Wij willen graag met u verkennen in hoeverre de gemeenten bereid en in staat zijn om de resterende kosten op zich te nemen.

Transcriptie

1 7^ Verzoek cofinanciering Boerderijeducatie 8 Educatie boerderij-educatie.n College van B&W der gemeente.. T.a.v. de portefeuillehoud(st)er Milieu Betreft: Verzoek cofinanciering Boerderijeducatie Gooi & Vechtstreek Bussum, 1 3 februari Geachte heer/ mevrouw, In april 2011 is het portefeuillehoudersoverleg Milieu van het gewest Gooi & Vechtstreek benaderd over het project "Boerderijeducatie in de Gooi & Vechtstreek". Dankzij de gemeente Bussum kon een pilot in onze regio worden uitgevoerd en dankzij een financiële bijdrage van de provincie Noord-Holland kan dit project tot en met juli worden voortgezet. Gedeputeerde dhr. Jaap Bond heeft in de bijgevoegde brief een toelichting gegeven. Zoals u in de brief van dhr. Bond kunt lezen, willen zowel de boeren als de scholen in de regio het project graag een structureel vervolg geven, zodat kinderen zelf kunnen zien, horen, ruiken en voelen waar hun voedsel vandaan komt. Boerderijeducatie draagt bij aan kennis over de herkomst van ons voedsel, het agrarisch landschap in onze regio, het ontwikkelen van verantwoordelijkheidsgevoel, respect voor mens en dier en een gezond(er) eetpatroon. De provincie heeft het mogelijk gemaakt om een professioneel product te ontwikkelen dat door de scholen inmiddels zeer wordt gewaardeerd. Helaas kan de provincie het structurele vervolg van het project niet bekostigen. De scholen zijn wél bereid om circa 50 % van de kosten op zich te nemen. Wij willen graag met u verkennen in hoeverre de gemeenten bereid en in staat zijn om de resterende kosten op zich te nemen. In de bijlage is te zien hoeveel klassen zich tot dusver hebben aangemeld voor een excursie in schooljaar 201 2/ Scholen betalen dit schooljaar reeds een eigen bijdrage van 75,-. Er is tevens een indicatie gegeven wat de gevraagde bijdrage per gemeente in dit geval zou zijn. Wij hopen dat boerderijeducatie (net als in de Amstelland-gemeenten) kan worden opgenomen in de gemeentelijke begroting voor en verder en willen u daarom vragen of het mogelijk is om vanaf een jaarlijkse bijdrage te leveren. U zou hierbij het bedrag in de gemarkeerde kolom (in de bijlage) als een indicatie kunnen zien. Deze brief zal worden geagendeerd in een volgende portefeuillehoudersoverleg Milieu. De projectleider van het project "Boerderijeducatie Gooi & Vechtstreek" Maike van der Maat en NME-coördinator Maya Heinsbroek zullen dit verzoek dan nader toelichten. 5

2 Verzoek cofinanciering Boerderijeducatie boerderij- educatie.n Wij vernemen graag of u bereid bent om een bijdrage aan boerderij-educatie in de Gooi & Vechtstreek te leveren en wat de hoogte van deze bijdrage kan zijn. Met de gemeenten die een bijdrage gaan leveren, willen wij de samenwerking graag officieel bekrachtigen op een nader te bepalen moment op één van de deelnemende boerderijen. In afwachting van uw reactie verblijven wij, Met vriendelijke groet, Maya Heinsbroek NME Gooi, Vecht- en Eemstreek Maike van der Maat Boerderijeducatie Gooi & Vechtstreek Contactadres: NME Gooi, Vecht- en Eemstreek T.a.v. Maya Heinsbroek Postbus 1 33, 1400 AC Bussum Tel / E: m.heinsbroek@omqevingseducatie.nl

3 Verzoek cofinanciering Boerderijeducatie S Educatie boerderij-educatie.nl Bijlage 1: Inschatting van de jaarlijkse kosten boerderijeducatie per gemeente Gemeente Aantal Aantal klassen Totale kosten Indicatie scholen aangemeld in (aantal klassen jaarlijkse Totaal 2011/2012 x 175 euro)* bijdrage per gemeente m.i.v. 2013** Blaricum 5 scholen 2 klassen (reservering) Bussum 1 3 scholen 11 klassen Hilversum 36 scholen 37 klassen Huizen 1 9 scholen 9 klassen Laren 5 scholen 2 klassen (reservering) Muiden 4 scholen 2 klassen (reservering) Naarden 5 scholen 7 klassen Weesp 8 scholen 4 klassen Wijdemeren 1 2 scholen 4 klassen Totaal 119 scholen 78 klassen N.B. de scholen uit Blaricum, Laren en Muiden hebben zich op het moment dat deze brief is geschreven, nog niet aangemeld voor een boerderijbezoek. Wij willen echter graag een reservering opnemen van 2 klassen, zodat klassen uit genoemde gemeenten die zich in een later stadium aanmelden, dezelfde mogelijkheden krijgen als de scholen in de andere gemeenten. * De kosten voor een 2 uur durend bezoek bedragen 150,- per klas. De kosten van een 4 uur durend bezoek bedragen 400,- per klas. De meeste scholen melden zich aan voor een 2 uur durend bezoek, daarom is in de tabel gerekend met een bedrag van 150,- plus 25,- coördinatiekosten = 175,- per boeking. ** Scholen betalen 50 % van de kosten voor een boerderijbezoek, ofwel 75,- voor een 2 uur durend bezoek (of 200,- voor een 4 uur durend bezoek). Aan de gemeenten wordt het resterende bedrag gevraagd van 100 euro per boeking (voor een 2 uur durend bezoek). LJ MN/W

4 ' 9m Provincie Noord-Holland POSTBUS MO HAARLEM Provinciaal Bestuur de heer, mevrouw J.H.M. Bond, lid van Gedeputeerde Staten Doorkiesnummer (023) Betreft: Geachte heer, mevrouw, Betreft: Boerderijeducatie in de Gooi & Vechtstreek Kenmerk Geachte heer/ mevrouw, In maart 2011 heb ik u reeds benaderd over "boerderijeducatie". De provincie Noord-Holland was toen net gestart met een provinciebreed project over dit onderwerp. In het schooljaar 2010/2011 konden basisscholen dankzij een financiële bijdrage van de provincie een bezoek aan de boerderij brengen. In de Gooi & Vechtstreek hebben ruim 250 klassen dankbaar gebruik gemaakt van dit aanbod. Zowel docenten als leerlingen waren zeer enthousiast over deze unieke mogelijkheid om een kijkje te nemen achter de staldeur. Kinderen konden zelf koeien voeren, kalfjes verzorgen, een kijkje nemen in de melkput... Door deze vorm van "belevend leren" ervaren ze zelf wat er allemaal komt kijken bij de verzorging van het vee en de gewassen op de boerderij en leren ze waar ons voedsel vandaan komt. De boeren en boerinnen zijn getraind om op deskundige wijze groepen kinderen te ontvangen op de boerderij en de aangeboden leerstof sluit aan bij de kerndoelen van het basisonderwijs. Meer informatie over het project Is te vinden op Vanwege deze positieve ervaringen kunnen scholen ook in het lopende schooljaar (2011/ 2012) weer een bezoek aan de boerderij brengen. Aan de scholen wordt nu een eigen bijdrage gevraagd. Ruim 70 scholen hebben zich inmiddels aangemeld en hiermee laten weten dat zij bereid zijn om voor dit kwalitatief hoogwaardige onderwijsproduct te betalen. Tot juli 2013 kunnen de overige kosten worden gefinancierd vanuit het provinciale Uitvoeringsprogramma Groene Uitweg. Wij willen de regio vragen om boerderijeducatie in de Gooi & Vechtstreek vanaf augustus 2013 zelf te bekostigen. De scholen hebben reeds aangegeven dat zij hun verantwoordelijkheid zullen nemen en zijn bereid om circa de helft van de Postbus MD Haarlem Telefoon (023) Fax (023) Dreef 3 Haarlem[2012 HR) NHoooi

5 212 kosten op zich te nemen. Voor de resterende kosten doen wij een beroep op de gemeenten. Projectleider van het project "Boerderijeducatie Gooi & Vechtstreek" Maike van der Maat en NME-coördinator Maya Heinsbroek nemen contact met u op om het specifieke verzoek aan uw gemeente nader te beschrijven. Ik hoop dat u op dit verzoek kunt ingaan, zodat de basisschoolleerlingen in uw gemeente ook in de toekomst de mogelijkheid krijgen om aan den lijve te ondervinden dat melk niet in een fabriek wordt gemaakt, maar toch echt door een koe! Hoogachtend, Natuur en Landelijk Gebied, Klimaat en Duurzame Energie, Gebiedsgedeputeerde Kop Noord-Holland

6 Startnotitie Aan Van Datum Betreft Portefeuillehoudersoverleg milieu Ambtelijke werkgroep energiebesparing 4 juni 2012 Startnotitie energiebesparing eigenarenbewoners Energiebesparing in bestaande woningen: een must Klimaatverandering, de toenemende vraag naar energie en daaraan gekoppeld de eindigheid van fossiele brandstoffen zorgen ervoor dat energie- en klimaatbeleid hoog op de politiek/maatschappelijke agenda staan. De afgelopen decennia zijn door overheden, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties tal van verdragen en akkoorden afgesloten om de klimaatverandering aan te pakken. Oplossingen op lokaal niveau zijn hard nodig, zo blijkt telkens weer. Met name in bestaande woningen is een aanzienlijk potentieel voor energiebesparing aanwezig. Dat is in Gooi en Vechtstreek niet anders. Een gezamenlijke aanpak biedt de mogelijkheid dit potentieel op effectieve én efficiënte wijze te benutten. Vandaar dit voorstel, waarin u wordt gevraagd in te stemmen met het gezamenlijk uitwerken van een projectvoorstel, gericht op energiebesparing door particuliere woningeigenaren. 1 Probleemschets Het aantal woningen in Gooi en Vechtstreek bedraagt circa Die woningen zorgen voor ongeveer 50% van het totale energiegebruik (en C0 2 -uitstoot) in de gewestgemeenten. Ongeveer 56% van de woningen (62.000) is in particulier eigendom. Die woningen vormen daarmee een belangrijke doelgroep voor energiebesparing, ook omdat een aanzienlijk deel van de woningen vrij oud en daardoor energieonzuinig is. Ruim 15% van de woningvoorraad in Gooi en vechtstreek is voorzien van een energielabel, ten opzichte van 29% landelijk. Een overzicht van de in Gooi en Vechtstreek gelabelde woningen is weergegeven in bijlage 1. 2 Daaruit blijkt, dat: 20% van de gelabelde woningen zich in de slechtste energieklassen F of G bevindt; 70% van de gelabelde woningen een gemiddeld energielabel C, D of E heeft; (slechts) 10% van de gelabelde woningen een energielabel B of beter heeft. Wanneer alleen op koopwoningen zou worden ingezoomd, is het beeld nog ongunstiger. 90% van de gelabelde woningen zijn namelijk huurwoningen en die hebben over het algemeen een beter energielabel. Aanpak tot nog toe Gemeenten in Gooi en Vechtstreek hebben in de afgelopen jaren vaak individueel uitvoering gegeven aan energiebesparingsactiviteiten voor de groep particuliere woningeigenaren, onder meer via de provinciale energiesubsidieregeling, voorlichting (BespaarDaar), het aanbieden van maatwerkadvies en/of het faciliteren van bewonersinitiatieven. Echter, die initiatieven hebben slechts een beperkte groep bereikt en daardoor niet geleid tot een omvangrijke verbetering van de energiekwaliteit van deze woningen. Dit roept de vraag op hoe gemeenten kunnen bijdragen aan een substantiële verhoging van het tempo, waarin eigenaren-bewoners hun woning energiezuiniger maken. Met andere woorden, hoe "maken we meters"? 1 Energiebesparing in de huursector wordt aangestuurd door de woningcorporaties. Zij hebben in het Convenant Energiebesparing Corporatiesector (2008) afspraken gemaakt om in 2018 een besparing van 20% op het gasverbruik te realiseren. Doel is om woningen naar energielabel B (of beter) te brengen. Om die reden richt deze notitie zich (uitsluitend) op de particuliere woningeigenaar. 2 Het betreft zowel huur- als koopwoningen. Labelaantallen van alleen koopwoningen zijn vooralsnog niet beschikbaar.

7 Gezamenlijke aanpak Sinds eind 2011 is een (ad hoe gevormde) werkgroep bijeen, die onderzoekt of een gezamenlijke aanpak kansrijk is en hoe een dergelijke campagne opgezet kan worden. Daarbij hebben betrokken beleidsambtenaren op individueel niveau afstemming gezocht met de eigen portefeuillehouder. In de werkgroep nemen op dit moment ook het provinciale Servicepunt Duurzame Energie (voorheen C0 2 - servicepunt) en de stichting Meer met Minder (een initiatief van de Rijksoverheid, woningcorporaties, bouw-, installatie- en energiebedrijven) deel. De werkgroep ziet veel voordelen in het gezamenlijk benaderen van particuliere woningeigenaren. Immers, een gezamenlijke aanpak: is eenduidiger voor de woningeigenaar; sluit aan op het regionale beleid voor wonen en milieu; 3 vergroot de mogelijkheden voor aanwending van beschikbare middelen, zoals het provinciaal woonfonds of ondersteuning vanuit het Servicepunt Duurzame Energie; maakt het aantrekkelijker voor bedrijven (installateurs, glaszetters e.d.) om mee te doen; is, mits efficiënt georganiseerd, kostenefficiënter voor de gemeenten; maakt het makkelijker voor gemeenten om kennis en ervaring uit te wisselen; biedt de mogelijkheid voor alle gemeenten aan te haken op het project; biedt mogelijk synergievoordelen met de aanpak door corporaties, die vaak ook regionaal werken. Risico's bij het samen optrekken zijn: kans op vertraging vanwege de vereiste (bestuurlijke) afstemming in breder verband; een te groot verschil in ambitie tussen de gemeenten; onvoldoende ruimte om lokaal accenten te leggen. Doelstelling Het doel van het op te zetten project is dat zoveel mogelijk woningeigenaren overgaan tot het treffen van energiebesparingsmaatregelen aan het eigen huis. Dit zorgt voor lagere energielasten, een beter woningcomfort en een lagere milieubelasting. Een intensieve campagne, gericht op het mobiliseren van de vraag bij woningeneigenaren en het koppelen daarvan aan het aanbod van "energiebesparingsbedrijven" (installatiebedrijven, glaszetters, isolatiebedrijven) in de regio, moet dat doel dichterbij brengen. Uit ervaringen in andere regio's blijkt, dat dergelijke energiecampagnes in twee jaar kunnen leiden tot een verbetering van 5 tot 8% van de betrokken woningen. De verbetering wordt daarbij gesteld op twee energielabelsprongen en/of het bereiken van labelklasse B. In Gooi en Vechtstreek zou het dan gaan om het energiezuiniger maken van enkele duizenden woningen. Uitgangspunten en randvoorwaarden Voor een succesvolle aanpak ziet de werkgroep de volgende uitgangspunten en randvoorwaarden. Voor de bewoner: geven van betrouwbare informatie, bij voorkeur aansluiten bij landelijke instrumenten en websites; bieden van continuïteit en herkenbaarheid door de campagne voor meerdere jaren uit te voeren; "ontzorging" bij het treffen van energiemaatregelen; bieden van keuzevrijheid, zowel bij de te treffen de maatregelen (woningisolatie, dubbel glas, HR-ketel of zonne-energie e.d.) als bij de in te schakelen bedrijven; bieden van de mogelijkheid om energiesubsidie aan te vragen. Voor de betrokken bedrijven: het aantrekkelijk maken van deelname aan het project voor o.a. installateurs en isolatiebedrijven; daarbij regionale en lokale bedrijven actief betrekken; Het verduurzamen van de bestaande bouw is expliciet als thema opgenomen in de "Intentieverklaring energieafspraak", die provincie en gemeenten in Noord-Holland momenteel met elkaar maken. Daarnaast is het verduurzamen van de bestaande woningvoorraad als speerpunt opgenomen in de provinciale woonvisie en het Regionaal Actieprogramma Wonen Gooi en Vechtstreek

8 Voor de gemeenten: de focus leggen op het bij elkaar brengen van de vraag naar en het aanbod van energiemaatregelen; leren van andere projecten en daarmee aansluiten bij de "best practices" uit het land; samenwerken, onder meer door een doelgroepbenadering (woningtype, bouwjaar e.d.) en een gezamenlijke communicatie; tegelijkertijd ruimte bieden voor maatwerk, bijvoorbeeld bij de samenwerking met bewonersinitiatieven; het project voor minimaal drie jaar uitvoeren; beperkt beschikbare provinciale energiesubsidie op slimme (ondersteunende) wijze inzetten en niet centraal stellen in het project; benutting van middelen uit het provinciaal woonfonds; optimaal etaleren en uitdragen van successen tijdens het project door inzet van verschillende media, waaronder sociale media; rekening houden met verschillende ambities door een laagdrempelig "basisproject" met "plusmodules" in te richten. Projectvoorbereiding en -organisatie Op dit moment zijn in de voorbereidende werkgroep de gemeenten Bussum, Hilversum, Huizen, Weesp en de BEL-combinatie vertegenwoordigd. Bij voorkeur wordt die werkgroep gecompleteerd met deelnemers van de andere gewestgemeenten. Beoogde startdatum van het project is 1 januari 2013 met een looptijd van (minimaal) driejaar. Dit betekent voor de projectvoorbereiding: Wanneer Pho milieu 4 juli 2012 Juli - september 2012 Pho milieu 31 oktober 2012 November/december 2012 Januari 2013 Wat Bespreken voorliggende startnotitie. Uitwerken van een concreet projectvoorstel (doelgroepanalyse, instrumenten, planning, begroting). Besluit over projectvoorstel. Voorbereiding uitvoering, waaronder: het aanvragen van provinciale energiesubsidie door gemeenten; een ondertekende Intentieverklaring Energieafspraak met de provincie is hierbij een voorwaarde; het aanvragen van middelen uit het woonfonds (de provincie kan hierbij een eigen bijdrage van de gemeente vragen). Het gezamenlijke projectvoorstel voorziet in de inhoudelijke onderbouwing van deze subsidieaanvragen en een gecoördineerde indiening daarvan. Start project. Voorstellen voor een projectorganisatie, die het project daadwerkelijk gaat coördineren, zijn onderdeel van het op te stellen projectvoorstel. Financiën Door gezamenlijk op te trekken ontstaan naar verwachting kostenvoordelen. Wanneer het provinciaal woonfonds ingezet kan worden, vermindert dit de gemeentelijke bijdrage aan het project. De kosten kunnen bovendien worden gespreid over de projectperiode van drie jaar. De financiële uitwerking vindt plaats in het projectvoorstel. Daarin is ook opgenomen welke verdeelsleutel (aantal woningen o.i.d.) wordt gehanteerd bij het verdelen van de projectkosten. Voorstel Het voorstel aan u is: 1. de werkgroep opdracht geven de voorliggende startnotitie uit te werken in een projectvoorstel, gericht op energiebesparing door de particuliere woningeigenaar in Gooi en Vechtstreek; 2. de werkgroep uitbreiden met vertegenwoordigers van de overige gemeenten; 3. instemmen met in deze notitie genoemde uitgangspunten en randvoorwaarden; 4. uit uw midden een bestuurlijk trekker aanwijzen voor de fase van projectvoorbereiding; 5. instemmen met het leggen van het primaat voor dit project bij het portefeuillehoudersoverleg milieu; 6. in dit verband instemmen met het op individueel gemeentelijk niveau afstemmen van de projectvoorbereiding met de portefeuillehouders economische zaken en wonen.