Schetsboek in de klas

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Schetsboek in de klas"

Transcriptie

1 Schetsboek Beeldend Dagboek Groep 1-8 Schetsboek in de klas Figuur 1 Uniek en persoonlijk. De lessen tekenen en handvaardigheid zijn op school vooral productgericht. Maar met dit artikel wil ik u laten zien dat kinderen ook procesgericht kunnen werken tijdens deze lessen. Houdt u zelf een blog, een dagboek of een schetsboek bij? Dan is de stap naar een schetsboek in de klas niet groot. Maar hebt u voor het laatst iets persoonlijks geschreven of getekend toen u in de puberteit zat? Dan staat u voor een grote uitdaging. Een uitdaging, die niettemin de moeite waard is. Want creatief denken heeft de toekomst. Niet alleen in de creatieve sector zelf, maar ook in de wetenschap en in technische beroepen. Termen als omdenken, vindingrijk en co-creatie zijn hot op Twitter. Maar originaliteit is méér dan een trend en verdient daarom onze aandacht! Marijke Liefting 32 Praxis-1.8.indd 32 Bronnenboek en document Met een schetsboek geeft u kinderen de tijd en de ruimte voor creatief denken. Kinderen worden eigenaar van het schetsboek en daardoor meteen ook eigenaar van hun leerproces. Zij zullen trots en gemotiveerd tekenen en schrijven in dit boek, op school en thuis. Daarmee wordt het schetsboek een bronnenboek voor later en een waardevol document van hun vaardigheden in het onderwijs. Een schetsboek is voor alle leerlingen. Want creativiteit zit in alle kinderen en is niet voorbehouden aan een klein groepje individuen! 1-8 Groep 09/08/ :10

2 Werken met een schetsboek Uniek, persoonlijk document Er zijn geen regels voor het werken in een schetsboek. In feite is juist het tegenovergestelde het geval. Schetsboeken zijn er om in te onderzoeken, uit te proberen, uit te vinden en te ontdekken. Maar ook om mislukkingen te ervaren. Het is een plek om te oefenen en het biedt ruimte voor een spontane actie. Als kinderen hun eigen gedachten mogen volgen en verwerken, dan ontstaat er een uniek boek, met een eigen stijl. (Zie figuur 1.) Hardop denken Een schetsboek is een plek waarin je hardop denkt. Ik noem een aantal mogelijkheden: Maak lijstjes. Verzamel en plak in wat jou inspireert. Teken en maak onzinschetsjes. Noteer uitspraken en gedachten, die je niet wilt vergeten. Plak afbeeldingen in, ter herinnering aan mensen, situaties en ervaringen. Teken en schets met waterverf je eigen omgeving (of je eigen situatie). Maak (digitale) foto s, print die en plak ze in. Schrijf verhalen (fictie of non-fictie). Plak iets in en verander het. Schrijf een compliment aan jezelf. Teken letters op een speciale manier. Schrijf een gedicht. Doorlopende lijn Schetsboeken kunt u op school de hele dag inzetten. Bijvoorbeeld als kinderen er baat bij hebben ergens wat dieper over na te denken. Gebruik het bijvoorbeeld als opstart van een opdracht die creatieve inbreng vereist. Eindig de dag met het schrijven van een stukje (terugblik, reflectie). Moedig kinderen aan om het schetsboek ook thuis te gebruiken. Als schetsboeken vanaf de kleutertijd worden gebruikt, dan ontstaat er een doorlopende lijn. En door gewenning en ervaring zullen kinderen er ook steeds zelfstandiger mee kunnen werken. Praxisbulletin jaargang 31 Nummer 1 september 2013 Sommige leerkrachten laten hun leerlingen met pen werken in het schetsboek. Op deze manier wordt voorkomen, dat kinderen gaan gummen. Maar in een schetsboek mag (en moet!) je namelijk gewoon fouten kunnen maken. Nuttig voor bijvoorbeeld faalangstige kinderen! Samen starten Op het moment dat u in de klas schetsboeken introduceert, start u zelf óók met een schetsboek. Het is voor kinderen belangrijk om te zien dat u óók leert van uw bedenksels. U demonstreert daarmee het proces van een leven lang leren. U spreekt tevens uw eigen creativiteit aan. En u kunt uw ontdekkingen enthousiast delen met de groep. Vindt u dit lastig? Dan helpen de volgende starters u misschien op weg: Ik ben geïnspireerd door... Mijn favoriete stukje is... Wat als... Ik vraag me af... Ik zou de volgende keer... Tip. Kinderen zijn er het meest bij gebaat als u concrete informatie geeft en als u positief over uw eigen werk spreekt. Onthoud dat! Een goed begin Zelf maken of niet Welk type schetsboek staat u voor ogen? U kunt kiezen uit dummy s (lege, onbedrukte boeken) in diverse formaten. Maar u kunt natuurlijk samen met de leerlingen ook van verschillende papiersoorten (gekleurd papier, tekenpapier, gelinieerd papier, ruitjespapier) een geheel eigen exemplaar in elkaar vouwen, dat (eventueel) wordt voorzien van een (harde) kaft. (Voor vouwwijze minischetsboek: zie figuur 2 en 3.) Wilt u het schetsboek niet zelf maken, maar kiest u voor een standaardboek? Dan kan de eerste les meteen al worden besteed aan het persoonlijk maken van de kaft. Voorbereidende oefeningen Om u en de kinderen aan het werken met schetsboeken te laten wennen, zijn de volgende soorten Figuur 2/3 Vouwwijze minischetsboek. 33

3 oefeningen handig. Ze zijn snel en kort. En ze kunnen niet fout gaan. Ze zetten alle zintuigen aan het werk: Beschrijf de geur van vers brood. Beschrijf hoe het is om een dropje te eten. Teken het gezicht van het kind naast je, zónder naar je papier te kijken. Teken je eigen gezicht, zónder je pen van het papier te halen (dus met één lange, doorlopende lijn). Zet klassieke muziek op en teken zomaar iets. Kies een klasgenoot uit, fantaseer wat die later voor beroep zal hebben en schrijf en/of teken daarover. Beschrijf je ideale dag en maak er een tekening bij. Plak een kleine verzameling plaatjes van je lievelingsdier op een linker pagina en teken daarna de plaatjes na op de pagina ernaast. Studies en ervaringen Technieken uitproberen Een schetsboek is een goede plek voor het vastleggen en bewaren van technische oefeningen. Bijvoorbeeld: Het mengen van kleuren. Het schilderen van een kleurenladder (van zwart via blauw naar wit). De effecten van inkt op verschillende papiersoorten. Aantekeningen over persoonlijke ervaringen met schilder- en tekentechnieken. Bomenstudie rond de school Buiten tekenen (of buiten schilderen) ligt met een schetsboek binnen handbereik. Kinderen kunnen de volgende opdrachten krijgen: Teken eens een boom naar de natuur. Voel de bast en werk die in detail uit op papier. Ga eens onder de boom zitten en teken wat je ziet als je omhoog kijkt. Teken een paar bomen op een rij: hoe zit het dan met de dieptewerking? Teken jezelf in de boom. Er ontstaat op deze manier gemakkelijk een bomenstudie. De boom krijgt opeens meerdere dimensies. De boom geeft de kinderen de nodige impressies, waardoor ze tot expressie kunnen komen. Kunstzinnige wetenswaardigheden Het kan nog veel verder gaan. Laat kinderen eens plaatjes van bomen verzamelen en in hun schetsboek plakken. Ze tekenen de plaatjes na. Ze maken een boom tot onderdeel van een grotere tekening. Waar staat die boom? Wie zit er in (of onder) die boom? Vraag kinderen er een verhaal bij te schrijven. kinderen zoeken vervolgens op internet naar geschilderde bomen. Ze printen kunstwerken die hen aanspreken en plakken ze in hun schetsboek. Ze noteren de namen van de kunstenaars erbij. Van de kunstenaar die hen het meest aanspreekt, zoeken ze meer informatie. Ze schrijven alles wat ze wetenswaardig vinden van deze kunstenaar in hun schetsboek. En tot slot houden ze een praatje voor de groep, met hun schetsboek als bron/ onderwerp. Verder weg Maakt u met de klas een uitstapje naar een markt of een boerderij? Neem de schetsboeken dan mee! Tijdens zo n enerverend dagje vormt het tekenen of schrijven in het schetsboek een rustpunt. En een half uurtje werken is al genoeg. Laat de kinderen zelf kiezen wat ze willen vastleggen. Terug in de klas kunnen ze dan nog aantekeningen maken bij hun tekeningen. Of ze noteren wat ze willen onthouden. 34

4 Sta niet toe dat kinderen bladzijden uit hun boek scheuren, omdat bijvoorbeeld een tekening is mislukt. Maar laat dezelfde tekening op een los velletje papier opnieuw maken, dat daarna over de mislukte tekening heen wordt gelegd en met één plakbandje bovenaan wordt vastgezet. Zo kunnen de kinderen in de toekomst blijven terugkijken op hun werk en ontwikkeling ( mislukkingen én verbeteringen/succeservaringen). Experimenten en onderzoeken Geleide oefening 1 Kinderen tekenen op een linker pagina telkens één minuut aan een onderwerp, dat u noemt. U noemt (bijvoorbeeld): een fluitketel, een potlood, je duim, je schoen, een bril, een vogel en een beker. In voorgaand voorbeeld tekenen de kinderen dus zeven keer één minuut aan de genoemde onderwerpen. Een van de tekeningen werken ze daarna verder uit, zonder tijdsdruk, op de rechter pagina. Bespreek de oefening na. Geleide oefening 2 Elementen De kinderen volgen uw aanwijzingen en tekenen met een fineliner op een linker pagina. De aanwijzingen zijn (bijvoorbeeld): zet stipjes, maak de stipjes geleidelijk aan groter, maak open cirkels, laat de cirkels elkaar raken, laat de cirkels elkaar kruisen, laat de cirkels elkaar overlappen, zet streepjes, maak golfjes, maak spiralen, wissel streep af met stip, maak vierkantjes, maak ruitjes, teken een wirwar van draad, teken vlekjes. Bespreek daarna een aantal verschillende uitwerkingen van leerlingen. Landschap Op de rechter pagina tekenen de kinderen vervolgens een landschap, dat is opgebouwd uit vlakken, met de elementen van de linker pagina. Bespreek ook deze oefening na. Praxisbulletin jaargang 31 Nummer 1 september 2013 Vervolgoefeningen Startmateriaal ontdekken Een volgende keer zet u alleen maar het materiaal voor de kinderen klaar. Met de instructie: kijk eens wat je hiermee kunt doen. U zet (bijvoorbeeld) klaar: Oost-Indische inkt, met een kroontjespen, rietjes en wattenstaafjes. De kinderen gaan het materiaal daarna ontdekken. Nieuw materiaal, nieuwe ideeën Is een leerling snel klaar? Laat hem/haar dan rondlopen om nieuwe ideeën op te doen. Vraag wat hij/zij nodig heeft. Voeg nieuw materiaal toe. Bijvoorbeeld: keukenpapier of afplaktape. Groepsnotities Ga bij een groepje zitten en maak notities in uw eigen schetsboek over het werken van dat groepje. Opstapje Bij experiment en onderzoek horen ook de woorden knoeien en rotzooi. Stel u daar op in. Geef de leerlingen uw grens aan, maar accepteer bijvoorbeeld vieze handen. Het schetsboek is een opstapje naar het maken van losse werkstukken, maar vervangt het beeldend werken niet! Bewonder het werkproces Feedback Het schetsboek is eigendom van het kind. U als leerkracht zult misschien het schetsboek af en toe willen inzien en feedback willen geven. Maak dan nooit aantekeningen in het schetsboek zelf, maar gebruik dan de bekende, gele memostickers om uw (positieve) op- en aanmerkingen te noteren! Laat kinderen eens positieve opmerkingen schrijven over elkaar op gele memostickers, die ze vervolgens in de schetsboeken plakken. Beoordeling Om te laten zien hoe verschillend mensen een opdracht kunnen vormgeven, ziet u op bladzijde 34, 35 en 36 vele manieren om een pijl te tekenen. En ze zijn allemaal goed! Uw bewondering uit u niet door te zeggen: Wat een mooie pijlen. Want ze zijn echt niet allemaal mooi. Het is geloofwaardiger om het werkproces te prijzen. Dus u zegt: Wat goed, dat je zo veel verschillende pijlen hebt gemaakt. Niets in het schetsboek wordt beoordeeld op mooi of lelijk. U besteedt enkel en alleen aandacht aan het werkproces en de ervaringen van het kind. 35

5 Persoonlijke schetsboeken Begeleid door kunstjuf Iris Verbakel aan de slag met schetsboeken in de klas. Begin gewoon! Leerlingen kunnen aan hun ouders vragen wie van hen óók een schetsboek heeft. Zijn de ouders bereid om die schetsboeken te laten zien? Op internet kunt u schetsboeken zoeken van bekende kunstenaars. Ook via YouTube laten veel onbekende mensen hun schetsboek zien. Zoek daar op Moleskine Sketchbook. Er gaat een wereld voor u open! 36 Praxis-1.8.indd 36 Maar laat u niet ontmoedigen door deze schetsboeken. Daar zijn gevorderde schetsboekillustratoren aan het werk! Ik wil ze daarom zeker niet als voorbeeld stellen bij dit artikel. Want dan zijn we plotseling tóch nog productgericht bezig. Dus ik zou zeggen: laat het los! En begin gewoon! Succes! 09/08/ :10