Nanotechnologie voor de VWO bovenbouw

Transcriptie

1 Nanotechnologie voor de VWO bovenbouw Benny Aalders (s ) Jakko Arbeider (s ) Floris Harmanni (s ) Kristel Lok (s ) kristel Bert Oldenburger (s ) Vincent Velthuizen (s ) Kees Wesselink (s ) 23 februari 2017 Version 0.1 Samenvatting Dit document beschrijft het ontwerp proces van een formele leeromgeving voor de bovenbouw van het VWO. Dit ontwerp wordt gemaakt in het kader van het vak Ontwerpen. Nieuw in deze versie van het document is de Probleemanalyse (Hoofdstuk 1). Inhoudsopgave 1 Probleemanalyse en Vooronderzoek Wat is het probleem? Wat zijn de oorzaken van het probleem? Wat zijn de aangrijpingspunten en randvoorwaarden voor een oplossing? Ontwerp 5 3 Realisatie 5 4 Formatieve evaluatie 5 5 Productie en implementatie 5 6 Summatieve evaluatie 5 1

2 1 Probleemanalyse en Vooronderzoek 1.1 Wat is het probleem? Verschil huidige gewenste situatie? Leerlingen kiezen met een verkeerd beeld voor een bèta studie. Ze moeten dit doen op basis van een realistisch beeld Welke actoren, processen en producten zijn betrokken? Actoren Science LinX Science LinX is de opdrachtgever voor dit project. Het doel van Science Linx is om een kant en klaar product te hebben dat kan worden aangeboden aan middelbare scholen. Het product zal moeten helpen de Rijksuniversiteit Groningen te promoten en hiervoor gebruik maken van de bekendheid van Ben Feringa. Het precieze probleem dat we met dit product willen oplossen mogen we ten dele zelf bepalen hoewel dit wel ter goedkeuring aangeboden dient te worden. Leerlingen De leerlingen zijn de directe doelgroep van ons probleem. Het zijn bovenbouw vwo-leerlingen van zestien tot achttien jaar oud. Vaak hebben ze nog geen realistisch beeld van de wetenschappelijke bèta studies opleidingen en wat je daarmee kunt. De leerlingen maken een drukke fase in hun leven door met het voorbereiden van hun eindexamen. De opdrachtgever heeft de indruk dat leerlingen met een verkeerd beeld binnenkomen op de universiteit. Een gevolg hiervan zijn grote groepen eerstejaars studenten waarvan veel gedurende dat eerste jaar stoppen. Het is wenselijk ervoor te zorgen dat de leerlingen wel een goed beeld hebben zodat ze een beter geinformeerde keuze kunnen maken en weten wat ze kunnen verwachten. Docenten Docenten zijn de mensen die leerlingen begeleiden in hun leerproces. Ze zorgen ervoor dat leerlingen hun vaardigheden ontwikkelen van en via het vakgebied van de docent. Dit gebeurt vaak klassikaal maar er is ruimte voor individueele begeleiding. De focus van deze casus is de bèta docent. De docent is vaak niet meer inhoudelijk betrokken bij de universiteit. Het komt voor dat docenten een verouderd beeld hebben van de opleiding die ze destijds zelf hebben genoten. Het idee is dat deze groep graag meer inzicht wil om leerlingen het voor te bereiden op een moderne universitaire bèta opleiding. Schoolleiding De schoolleiding bestaat uit goed-opgeleide mensen, maar hebben niet per se een bèta-wetenschappelijke achtergrond. Ze is geïnteresseerd in het goed opleiden van leerlingen en heeft ook baat bij goed geïnformeerde leerlingen wat betreft studiekeuze. We verwachten niet veel weerstand van de schoolleiding om een product aan te nemen dat die informatie aan de leerlingen aanbiedt. De schoolleiding zal vooral geïnteresseerd zijn in de kosten van het project en in de resultaten. 2

3 Ouders/Verzorgers Deze groep bestaat uit de geïnteresseerde ouders (of andere familieleden) van de leerlingen. Ze hebben vaak een verouderd of zelfs helemaal geen beeld van de wetenschap(s educatie). Ze willen dat de leerlingen een goede keuze maken waarin wordt meegenomen hoe leuk ze de studie vinden en de grootte van de kans dat ze de studie kunnen halen. We vermoedden dat vragen als: Wat kun je hier mee worden? en Is daar wel werk in? vooral hier vandaan komen en vragen ons af of dit doorslaggevende vragen zouden moeten zijn bij een studie keuze. Processen Eindexamen eisen VWO Hiermee doelen we specifiek op de volgende eis: [de leerling] kan aangeven op welke wijze natuurwetenschappelijke kennis in studie en beroep wordt gebruikt en kan mede op basis daarvan zijn belangstelling voor studies en beroepen onder woorden brengen Producten Les methoden Een oplossing moet aansluiten bij de kennis van de leerlingen en daar op voortbouwen. Willen daarom aansluiten maar niet overlappen met de gebruikte lesmethode. Voorlichtingsactiviteiten Een oplossing zou bestaande voorlichtingsactiviteiten deels of geheel kunnen vervangen Wat is de context van het probleem? Het is de bedoeling dat leerlingen in de vierde klas VWO zich beginnen te oriënteren op hun vervolgopleiding. De meesten zullen in eerste instantie neigen naar WO, maar er zal ook een deel over HBO nadenken. Over het algemeen zullen leerlingen zich geen duidelijke voorstelling kunnen maken van wat Wetenschappelijk Onderwijs inhoud. Veel leerlingen zullen denken dat je altijd de opleiding met het hoogst mogelijke niveau moet kiezen. Daarnaast hebben we te maken met een jeugdige doelgroep, die niet altijd even ver vooruit kijkt. Een leerling die pas laat de keuze maakt zal zich niet meer voldoende kunnen informeren met objectieve kennis. Het is goed om niet alleen aan te spreken op de ratio, maar ook op het gevoel bij verstrekken van informatie. 1.2 Wat zijn de oorzaken van het probleem? Welke factoren dragen aan het probleem bij? Docenten hebben vaak geen of te weinig vakinhoudelijk contact met de universiteit. Hierdoor worden verkeerde denkbeelden bij de docenten over universitaire (bèta)studies niet gecorrigeerd met als gevold dat zij dus ook de leerlingen niet goed kunnen voorlichten. In de publieke opinie is universitaire studie superieur aan een HBO opleiding, hierdoor word er onbedoeld druk gecreëerd bij leerlingen om voor een zo hoog 3

4 mogelijke studie te kiezen, ondanks dat dat voor de leerling misschien niet de beste keuze is. Het komt voor dat mensen een verkeerd beeld hebben van wat een universitaire (bèta)studie inhoud. De universiteit is geen veredeld HBO, maar leidt mensen op tot het doen van gedegen onderzoek. Als leerlingen kiezen voor een universitaire opleiding, dan zullen ze zich hiervan bewust moeten zijn Is sprake van gebrekkige communicatie? Ja, er is te weinig vak inhoudelijke communicatie tussen universiteiten en toekomstig studenten. Hierdoor sluiten de verwachtingen over studies niet aan bij de werkelijkheid Is sprake van kennis, attitude of gedragsproblemen? Ja, er is vooral sprake van een gebrek aan kennis over wat een universitaire (bèta)studie daadwerkelijk inhoud. Dit geld zowel voor de schoolleiding, de docenten, de leerlingen, de ouders, en de maatschappij. Attitude en/of gedragsproblemen zijn niet relevant voor deze case. 1.3 Wat zijn de aangrijpingspunten en randvoorwaarden voor een oplossing? Welke factoren lenen zich voor beïnvloeding? Wij verwachten dat we invloed kunnen hebben op het beeld dat de leerlingen hebben van bèta studies aan de universiteit. Dit is van wezenlijk belang voor de realisatie van de oplossing. Minstens zo belangrijk is het veranderen van het beeld dat de docenten hebben. Zolang zij hun beeld niet kunnen of willen aanpassen, kunnen zij de impact teniet doen die we voor ogen hebben bij de leerlingen. Het beeld dat de docenten hebben zal zich dus goed lenen voor beïnvloeding. Tot slot is het belangrijk de omgeving van de leerling niet te negeren. Het beeld dat een leerling van zijn of haar eigen toekomst heeft zal ook thuis in grote mate bepaald worden en het beschikken over goede informatie hierover is van wezenlijk belang om het probleem op te lossen Past communicatieve en/of niet communicatieve oplossing? De beoogde oplossing is een formele leeromgeving gericht op de docenten en leerlingen in de bovenbouw. Dit is voornamelijk een communicatieve oplossing Welke functies heeft beoogd product voor verschillende doelgroepen? De actor specifieke functies van het product zijn: Leerling 4

5 Ouders Docent Een (eerste) ervaring laten op doen met WO werkwijze. Positief beeld creëren van de Rijksuniversiteit Groningen. (Opnieuw) laten ervaren van de WO werkwijze. Positief beeld creëren van de Rijksuniversiteit Groningen Welke randvoorwaarden gelden voor het product? Voor het product dat we ontwerpen moeten we rekening houden met de volgende zaken. Inzetbaar Science LinX wil geen concept, maar een uitgewerkt product welk inzetbaar is op een middelbare school Onze tijd Het ontwerpen van het product moet realiseerbaar zijn binnen de tijd die we hebben binnen het vak Ontwerpen. Tijd van de school Uitvoering van het product moet passen binnen de tijd die de school beschikbare wil stellen. Budget De kosten van ons product moeten voor de school acceptabel zijn. Examenprogramma Het product moet aansluiting hebben met de examenprogramma s van de bètavakken, waardoor het makkelijk te verantwoorden is in het curriculum. 2 Ontwerp 3 Realisatie 4 Formatieve evaluatie 5 Productie en implementatie 6 Summatieve evaluatie 5