Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Honeywell

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Honeywell"

Transcriptie

1 Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Honeywell Datum rapport 5 juni 2012 Nummer/versie Definitief Auteur Bestuur Telefoon (050)

2 1

3 Inhoudsopgave Meerjarenoverzicht van kerncijfers en kengetallen 4 Bestuursverslag 5 1. Woord van de voorzitter 6 2. Algemene informatie Juridische structuur Doelstelling Personalia 9 3. Financiële positie en beleid in Financiële opzet en positie Beleid en beleidskeuzes Toeslagbeleid Financieringsbeleid Beleggingsbeleid Risicobeheer Beleggingen Terugblik op Beleggingscategorieën Maatschappelijk verantwoord beleggen Vooruitzichten Pensioenen Inleiding Pensioencommunicatie Pensioenadministratie Pensioenregeling Pensioenuitvoeringskosten Nieuwe wetgeving Actuariële analyse Besturing en naleving wetgeving Algemeen Bestuursaangelegenheden Goed pensioenfondsbestuur Visitatiecommissie Verslag verantwoordingsorgaan Reactie bestuur op verslag verantwoordingsorgaan Informatie inzake toezicht door DNB en AFM Deskundigheids- en integriteitstoets en opleiding Gedragscodes Geschillencommissie Organisatie en uitvoering Statutenwijziging Verwachte gang van zaken 47 Jaarrekening Jaarrekening Balans (na bestemming van het saldo van baten en lasten) Staat van baten en lasten Kasstroomoverzicht Toelichting op de jaarrekening Bepalingen wet en regelgeving Waarderings- en berekeningsgrondslagen Toelichting op de balans 57 2

4 9.4.4 Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Toelichting op de staat van baten en lasten Verbonden partijen 77 Overige gegevens Overige gegevens Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten Gebeurtenissen na balansdatum Actuariële verklaring Controle verklaring van de onafhankelijke accountant Bijzondere statutaire zeggenschapsrechten 84 Bijlagen 85 Bijlage 1 Deelnemersbestand 86 Bijlage 2 Begrippenlijst 87 3

5 Meerjarenoverzicht van kerncijfers en kengetallen Bedragen x Omvang beleggingen* Waarvan: Aandelen 21% 28% 30% 26% 37% 39% Vastrentende waarden 71% 59% 63% 66% 52% 53% Vastgoed 1% 4% 4% 5% 5% 1% Overige beleggingen 7% 7% 2% 2% 5% 5% Liquide middelen 0% 2% 1% 1% 1% 2% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% Beleggingsopbrengsten Beleggingsrendement 7,97% 11,1%** 13,7% -12,3% 5,0% 2,7% Resultaat Wettelijke en statutaire reserves Bestemmingsreserve TOP-SUM Totaal eigen vermogen Voorziening pensioenverplichtingen Overige voorzieningen Totaal Dekkingsgraad*** 99,1% 100,7% 101,3% 89,3% 128,7% 120,6% Aantal deelnemers Actieven Slapers Pensioengerechtigden Totaal Standen zijn per het einde van het genoemde jaar; stromen betreffen de gehele verslagperiode * Naast de beleggingen voor risico pensioenfonds maken ook de liquide middelen (overige activa) deel uit van de omvang beleggingen. ** In 2010 heeft het pensioenfonds een belang in direct goud genomen. In de beleggingsrapportages van de vermogensbeheerder over 2010 maakt de directe goudbelegging geen onderdeel uit. Vanaf 2011 zal de directe belegging in grondstoffen, waaronder goud, door de vermogensbeheerder meegenomen worden in haar beleggingsrapportages. In 2010 wordt het beleggingsrendement eenmalig bepaald door de beleggingsopbrengsten te delen door het gemiddelde van de omvang beleggingen van 2009 en In de periode van 2009 en eerder werd het beleggingsrendement door de vermogensbeheerder bepaald. *** De dekkingsgraad wordt bepaald door de wettelijke en statutaire reserves te vermeerderen met de totale voorziening pensioenverplichtingen, gedeeld door de totale voorziening pensioenverplichtingen, maal 100%. 4

6 Bestuursverslag 5

7 1. Woord van de voorzitter Geachte deelnemers, collega s en andere lezers, Het is een genoegen u het jaarverslag over 2011 aan te bieden. Namens het bestuur van het fonds wil ik u graag informeren over de ontwikkelingen binnen het pensioenfonds en verantwoording afleggen over het gevoerde beleid in Pensioenen stonden ook het afgelopen jaar in het middelpunt van de belangstelling. Leek het in het eerste halfjaar de goede kant op te gaan, vlak daarna verslechterde de situatie op de financiële markten in snel tempo en daalde de rente. In de maanden juli tot en met september 2011, is als gevolg hiervan de dekkingsgraad fors gedaald en is het fonds weer een stuk teruggeworpen. Ondanks het feit dat in die drie maanden het vermogen van het fonds is toegenomen, zijn de verplichtingen van het fonds nog meer gestegen. De voornaamste oorzaak hiervan is de lage rentestand. De maatregelen die het fonds heeft genomen om zich te beschermen tegen een dalende rente hebben op zich goed gewerkt en hebben erger kunnen voorkomen. Dat neemt niet weg dat onder de gegeven omstandigheden de dekkingsgraad toch fors is gedaald. Dit alles leidde ertoe dat de financiële positie van het fonds in het verslagjaar onvoldoende was om de pensioenen voor actieve deelnemers aan te kunnen passen aan de loonontwikkeling. De toeslagverlening van gepensioneerden en gewezen deelnemers is gekoppeld aan de inflatie. Het prijsindexcijfer bedroeg 2,42% en kon om dezelfde reden niet worden toegekend. De totale cumulatieve achterstand aan gemiste toeslagverlening bedraagt 9,57% voor de actieve deelnemers en 7,61% voor de gepensioneerden en premievrije deelnemers. Het bestuur acht dat een te betreuren feit. Financiële situatie De dekkingsgraad van het fonds vertoonde het afgelopen jaar een grillig verloop. Was deze aan het einde van het tweede kwartaal gestegen tot 106%, het daarop volgende kwartaal daalde de dekkingsgraad weer tot 96%. Met name de lage rentestand was hieraan debet. Eind 2011 was de dekkingsgraad weer wat hersteld tot 99,1%. Dit betekent dat er ultimo 2011 nog altijd sprake is van een dekkingstekort. Ook is er nog altijd sprake van een reservetekort, omdat de dekkingsgraad lager is dan de dekkingsgraad behorend bij het vereist eigen vermogen van 111,2%. In het herstelplan is een verwachte dekkingsgraad voor ultimo 2011 opgenomen van 100%. Alhoewel de feitelijke dekkingsgraad achterblijft bij de ontwikkeling daarvan zoals opgenomen in het herstelplan, heeft het fonds geen maatregel hoeven te nemen om pensioenaanspraken te verminderen. Aanvullende stortingen door de werkgever voorkomen dat. Nieuwe prognosetafel Bij de vaststelling van de jaarrekening van 2009 is al rekening gehouden met de stijging van de levensverwachting op basis van de verwachting van dat moment. Door de invoering van de nieuwe prognosetafel is de voorziening pensioenverplichtingen in 2009 en 2010 in totaal met 19,6 miljoen (circa 7,4%) gestegen ten opzichte van de voorziening op basis van de oude prognosetafel. Begin 2011 heeft de werkgever zich bereid verklaard om de verhoging van de levensverwachting (gedeeltelijk) te compenseren. Indien het vrij eigen vermogen aan het eind van 2010 of 2011 lager is dan het vereist eigen vermogen zal vóór 1 april na afloop van het betreffende jaar een storting plaatsvinden door de werkgever van 9,8 miljoen. Aangezien ultimo 2011 het vrij eigen vermogen ook lager is dan het vereist eigen vermogen kan het pensioenfonds begin 2012 een bedrag van 9,8 miljoen tegemoet zien. 6

8 Toeslagverlening Op basis van de financiële positie van het fonds ultimo 2011 heeft het bestuur besloten om per 1 januari 2012 geen toeslag te verlenen op de opgebouwde pensioenaanspraken van (gewezen) deelnemers en de ingegane pensioenen. Premiebeleid Het premiebeleid in de ABTN voorziet in een extra opslag op de premie van 1,0% van de pensioengrondslag bij dekkingsgraden onder de 105% (van 29,7% naar 30,7%). Er wordt per 1 januari 2011 geen toeslag toegekend en de werkgever zal afhankelijk van de dekkingsgraad vier jaar een extra storting doen, en heeft dit voor het eerst per 1 januari 2010 ook gedaan. Risicobeheer en verantwoord beleggen Het beleggingsbeleid van Pensioenfonds Honeywell is in eerste instantie gericht op een zo goed mogelijk rendement tegen een verantwoord risico. Pensioenfonds Honeywell spreidt de beleggingen, om zo het langetermijnrisico te beperken en toch een goed rendement te behalen. Zij vindt ook dat het geld dat het beheert, op een verantwoorde manier moet worden belegd. Immers, bedrijven die duurzaam met arbeid en hun omgeving omgaan, hebben op de lange termijn de beste overlevingskansen. Dat vertaalt zich op de lange termijn ook in een gunstige ontwikkeling van de aandeelhouderswaarde. In het eerste kwartaal van 2011 heeft het bestuur het strategische beleggingsbeleid heroverwogen. Daarbij heeft het bestuur besloten de obligatieportefeuille verder te diversificeren tot landen buiten de eurozone, alsmede een verdere diversificatie van de beleggingen in grondstoffen aan te brengen en de mate van rente-afdekking te verhogen. Als gevolg van de veranderlijke markt hebben er gedurende het jaar nog een aantal schommelingen in plaatsgevonden in de mate van de rente-afdekking. Communicatie Een belangrijke taak van het bestuur is het verzorgen van een goede communicatie met alle belanghebbenden. Het fonds streeft ernaar hen zo goed mogelijk op de hoogte te houden over het reilen en zeilen van het fonds. De website van het fonds is daarbij een belangrijk medium. In 2011 werd een eerste pensioenkrant van het fonds voorbereid, die uiteindelijk begin 2012 verscheen. In het vervolg zal het fonds deelnemers in het fonds ook langs deze weg op de hoogte houden. Ook in 2012 zal de aandacht voor pensioen volop aanwezig zijn. Belangrijke veranderingen dienen zich aan met als doel de toekomstvastheid van het pensioensysteem en de pensioentoezegging te borgen. Graag nodig ik u namens het bestuur uit tot het lezen van dit jaarverslag. Amsterdam, 5 juni 2012 F.H.M. van den Oetelaar, voorzitter 7

9 2. Algemene informatie 2.1 Juridische structuur Stichting Pensioenfonds Honeywell, statutair gevestigd te Amsterdam, bezoekadres Laarderhoogtweg 18, 1101 EA Amsterdam Zuidoost, is opgericht op 12 maart Het pensioenfonds is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer Stichting Pensioenfonds Honeywell is een middelgroot ondernemingspensioenfonds. Het pensioenfonds voert de pensioenregelingen uit voor het personeel van de aangesloten ondernemingen van Honeywell in Nederland. In 2011 waren de aangesloten ondernemingen: Honeywell B.V., Honeywell Aerospace B.V., Honeywell Fluorine Products Europe B.V. en Honeywell Customized Comfort Products, onderdeel van Cara C'Air B.V. De pensioenregeling van Stichting Pensioenfonds Honeywell is een voorwaardelijk geïndexeerde middelloonregeling, geënt op de pensioenregeling van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Metalektro. Het pensioenfonds is vrijgesteld van deelname aan het bedrijfstakpensioenfonds. Ultimo boekjaar had het pensioenfonds ruim 3 duizend (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden met een belegd vermogen van circa 343,5 miljoen. De uitvoering van de pensioenregeling heeft het bestuur uitbesteed aan TKP Pensioen B.V. (TKP). Het bestuur maakt voor de beleidsadvisering gebruik van de diensten van Mercer B.V. Daarnaast maakt het bestuur gebruik van de werkzaamheden van een externe (certificerende) actuaris (Mercer Certificering B.V.) en accountant (PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.). Het vermogensbeheer is met uitzondering van de directe belegging in grondstoffen en het bedrijfsterrein te Emmen uitbesteed aan AEGON Asset Management N.V. 2.2 Doelstelling Het pensioenfonds draagt de verantwoordelijkheid voor een goede uitvoering van de in de pensioenovereenkomst gedefinieerde pensioenregelingen voor deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden, in overeenstemming met de bestaande wet- en regelgeving. Stichting Pensioenfonds Honeywell heeft ten doel om binnen de grenzen van zijn middelen de deelnemers, gewezen deelnemers en hun nabestaanden te beschermen tegen geldelijke gevolgen van ouderdom, arbeidsongeschiktheid en overlijden. Het fonds voorziet hiertoe in het op lange termijn verstrekken van de nominale pensioenaanspraken en pensioenrechten en streeft hierbij naar het waardevast houden van de opgebouwde pensioenen, de ingegane pensioenen en de premievrije pensioenaanspraken. De toeslagverlening is voorwaardelijk. Dat wil zeggen dat er geen recht op toeslagverlening is en het voor de langere termijn niet zeker is of en in hoeverre toeslagverlening zal plaatsvinden. Ook draagt het fonds zorg voor duidelijke en klantgerichte communicatie met alle belanghebbenden. Het fonds heeft beleid ontwikkeld op het gebied van financiering, toeslagverlening, beleggingen en communicatie om de genoemde doelstellingen te bereiken. Dit beleid is vastgelegd in diverse documenten, waarvan de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN) de belangrijkste is. Deze ABTN is voor het laatst geactualiseerd in het eerste kwartaal van

10 2.3 Personalia Samenstelling bestuur per 31 december 2011 Benoemd namens de werkgever: Naam Functie in bestuur Bestuurslid vanaf Bestuurslid tot en met Functie F.H.M. van den Oetelaar voorzitter Algemeen beleid, wetgeving, beleggingsbeleid, pensioenbeleid, adm. organisatie F.G. Boukens plv. voorzitter Algemeen beleid, pensioenbeleid, compensation & benefits mw. C. van der Voort- Bergman lid Algemeen beleid, pensioenbeleid Benoemd namens de deelnemers: Naam Functie in bestuur Bestuurslid vanaf Bestuurslid tot en met Functie F.G. Boukens lid Algemeen beleid, pensioenbeleid, compensation & benefits M.J.M. van Falier secretaris Algemeen beleid, pensioenbeleid, voorlichting mw. H.C.M. Krüger plv. secretaris Algemeen beleid, pensioenbeleid J. Huigen lid Algemeen beleid, pensioenbeleid De heer Dahoe is per 31 december 2010 afgetreden als bestuurslid. Per 1 januari 2011 is de heer F.G. Boukens benoemd als bestuurder namens de werkgever. Bestuursleden namens de werkgever worden voor onbepaalde tijd benoemd. Bestuursleden namens de deelnemers worden benoemd voor een periode van drie jaar, waarna zij herbenoembaar zijn. Mevrouw Krüger is per 1 april 2011 herbenoemd, maar wegens persoonlijke omstandigheden per 1 januari 2012 afgetreden. Samenstelling diverse organen en commissies per 31 december 2011 Beleggingscommissie F.H.M. van den Oetelaar F.G. Boukens mw. C. van der Voort-Bergman M.J.M. van Falier mw. H.C.M. Krϋger J. Huigen 9

11 Verantwoordingsorgaan Het verantwoordingsorgaan bestaat uit zes leden, waarvan twee namens de werkgever, twee namens de deelnemers en twee namens de pensioengerechtigden. Namens de werkgever J. de Vries mw. I.H. Zijlstra Namens de deelnemers mw. E. van Loon E.C.J. van Koetsveld van Ankeren Namens pensioengerechtigden B. Land N. van Es Deelnemersraad De deelnemersraad bestaat uit acht leden, verdeeld tussen leden namens de deelnemers en leden namens de pensioengerechtigden naar evenredigheid van hun vertegenwoordiging binnen het fonds. Namens de deelnemers B. Blom E.C.J. van Koetsveld van Ankeren mw. E. van Loon B. Veld Namens de pensioengerechtigden N. van Es F. Jelles H. Klingenberg B. Land Per 1 maart 2011 is de heer Jelles namens de pensioengerechtigden vervangen door de heer P. Gremmer. Visitatiecommissie G.J. Heeres (voorzitter) H.P. Oyens P.L.J.M. Stroucx Vermogensbeheerder AEGON Asset Management N.V., Den Haag Certificeerders PricewaterhouseCoopers Accountants N.V., Amsterdam, externe accountant Mercer Certificering B.V., Amstelveen, externe actuaris Risicoherverzekering AEGON Levensverzekeringen N.V., Den Haag 10

12 Adviseur Mercer B.V. Pensioenadministratie TKP Pensioen B.V.. De samenhang van bovenstaande organen en commissies wordt in het onderstaande schema van de governancestructuur visueel weergegeven. 11

13 3. Financiële positie en beleid in Financiële opzet en positie Algemeen Een maatstaf om de financiële positie van een pensioenfonds te bepalen is de dekkingsgraad. De dekkingsgraad is de verhouding tussen de netto activa en de voorziening pensioenverplichtingen, uitgedrukt in een percentage. De netto activa zijn het saldo van het belegd vermogen, de andere activa en de schulden. Dit verhoudingsgetal geeft aan in hoeverre op lange termijn de pensioenverplichtingen kunnen worden nagekomen. Ontwikkeling dekkingsgraad De dekkingsgraad kan wijzigen door diverse factoren, zoals de ontwikkeling van het beleggingsresultaat, verzekeringstechnische ontwikkelingen en de ontwikkeling van de marktrente. De ontwikkeling van de dekkingsgraad van het pensioenfonds gedurende het jaar wordt hieronder weergegeven. Daarbij is per factor het procentuele effect op de dekkingsgraad bepaald Dekkingsgraad 1 januari 100,7% 101,3% Effect premies 4,0% 2,0% Effect toeslagverlening 0,0% 0,0% Effect beleggingsresultaat (excl. renteafdekking) -/- 4,0% 2,4% Effect renteafdekking 11,0% 7,1% Effect rentetermijnstructuur voorziening pensioenverplichtingen -/- 13,2% -/- 9,1% Effect aanpassing levensverwachting 0,0% -/- 3,4% Effect overige oorzaken 0,6% 0,4% Dekkingsgraad 31 december 99,1% 100,7% Zoals bovenstaande tabel laat zien, wordt de daling van de dekkingsgraad met name veroorzaakt door de lagere rentetermijnstructuur en het beleggingsresultaat exclusief renteafdekking. Dit wordt gedeeltelijk gecompenseerd door de renteafdekking en additionele bijstortingsverplichtingen van de werkgever van 9,8 miljoen als gevolg van de gestegen levensverwachting en 3,5 miljoen in het kader van het herstelplan. Ontwikkelingen herstelplan In 2008 is door de kredietcrisis en de dalende rente een dekkingstekort ontstaan. Het bestuur heeft eind maart 2009 het korte- en langetermijnherstelplan vastgesteld. Dit plan is, inclusief de daarbij behorende continuïteitsanalyse, in maart 2009 ingediend bij DNB. DNB heeft op 9 februari 2011 formeel ingestemd met het herstelplan. De belangrijkste kenmerken van het herstelplan zijn: Voor het kortetermijnherstel wordt een periode van vijf jaar gehanteerd. Zolang het fonds in de situatie verkeert van een dekkingstekort, wordt een extra opslag op de premie van 1,0% van de pensioengrondslag gehanteerd. De werkgever zal, indien het vrij eigen vermogen lager is dan het vereist eigen vermogen, vier jaar lang een extra storting doen van 3,5 miljoen per jaar, voor het eerst per 1 januari

14 Zolang de dekkingsgraad van 105% nog niet is overschreden, worden geen toeslagen toegekend. Indien de dekkingsgraad zich bevindt tussen 105% en het vereist eigen vermogen, kan er na een bestuursbesluit lineair een toeslag worden toegekend uitgaande van 0% bij een dekkingsgraad van 105% en overeenkomstig het ambitieniveau bij het vereist eigen vermogen. Het herstelplan ziet erop toe dat de dekkingsgraad per eind 2013 (einde kortetermijnherstelperiode) minimaal 104,2% 1 bedraagt en dat deze per eind 2023 (einde langetermijnherstelperiode) minimaal 111,2% 2 bedraagt. In 2011 heeft de dekkingsgraad zich ten opzichte van het herstelplan als volgt ontwikkeld: Verwacht (in %) Werkelijk (in %) Dekkingsgraad per 31 december ,5 100,7 Premie 1,8 4,0 Toeslagen 0,0 0,0 Sturings Belegging middelen 0,8 7,0 en Rentetermijnstructuur 0,0 -/- 13,2 Overige Effect van uitkeringen, kosten, resultaat op sterfte en arbeidsongeschiktheid en 0,1 0,6 waardeoverdrachten. Subtotaal 100,2 99,1 Aanpassing aan gestegen levensverwachting per 31 december ,0 0,0 Dekkingsgraad per 31 december ,2 99,1 Eind 2011 was er sprake van zowel een dekkingstekort als een reservetekort, omdat de dekkingsgraad lager was dan de dekkingsgraad behorend bij het minimaal vereist vermogen van 104,2% (2010: 104,2%). Door het bestuur is de voorgeschreven jaarlijkse evaluatie van het herstelplan uitgevoerd. Deze evaluatie heeft niet geleid tot bijstelling van de oorspronkelijke uitgangspunten van het herstelplan. Op grond van de huidige situatie voorziet het herstelplan in herstel binnen de daarvoor geldende termijnen. Wel is op aangeven van DNB een aangepast dekkingsgraadsjabloon ingediend die er in voorziet dat na verloop van 15 jaar de dekkingsgraad van het fonds zich herstelt tot de dekkingsgraad behorend bij het vereist eigen vermogen. Compensatie gestegen levensverwachting Begin 2011 heeft de werkgever zich bereid verklaard om de verhoging van de levensverwachting (gedeeltelijk) te compenseren. Indien het vrij eigen vermogen aan het eind van 2010 of 2011 lager is dan het vereist eigen vermogen zal voor 1 april na afloop van het betreffende jaar een storting plaatsvinden door de werkgever van 9,8 miljoen. Aangezien ultimo 2011 het vrij eigen vermogen lager is dan het vereist eigen vermogen heeft het pensioenfonds begin 2012 een bedrag van 9,8 miljoen ontvangen. 1 Het getoonde percentage is bepaald aan de hand van de door DNB vastgestelde berekeningsmethodiek op basis van Europese richtlijnen. Beleidsmatig wordt voor toeslagverlening uitgegaan van een dekkingsgraad van 105%. 2 In het herstelplan is uitgegaan van de dekkingsgraad behorend bij het vereist vermogen van ultimo De dekkingsgraad behorend bij het vereist vermogen ultimo 2010 bedraagt 111,2%. 13

15 Extra vermogensdotatie in 2012 Naast de bovenstaande maatregelen heeft de werkgever zich bereid verklaard om begin 2012, als gevolg van de onderdekking, nog eens 4,1 miljoen in het pensioenfonds te storten. 3.2 Beleid en beleidskeuzes Het bestuur heeft beleid ontwikkeld op het gebied van financiering, beleggingen en toeslagen om de risico s en de financiële positie van het pensioenfonds te beheersen. Bij het maken van beleidskeuzes worden de belangen van alle belanghebbenden evenwichtig afgewogen. Het beleid moet worden uitgevoerd binnen de kaders van de pensioenregeling zoals die overeengekomen is met de CAO-partijen. Dit wordt visueel toegelicht aan de hand van onderstaande figuur Toeslagbeleid De hoogte van de toeslagverlening op pensioenen voor actieve deelnemers is reglementair gekoppeld aan de algemene loonontwikkeling binnen de CAO Groot Metaal. De hoogte van de toeslag voor pensioengerechtigden en gewezen deelnemers is gekoppeld aan het prijsindexcijfer. Daarnaast zijn de toeslagen afhankelijk van de aanwezige middelen van het fonds. Het fonds heeft geen middelen gereserveerd voor toeslagen. Of toeslagverlening zal worden toegepast, is afhankelijk van de dekkingsgraad. Als de middelen van het fonds, naar het oordeel van het bestuur, het toelaten, zal het bestuur overgaan tot toeslagverlening. Het betreft een voorwaardelijke toeslagverlening. Dit betekent dat er geen recht op toeslagverlening is en het is ook op lange termijn niet zeker is of en in welke mate toeslagen zullen plaatsvinden. Op grond van de ontwikkeling van de algemene loonontwikkeling binnen de CAO Groot Metaal zouden de aanspraken per 1 januari 2012 van de actieve deelnemers met 2,16% moeten worden verhoogd. Op basis van de financiële positie van het fonds heeft het bestuur per 1 14

16 januari 2012 besloten geen toeslag te verlenen op de opgebouwde aanspraken van actieve deelnemers. Op grond van de ontwikkeling van de prijsindex (CPI alle huishoudens) zouden de aanspraken per 1 januari 2012 van gewezen deelnemers en gepensioneerden met 2,42% moeten worden verhoogd. Op basis van de financiële positie van het fonds heeft het bestuur per 1 januari 2012 besloten geen toeslag te verlenen op de opgebouwde aanspraken van gewezen deelnemers en gepensioneerden. Naar de stand per 1 januari 2011 bedraagt de hoogte van de niet-toegekende toeslagen in het verleden voor actieve deelnemers 7,25% en voor niet actieve deelnemers 5,07% (per 1 januari 2012 voor actieve deelnemers 9,57% en voor niet actieve deelnemers 7,61%) Financieringsbeleid Financieringssystemen en ABTN Voor de financieringsnormen wordt de omvang van het eigen vermogen als sturingsmiddel genomen. Aan de hand van scenarioanalyses wordt berekend hoeveel middelen benodigd zijn om de verplichtingen met een bepaalde mate van zekerheid te kunnen afwikkelen over een periode van vijftien jaar. De hieruit resulterende benodigde buffers kunnen dan vergeleken worden met het werkelijke eigen vermogen. Voor het premie- en toeslagbeleid is een aantal vermogensposities van belang. De volgende grenzen (nominale dekkingsgraden) worden onderscheiden: Minimaal vereist eigen vermogen: het minimaal vereist eigen vermogen is de ondergrens van het vereist eigen vermogen. Indien het fonds niet over het minimaal vereist vermogen beschikt, is sprake van een dekkingstekort. In 2011 is de dekkingsgraad behorend bij het minimaal vereist eigen vermogen 104,2% van de voorziening pensioenverplichtingen (2010: 104,2%). Vereist eigen vermogen: het vereist eigen vermogen is het vermogen dat nodig is om te bewerkstelligen dat met een zekerheid van 97,5% wordt voorkomen dat het eigen vermogen in een periode van één jaar negatief wordt. Ultimo 2011 bedraagt de dekkingsgraad behorend bij het vereist eigen vermogen 111,2%. Gewenst eigen vermogen: het gewenst eigen vermogen is het vermogen dat boven de voorziening pensioenverplichtingen nodig is om de toeslagambitie ook op de lange termijn na te komen. In haar Beleidsregel toepassing hoofdlijnennota maakt DNB onderscheid tussen de kostendekkende premie en de feitelijk te ontvangen bijdrage. De kostendekkende premie dient de volgende onderdelen te bevatten: a. de actuarieel benodigde premie voor de inkoop van de onvoorwaardelijke onderdelen van de pensioenovereenkomst (inclusief risicopremies en backservicekoopsommen); b. de aan het actuele risicoprofiel van het fonds gerelateerde solvabiliteitsopslag op de premie voor de onvoorwaardelijke onderdelen van de pensioenovereenkomst, zijnde de opslag voor het bereiken c.q. in stand houden van het vereist vermogen, met inbegrip van het minimaal vereist vermogen voor de inkoop van de onvoorwaardelijke onderdelen van de pensioenovereenkomst; c. een opslag voor de uitvoeringskosten; d. voor zover het géén nominaal pensioen betreft, de actuarieel benodigde premie voor voorwaardelijke onderdelen van de pensioenovereenkomst, met inachtneming van de geformuleerde ambitie en afgesproken wijze van financieren. 15

17 Als disconteringsvoet voor de kostendekkende premie dient gebruik te worden gemaakt van de actuele marktrente (rentetermijnstructuur). Door de fluctuerende marktrente kan de kostendekkende premie sterke schommelingen vertonen. Voor de feitelijk te ontvangen bijdrage is het daarom onder voorwaarden toegestaan een doorsneepremie toe te passen. Deze gekozen doorsneepremie dient een consistent geheel te vormen met de gewekte toeslagverwachtingen, financiering van de toeslagen en het feitelijk toekennen van toeslagen. Om deze consistentie aan te tonen, is een ALM-studie uitgevoerd. DNB biedt pensioenfondsen de mogelijkheid in de ABTN bepalingen op te nemen betreffende een korting op de kostendekkende premie en/of restitutie van eerder betaalde premies. Wanneer een fonds overweegt een premiekorting of restitutie te verlenen, moet aan DNB worden aangetoond dat het eigen vermogen van het fonds hoger is dan de premiekortinggrens. De premiekortinggrens wordt gedefinieerd als de hoogte van de aanwezige middelen die precies voldoende is voor het nakomen van de onvoorwaardelijke en, in voorkomende gevallen, voorwaardelijke onderdelen van de pensioenovereenkomst in dat jaar en voor de langere termijn. Dit impliceert dat een premiekorting pas kan worden verleend wanneer het fonds over meer middelen beschikt dan nodig zijn om het toeslagstreven van het fonds voor de langere termijn te realiseren. Hier wordt dus duidelijk een verband gelegd tussen het premiebeleid en het toeslagbeleid. Een premiekorting kan worden verleend wanneer het pensioenfonds over een dekkingsgraad behorend bij het vereist eigen vermogen beschikt en er sprake is van een consistent geheel tussen de gewekte verwachtingen, de financiering en het realiseren van voorwaardelijke toeslagen. In 2009 is het fonds overgegaan tot het hanteren van een gedempte kostendekkende premie, welke gebaseerd is op het 5-jaars voortschrijdend gemiddelde van de interne rente. Het gemiddelde van deze rente in de periode is vastgesteld op 4,0%. Deze gemiddelde rente is hoger dan de rentetermijnstructuur van 31 december De actuariële koopsom is daarom lager dan de toename van de voorziening voor pensioenverplichting. Kostendekkende premie De kostendekkende premie, vastgesteld op basis van de rentetermijnstructuur 2011, bedraagt 10,1 miljoen in De gedempte kostendekkende premie, vastgesteld op basis van de 5- jaars voortschrijdend gemiddelde rentetermijnstructuur, bedraagt 8,8 miljoen in De feitelijke premie bedraagt in ,0 miljoen (2010: 13,4 miljoen). Dit betreft de premie voor de basisregeling inclusief aanvullende bijdrage van de werkgever met uitzondering van de koopsommen en de afrekening van vorige boekjaren. Premie: werkgeversbijdrage Vanaf 1 januari 2007 is de werkgeversbijdrage afhankelijk van de financiële positie van het fonds. Een uitgangspunt voor het premiebeleid is dat de jaarlijkse bijdrage van de werkgever relatief weinig zal variëren. Daarom wordt de premie bij een dekkingsgraad boven de 135% met maximaal 2% per jaar verlaagd of met maximaal 1% per jaar verhoogd. Zodra de dekkingsgraad onder de 135% ligt, wordt de premie vastgesteld op 29,7% van de pensioengrondslag. 16

18 Het beleid met ingang van 2010 is in de volgende beleidsmatrix samengevat: premie af/toename toeslagverlening risicobudget < 105% 30,7% - 0% < 7,1% 105% 110% 29,7% - 0% - 25% 7,1% 110% 115% 29,7% - 25% - 50% 7,1% 115% 120% 29,7% - 50% - 75% 7,1% 120% 125% 29,7% - 75% - 100% 7,1% 125% 135% 29,7% - 100% > 7,1% 135% 150% richting 24,2% + 1%, - 2% 100% + inhaal > 7,1% 150% 170% richting 24,2% + 1%, - 2% 100% (+ 0% - 2% extra) > 7,1% 170% > richting 20,7% -1% 100% + 2% extra > 7,1% Als gevolg van het dekkingstekort en het herstelplan is de premie bij een dekkingsgraad kleiner dan 105% met 1%-punt verhoogd tot 30,7%. Premie: deelnemersbijdrage De deelnemersbijdrage wordt uitgedrukt in een percentage van de pensioengrondslag en is maximaal gelijk aan de premie die verschuldigd zou zijn bij deelname aan de pensioenregeling van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Metalektro (PME). Overigens is er voor de pensioenopbouw bij Pensioenfonds Honeywell geen gemaximeerd salaris. Hierdoor kan de deelnemersbijdrage in bedrag hoger uitvallen dan bij PME. Per 1 januari 2011 bedraagt de deelnemersbijdrage 11,5% van de pensioengrondslag. FVP-bijdrage regeling De middelen van Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering (FVP) worden sinds 1989 gebruikt om de pensioenvoorziening voor werkloze werknemers vanaf veertig jaar tijdelijk voort te zetten. FVP levert op deze manier een bijdrage aan de beperking van de pensioenbreuk als gevolg van werkloosheid. Het bestuur van de Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering (FVP) heeft in 2009 besloten de FVP-bijdrageregeling definitief te beëindigen op 1 januari Dit betekent dat de werknemers van 40 jaar en ouder die vóór 1 januari 2011 WW-gerechtigd worden, onder voorwaarden nog aanspraak op een FVP-bijdrage kunnen maken. De beslissing van het FVP-bestuur is gebaseerd op de meest recente ramingen van de toekomstige vermogensontwikkeling van Stichting FVP. Deze ramingen laten zien dat de vermogensontwikkeling onvoldoende ruimte laat om de FVP-regeling te verlengen. Het FVP-bestuur heeft tevens besloten, als voorzorgsmaatregel tegen een eventueel vermogenstekort, de betalingen van de FVP-bijdrage van werknemers die in 2010 werkloos worden, op te schorten tot uiterlijk 1 januari 2014 en mogelijk te korten. Vanaf 2010 was de bijdrage uit de regeling al beperkt. Werknemers, die in 2010 werkloos werden, kregen een bijdrage van circa 50 procent van de totale pensioenpremie. Zij moeten er rekening mee houden dat deze bijdrage op voorlopige basis is vastgesteld. De definitieve vaststelling zal bekend worden op het moment dat het fonds definitief wordt gesloten. Dat kan nog een aantal jaar duren. Werknemers die vóór 1 januari 2010 werkloos zijn geworden, worden in principe niet door deze maatregel getroffen. 17

19 3.2.3 Beleggingsbeleid In 2011 hebben enkele wijzigingen plaatsgevonden in het beleggingsbeleid. De renteafdekking is in mei verlaagd van 90% naar 80% en later per 1 augustus weer verhoogd naar 85%. Dit hoge afdekkingspercentage heeft fors bijgedragen aan het absolute rendement. Honeywell is per 1 juli uit het directe vastgoedfonds TREF getreden. Het vrijgekomen geld is belegd in staatsobligaties uit niet-euro landen die een stevige grondstoffensector kennen (Australië, Canada en Noorwegen), of een door goud gedekte munt (Zwitserland). Ook een extra premiestorting door het moederbedrijf is halverwege het jaar in kortlopend papier uit bovengenoemde landen belegd. In 2011 is uit diversificatie oogpunt de gronstoffenallocatie naar fysiek goud afgebouwd ten gunste van fysiek platinum en zilver. Tot slot is er in 2011 besloten uit rapportageoogpunt twee depots te onderscheiden. Het eerste depot bestaat uit beleggingen die daadwerkelijk bij AEGON Asset Management (AAM) zijn ondergebracht. Het tweede depot bestaat uit beleggingen die zijn ondergebracht bij BNP Paribas Obam en uit de fysieke grondstofbeleggingen. AAM rapporteert over beide depots. Het beleggingsmandaat voor Honeywell ziet er ultimo 2011 als volgt uit: Minimum (%) Mandaat Strategisch (%) Maximum (%) Beleggingscategorie Beleggingen bij AEGON Asset Management Beleggingen bij BNP Paribas Obam en fysieke grondstofbeleggingen Totaal De beleggingen bij AEGON Asset Management kennen het volgende mandaat: Minimum (%) Mandaat Strategisch (%) Maximum (%) Beleggingscategorie Aandelen Vastrentende waarden Grondstoffen Liquiditeiten Totaal 18

20 De beleggingen bij BNP Paribas Obam en de fysieke grondstofbeleggingen kennen de volgende wegingen: Minimum (%) Mandaat Strategisch (%) Maximum (%) Beleggingscategorie Aandelen (BNP Paribas Obam) Grondstoffen (Fysiek goud, platinum en zilver) Liquiditeiten Totaal 3.3 Risicobeheer Het risicobeleid is verwoord in de actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN). Onderstaand wordt een nadere toelichting gegeven op de voornaamste financiële en niet-financiële risico s die wordt onderkend, alsmede op het beleid voor het mitigeren van deze risico s. Financiële risico s Solvabiliteitsrisico Een belangrijk risico voor het pensioenfonds is dat het fonds niet beschikt over voldoende vermogen om de pensioenverplichtingen na te kunnen komen, ook wel het solvabiliteitsrisico genoemd. Als de solvabiliteit zich negatief ontwikkelt, zal het pensioenfonds de premie verhogen en is er geen of minder ruimte voor toeslagverlening. In het uiterste geval kan het noodzakelijk zijn dat het fonds de verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten moet verminderen (afstempelen). De solvabiliteit van een pensioenfonds wordt gemeten op basis van de hoogte van de dekkingsgraad van het fonds. Beleggingsrisico s De belangrijkste beleggingsrisico s betreffen het markt-, krediet- en liquiditeitsrisico. Het marktrisico is uit te splitsen in renterisico, valutarisico en prijs(koers)risico. Marktrisico wordt gelopen op de verschillende beleggingsmarkten, waarin het pensioenfonds op basis van het vastgestelde ALM-beleid actief is. De beheersing van het risico is geïntegreerd in het beleggingsproces. Marktrisico Renterisico Het renterisico is het risico dat de waarden van de portefeuille vastrentende waarden en de pensioenverplichtingen veranderen als gevolg van veranderingen in de marktrente. Maatstaf voor het meten van rentegevoeligheid is de duration. De duration is de gewogen gemiddelde resterende looptijd in jaren van de kasstromen. Om de rentegevoeligheid van de beleggingen in lijn te brengen met die van de voorziening pensioenverplichtingen wordt gebruik gemaakt van langlopende obligaties. In 2011 is de mate van renteafdekking tweemaal gewijzigd. De renteafdekking is in mei verlaagd van 90% naar 80% en later per 1 augustus weer verhoogd naar 85%. 19

21 Valutarisico Bij de beleggingen in de beleggingsfondsen waarin wordt belegd, wordt de Amerikaanse dollar volledig afgedekt naar de euro. Prijsrisico Prijsrisico is het risico dat door de ontwikkeling van marktprijzen waardewijzigingen plaatsvinden. Dit wordt veroorzaakt door factoren die samenhangen met een individuele belegging, de uitgevende instelling of generieke factoren. Wijzigingen in marktomstandigheden hebben altijd direct invloed op het beleggingsresultaat, omdat alle beleggingen worden gewaardeerd op reële waarde, waarbij waardewijzigingen onmiddellijk worden verwerkt in het saldo van baten en lasten. Door spreiding binnen de portefeuille (diversificatie) wordt het prijsrisico gedempt. Kredietrisico Kredietrisico is het risico op financiële verliezen voor het fonds als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van tegenpartijen waarop het fonds (potentiële) vorderingen heeft. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan (premie)vorderingen op de werkgever, partijen die obligatieleningen uitgeven, banken waar deposito s worden geplaatst en marktpartijen waarmee Over The Counter (OTC)-derivatenposities worden aangegaan. Een voor beleggingsactiviteiten specifiek onderdeel van kredietrisico s is het settlementrisico. Dit is het risico dat partijen waarmee het fonds transacties is aangegaan niet meer in staat zijn hun tegenprestatie te verrichten, waardoor het fonds financiële verliezen kan lijden. Beheersing van het kredietrisico vindt plaats door het stellen van kredietwaardigheidseisen aan de tegenpartijen waarmee transacties kunnen worden gedaan. Daarnaast worden limieten gesteld aan tegenpartijen op totaalniveau. Dat wil zeggen met inachtneming van alle posities die een tegenpartij heeft jegens het fonds; het vragen van extra zekerheden zoals onderpand en dergelijke bij interest rate swaps en het uitlenen van effecten (securities lending). Ter afdekking van het settlementrisico wordt door het fonds belegd in markten waar een voldoende betrouwbaar clearing- en settlementsysteem functioneert. Voordat in nieuwe markten wordt belegd, wordt eerst onderzoek gedaan naar de waarborgen op dit gebied. Met betrekking tot niet-beursgenoteerde beleggingen, met name OTC-derivaten, wordt door het fonds alleen gewerkt met tegenpartijen waarmee ISDA/CSA-overeenkomsten zijn afgesloten, zodat posities van het fonds adequaat worden afgedekt door onderpand. Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide middelen, waardoor het fonds op korte termijn niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Dit risico wordt beheerst door in het beleggingsbeleid voldoende ruimte aan te houden voor liquiditeitsposities, rekening houdend met directe beleggingsopbrengsten en andere inkomsten zoals premies. Concentratierisico Concentratierisico kan optreden als gevolg van het ontbreken van een adequate spreiding van activa en passiva, bijvoorbeeld bij een concentratie van de portefeuille in regio s, economische sectoren of tegenpartijen. Het concentratierisico wordt onderzocht in de ALM-studie, waarbij beleggingscategorieën met elkaar worden gecombineerd om tot een strategische beleggingsmix te komen. Om de concentratierisico s te beheersen, wordt de beleggingsportefeuille van het pensioenfonds in hoge mate gediversifieerd. Voor een kwantitatief overzicht van het concentratierisico wordt verwezen naar paragraaf

22 Verzekeringstechnische risico s Het verzekeringstechnisch risico is het risico dat voortvloeit uit mogelijke afwijkingen van actuariële inschattingen die worden gebruikt voor de vaststelling van de technische voorzieningen en de hoogte van de premie. In de actuariële analyse worden de afwijkingen geanalyseerd. De belangrijkste actuariële risico s zijn het langlevenrisico, het overlijdenrisico (kortleven) en het arbeidsongeschiktheidsrisico. Het pensioenfonds heeft het kortleven- en het arbeidsongeschiktheidsrisico herverzekerd. Langlevenrisico Langlevenrisico is het risico dat deelnemers langer blijven leven dan gemiddeld verondersteld wordt bij de bepaling van de voorziening pensioenverplichtingen. Als gevolg hiervan volstaat de opbouw van het pensioenvermogen mogelijk niet voor de uitkering van de pensioenverplichting aan deze langer levende deelnemers. Voor de berekening van de VPV maakt het fonds gebruik van de nieuwe prognosetafel zoals gepubliceerd door het Actuarieel Genootschap. Deze sterftekansen worden aangepast door gebruikmaking van leeftijdsafhankelijke correctiefactoren gebaseerd op inkomensklasse hoog. Door het meenemen van deze correctiefactoren wordt op een adequate wijze rekening gehouden met het feit dat de werkende populatie geacht wordt langer te leven. Het bestuur heeft besloten om een voorziening langleven op te nemen. Deze technische voorziening is bedoeld als reservering voor het geval de huidige overlevingsgrondslagen van het fonds niet voldoende blijken te zijn. Met ingang van boekjaar 2010 zal jaarlijks 0,125% van de voorziening pensioenverplichtingen worden toegevoegd aan de voorziening langleven. De voorziening langlevenrisico is bepaald zodat er in 2050 een extra reservering moet zijn van 5% van de voorziening. Dit wordt vormgegeven door een jaarlijkse reservering van 0,125%. Om in 2050 op een reservering van 5% uit te komen moet de reservering jaarlijks worden opgetrokken naar het huidige niveau van de voorziening. Ultimo 2011 moet de voorziening voor langlevenrisico dan ook gelijk zijn aan 2 maal 0,125% van de voorziening ultimo Overlijdensrisico Het overlijdensrisico houdt in dat het pensioenfonds in geval van overlijden mogelijk eerder dan verwacht op basis van de gemiddelden een nabestaandenpensioen moet toekennen waarvoor door het pensioenfonds geen voorzieningen zijn getroffen. Het pensioenfonds heeft het overlijdensrisico herverzekerd. Arbeidsongeschiktheidsrisico Het arbeidsongeschiktheidsrisico betreft het risico dat het pensioenfonds door het meer dan verwacht arbeidsongeschikt worden van deelnemers meer voorzieningen moet treffen voor premievrijstelling bij invaliditeit en voor het toekennen van een arbeidsongeschiktheidspensioen dan was verwacht. Het pensioenfonds heeft het arbeidsongeschiktheidsrisico herverzekerd. Actief beheer Een actief beleggingsrisico ontstaat wanneer met het beleggingsbeleid binnen de beleggingscategorieën afgeweken wordt van het beleid volgens de benchmark. Een maatstaf van de mate waarin actief wordt belegd is de zogenaamde tracking error. De tracking error geeft aan hoe groot de afwijkingen van het rendement kunnen zijn ten opzichte van het benchmarkrendement. Hoe hoger de tracking error, hoe hoger het actief risico. 21

23 Niet-financiële risico s Naast financiële risico s loopt het pensioenfonds ook niet-financiële risico s die het behalen van de doelstellingen kunnen bedreigen. Deze risico s kunnen uiteindelijk ook een financiële impact hebben. De belangrijkste niet-financiële risico s zijn het operationele risico en het uitbestedingsrisico. Operationeel risico Operationeel risico is het risico dat optreedt bij de uitvoering van het pensioen- en vermogensbeheer, bestuursondersteuning en de integrale advisering van het pensioenfonds inzake het beleid op communicatie-, juridisch, fiscaal, actuarieel en beleggingsterrein en heeft betrekking op de continuïteit, integriteit en kwaliteit van de dienstverlening. Het pensioenfonds heeft de genoemde werkzaamheden uitbesteed aan Mercer B.V., AEGON Asset Management N.V. (AAM), AEGON Levensverzekeringen N.V. en TKP Pensioen B.V. Uitbestedingsrisico Uitbestedingsrisico is het risico dat de continuïteit, integriteit en/of kwaliteit van de aan derden uitbestede werkzaamheden, dan wel door deze derden ter beschikking gestelde apparatuur en personeel worden geschaad. Het uitbestedingsrisico wordt gemitigeerd door de afspraken (kwaliteitseisen) in de uitvoeringsovereenkomst en de daaraan verbonden Service Level Agreement (SLA). Monitoring van de uitvoering door het bestuur van het pensioenfonds vindt plaats op basis van de periodieke rapportages van de externe uitvoerder over de uitgevoerde werkzaamheden. Tevens ontvangt het pensioenfonds van TKP, AAM en AEGON Levensverzekeringen N.V. ISAE 3402 type II-rapportages. Deze rapportages geven inzicht in de wijze van beheersing van de operationele risico s en geven aan of de pensioenuitvoerder en vermogensbeheerder in control zijn. Een externe accountant certificeert de ISAE 3402 type II-rapportages. De advisering over de uitvoering van de pensioenregeling is uitbesteed aan Mercer B.V. Voor een nadere toelichting op de risico s en het beheersingsbeleid wordt verwezen naar de risicoparagraaf van de jaarrekening (paragraaf ) 22

24 Beleggingen Terugblik op 2011 In was er sprake van een voortzetting en verdere verdieping van de crisis in de eurozone waarbij ditmaal ook grote landen zoals Spanje en Italië dreigden te worden meegezogen in de neergang van Griekenland. Wereldwijd was er sprake van een bijstellingg naar beneden van economische groeiverwachtingen. De politieke discussies in de d VS over de omvang van de staatsschuld en de maatregelen om deze naar beneden te brengen veroorzaakten nog meer onrust op de financiële markten waarbijj de verlaging van de AAA kredietstatus van de Verenigde Staten door een van de drie rating agencies extra olie op hett vuur gooide. Als gevolg van bovenstaandee ontwikkelingen nam de volatiliteit op de financiële markten weer fors toe waarbij de gedachten weer teruggingen naar de situatie ten tijde van de ondergang van Lehman in september De onrust zorgde ervoor dat beleggerss en masse vluchtten naar de meest veilige havens, wat in het geval van de eurozone de markt voor Duitse staatsleningen betekende. Pas op het einde van het jaar toen de ECB met een lange termijn kredietfaciliteit de markten te hulp kwam, keerde de rust deels op de markten terug en begonnen kredietopslagen weer te dalen. In de portefeuille van Stichting Pensioenfonds Honeywell vertaalde het bovengenoemde scenario zich in een totale performancee van +7,97% na kosten. Dit is 4,84% puntt hoger dan de benchmark. In het onderstaande overzicht wordt het rendement perr categorie weergegeven. 4.2 Beleggingscategorieën Aandelen Door de onrust en de risico-aversie vann beleggers was er over geheel 2011 sprake van een negatief rendement op aandelen. De dalingen bedroegen in de d Europese aandelenmarkten circa -5% als gevolg van de crisis in de eurozone. De Amerikaanse markt liet per saldo nog een kleine stijging zien. De markten in het Verre Oosten waren inn 2011 het meest negatief gestemd met performancecijfers rond de -13% met uitschieters van -16% voor de opkomende markten in deze regio. Vastrentende waarden Ook binnen de vastrentende waarden portefeuille maakten beleggers inn het afgelopen verslagjaar een onderscheid tussen meer en minder risicovolle beleggingen. Dit leidde er toe dat in de markt voor de meest veilige staatsleningen ook de hoogste rendementenn werden 23

25 geboekt, terwijl bij de meer risicovolle leningen zoals bedrijfsobligaties de hogere risicopremie zorgde voor zeer gematigde rendementen. De rentedaling in staatsleningen zorgde ook voor fors hogere rendementen uit hoofde van de renteafdekking in het AEGON gedeelte van het depot. Grondstoffenfondsen Grondstoffen kenden net als andere zakelijke waarden zoals vastgoed en aandelen een volatiel jaar. De goudprijs brak record na record toen de spanning rond de eurocrisis toenam. Ook goud wordt als veilige haven beschouwd in roerige tijden. In het tweede deel van 2011 daalde de goudprijs weer. Toen was het juist de olieprijs die door spanningen van geopolitieke aard juist steeg. Over heel 2011 is het rendement van het grondstoffenfonds waarin het depot voor vrij vermogen belegt 0,60% negatief geweest. Edelmetalen Nadat op 2 maart en 11 augustus 2010 het pensioenfonds haar eerste aankopen verrichtte van fysiek goud via The Perth Mint Australia, heeft het pensioenfonds op 17 mei ,79 gold ounces verkocht. Deze verkoop vond plaats tegen een goudkoers van 1.052,58 per ounce en vertegenwoordigde op dat moment een waarde van circa 9,7 miljoen. Na de verkoop resteerde een goudpositie van 6.377,42 gold ounces. Deze positie vertegenwoordigt per 31 december 2011 een waarde van circa 7,7 miljoen. In onderstaande grafiek is weergegeven hoe de goudprijs (zowel in US dollars als in euro s) zich heeft ontwikkeld van 2 maart 2010 tot en met 31 december In US dollars gemeten betreft dit een stijging van 37,8% en in euro s gemeten betreft dit een stijging van 43,9%. De stijging over 2011 bedroeg in US dollars gemeten 10,1% en in euro s 13,7%. Gold Price (in USD and EUR) Mar-10 Apr-10 May-10 Jun-10 Jul-10 Aug-10 Sep-10 Oct-10 Nov-10 Dec-10 Jan-11 Feb-11 Mar-11 Apr Gold (spot price in USD) - primary axis Gold (spot price in EUR) - secondary axis Bron: Bloomberg 24

26 Voor de verkoop van een gedeelte van de fysieke goudposities op 17 mei 2011 heeft het pensioenfonds een eerste aankoop verricht van fysiek zilver en platinum net als goud via The Perth Mint Australia. Deze aankoop van zilver vond plaats tegen een zilverkoers van 24,14, de aankoop van platinum vond plaats tegen een platinumkoers van USD 1.755,25. Deze aankopen vertegenwoordigden op dat moment een waarde van 6,4 miljoen (zilver) en 3,2 miljoen (platinum). Per 31 december 2011 vertegenwoordigden deze posities een waarde van circa 5,7 miljoen voor zilver en 2,8 miljoen voor platinum. Het ongerealiseerde resultaat op de zilverpositie bedraagt -/- 0,7 miljoen en voor platinum circa -/- 0,5 miljoen. In onderstaande grafiek is weergegeven hoe de zilverprijs (zowel in US dollars als in euro s) zich heeft ontwikkeld van 17 mei 2011 tot en met 31 december In US dollars gemeten betreft dit een daling van -18,0% en in euro s gemeten betreft dit een daling van -10,5%. Silver Price (in USD and EUR) May-11 Jun-11 Jul-11 Aug-11 Sep-11 Oct-11 Nov-11 Dec Silver (spot price in USD) - primary axis Silver (spot price in EUR) - secondary axis Bron: Bloomberg In onderstaande grafiek is weergegeven hoe de platinumprijs (zowel in US dollars als in euro s) zich heeft ontwikkeld van 17 mei 2011 tot en met 31 december In US dollars gemeten betreft dit een daling van -20,3% en in euro s gemeten betreft dit een daling van -13,1%. 25

Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Honeywell

Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Honeywell Jaarverslag 2010 Stichting Pensioenfonds Honeywell Datum rapport 24 juni 2011 Nummer/versie Definitief Auteur Bestuur Telefoon (050) 582 9811 Inhoudsopgave Meerjarenoverzicht van kerncijfers en kengetallen

Nadere informatie

Jaarverslag 2012 Stichting Pensioenfonds Honeywell

Jaarverslag 2012 Stichting Pensioenfonds Honeywell Jaarverslag 2012 Stichting Pensioenfonds Honeywell Datum rapport 6 juni 2013 Nummer/versie Definitief Auteur Bestuur Telefoon (050) 5224041 1 Inhoudsopgave Meerjarenoverzicht van kerncijfers en kengetallen

Nadere informatie

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram 02 verkort in beeld 03 Ontwikkelingen 05 08 10 Pensioenen Beleggingen Organogram Aantal deelnemers dat pensioen opbouwt Aantal personen dat een ouderdomspensioen ontvangt Aantal deelnemers met slapende

Nadere informatie

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015 Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Dekkingsgraad: 111,5% Beleidsdekkingsgraad: 112,6% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2014: 27,6%

Nadere informatie

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV Versie 1.0 17 juni 2015 Auteur: Corné van Bokhoven Status: vastgesteld door bestuur Inleiding Nadat Stichting Pensioenfonds DHV in 2008 in dekkingstekort kwam heeft

Nadere informatie

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux Beleggingen Het totaal rendement over het afgelopen boekjaar 2010 is uitgekomen op 15,6%. Als we naar de onderverdeling kijken zien we het

Nadere informatie

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013). Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2014 129,5%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 31 maart 2014. Over de eerste zes maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad

Nadere informatie

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement

Nadere informatie

Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds Honeywell

Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds Honeywell Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds Honeywell Datum rapport 18 juni 2009 Nummer/versie Definitief Auteur Bestuur Telefoon (050) 582 19 90 Profielschets Stichting Pensioenfonds Honeywell is een middelgroot

Nadere informatie

Jaarverslag 2009 Stichting Pensioenfonds Honeywell

Jaarverslag 2009 Stichting Pensioenfonds Honeywell Jaarverslag 2009 Stichting Pensioenfonds Honeywell Datum rapport 17 juni 2010 Nummer/versie Definitief Auteur Bestuur Telefoon (050) 582 19 90 Profielschets Stichting Pensioenfonds Honeywell, statutair

Nadere informatie

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van:

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van: Financieel Crisisplan 1. Elementen crisisplan In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van: vereist eigen vermogen (ultimo 2011

Nadere informatie

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010 Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010 Agenda 1. Opening, mededelingen en ingekomen stukken 2. Pensioenregeling uitgevoerd door BNPF 3. Vergelijking andere pensioenfondsen 4. Herstelplan

Nadere informatie

Jaarverslag 2013. Stichting P ensioenfonds Honeywell

Jaarverslag 2013. Stichting P ensioenfonds Honeywell Stichting P ensioenfonds Honeywell Inhoudsopgave Meerjarenoverzicht van kerncijfers en kengetallen 4 Bestuursverslag 5 1 Woord van de voorzitter 6 2 Algemene informatie 8 2.1 Juridische structuur 8 2.2

Nadere informatie

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011 Persbericht Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011 Hoofdpunten: Dekkingsgraad van 94% is te laag: aanvullende maatregelen nodig Beschikbaar vermogen stijgt met ruim 11 miljard Door gedaalde rente nemen

Nadere informatie

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 > 2013 was voor SPNG een jaar van grote veranderingen. Verkort jaarverslag 2013 > 2013 was voor SPNG een jaar van grote veranderingen. Eind 2012 liep het herverzekeringscontract met Nationale-Nederlanden

Nadere informatie

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012. Kwartaalbericht 2012 Samenvatting 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012. Meer informatie over de dekkingsgraad vindt u op de website. Beleggingsrendement 4,2%

Nadere informatie

UITVOERINGSOVEREENKOMST

UITVOERINGSOVEREENKOMST UITVOERINGSOVEREENKOMST Honeywell B.V., statutair gevestigd te Amsterdam statutair gevestigd te s-hertogenbosch ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door P. Jonkhout, hierna te noemen: de werkgever;

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2013

Verkort jaarverslag 2013 Verkort jaarverslag 2013 Wat waren in 2013 de belangrijkste feiten en gebeurtenissen voor GE Pensioen? U leest het in deze verkorte versie van het jaarverslag 2013. Naast deze bondige versie treft u ook

Nadere informatie

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het jaarverslag legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015 De maand dekkingsgraad ultimo juni is sterk gestegen t.o.v eind maart De beleidsdekkingsgraad is gedaald van

Nadere informatie

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer 15-2-2012 20120215 N.W. Dijkhuizen 630

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer 15-2-2012 20120215 N.W. Dijkhuizen 630 Pensioenfonds Productschappen Bezoekadres Laan van Zuid Hoorn 165 2289 DD Rijswijk Postadres Postbus 3042 2280 GA Rijswijk Telefoon 070 4138630 Fax 070 4138650 E-mail info@pbodnl Website wwwpbodnl KvK

Nadere informatie

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen.

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen. Kwartaalbericht 2012 Samenvatting DNB-dekkingsgraad 125,2% per 31 december 2012, toename van 3,6%-punt ten opzichte van 30 september 2012. Meer informatie over de dekkingsgraad vindt u op de website Beleggingsrendement

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2014. In de verkorte versie van het jaarverslag leest u op hoofdlijnen hoe het jaar 2014 voor het pensioenfonds is verlopen.

Verkort jaarverslag 2014. In de verkorte versie van het jaarverslag leest u op hoofdlijnen hoe het jaar 2014 voor het pensioenfonds is verlopen. Verkort jaarverslag 2014 In de verkorte versie van het jaarverslag leest u op hoofdlijnen hoe het jaar 2014 voor het pensioenfonds is verlopen. U kunt het volledige jaarverslag downloaden op www.bpfmedewerkersnotariaat.nl.

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind maart 2017 is 112,6% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG 2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het Jaarverslag 2013 legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics. Verkort Jaarverslag 2009

Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics. Verkort Jaarverslag 2009 Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics Verkort Jaarverslag 2009 Inleiding 2009 is voor de Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics (hierna Pensioenfonds SABIC-IP) weer een bijzonder

Nadere informatie

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017 Samenvatting cijfers per 30 juni 2017 Dekkingsgraad (UFR): 104,9% Beleidsdekkingsgraad: 101,8% Belegd vermogen: 23,5 miljard Rendement 2017 t/m juni:

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal 2017-1 oktober 2017 t/m 31 december 2017 Samenvatting: De (12 maands)beleidsdekkingsgraad is gestegen van 112,7% eind september 2017 naar 115,3%

Nadere informatie

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015. Samenvatting cijfers per 30 juni 2015

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015. Samenvatting cijfers per 30 juni 2015 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015 Samenvatting cijfers per 30 juni 2015 Dekkingsgraad (UFR): 108,3% Beleidsdekkingsgraad: 110,0% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2015 1 e halfjaar:

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2014 t/m 30 september 2014

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2014 t/m 30 september 2014 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2014-1 juli 2014 t/m 30 september 2014 Nominale dekkingsgraad is gedaald van 123,1% naar 117,0% Beleggingsrendement is 1,8%, Obligaties stegen

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Leiden, 3 september 2012

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Leiden, 3 september 2012 Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Leiden, 3 september 2012 Agenda 1. Opening 2. Vaststelling notulen jaarvergadering 8 september 2011 3. Jaarverslag 2011 4. Beleggingsbeleid 5. Terugblik

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind september 2017 is 117,8% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m 30 juni 2012 Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad is gedaald van 110,0% naar 105,1% Beleggingsrendement

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013 Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden Oktober 2013 1 Pensioenstelsel Individueel Pensioen fonds Overheid Lijfrente Pensioen AOW B E L A S T I N G 2 Programma bestuur en taken bestuur

Nadere informatie

Terugblik 2011 in cijfers

Terugblik 2011 in cijfers Terugblik 2011 in cijfers U vindt hier een samenvatting van het jaarverslag 2011. Het volledige jaarverslag kunt u downloaden via www.pensioenfondsricohnederland.nl. Financiële situatie Door de kredietcrisis

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Samenvatting: dalende euro en dalende rente Nominale dekkingsgraad gedaald van 117,4% naar 115,1%

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2016-1 januari 2016 t/m 31 maart 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gedaald van 106,3% naar 98,1%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

1. Definities Kostendekkende premie Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen.

1. Definities Kostendekkende premie Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen. Premiebeleid 1. Definities Kostendekkende Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen. Gedempte Premie gebaseerd op gemiddelde rente curves, waardoor de invloed van

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2016 t/m 30 september 2016

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2016 t/m 30 september 2016 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2016-1 juli 2016 t/m 30 september 2016 De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo september is 102,4% en is gestegen ten opzichte van eind juni

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015. Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015. Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is fors gestegen van 105,7% naar 115,4%. Dit komt

Nadere informatie

De marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2015 was 135,1%. Dit is een toename van 5,7% ten opzichte van 31 maart 2015.

De marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2015 was 135,1%. Dit is een toename van 5,7% ten opzichte van 31 maart 2015. Kwartaalbericht 2015 Samenvatting De marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2015 was 135,1%. Dit is een toename van 5,7% ten opzichte van 31 maart 2015. De reële dekkingsgraad ultimo tweede kwartaal was

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland in liquidatie

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland in liquidatie Vermogensbeheerrapportage 4e kwartaal 2017 In het vierde kwartaal van 2017 steeg wettelijke dekkingsgraad 1 met 1,4% punt van 108,1% naar 109,5%. De actuele dekkingsgraad 2 daalde met 0,1%-punt van 109,9%

Nadere informatie

VERKORT JAARVERSLAG 2016

VERKORT JAARVERSLAG 2016 VERKORT JAARVERSLAG 2016 2016: wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen van 2016 bij Pensioenfonds TNT Express? U leest het in deze verkorte en vereenvoudigde versie van het jaarverslag. Het volledige

Nadere informatie

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013). Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2014 130,4%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 30 juni 2014. Over de eerste negen maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill

Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill Pensioenfonds Cargill 2017 in beeld Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen van 2017 van Pensioenfonds Cargill? U leest het in dit verkort jaarverslag. Financiële

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2015-1 oktober 2015 t/m 31 december 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 103,7% naar 106,3%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015. Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015. Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is fors gedaald van 115,4% naar 103,7%. Dit

Nadere informatie

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013. Kwartaalbericht 2013 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2013 122,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement

Nadere informatie

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015 Belanghebbendenvergadering 24 september 2015 Agenda 1. Opening 2. Actuele ontwikkelingen Ballast Nedam N.V. 3. Jaarverslag 2014 4. Nieuwe pensioenregelgeving en herstelplan 5. Toekomst pensioenfonds 6.

Nadere informatie

1e kwartaal 2017 Den Haag, april 2017

1e kwartaal 2017 Den Haag, april 2017 Kwartaalbericht 1e kwartaal 2017 Den Haag, april 2017 Samenvatting cijfers per 31 maart 2017 Dekkingsgraad (UFR): 103,3% Beleidsdekkingsgraad: 100,4% Belegd vermogen: 23,5 miljard Rendement 2017 t/m maart:

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015 De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo september is gedaald ten opzichte van eind juni; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2015 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2015 bedroeg 112,6% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2015 bedroeg -1,6% Het pensioenvermogen

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart 2016

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart 2016 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2016-1 januari 2016 t/m 31 maart 2016 De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo maart is 101,8% en is gedaald ten opzichte van eind december

Nadere informatie

1.1 Datum in herstel (dd.mm.jj) 31.12.14 1.2 Gekozen hersteltermijn (in jaren) 10

1.1 Datum in herstel (dd.mm.jj) 31.12.14 1.2 Gekozen hersteltermijn (in jaren) 10 Staat/formulier K0 blad 2 Datum in herstel (ddmmjj) 2 2 Gekozen hersteltermijn (in jaren) 0 Onderbouwing gekozen hersteltermijn Er is voor een termijn van 0 jaar gekozen omdat een relatief lange termijn

Nadere informatie

Persbericht. ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende

Persbericht. ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende Persbericht ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende Hoofdpunten: Verlaging pensioen met 0,5% per 1 april 2013 definitief Mogelijk aanvullende

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m ultimo juni 2012 Samenvatting: Nominale dekkingsgraad gedaald van 107,6% naar 101,9% Beleggingsrendement is 1,6%

Nadere informatie

2014 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

2014 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG 2014 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG 1 samenvatting van het jaarverslag In het Jaarverslag 2014 legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

2e kwartaal 2016 Den Haag, juli 2016

2e kwartaal 2016 Den Haag, juli 2016 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2016 Den Haag, juli 2016 Samenvatting cijfers per 30 juni 2016 Dekkingsgraad (UFR): 99,0% Beleidsdekkingsgraad: 99,6% Belegd vermogen: 23,3 miljard Rendement 1 e halfjaar 2016:

Nadere informatie

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds Geef pensioen de aandacht die het verdient Jaarbericht Stichting Pensioenfonds Vijf mythes over pensioen Over pensioenen zijn meerdere mythes in omloop. Het is belangrijk om te weten hoe het wel zit. De

Nadere informatie

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 11 februari 2015. Stand van zaken SVG. 1 van 19

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 11 februari 2015. Stand van zaken SVG. 1 van 19 Stichting Voorzieningsfonds Getronics 11 februari 2015 Stand van zaken SVG 1 van 19 Programma Pensioenfonds SVG Financiële positie SVG Terugblik 2014 Vooruitblik 2015 Vragen 2 van 19 Pensioenfonds SVG

Nadere informatie

1e kwartaal 2016 Den Haag, 20 april 2016

1e kwartaal 2016 Den Haag, 20 april 2016 Kwartaalbericht 1e kwartaal 2016 Den Haag, 20 april 2016 Samenvatting cijfers per 31 maart 2016 Dekkingsgraad (UFR): 97,7% Beleidsdekkingsgraad: 102,0% Belegd vermogen: 21,9 miljard Rendement 1 e kwartaal

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2012. 2012: Voortzetting koers 2011 en op naar herstel. Stichting Pensioenfonds PostNL. Meer weten? www.pensioenpostnl.

Verkort jaarverslag 2012. 2012: Voortzetting koers 2011 en op naar herstel. Stichting Pensioenfonds PostNL. Meer weten? www.pensioenpostnl. Verkort jaarverslag 2012 Stichting Pensioenfonds PostNL 2012: Voortzetting koers 2011 en op naar herstel Pensioenfondsen en pensioenen stonden ook in 2012 weer in het middelpunt van de belangstelling.

Nadere informatie

4e kwartaal 2016 Den Haag, januari 2017

4e kwartaal 2016 Den Haag, januari 2017 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2016 Den Haag, januari 2017 Samenvatting cijfers per 31 december 2016 Dekkingsgraad (UFR): 101,4% Beleidsdekkingsgraad: 98,9% Belegd vermogen: 23,1 miljard Rendement 2016: 12,7%

Nadere informatie

Extra informatie pensioenverlaging

Extra informatie pensioenverlaging Extra informatie pensioenverlaging Wat is de invloed van de verlaging op mijn netto pensioen? Als u nog niet met pensioen bent, kunnen we u nu niet zeggen hoe uw netto pensioen

Nadere informatie

Nieuws. Gezond maar alert. Pensioenfonds IN DIT NUMMER: Verkort jaarverslag. De financiële situatie van het pensioenfonds verbeterde in 2017.

Nieuws. Gezond maar alert. Pensioenfonds IN DIT NUMMER: Verkort jaarverslag. De financiële situatie van het pensioenfonds verbeterde in 2017. Pensioenfonds Verkort jaarverslag Gezond maar alert De financiële situatie van het pensioenfonds verbeterde in 2017. Nieuws IN DIT NUMMER: Augustus 2018 Hierdoor was het mogelijk de opgebouwde pensioenen

Nadere informatie

2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het Jaarverslag 2012 legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019

Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019 Kwartaalverslag Q2-2019 Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019 1 In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2019 bedroeg 117,3%. Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2019 bedroeg 3,5%. Het pensioenvermogen

Nadere informatie

J A A R V E R S L A G 2016 ( F I N A N C I E E L ) S T I C H T I N G P E N S I O E N F O N D S M E R C E R. 16 juni 2017

J A A R V E R S L A G 2016 ( F I N A N C I E E L ) S T I C H T I N G P E N S I O E N F O N D S M E R C E R. 16 juni 2017 H E A L T H W E A L T H C A R E E R J A A R V E R S L A G 2016 ( F I N A N C I E E L ) S T I C H T I N G P E N S I O E N F O N D S M E R C E R 16 juni 2017 Bestuur Stichting Pensioenfonds Mercer F I N

Nadere informatie

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016 Samenvatting cijfers per 31 december 2015 Dekkingsgraad (UFR): 100,5% Beleidsdekkingsgraad: 104,4% Belegd vermogen: 19,9 miljard Rendement 4 e

Nadere informatie

jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Randstad

jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Randstad jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Randstad 11 - dekkingsgraad SPR gestegen van 102,9% (104,5%) naar 109,1%; - positief resultaat van 51,8 miljoen; - SPR kampt nog met dekkingstekort: geen winstbijschrijving

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2017-1 april 2017 t/m 30 juni 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind juni 2017 is 115,7% en is gestegen ten opzichte van

Nadere informatie

Procedure toetsing premie, bijlage 3 (ABTN) Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Procedure toetsing premie, bijlage 3 (ABTN) Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot Feitelijke premie In de uitvoeringsovereenkomst tussen de vennootschap en het pensioenfonds wordt bepaald dat de vennootschap jaarlijks een vaste premie ter beschikking stelt. Deze premie wordt vastgesteld

Nadere informatie

FINANCIEEL CRISISPLAN STICHTING PENSIOENFONDS HUNTSMAN ROZENBURG. Bijlage bij de actuariële en bedrijfstechnische nota

FINANCIEEL CRISISPLAN STICHTING PENSIOENFONDS HUNTSMAN ROZENBURG. Bijlage bij de actuariële en bedrijfstechnische nota FINANCIEEL CRISISPLAN STICHTING PENSIOENFONDS HUNTSMAN ROZENBURG Bijlage bij de actuariële en bedrijfstechnische nota Versie 19 april 2012 Inleiding Het bestuur van Stichting Pensioenfonds Huntsman Rozenburg

Nadere informatie

Een overzicht van de kerncijfers vindt u op <pagina 8 en 9> van het volledige jaarverslag.

Een overzicht van de kerncijfers vindt u op <pagina 8 en 9> van het volledige jaarverslag. 12 vragen over het jaarverslag 2013 De hoofdpunten uit het jaarverslag van Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen (SPV) behandelen we aan de hand van 12 vragen en antwoorden. Een volledig exemplaar

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal oktober 2014 t/m 31 december 2014

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal oktober 2014 t/m 31 december 2014 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Nominale dekkingsgraad is gedaald van 117,0% naar 116,3%; Het beleggingsrendement is 3,5% in het vierde

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank NV T.a.v. de heer S. Keereweer AA Postbus 98 1000 AB AMSTERDAM

De Nederlandsche Bank NV T.a.v. de heer S. Keereweer AA Postbus 98 1000 AB AMSTERDAM De Nederlandsche Bank NV T.a.v. de heer S. Keereweer AA Postbus 98 1000 AB AMSTERDAM Wormerveer, 12 december 2011 Betreft: Herstelplan Stichting Pensioenfonds De Fracties Geachte heer Keereweer, De dekkingsgraad

Nadere informatie

Herstelplan ultimo 2016

Herstelplan ultimo 2016 Stichting Pensioenfonds NIBC Herstelplan ultimo 2016 16 juni 2017 - samenvatting (1) - Het Pensioenfonds NIBC (PF NIBC) verkeert sinds 30 juni 2015 in een tekort situatie en daarom dient jaarlijks het

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 105,7% naar 110,5%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Ontwikkelingen in 2012

Ontwikkelingen in 2012 1 Jaarbericht 2012 Ontwikkelingen in 2012 2012 was, in alle opzichten, weer een bewogen jaar. We kregen onder meer te maken met hectische ontwikkelingen op de financiële markten, met veranderingen in de

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2016-1 oktober 2016 t/m 31 december 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 98,8% naar 105,7%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

3e kwartaal 2017 Den Haag, oktober 2017

3e kwartaal 2017 Den Haag, oktober 2017 Kwartaalbericht 3e kwartaal 2017 Den Haag, oktober 2017 Samenvatting cijfers per 30 september 2017 Dekkingsgraad (UFR): 106,4% Beleidsdekkingsgraad: 103,5% Belegd vermogen: 23,9 miljard Rendement 2017

Nadere informatie

Pensioeninformatiebijeenkomst over herstelplan 2009

Pensioeninformatiebijeenkomst over herstelplan 2009 Pensioenbijeenkomst herstelplan 2009 Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven (PGB) over herstelplan 2009 juli 2009 Inleiding Waarom 5 pensioenbijeenkomsten? ernstige situatie met grote gevolgen voor

Nadere informatie

HERSTELPLAN 31 maart 2009

HERSTELPLAN 31 maart 2009 HERSTELPLAN 31 maart 2009 Naam pensioenfonds: Stichting Pensioenfonds Akzo Nobel Nummer fonds: 07781 Dekkingsgraad per 31 december 2008: 95,6% Status financiële positie (reservetekort, dekkingstekort):

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni 2016

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni 2016 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2016-1 april 2016 t/m 30 juni 2016 De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo juni is 101,7% en is gedaald ten opzichte van eind maart (101,8%);

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 5 september 2016

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 5 september 2016 Stichting Pensioenfonds Avery Dennison Algemene Vergadering van Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 5 september 2016 Agenda 1. Opening 2. Vaststelling notulen jaarvergadering

Nadere informatie

Overige. Wijziging rente. Rendement. Toeslagen. Uitkeringen. Premies

Overige. Wijziging rente. Rendement. Toeslagen. Uitkeringen. Premies Memo Aan : Het bestuur van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Meubelindustrie en de Meubileringsbedrijven Van : Remco Dijkstra Datum : 08 maart 2019 Betreft : Herstelplan 2019 Kenmerk : SV-2019-0379

Nadere informatie

Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw

Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw Herstelplan per 31 augustus 2011 Naam pensioenfonds: Bedrijfspensioenfonds Nummer fonds: 10565 Dekkingsgraad per 31-8-2011: Dekkingsgraad per ultimo augustus 2011 is 102,5%. Status financiële positie (reservetekort,

Nadere informatie

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2012-1 juli 2012 t/m 30 september 2012 Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 113,6% naar 116,5%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017 KWARTAALVERSLAG TWEEDE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2017 bedroeg 112,5% Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2017 bedroeg 0,8% Het rendement van 1 januari tot

Nadere informatie

2010: Pensioen wereld volop in de schijnwerpers

2010: Pensioen wereld volop in de schijnwerpers Verkort jaarverslag 2010 nr 13 - januari 2009 Stichting Pensioen fonds KPN 2010: Pensioen wereld volop in de schijnwerpers Inleiding Het jaar 2010 is wederom een enerverend jaar geweest voor de pensioenwereld.

Nadere informatie

Goed jaar Metro Pensioenfonds, toch geen verhoging pensioenen

Goed jaar Metro Pensioenfonds, toch geen verhoging pensioenen Verkort jaarverslag 2014 In dit verkorte jaarverslag 2014 zetten we de hoofdpunten uit het volledige jaarverslag van Metro Pensioenfonds voor u op een rij: we blikken terug op het pensioenjaar 2014 en

Nadere informatie

Verkort jaarverslag Woord van de voorzitter

Verkort jaarverslag Woord van de voorzitter Verkort jaarverslag 2015 Verkort jaarverslag 2015 In deze verkorte versie van het jaarverslag leest u op hoofdlijnen hoe het jaar 2015 voor het pensioenfonds is verlopen. U kunt het volledige jaarverslag

Nadere informatie

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart Stand van zaken SVG. 1 van 21

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart Stand van zaken SVG. 1 van 21 Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart 2016 Stand van zaken SVG 1 van 21 Programma Pensioenfonds SVG Financiële positie SVG Terugblik 2015 Vooruitblik 2016 Derivaten Vragen 2 van 21 Pensioenfonds

Nadere informatie

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan Dit financieel crisisplan is geschreven in het kader van artikel 145 van de Pensioenwet. Het crisisplan maakt deel uit van de beschrijving van de beheerste en integere

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds SABIC

Stichting Pensioenfonds SABIC Stichting Pensioenfonds SABIC Presentatie SPF tijdens algemene ledenvergadering VGSE 15 april 2010 Jan van den Berg, voorzitter SPF 1 Programma 1. Algemeen 2. Situatie SPF eind 2008 3. Ontwikkelingen SPF

Nadere informatie

Pensioenfonds Robeco. Populair Jaarverslag 2014

Pensioenfonds Robeco. Populair Jaarverslag 2014 Pensioenfonds Robeco Populair Jaarverslag 2014 2014 was een bewogen jaar voor Pensioenfonds Robeco door de sterk dalende rente en de veranderende wet- en regelgeving. In het jaarverslag blikken wij als

Nadere informatie