonsituatie in Vlaanderen: mogelijkheden en gegevens van de EU-SILC Auteurs: Kristof Heylen Sien Winters Januari 2009 EXECUTIE SUMMARY In deze studie wordt de woonsituatie in Vlaanderen geanalyseerd a.d.h.v

Nadere informatie

De private huurmarkt in Vlaanderen Probleemschets en verkenning van de mogelijkheden voor een huursubsidie

De private huurmarkt in Vlaanderen Probleemschets en verkenning van de mogelijkheden voor een huursubsidie Kenniscentrum Vlaamse Steden Workshop private huur 23 maart 2009 De private huurmarkt in Vlaanderen Probleemschets en verkenning van de mogelijkheden voor een huursubsidie Sien Winters HIVA KULeuven Steunpunt

Nadere informatie

Subsidies bij sociale koopwoningen. Behoefte aan sociale koop

Subsidies bij sociale koopwoningen. Behoefte aan sociale koop Subsidies bij sociale koopwoningen Behoefte aan sociale koop Dr. Kristof Heylen HIVA - KULeuven Vlaamse Woonraad 11-12-2015 www.steunpuntwonen.be Doel van studie Subsidies sociale koop Zicht krijgen op

Nadere informatie

Trendbarometer campings 2010

Trendbarometer campings 2010 Trendbarometer campings 2010 Trendbarometer campings 2010 Verantwoordelijke uitgever: Steunpunt Buitenlands Beleid, Toerisme en Recreatie Spoor Toerisme en Recreatie K.U. Leuven Celestijnenlaan 200 E,

Nadere informatie

Trendbarometer campings 2011

Trendbarometer campings 2011 Trendbarometer campings 2011 Trendbarometer campings 2011 Verantwoordelijke uitgever: Steunpunt Buitenlands Beleid, Toerisme en Recreatie Spoor Toerisme en Recreatie K.U. Leuven Celestijnenlaan 200 E,

Nadere informatie

Energie in het Grote Woononderzoek 2013 Hoe evolueert de energiekwaliteit van de Vlaamse woningen?

Energie in het Grote Woononderzoek 2013 Hoe evolueert de energiekwaliteit van de Vlaamse woningen? Energie in het Grote Woononderzoek 2013 Hoe evolueert de energiekwaliteit van de Vlaamse woningen? Griet Verbeeck & Wesley Ceulemans Universiteit Hasselt Studiedag De energiekwaliteit van het Vlaamse woningenpark,

Nadere informatie

GROTE WOONONDERZOEK 2013 Deel 2. Deelmarkten, woonkosten en betaalbaarheid. Kristof Heylen

GROTE WOONONDERZOEK 2013 Deel 2. Deelmarkten, woonkosten en betaalbaarheid. Kristof Heylen GROTE WOONONDERZOEK 2013 Deel 2. Deelmarkten, woonkosten en betaalbaarheid Kristof Heylen GROTE WOONONDERZOEK 2013 Deel 2. Deelmarkten, woonkosten en betaalbaarheid Kristof Heylen Projectleiding: Sien

Nadere informatie

Woningkwaliteit en woontevredenheid: resultaten van de bevraging bij bewoners

Woningkwaliteit en woontevredenheid: resultaten van de bevraging bij bewoners Woningkwaliteit en woontevredenheid: resultaten van de bevraging bij bewoners Katleen Van den Broeck* & Isabelle Pannecoucke** *HIVA KU Leuven **KU Leuven campus Sint-Lucas Studiedag Wonen in Vlaanderen

Nadere informatie

Wonen in Vlaanderen anno De voornaamste bevindingen van de Woonsurvey 2018

Wonen in Vlaanderen anno De voornaamste bevindingen van de Woonsurvey 2018 PERSTEKST Wonen in Vlaanderen anno 18 De voornaamste bevindingen van de Woonsurvey 18 Na de Woonsurvey 05 en het Grote Woononderzoek (GWO) 13 is de Woonsurvey 18 de derde grootschalige bevraging in Vlaanderen

Nadere informatie

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 17 oktober 2008. Armoede in België

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 17 oktober 2008. Armoede in België ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 17 oktober 2008 Armoede in België Ter gelegenheid van de Werelddag van Verzet tegen Armoede op 17 oktober heeft de Algemene Directie Statistiek

Nadere informatie

4 BEPALEN VAN GEWICHTEN

4 BEPALEN VAN GEWICHTEN 4 BEPALEN VAN GEWICHTEN Van het totaal aantal huishoudens die uit het Rijksregister geselecteerd waren (zgn. bruto-steekproef), hebben er een aantal niet meegewerkt aan de enquête. Zulke non-respons veroorzaakt

Nadere informatie

Gedrag en ervaringen van huishoudelijke afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT

Gedrag en ervaringen van huishoudelijke afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT Gedrag en ervaringen van huishoudelijke afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT 10 september 2014 INHOUDSOPGAVE 1. TECHNISCH RAPPORT...3 1.1. Universum en steekproef...

Nadere informatie

GROTE WOONONDERZOEK 2013 Deel 1. Methodologische toelichting. Lieve Vanderstraeten & Kristof Heylen

GROTE WOONONDERZOEK 2013 Deel 1. Methodologische toelichting. Lieve Vanderstraeten & Kristof Heylen GROTE WOONONDERZOEK 2013 Deel 1. Methodologische toelichting Lieve Vanderstraeten & Kristof Heylen GROTE WOONONDERZOEK 2013 Deel 1. Methodologische toelichting Lieve Vanderstraeten & Kristof Heylen Projectleiding:

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding 1. Context De vergrijzing van de bevolking in onze samenleving is een heuse uitdaging op het gebied van

Nadere informatie

Verbist: Wonen in Vlaanderen

Verbist: Wonen in Vlaanderen Wonen in Vlaanderen Gerlinde Verbist Slotconferentie FLEMOSI IWT-project (SBO-project 90044) 16 september 2013 wordt gefinancierd door Inhoud 1. Woonbeleid in Vlaanderen 2. Data en model 3. Voordeel van

Nadere informatie

Trends op de Vlaamse woningmarkt

Trends op de Vlaamse woningmarkt Trends op de Vlaamse woningmarkt Sien Winters KU Leuven - HIVA Studiedag Wonen in Vlaanderen anno 2013. Wat leert ons het Grote Woononderzoek 2013 Brussel, Vlaams Parlement, De Schelp 3 maart 2015 www.steunpuntwonen.be

Nadere informatie

Is wonen in Vlaanderen betaalbaar?

Is wonen in Vlaanderen betaalbaar? Is wonen in Vlaanderen betaalbaar? Boek uitgegeven bij Garant Redactie: Sien Winters Auteurs: Sien Winters, Kristof Heylen, Marietta Haffner, Pascal De Decker, Frank Vastmans, Erik Buyst Boekvoorstelling

Nadere informatie

Kinderarmoede en huisvesting. Gerlinde Verbist. Werken rond de structurele oorzaken van kinderarmoede COLLOQUIUM - KBS.

Kinderarmoede en huisvesting. Gerlinde Verbist. Werken rond de structurele oorzaken van kinderarmoede COLLOQUIUM - KBS. Kinderarmoede en huisvesting Gerlinde Verbist Werken rond de structurele oorzaken van kinderarmoede COLLOQUIUM - KBS 12 juni 2014 Inhoud 1. Kinderarmoede en woonstatus 2. Financiële maatregelen wonen 3.

Nadere informatie

Kosten en lasten in de sociale huur

Kosten en lasten in de sociale huur Kosten en lasten in de sociale huur Dr. Kristof Heylen HIVA - KU Leuven VIVAS Bewonerscongres 26 nov 2016 www.steunpuntwonen.be Inhoud Welke kosten en lasten worden er doorgerekend aan sociale huurders?

Nadere informatie

Energie. Wat leert ons het Grote Woononderzoek?

Energie. Wat leert ons het Grote Woononderzoek? Energie. Wat leert ons het Grote Woononderzoek? Wesley Ceulemans & Griet Verbeeck Universiteit Hasselt Studiedag Wonen in Vlaanderen anno 13. De resultaten van het grote woononderzoek 13 Brussel, Vlaams

Nadere informatie

BETAALBAARHEID WONEN

BETAALBAARHEID WONEN BETAALBAARHEID WONEN 112 Deel I. Socio-economische gegevens gemiddeld inkomen per inwoner gemiddelde verkoopprijs woonhuizen 28.100 23.100 18.100 13.100 8.100 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015 PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015 Een derde van de uitgaven gaat naar de woning De gemiddelde uitgaven van Belgische gezinnen in 2014 In 2014 gaf een doorsnee gezin in België bijna 36.000 euro uit;

Nadere informatie

BETAALBAARHEID WONEN

BETAALBAARHEID WONEN BETAALBAARHEID WONEN 113 Deel I. Socio-economische gegevens Haaltert Haaltert gemiddeld inkomen per inwoner gemiddelde verkoopprijs woonhuizen 27.300 22.300 17.300 12.300 7.300 192.000 172.000 152.000

Nadere informatie

Trendbarometer hotels 2011

Trendbarometer hotels 2011 Trendbarometer hotels 2011 Trendbarometer hotels 2011 Verantwoordelijke uitgever: Steunpunt Buitenlands Beleid, Toerisme en Recreatie Spoor Toerisme en Recreatie K.U. Leuven Celestijnenlaan 200 E, B 3001

Nadere informatie

Trendbarometer hotels 2010

Trendbarometer hotels 2010 Trendbarometer hotels 2010 Trendbarometer hotels 2010 Verantwoordelijke uitgever: Steunpunt Buitenlands Beleid, Toerisme en Recreatie Spoor Toerisme en Recreatie K.U. Leuven Celestijnenlaan 200 E, B 3001

Nadere informatie

Trendbarometer hotels 2009

Trendbarometer hotels 2009 Trendbarometer hotels 2009 Trendbarometer hotels 2009 Verantwoordelijke uitgever: Steunpunt Buitenlands Beleid, Toerisme en Recreatie Spoor Toerisme en Recreatie K.U. Leuven Celestijnenlaan 200 E, B 3001

Nadere informatie

Woonsurvey Reflectie vanuit het veld van de vastgoedmakelaar, syndicus, rentmeester, Marktsegmenten (1/2)

Woonsurvey Reflectie vanuit het veld van de vastgoedmakelaar, syndicus, rentmeester, Marktsegmenten (1/2) Woonsurvey 2018 Reflectie vanuit het veld van de vastgoedmakelaar, syndicus, rentmeester, Studiedienst CIB Vlaanderen 25 april 2019 1 Marktsegmenten (1/2) Aandeel eigenaars daalt niet meer (wel tussen

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 september 2017

PERSBERICHT Brussel, 26 september 2017 PERSBERICHT Brussel, 26 september 2017 Een derde van onze uitgaven gaat naar de woning De gemiddelde uitgaven van Belgische huishoudens in 2016 Een derde van het huishoudbudget ging naar de woning; 15%

Nadere informatie

Armoede en gebrek aan wooncomfort gaan samen Hoogste armoederisico blijft bij werklozen en alleenstaande ouders

Armoede en gebrek aan wooncomfort gaan samen Hoogste armoederisico blijft bij werklozen en alleenstaande ouders ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 3 april 2009 Armoede en gebrek aan wooncomfort gaan samen Hoogste armoederisico blijft bij werklozen en alleenstaande ouders De meest

Nadere informatie

Huishoudens in schuldbemiddeling: profielen en regionale verschillen

Huishoudens in schuldbemiddeling: profielen en regionale verschillen PERSONEN IN FINANCIËL E MOEILIJKHEDEN : PROFIELEN? Colloquium van het Observatorium Krediet en Schuldenlast, 5 december 2013, Brussel Huishoudens in schuldbemiddeling: profielen en regionale verschillen

Nadere informatie

Preventie van wiegendood bij zuigelingen

Preventie van wiegendood bij zuigelingen Preventie van wiegendood bij zuigelingen Edith Hesse Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 71

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 15 mei 2017

PERSBERICHT Brussel, 15 mei 2017 PERSBERICHT Brussel, 15 mei 2017 Armoede-indicatoren in België in 2016 (EU-SILC) Werklozen, eenoudergezinnen en huurders meest kwetsbaar voor armoede Vandaag publiceert de Algemene Directie Statistiek

Nadere informatie

Levenslang thuis wonen Stad Aalst

Levenslang thuis wonen Stad Aalst Levenslang thuis wonen Stad Aalst Leeftijdsvriendelijke stad Perspectief ouderen (brug)pensioen 65 en ouder Woningen gebouwd voor 1960 Sociale huurders Niet beschouwd: inkomen, mate van stedelijkheid

Nadere informatie

De honden en katten van de Belgen

De honden en katten van de Belgen ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 31 juli 2007 De honden en katten van de Belgen Highlights Ons land telde in 2004 1.064.000 honden en 1.954.000 katten; In vergelijking

Nadere informatie

Een schatting van het aantal huishoudens in Energie Armoede

Een schatting van het aantal huishoudens in Energie Armoede De energiekwaliteit van het Vlaamse woningenpark Een schatting van het aantal huishoudens in Energie Armoede Bart Delbeke Brussel, maandag 28 september 2015 Inhoud 1. Introductie Energie Armoede 2. Administratieve

Nadere informatie

Lokale Monitor Wonen Gemeente Lelystad ( )

Lokale Monitor Wonen Gemeente Lelystad ( ) Lokale Monitor Wonen Gemeente Lelystad (15-2-2017) INLEIDING De betaalbaarheid van woningen en de verdeling van de woningvoorraad staan hoog op de lokale agenda voor bestuurders van gemeenten, woningcorporaties

Nadere informatie

Gedrag & ervaringen van huishoudelijke afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG 13/09/2012

Gedrag & ervaringen van huishoudelijke afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG 13/09/2012 Gedrag & ervaringen van huishoudelijke afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG 13/09/2012 VREG - Technisch rapport nr. I109 (ATec1428_I109_D) Dimarso N.V., opererend onder de commerciële

Nadere informatie

De honden en katten van de Belgen

De honden en katten van de Belgen ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 13 juli 2010 De honden en katten van de Belgen Enkele conclusies Ons land telde in 2008 1.167.000 honden en 1.974.000 katten; In vergelijking

Nadere informatie

Onderzoek Immpact. Sven Damen, KU Leuven. Frank Vastmans, KU Leuven. Erik Buyst, KU Leuven

Onderzoek Immpact. Sven Damen, KU Leuven. Frank Vastmans, KU Leuven. Erik Buyst, KU Leuven Onderzoek Immpact Sven Damen, KU Leuven Frank Vastmans, KU Leuven Erik Buyst, KU Leuven 15 september 2017 Deel 2: Werkelijke woonkost nieuwbouw Voor het toekennen van een hypothecair krediet wordt als

Nadere informatie

HET GROTE WOONONDERZOEK 2013. Katrien Partyka Vlaams volksvertegenwoordiger CD&V

HET GROTE WOONONDERZOEK 2013. Katrien Partyka Vlaams volksvertegenwoordiger CD&V HET GROTE WOONONDERZOEK 2013 1 Katrien Partyka Vlaams volksvertegenwoordiger CD&V INHOUD 1. Het Grote Woononderzoek 2013 2. Trends in eigendomsverwerving 3. Profiel van de deelmarkten 4. Betaalbaarheid

Nadere informatie

Betaalbaarheid van het wonen voor starters op de woningmarkt

Betaalbaarheid van het wonen voor starters op de woningmarkt 1 Betaalbaarheid van het wonen voor starters op de woningmarkt Bijkomende gegevens op basis van de Woonsurvey 2005 Oktober 2008 Kristof Heylen Sien Winters 2 Verantwoordelijke uitgever: Deze paper kwam

Nadere informatie

Studiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997.

Studiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997. In deze paragraaf worden een aantal kenmerken van de steekproef besproken. Het gaat om de volgende socio-demografische karakteristieken : verblijfplaats : per regio en per provincie; geslacht en leeftijd;

Nadere informatie

De Vlaamse woonmarkt in Europees perspectief

De Vlaamse woonmarkt in Europees perspectief De Vlaamse woonmarkt in Europees perspectief Sien Winters Coördinator Steunpunt Wonen Onderzoeksleider HIVA KU Leuven www.steunpuntwonen.be Inhoud 1. Erg verschillende woningmarkten 2. Woningkwaliteit

Nadere informatie

armoedebarometer De interfederale Sociale Zekerheid Federale Overheidsdienst DE STAATSSECRETARIS VOOR MAATSCHAPPELIJKE

armoedebarometer De interfederale Sociale Zekerheid Federale Overheidsdienst DE STAATSSECRETARIS VOOR MAATSCHAPPELIJKE DE STAATSSECRETARIS VOOR MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE EN ARMOEDEBESTRIJDING LE SECRETAIRE D ÉTAT À L INTÉGRATION SOCIALE ET À LA LUTTE CONTRE LA PAUVRETÉ Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid ALGEMENE

Nadere informatie

GROTE WOONONDERZOEK 2013 Deel 4. Woningkwaliteit en renovatie: resultaten op basis van de vragen aan bewoners. Katleen Van den Broeck

GROTE WOONONDERZOEK 2013 Deel 4. Woningkwaliteit en renovatie: resultaten op basis van de vragen aan bewoners. Katleen Van den Broeck GROTE WOONONDERZOEK 2013 Deel 4. Woningkwaliteit en renovatie: resultaten op basis van de vragen aan bewoners Katleen Van den Broeck GROTE WOONONDERZOEK 2013 Deel 4. Woningkwaliteit en renovatie: resultaten

Nadere informatie

Een prijsindex voor woningen verhandeld op de secundaire markt in Belgïe

Een prijsindex voor woningen verhandeld op de secundaire markt in Belgïe K.U.Leuven Instituut voor de Overheid Universiteit Antwerpen Universiteit Gent Hogeschool Gent www.steunpuntbov.be Een prijsindex voor woningen verhandeld op de secundaire markt in Belgïe Bart Capéau André

Nadere informatie

Woningprijzen in Vlaanderen. Paul de Vries OTB TU Delft (NL) Sien Winters HIVA K.U.Leuven

Woningprijzen in Vlaanderen. Paul de Vries OTB TU Delft (NL) Sien Winters HIVA K.U.Leuven Woningprijzen in Vlaanderen Paul de Vries OTB TU Delft (NL) Sien Winters HIVA K.U.Leuven De ontwikkeling van de woningprijs Een indruk van de achterliggende factoren Paul de Vries Voorstellen Onderzoeksinstituut

Nadere informatie

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29). In het kader van het onderzoek kreeg de RVA de vraag om op basis van de door het VFSIPH opgestelde lijst van Rijksregisternummers na te gaan welke personen op 30 juni 1997 als werkloze ingeschreven waren.

Nadere informatie

Het renovatiepact en Woningkwaliteit. minimale Vlaamse veiligheids- en kwaliteitsnormen voor woningen

Het renovatiepact en Woningkwaliteit. minimale Vlaamse veiligheids- en kwaliteitsnormen voor woningen Het renovatiepact en Woningkwaliteit minimale Vlaamse veiligheids- en kwaliteitsnormen voor woningen Waarom Vlaamse veiligheids en kwaliteitsvereisten voor woningen? Art. 23 Grondwet: recht op behoorlijke

Nadere informatie

30,3 29,2. Koopwoningen Corporatiewoningen Particuliere huurwoningen Heeze-Leende Metropoolregio Eindhoven Nederland

30,3 29,2. Koopwoningen Corporatiewoningen Particuliere huurwoningen Heeze-Leende Metropoolregio Eindhoven Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Woononderzoek Nederland 2009

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Woononderzoek Nederland 2009 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-020 22 maart 2010 9.30 uur Woononderzoek Nederland 2009 Totale woonlasten stijgen in dezelfde mate als netto inkomen Aandeel en omvang aflossingsvrije

Nadere informatie

30,3 29,2 17,1 10,9. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Son en Breugel Metropoolregio Eindhoven Nederland

30,3 29,2 17,1 10,9. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Son en Breugel Metropoolregio Eindhoven Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

30,3 27,5. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning. Vught Noordoost Brabant Nederland

30,3 27,5. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning. Vught Noordoost Brabant Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

Praktijk: selectiviteit en rechtvaardigheid in het woonbeleid. Studiedag: Het grondrecht op wonen: naar een meer resultaatsgerichte aanpak?

Praktijk: selectiviteit en rechtvaardigheid in het woonbeleid. Studiedag: Het grondrecht op wonen: naar een meer resultaatsgerichte aanpak? Praktijk: selectiviteit en rechtvaardigheid in het woonbeleid Studiedag: Het grondrecht op wonen: naar een meer resultaatsgerichte aanpak? Dr. Kristof Heylen HIVA KU Leuven Inhoud Argumentatie selectiviteit

Nadere informatie

Praktijk: selectiviteit en rechtvaardigheid in het woonbeleid

Praktijk: selectiviteit en rechtvaardigheid in het woonbeleid Praktijk: selectiviteit en rechtvaardigheid in het woonbeleid Studiedag: Het grondrecht op wonen: naar een meer resultaatsgerichte aanpak? Dr. Kristof Heylen HIVA KU Leuven Inhoud Argumentatie selectiviteit

Nadere informatie

** Meer rapporten en actuele overheidsinformatie over gemeente Eindhoven, vindt u op WSJG.nl: Cijfers Gemeente Eindhoven

** Meer rapporten en actuele overheidsinformatie over gemeente Eindhoven, vindt u op WSJG.nl: Cijfers Gemeente Eindhoven In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

1 Inleiding. 2 Methode en selectie

1 Inleiding. 2 Methode en selectie 1 Inleiding In de CPB Policy Brief over de positie van de middeninkomens op de woningmarkt (CPB, 2016) spelen subsidies in de verschillende segmenten van de woningmarkt een belangrijke rol als verklaring

Nadere informatie

31,4 30,3. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning. Nijmegen Arnhem/Nijmegen Nederland

31,4 30,3. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning. Nijmegen Arnhem/Nijmegen Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

De energiekwaliteit van het bestaande woningenpark

De energiekwaliteit van het bestaande woningenpark De energiekwaliteit van het bestaande woningenpark Prof. dr. ir. arch. Griet Verbeeck Faculteit Architectuur & Kunst, Universiteit Hasselt Jaarvergadering BMP-PMC, Brussel, 1 oktober 2015 We zijn op de

Nadere informatie

GROTE WOONONDERZOEK 2013 Deel 6. Energie. Wesley Ceulemans & Griet Verbeeck

GROTE WOONONDERZOEK 2013 Deel 6. Energie. Wesley Ceulemans & Griet Verbeeck GROTE WOONONDERZOEK 2013 Deel 6. Energie Wesley Ceulemans & Griet Verbeeck GROTE WOONONDERZOEK 2013 Deel 6. Energie Wesley Ceulemans & Griet Verbeeck Projectleiding: Griet Verbeeck Leuven, maart 2015

Nadere informatie

Gedrag en ervaringen van professionele afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT

Gedrag en ervaringen van professionele afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT Gedrag en ervaringen van professionele afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT 10 september 2014 INHOUDSOPGAVE 1. TECHNISCH RAPPORT...3 1.1. Universum en steekproef...

Nadere informatie

Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Deurne Metropoolregio Eindhoven Nederland

Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Deurne Metropoolregio Eindhoven Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

Betty Boerman en Inge Huiskers, Regio Gooi en Vechtstreek. Sjoerd Zeelenberg en Elien Smeulders, RIGO Research en Advies

Betty Boerman en Inge Huiskers, Regio Gooi en Vechtstreek. Sjoerd Zeelenberg en Elien Smeulders, RIGO Research en Advies M e m o Aan: Van: Onderwerp: Project: Betty Boerman en Inge Huiskers, Regio Gooi en Vechtstreek Sjoerd Zeelenberg en Elien Smeulders, RIGO Research en Advies Nadere profilering doelgroepen P27770 Datum:

Nadere informatie

UITDAGINGEN VOOR HET WOONBELEID IN VLAANDEREN

UITDAGINGEN VOOR HET WOONBELEID IN VLAANDEREN UITDAGINGEN VOOR HET WOONBELEID IN VLAANDEREN Pascal De Decker HaUS (Housing and Urban Studies) Fac. Architectuur KU Leuven Algemene Vergadering VVSG Mechelen 9 juni 2016 Inhoud Recht op wonen o o o Wat

Nadere informatie

Het socio-vitaal minimum. Update 2006

Het socio-vitaal minimum. Update 2006 Tim Goedemé Het socio-vitaal minimum. Update 2006 pagina 1/6 Het socio-vitaal minimum. Update 2006 Wat heeft een gezin nodig om rond te komen? Op deze vraag zullen we in dit artikel proberen een antwoord

Nadere informatie

1. VOORRAAD. Samenstelling woningvoorraad in %

1. VOORRAAD. Samenstelling woningvoorraad in % In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

Belangrijkste conclusies

Belangrijkste conclusies Gezinnen in de Stad Belangrijkste conclusies 1 Demografische cijfers Vergroening van de grootsteden en sommige centrumsteden: - Periode 2009-2014: De grootsteden Antwerpen en Gent kregen in deze periode

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Resultaten HBSC 14 Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van

Nadere informatie

Nota. Naar een nieuwe Woonsurvey en Woningschouwing? Verkenning van de noden en de mogelijke alternatieven

Nota. Naar een nieuwe Woonsurvey en Woningschouwing? Verkenning van de noden en de mogelijke alternatieven Steunpunt Ruimte en Wonen Kasteelpark Arenberg 51 bus 2429 3001 Heverlee Tel: +32 (0)16 32 13 36 info@steunpuntruimteenwonen.be Nota Naar een nieuwe Woonsurvey en Woningschouwing? Verkenning van de noden

Nadere informatie

16,5. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Nuenen, Gerwen en Nederwetten Metropoolregio Eindhoven Nederland

16,5. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Nuenen, Gerwen en Nederwetten Metropoolregio Eindhoven Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

Welzijnsbarometer 2015

Welzijnsbarometer 2015 OBSERVATOIRE DE LA SANTÉ ET DU SOCIAL BRUXELLES OBSERVATORIUM VOOR GEZONDHEID EN WELZIJN BRUSSEL "Cultuur aan de macht" de sociale rol van cultuur en kunst 26 november 2015 Welzijnsbarometer 2015 Marion

Nadere informatie

The Impact of the Interest and Capital Mortgage Deduction on Homeownership in Belgium: A Differencein-Difference

The Impact of the Interest and Capital Mortgage Deduction on Homeownership in Belgium: A Differencein-Difference Spoor A2a: The Impact of the Interest and Capital Mortgage Deduction on Homeownership in Belgium: A Differencein-Difference Approach UGent Faculteit Economie en Bedrijfskunde 2014 Algemeen secretariaat

Nadere informatie

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Feiten en cijfers Tabellen EU-SILC 2006 Tabel 1a-2006: Armoederisicopercentage (= het percentage personen met een equivalent

Nadere informatie

Digitale (r)evolutie in België anno 2009

Digitale (r)evolutie in België anno 2009 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 9 februari Digitale (r)evolutie in België anno 9 De digitale revolutie zet zich steeds verder door in België: 71% van de huishoudens in

Nadere informatie

Simulatie van huursubsidies voor gezinnen in Vlaanderen Een verdelingsanalayse

Simulatie van huursubsidies voor gezinnen in Vlaanderen Een verdelingsanalayse Simulatie van huursubsidies voor gezinnen in Vlaanderen Een verdelingsanalayse Gerlinde Verbist & Josefine Vanhille Universiteit Antwerpen Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck FLEMOSI maandag 19

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5. Gelderse regio Noord-Veluwe, 2015 Inhoudsopgave 1. Kerncijfers over wonen 1.1 Huisvestingssituatie 1.2 Samenstelling huishoudens 1.3 Kenmerken woningvoorraad 1.4 Woonsituatie huishoudens 2. Betaalbaarheid

Nadere informatie

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 Meer personen op de arbeidsmarkt in de eerste helft van 2010. - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, 2 de

Nadere informatie

Wie is er arm in België?

Wie is er arm in België? ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 16 oktober 2007 Wie is er arm in België? Ter gelegenheid van de Werelddag van Verzet tegen armoede op 17 oktober heeft de Algemene Directie

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5. Gelderse regio Rivierenland, 2015 Inhoudsopgave 1. Kerncijfers over wonen 1.1 Huisvestingssituatie 1.2 Samenstelling huishoudens 1.3 Kenmerken woningvoorraad 1.4 Woonsituatie huishoudens 2. Betaalbaarheid

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5. Gelderse regio Stadsregio Arnhem/Nijmegen, 2015 Inhoudsopgave 1. Kerncijfers over wonen 1.1 Huisvestingssituatie 1.2 Samenstelling huishoudens 1.3 Kenmerken woningvoorraad 1.4 Woonsituatie huishoudens

Nadere informatie

DOELGROEPEN EN WACHTLIJST VAN DE SOCIALE HUUR. Kristof Heylen

DOELGROEPEN EN WACHTLIJST VAN DE SOCIALE HUUR. Kristof Heylen DOELGROEPEN EN WACHTLIJST VAN DE SOCIALE HUUR Kristof Heylen DOELGROEPEN EN WACHTLIJST SOCIALE HUUR Dr. Kristof Heylen Projectleiding: Sien Winters Leuven, juni 2016 Het Steunpunt Wonen is een samenwerkingsverband

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5. Provincie Gelderland, 2015 Inhoudsopgave 1. Kerncijfers over wonen 1.1 Huisvestingssituatie 1.2 Samenstelling huishoudens 1.3 Kenmerken woningvoorraad 1.4 Woonsituatie huishoudens 2. Betaalbaarheid 2.1

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5.

Inhoudsopgave. 1. Kerncijfers over wonen. 2. Betaalbaarheid. 3. Bewegingen op de woningmarkt. 4. Kwaliteit van de woning. 5. Gemeente Steenbergen, 2015 Inhoudsopgave 1. Kerncijfers over wonen 1.1 Huisvestingssituatie 1.2 Samenstelling huishoudens 1.3 Kenmerken woningvoorraad 1.4 Woonsituatie huishoudens 2. Betaalbaarheid 2.1

Nadere informatie

Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.3 (2010-2011)

Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.3 (2010-2011) Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.3 (2010-2011) Verkeerskundige interpretatie van de belangrijkste tabellen (Analyserapport) D. Janssens, S. Reumers, K. Declercq, G. Wets Contact: Prof. dr. Davy

Nadere informatie

Onderzoeksverantwoording Panel Fryslân

Onderzoeksverantwoording Panel Fryslân Onderzoeksverantwoording Panel Fryslân Steekproef en werving van een representatief internetpanel Fries Sociaal Planbureau 2017 Versie 1.0 Datum: Juni 2017 Auteur: Miranda Visser en Henk Fernee Voor aanvullende

Nadere informatie

Naar een nieuwe Woonsurvey en Woningschouwing?

Naar een nieuwe Woonsurvey en Woningschouwing? Naar een nieuwe Woonsurvey en Woningschouwing? Verkenning van de noden en de alternatieven Kristof Heylen, Eva Debusschere, Sien Winters Auteurs: Kristof Heylen, Eva Debusschere, Sien Winters Projectleiding:

Nadere informatie

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. 4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,

Nadere informatie

Onderzoektechnische verantwoording. Opinieonderzoek Solidariteit

Onderzoektechnische verantwoording. Opinieonderzoek Solidariteit Onderzoektechnische verantwoording Opinieonderzoek Solidariteit Project 18917 / mei 2013 Een onderzoek in opdracht van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling, te Den Haag. AUTEURSRECHT MARKETRESPONSE

Nadere informatie

Wonen in Vlaanderen Anno 2018

Wonen in Vlaanderen Anno 2018 Wonen in Vlaanderen Anno 2018 Reflectie vanuit sector (sociale huisvestingsmaatschappijen) Voorstelling 25 april 2019 - Herman Teirlinckgebouw Brussel 1 Inleiding Over de methode Goed dat deze oefening

Nadere informatie

HET THEMATISCH RAPPORT LE RAPPORT THÉMATIQUE

HET THEMATISCH RAPPORT LE RAPPORT THÉMATIQUE OBSERVATOIRE DE LA SANTÉ ET DU SOCIAL BRUXELLES OBSERVATORIUM VOOR GEZONDHEID EN WELZIJN BRUSSEL HET THEMATISCH RAPPORT LE RAPPORT THÉMATIQUE Vrouwen, bestaansonzekerheid en armoede in het Brussels Gewest

Nadere informatie

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S W O N E N Editie 2011

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S W O N E N Editie 2011 Gemeente Kortessem Welkom op de startpagina van de lijke fiches wonen! De lijke fiches wonen bevatten een basisdatafiche en een fiche. Basisdatafiche Indicatorfiche Basisdatafiche Kortessem WONINGEN Evolutie

Nadere informatie

De conjunctuurgevoeligheid van de registratierechten in Vlaanderen: een econometrische analyse

De conjunctuurgevoeligheid van de registratierechten in Vlaanderen: een econometrische analyse De conjunctuurgevoeligheid van de registratierechten in Vlaanderen Steunpunt Beleidsrelevant onderzoek Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen De conjunctuurgevoeligheid van de registratierechten in Vlaanderen:

Nadere informatie

30,3 29,2 15 9,7. Koopwoningen Corporatiewoningen Particuliere huurwoningen Heeze-Leende Metropoolregio Eindhoven Nederland

30,3 29,2 15 9,7. Koopwoningen Corporatiewoningen Particuliere huurwoningen Heeze-Leende Metropoolregio Eindhoven Nederland 1. VOORRAAD Dit onderdeel gaat in op de samenstelling van de woningvoorraad. Wat betreft het aanbod of de voorraad zijn er drie soorten eigendom: koop, particuliere huur en corporatiewoningen. Die laatste

Nadere informatie