GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN"

Transcriptie

1 GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN Groningen, 8 maart 2005 Nr /10/A.18, RP Verzonden: 9 maart 2005 Bij brief van 14 januari 2003 hebben Burgemeester en Wethouders van de gemeente Delfzijl ons verzocht om goedkeuring te verlenen aan het door de raad van die gemeente bij besluit van 28 november 2002 vastgestelde bestemmingsplan "Partiële herziening bestemmingsplan Buitengebied Termunten - camping Klein Finland" (hierna: het plan). Het plan heeft betrekking op een ten noordoosten van de kern Wagenborgen, aan het Hondhalstermeer, gelegen terrein met een oppervlakte van ongeveer 8 hectare. Aan de zuidkant wordt dit terrein door een dijk van het Hondhalstermeer gescheiden. Met het plan wordt beoogd om ter plaatse de vestiging van vakantie- en recreatiepark Klein Finland mogelijk te maken ten behoeve van de heer J.W. Over te Wagenborgen. Dit zal bestaan uit een camping met een capaciteit van circa 76 standplaatsen voor stacaravans en kampeermiddelen (tenten, tentwagens, kampeerauto s of caravans), maximaal 6 trekkershutten en ten hoogste 55 recreatiewoningen in de vorm van Finse chalets. Daarnaast voorziet het plan in de mogelijkheid tot het oprichten van bebouwing ten dienste van het vakantie- en recrea-tiepark (douche- en toilletgelegenheden, kantoor/receptie, kampwinkel, restaurant, zwem-bad, sauna, tennisbaan en dergelijke) en in een dienstwoning. Tegen het plan zijn bij ons - in beschouwing te nemen - bedenkingen ingebracht door de Stichting Milieufederatie Groningen, geves tigd te Groningen (hierna: reclamante). Bij besluit van 11 augustus 2003, nr , RP, hebben wij het bestemmingsplan, onder ongegrondverklaring van de bedenkingen van reclamante, goedgekeurd. Tegen dit besluit heeft reclamante bij brief van 29 augustus 2003 beroep ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling bestuursrecht-spraak). Bij uitspraak van 11 augustus 2004 heeft de Afdeling, onder gegrondverklaring van het beroep, het bestreden besluit wegens strijd met artikel 3.46 van de Algemene wet bestuursrecht (het motiveringsbeginsel) vernietigd. In verband daarmee rust op ons de verplichting om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de aan uitspraak ten grondslag liggende overwegingen. Dit besluit dient te worden genomen en bekend gemaakt binnen de in artikel 28, tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) genoemde termijn van 6 maanden. Als begin van de termijn geldt de datum van openbaarmaking van de uitspraak, in dit geval 11 augustus Een en ander betekent dat wij vóór 10 februari 2005 omtrent de goedkeuring van het plan hadden dienen te beslissen. Bij brief van 15 februari 2005 heeft de Kleine Commissie ons omtrent de te nemen beslissing geadviseerd. Omtrent het door ons te nemen heroverwegingsbesluit overwegen wij als volgt. 1. Toepasselijke goedkeuringscriteria Krachtens artikel 28, tweede lid, van de WRO in samenhang met artikel 10:27 van de Awb dienen wij er op toe te zien dat het plan en de totstandkoming ervan niet in strijd zijn met het recht. Daarnaast rust op ons de taak om - in dit geval mede op basis van de ingebrachte bedenkingen - te beoordelen of het plan niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Daarbij dienen wij rekening te houden met de aan de gemeenteraad toekomende vrijheid om

2 bestemmingen aan te wijzen en voorschriften te geven die wij uit een oogpunt van goede ruimtelijke ordening nodig achten. Wij voegen daaraan nog het volgende toe. Een besluit omtrent de goedkeuring van een bestemmingsplan dient te worden genomen met inachtneming van het beleid zoals dat geldt ten tijde van het nemen van dat besluit (de zogeheten toetsing ex nunc ). Deze wijze van toetsing geldt evenzeer voor heroverwegings-besluiten die moeten worden genomen nadat een eerder besluit in beroep is vernietigd. Het Provinciaal Omgevingsplan (POP) vormt voor ons het primaire beoordelingskader. Daarnaast dienen wij in dit geval acht te slaan op het besluit van Provinciale Staten van 12 november 2003 omtrent de evaluatie van het moratorium op de vestiging van nieuwe recreatiebungalowparken. Verder dienen wij het plan te toetsen aan de doelstellingen van deel 3 van de in voorbereiding zijnde Nota Ruimte van het rijk. Indien blijkt dat het plan op één of meer onderdelen met het beleid in strijd is, dient (ambts-halve) te worden nagegaan of afwijking van het beleid mogelijk en gerechtvaardigd is. 2. Beoordeling van de bedenkingen Aantasting natuurwaarden Hondhalstermeer Reclamante heeft tegen het plan allereerst aangevoerd dat de realisering ervan tot gevolg zal hebben dat de natuurwaarden van het Hondhalstermeer, behorend tot de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), ernstig worden aangetast. Bij het vernietigde besluit hebben wij deze bedenking ongegrond verklaard, omdat het plan, gelet op de relatief geringe omvang van het park, naar onze mening geen ernstige aantast-ing van deze natuurwaarden met zich zal brengen. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft omtrent dit beroepsonderdeel als haar oordeel te kennen gegeven dat zij het door ons ingenomen standpunt niet onaannemelijk acht. Aangezien thans niet is gebleken van gewijzigde feiten of omstandigheden verklaren wij de bedenking wederom ongegrond. Verstoring van de toekomstige ecologische verbindingszone In de tweede plaats heeft reclamante als bedenking aangevoerd dat het plan een verstorende invloed zal hebben op de aan te leggen ecologische verbindingszone Midden Groningen doordat aan de rand ervan recreatiewoningen kunnen worden opgericht. Bij het vernietigde besluit hebben wij deze bedenking ongegrond verklaard. Daartoe is overwogen dat voor de verwezenlijking van deze verbindingszone, voor zover binnen het plangebied voorzien, een wijzigingsbevoegdheid ex artikel 11 van de WRO is opgenomen, zodat het plan niet in de weg staat aan de aanleg van de verbindingszone. Voorts is door ons in aanmerking genomen dat aan de zuidkant van het plangebied een strook met een breedte van ongeveer 10 meter is gereserveerd waar geen bebouwing is toegestaan. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft omtrent dit beroepsonderdeel als haar oordeel te kennen gegeven dat het niet aannemelijk is, gelet op hetgeen in het plan met het oog op de ecologische verbindingszone is geregeld gevoegd bij de omvang van het park, dat de geprojecteerde recreatiewoningen een ernstige verstoring van de zone tot gevolg zullen hebben. Aangezien thans niet is gebleken van gewijzigde feiten of omstandigheden verklaren wij deze bedenking wederom ongegrond. Verdichting van het landschap

3 Als derde bedenking heeft reclamante aangevoerd dat de realisering van het plan ertoe zal leiden dat het landschap ter plaatse in een ongewenste mate wordt verdicht. Daarbij is mede in aanmerking genomen dat de plaatsingsmogelijkheden van stacaravans niet zijn gelimiteerd en dat het plan zich er niet tegen verzet dat stacaravans een permanente standplaats innemen. Bij het vernietigde besluit hebben wij deze bedenking ongegrond verklaard. Daartoe hebben wij overwogen dat mogelijkheden die het plan biedt voor het oprichten van bebouwing en voor het plaatsen van kampeermiddelen, gelet op de omvang van het plangebied, uit een oogpunt van goede ruimtelijke ordening aanvaardbaar is. Voorts is er daarbij op gewezen dat de mogelijkheid tot het plaatsen van kampeermiddelen, waaronder stacaravans, weliswaar niet anders is beperkt dan door de omvang van het park, maar dat stacaravans, gelet op de definitie van het begrip kampeermiddelen in artikel 1, onder 4, van de planvoorschriften, seizoenplaatsen zullen innemen en dus aan het eind van het seizoen zullen worden verwijderd. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft omtrent dit beroepsonderdeel als haar oordeel te kennen gegeven dat de omstandigheid dat het aantal standplaatsen voor caravans niet aan een maximum is gebonden als zodanig, gelet op de omvang van het park, niet met zich behoeft te brengen dat zich een ernstige verdichting van het landschap zal voordoen. Wel heeft zij vastgesteld dat stacaravans niet onder de in artikel 1, onder 4, van de voorschriften gegeven omschrijving van het begrip kampeermiddelen vallen, waardoor stacaravans gedurende het gehele jaar op het park geplaatst kunnen worden. Aangezien het plan evenmin een verbod bevat om stacaravans permanent te bewonen, hebben wij volgens de Afdeling bestuursrechtspraak onvoldoende duidelijk gemaakt hoe plaatsing gedurende het hele jaar en permanente bewoning van stacaravans zullen worden tegengegaan. Naar aanleiding daarvan overwegen wij het volgende. Een stacaravan onderscheidt zich van de in artikel 1 onder 4, van de planvoorschriften opgesomde kampeermiddelen onder meer hierin dat het een bouwwerk betreft dat, hoewel verplaatsbaar, in beginsel permanent een standplaats inneemt. Gelet daarop zijn wij er in het vernietigde besluit ten onrechte vanuit gegaan dat de op het park te plaatsen stacaravans - evenals kampeermiddelen - seizoenplaatsen zullen innemen en dat deze aan het eind van het seizoen zullen worden verwijderd. De omstandigheid dat stacaravans gedurende het hele jaar op het park kunnen worden geplaatst, rechtvaardigt naar ons oordeel echter niet de conclusie dat mede daardoor sprake zal zijn van een verdichting van het plangebied die de grens van het aanvaardbare overschrijdt. Daarbij is mede in aanmerking genomen dat het park landschappelijk zal worden ingepast, waartoe aan de west- en zuidzijde van het plangebied de bestemming "groenvoorziening" is gelegd. In artikel 2, onder B, zesde lid, van de planvoorschriften is bepaald dat het verboden is de in het plan begrepen gronden en opstallen anders te gebruiken dan in overeenstemming met de aangegeven bestemming. In ieder geval mogen recreatiewoningen, trekkershutten en kampeermiddelen niet worden gebruikt voor permanente bewoning. Deze gebruiksbepaling is niet van toepassing op stacaravans, als bedoeld in artikel 2, onder A, van de planvoorschriften. Ons is gebleken dat het plan ook overigens geen voorschrift bevat op grond waarvan permanente bewoning van dergelijke opstallen kan worden tegengegaan. Wij achten dat niet aanvaardbaar, omdat een dergelijke vorm van gebruik in strijd is met de doelstelling van het plan en met de provinciale beleidsnota "toeristisch Groningen, een karaktervol perspectief". In verband daarmee onthouden wij goedkeuring aan artikel 2, onder B, zesde lid, van de planvoorschriften, opdat dit voorschrift op grond van artikel 30 van de WRO wordt herzien. Uit het voorgaande vloeit voort dat wij de hier besproken bedenking deels gegrond en deels ongegrond achten. Strijd met het moratorium

4 Tenslotte heeft reclamante aangevoerd dat de in het plan voorziene bouw van 55 recreatiewoningen strijdig is met het provinciale moratorium voor de aanleg van nieuwe recreatiebungalowparken. Bij het vernietigde besluit hebben wij deze bedenking ongegrond verklaard. Daartoe is overwogen dat het moratorium niet op het plan van toepassing is, omdat de hierin voorziene Finse chalets qua omvang, bouwstijl en uitstraling niet vergelijkbaar zijn met reguliere recreatiewoningen en omdat de potentiële gebruikers ervan niet zozeer zoals bij reguliere recreatiewoningen - gericht zijn op interne voorzieningen maar meer extern georiënteerd zijn. Als gevolg van deze verschillen zullen de chalets naar uw mening geen nadelige effecten hebben op de exploitatie van bestaande bungalowparken, zoals het moratorium beoogd te voorkomen. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft omtrent dit beroepsonderdeel als haar oordeel te kennen gegeven dat in de beleidsnotitie "Recreatiebungalowparken" uit 1997 staat dat wij de komende jaren geen medewerking verlenen aan de verwezenlijking van nieuwe recreatiebungalowparken. Blijkens het POP blijft dit zogenoemde moratorium voorlopig van kracht. Het moratorium heeft ten doel negatieve effecten van nieuwvestiging van bungalowparken, zoals leegstand en verpaupering van bestaande parken, te voorkomen. De Afdeling stelt vast dat de tekst van het POP geen aanknopingspunten biedt voor het standpunt dat het voorziene vakantie- en recreatieterrein niet onder het moratorium valt. Dat dit park door het Finse thema een andere uitstraling zou hebben dan de bestaande parken en dat het publiek van het park volgens ons meer extern zal zijn georiënteerd, doet, daargelaten de juistheid van dit standpunt, hieraan niet af. De Afdeling is dan ook van oordeel dat ons standpunt dat het voorziene recreatiepark niet in strijd is met het in het POP opgenomen moratorium niet kan worden gedragen door de daardoor aangevoerde argumenten. Naar aanleiding daarvan overwegen het volgende. In artikel 2, onder A (Beschrijving in Hoofdlijnen), van de planvoorschriften is - voor zover hier relevant - het volgende bepaald. "Op het kampeerterrein worden standplaatsen ingericht, bedoeld voor onder meer recreatiewoningen, uitsluitend in de vorm van Finse chalets, voor zover deze landschappelijk dezelfde uitstraling hebben als kampeermiddelen en stacaravans. Dat is het geval indien deze beperkt van oppervlak zijn, geen grotere hoogte hebben dan 2.60 meter, geen grotere dakhelling hebben dan 30 graden en in hout zijn opgetrokken. Het aantal te plaatsen chalets wordt beperkt tot 55 en deze mogen uitsluitend worden geplaatst op het terreingedeelte welke op de plankaart wordt aangeduid met "recreatiewoningen toegestaan". Volgens artikel 2, onder B, tweede lid, aanhef en sub c, van de voorschriften mogen ten hoogste 55 recreatiewoningen, uitsluitend in de vorm van Finse chalets, worden gebouwd; de oppervlakte van een recreatiewoning bedraagt ten hoogste 85 m2. Krachtens artikel 2, onder B, vierde lid, van de voorschriften mogen recreatiewoningen in de vorm van Finse chalets uitsluitend worden gebouwd op het op de plankaart met de aanduiding "recreatiewoningen toegestaan" voorziene plandeel. Naar ons huidige inzicht kan niet met vrucht staande worden gehouden dat het moratorium niet op het plan van toepassing zou zijn. Hoewel de in het plan voorziene Finse chalets een andere verschijningsvorm hebben dan reguliere recreatiebungalows, zijn wij van mening dat dit voor de vorm van verblijfsrecreatie niet uitmaakt. De chalets worden immers ingericht met het doel om daarin recreatief te verblijven. Daarnaast zullen op het park (interne) voorzieningen worden gecreëerd, waaronder een zwembad, sauna, tennisbaan, restaurant en een winkel. Gelet daarop achten wij het niet aannemelijk dat het onderhavige park zich onderscheidt van een regulier bungalowpark. Uit het voorgaande vloeit voort dat het plan, voor zover dit voorziet in de mogelijkheid tot plaatsing van maximaal 55 Finse chalets, in strijd is met het moratorium. Het moratorium betreft evenwel niet een concrete beleidsbeslissing of een zogenoemd essentieel element, waarvan slechts bij herziening van het POP kan worden afgeweken. Dat betekent dat het moratorium onder het "overige beleid" valt waarvan kan worden afgeweken, mits deugdelijk gemotiveerd. Voor een dergelijke afwijking zien wij in dit geval (gedeeltelijk) aanleiding. Daartoe overwegen wij het volgende. Bij besluit van 12 november 2003 hebben Provinciale Staten, op basis van de uitkomst van een onderzoek naar de werking van het moratorium, onder meer besloten om:

5 1. Het moratorium op de vestiging van nieuwe recreatiebungalowparken te handhaven, met dien verstande dat, los van de gereserveerde capaciteit in pijplijnprojecten, een beperkte uitbreiding bij bestaande parken, onder randvoorwaarden en passend binnen de kaders van het POP, acceptabel is; 2. Binnen het kader van het POP, ruimte te bieden voor kleinschalige ontwikkelingen (maximaal 10 recreatiebungalows en chalets/stacaravans groter dan 50 m2) bij verblijfsrecreatieve bedrijven. Voorwaarde daarbij is dat de recreatiebungalows en chalets/stacaravans qua exploitatie onderdeel uitmaken van het bedrijf en bestemd zijn voor toeristische verhuur. Hiervoor is de gebruikelijke planologische procedure en een zorgvuldige afweging met de belangen van natuur en landschap vereist. 3. Als richtlijn bij chalets (van één etage/stacaravans) een oppervlaktemaat van 50 m2 met een afwijkingsmogelijkheid van 10% te hanteren. Beneden deze grens vallen chalets overeenkomstig stacaravans niet onder de werking van het moratorium. In de Nota Ruimte van het rijk is - als van wezenlijk belang zijnde planologische kernbeslissing - bepaald dat nieuwe (complexen) recreatiewoningen slechts mogen worden toegestaan als het recreatieve gebruik ervan door middel van een bedrijfsmatige exploitatie kan worden verzekerd. Gebleken is dat burgemeester en wethouders van de gemeente Delfzijl bij besluit van 11 juli met toepassing van artikel 19 van de WRO (oud) - aan de exploitant van het onderhavige park bouwvergunning hebben verleend voor de bouw van Vakantie Recreatie- Conferentieoord "Klein Finland" op de tot het plangebied behorende gronden. Deze vergunning is verleend met gebruikmaking van de door ons bij besluit van 28 juni 2000 verleende verklaring van geen bezwaar. Van deze, na een bezwaar- en beroepsprocedure, onherroepelijk geworden vergunning is geen gebruik gemaakt. Op grond van de bouwvergunning mogen ter plaatse onder meer 6 recreatiewoningen worden gebouwd. Naar ons oordeel kunnen deze woningen worden aangemerkt als gereserveerde capaciteit, als bedoeld in het hiervoor aangehaalde statenbesluit (onderdeel 1). Voorts kan de exploitant naar wij menen aanspraak maken op de bouw van maximaal 10 recreatiewoningen of chalets/stacaravans met een grotere oppervlakte dan 50 m2, als bedoeld in dat besluit (onderdelen 1 en 2). Het feit dat in dit geval geen sprake is van een bestaand park doet daaraan naar ons oordeel niet af. Een andere opvatting zou immers impliceren dat het uitbreiden van een bestaand park met 10 recreatiewoningen of chalets wel mogelijk is en het tegelijk realiseren van die uitbreiding met de al toegekende capaciteit niet. Die opvatting kan niet als redelijk worden bestempeld. Het voorgaande impliceert dat wij het, in afwijking van het POP, gerechtvaardigd achten dat op het onderhavige park, maximaal 16 recreatiewoningen of chalets/ stacaravans met een grotere oppervlakte dan 50 m2 kunnen worden geplaatst, mits deze bedrijfsmatig worden geëxploiteerd. Het plan voorziet echter in een aanzienlijk groter aantal chalets/stacaravans. Bovendien is bedrijfsmatige exploitatie ervan in de planvoorschriften niet voorgeschreven. Gelet daarop onthouden wij goedkeuring aan het plandeel met de nadere aanduiding "recreatiewoningen toegestaan" en aan artikel 2, onder B, tweede lid, sub c, van de planvoorschriften. Naar aanleiding daarvan dienen de plankaart en de voorschriften, op grond van artikel 30 van de WRO, zodanig te worden herzien dat het aantal recreatiewoningen of stacaravans/chalets met een grotere oppervlakte dan 50 m2 wordt beperkt tot maximaal 16 en dat stacaravans/chalets voor het overige niet groter mogen zijn dan 50 m2. ln verband met de aard en omvang van deze herziening en het belang van de exploitant bij een spoedige uitvoering van het plan bepalen wij op grond van artikel 30, tweede lid, van de WRO, dat de termijn voor de vaststelling van een herzieningsplan maximaal 4 maanden bedraagt. Uit de aan ons gerichte brief van Burgemeester en Wethouders van 12 januari 2004 blijkt dat zij zich daarin kunnen vinden en daarom zullen bevorderen dat het plan zal worden herzien. In verband daarmee kan er in dit geval van worden afgezien om Burgemeester en Wethouders gelegenheid te geven tot het voeren van overleg als bedoeld in artikel 10:30, tweede lid, van de Awb. Uit het voorgaande volgt dat de hier besproken bedenking deels gegrond en deel ongegrond is. 3. Besluit Op grond van het voorgaande hebben wij besloten om: I. de bedenkingen van de Stichting Milieufederatie Groningen deels gegrond deels

6 ongegrond te verklaren; II. aan het bestemmingsplan "Partiële herziening bestemmingsplan buitengebied Termunten - camping Klein Finland" goedkeuring te onthouden voor zover het betreft: A. de aanduiding "recreatiewoningen toegestaan" op de plankaart; B. de volgende onderdelen van de bij het plan behorende voorschriften: 1. artikel 2, onder A, voor zover het betreft de zin "Het aantal te plaatsen chalets wordt beperkt tot 55 en deze mogen uitsluitend worden geplaatst op het terreingedeelte welke op de plankaart wordt aangeduid met "recreatiewoningen toegestaan"; 2. artikel 2, onder B, tweede lid, sub c, van de planvoorschriften 3. artikel 2, onder B, vierde lid 4. artikel 2, onder B, zesde lid; III. te bepalen dat de termijn waarbinnen een herzieningsplan moet worden vastgesteld maximaal 4 maanden bedraagt; IV. het bestemmingsplan "Partiële herziening bestemmingsplan buitengebied Termunten - camping Klein Finland" voor het overige goed te keuren. Groningen, 8 maart Gedeputeerde Staten voornoemd:, voorzitter., secretaris. Groningen, 8 maart 2005 Nr /10/A.18, RP

7 Verzonden: 9 maart 2005 Bij brief van 14 januari 2003 hebben Burgemeester en Wethouders van de gemeente Delfzijl ons verzocht om goedkeuring te verlenen aan het door de raad van die gemeente bij besluit van 28 november 2002 vastgestelde bestemmingsplan "Partiële herziening bestemmingsplan Buitengebied Termunten - camping Klein Finland" (hierna: het plan). Het plan heeft betrekking op een ten noordoosten van de kern Wagenborgen, aan het Hondhalstermeer, gelegen terrein met een oppervlakte van ongeveer 8 hectare. Aan de zuidkant wordt dit terrein door een dijk van het Hondhalstermeer gescheiden. Met het plan wordt beoogd om ter plaatse de vestiging van vakantie- en recreatiepark Klein Finland mogelijk te maken ten behoeve van de heer J.W. Over te Wagenborgen. Dit zal bestaan uit een camping met een capaciteit van circa 76 standplaatsen voor stacaravans en kampeermiddelen (tenten, tentwagens, kampeerauto s of caravans), maximaal 6 trekkershutten en ten hoogste 55 recreatiewoningen in de vorm van Finse chalets. Daarnaast voorziet het plan in de mogelijkheid tot het oprichten van bebouwing ten dienste van het vakantie- en recrea-tiepark (douche- en toilletgelegenheden, kantoor/receptie, kampwinkel, restaurant, zwem-bad, sauna, tennisbaan en dergelijke) en in een dienstwoning. Tegen het plan zijn bij ons - in beschouwing te nemen - bedenkingen ingebracht door de Stichting Milieufederatie Groningen, geves tigd te Groningen (hierna: reclamante). Bij besluit van 11 augustus 2003, nr , RP, hebben wij het bestemmingsplan, onder ongegrondverklaring van de bedenkingen van reclamante, goedgekeurd. Tegen dit besluit heeft reclamante bij brief van 29 augustus 2003 beroep ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling bestuursrecht-spraak). Bij uitspraak van 11 augustus 2004 heeft de Afdeling, onder gegrondverklaring van het beroep, het bestreden besluit wegens strijd met artikel 3.46 van de Algemene wet bestuursrecht (het motiveringsbeginsel) vernietigd. In verband daarmee rust op ons de verplichting om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de aan uitspraak ten grondslag liggende overwegingen. Dit besluit dient te worden genomen en bekend gemaakt binnen de in artikel 28, tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) genoemde termijn van 6 maanden. Als begin van de termijn geldt de datum van openbaarmaking van de uitspraak, in dit geval 11 augustus Een en ander betekent dat wij vóór 10 februari 2005 omtrent de goedkeuring van het plan hadden dienen te beslissen. Bij brief van 15 februari 2005 heeft de Kleine Commissie ons omtrent de te nemen beslissing geadviseerd. Omtrent het door ons te nemen heroverwegingsbesluit overwegen wij als volgt. 1. Toepasselijke goedkeuringscriteria Krachtens artikel 28, tweede lid, van de WRO in samenhang met artikel 10:27 van de Awb dienen wij er op toe te zien dat het plan en de totstandkoming ervan niet in strijd zijn met het recht. Daarnaast rust op ons de taak om - in dit geval mede op basis van de ingebrachte bedenkingen - te beoordelen of het plan niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Daarbij dienen wij rekening te houden met de aan de gemeenteraad toekomende vrijheid om bestemmingen aan te wijzen en voorschriften te geven die wij uit een oogpunt van goede ruimtelijke ordening nodig achten. Wij voegen daaraan nog het volgende toe. Een besluit omtrent de goedkeuring van een bestemmingsplan dient te worden genomen met inachtneming van het beleid zoals dat geldt ten tijde van het nemen van dat besluit (de zogeheten toetsing ex nunc ). Deze wijze van toetsing geldt evenzeer voor heroverwegings-besluiten die moeten worden genomen nadat een eerder besluit in beroep is vernietigd. Het Provinciaal Omgevingsplan (POP) vormt voor ons het primaire beoordelingskader. Daarnaast dienen wij in dit geval acht te slaan op het besluit van Provinciale Staten van 12 november 2003 omtrent de evaluatie van het moratorium op de vestiging van nieuwe recreatiebungalowparken. Verder dienen wij het plan te toetsen aan de doelstellingen van deel 3 van de in voorbereiding zijnde Nota Ruimte van het rijk.

8 Indien blijkt dat het plan op één of meer onderdelen met het beleid in strijd is, dient (ambts-halve) te worden nagegaan of afwijking van het beleid mogelijk en gerechtvaardigd is. 2. Beoordeling van de bedenkingen Aantasting natuurwaarden Hondhalstermeer Reclamante heeft tegen het plan allereerst aangevoerd dat de realisering ervan tot gevolg zal hebben dat de natuurwaarden van het Hondhalstermeer, behorend tot de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), ernstig worden aangetast. Bij het vernietigde besluit hebben wij deze bedenking ongegrond verklaard, omdat het plan, gelet op de relatief geringe omvang van het park, naar onze mening geen ernstige aantast-ing van deze natuurwaarden met zich zal brengen. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft omtrent dit beroepsonderdeel als haar oordeel te kennen gegeven dat zij het door ons ingenomen standpunt niet onaannemelijk acht. Aangezien thans niet is gebleken van gewijzigde feiten of omstandigheden verklaren wij de bedenking wederom ongegrond. Verstoring van de toekomstige ecologische verbindingszone In de tweede plaats heeft reclamante als bedenking aangevoerd dat het plan een verstorende invloed zal hebben op de aan te leggen ecologische verbindingszone Midden Groningen doordat aan de rand ervan recreatiewoningen kunnen worden opgericht. Bij het vernietigde besluit hebben wij deze bedenking ongegrond verklaard. Daartoe is overwogen dat voor de verwezenlijking van deze verbindingszone, voor zover binnen het plangebied voorzien, een wijzigingsbevoegdheid ex artikel 11 van de WRO is opgenomen, zodat het plan niet in de weg staat aan de aanleg van de verbindingszone. Voorts is door ons in aanmerking genomen dat aan de zuidkant van het plangebied een strook met een breedte van ongeveer 10 meter is gereserveerd waar geen bebouwing is toegestaan. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft omtrent dit beroepsonderdeel als haar oordeel te kennen gegeven dat het niet aannemelijk is, gelet op hetgeen in het plan met het oog op de ecologische verbindingszone is geregeld gevoegd bij de omvang van het park, dat de geprojecteerde recreatiewoningen een ernstige verstoring van de zone tot gevolg zullen hebben. Aangezien thans niet is gebleken van gewijzigde feiten of omstandigheden verklaren wij deze bedenking wederom ongegrond. Verdichting van het landschap Als derde bedenking heeft reclamante aangevoerd dat de realisering van het plan ertoe zal leiden dat het landschap ter plaatse in een ongewenste mate wordt verdicht. Daarbij is mede in aanmerking genomen dat de plaatsingsmogelijkheden van stacaravans niet zijn gelimiteerd en dat het plan zich er niet tegen verzet dat stacaravans een permanente standplaats innemen. Bij het vernietigde besluit hebben wij deze bedenking ongegrond verklaard. Daartoe hebben wij overwogen dat mogelijkheden die het plan biedt voor het oprichten van bebouwing en voor het plaatsen van kampeermiddelen, gelet op de omvang van het plangebied, uit een oogpunt van goede ruimtelijke ordening aanvaardbaar is. Voorts is er daarbij op gewezen dat de mogelijkheid tot het plaatsen van kampeermiddelen, waaronder stacaravans, weliswaar niet anders is beperkt dan door de omvang van het park, maar dat stacaravans, gelet op de definitie van het begrip kampeermiddelen in artikel 1, onder 4, van de planvoorschriften, seizoenplaatsen zullen innemen en dus aan het eind van het seizoen zullen worden verwijderd.

9 De Afdeling bestuursrechtspraak heeft omtrent dit beroepsonderdeel als haar oordeel te kennen gegeven dat de omstandigheid dat het aantal standplaatsen voor caravans niet aan een maximum is gebonden als zodanig, gelet op de omvang van het park, niet met zich behoeft te brengen dat zich een ernstige verdichting van het landschap zal voordoen. Wel heeft zij vastgesteld dat stacaravans niet onder de in artikel 1, onder 4, van de voorschriften gegeven omschrijving van het begrip kampeermiddelen vallen, waardoor stacaravans gedurende het gehele jaar op het park geplaatst kunnen worden. Aangezien het plan evenmin een verbod bevat om stacaravans permanent te bewonen, hebben wij volgens de Afdeling bestuursrechtspraak onvoldoende duidelijk gemaakt hoe plaatsing gedurende het hele jaar en permanente bewoning van stacaravans zullen worden tegengegaan. Naar aanleiding daarvan overwegen wij het volgende. Een stacaravan onderscheidt zich van de in artikel 1 onder 4, van de planvoorschriften opgesomde kampeermiddelen onder meer hierin dat het een bouwwerk betreft dat, hoewel verplaatsbaar, in beginsel permanent een standplaats inneemt. Gelet daarop zijn wij er in het vernietigde besluit ten onrechte vanuit gegaan dat de op het park te plaatsen stacaravans - evenals kampeermiddelen - seizoenplaatsen zullen innemen en dat deze aan het eind van het seizoen zullen worden verwijderd. De omstandigheid dat stacaravans gedurende het hele jaar op het park kunnen worden geplaatst, rechtvaardigt naar ons oordeel echter niet de conclusie dat mede daardoor sprake zal zijn van een verdichting van het plangebied die de grens van het aanvaardbare overschrijdt. Daarbij is mede in aanmerking genomen dat het park landschappelijk zal worden ingepast, waartoe aan de west- en zuidzijde van het plangebied de bestemming "groenvoorziening" is gelegd. In artikel 2, onder B, zesde lid, van de planvoorschriften is bepaald dat het verboden is de in het plan begrepen gronden en opstallen anders te gebruiken dan in overeenstemming met de aangegeven bestemming. In ieder geval mogen recreatiewoningen, trekkershutten en kampeermiddelen niet worden gebruikt voor permanente bewoning. Deze gebruiksbepaling is niet van toepassing op stacaravans, als bedoeld in artikel 2, onder A, van de planvoorschriften. Ons is gebleken dat het plan ook overigens geen voorschrift bevat op grond waarvan permanente bewoning van dergelijke opstallen kan worden tegengegaan. Wij achten dat niet aanvaardbaar, omdat een dergelijke vorm van gebruik in strijd is met de doelstelling van het plan en met de provinciale beleidsnota "toeristisch Groningen, een karaktervol perspectief". In verband daarmee onthouden wij goedkeuring aan artikel 2, onder B, zesde lid, van de planvoorschriften, opdat dit voorschrift op grond van artikel 30 van de WRO wordt herzien. Uit het voorgaande vloeit voort dat wij de hier besproken bedenking deels gegrond en deels ongegrond achten. Strijd met het moratorium Tenslotte heeft reclamante aangevoerd dat de in het plan voorziene bouw van 55 recreatiewoningen strijdig is met het provinciale moratorium voor de aanleg van nieuwe recreatiebungalowparken. Bij het vernietigde besluit hebben wij deze bedenking ongegrond verklaard. Daartoe is overwogen dat het moratorium niet op het plan van toepassing is, omdat de hierin voorziene Finse chalets qua omvang, bouwstijl en uitstraling niet vergelijkbaar zijn met reguliere recreatiewoningen en omdat de potentiële gebruikers ervan niet zozeer zoals bij reguliere recreatiewoningen - gericht zijn op interne voorzieningen maar meer extern georiënteerd zijn. Als gevolg van deze verschillen zullen de chalets naar uw mening geen nadelige effecten hebben op de exploitatie van bestaande bungalowparken, zoals het moratorium beoogd te voorkomen. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft omtrent dit beroepsonderdeel als haar oordeel te kennen gegeven dat in de beleidsnotitie "Recreatiebungalowparken" uit 1997 staat dat wij de komende jaren geen medewerking verlenen aan de verwezenlijking van nieuwe recreatiebungalowparken. Blijkens het POP blijft dit zogenoemde moratorium voorlopig van kracht. Het moratorium heeft ten doel negatieve effecten van nieuwvestiging van bungalowparken,

10 zoals leegstand en verpaupering van bestaande parken, te voorkomen. De Afdeling stelt vast dat de tekst van het POP geen aanknopingspunten biedt voor het standpunt dat het voorziene vakantie- en recreatieterrein niet onder het moratorium valt. Dat dit park door het Finse thema een andere uitstraling zou hebben dan de bestaande parken en dat het publiek van het park volgens ons meer extern zal zijn georiënteerd, doet, daargelaten de juistheid van dit standpunt, hieraan niet af. De Afdeling is dan ook van oordeel dat ons standpunt dat het voorziene recreatiepark niet in strijd is met het in het POP opgenomen moratorium niet kan worden gedragen door de daardoor aangevoerde argumenten. Naar aanleiding daarvan overwegen het volgende. In artikel 2, onder A (Beschrijving in Hoofdlijnen), van de planvoorschriften is - voor zover hier relevant - het volgende bepaald. "Op het kampeerterrein worden standplaatsen ingericht, bedoeld voor onder meer recreatiewoningen, uitsluitend in de vorm van Finse chalets, voor zover deze landschappelijk dezelfde uitstraling hebben als kampeermiddelen en stacaravans. Dat is het geval indien deze beperkt van oppervlak zijn, geen grotere hoogte hebben dan 2.60 meter, geen grotere dakhelling hebben dan 30 graden en in hout zijn opgetrokken. Het aantal te plaatsen chalets wordt beperkt tot 55 en deze mogen uitsluitend worden geplaatst op het terreingedeelte welke op de plankaart wordt aangeduid met "recreatiewoningen toegestaan". Volgens artikel 2, onder B, tweede lid, aanhef en sub c, van de voorschriften mogen ten hoogste 55 recreatiewoningen, uitsluitend in de vorm van Finse chalets, worden gebouwd; de oppervlakte van een recreatiewoning bedraagt ten hoogste 85 m2. Krachtens artikel 2, onder B, vierde lid, van de voorschriften mogen recreatiewoningen in de vorm van Finse chalets uitsluitend worden gebouwd op het op de plankaart met de aanduiding "recreatiewoningen toegestaan" voorziene plandeel. Naar ons huidige inzicht kan niet met vrucht staande worden gehouden dat het moratorium niet op het plan van toepassing zou zijn. Hoewel de in het plan voorziene Finse chalets een andere verschijningsvorm hebben dan reguliere recreatiebungalows, zijn wij van mening dat dit voor de vorm van verblijfsrecreatie niet uitmaakt. De chalets worden immers ingericht met het doel om daarin recreatief te verblijven. Daarnaast zullen op het park (interne) voorzieningen worden gecreëerd, waaronder een zwembad, sauna, tennisbaan, restaurant en een winkel. Gelet daarop achten wij het niet aannemelijk dat het onderhavige park zich onderscheidt van een regulier bungalowpark. Uit het voorgaande vloeit voort dat het plan, voor zover dit voorziet in de mogelijkheid tot plaatsing van maximaal 55 Finse chalets, in strijd is met het moratorium. Het moratorium betreft evenwel niet een concrete beleidsbeslissing of een zogenoemd essentieel element, waarvan slechts bij herziening van het POP kan worden afgeweken. Dat betekent dat het moratorium onder het "overige beleid" valt waarvan kan worden afgeweken, mits deugdelijk gemotiveerd. Voor een dergelijke afwijking zien wij in dit geval (gedeeltelijk) aanleiding. Daartoe overwegen wij het volgende. Bij besluit van 12 november 2003 hebben Provinciale Staten, op basis van de uitkomst van een onderzoek naar de werking van het moratorium, onder meer besloten om: 1. Het moratorium op de vestiging van nieuwe recreatiebungalowparken te handhaven, met dien verstande dat, los van de gereserveerde capaciteit in pijplijnprojecten, een beperkte uitbreiding bij bestaande parken, onder randvoorwaarden en passend binnen de kaders van het POP, acceptabel is; 2. Binnen het kader van het POP, ruimte te bieden voor kleinschalige ontwikkelingen (maximaal 10 recreatiebungalows en chalets/stacaravans groter dan 50 m2) bij verblijfsrecreatieve bedrijven. Voorwaarde daarbij is dat de recreatiebungalows en chalets/stacaravans qua exploitatie onderdeel uitmaken van het bedrijf en bestemd zijn voor toeristische verhuur. Hiervoor is de gebruikelijke planologische procedure en een zorgvuldige afweging met de belangen van natuur en landschap vereist. 3. Als richtlijn bij chalets (van één etage/stacaravans) een oppervlaktemaat van 50 m2 met een afwijkingsmogelijkheid van 10% te hanteren. Beneden deze grens vallen chalets overeenkomstig stacaravans niet onder de werking van het moratorium.

11 In de Nota Ruimte van het rijk is - als van wezenlijk belang zijnde planologische kernbeslissing - bepaald dat nieuwe (complexen) recreatiewoningen slechts mogen worden toegestaan als het recreatieve gebruik ervan door middel van een bedrijfsmatige exploitatie kan worden verzekerd. Gebleken is dat burgemeester en wethouders van de gemeente Delfzijl bij besluit van 11 juli met toepassing van artikel 19 van de WRO (oud) - aan de exploitant van het onderhavige park bouwvergunning hebben verleend voor de bouw van Vakantie Recreatie- Conferentieoord "Klein Finland" op de tot het plangebied behorende gronden. Deze vergunning is verleend met gebruikmaking van de door ons bij besluit van 28 juni 2000 verleende verklaring van geen bezwaar. Van deze, na een bezwaar- en beroepsprocedure, onherroepelijk geworden vergunning is geen gebruik gemaakt. Op grond van de bouwvergunning mogen ter plaatse onder meer 6 recreatiewoningen worden gebouwd. Naar ons oordeel kunnen deze woningen worden aangemerkt als gereserveerde capaciteit, als bedoeld in het hiervoor aangehaalde statenbesluit (onderdeel 1). Voorts kan de exploitant naar wij menen aanspraak maken op de bouw van maximaal 10 recreatiewoningen of chalets/stacaravans met een grotere oppervlakte dan 50 m2, als bedoeld in dat besluit (onderdelen 1 en 2). Het feit dat in dit geval geen sprake is van een bestaand park doet daaraan naar ons oordeel niet af. Een andere opvatting zou immers impliceren dat het uitbreiden van een bestaand park met 10 recreatiewoningen of chalets wel mogelijk is en het tegelijk realiseren van die uitbreiding met de al toegekende capaciteit niet. Die opvatting kan niet als redelijk worden bestempeld. Het voorgaande impliceert dat wij het, in afwijking van het POP, gerechtvaardigd achten dat op het onderhavige park, maximaal 16 recreatiewoningen of chalets/ stacaravans met een grotere oppervlakte dan 50 m2 kunnen worden geplaatst, mits deze bedrijfsmatig worden geëxploiteerd. Het plan voorziet echter in een aanzienlijk groter aantal chalets/stacaravans. Bovendien is bedrijfsmatige exploitatie ervan in de planvoorschriften niet voorgeschreven. Gelet daarop onthouden wij goedkeuring aan het plandeel met de nadere aanduiding "recreatiewoningen toegestaan" en aan artikel 2, onder B, tweede lid, sub c, van de planvoorschriften. Naar aanleiding daarvan dienen de plankaart en de voorschriften, op grond van artikel 30 van de WRO, zodanig te worden herzien dat het aantal recreatiewoningen of stacaravans/chalets met een grotere oppervlakte dan 50 m2 wordt beperkt tot maximaal 16 en dat stacaravans/chalets voor het overige niet groter mogen zijn dan 50 m2. ln verband met de aard en omvang van deze herziening en het belang van de exploitant bij een spoedige uitvoering van het plan bepalen wij op grond van artikel 30, tweede lid, van de WRO, dat de termijn voor de vaststelling van een herzieningsplan maximaal 4 maanden bedraagt. Uit de aan ons gerichte brief van Burgemeester en Wethouders van 12 januari 2004 blijkt dat zij zich daarin kunnen vinden en daarom zullen bevorderen dat het plan zal worden herzien. In verband daarmee kan er in dit geval van worden afgezien om Burgemeester en Wethouders gelegenheid te geven tot het voeren van overleg als bedoeld in artikel 10:30, tweede lid, van de Awb. Uit het voorgaande volgt dat de hier besproken bedenking deels gegrond en deel ongegrond is. 3. Besluit Op grond van het voorgaande hebben wij besloten om: I. de bedenkingen van de Stichting Milieufederatie Groningen deels gegrond deels ongegrond te verklaren; II. aan het bestemmingsplan "Partiële herziening bestemmingsplan buitengebied Termunten - camping Klein Finland" goedkeuring te onthouden voor zover het betreft: A. de aanduiding "recreatiewoningen toegestaan" op de plankaart; B. de volgende onderdelen van de bij het plan behorende voorschriften: 1. artikel 2, onder A, voor zover het betreft de zin "Het aantal te plaatsen chalets wordt beperkt tot 55 en deze mogen uitsluitend worden geplaatst op het terreingedeelte welke op de plankaart wordt aangeduid met "recreatiewoningen toegestaan"; 2. artikel 2, onder B, tweede lid, sub c, van de planvoorschriften 3. artikel 2, onder B, vierde lid 4. artikel 2, onder B, zesde lid; III. te bepalen dat de termijn waarbinnen een herzieningsplan moet worden vastgesteld maximaal 4 maanden bedraagt;

12 IV. het bestemmingsplan "Partiële herziening bestemmingsplan buitengebied Termunten - camping Klein Finland" voor het overige goed te keuren. Groningen, 8 maart Gedeputeerde Staten voornoemd:, voorzitter., secretaris.

ECLI:NL:RVS:2010:BK9955

ECLI:NL:RVS:2010:BK9955 ECLI:NL:RVS:2010:BK9955 Instantie Raad van State Datum uitspraak 20-01-2010 Datum publicatie 20-01-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200902404/1/R2 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2009:BK0125

ECLI:NL:RVS:2009:BK0125 ECLI:NL:RVS:2009:BK0125 Instantie Raad van State Datum uitspraak 14-10-2009 Datum publicatie 14-10-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200806200/1/R2 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273

ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273 ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-02-2013 Datum publicatie 18-02-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206332/1/R3 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Musselkanaal. Bijlagen bij de toelichting NL.IMRO.00370000BP0602- vastgesteld: 29 oktober 2007 goedgekeurd: 24 juni 2008 onherroepelijk: 30 juli 2009

Musselkanaal. Bijlagen bij de toelichting NL.IMRO.00370000BP0602- vastgesteld: 29 oktober 2007 goedgekeurd: 24 juni 2008 onherroepelijk: 30 juli 2009 Musselkanaal NL.IMRO.00370000BP0602- vastgesteld: 29 oktober 2007 goedgekeurd: 24 juni 2008 onherroepelijk: 30 juli 2009 Bijlagen bij de toelichting BIJLAGE 1 Berekening luchtkwaliteit BIJLAGE 2 Inspraak-

Nadere informatie

Gemeente Aalten. Bestemmingsplan. Buitengebied. Groot Deunkweg Aalten 6

Gemeente Aalten. Bestemmingsplan. Buitengebied. Groot Deunkweg Aalten 6 Bestemmingsplan Gemeente Aalten Buitengebied Groenenveld Aalten 2007, in Groot Deunkweg Aalten 6 TOELICHTING 1. Aanleiding Op 16 juni 2010 (nr. 200806665/1/R2) heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van

Nadere informatie

Uitspraak 200904084/1/R2 gevonden via '' d eze uitsp raa k il de ze uitsp ra ak Page 1 of 4 Uitspraken ZAAKNUMMER 200904084/1/R2 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 24 maart 2010 TEGEN het college van gedeputeerde

Nadere informatie

Noord Beveland Landgoed De Groote Duynen. 1 e wijziging bestemmingsplan

Noord Beveland Landgoed De Groote Duynen. 1 e wijziging bestemmingsplan Noord Beveland Landgoed De Groote Duynen 1 e wijziging bestemmingsplan 1e Wijziging bestemmingsplan 'Landgoed De Groote Duynen' Noord Beveland wijzigingsplan identificatie planstatus identificatiecode:

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BT6665

ECLI:NL:RVS:2011:BT6665 ECLI:NL:RVS:2011:BT6665 Instantie Raad van State Datum uitspraak 05-10-2011 Datum publicatie 05-10-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201009255/1/R1 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

GEMEENTE BREDA WIJZIGING BESTEMMINGSPLAN BINNENSTAD SOPHIASTRAAT - VALKENBERG

GEMEENTE BREDA WIJZIGING BESTEMMINGSPLAN BINNENSTAD SOPHIASTRAAT - VALKENBERG GEMEENTE BREDA WIJZIGING BESTEMMINGSPLAN BINNENSTAD SOPHIASTRAAT - VALKENBERG WIJZIGING BESTEMMINGSPLAN BINNENSTAD SOPHIASTRAAT - VALKENBERG (EX. ART. 11 WRO) INHOUD. 1. Toelichting. 2. Voorschriften.

Nadere informatie

Feitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen.

Feitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen. Onderwerp Uitspraak RvS inzake wijzigingsbesluit Duinweg 56 Collegevoorstel Zaaknummer: OLOGMM27 Inleiding Op 30 november 2010 heeft uw college besloten het wijzigingsbesluit Duinweg 56, Drunen vast te

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2017:3205

ECLI:NL:RBOBR:2017:3205 ECLI:NL:RBOBR:2017:3205 Instantie Datum uitspraak 12-06-2017 Datum publicatie 21-06-2017 Zaaknummer 17_175 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Omgevingsrecht Eerste

Nadere informatie

GEMEENTE VELDHOVEN. Bestemmingsplan Reparatie Kernrandgebied, Grote Kerkepad 35. Toelichting

GEMEENTE VELDHOVEN. Bestemmingsplan Reparatie Kernrandgebied, Grote Kerkepad 35. Toelichting GEMEENTE VELDHOVEN Bestemmingsplan Reparatie Kernrandgebied, Grote Kerkepad 35 Toelichting NL.IMRO. 0861.BP00038-0401/ Vastgesteld Projectnr. 023-726 / 7 oktober 2014 INHOUD BLZ 1. AANLEIDING... 3 2. BESTEMMINGSPLAN

Nadere informatie

Uitspraak /1/R3

Uitspraak /1/R3 pagina 1 van 5 Uitspraak 201410290/1/R3 Datum van uitspraak: woensdag 28 oktober 2015 Tegen: het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant Proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig Rechtsgebied:

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Afdeling; Uw kenmerk. lichandelcnd ambtenaar

Afdeling bestuursrechtspraak. Afdeling; Uw kenmerk. lichandelcnd ambtenaar Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak 'AAKNR. Raad van de gemeente Etten-Leur Postbus 10100 4870 GA ETTEN LEUR i^öcfliuninrch 015 Afdeling; 0 \AJ Vertronwa^k OA NEE Datum Ons numntci 25 februari 2015

Nadere informatie

LJN: BO2154,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/2913 en 10/3065

LJN: BO2154,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/2913 en 10/3065 LJN: BO2154,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/2913 en 10/3065 Print uitspraak Datum uitspraak: 22-10-2010 Datum publicatie: 29-10-2010 Rechtsgebied: Bouwen Soort procedure: Voorlopige

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:AZ9546

ECLI:NL:RVS:2007:AZ9546 ECLI:NL:RVS:2007:AZ9546 Instantie Raad van State Datum uitspraak 28-02-2007 Datum publicatie 28-02-2007 Zaaknummer 200602364/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=br1...

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=br1... pagina 1 van 5 LJN: BR1463, Raad van State, 201011448/1/H1 Datum 13-07-2011 uitspraak: Datum 13-07-2011 publicatie: Rechtsgebied: Bouwen Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij besluit van

Nadere informatie

(ONTWERP)OMGEVINGSVERGUNNING

(ONTWERP)OMGEVINGSVERGUNNING (ONTWERP)OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan Mevr. S.D. van der Veen voor het oprichten van een kleinschalige koffie- en theeschenkerij met kleine kaart en tevens verkoop van meubelen, curiosa, planten en

Nadere informatie

Skuniadyk 14 te Bakhuizen

Skuniadyk 14 te Bakhuizen 28 e Ontwerp-wijzigingsplan ex artikel 3.6 lid 1 onder a Wro van het Bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Gaasterlân-Sleat Skuniadyk 14 te Bakhuizen G E M E E N T E G A A S T E R L Â N - S L E

Nadere informatie

2. Beoordeling. 2.4 Artikel 2.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: de Wabo)

2. Beoordeling. 2.4 Artikel 2.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: de Wabo) LJN: BP4832,Voorzieningenrechter Rechtbank Breda, 11/816 Print uitspraak Datum uitspraak: 16-02-2011 Datum publicatie: 16-02-2011 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Voorlopige voorziening

Nadere informatie

Registratienummer: Besluit omgevingsvergunning Elswoutshoek

Registratienummer: Besluit omgevingsvergunning Elswoutshoek Registratienummer: 2016003300 Besluit omgevingsvergunning Elswoutshoek Op 22 mei 2015 is namens de heer J.W. Slewe te Overveen een aanvraag omgevingsvergunning ingediend voor de activiteit handelen in

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BZ2509

ECLI:NL:RVS:2013:BZ2509 ECLI:NL:RVS:2013:BZ2509 Instantie Raad van State Datum uitspraak 27-02-2013 Datum publicatie 27-02-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201204293/1/R3 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2006:AV6241

ECLI:NL:RVS:2006:AV6241 ECLI:NL:RVS:2006:AV6241 Instantie Raad van State Datum uitspraak 22-03-2006 Datum publicatie 22-03-2006 Zaaknummer 200506182/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. PÖ/JLolS/ \OU& 1 8 DEC 2013. Routing

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. PÖ/JLolS/ \OU& 1 8 DEC 2013. Routing Provinciale Staten van Overijsse PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. PÖ/JLolS/ \OU& Dat. 1 8 DEC 2013 ontv.: Routing a.d. Bijl.: Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 augustus 2015;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 augustus 2015; De raad van de gemeente Losser; Overwegende dat het bestemmingsplan Luttermolenveld, 1 e partiële herziening gedurende zes weken in ontwerp ter visie heeft gelegen; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Uitspraak /1/R2

Uitspraak /1/R2 pagina 1 van 5 Uitspraak 201404071/1/R2 Datum van uitspraak: woensdag 28 januari 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: 201404071/1/R2. Datum uitspraak: 28 januari 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2005:AU8440

ECLI:NL:RVS:2005:AU8440 ECLI:NL:RVS:2005:AU8440 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-12-2005 Datum publicatie 21-12-2005 Zaaknummer 200502884/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

P l a n r e g e l s vrs

P l a n r e g e l s vrs P l a n r e g e l s 012.10.01.02.00.vrs I n h o u d s o p g a v e Artikel 1 Relatie met het vigerende bestemmingsplan 3 Artikel 2 Wonen 4 Artikel 3 Geluidzone (dubbelbestemming) 9 Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing bij projectbesluit ten behoeve van Sport & Science, Hoeflingweg 20 te Lochem

Ruimtelijke onderbouwing bij projectbesluit ten behoeve van Sport & Science, Hoeflingweg 20 te Lochem Ruimtelijke onderbouwing bij projectbesluit ten behoeve van Sport & Science, Hoeflingweg 20 te Lochem Inleiding Bij besluit van 28 juli 2010 hebben burgemeester en wethouders van Lochem aan Sport & Science

Nadere informatie

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is Essentie uitspraak: Het bestemmingsplan maakt uitbreiding van een tankstation niet mogelijk. De milieuvergunning mag, vanwege het ruimtelijke feit, worden geweigerd. De gemeente is niet verplicht om het

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2008:BD0344

ECLI:NL:RVS:2008:BD0344 ECLI:NL:RVS:2008:BD0344 Instantie Raad van State Datum uitspraak 23-04-2008 Datum publicatie 23-04-2008 Zaaknummer 200706205/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:BB4709

ECLI:NL:RVS:2007:BB4709 ECLI:NL:RVS:2007:BB4709 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-10-2007 Datum publicatie 03-10-2007 Zaaknummer 200702080/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:2790

ECLI:NL:RVS:2014:2790 1 van 6 28-7-2014 15:37 ECLI:NL:RVS:2014:2790 Instantie Raad van State Datum uitspraak 23-07-2014 Datum publicatie 23-07-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden 201400507/1/R3 Bestuursrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

afdeling ruimtelijke en economische ontwikkeling, I. Feenstra, telefoonnummer (0521) ;

afdeling ruimtelijke en economische ontwikkeling, I. Feenstra, telefoonnummer (0521) ; Raadsvoorstel nr. : 2002/180 Aan de gemeenteraad. Raadsvergadering : 17 december 2002 Agendapunt : 19 Steenwijk, 3 december 2002. Onderwerp: Rijstelling bestemmingsplan Giethoorn 1994 Voorstel besluit

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2006:AZ1751

ECLI:NL:RVS:2006:AZ1751 ECLI:NL:RVS:2006:AZ1751 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-11-2006 Datum publicatie 08-11-2006 Zaaknummer 200606784/2 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Voorlopige

Nadere informatie

Gemeenteraad. Onderwerp: Volgnummer Vaststellen bestemmingsplan 'partiële herziening 1 Buitengebied Lith '. Dienst/afdeling SRO

Gemeenteraad. Onderwerp: Volgnummer Vaststellen bestemmingsplan 'partiële herziening 1 Buitengebied Lith '. Dienst/afdeling SRO Gemeenteraad Onderwerp: Volgnummer 2015-53 Vaststellen bestemmingsplan 'partiële herziening 1 Buitengebied Lith - 2013'. Dienst/afdeling SRO De raad van de gemeente Oss; gezien het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing bij Wabo Projectbesluit

Ruimtelijke onderbouwing bij Wabo Projectbesluit Ruimtelijke onderbouwing bij Wabo Projectbesluit ten behoeve van de realisatie van 8 rijwoningen in plaats van 7 op een perceel bouwterrein gelegen aan Het Wilgert te Epse Inleiding Tussen de straten Het

Nadere informatie

Facetbestemmingsplan Recreatie. 20 juni 2013

Facetbestemmingsplan Recreatie. 20 juni 2013 Facetbestemmingsplan Recreatie 20 juni 2013 1. Inleiding Er zijn 2 aanleidingen voor het opstellen van het facetbestemmingsplan Recreatie. De eerste aanleiding is het opstellen van een nieuw Beleidsplan

Nadere informatie

/1/R3 7 9 april 2014 lngevolge artikel 8, lid 8.1, van de planregels zijn de voor - "Gemengd 1" aangewezen gronden bestemd voor: a. culturele

/1/R3 7 9 april 2014 lngevolge artikel 8, lid 8.1, van de planregels zijn de voor - Gemengd 1 aangewezen gronden bestemd voor: a. culturele 201305620/1/R3 7 9 april 2014 lngevolge artikel 8, lid 8.1, van de planregels zijn de voor - "Gemengd 1" aangewezen gronden bestemd voor: a. culturele, sport- en recreatieve voorzieningen uit ten hoogste

Nadere informatie

VERZONDEN 12 OEC. 2013

VERZONDEN 12 OEC. 2013 Provincie' Noord-Brabant Brabantlaan 1 Postbus 90151 Besluit 5200 MC 's-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 1 1 15 info@brabant.nl www.brabant.nl Bank ING 67.45.60.043 VERZONDEN 12 OEC.

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3854

ECLI:NL:RVS:2014:3854 ECLI:NL:RVS:2014:3854 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-10-2014 Datum publicatie 29-10-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201401837/1/R1 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BW8140

ECLI:NL:RVS:2012:BW8140 ECLI:NL:RVS:2012:BW8140 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-06-2012 Datum publicatie 13-06-2012 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201111524/1/A1 en

Nadere informatie

Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende voorwaarden... 3 Hoofdstuk 2 Ruimtelijke randvoorwaarden... 5

Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende voorwaarden... 3 Hoofdstuk 2 Ruimtelijke randvoorwaarden... 5 1 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende voorwaarden... 3 Artikel 1 Definities... 3 Hoofdstuk 2 Ruimtelijke randvoorwaarden... 5 Artikel 2 Recreatie... 5 Gemeente Gilze en Rijen 2 Ruimtelijke randvoorwaarden

Nadere informatie

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 8

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 8 ~T~~'~~'~.~.~~~ ~ c~~l~n~ ~c~st~.lu~al~~ht~~~~a~z~ Raad van de gemeente Haaksbergen Postbus 102 7480 AC HAAKSBERGEN Datum Ons nummer Uw kenmerk 7 april 2010 200905037/1 /R2 V.~~i~~;~~~ ~ ~' ~-tf~i~~é~:~~a-.r~~a~~r~

Nadere informatie

Commissie van advies voor de bezwaarschriften

Commissie van advies voor de bezwaarschriften Commissie van advies voor de bezwaarschriften Advies van de Commissie van advies voor de bezwaarschriften aan het college van burgemeester en wethouders van Asten alsmede aan de gemeenteraad van de gemeente

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK i 201307056/1/R3. Datum uitspraak: AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: en de vennootschap onder firma A2 Catering en Organisatie, gevestigd te Waalre, waarvan de vennoten zijn

Nadere informatie

Wijziging Verordening ruimte 2014, actualisatie 2017

Wijziging Verordening ruimte 2014, actualisatie 2017 Wijziging Verordening ruimte 2014, actualisatie 2017 Nota van wijzigingen Vastgesteld Gedeputeerde Staten Datum 13 juni 2017 1 Inleiding Voor u ligt de Nota van wijzigingen behorende bij de Wijziging

Nadere informatie

LJN: BP5782,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/3720 en 11/207

LJN: BP5782,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/3720 en 11/207 LJN: BP5782,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/3720 en 11/207 Datum uitspraak: 16-02-2011 Datum publicatie: 25-02-2011 Rechtsgebied: Bouwen Soort procedure: Voorlopige voorziening+bodemzaak

Nadere informatie

Afdeling: CZ Leiderdorp, 31 oktober 2006

Afdeling: CZ Leiderdorp, 31 oktober 2006 Agendapunt 15 2006 VOORSTELLEN Nr. 185 (1) Afdeling: CZ Leiderdorp, 31 oktober 2006 Onderwerp: Beslissing op bezwaar afwijzing planschade Spiegheldreef 2 Aan de raad. Beslispunten 1. het bezwaarschrift

Nadere informatie

De gemeenteraad heeft mij verzocht de gemeenteraad in de bezwaarprocedure te vertegenwoordigen en hem waar nodig nader van advies te dienen.

De gemeenteraad heeft mij verzocht de gemeenteraad in de bezwaarprocedure te vertegenwoordigen en hem waar nodig nader van advies te dienen. PER FALK COURIER Aan de gemeenteraad van Boxmeer Postbus 450 5830 AL BOXMEER Nijmegen, 25 oktober 2006 Ons kenmerk : 20041655 TL/cb Inzake : Boxmeer/Windenergie Doorkiesnummer : 024-382 83 94 Direct faxnummer:

Nadere informatie

verzoek om vrijstelling voor het verbouwen van een voormalige griendkeet tot vakantiewoning aan de Hamseweg te Hooge Zwaluwe.

verzoek om vrijstelling voor het verbouwen van een voormalige griendkeet tot vakantiewoning aan de Hamseweg te Hooge Zwaluwe. Aan de Raad Made, 08-05-2007 Raadsvergadering: 21-06-2007 Nummer raadsnota: 20 Onderwerp: verzoek om vrijstelling voor het verbouwen van een voormalige griendkeet tot vakantiewoning aan de Hamseweg te

Nadere informatie

de Rechtspraak Rechtbank Noord-Holland het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland Postbus 1000 1140 BA Monnickendam

de Rechtspraak Rechtbank Noord-Holland het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland Postbus 1000 1140 BA Monnickendam Gemeente Watertand 2 4 APR 2015 INGEKOMEN de Rechtspraak Rechtbank Noord-Holland Gemeente Waterland APR' ZO ( (4ESCAND datum onderdeel contactpersoon doorkiesnummer ons kenmerk uw kenmerk bijlage(n) faxnummer

Nadere informatie

Projectbesluit Watermolendijk 3 Eelde

Projectbesluit Watermolendijk 3 Eelde Projectbesluit Watermolendijk 3 Eelde Gemeente Tynaarlo Oktober 2011 NL.IMRO.1730.PBWatermolendijk3-0401 Projectgebied Inhoudsopgave 1. Inleiding... 4 2. Huidige en beoogde situatie... 5 2.1 Beschrijving

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2005:AT0508

ECLI:NL:RVS:2005:AT0508 ECLI:NL:RVS:2005:AT0508 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-03-2005 Datum publicatie 16-03-2005 Zaaknummer 200409156/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied -Zuid, eerste herziening

Bestemmingsplan Buitengebied -Zuid, eerste herziening Bestemmingsplan Buitengebied -Zuid, eerste herziening Bestemmingsplan Buitengebied -Zuid, eerste herziening Inhoud Toelichting Regels Plankaart 26 januari 2012 Projectnummer 024.00.01.20.60.00 T o e

Nadere informatie

Betreft: Waterland Bp. Buitengebied Waterland 2013, uw nummer 201304565/1/R1

Betreft: Waterland Bp. Buitengebied Waterland 2013, uw nummer 201304565/1/R1 C.G.M. Neppelenbroek Overlekergouw 3 1151 CX Broek in Waterland Aangetekend Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Postbus 20019 2500 EA Den Haag Broek in Waterland, 25 juli 2013 Betreft: Waterland

Nadere informatie

Commissie voor de Bezwaarschriften

Commissie voor de Bezwaarschriften Commissie voor de Bezwaarschriften Het college van burgemeester en wethouders van Ede kenmerk bezwaarschrift datum registratienummer behandeld door Doorkiesnummer E-mail bezwaarschrift - 14-03-2014 783832

Nadere informatie

Uitspraak /1/R1 Raad van State

Uitspraak /1/R1 Raad van State pagina 1 van 5 Uitspraak 201507082/1/R1 Datum van uitspraak: woensdag 16 maart 2016 Tegen: de raad van de gemeente Beesel Proceduresoort: Eerste aanleg - enkelvoudig Rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/default.aspx

http://zoeken.rechtspraak.nl/default.aspx pagina 1 van 5 LJN: BO4229, Raad van State, 200910277/1/R2 Datum 17-11-2010 uitspraak: Datum 17-11-2010 publicatie: Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie:Bij

Nadere informatie

Op onderstaande luchtfoto is de locatie aangeduid met een rode omcirkeling.

Op onderstaande luchtfoto is de locatie aangeduid met een rode omcirkeling. Raadsvoorstel no. R2015.0011 Agendapunt no. 13 Onderwerp Verklaring van geen bedenkingen Stierop 3 Uitgeest, 14 april 2015 Aan de gemeenteraad Aanleiding Op 2 juli 2014 is er een aanvraag omgevingsvergunning

Nadere informatie

Aan- en uitbouw Een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.

Aan- en uitbouw Een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw. BEGRIPSBEPALINGEN Aan- en uitbouw Een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw. Aansluitend terrein / erf Al dan niet bebouwd perceel, of een

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2015:7536

ECLI:NL:RBNHO:2015:7536 ECLI:NL:RBNHO:2015:7536 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 09-09-2015 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer AWB - 15 _ 835 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Omgevingsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345

ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345 ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345 Instantie Datum uitspraak 16-04-2004 Datum publicatie 26-04-2004 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-hertogenbosch Awb 03 / 930 GEMWT

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak CC GELDERMALSEN. Behandelend ambtenaar F.J. Gode

Afdeling bestuursrechtspraak CC GELDERMALSEN. Behandelend ambtenaar F.J. Gode Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Gemeente Geldermalsen Afd./nr. 2 JUL 20U Raad van de gemeente Geldermalsen Postbus 112 14.010290 4190 CC GELDERMALSEN III Mil Mil Ml Ml III II Datum Ons nummer

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2006:AY6746

ECLI:NL:RVS:2006:AY6746 ECLI:NL:RVS:2006:AY6746 Instantie Raad van State Datum uitspraak 23-08-2006 Datum publicatie 23-08-2006 Zaaknummer 200510435/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Het uitbreiden van de camping op het perceel Provincialeweg 6 in Doeveren

Het uitbreiden van de camping op het perceel Provincialeweg 6 in Doeveren Raad Onderwerp: V20100394 Het uitbreiden van de camping op het perceel Provincialeweg 6 in Doeveren Raadsvoorstel Inleiding: Op 26 juni 2008 is een verzoek ingediend door de familie Boll uit Doeveren om

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2005:AU2986

ECLI:NL:RVS:2005:AU2986 ECLI:NL:RVS:2005:AU2986 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-09-2005 Datum publicatie 21-09-2005 Zaaknummer 200502262/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

(ontwerp) Projectbesluit Hogeweg 30 Zuidlaren

(ontwerp) Projectbesluit Hogeweg 30 Zuidlaren (ontwerp) Projectbesluit Hogeweg 30 Zuidlaren Gemeente Tynaarlo december 2011 NL.IMRO.1730.PBHoge30ZLR-0301 Projectgebied Inhoudsopgave 1. Inleiding... 4 2. Huidige en beoogde situatie... 5 2.1 Beschrijving

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET PLAATSEN VAN (MODEL) TUINHUISJES AAN DE NIEUWE RIJKSWEG 25 TE S-HEER HENDRIKSKINDEREN

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET PLAATSEN VAN (MODEL) TUINHUISJES AAN DE NIEUWE RIJKSWEG 25 TE S-HEER HENDRIKSKINDEREN RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET PLAATSEN VAN (MODEL) TUINHUISJES AAN DE NIEUWE RIJKSWEG 25 TE S-HEER HENDRIKSKINDEREN Versie 2, d.d. 18 augustus 2011 Afdeling Stadsontwikkeling M. Jonker Inhoud 1.

Nadere informatie

Daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft de raad een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

Daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft de raad een schriftelijke uiteenzetting gegeven. Essentie uitspraak: De door [appellant] gestelde beperking van de bedrijfsvoering in verband met de inwerkingtreding van het Activiteitenbesluit is dan ook geen gevolg van de vaststelling van het plan.

Nadere informatie

Bestemmingsplan Doublet- en Geleenstraat 1e herziening. Vastgesteld

Bestemmingsplan Doublet- en Geleenstraat 1e herziening. Vastgesteld Bestemmingsplan Doublet- en Geleenstraat 1e herziening Vastgesteld Vastgesteld, d.d. 28 juni 2018 bestemmingsplan Doublet- en Geleenstraat 1e herziening (vastgesteld) Inhoudsopgave Bijlagen bij de toelichting

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen ECLI:NL:RVS:2013:375 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201209590/1/A1 Eerste

Nadere informatie

Wijzigingsplan Zuidhoek, 1e wijziging

Wijzigingsplan Zuidhoek, 1e wijziging Wijzigingsplan Zuidhoek, 1e wijziging 2 Inhoudsopgave Toelichting 5 Hoofdstuk 1 Inleiding 7 Hoofdstuk 2 De planwijziging 9 Hoofdstuk 3 Het beleidskader 13 Hoofdstuk 4 Omgevingsonderzoeken 15 Hoofdstuk

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2001:AB2287

ECLI:NL:RVS:2001:AB2287 ECLI:NL:RVS:2001:AB2287 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-05-2001 Datum publicatie 13-11-2001 Zaaknummer 200003521/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Omgevingsrecht

Nadere informatie

Nota van zienswijzen bestemmingsplan Herontwikkeling Duynpark Zwanenwater 1: De Geus Troost B.V. A: Het bestemmingsplan is behoorlijk flexibel. Er is

Nota van zienswijzen bestemmingsplan Herontwikkeling Duynpark Zwanenwater 1: De Geus Troost B.V. A: Het bestemmingsplan is behoorlijk flexibel. Er is Nota van zienswijzen bestemmingsplan Herontwikkeling Duynpark Zwanenwater 1: De Geus Troost B.V. A: Het bestemmingsplan is behoorlijk flexibel. Er is geen sprake van specifieke bouwvlakken. Dit betekent

Nadere informatie

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela 2012 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Begrippen... 3 Het beleid uit 2005... 4 Vraagstelling... 4 Planologisch kader... 4 Juridisch

Nadere informatie

Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren

Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren ONTWERP Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begripsbepalingen

Nadere informatie

Uitspraak /1/R3

Uitspraak /1/R3 pagina 1 van 5 Uitspraak 201402066/1/R3 Datum van uitspraak: woensdag 22 april 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: 201402066/1/R3. Datum uitspraak: 22 april 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK de raad

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:2831

ECLI:NL:RBROT:2017:2831 ECLI:NL:RBROT:2017:2831 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-04-2017 Datum publicatie 04-05-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie ROT-17_1857-ROT-17_1856 Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2008:BC7090

ECLI:NL:RVS:2008:BC7090 ECLI:NL:RVS:2008:BC7090 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-03-2008 Datum publicatie 19-03-2008 Zaaknummer 200704474/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201 304470/1/RI. Datum uitspraak: 27 november 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Koninklijke Jongeneel

Nadere informatie

Kern Klundert 1 e herziening. identificatiecode: datum: status:

Kern Klundert 1 e herziening. identificatiecode: datum: status: Moerdijk Kern Klundert 1 e herziening bestemmingsplan identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.1709.kernklundert1eherz-0001 21-01-2009 concept 20-05-2009 ontwerp projectnummer:

Nadere informatie

Bijlage 1: Overzicht belangrijkste wijzigingen

Bijlage 1: Overzicht belangrijkste wijzigingen Bijlage 1: Overzicht belangrijkste wijzigingen Bestemmingsplan Wergea Voorontwerp Bestemmingsplan Wergea Voorontwerp Overzicht belangrijkste wijzigingen* In dit overzicht zijn de belangrijkste wijzigingen

Nadere informatie

Uitspraak /1/R2

Uitspraak /1/R2 1 van 5 20-05-2015 15:54 Uitspraak 201406459/1/R2 Datum van uitspraak: woensdag 20 mei 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: 201406459/1/R2. Datum uitspraak: 20 mei 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Nadere informatie

V A L K E N S WA A R. D

V A L K E N S WA A R. D G E M E E N T E V A L K E N S WA A R. D Agendapunt commissie: steller telefoonnummer email C. Evers 678 cev(o)valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 10raad00743 onderwerp Vaststellen

Nadere informatie

1)estuursreclaqirA,IL

1)estuursreclaqirA,IL Raad vanstate 1)estuursreclaqirA,IL Raad van de gemeente Hof van Twente Postbus 54 7470 AB GOOR Gemeente Hof van Twente [Nr: [Afdeling: Bvo: a / nee lingekomen: 2 JULI 2015 Kopie aan: Archief: \N / NR

Nadere informatie

-BESLUIT BESTEMMINGSPLAN MUNSEL- SELISSEN 1E PARTIELE HERZIENING, ART.3.6 WRO; WIJZIGING DUIT 12. gemeente Boxtel. Vastgesteld: 28 juni 2011

-BESLUIT BESTEMMINGSPLAN MUNSEL- SELISSEN 1E PARTIELE HERZIENING, ART.3.6 WRO; WIJZIGING DUIT 12. gemeente Boxtel. Vastgesteld: 28 juni 2011 -BESLUIT BESTEMMINGSPLAN MUNSEL- SELISSEN 1E PARTIELE HERZIENING, ART.3.6 WRO; WIJZIGING DUIT 12 gemeente Boxtel Vastgesteld: 28 juni 2011 Boxtel, juni 2011 INHOUDSOPGAVE Toelichting 1,2 Voorschriften

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT. aan de aanvraag planologische medewerking kan worden verleend middels het nemen van een projectbesluit;

ONTWERPBESLUIT. aan de aanvraag planologische medewerking kan worden verleend middels het nemen van een projectbesluit; ONTWERPBESLUIT Projectbesluit Bokt 19 en besluit reguliere bouwvergunning (10/1132/1111649) Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven; gezien de op 1 april 2010 ingekomen aanvraag

Nadere informatie

Bestemmingsplan. Buitengebied West, 1 e herziening. Ontwerp

Bestemmingsplan. Buitengebied West, 1 e herziening. Ontwerp Bestemmingsplan Buitengebied West, 1 e herziening Ontwerp 2 Toelichting 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Op 14 oktober 2015 heeft de gemeenteraad van Bodegraven-Reeuwijk het bestemmingsplan Buitengebied West

Nadere informatie

categorie/agendanr. stuknr. B. en W. 2004 RA04.0108 A 11 04/696 Onderwerp: Bezwaarschrift Sluyter Advocaten tegen besluit raad m.b.t.

categorie/agendanr. stuknr. B. en W. 2004 RA04.0108 A 11 04/696 Onderwerp: Bezwaarschrift Sluyter Advocaten tegen besluit raad m.b.t. Raadsvoorstel jaar stuknr. Raad categorie/agendanr. stuknr. B. en W. 2004 RA04.0108 A 11 04/696 Onderwerp: Bezwaarschrift Sluyter Advocaten tegen besluit raad m.b.t. gebied Zijtak Portefeuillehouder: J.

Nadere informatie

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. OGR-Updates.nl JOM 2017/58 AR 2017/177 Omgevingsvergunning in de praktijk 2017/7492

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. OGR-Updates.nl JOM 2017/58 AR 2017/177 Omgevingsvergunning in de praktijk 2017/7492 ECLI:NL:RVS:2017:20 Instantie Raad van State Datum uitspraak 11-01-2017 Datum publicatie 11-01-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201600568/1/A1 Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

Beschikking Omgevingsvergunning

Beschikking Omgevingsvergunning Beschikking Omgevingsvergunning Zaaknummer: 2017.0026 Documentnummer: 201700283 Locatie: Badweg 61 Besluitdatum: 6-06-2017 OLO-nummer: 2934487 Besluit Wij hebben op 6-06-2017 besloten om de aangevraagde

Nadere informatie

NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon.

NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon. NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon. *17it.02805* Inleiding Het ontwerpbestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon heeft van 5 oktober tot en met 15 november 2017 ter inzage gelegen. Gedurende

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:2307, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:2307, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2014:110 Instantie Raad van State Datum uitspraak 22-01-2014 Datum publicatie 22-01-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201300676/1/A2 Eerste

Nadere informatie

COEVORDE N Postadres: Postbus 2 7740 AA Coevorden Tel. 0524-598598 Fax 0524-598555 E-mail: gemeente@coevorden.nl Website: www.coevorden.

COEVORDE N Postadres: Postbus 2 7740 AA Coevorden Tel. 0524-598598 Fax 0524-598555 E-mail: gemeente@coevorden.nl Website: www.coevorden. El COEVORDE N Postadres: Postbus 2 7740 AA Coevorden Tel. 0524-598598 Fax 0524-598555 E-mail: gemeente@coevorden.nl Website: www.coevorden.nl Bezoekadres: Locatie Dalen Hoofdstraat 2 Aan: Ermerstrand BV

Nadere informatie

' Raad. IBİM» Hill VanState Stuknummer: GEMEENTE SCHAGEI. Raad van de gemeente Harenkarspel Postbus AA SCHAGEN

' Raad. IBİM» Hill VanState Stuknummer: GEMEENTE SCHAGEI. Raad van de gemeente Harenkarspel Postbus AA SCHAGEN ' Raad m e h n a bestulirsrefhtsprvlk IBİM» Hill VanState Stuknummer: 13.026571 GEMEENTE SCHAGEI ING 2 1 NOV 2013 Raad van de gemeente Harenkarspel Postbus 8 1740 AA SCHAGEN Datum Ons nummer Uw kenmerk

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak

Afdeling bestuursrechtspraak V^Q^^tC Afdeling bestuursrechtspraak Raad van de gemeente Haarlem Postbus 511 2003 PB HAARLEM Datum Ons nummer Uw kenmerk 1 februari 201 2 201103578/1 /Rl Onderwerp Behandelend ambtenaar Haarlem H.J. Briedé-Elferink

Nadere informatie

Voor het verlenen van medewerking is een vrijstelling op grond van artikel 19, lid 1, WRO vereist (ZPP).

Voor het verlenen van medewerking is een vrijstelling op grond van artikel 19, lid 1, WRO vereist (ZPP). RAADSVOORSTEL Onderwerp : Vrijstelling op grond van artikel 19, lid 1, WRO voor de bouw van een dienstwoning aan de Venbroekstraat te Nieuwkuijk door Van der Heijden Vastgoed B.V., Venbroekstraat 3 Nieuwkuijk.

Nadere informatie

Bij besluit van 26 januari 2012 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied herziening 2009, reparatieplan (BP1065)" vastgesteld.

Bij besluit van 26 januari 2012 heeft de raad het bestemmingsplan Buitengebied herziening 2009, reparatieplan (BP1065) vastgesteld. Uitspraak 201203858/1/R2 gevonden via 'http://www.raadvanstate.nl... http://www.raadvanstate.nl/uitspraken/actuele_uitspraken/hoofdzake.. Uitspraken ZAAKNUMMER DATUM VAN UITSPRAAK TEGEN PROCEDURESOORT

Nadere informatie