Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) Deel 1: Het lage-inkomensvoordeel (LIV)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) Deel 1: Het lage-inkomensvoordeel (LIV)"

Transcriptie

1 Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) Deel 1: Het lage-inkomensvoordeel (LIV)

2 Het lage-inkomensvoordeel (LIV) In recente whitepapers zoomden we in op de Wet aanpak schijnconstructies, het einde van de nihilwaardering van de personeelslening eigen woning, en de harmonisering van instrumenten uit de Participatiewet. Op Prinsjesdag presenteerde het kabinet nieuwe wetgeving die het loondomein raakt. In de komende whitepapers belichten we het wetsvoorstel Tegemoetkomingen in de loonkosten van specifieke groepen (kort: Wet tegemoetkomingen loondomein, Wtl). Uit het wetsvoorstel volgen, gefaseerd over 2017 en 2018 twee voordelen voor werkgevers: het lage-inkomensvoordeel (LIV) en het loonkostenvoordeel (LKV). Daarnaast staat een aanscherping van de gebruikelijkheidstoets in de werkkostenregeling op de rol. In deze whitepaper belichten we de achtergrond van het wetsvoorstel en het lage- inkomensvoordeel (LIV) dat per 2017 ingaat. De invoering van het loonkostenvoordeel (LKV) is vooralsnog voorzien per Daarover leest u meer in Deel 2 van deze reeks. Attentie! Waar wij hierna spreken over de werknemer, hij en zijn, kunt u ook lezen de werkneemster, zij en haar. 2

3 Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) Op Prinsjesdag diende het kabinet het wetsvoorstel Tegemoetkomingen in de loonkosten van specifieke groepen (Wet tegemoetkomingen loondomein, Wtl) in bij de Eerste en Tweede Kamer. In het wetsvoorstel worden gefaseerd twee voordelen ingevoerd: het lage-inkomensvoordeel (LIV) dat per 1 januari 2017 moet ingaan, en het loonkostenvoordeel dat is voorzien per 1 januari Achtergrond De achterliggende idee van het wetsvoorstel is werkgevers te stimuleren om werknemers met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt in dienst te nemen. Het gaat dan vaak om werknemers die het minimumloon of net iets meer (tot en met 120%) verdienen. Om deze doelstelling meer slagkracht te geven, streeft het kabinet naar een vereenvoudiging van fiscale processen. Daarnaast wil het de administratieve lasten van werkgevers terugdringen door een instrument te introduceren dat het mogelijk maakt op basis van beschikbare gegevens en zonder de loonaangifteketen te belasten, volledig geautomatiseerd een tegemoetkoming in loonkosten aan werkgevers te verstrekken. Daarbij moet het voorgestelde lage-inkomensvoordeel werkgevers met werknemers aan de onderkant van de arbeidsmarkt ten goede komen. Als het wetsvoorstel wordt goedgekeurd, komen de premiekortingen voor ouderen en arbeidsgehandicapten in hun huidige vorm te vervallen. In de nabije toekomst ontvangt u per werknemer een vast bedrag per uur. Uiteindelijk moeten de maatregelen de stap van niet werken naar wél werken voor zowel werkgever als werknemer vereenvoudigen. 3

4 Uitbreiding doelgroepen In haar streven de vele vormen van ondersteuning waarop werkgevers aanspraak kunnen maken, te harmoniseren, bracht staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid eerder al wijzigingen aan in de instrumenten van de Participatiewet op het gebied van de mobiliteitsbonus en de no-riskpolis. Als ook de Eerste Kamer instemt met de wijzigingen, gaan de mobiliteitsbonus en de no-riskpolis per 1 januari 2016 gelden voor alle werknemers die onder de doelgroep van de banenafspraak vallen. Dit zijn er meer dan de doelgroep van de Participatiewet. Enerzijds gaan de bedragen van de premiekortingen omlaag, maar anderzijds wordt de groep werknemers voor wie u een korting mag toepassen groter, namelijk de volledige doelgroep van de banenafspraak (zie het kader hierna). Wie vallen onder de doelgroep banenafspraak? Mensen in de Wajong die kunnen werken Mensen met een WSW-indicatie Mensen met een WIW-baan Mensen met een ID-baan Mensen die onder de Participatiewet vallen en van wie UWV op gemeentelijk verzoek vaststelt dat zij niet 100% van het WML kunnen verdienen Attentie! Staatssecretaris Klijnsma trok het (verlaagde) bedrag van de mobiliteitsbonus onlangs op van maximaal per werknemer per jaar naar maximaal per werknemer per jaar. Zie hiervoor eerdere Visma whitepapers. 4

5 Nieuw per 2017: het lage-inkomensvoordeel (LIV) Het Wetsvoorstel tegemoetkomingen loondomein (Wtl) voorziet gefaseerd in twee nieuwe voordelen: per 1 januari 2017 wordt het lage-inkomensvoordeel (LIV) ingevoerd, per 1 januari 2018 komt daar het loonkostenvoordeel (LKV) achteraan. In tegenstelling tot de huidige premiekortingen ontvangt u dan een vast bedrag per werknemer per uur. Veranderingen De maximale bedragen die aan deze maatregelen gekoppeld zijn, zijn anders dan de maximale premiekortingen die uw organisatie op dit moment kan krijgen. Voor sommige groepen werknemers wordt een voordeel ingevoerd, terwijl voor hen nu geen premiekorting geldt. Voor anderen wordt het bedrag van het voordeel juist lager dan de huidige premiekorting. Zie het schema hierna voor het verschil tussen nu en straks. 5

6 Voorwaarden en hoogte LIV Als u per 2017 een werknemer in dienst neemt die van 100% tot en met 120% van het wettelijk minimumloon verdient, komt u in aanmerking voor het lage-inkomensvoordeel (LIV). Dit LIV is een vast bedrag per werknemer per uur. De hoogte is afhankelijk van het gemiddelde uurloon van de werknemer. Dit uurloon is gebaseerd op het weekloon inclsuief vakantiebijslag voor een 38-urige werkweek. U berekent het gemiddelde uurloon door het jaarloon te delen door de verloonde uren (zie hierna). Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen twee groepen werknemers: voor werknemers die minimaal 100%, maar niet meer dan 110% van het wettelijk minimumloon verdienen volgens het wetsvoorstel is dat van 9,90 tot en met 10,88 per uur bedraagt het voordeel 1,01 per werknemer per uur, met een maximum van per werknemer per jaar; voor werknemers die meer dan 110%, maar maximaal 120% van het wettelijk minimumloon verdienen volgens het wetsvoorstel is dat van 10,89 tot en met 11,87 per uur bedraagt het voordeel 0,51 per werknemer per uur met een maximum van per werknemer per jaar. De genoemde uurlonen zijn gebaseerd op de bedragen van de tweede helft van Aanvullende voorwaarden Het LIV kent twee aanvullende voorwaarden: de werknemer moet minimaal verloonde uren hebben in het jaar waarin u het LIV wil ontvangen. Dit komt neer op gemiddeld 24 uur per week; de werknemer mag nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt. U betaalt voor AOW ers geen premies werknemersverzekeringen meer, waardoor de loonkosten voor deze groep werknemers al lager zijn. Voor het LIV hoeft u geen doelgroepverklaring van UWV of een gemeente te hebben. De Belastingdienst weer immers wat het gemiddelde uurloon van de werknemer is en zal het voordeel automatisch doorvoeren. 6

7 Hoeveel LIV krijgt u precies? Rekenvoorbeeld Stel dat uw organisatie na de invoering van het LIV een werknemer in dienst heeft die 105% van het wettelijk minimumloon verdient en 38 uur per week werkt. De werknemer verdient 105% van het minimumloon. Hij valt dus in de categorie werknemers die minimaal 100% en maximaal 110% van het minimumloon verdienen. 38 uur per week vermenigvuldigd met 52 weken komt neer op uur per jaar. De werknemer voldoet dus ook aan de ureneis van minimaal verloonde uren per jaar. U krijgt voor deze werknemer 1,01 per verloond uur met een maximum van per jaar uur per jaar vermenigvuldigd met 1,01 per uur komt neer op 1.995,76. Dat is minder dan het maximum van per jaar en dus het bedrag dat u na afloop van het jaar aan LIV krijgt voor deze werknemer. Verloonde uren Volgens berekeningen van het CBS is het gemiddeld aantal verloonde uren per werknemer in Nederland 31,1 uur per week. Op jaarbasis komt dat per werknemer neer op verloonde uren (31,1 uur : 5 werkdagen x 261 werkdagen). Het wetsvoorstel gaat uit van minimaal verloonde uren. De berekening gaat over het gemiddelde uurloon over het hele jaar. Als een werknemer halverwege het jaar meer loon ontvangt, kan de tegemoetkoming over het hele jaar toch lager uitvallen. Het is nog onbekend op welke manier de uurloonberekening plaatsvindt bij ziekte of langdurend zorgverlof en betaling via UWV. Attentie! Voor een werknemer jonger dan 23 jaar kunt u ook recht hebben op het LIV als deze werknemer minimaal 100% en maximaal 120% van het wettelijk minimumloon dat geldt voor een 23-jarige verdient. 7

8 Automatische uitbetaling In het wetsvoorstel is vastgelegd dat u geen apart verzoek tot toekenning van het LIV hoeft te doen. UWV haalt de gegevens hiervoor uit de ingediende loonaangiften. Als peildatum wordt daarbij 1 mei van het volgende jaar aangehouden. Op die datum moeten de gegevens dus correct verwerkt zijn. Als u in 2017 recht heeft op het LIV, moet u er dus voor zorgen dat vóór 1 mei 2018 de loonaangiften bij de Belastingdienst juist zijn verwerkt. UWV zorgt dan voor de berekening van het LIV, waarna de Belastingdienst de tegemoetkoming vóór 1 augustus 2018 aan u uitbetaalt. Attentie! Het wetsvoorstel is nog niet door de Tweede en Eerste Kamer aangenomen. Dit betekent dat er dus nog wijzigingen kunnen worden aangebracht of dat het voorstel wordt verworpen. 8

9 Over Visma Software Visma publiceert regelmatig informatie over het vakgebied Human Resource Management en salarisverwerking met als doel u te informeren over de ontwikkelingen die er binnen deze vakgebieden plaatsvinden en u te helpen uw doelstellingen mede te realiseren. Visma Software levert volledig geïntegreerde softwareoplossingen voor Human Resource Management en salarisverwerking. Het stelt het lijnmanagement en de werknemers zelf in staat om taken die voorheen bij HRM lagen uit te voeren. Meer informatie: Visma Software, Rob van Loenen, telefoonnummer: info-amersfoort@visma.com Maandelijks verstuurt Elsa Breeland de nieuwsbrief Elsa vertelt... met antwoorden op HRM-vragen. Klik hier om u in te schrijven. 9