Het optreden van vermoeidheid in vragenlijsten.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het optreden van vermoeidheid in vragenlijsten."

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR Het optreden van vermoeidheid in vragenlijsten. Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de bedrijfseconomie Lynn Vandeborne onder leiding van Promotor: Prof. Maggie Geuens Begeleider: Elke Cabooter

2 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR Het optreden van vermoeidheid in vragenlijsten. Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de bedrijfseconomie Lynn Vandeborne onder leiding van Promotor: Prof. Maggie Geuens Begeleider: Elke Cabooter

3 Ondergetekende, Vandeborne Lynn, verklaart dat de inhoud van deze masterproef mag geraadpleegd en/of gereproduceerd worden, mits bronvermelding.

4 Woord vooraf Dit eindwerk kwam tot stand tot het behalen van de Master in Bedrijfseconomie - afstudeerrichting bedrijfseconomie- aan de Universiteit Gent. Deze plaats wens ik te reserveren om enkele mensen te vermelden wier nabijheid een onvoorwaardelijke steun en toeverlaat was gedurende de periode waarin mijn scriptie gemaakt werd. Vooreerst wil ik mijn promotor Prof. Dr. Maggie Geuens bedanken voor de tijd die ze gespendeerd heeft aan dit sluitstuk. Eveneens wil ik haar assistente Elke Cabooter bedanken voor de oprechte joviale bezoekmomenten met kritische inzichten en verrijkend advies. Zonder hun professionele ondersteuning kon dit werk niet tot stand komen. Tevens wens ik de Vakgroep Marketing van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde te bedanken voor het verschaffen van incentives ter ondersteuning van de enquête alsook de studenten om de nodige tijd en energie vrij te maken bij het uitvoeren van mijn empirisch onderzoek. Mijn ouders, die me zowel mentaal als financieel steeds gesteund hebben verdienen meer dan wie ook een oprechte bedanking. Zonder de steun van Karel De Vos die deze scriptie nagelezen heeft, Shaireen Aftab die de lay-out verzorgde, Davy Furniere die me introduceerde in de wereld van SPSS en last but not least Tom Marent die de vele computerproblemen wist op te lossen gedurende twee weken, kon dit eindwerk nooit worden tot wat het geworden is! Een zeer speciaal dankwoordje wil ik reserveren voor mijn vriend, Batist Bulcke, die meer dan wie ook gelooft in mij en me blijft steunen in om het even welke keuzes ik maak. Tot slot zou ik graag mijn vrienden en vriendinnen bedanken voor alle steun die ze me geven! Vandeborne Lynn Gent, 18 mei 2009 I

5 Inhoudsopgave Woord vooraf...i Inhoudsopgave...II Lijst van de gebruikte afkortingen... III Lijst van de tabellen en figuren...iv Deel I: Literatuurstudie Algemene inleiding Vermoeidheid Definiëring en situering Soorten vermoeidheid Effecten en gevolgen van vermoeidheid Meten van vermoeidheid Antwoordstijlen Definiëring en situering Soorten antwoordstijlen Oorzaken en gevolgen van antwoordstijlen Oorzaken van antwoordstijlen Gevolgen van antwoordstijlen Oplossingen om te corrigeren voor antwoordstijlen Hypothesen Acquiescence Response Style (ARS) Disacquiescence Response Style (DARS) Extreme Response Style (ERS) Midpoint Response Style (MPR) Deel II: Empirisch onderzoek Inleiding Methodologie Populatie Onderzoeksopzet Vragenlijst en manipulatie van vermoeidheid Analyse van de gegevens Betrouwbaarheidsanalyse Manipulatiecheck One-way ANOVA T-test Toetsen van de hypothesen ANCOVA Interpretatie Discussie Beperkingen en aanbevelingen Algemeen besluit Lijst van de geraadpleegde literatuur...i Bijlagen...VI Bijlage 1.1: Korte vragenlijst met les...vi Bijlage 1.2: Vragenlijst met IQ-test... XVI II

6 Lijst van de gebruikte afkortingen ARS Acquiescence Response Style DRS Desacquiescence Response Style ERS Extreme Response Style IQ Intelligence Quotient MRS Midpoint Response Style NARS Net Acquiescence Response Style NCR Non-Contingent Response Style RR Response Range SPSS Statistical Package for the Social Science III

7 Lijst van de tabellen en figuren Figuur 1: Voorstelling van geobserveerde variantie (Weijters 2006). Tabel 1: Resultaten van de betrouwbaarheidsanalyse. Tabel 2: Resultaten met de one-way ANOVA (zwaar, matig, niet vermoeid). Tabel 3: Resultaten met de T-test. Tabel 4: Significantie van de antwoordstijlen. Tabel 5: Gemiddelden en betrouwbaarheidsintervallen bij ARS. Tabel 6: Gemiddelden en betrouwbaarheidsintervallen bij DARS. Tabel 7: Gemiddelden en betrouwbaarheidsintervallen bij ERS. Tabel 8: Gemiddelden en betrouwbaarheidsintervallen bij MPR. Tabel 9: Significantie van de covariaten geslacht en leeftijd op antwoordstijlen. IV

8 Deel I: Literatuurstudie 1 Algemene inleiding Onderzoekers die data verzamelen van deelnemende respondenten verwachten dat de geobserveerde metingen accurate indicatoren zijn van het onderwerp waarin men geïnteresseerd is. Nochtans is de veronderstelling dat deze metingen vrij zijn van fouten onrealistisch. Derhalve zijn er maatregelen ontworpen om tegemoet te komen aan deze fouten zodat vertekeningen (bias) in de onderzoeksresultaten gereduceerd kunnen worden. Er kan worden opgetreden alvorens de metingen plaatsvinden of de geobserveerde metingen kunnen, na het verzamelen van data, gecorrigeerd worden. (Baumgartner & Steenkamp 2006, Weijters 2006). Het gebruik van vragenlijsten verschaft onontbeerlijke informatie over consumenten en komt bijgevolg frequent voor in marketingonderzoek (Weijters 2006; Burns et al. 2006). Bijkomend wordt in dergelijke onderzoeken vaak gebruik gemaakt van Likert-items in vragenlijsten, nl. items waar respondenten aangeven in welke mate ze akkoord gaan met bepaalde uitspraken (Likert 1932; Ditner et al. 2004; Weiters 2006). Niettemin kunnen de conclusies van deze onderzoeken vertekend worden door antwoordstijlen (Weijters et al., 2004). O Neill (1967) definieert antwoordstijlen als gedragspatronen waarbij het individu neigt onevenredig een bepaalde antwoordcategorie te selecteren, zonder te letten op de iteminhoud. Foutieve conclusies kunnen nefaste gevolgen hebben voor de betrouwbaarheid en validiteit van marketingonderzoek (Hinkin 1995; Baumgartner & Steenkamp 2001; De Pelsmacker & Van Kenhove 2006). Het is dus dermate belangrijk om dergelijke vertekenende effecten door antwoordstijlen te onderkennen zodat de kwaliteit van de gegeven antwoorden kan verbeterd worden (Herzog & Bachman 1981). Afhankelijk van de soort antwoordstijl, waar onderzoekers zich op focussen, zijn er allerhande factoren die deze kunnen beïnvloeden. De invloed kan uitgaan van persoonlijkheidskenmerken (Jackson & Messick 1958; Hamilton 1968), leeftijd (Winkler et al. 1982), ras (Bachman & O Malley 1984), cultuur (Johnson et al. 2005) en geslacht (Greenleaf 1992a). 1

9 In deze paper wordt echter nagegaan of er bij het invullen van vragenlijsten enigszins sprake is van vermoeidheidseffecten waardoor antwoordstijlen tot uiting komen (vb. vaak de neutrale middenoptie aanduiden op een Likert-schaal (Krosnick 1991). Verschillende auteurs zien vermoeidheid als een complexe individuele toestand waarin zowel emotionele, gedragsmatige en cognitieve componenten kunnen voorkomen (Lewis & Wessely 1992; Beurskens et al. 2000; Van der Linden et al. 2003, 2006). Emotioneel gezien kunnen veranderingen in de stemming van een persoon optreden terwijl cognitieve en gedragsproblemen zich vertalen in termen van verminderde prestaties en moeilijkheden om de aandacht te houden bij het uitvoeren van een taak (Galinsky et al. 1993; Boksem et al. 1995; Van der Linden 2006). Vermoeidheid en antwoordstijlen komen als afzonderlijke begrippen frequent voor in de literatuur (Webster 1996; Van der Linden 2003, 2006, Krosnick 1991, 1999; Baumgartner & Steenkamp 2001, 2006). Eveneens is in de literatuur al meermaals gewezen op de negatieve effecten ten gevolge van antwoordbias. (Cronbach 1949; Osgood et al. 1957). Ondanks dit zijn er weinig onderzoekers die deze beide concepten aan elkaar linken, hoewel er vermoedens voor bestaan. (Weijters et al. 2005; Lau 2007). Shuman en Presser (1996) vermelden vermoeidheidseffecten die optreden naarmate het einde van een lange vragenlijst. Meer bepaald stellen ze dat respondenten waarschijnlijk minder bereid zijn om na te denken nadat voldoende vragen gesteld zijn. Doch stellen ze zich de vraag wat net bedoeld wordt met voldoende vragen en welke concrete effecten er zich zullen voordoen. Clancy & Wachsler (1971) hypothetiseren in hun onderzoek dat respondenten meer geconfronteerd worden met verveling en/of vermoeidheid op het einde van een interview. Als gevolg hiervan zouden respondenten meer geneigd zijn om akkoord te antwoorden. Deze onderzoekers konden echter geen significante resultaten voorleggen waardoor hun hypothese verworpen werd. Nochtans rapporteren Kraut et al. (1975) wel significante bevindingen veroorzaakt door vermoeidheid en verveling. Enerzijds werd het aantal onbeantwoorde vragen groter naarmate de items op het einde van een vragenlijst geplaatst werden. Anderzijds kozen respondenten 2

10 opmerkelijk minder voor de extreme antwoordmogelijkheden nl. de uiterste punten (vb. helemaal niet akkoord en helemaal akkoord) op een schaal met Likert-items. Recent onderzoek van Lau (2007) ging expliciet het effect van een bepaald soort antwoordstijl na nl. Extreme Response Style (ERS). Dit betekent dat respondenten extreem antwoorden vb. de uitersten aanduiden op een Likert-schaal. Toch konden er geen statistisch significante resultaten gevonden worden waardoor de hypothese verworpen werd. De essentie van deze scriptie is dan ook nagaan of er enigszins een effect optreedt omwille van vermoeidheid bij het invullen van vragenlijsten en of er een verband te vinden is met een aantal soorten antwoordstijlen. In het eerste deel van deze scriptie wordt een uitlijning gegeven van de begrippen vermoeidheid en antwoordstijlen, hun effecten en gevolgen en de methoden om de effecten op antwoordstijlen te controleren en te reduceren. Vervolgens komen de specifieke hypothesen aan bod. In deel twee worden deze vooropgestelde hypothesen getest aan de hand van een empirisch onderzoek. Tot slot behandelt het laatste deel de belangrijkste bevindingen, de beperkingen aan dit onderzoek en aanbevelingen voor verder onderzoek. 3

11 2 Vermoeidheid 2.1 Definiëring en situering Onderzoek naar vermoeidheid -in de breedste betekenis van het woord- werd doorheen de vorige eeuw reeds veelvuldig in diverse disciplines onderzocht (Thorndike 1911, Dittner et al. 2004), alsook de zoektocht naar adequate testen hiervoor (Muscio 1921, Chalder et al. 1993, Smets et al. 1995). In het algemeen wordt vermoeidheid veroorzaakt door de accumulatie van verscheidene factoren 1 in het dagelijkse leven (Grandjean 1970). In dit werk werd geopteerd voor de definiëring van Meijman en Schaufeli (1996) omdat deze het dichtst aanleunt bij het empirisch onderzoek dat voor deze scriptie uitgevoerd werd (zie infra, pg. 16). Meijman en Schaufeli (1996) omschrijven vermoeidheid als volgt: de verandering in het psychologisch controlemechanisme dat taakgedrag regelt, als gevolg van eerdere mentale en/of fysieke inspanningen die zodanig lastig geworden zijn dat het individu niet langer in staat is om adequaat aan de eisen van de taak te voldoen of dat het individu slechts aan deze vereisten kan voldoen tegen een verminderende mentale inspanning. Meer bepaald is er interactie tussen vermoeidheid en de controlemechanismen die verantwoordelijk zijn bij het reguleren van taken. Indien het niveau van vermoeidheid wordt verhoogd, zijn individuen niet meer in staat om een taak volwaardig te maken, tenzij tegen een verhoogde inspanning (Meijman & Schaufeli 1996). 2.2 Soorten vermoeidheid Als multi-dimensioneel begrip kan vermoeidheid verder uitgesplitst worden naar mentale en fysieke vermoeidheid en acute of chronische vermoeidheid (Beurskens et al. 2000) en dient het ook afgezonderd worden van het begrip verveling (Grandjean 1970). Acute vermoeidheid, gerelateerd aan specifieke taken, is omkeerbaar na een periode van rust of bij verandering van taken op individueel niveau. Bijkomend bestaan er 1 Factoren zoals de intensiteit en de lengte van manueel en mentaal werk, psychische factoren (verantwoordelijkheid, ongerustheid en conflicten), ziekte, pijn en eetgewoonten, omgeving (klimaat, geluid), monotone taken. 4

12 functionele compensatiemechanismen 2 om deze vermoeidheid te reduceren (Beurskens et al. 2000). Chronische vermoeidheid daarentegen is onomkeerbaar, houdt geen verband met specifieke taken, heeft geen effectieve compensatiemechanismen (Beurskens et al. 2000) en is vaak een indicator van een onderliggende ziekte (Dittner et al. 2004). Onderzoek van Van Duinen (2007) wijst uit dat lichamelijke vermoeidheid onder de noemer van vermoeide spieren (Grandjean 1979)- eveneens invloed heeft op cognitieve prestaties. Op deze soorten vermoeidheid wordt niet verder ingegaan aangezien de focus in dit onderzoek op mentale vermoeidheid 3 ligt. Grandjean (1979, 1988) definieert mentale vermoeidheid als een geleidelijk en cumulatief proces dat geassocieerd wordt met afkeer voor om het even welke inspanning, vermindering in efficiëntie en waakzaamheid en geschade geestelijke prestaties. Tot slot vermelden sommige auteurs nog een opmerkelijk aspect van vermoeidheid nl. verveling. Indien de taak slecht deels aandacht of activiteit vereist kan er verveling optreden waardoor er paradoxaal genoeg eveneens vermoeidheid kan worden waargenomen (Grandjean 1970; Order et al. 1996; Clancy & Wachsler 1971). 2.3 Effecten en gevolgen van vermoeidheid Grandjean (1979) vermeld in zijn onderzoek de belangrijkste symptomen van vermoeidheid nl. subjectieve gevoelens van vermoeidheid, slaperigheid, flauwte, traag nadenken, verminderde aandacht, trage en zwakke perceptie, reductie van lichamelijke en mentale prestaties. Echter in dit werk wordt specifieker ingegaan op mentale vermoeidheid en de relatie met taakprestaties. In de literatuur zijn diverse werken te vinden die hieromtrent allerhande onderzoeken naar gedaan hebben. Boksem et al. (2005) rapporteren aan de hand van een aandachtstaak ( visual attention task ) dat mentaal vermoeide mensen moeilijkheden in concentratie vertonen en sneller afgeleid zijn. De respondenten vertoonden een verhoogde afkeer om de taak verder te zetten. 2 Deze compensatiemechanismen dienen als een soort zelfbescherming tegen verdere psychologische en fysiologische uitputting (vb. werktempo aanpassen). 3 Vanaf dit punt zullen de termen vermoeidheid en mentale vermoeidheid afwisselend gebruikt worden. 5

13 Van der Linden (2006) brengt bewijs naar voor dat mentale vermoeidheid gepaard gaat met achteruitgaande prestaties, cognitieve en aandachtsproblemen, veranderingen in stemming, informatieverwerking en gedrag, verminderde flexibiliteit en minder vermogen om te plannen (Van der Linden 2003). Boksem et al. (2008) stellen dat personen enkel gemotiveerd zullen zijn om zich in te zetten voor of door te gaan met het uitvoeren van taken als er een beloning aan verbonden is. Additioneel dient deze beloning hoger te zijn in vergelijking met de moeite die het kost om aanhoudend taken uit te voeren. Gevoelens van vermoeidheid zijn aldus Boksem et al. (2008) een kosten-baten analyse om enerzijds energie te besparen of anderzijds energie te verbruiken. Doch kunnen personen alternatieve gedragsstrategieën gebruiken die minimale energiekosten vereisen. Lorist et al. (2000) tonen aan via een task switching paradigm dat er cognitieve en gedragscomponenten optreden naarmate de mentale vermoeidheid stijgt. Respondenten moesten meer moeite doen en werden afkerig om de taak verder te zetten. Webster et. al (1996) onderzochten de impact van mentale vermoeidheid via een impression-formation task die werd uitgevoerd door studenten. De respondenten werden onderverdeeld in drie niveaus van vermoeidheid (zwaar vermoeid, matig vermoeid en niet vermoeid). De mate van vermoeidheid werd respectievelijk bepaald aan de hand van een examen met duurtijd van twee uur, een gewone les en voor de aanvang van de les. Aangezien er tussen de matig vermoeide en niet vermoeide respondenten geen significant verschil was hebben deze onderzoekers de drie condities herleid tot twee vermoeidheidsniveaus (vermoeid versus niet vermoeid). De gerapporteerde resultaten tonen aan dat vermoeide respondenten significant een negatievere indruk vormen van anderen dan niet vermoeide personen (Webster et. al 1996). Dirnberger et al. (2004) vonden aan de hand van een simple repetitive motor task geen significante resultaten voor mentale vermoeidheid (Dirnberger et al. 2004). Hierbij kan worden opgemerkt dat sommige auteurs een onderscheid rapporteren tussen het soort taak die uitgevoerd wordt. Meer bepaald stellen ze dat mentale vermoeidheid een invloed heeft op de prestaties van personen tijdens het uitvoeren van complexe taken omdat dergelijke opdracht hoge cognitieve eisen stelt, terwijl er geen merkbaar effect optreedt van mentale vermoeidheid op simpele, automatische of ingestudeerde taken (Lorist et al. 2000; Holding 1993). 6

14 Andere onderzoeken hebben betrekking op de relatie tussen vermoeidheid en rijden op de openbare weg (Lal & Craig 2001) of op vermoeidheid in de arbeidssituatie (Beurskens et al. 2000; Beckers et al. 2004). 2.4 Meten van vermoeidheid Het meten van vermoeidheid is niet evident en is afhankelijk van de soort vermoeidheid. Daarom is het belangrijk om een goede definitie van het begrip te hanteren en dient het instrument om dit concept te meten voorhanden te zijn. Meer bepaald is het dus belangrijk om in vermoeidheidsonderzoek de correcte schaal en de correcte definitie te gebruiken (Smets et al. 1995; Dittner et al. 2004). Grandjean (1979) onderscheid zes groepen om vermoeidheid te meten. Ten eerste kunnen de kwaliteit en kwantiteit van de werkprestaties gemeten worden. Bijkomend kunnen onderzoekers peilen naar subjectieve gevoelens van vermoeidheid via specifieke vragenlijsten (Lee et al. 1991). Het meten van de hersenactiviteit doet men aan de hand van testen met een Elektro-encefalograaf (EEG) of event-related potentials (ERP) (Boksem et al. 2005). Om de vermoeidheidsgraad vast te stellen maakt men soms ook gebruik van het aantal knipperbewegingen van de oogleden die een persoon maakt. Lagere frequenties in knipperen duiden op vermoeidheid (Grandjean 1979). Psychomotorische testen meten functies aangaande de perceptie, de interpretatie en motorische reacties van individuen (Grandjean 1979; Dirnberger et al. 2004). De laatste groep om te meten bestaat uit mentale testen zoals rekenkundige sommen, concentratietesten, geheugentesten en schattingstesten (vb. tijdsintervallen schatten). Mogelijke beperkingen bij mentale testen kunnen voorkomen als de persoon enthousiast is om deze testen te maken of als het individu reeds ervaring en/of training hiermee heeft gehad waardoor de vermoeidheidseffecten zich niet of in mindere mate voordoen. (Grandjean 1979). Aanvullend vermeld Grandjean (1979) dat deze metingen enkel waardevol zijn indien ze vergeleken worden met een niet vermoeide controlegroep. 7

15 3. Antwoordstijlen 3.1 Definiëring en situering Een antwoordstijl is volgens Paulhus (1991, p. 17) de neiging om systematisch op items van vragenlijsten te antwoorden, op andere gronden dan degene waarvoor de items werden ontworpen. In een vragenlijst worden items ontwikkeld om de werkelijke mening van respondenten te meten. Toch zijn de gegeven antwoorden op die vragenlijsten vaak niet een correcte weergave van hun werkelijke mening waardoor er een foutafwijking (error variance) optreedt (Weijters et al. 2004). Derhalve wordt bij de geobserveerde variantie een relevant onderscheid gemaakt tussen de werkelijke variantie (true variance) en de foutafwijking (error variance). Deze foutafwijking bestaat uit twee componenten nl. toevalsmatige en systematische meetfouten (Weijters 2006; Baumgartner & Steenkamp 2006). Figuur 1: Voorstelling van geobserveerde variantie. (Weijters 2006) Vertekeningen van de resultaten die te wijten zijn aan toeval brengen de betrouwbaarheid van het onderzoek (random error) in gedrang. Ze zijn reeds uitgebreid onderzocht en er bestaan corrigerende maatregelen om dit fenomeen te ondermijnen (Weijters et al. 2004). Systematische fouten (bias) daarentegen doen afbreuk aan de validiteit van het onderzoek waardoor men inhoudelijk iets anders meet dan men wou meten. Merk op dat betrouwbaarheid een noodzakelijke voorwaarde is om een valide onderzoek te hebben (De 8

16 Pelsmacker & Van Kenhove 2006). Systematische vertekeningen kunnen verder uitgediept worden naar inhoudsgerelateerde en niet-inhoudsgerelateerde fouten, respectievelijk te wijten aan response sets en antwoordstijlen. (Weijters 2006). Sommige auteurs maken het onderscheid tussen response set en response style (Cronbach 1949; Jackson & Messick 1958; Rorer 1965, Paulus 1991). In concreto duidt de term response set op het verlangen van een persoon om een bepaald beeld over zichzelf te creëren die niet strookt met de werkelijkheid door vb. sociaal wenselijk te antwoorden (Rorer 1965). Dit impliceert dat de gegeven antwoorden afhankelijk zijn van de inhoud van het item (Baumgartner & Steenkamp 2001). Aangezien antwoordstijlen betrekking hebben op niet-inhoudsgerelateerde fouten stelt O Neill (1967) dat deze problematischer zijn dan response sets. Een ander relevant onderscheid tussen beide begrippen is dat response sets tijdelijke reacties zijn op situaties zoals vb. dubbelzinnige antwoorditems, terwijl antwoordstijlen stabiel zijn in de tijd en over situaties (Paulhus 1991). Niettegenstaande het effect van beide begrippen hetzelfde is -nl. method bias 4 in de scores van vragenlijstenwordt het onderscheid tussen beide begrippen niet overal geaccepteerd zodat hier ook geen verdere aandacht aan geschonken wordt (O Neill 1967; Baumgartner & Steenkamp 2001). Merk op dat onderzoekers die antwoordstijlen willen vaststellen gebruik moeten maken van items die verschillen van onderwerp, nl. heterogene items (Bruner et al. 2001). Heterogeniteit verwijst naar het feit dat de set van items waar de meting van antwoordstijlen op gebaseerd is noch belangrijke, noch meningvolle constructen zijn maar over uiteenlopende onderwerpen handelt. In de praktijk worden heterogene items geselecteerd uit verschillende schalen die weinig gemeen hebben met elkaar. (Couch & Keniston 1960; Baumgartner & Steenkamp 2001). 3.2 Soorten antwoordstijlen Hoewel er een scala aan antwoordstijlen bestaat beperken Baumgartner en Steenkamp (2001) zich tot de bespreking van de zeven meest besproken responsstijlen in de literatuur nl. ARS, DARS, NARS, RR, ERS, MPR, NCR. 4 Method bias duidt op de discrepantie tussen de waargenomen en werkelijke relatie tussen constructen (Podsakoff et al. 2003) 9

17 De Acquiescence Response Style (ARS) is de tendens om akkoord te gaan met heterogene items, ongeacht de inhoud van deze items (vb 5, 6, 7 aanduiden op een zevenpuntenschaal) (Paulhus 1991). Dit wordt ook wel yeasaying genoemd (Couch & Keniston 1960). Een Disacquiescence Response Style (DARS) daarentegen is de neiging om niet akkoord te gaan met heterogene items, ongeacht de inhoud van deze items. Vb. 1, 2, 3 aanduiden op een zevenpuntenschaal. In tegenstelling tot ARS wordt dit ook naysaying genoemd (Couch & Keniston 1960). De Net Acquiescence Response Style (NARS) wordt gewoonlijk gemeten als het gemiddelde over de heterogene items en is een samensmelting van ARS en DARS (Greanleaf 1992a). In dit sluitstuk wordt daarom aan NARS geen verdere aandacht geschonken aangezien er uitvoerig onderzoek gedaan wordt met ARS en DARS. Volledigheidshalve vermeldden Baumgartner en Steenkamp 2001 deze antwoordstijl in hun werk aangezien sommige auteurs zoals Hui & Triandis (1985) dit als een afzonderlijke antwoordstijl in hun werk gebruikten. Extreme Response Style (ERS) omvat de tendens om de meest extreme antwoordmogelijkheden op een schaal aan te stippen, ongeacht de inhoud van de items. (vb. 1 en 7 aanduiden op een zevenpuntenschaal) (Bachman & O Malley 1984, Greenleaf 1992b). Response Range (RR) is de neiging om een smalle of brede waaier van antwoordcategorieën rond het gemiddelde antwoord te gebruiken. (Greenleaf 1992a). Dit wordt gemeten door de standaardafwijking van de antwoorden over een set van heterogene items in acht te nemen. Indien respondenten vb. enkel extreem negatief antwoorden dan zou de response range zeer klein zijn maar onderzoek toonde aan dat mensen die vaak extreem positief antwoorden veelal ook extreem negatieve antwoorden blijken te geven (Bachman & O Malley 1984, Hamilton 1968). Vandaar dat de respons range nauw gerelateerd is aan het gebruik van extremen in antwoordstijlen. Daar de extreme antwoordstijl nader onderzocht wordt, zal de response range niet verder uitgediept worden in deze scriptie. Heeft een respondent de neiging om het midden van de schaal aan te kruisen ongeacht de inhoud dan is er sprake van Midpoint Response Style (MPR) (vb. noch akkoord, noch niet akkoord) (Messick 1968). Tot slot kenmerkt de Non-contingent Response Style (NCR) zich als de neiging van de respondent om onverschillig en willekeurig de items te beantwoorden (Watksin & 10

18 Cheung 1995). Jackson (1967) wijt dit aan een gebrekkige motivatie zodat het lezen van de instructies en/of het interpreteren van de items niet of niet adequaat gedaan wordt. Het doel van deze scriptie kan aldus beter gedefinieerd worden. Meer bepaald ligt de focus op het nagaan van mentale vermoeidheidseffecten op de antwoordstijlen ARS, DARS, ERS, MPR. 3.3 Oorzaken en gevolgen van antwoordstijlen Oorzaken van antwoordstijlen De oorzaak van ARS is volgens Couch & Keninston (1960) te wijten aan persoonlijkheidskenmerken wat gerelateerd is aan nog andere persoonlijkheidsvariabelen. Schuman & Presser (1981) schrijven de tendens om in te stemmen met items toe aan lage cognitieve capaciteiten van de respondenten. Bijkomend kan ARS eveneens veroorzaakt worden door situationele factoren zoals vb. tijdsdruk (Mc Gee 1967) of afleiding (Baumgartner & Steenkamp 2006). Couch & Keninston (1960) geven een verklarende factor voor DARS door te stellen dat introverte persoonlijkheden proberen controle te behouden door externe stimuli te ontwijken en bijgevolg negatief te antwoorden. Shuman & Presser (1981) verklaren MPR als gevolg van ontwijking, besluiteloosheid en onverschilligheid. Ontwijkend gedrag houdt in dat personen hun ware mening niet kwijt willen. Met besluiteloosheid bedoelen ze dat personen niet zeker zijn van hun mening. Onverschilligheid ten slotte verwijst naar de desinteresse voor het onderwerp (Messick 1968). Intolerantie ten aanzien van dubbelzinnigheid, dogmatisme en rigiditeit zijn verklaringen voor ERS. De extreme antwoordstijl wordt eveneens geassocieerd met ongerustheid. (Hamilton 1968). Faseur & Geuens (2006) stellen dat extreem hoge opwinding gepaard gaat met stress waardoor vermoeidheid kan optreden bij de respondent. Bijgevolg doet dit ERS stijgen. ERS heeft enerzijds effect op de gemiddelden van antwoorden en anderzijds op de correlatie tussen constructen (Greenleaf et al. 1992a; De Jong et al. 2008). Het gebruik van extreme antwoorden in vragenlijsten kan verschillen tussen landen en tussen personen (Baumgartner & Steenkamp 2001; Johnson et al. 2005). 11

19 3.3.2 Gevolgen van antwoordstijlen Er bestaan volgens Bagozzi (1994) twee relevante consequenties van antwoordstijlen. Enerzijds is er een vervormd beeld op te merken doordat de geobserveerde scores op de meetinstrumenten hoger of lager zijn dan de werkelijke opinie van de respondenten. Anderzijds treedt er een vertekening op bij de relaties van twee schalen omdat correlaties tussen de variabelen aangetast worden door antwoordstijlen. Antwoordstijlen zijn een bron van systematische meetfouten waardoor onderzoeksresultaten enorm kunnen vertekend worden. Daar dit soort fouten bij antwoorden in vragenlijsten vaak genegeerd wordt in onderzoek, stellen Baumgartner & Steenkamp (2006) -in navolging van Bagozzi (1994)- dat het belangrijk is om dit in te calculeren. Ten eerste kunnen schattingen van de gemiddelden van geobserveerde variabelen in een steekproef of vergelijkingen van de gemiddelden tussen verschillende steekproeven of over de tijd heen, misleidend zijn als onderzoekers systematische meetfouten negeren. Daarnaast kunnen schattingen tussen geobserveerde variabelen of vergelijkingen van de relaties tussen verschillende steekproeven of op verschillende tijdstippen eveneens misleiden. (Baumgartner & Steenkamp 2006) 3.4 Oplossingen om te corrigeren voor antwoordstijlen Hoewel het in de literatuur ondertussen geweten is dat antwoorden op vragenlijsten vaak beïnvloed worden door antwoordstijlen, wordt systematische error nog te vaak genegeerd (De Jong et al. 2008). Niettemin bestaan er oplossingen om deze fouten te corrigeren. Baumgartner en Steenkamp (2001) ontwikkelden twee corrigerende methoden om de invloed van ARS en DARS te reduceren. Enerzijds werkt men door middel van een ex ante oplossing (nl. op het moment dat de schalen worden opgesteld) om ARS en DARS te reduceren. Hierbij zal men items die eenzelfde construct meten, formuleren in de tegengestelde richting. Zo is vb. Medicijnen zijn bijna altijd nuttig. het tegenovergestelde van Medicijnen doen vaak meer kwaad dan goed. Dit heet volgens Winkler et al. (1982) balanced worded items. Door evenveel items in tegengestelde richting te formuleren ontstaat aldus een gebalanceerde schaal. De geobserveerde scores zouden hierdoor dus groter zijn (kleiner zijn) voor positief verwoorde items en kleiner zijn (groter zijn) voor negatief verwoorde items bij respectievelijk ARS en DARS. Gebalanceerde schalen kunnen grotendeels -maar niet volledig- de variantie veroorzaakt door ARS en DARS elimineren maar ze controleren wel bias voor dit soort respons. (Messick 1991; Baumgartner & Steenkamp 2001). 12

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2010 2011 Het proximiteitseffect: misrespons bij omgekeerde items en het effect van antoniemen vs negaties. Masterproef voorgedragen tot

Nadere informatie

DE INVLOED VAN OMGEVINGSFACTOREN OP HET BEANTWOORDEN VAN EEN VRAGENLIJST

DE INVLOED VAN OMGEVINGSFACTOREN OP HET BEANTWOORDEN VAN EEN VRAGENLIJST UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2008 2009 DE INVLOED VAN OMGEVINGSFACTOREN OP HET BEANTWOORDEN VAN EEN VRAGENLIJST Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test Werkboek 2013-2014 ANCOVA Covariantie analyse bestaat uit regressieanalyse en variantieanalyse. Er wordt een afhankelijke variabele (intervalniveau) voorspeld uit meerdere onafhankelijke variabelen. De

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In

Nadere informatie

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands

Samenvatting Nederlands Samenvatting Nederlands 178 Samenvatting Mis het niet! Incomplete data kan waardevolle informatie bevatten In epidemiologisch onderzoek wordt veel gebruik gemaakt van vragenlijsten om data te verzamelen.

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Klantonderzoek: statistiek!

Klantonderzoek: statistiek! Klantonderzoek: statistiek! Statistiek bij klantonderzoek Om de resultaten van klantonderzoek juist te interpreteren is het belangrijk de juiste analyses uit te voeren. Vaak worden de mogelijkheden van

Nadere informatie

RESPONSSTIJLEN OVER DE LOOP VAN EEN VRAGENLIJST

RESPONSSTIJLEN OVER DE LOOP VAN EEN VRAGENLIJST Running head: RESPONSSTIJLEN OVER DE LOOP VAN EEN VRAGENLIJST UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT PSYCHOLOGIE EN PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN ACADEMIEJAAR 2015-2016 Tweedesemesterexamenperiode RESPONSSTIJLEN OVER

Nadere informatie

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse.

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Oefentoets 1 1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Conditie = experimenteel Conditie = controle Sekse = Vrouw 23 33 Sekse = Man 20 36 Van

Nadere informatie

College 3 Interne consistentie; Beschrijvend onderzoek

College 3 Interne consistentie; Beschrijvend onderzoek College 3 Interne consistentie; Beschrijvend onderzoek Inleiding M&T 2012 2013 Hemmo Smit Overzicht van dit college Kwaliteit van een meetinstrument (herhaling) Interne consistentie: Cronbach s alpha Voorbeeld:

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

Opsporen van responsstyles bij respondenten: het ene segment is het andere niet

Opsporen van responsstyles bij respondenten: het ene segment is het andere niet Hoe meetfouten bij specifieke respondenten te detecteren en corrigeren? Opsporen van responsstyles bij respondenten: het ene segment is het andere niet Hester van Herk Department Marketing, VU University,

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R 14. Herhaalde metingen Introductie Bij herhaalde metingen worden er bij verschillende condities in een experiment dezelfde proefpersonen gebruikt of waarbij dezelfde proefpersonen op verschillende momenten

Nadere informatie

Implementations of Tests on the Exogeneity of Selected Variables and Their Performance in Practice M. Pleus

Implementations of Tests on the Exogeneity of Selected Variables and Their Performance in Practice M. Pleus Implementations of Tests on the Exogeneity of Selected Variables and Their Performance in Practice M. Pleus Dat economie in essentie geen experimentele wetenschap is maakt de econometrie tot een onmisbaar

Nadere informatie

College Week 3 Kwaliteit meetinstrumenten; Inleiding SPSS

College Week 3 Kwaliteit meetinstrumenten; Inleiding SPSS College Week 3 Kwaliteit meetinstrumenten; Inleiding SPSS Inleiding in de Methoden & Technieken 2013 2014 Hemmo Smit Overzicht van dit college Kwaliteit van een meetinstrument Inleiding SPSS Hiervoor lezen:

Nadere informatie

Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen)

Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Tabel 1, schematisch overzicht van abstracte begrippen, variabelen, dimensies, indicatoren en items. (Voorbeeld is ontleend aan de masterscriptie

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak

Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak 1 Achtergrond van het onderzoek Bedrijven vertrouwen meer en meer op social media om klanten te betrekken

Nadere informatie

Capaciteitentest MBO. 1. Inleiding

Capaciteitentest MBO. 1. Inleiding Naam: Ruben Smit NewHR.nl heeft de ambitie je te faciliteren zodat je je optimaal kan ontwikkelen en duurzaam inzetbaar blijft, welke functie je dan ook hebt. Dit rapport is de eerste stap naar persoonlijke

Nadere informatie

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren:

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren: INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 4 1. Toets met behulp van SPSS de hypothese van Evelien in verband met de baardlengte van metalfans. Ga na of je dezelfde conclusies

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie TSCYC Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING TSCYC 2/8 Inleiding De TSCYC is een vragenlijst

Nadere informatie

Programma. - Construct-> dimensies -> indicatoren -> items vragenlijst. - Pilot met de vragenlijst. - Plannen van het onderzoek.

Programma. - Construct-> dimensies -> indicatoren -> items vragenlijst. - Pilot met de vragenlijst. - Plannen van het onderzoek. Bijeenkomst 3 1 Programma Mini-presentaties Vragenlijst maken Kwaliteit van de vragenlijst: betrouwbaarheid en validiteit Vooruitblik: analyse van je resultaten Aan de slag: - Construct-> dimensies ->

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY - eindrapport - Y. Bleeker MSc (Regioplan) dr. M. Witvliet (Regioplan) dr. N. Jungmann (Hogeschool Utrecht) Regioplan Jollemanhof

Nadere informatie

11. Multipele Regressie en Correlatie

11. Multipele Regressie en Correlatie 11. Multipele Regressie en Correlatie Meervoudig regressie model Nu gaan we kijken naar een relatie tussen een responsvariabele en meerdere verklarende variabelen. Een bivariate regressielijn ziet er in

Nadere informatie

Voorbeeldtentamen Statistiek voor Psychologie

Voorbeeldtentamen Statistiek voor Psychologie Voorbeeldtentamen Statistiek voor Psychologie 1) Vul de volgende uitspraak aan, zodat er een juiste bewering ontstaat: De verdeling van een variabele geeft een opsomming van de categorieën en geeft daarbij

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Zelfstudiefiches M&T: Deel 2 (H6-7)

Zelfstudiefiches M&T: Deel 2 (H6-7) Zelfstudiefiches M&T: Deel 2 (H6-7) Hoofdstuk 6 1. Bekijk figuur 6.2. Het meetproces (p. 133 cursus). Dit schema en bijhorende tekst moet je heel goed begrijpen, heel vaak komen tijdens de colleges termen

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

Datum: 5 september 2014

Datum: 5 september 2014 Naam: Ruben Smit NewHR.nl heeft de ambitie je te faciliteren zodat je je optimaal kan ontwikkelen en duurzaam inzetbaar blijft, welke functie je dan ook hebt. Dit rapport is de eerste stap naar persoonlijke

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

Capaciteitentest HBO. Denkvermogen en denkstijl

Capaciteitentest HBO. Denkvermogen en denkstijl Denkvermogen en denkstijl Naam: Ruben Smit Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. De uitslag... 4 3. Bijlage: Het lezen van de uitslag... 5 Pagina 2 van 7 1. Inleiding Op 5 april 2016 heeft Ruben Smit een

Nadere informatie

TECHNISCHE HANDLEIDING IQ TEST

TECHNISCHE HANDLEIDING IQ TEST TECHNISCHE HANDLEIDING IQ TEST 12 December 2011 INHOUDSOPGAVE TESTOVERZICHT Meetpretentie Theoretische achtergrond Kenmerken Samenstelling Toepassingsgebied Voorbeelditems TESTKENMERKEN Vraag die voor

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 Statistiek: het toetsen

Hoofdstuk 3 Statistiek: het toetsen Hoofdstuk 3 Statistiek: het toetsen 3.1 Schatten: Er moet een verbinding worden gelegd tussen de steekproefgrootheden en populatieparameters, willen we op basis van de een iets kunnen zeggen over de ander.

Nadere informatie

Kwantitatieve modellen. Harry B.G. Ganzeboom 18 april 2016 College 1: Meetkwaliteit

Kwantitatieve modellen. Harry B.G. Ganzeboom 18 april 2016 College 1: Meetkwaliteit Kwantitatieve modellen voor BCO PMC Harry B.G. Ganzeboom 18 april 2016 College 1: Meetkwaliteit Drie colleges Validiteits- en betrouwbaarheidsanalyse Causale analyse met confounding en mediatie Causale

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

Huishoudens die niet gecontacteerd konden worden

Huishoudens die niet gecontacteerd konden worden 4.2. Participatiegraad Om de vooropgestelde steekproef van 10.000 personen te realiseren, werden 35.023 huishoudens geselecteerd op basis van het Nationaal Register. Met 11.568 huishoudens werd gepoogd

Nadere informatie

Paul van der Voorbeeld

Paul van der Voorbeeld Cognitieve capaciteitenrapportage Hoger niveau 24-11-2017 Paul van der Voorbeeld Linie 552-1 0-Linie 552-1 7325 DZ Apeldoorn info@certigon.nl Inhoudsopgave Overzicht scores cognitieve capaciteiten Conclusie

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager FinQ 2018 Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager 14-1-2019 Projectnummer B3433 Achtergrond van de FinQ monitor Nederlanders in staat

Nadere informatie

Rapportage capaciteiten (strikt vertrouwelijk) Naam: Mevrouw Voorbeeld Adviseur: Mevrouw Even Datum: 3 december 2014

Rapportage capaciteiten (strikt vertrouwelijk) Naam: Mevrouw Voorbeeld Adviseur: Mevrouw Even Datum: 3 december 2014 Naam: Adviseur: Mevrouw Even Datum: 3 december 2014 Inleiding In dit rapport wordt ingegaan op de competenties zoals deze tijdens het onderzoek naar voren zijn gekomen. De scores op de competenties zijn

Nadere informatie

Dagelijkse dosis visolie verbetert de prestaties van leerlingen bij nationale examens

Dagelijkse dosis visolie verbetert de prestaties van leerlingen bij nationale examens Onderzoek naar niewe medicijnen duurt jaren en doorloopt een aantal verschillende stadia. Tenslotte worden de medicijnen op mensen getest in klinische trials. Bij stap 1 wordt de veiligheid getest op gezonde

Nadere informatie

Chapter. Samenvatting

Chapter. Samenvatting Chapter 9 9 Samenvatting Samenvatting Patiënten met chronische pijn die veel catastroferende gedachten (d.w.z. rampdenken) hebben over pijn ervaren een verminderd fysiek en psychologisch welbevinden. Het

Nadere informatie

SCHOOLFEEDBACKRAPPORT ONDERZOEK WELBEVINDEN Bevraging van de leerlingen van het lager onderwijs

SCHOOLFEEDBACKRAPPORT ONDERZOEK WELBEVINDEN Bevraging van de leerlingen van het lager onderwijs SCHOOLFEEDBACKRAPPORT ONDERZOEK WELBEVINDEN Bevraging van de leerlingen van het lager onderwijs Aan de directeur, de leerkrachten en de leerlingen van het vierde, vijfde en zesde leerjaar van school 1

Nadere informatie

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee?

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee? Technische rapportage Leesmotivatie scholen van schoolbestuur Surplus Noord-Holland Afstudeerkring Begrijpend lezen 2011-2012, Inholland, Pabo-Alkmaar Marianne Boogaard en Yvonne van Rijk (Lectoraat Ontwikkelingsgericht

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting 100 Samenvatting Cognitieve achteruitgang en depressie komen vaakvooropoudere leeftijd.zijbeïnvloeden de kwaliteit van leven van ouderen in negatieve zin.de komende jaren zalhet aantalouderen in onze maatschappijsneltoenemen.het

Nadere informatie

3 Werkwijze Voordat een CQI meetinstrument mag worden ingezet voor reguliere metingen moet het meetinstrument in twee fases getest worden.

3 Werkwijze Voordat een CQI meetinstrument mag worden ingezet voor reguliere metingen moet het meetinstrument in twee fases getest worden. Procedure Psychometrische en discriminerend vermogen testfase Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: PRO 04 Eigenaar: 1 Inleiding De richtlijnen en aanbevelingen voor de test naar de psychometrische en onderscheidende

Nadere informatie

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden:

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden: Werkinstructie Psychometrische analyse Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: WIS 04.02 Eigenaar: Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 59 1

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Taal en Connector Ability

Taal en Connector Ability Taal en Connector Ability Nico Smid Taal en Intelligentie Het begrip intelligentie gedefinieerd als G ( de zogenaamde general factor) verwijst naar het algemene vermogen om nieuwe problemen in nieuwe situaties

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

SPSS Introductiecursus. Sanne Hoeks Mattie Lenzen

SPSS Introductiecursus. Sanne Hoeks Mattie Lenzen SPSS Introductiecursus Sanne Hoeks Mattie Lenzen Statistiek, waarom? Doel van het onderzoek om nieuwe feiten van de werkelijkheid vast te stellen door middel van systematisch onderzoek en empirische verzamelen

Nadere informatie

Bij factor ANOVA is er een tweede onafhankelijke variabele in de analyse bij gekomen. Er zijn drie soorten designs mogelijk:

Bij factor ANOVA is er een tweede onafhankelijke variabele in de analyse bij gekomen. Er zijn drie soorten designs mogelijk: 13. Factor ANOVA De theorie achter factor ANOVA (tussengroep) Bij factor ANOVA is er een tweede onafhankelijke variabele in de analyse bij gekomen. Er zijn drie soorten designs mogelijk: 1. Onafhankelijke

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 11 Nederlandse Samenvatting Bij beslissingen over het al dan niet vergoeden van behandelingen wordt vaak gebruikt gemaakt van kosteneffectiviteitsanalyses, waarin de kosten worden afgezet tegen de baten.

Nadere informatie

INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 5

INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 5 INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 5 1. De onderzoekers van een preventiedienst vermoeden dat werknemers in een bedrijf zonder liften fitter zijn dan werknemers

Nadere informatie

Statistiek voor A.I.

Statistiek voor A.I. Statistiek voor A.I. College 13 Donderdag 25 Oktober 1 / 28 2 Deductieve statistiek Orthodoxe statistiek 2 / 28 3 / 28 Jullie - onderzoek Tobias, Lody, Swen en Sander Links: Aantal broers/zussen van het

Nadere informatie

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Katrien Symons (contact: Katrien.Symons@UGent.be) Prof. Dr. Mieke Van Houtte Dr. Hans Vermeersch ACHTERGROND Een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De nadelige gezondheidsrisico s/gevolgen van roken en van depressie en angststoornissen zijn goed gedocumenteerd, en deze aandoeningen doen zich vaak tegelijkertijd voor. Het doel

Nadere informatie

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting Samenvatting Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid 2 2 3 4 5 6 7 8 Samenvatting 161 162 In de meeste Westerse landen neemt de levensverwachting

Nadere informatie

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1 Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1 Bijlage 1: Het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs: Stadium van het instructie model Oriëntatiefase

Nadere informatie

DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005)

DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005) DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005) Inleiding De manier waarop data georganiseerd, gecodeerd en gescoord (getallen toekennen aan observaties) worden en welke technieken daarvoor nodig zijn, dient in het ideale

Nadere informatie

Samenvatting Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Samenvatting Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 1 leidt het onderwerp van dit proefschrift in, te weten het bestuderen van de Gezondheidsgerelateerde Kwaliteit van Leven bij kinderen van 0 tot 12. Doordat het aantal medische successen toenam,

Nadere informatie

Groepsverslag Stress Reductie Effect Meting na HeartMath coachtraject maart 2016

Groepsverslag Stress Reductie Effect Meting na HeartMath coachtraject maart 2016 Onderzoeksbureau Groepsverslag Stress Reductie Effect Meting na HeartMath coachtraject maart 2016 In opdracht van HeartMath Benelux Periode november 2012 tot en met maart 2016 De stress-rem (Stress Reductie

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

Vandaag. Onderzoeksmethoden: Statistiek 3. Recap 2. Recap 1. Recap Centrale limietstelling T-verdeling Toetsen van hypotheses

Vandaag. Onderzoeksmethoden: Statistiek 3. Recap 2. Recap 1. Recap Centrale limietstelling T-verdeling Toetsen van hypotheses Vandaag Onderzoeksmethoden: Statistiek 3 Peter de Waal (gebaseerd op slides Peter de Waal, Marjan van den Akker) Departement Informatica Beta-faculteit, Universiteit Utrecht Recap Centrale limietstelling

Nadere informatie

Kansrekening en Statistiek

Kansrekening en Statistiek Kansrekening en Statistiek College 11 Dinsdag 25 Oktober 1 / 27 2 Statistiek Vandaag: Hypothese toetsen Schatten 2 / 27 Schatten 3 / 27 Vragen: liegen 61 Amerikanen werd gevraagd hoeveel % van de tijd

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

but no statistically significant differences

but no statistically significant differences but no statistically significant differences Astma is een chronische aandoening, die niet te genezen is. Met de passende zorg kunnen symptomen tot een minimum worden gereduceerd en zou een astma patiënt

Nadere informatie

Het samenstellen van een multipele indicator index. Harry B.G. Ganzeboom ADEK UvS College 2 28 februari 2011

Het samenstellen van een multipele indicator index. Harry B.G. Ganzeboom ADEK UvS College 2 28 februari 2011 Het samenstellen van een multipele indicator index Harry B.G. Ganzeboom ADEK UvS College 2 28 februari 2011 Indices voor attituden Attittuden (opvattingen) zijn complexe kenmerken Moeilijk te meten met

Nadere informatie

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs TECHNISCH RAPPORT 30 augustus 2018 Dit document is een technisch rapport van het onderzoek naar het verband tussen kenmerken van de jeugdjaren

Nadere informatie

A c. Dutch Summary 257

A c. Dutch Summary 257 Samenvatting 256 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft de resultaten van twee longitudinale en een cross-sectioneel onderzoek. Het eerste longitudinale onderzoek betrof de ontwikkeling van probleemgedrag

Nadere informatie

Hoofdstuk 18. Verbanden tussen variabelen vaststellen en interpreteren

Hoofdstuk 18. Verbanden tussen variabelen vaststellen en interpreteren Hoofdstuk 18 Verbanden tussen variabelen vaststellen en interpreteren Analyse van verbanden Analyse van verbanden: bij de analyse van verbanden stel je vast of er een stabiel verband bestaat tussen twee

Nadere informatie

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg Spelen in het groen Effecten van een bezoek aan een natuurspeeltuin op het speelgedrag, de lichamelijke activiteit, de concentratie en de stemming van kinderen Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena

Nadere informatie

W E S WORK EXPERIENCE SCAN

W E S WORK EXPERIENCE SCAN W E S WORK EXPERIENCE SCAN AYA THUISZORG ZorgDNA Computerweg 24 3542 DR UTRECHT T 030-820 03 63 E info@zorgdna.nl, INHOUDSOPGAVE HET RAPPORT HOOFDSTUK 1 - OVERZICHT VAN DE DIMENSIES BRONNEN VAN STRESS

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n. 10 ( x ) ,16

Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n. 10 ( x ) ,16 modulus strepen: uitkomst > 0 Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n 10 ttest ( x ) 105 101 3,16 n-1 4 t test > t kritisch want 3,16 >,6, dus 105 valt buiten het BI. De cola bevat niet significant

Nadere informatie

HTS Report STAXI-2. Vragenlijst over boosheid. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report STAXI-2. Vragenlijst over boosheid. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam STAXI-2 Vragenlijst over boosheid HTS Report ID 15890-3155 Datum 18.07.2017 Zelfrapportage INLEIDING STAXI-2 2/9 Inleiding De STAXI-2 is een vragenlijst waarmee op basis van zelfrapportage diverse aspecten

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenposten

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenposten Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg op een huisartsenpost (HAP) te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst kan worden

Nadere informatie

Tentamen Biostatistiek 2 voor BMT (2DM50), op woensdag 22 april uur

Tentamen Biostatistiek 2 voor BMT (2DM50), op woensdag 22 april uur Faculteit der Wiskunde en Informatica Tentamen Biostatistiek 2 voor BMT (2DM50), op woensdag 22 april 2009 9.00-12.00 uur Bij het tentamen mag alleen gebruik worden gemaakt van een zakrekenmachine. Het

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek!

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek! Cognitive Bias Modification Resultaten onderzoek December 2013 Jules Reijnen Ron Jacobs Theorie Cognitive Bias Modification (CBM) is een recent onderzoeksgebied dat zich richt op de vertekening (bias)

Nadere informatie