Werkveldonderzoek. Alumni- en werkveldonderzoek. Onderzoek naar de kwaliteiten van mbo-alumni van de School of Social Work Hogeschool INHOLLAND

Transcriptie

1 Werkveldonderzoek Alumni- en werkveldonderzoek Onderzoek naar de kwaliteiten van mbo-alumni van de School of Social Work Hogeschool INHOLLAND

2 Werkveldonderzoek MBO Social Work, Hogeschool INHOLLAND INHOUDSOPGAVE 1

3 Werkveldonderzoek MBO Social Work, Hogeschool INHOLLAND INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Samenvatting... 3 Deel I Inleiding Opzet en uitvoering Opzet en uitvoering alumni Opzet en uitvoering organisaties Inhoud van het rapport Algemene opmerkingen... 6 Deel II Resultaten Alumni Ten tijde van de opleiding Wat is uw huidige bezigheid? Aansluiting opleiding en werk De opleiding stage en afstuderen De opleiding relaties De opleiding competenties De opleiding algemeen Zou u de opleiding opnieuw kiezen? Contact met alumni...10 Deel III Resultaten Werkveld Organisatietype Rollen mbo competenties Opleidingsspecifieke competenties Organisatie Persoonlijke eigenschappen De mening van de respondent Deel IV Conclusie

4 Werkveldonderzoek MBO Social Work, Hogeschool INHOLLAND SAMENVATTING Samenvatting Inleiding Doel van dit onderzoek is inzicht te verkrijgen in de prestaties en vaardigheden van de afgestudeerden. Om de werkgevers te kunnen benaderen is allereerst een brief naar alle 983 afgestudeerden van de jaren 2004 tot en met 2006 gestuurd. Indien de oud-studenten een baan hebben en toestemming hebben verleend om hun directe verantwoordelijken voor dit onderzoek te laten benaderen, is aan deze personen een enquête verzonden. Er zijn 57 enquêtes verstuurd aan werkgevers in het werkveld van de opleiding SPW. SJM AV-PW kent15 werkveldenquêtes, SJM SZ 2 en SD 25. Alumni In totaal zijn er 284 alumni voor SD, 386 alumni voor SPW, 286 alumni voor SJM AV-PW en 27 alumni SJM SZ in het onderzoek opgenomen. Van 73 (25,7%) van de SD alumni is de vragenlijst ingevuld retour ontvangen. Van 117 (30,3%) van de alumni SPW is een vragenlijst retour ontvangen. SJM AV- PW kent een respons van 54 (18,9%) en SJM SZ heeft 5 (18,5%) respons opgeleverd. Het grootste gedeelte van de respondenten was ten tijde van de opleiding reeds werkzaam in een betaalde functie. Het gaat hierbij meestal om activiteiten- of woonbegeleiding en functies in de P&O sfeer. De opleiding SD kent het hoogste percentage respondenten dat werkzaam is in een onbetaalde functie. Het gaat hier wel om dezelfde functies, alleen dan op juniorniveau of als stage. Na de opleiding is het aantal onbetaalde functies verwaarloosbaar. Er is duidelijk progressie zichtbaar van assistent of stagiair naar een volwaardige functie. Meer dan 56% van de respondenten meent dat werk en opleiding goed aansluit. Slechts 2,6% van de respondenten SPW ervaart in het geheel geen aansluiting. Voor SD (11,1%) en SJM AV-PW (13,5%) is dat percentage aanzienlijk hoger. De aansluiting van stage en afstuderen wordt ook hoog gewaardeerd. Van alle relaties binnen de opleiding wordt de relatie met medestudenten voor alle opleidingen het best gewaardeerd. De relatie met docenten scoort lager. De relatie met ondersteunend personeel krijgt verreweg de laagste waardering bij alle opleidingen. Vooral SJM AV-PW valt bij de laatste twee aspecten op met lage scores. Wat betreft de competenties wordt er gematigd positief gescoord. Alle scores neigen naar het neutraalpunt, maar vallen nog wel aan de positieve zijde van de schaal. Het methodisch handelen wordt door de respondenten het hoogst gewaardeerd. Het beheren van een archief het laagst. Hetzelfde geldt voor de algemene aspecten van de opleiding. SJM AV-PW wijkt in veel gevallen in negatieve zin af van het gemiddelde. Respondenten SD zijn zelfs negatief over de keuzemogelijkheden binnen hun opleiding. Indien voor de keuze gesteld de opleiding nogmaals te doen, geeft 70% van de respondenten aan zowel opleiding als instelling weer te kiezen. SJM AV-PW respondenten geven dit minder aan (61,1%). Dit is ook de opleiding met het grootste aandeel respondenten dat voor dezelfde opleiding naar een andere instelling uit zou wijken (18,5%). Ongeveer 17% van alle respondenten geeft aan zowel opleiding als instelling niet nogmaals te kiezen. 3

5 Werkveldonderzoek MBO Social Work, Hogeschool INHOLLAND SAMENVATTING Werkveld Ongeveer driekwart van de alumni is werkzaam in een non-profit organisatie. De rest werkt bij een overheidsinstelling. Het aantal alumni dat werkzaam is in het bedrijfsleven is verwaarloosbaar. Alumni van alle opleidingen vervullen doorgaans een cliëntgebonden rol. De organisatie- en beroepsgebonden rollen komen aanzienlijk minder vaak voor. De mbo competenties worden doorgaans voldoende of goed gewaardeerd. Het toepassen van nieuwe wetenschappenlijke theorieën en inzichten wordt bij alle opleidingen doorgaans als niet van toepassing aangemerkt. Ook het interpreteren van cijfers en statistieken en het uitvoeren van eenvoudige leidingevende taken komt weinig voor. Vooral bij SJM AV-PW wordt dit laatste aspect vaak als niet van toepassing aangemerkt (54,5%). Deze opleiding kent als enige wel duidelijk hoger gewaardeerde competenties. Het gaat hierbij om creatief en inventief handelen (27,3% zeer goed) en het integreren van kennis en vaardigheden en het beroepsmatig handelen (18,2%). De opleidingsspecifieke competenties worden verschillende gewaardeerd. Respondenten SD menen dat het blijven ontplooien via een leertraject en het aanwenden van verkregen burgerschapscompetenties niet van toepassing is op het functioneren van de alumnus. De beheersing van de Nederlandse taal en het omgaan met verschillende leeftijdsgroepen en etnische achtergronden worden het hoogst gewaardeerd. Dit laatste aspect is bij SPW juist een van de aspecten die als NVT worden aangemerkt. Naast de eerder genoemde hooggewaarde competenties zijn SPW alumni ook goed in het informeren en voorlichten van cliënten. Respondenten SJM AV-PW gebruiken de optie NVT aanzienlijk minder dan hun collegae van andere opleidingen. Ze waarderen naast het informeren en voorlichten ook het adviseren van cliënten hoog. Uit eerdere resultaten bleek al dat alumni geen organsatiegebonden rol vervullen. De algemene kenmerken van de opleiding onderstrepen dit beeld. Veel van aspecten op dit terrein worden dan ook als niet van toepassing aangemerkt. Het aansturen van groepen en het uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken scoren hier het minst. Het samenwerken met verschillende etnische achtergronden scoort het hoogst. De persoonlijke eigenschappen, gewaardeerd op een schaal van 1 tot 10 worden doorgaans met een zeven gewaardeerd. Alumni zijn vooral enthousiast, behulpzaam, hebben verantwoordelijkheidsgevoel en zijn scholingsbereid. Stressbestendigheid en objectiviteit scoren lager. SJM AV-PW alumni wijken het meest af van het gemiddelde. Ze zijn het minst professioneel, probleemgericht en stressbestendig. Ze zijn wel het meest kritisch. Werkgevers vinden alumni van alle opleidingen voldoende praktijkgericht en kun kennis is voldoende actueel. Over het betrekken bij de ontwikkeling van het beroep en het verkrijgen van informatie van de opleiding hebben de meeste respondenten geen mening. Respondenten SPW hebben hier wel vaker een mening over en zijn doorgaans negatief gestemd. 4

6 Werkveldonderzoek MBO Social Work, Hogeschool INHOLLAND INLEIDING Deel I Inleiding Hogeschool INHOLLAND biedt binnen de School of Social Work onder andere de opleidingen Sociale Dienstverlening, Sociaal Pedagogisch Werker, Sociaal Juridisch Arbeidsvoorziening en Sociaal Juridisch Sociale Zekerheid. Het betreft hier opleidingen op mbo-niveau. Deze opleidingen leiden de student op tot een professional op het gebied hulpverlening aan mensen in allerlei uiteenlopende (probleem)situaties. De INHOLLAND tracht een kwalitatief hoogstaande opleiding te bieden die aansluit op de eisen die de arbeidsmarkt aan de (afgestudeerde) student stelt. Om deze eisen te kunnen toetsen en zodoende de geboden kwaliteit inzichtelijk te maken, heeft INHOLLAND aan BackBone Research & Marketing Support (BackBone) gevraagd een onderzoek te verrichten in het werkveld. In dit onderzoek worden de direct verantwoordelijken van de afgestudeerden gevraagd hun oordeel te geven over de kwaliteiten van de laatstgenoemden. Immers, aan de kwaliteiten van de afgestudeerden is de kwaliteit van de opleiding af te lezen. Doel van dit onderzoek is inzicht te verkrijgen in de prestaties en vaardigheden van de afgestudeerden. Aan de hand van de resultaten krijgt INHOLLAND een indicatie van sterke en zwakke punten, zodat de opleiding zich kan blijven verbeteren Opzet en uitvoering Om de werkgevers te kunnen benaderen is allereerst een brief naar alle 983 afgestudeerden van de jaren 2004 tot en met 2006 gestuurd. In de brief is het onderzoek toegelicht en is de afgestudeerde om medewerking gevraagd. Aan degenen die mee wilden werken is vervolgens gevraagd de naam, het adres en een contactpersoon op te geven van de organisatie waarin zij werkzaam zijn. Vervolgens heeft de contactpersoon een enquête met een begeleidende brief ontvangen. In de brief wordt het doel van het onderzoek toegelicht en is de organisatie om medewerking gevraagd. De enquête, die is ingedeeld naar de kerncompetenties van de opleiding, kon kosteloos geretourneerd worden Opzet en uitvoering alumni De studenten zijn eerst met een postzending benaderd. Om een zo hoog mogelijke respons te realiseren, heeft BackBone de afgestudeerden die niet hebben gerespondeerd telefonisch benaderd. Daar de kans bestond dat de telefoonnummers die INHOLLAND in haar bestand heeft inmiddels niet meer courant zijn, heeft BackBone zoveel mogelijk geprobeerd het juiste nummer te achterhalen Opzet en uitvoering organisaties Indien de oud-studenten een baan hebben en toestemming hebben verleend om hun directe verantwoordelijken voor dit onderzoek te laten benaderen, is aan deze personen een enquête verzonden. Er zijn 57 enquêtes verstuurd aan werkgevers in het werkveld van de opleiding SPW. SJM AV-PW kent 15 werkveldenquêtes, SJM SZ 2 en SD 25. BackBone heeft na het verstrijken van de terugstuurtermijn de organisaties meerdere malen per telefoon gevraagd medewerking aan het onderzoek te verlenen. 5

7 Werkveldonderzoek MBO Social Work, Hogeschool INHOLLAND INLEIDING 1.4. Inhoud van het rapport In dit rapport worden de resultaten van het werkveldonderzoek onder de afgestudeerden van de jaren 2004 tot en met 2006 van de opleidingen Social Work weergegeven. Dit rapport bestaat uit vier onderdelen. In deel I wordt beknopt ingegaan op de aanleiding, het doel en de opzet van het onderzoek. Deel II (alumni) en is gewijd aan de resultaten van het onderzoek. Deel III omvat de resultaten van het werkveld. Deze resultaten zijn waar nodig voorzien van een tabel. Het rapport wordt afgesloten met de bijlagen in deel V en wordt vooraf gegaan door een samenvatting. In dit rapport worden de percentages op één decimaal afgerond. Dit heeft tot gevolg dat het totaal van de percentages boven of onder de 100% uit kan komen Algemene opmerkingen In dit onderzoek is rekening gehouden met het feit dat er enige zaken zijn die de validiteit kunnen bedreigen. Afgestudeerden kunnen van deelname hebben afgezien omdat zij een negatieve beoordeling verwachten. Toch blijkt uit het feit dat negatieve beoordelingen voorkomen, dat hier weinig waarde aan wordt gehecht. Hoewel dit gevaar dus aanwezig is, is het de verwachting dat dit de validiteit niet in gevaar brengt. In het rapport wordt gesproken van de oud-student en hij. Uiteraard kan hier ook de oud-studente en zij worden gelezen. Deel II Resultaten Alumni Dit deel van de rapportage omvat de resultaten verkregen uit het onderzoek gehouden onder de alumni. De resultaten worden weergeven in de volgorde van de enquête. In totaal zijn er 284 alumni voor SD, 386 alumni voor SPW, 286 alumni voor SJM AV-PW en 27 alumni SJM SZ in het onderzoek opgenomen. Van 73 (25,7%) van de SD alumni is de vragenlijst ingevuld retour ontvangen. Van 117 (30,3%) van de alumni SPW is een vragenlijst retour ontvangen. SJM AV- PW kent een respons van 54 (18,9%) en SJM SZ heeft 5 (18,5%) respons opgeleverd. Slechts enkele respondenten (SD 5, SPW 13, SJM AV-PW 1, SJM SZ 1) hebben de vragenlijst wel teruggestuurd, maar niet ingevuld. Deze respondenten geven daarmee aan geen verdere medewerking aan het onderzoek te willen verlenen. Vanwege de geringe respons wordt de opleiding SJM SZ in dit rapport niet verder besproken. Voor de volledigheid wordt een en ander wel in de tabellen opgenomen. SJM AV-PW (verder SJM) wordt wel besproken Ten tijde van de opleiding Wat deed de alumnus tijdens het volgen van de opleiding? Ten tijde van de opleiding SD SPW SJM-AV SJM-SZ Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Ik was werkzaam in een betaalde functie 53 72, , , ,0 Ik was werkzaam in een onbetaalde functie 17 23, ,4 4 7,4 0 0,0 Ik was (nog) niet werkzaam 3 4,1 2 1,7 1 1,9 0 0,0 Totaal , , , ,0 Tabel 1 Ten tijde van de opleiding Het grootste gedeelde van de respondenten van SPW en SJM was ten tijde van de opleiding reeds werkzaam in een betaalde baan. Het betreft hier doorgaans activiteiten- of woonbegeleiding of medewerker P&O. De volledige lijst is in de bijlagen opgenomen. De opleiding die het grootste percentage respondenten met een onbetaalde betrekking heeft, is SD. De onbetaalde functies laten 6

8 Werkveldonderzoek MBO Social Work, Hogeschool INHOLLAND RESULTATEN zich doorgaans ook omschrijven als woon- of activiteitenbegeleider alleen dan in een juniorfunctie of als stagiair. Ook de klassenassistent wordt hier genoemd Wat is uw huidige bezigheid? Tussen het voltooien van de opleiding en de afname van de enquête zit in de regel een jaar of meer. De respondent kan inmiddels iets anders zijn gaan doen. Gevraagd is naar de huidige bezigheid. Wat is uw huidige bezigheid? SD SPW SJM-AV SJM-SZ Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Ik ben werkzaam in een betaalde functie 60 82, , , ,0 Ik ben werkzaam in een onbetaalde functie 5 6,8 3 2,6 2 3,7 0 0,0 Ik ben (nog) niet werkzaam 8 11,0 4 3,4 1 1,9 0 0,0 Totaal , , , ,0 Tabel 2 Wat is uw huidige bezigheid De opleiding is gezien de resultaten niet voor niets geweest. Een nog groter percentage is werkzaam in een betaalde functie. Binnen de functieomschrijvingen is ook progressie te zien. Het meest voorkomend zijn nog steeds de woon- en activiteitenbegeleiding, alleen is er duidelijk progressie zichtbaar van assistent naar een volwaardige functie. De onbetaalde functies zijn vrijwel verdwenen. Wat overblijft is vaak vrijwilligerswerk voor bijvoorbeeld de stichting Slachtofferhulp. Degene die (nog) niet werkzaam zijn, zijn doorgaans moeder of werkzoekend. 7

9 Werkveldonderzoek MBO Social Work, Hogeschool INHOLLAND RESULTATEN 2.3. Aansluiting opleiding en werk De respondenten is gevraagd aan te geven in hoeverre hun werkzaamheden aansluiten bij de gevolgde opleiding. Zijn de alumni in de bedrijfstak van hun opleiding terecht gekomen? Aansluiting opleiding/werk SD SPW SJM-AV SJM-SZ Totaal Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Opleiding/werk sluit goed aan 42 58, , ,4 3 60, ,8 Opleiding/werk sluit min of meer aan 22 30, , ,2 2 40, ,8 Opleiding/werk sluit helemaal niet aan 8 11,1 3 2,6 7 13,5 0 0,0 18 7,4 Totaal , , , , ,0 Tabel 3 Aansluiting opleiding/werk Over het totaal gezien meent meer dan 56% van de respondenten dat opleiding en werk goed aansluiten. SPW wijkt in positieve zin af met 63,2% en SJM in negatieve zin met 40,4%. Slechts 2,6% van de respondenten SPW ervaart in het geheel geen aansluiting. Voor SD (11,1%) en SJM (13,5%) is dat aanzienlijk hoger De opleiding stage en afstuderen De volgende paragrafen geven een beeld van het waardeoordeel dat de alumni aan hun opleiding toekennen. Hiertoe is een schaal lopende van 1 Zeer goed tot 5 Zeer slecht voorgelegd. Er wordt een gewogen gemiddelde weergegeven waarbij dezelfde schaal geldt. Met andere woorden, hoe lager het gemiddelde, hoe hoger de waardering. Deze paragraaf geeft een beeld van de aansluiting van de stage en het afstuderen op de opleiding. Hebben de alumni stages en afstudeeropdrachten passend bij de inhoud en het niveau van de opleiding kunnen vinden? De opleiding - stage en afstuderen SD SPW SJM-AV SJM-SZ Totaal In hoeverre sloot uw stage aan? 1,99 1,98 1,98 1,75 1,98 In hoeverre sloot uw afstuderen aan? 2,03 1,99 1,87 1,60 1,97 Tabel 4 De opleiding stage en afstuderen De gemiddelde score wat betreft de aansluiting van stage en afstuderen valt in het bovenste kwart van de schaal. Wat betreft de stage zijn respondenten van alle opleidingen het eens. Het afstuderen van SD wordt lager gewaardeerd en SJM hoger dan het totaal gemiddelde. Opgemerkt dient te worden dat niet alle respondenten deze vraag hebben ingevuld, omdat respondenten als voorwaarde tijdens de opleiding al een baan hadden welke als stage geldt. Zij meenden wellicht geen stage te hebben gelopen. Er is geen duidelijke lijn te ontdekken in waarderingen van opleidingen waar dit wel en niet het geval is De opleiding relaties Hoe heeft de alumnus tijdens het volgen van de opleiding de relaties binnen de hogeschool ervaren? De opleiding - Relaties SD SPW SJM-AV SJM-SZ Totaal Relatie met studenten 1,84 1,62 1,69 1,60 1,69 Relatie met docenten 1,92 1,81 2,07 1,80 1,90 Relatie met ondersteunend personeel 2,33 2,36 2,42 2,60 2,37 Tabel 5 De opleiding relaties De relatie met studenten wordt in alle gevallen het best gewaardeerd. Respondenten van de opleiding SJM waarderen hun relatie met docenten het laagst. Relatie met ondersteunend personeel wordt op afstand het minst gewaardeerd. Vooral SJM valt hier op (2,42). 8

10 Werkveldonderzoek MBO Social Work, Hogeschool INHOLLAND RESULTATEN 2.6. De opleiding competenties Onderstaande tabel toont het oordeel over de vaardigheden die de alumnus tijdens de opleiding machtig is geworden. In hoeverre acht de alumnus zich in staat om werkzaamheden in zijn vakgebied uit te voeren? De opleiding - Competenties SD SPW SJM-AV SJM-SZ Totaal Samenwerken met interne en externe patijen. 2,21 2,32 2,39 2,20 2,30 Het kunnen informeren en voorlichten van belanghebbenden. 1,90 2,26 2,33 2,00 2,17 Het kunnen adviseren van belanghebbende. 1,90 2,31 2,31 2,20 2,19 Het kunnen hanteren van tegengestelde belangen en conflicten. 2,29 2,35 2,72 2,60 2,42 Het kunnen uitvoeren van onderzoek. 2,34 2,39 2,19 1,60 2,31 Het kunnen voeren van een administratie. 2,36 2,77 2,43 1,80 2,55 Het kunnen beheren van een archief. 2,58 3,01 2,79 2,80 2,83 Het kunnen participeren in ontwikkelingen. 2,32 2,27 2,42 2,20 2,31 Pro-actief kunnen handelen. 2,19 2,24 2,39 2,00 2,26 Het methodisch kunnen handelen. 2,00 1,83 2,35 1,80 1,99 Het kunnen aanwenden van verkregen burgerschapscompetenties. 2,48 2,63 2,75 2,20 2,60 Het kunnen professionaliseren van het eigen handelen. 1,86 1,92 2,35 2,20 2,00 Het kunnen blijven ontplooien via een leertraject. 2,08 2,16 2,33 2,20 2,18 Tabel 6 De opleiding Competenties Vrijwel alle competenties worden in het tweede kwart gewaardeerd. Dit deel van de schaal loopt richting het neutraalpunt (3) maar is nog wel positief. Het methodisch kunnen handelen wordt door de respondenten het best gewaardeerd (1,99). Het beheren van een archief het minst (2,83). Sociaal Dienstverleners (SD) waarderen dit laatste punt aanzienlijk hoger (2,58). SPW-ers lager (3,01) De opleiding algemeen De respondent is gevraagd een waardeoordeel toe te kennen aan enkele algemene kenmerken van de opleiding. De opleiding - Algemeen SD SPW SJM-AV SJM-SZ Totaal Keuzemogelijkheden binnen de opleiding 3,04 2,37 2,57 2,40 2,60 Begeleiding bij studievertraging 2,61 2,58 2,71 2,00 2,61 Studiebegeleiding in het algemeen 2,41 2,42 2,70 2,00 2,47 Kwaliteit van de docenten 2,21 2,32 2,56 2,00 2,33 Voorbereiding op de beroepspraktijk 2,35 2,41 2,81 2,00 2,47 Actualiteit van het programma 2,37 2,37 2,65 2,40 2,43 Niveau van de toetsingsvorm 2,38 2,39 2,50 2,20 2,40 Tabel 7 De opleiding Algemeen Ook de algemene kenmerken van de opleidingen worden gematigd positief beoordeeld. SJM wijkt in alle gevallen af van het totaal gemiddelde. De opleiding wordt hierin minder gewaardeerd. De keuzemogelijkheden binnen de opleiding SD vallen op. De score is veruit het minst en valt met 3,04 zelfs aan de negatieve zijde van de schaal. 9

11 Werkveldonderzoek MBO Social Work, Hogeschool INHOLLAND RESULTATEN 2.8. Zou u de opleiding opnieuw kiezen? Zou u wederom voor de opleiding kiezen? SD SPW SJM-AV SJM-SZ Totaal Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Ja, zowel opleiding als school 53 72, , ,1 3 75, ,2 Wel de opleiding, maar andere instelling 7 9, , ,4 0 0, ,9 Nee, zowel opleiding als school niet 13 17, , ,5 1 25, ,9 Totaal , , , , ,0 Tabel 8 Zou u deze opleiding opnieuw kiezen? Ongeveer 70% van alle respondenten zou indien opnieuw voor de keuze gesteld zowel opleiding als school nogmaals kiezen. SJM respondenten (61,1%) wijken hierin af. Dit is ook de opleiding met het grootste deel respondenten dat voor dezelfde opleiding zou uitwijken naar een andere instelling (20,4%). Ongeveer 17% van de respondenten zou zowel school als opleiding niet nogmaals kiezen Contact met alumni In de regel stellen alumni weinig prijs op contact met de hogeschool nadat zij de school hebben verlaten. Geldt deze stelling ook voor de mbo-opleidingen van de School of Social Work? Bij deze vraag zijn meerdere antwoorden mogelijk. Daarom wordt er geen totaal weergegeven. Contact met Alumni SD SPW SJM-AV SJM-SZ Totaal Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Bijscholing 36 49, , ,2 2 40, ,2 Gastdocentschap 15 20, ,4 8 14,8 0 0, ,1 Begeleiden stage- of afstudeeropdracht 15 20, ,4 7 13,0 1 20, ,3 Verening van afgestudeerden 14 19,2 10 8, ,9 0 0, ,3 Tabel 9 Contact met alumni Vanuit de aard van de opleidingen ligt een hoge intresse in bijscholing in de lijn der verwachtingen. Ongeveer 50% van de respondenten geeft aan hier inderdaad interesse in te hebben. Bij SJM is dat percentage aanzienlijk lager (35,2%). Ongeveer 20% van de respondenten ziet wel iets in het begeleiden van een stage- of afstudeeropdracht. Dat is gezien het ontbreken van stage in bepaalde gevallen opmerkelijk. 10

12 Werkveldonderzoek MBO Social Work, Hogeschool INHOLLAND RESULTATEN Deel III Resultaten Werkveld In dit deel van de rapportage worden de resultaten van het onderzoek uit het werkveld behandeld. De opleidingen SD, SPW en SJM AV-PW worden naast elkaar besproken. Opleiding SJM SZ kent 2 respondenten en wordt om die reden niet verder besproken. Omwille van de vergelijkbaarheid zijn de tabellen eender gesorteerd. 3.1 Organisatietype Onderstaande tabel toont een overzicht van het type organisatie waarin de alumni werkzaam zijn. Organisatietype SD SPW SJM AV-PW SJM SZ Totaal Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Bedrijfsleven 0 0,0 1 3,0 2 18,2 0 0,0 3 4,8 Overheid 3 17,6 4 12,1 4 36, , ,6 Non-profit sector 14 82, ,8 5 45,5 0 0, ,6 Totaal , , , , ,0 Tabel 10 Organisatieype Ongeveer driekwart van de respondenten is terecht gekomen in de non-profit sector. 20% is werkzaam bij een overheidsinstelling. Alleen SPW heeft meer dan 1 respondent die in het bedrijfsleven werkzaam is. Dat is gezien de aard van de opleiding in de lijn der verwachtingen. 3.2 Rollen Welke rollen worden door alumni vervuld? Rollen SD Altijd Vaak Soms Nooit Totaal % % % % % Een cliëntgebonden rol 64,7 29,4 5,9 0,0 100,0 Een organisatiegebonden rol 5,9 29,4 35,3 29,4 100,0 Een beroepsgebonden rol 5,9 5,9 64,7 23,5 100,0 Tabel 11 Rollen SD n=17 Respondenten SD vervullen bijna altijd een cliëntgebonden rol. De organisatiegebonden rol wordt redelijk vaak genoemd. De beroepsgebonden rol komt weinig voor. Rollen SPW Altijd Vaak Soms Nooit Totaal % % % % % Een cliëntgebonden rol 72,7 27,3 0,0 0,0 100,0 Een organisatiegebonden rol 3,0 18,2 27,3 51,5 100,0 Een beroepsgebonden rol 3,0 9,1 39,4 48,5 100,0 Tabel 12 Rollen SPW n=33 Meer dan 70% van de respondenten SPW vervult een cliëntgebonden rol. De organisatie- en beroepsgebonden rollen komen weinig voor. 11

13 Werkveldonderzoek MBO Social Work, Hogeschool INHOLLAND RESULTATEN Rollen SJM AV-PW Altijd Vaak Soms Nooit Totaal % % % % % Een cliëntgebonden rol 54,5 45,5 0,0 0,0 100,0 Een organisatiegebonden rol 0,0 18,2 27,3 54,5 100,0 Een beroepsgebonden rol 0,0 9,1 36,4 54,5 100,0 Tabel 13 Rollen SJM AV-PW n=11 SJM Arbeidsvoorziening respondenten hebben vanuit de aard van hun werkzaamheden eigenlijk geen cliënten zoals bijvoorbeeld SD. Desondanks menen allen respondenten dat de alumni altijd of vaak een cliëntgebonden rol vervullen. De organisatie- en beroepsgebonden rollen komen weinig voor. 3.3 mbo competenties Iedere mbo opleiding streeft ernaar de alumni een bepaald aantal vaardigheden bij te brengen. In welke mate zijn de alumni instaat deze vaardigheden aan te wenden? Tabel 14 mbo competenties SD n=17 Het toepassen van nieuwe wetenschappelijke theorieën en inzichten wordt door bijna de helft (41,2%) van de respondenten SD als niet van toepassing aangemerkt. Ook het interpreteren van cijfers en statistieken en het uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken wordt vaak als NVT gezien (beide 29,4%). Deze laatste is ook de competentie die het meest onvoldoende scoort. De overige scores zijn doorgaans voldoende. Tabel 15 mbo competenties SPW n=33 MBO- Competenties SD Zeer goed Goed Voldoende Onvoldoende NVT Totaal % % % % % % Heeft voldoende kennis van methoden en technieken om onderzoek uit te voeren. 17,6 23,5 29,4 11,8 17,6 100,0 Maakt gebruik van nieuwe wetenschappelijke inzichten en theorieën. 0,0 17,6 29,4 11,8 41,2 100,0 Kan cijfers en statistieken interpreteren. 0,0 23,5 35,3 11,8 29,4 100,0 Kan een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het beroep. 11,8 23,5 52,9 5,9 5,9 100,0 Kan creatief en inventief handelen in complexe situaties. 11,8 29,4 58,8 0,0 0,0 100,0 Kennis, houding en vaardigheden kunnen integreren in beroepsmatig handelen. 11,8 35,3 41,2 5,9 5,9 100,0 Kan taken uitvoeren in het kader van sociaal agogische dienstverlening. 17,6 35,3 23,5 5,9 17,6 100,0 Kan eenvoudige leidinggevende- of managementtaken vervullen. 0,0 17,6 35,3 17,6 29,4 100,0 MBO- Competenties SPW Zeer goed Goed Voldoende Onvoldoende NVT Totaal % % % % % % Heeft voldoende kennis van methoden en technieken om onderzoek uit te voeren. 3,0 30,3 39,4 9,1 18,2 100,0 Maakt gebruik van nieuwe wetenschappelijke inzichten en theorieën. 0,0 21,2 51,5 18,2 9,1 100,0 Kan cijfers en statistieken interpreteren. 0,0 12,1 48,5 9,1 30,3 100,0 Kan een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het beroep. 3,0 42,4 45,5 0,0 9,1 100,0 Kan creatief en inventief handelen in complexe situaties. 9,1 48,5 30,3 9,1 3,0 100,0 Kennis, houding en vaardigheden kunnen integreren in beroepsmatig handelen. 9,1 45,5 36,4 9,1 0,0 100,0 Kan taken uitvoeren in het kader van sociaal agogische dienstverlening. 6,1 63,6 21,2 3,0 6,1 100,0 Kan eenvoudige leidinggevende- of managementtaken vervullen. 0,0 21,2 30,3 18,2 30,3 100,0 Voor SPW geldt ook dat het interpreteren van cijfers en statistieken alsmede het uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken als NVT wordt aangemerkt (beide 30,3%). 12

14 Werkveldonderzoek MBO Social Work, Hogeschool INHOLLAND RESULTATEN Indien deze aspecten wel van toepassing zijn scoren ze bijna even vaak goed als onvoldoende, maar het meest voldoende. Geen van de aspecten scoort overtuigend zeer goed. Scores zijn doorgaans goed of voldoende. MBO- Competenties SJM AV-PW Zeer goed Goed Voldoende Onvoldoende NVT Totaal % % % % % % Heeft voldoende kennis van methoden en technieken om onderzoek uit te voeren. 0,0 63,6 18,2 9,1 9,1 100,0 Maakt gebruik van nieuwe wetenschappelijke inzichten en theorieën. 0,0 18,2 18,2 18,2 45,5 100,0 Kan cijfers en statistieken interpreteren. 0,0 45,5 18,2 9,1 27,3 100,0 Kan een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het beroep. 9,1 54,5 18,2 9,1 9,1 100,0 Kan creatief en inventief handelen in complexe situaties. 27,3 45,5 18,2 9,1 0,0 100,0 Kennis, houding en vaardigheden kunnen integreren in beroepsmatig handelen. 18,2 54,5 27,3 0,0 0,0 100,0 Kan taken uitvoeren in het kader van sociaal agogische dienstverlening. 9,1 54,5 18,2 9,1 9,1 100,0 Kan eenvoudige leidinggevende- of managementtaken vervullen. 0,0 36,4 9,1 0,0 54,5 100,0 Tabel 16 mbo competenties SJM AV-PW n=11 SJM kent wel duidelijke topcompetenties. In dit geval zijn dat het creatief en inventief handelen (27,3% zeer goed) en het integreren van kennis en vaardigheden in het beroepsmatig handelen (18,2%). De overige scores zijn doorgaans goed en lijken trendmatig hoger dan de andere twee opleidingen. Dezelfde competenties worden als NVT aangemerkt. Vooral het uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken komt bij SJM weinig voor (54,5% NVT). 3.4 Opleidingsspecifieke competenties De opleidingen van de School of Social Work bieden naast de standaard mbo competenties ook vaardigheden die specifiek voor de opleiding zijn. In welke mate zijn alumni toegerust deze vaardigheden in de praktijk te brengen? Opleidingscompetenties - SD Zeer goed Goed Voldoende Onvoldoende NVT Totaal % % % % % % Beheerst de Nederlandse taal in woord en schrift. 23,5 52,9 23,5 0,0 0,0 100,0 Kan het eigen handelen professionaliseren. 0,0 64,7 35,3 0,0 0,0 100,0 Kan blijven ontplooien via een leertraject. 0,0 47,1 35,3 0,0 17,6 100,0 Kan belanghebbenden Informeren en voorlichten. 11,8 47,1 41,2 0,0 0,0 100,0 Kan belanghebbenden adviseren. 17,6 47,1 35,3 0,0 0,0 100,0 Kan tegengestelde belangen en conflicten hanteren. 5,9 52,9 29,4 11,8 0,0 100,0 Kan omgaan met verschillende leeftijdsgroepen. 23,5 41,2 23,5 0,0 11,8 100,0 Kan omgaan met verschillende etnische achtergronden. 23,5 47,1 29,4 0,0 0,0 100,0 Kan verkregen burgerschapscompetenties aanwenden. 5,9 41,2 35,3 0,0 17,6 100,0 Kan een administratie voeren. 5,9 52,9 29,4 11,8 0,0 100,0 Kan een archief beheren. 5,9 41,2 35,3 11,8 5,9 100,0 Kan pro-actief handelen. 5,9 35,3 47,1 11,8 0,0 100,0 Kan participeren in ontwikkelingen. 11,8 35,3 47,1 5,9 0,0 100,0 Kan samenwerken met partijen binnen en buiten de eigen organisatie. 5,9 47,1 41,2 0,0 5,9 100,0 Kan methodisch handelen. 5,9 47,1 23,5 17,6 5,9 100,0 Tabel 17 Opleidingsspecifieke competenties SD n=17 Het blijven ontplooien via een leertraject en het aanwenden van verkregen burgerschapscompetenties worden door respondenten SD het meest als NVT gezien (beide 17,6%). Er wordt bijna geen gebruik gemaakt van de categorie Onvoldoende. Alleen methodisch handelen komt enigszins voor (17,6%). De beheersing van de Nederlandse taal, het omgaan met verschillende leeftijdsgroepen en etnische achtergronden wordt het meest gewaardeerd (23,5% Zeer goed ). De overige scores zijn doorgaans goed of voldoende. 13

15 Werkveldonderzoek MBO Social Work, Hogeschool INHOLLAND RESULTATEN Opleidingscompetenties - SPW Zeer goed Goed Voldoende Onvoldoende NVT Totaal % % % % % % Beheerst de Nederlandse taal in woord en schrift. 21,2 54,5 24,2 0,0 0,0 100,0 Kan het eigen handelen professionaliseren. 3,0 63,6 27,3 6,1 0,0 100,0 Kan blijven ontplooien via een leertraject. 6,1 42,4 51,5 0,0 0,0 100,0 Kan belanghebbenden Informeren en voorlichten. 12,1 45,5 39,4 0,0 3,0 100,0 Kan belanghebbenden adviseren. 9,1 42,4 48,5 0,0 0,0 100,0 Kan tegengestelde belangen en conflicten hanteren. 3,0 33,3 54,5 9,1 0,0 100,0 Kan omgaan met verschillende leeftijdsgroepen. 9,1 51,5 33,3 0,0 6,1 100,0 Kan omgaan met verschillende etnische achtergronden. 6,1 42,4 33,3 0,0 18,2 100,0 Kan verkregen burgerschapscompetenties aanwenden. 3,1 28,1 62,5 0,0 6,3 100,0 Kan een administratie voeren. 3,0 54,5 30,3 6,1 6,1 100,0 Kan een archief beheren. 3,0 45,5 30,3 3,0 18,2 100,0 Kan pro-actief handelen. 9,1 36,4 54,5 0,0 0,0 100,0 Kan participeren in ontwikkelingen. 9,1 36,4 51,5 3,0 0,0 100,0 Kan samenwerken met partijen binnen en buiten de eigen organisatie. 6,1 36,4 42,4 9,1 6,1 100,0 Kan methodisch handelen. 9,1 48,5 36,4 6,1 0,0 100,0 Tabel 18 Opleidingsspecifieke competenties SPW n=33 Voor SPW is juist het omgaan met verschillend etnische achtergronden een van de competenties die het meest als NVT worden aangemerkt (18,2%). Ook het beheren van een archief komt hier voor (18,2%). Er zijn vrijwel geen onvoldoendes gevallen. Ook SPW alumni zijn zeer goed in het beheersen van de Nederlandse taal (21,2%). Ook zijn ze erg goed in het informeren en voorlichten van cliënten (12,1%). De overige scores zijn doorgaans voldoende of goed. Opleidingscompetenties - SJM AV-PW Zeer goed Goed Voldoende Onvoldoende NVT Totaal % % % % % % Beheerst de Nederlandse taal in woord en schrift. 9,1 81,8 0,0 9,1 0,0 100,0 Kan het eigen handelen professionaliseren. 0,0 54,5 45,5 0,0 0,0 100,0 Kan blijven ontplooien via een leertraject. 9,1 54,5 36,4 0,0 0,0 100,0 Kan belanghebbenden Informeren en voorlichten. 27,3 54,5 18,2 0,0 0,0 100,0 Kan belanghebbenden adviseren. 27,3 45,5 18,2 9,1 0,0 100,0 Kan tegengestelde belangen en conflicten hanteren. 0,0 27,3 72,7 0,0 0,0 100,0 Kan omgaan met verschillende leeftijdsgroepen. 0,0 81,8 18,2 0,0 0,0 100,0 Kan omgaan met verschillende etnische achtergronden. 9,1 63,6 27,3 0,0 0,0 100,0 Kan verkregen burgerschapscompetenties aanwenden. 0,0 54,5 36,4 0,0 9,1 100,0 Kan een administratie voeren. 18,2 45,5 27,3 0,0 9,1 100,0 Kan een archief beheren. 18,2 45,5 18,2 9,1 9,1 100,0 Kan pro-actief handelen. 9,1 45,5 36,4 9,1 0,0 100,0 Kan participeren in ontwikkelingen. 9,1 36,4 54,5 0,0 0,0 100,0 Kan samenwerken met partijen binnen en buiten de eigen organisatie. 0,0 63,6 36,4 0,0 0,0 100,0 Kan methodisch handelen. 0,0 63,6 18,2 18,2 0,0 100,0 Tabel 19 Opleidingsspecifieke competenties SJM AV-PW n=11 Respondenten voor SJM geven bijna niet aan dat competenties niet van toepassing zijn. Ook de categorie Onvoldoende wordt bijna niet gebruikt. Alleen het methodisch handelen komt hier met enige frequentie voor (18,2%). Het informeren en voorlichten alsmede het adviseren van cliënten (27,3%) worden het hoogst gewaardeerd. De overige competenties zijn doorgaans goed. 14

16 Werkveldonderzoek MBO Social Work, Hogeschool INHOLLAND RESULTATEN 3.5 Organisatie Is de alumnus in staat vorm te geven aan zijn eigen positie binnen de organisatie? De organisatie - SD Zeer goed Goed Voldoende Onvoldoende NVT Totaal % % % % % % Denkt mee op alle niveau's van de organisatie. 0,0 35,3 35,3 17,6 11,8 100,0 Begrijpt de structuur van de organisatie. 0,0 47,1 52,9 0,0 0,0 100,0 Kan de structuur van de organisatie analyseren (quick scan). 0,0 17,6 23,5 23,5 35,3 100,0 Werkt samen met partijen binnen de organisatie. 11,8 29,4 35,3 11,8 11,8 100,0 Werkt samen met partijen buiten de organisatie. 5,9 17,6 47,1 17,6 11,8 100,0 Heeft oog voor de belangen van zowel interne en externe partijen. 5,9 41,2 41,2 11,8 0,0 100,0 Kan relatienetwerken ontwikkelen. 0,0 29,4 47,1 5,9 17,6 100,0 Kan relatienetwerken benutten. 0,0 29,4 58,8 5,9 5,9 100,0 Onderhandelt met verschillende partijen binnen het eigen netwerk. 0,0 35,3 35,3 5,9 23,5 100,0 Stuurt bij personen en groepen aan. 5,9 11,8 35,3 17,6 29,4 100,0 Kan samenwerken met verschillende etnische achtergronden. 17,6 35,3 41,2 5,9 0,0 100,0 Kan het eigen handelen overtuigend beargumenteren. 5,9 23,5 64,7 5,9 0,0 100,0 Beschikt over voldoende analystisch vermogen. 11,8 23,5 52,9 11,8 0,0 100,0 Beschikt over een ondernemende houding. 5,9 23,5 52,9 17,6 0,0 100,0 Kan communiceren met verschillende lagen binnen de organisatie. 11,8 35,3 47,1 5,9 0,0 100,0 Tabel 20 Organisatie SD n=17 Veel aspecten worden door respondenten SD als NVT aangemerkt. Alumni van deze opleiding hebben blijkbaar geen organisatiegebonden rol. Dat blijkt ook uit de resultaten van 3.2 Rollen. Respondenten zijn gematigd postief over de overige aspecten. Vooral het samenwerken met verschillende etnische achtergronden wordt als Zeer goed gewaardeerd. De organisatie - SPW Zeer goed Goed Voldoende Onvoldoende NVT Totaal % % % % % % Denkt mee op alle niveau's van de organisatie. 3,0 24,2 54,5 9,1 9,1 100,0 Begrijpt de structuur van de organisatie. 3,0 48,5 45,5 3,0 0,0 100,0 Kan de structuur van de organisatie analyseren (quick scan). 0,0 21,2 54,5 12,1 12,1 100,0 Werkt samen met partijen binnen de organisatie. 6,1 30,3 51,5 9,1 3,0 100,0 Werkt samen met partijen buiten de organisatie. 0,0 33,3 36,4 3,0 27,3 100,0 Heeft oog voor de belangen van zowel interne en externe partijen. 0,0 39,4 45,5 6,1 9,1 100,0 Kan relatienetwerken ontwikkelen. 3,0 36,4 48,5 3,0 9,1 100,0 Kan relatienetwerken benutten. 0,0 36,4 48,5 3,0 12,1 100,0 Onderhandelt met verschillende partijen binnen het eigen netwerk. 0,0 42,4 45,5 3,0 9,1 100,0 Stuurt bij personen en groepen aan. 6,1 36,4 30,3 15,2 12,1 100,0 Kan samenwerken met verschillende etnische achtergronden. 6,1 30,3 39,4 3,0 21,2 100,0 Kan het eigen handelen overtuigend beargumenteren. 3,0 51,5 33,3 12,1 0,0 100,0 Beschikt over voldoende analystisch vermogen. 6,1 27,3 54,5 12,1 0,0 100,0 Beschikt over een ondernemende houding. 21,2 30,3 45,5 3,0 0,0 100,0 Kan communiceren met verschillende lagen binnen de organisatie. 6,1 27,3 57,6 6,1 3,0 100,0 Tabel 21 Organisatie SPW n=33 Voor SPW geld hetzelfde. Veel aspecten zijn niet van toepassing. Het aansturen van groepen scoort het meest onvoldoende. Eerder bleek dat het uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken al niet van toepassing was. Een ondernemende houding wordt het meest als zeer goed aangemerkt. De overige aspecten zijn doorgaans goed of voldoende. 15

17 Werkveldonderzoek MBO Social Work, Hogeschool INHOLLAND RESULTATEN De organisatie - SJM AV-PW Zeer goed Goed Voldoende Onvoldoende NVT Totaal % % % % % % Denkt mee op alle niveau's van de organisatie. 0,0 36,4 45,5 18,2 0,0 100,0 Begrijpt de structuur van de organisatie. 9,1 63,6 18,2 9,1 0,0 100,0 Kan de structuur van de organisatie analyseren (quick scan). 0,0 36,4 45,5 9,1 9,1 100,0 Werkt samen met partijen binnen de organisatie. 0,0 72,7 27,3 0,0 0,0 100,0 Werkt samen met partijen buiten de organisatie. 0,0 27,3 54,5 9,1 9,1 100,0 Heeft oog voor de belangen van zowel interne en externe partijen. 0,0 45,5 54,5 0,0 0,0 100,0 Kan relatienetwerken ontwikkelen. 9,1 9,1 63,6 9,1 9,1 100,0 Kan relatienetwerken benutten. 9,1 27,3 45,5 18,2 0,0 100,0 Onderhandelt met verschillende partijen binnen het eigen netwerk. 9,1 18,2 45,5 9,1 18,2 100,0 Stuurt bij personen en groepen aan. 0,0 9,1 27,3 0,0 63,6 100,0 Kan samenwerken met verschillende etnische achtergronden. 18,2 45,5 27,3 9,1 0,0 100,0 Kan het eigen handelen overtuigend beargumenteren. 9,1 45,5 36,4 9,1 0,0 100,0 Beschikt over voldoende analystisch vermogen. 9,1 18,2 63,6 9,1 0,0 100,0 Beschikt over een ondernemende houding. 9,1 36,4 54,5 0,0 0,0 100,0 Kan communiceren met verschillende lagen binnen de organisatie. 9,1 63,6 27,3 0,0 0,0 100,0 Tabel 22 Organisatie SJM AV-PW n=11 Maar liefst 63,6% van de respondenten meent dat SJM alumni geen personen of groepen aansturen. Indien dat wel gebeurd wordt dit aspect het meest als voldoende gewaardeerd (27,3%). Het samenwerken met verschillende etnische achtergronden wordt weer het hoogst gewaardeerd (18,2%). De overige scores zijn doorgaans voldoende of goed. 16

18 Werkveldonderzoek MBO Social Work, Hogeschool INHOLLAND RESULTATEN 3.6 Persoonlijke eigenschappen De respondent is gevraagd enkele persoonlijke eigenschappen van de alumnus te waarderen. Hiertoe is gevraagd een cijfer van 1 tot 10 toe te kennen waarbij 1 de laagste en 10 de hoogste waardering vertegenwoordigt. Persoonlijke eigenschappen SD SPW SJM AV-PW SJM SZ Totaal n Creatief 6,88 7,55 7,09 7,00 7,27 Flexibel 7,06 7,36 6,91 7,50 7,21 Sociaal vaardig 7,65 7,27 7,45 8,00 7,43 Enthousiast 7,65 8,15 8,00 8,50 8,00 Doortastend 6,94 7,30 7,27 7,00 7,19 Behulpzaam 8,18 8,09 7,64 8,00 8,03 Stressbestendig 7,00 6,76 6,27 8,00 6,78 Objectief 6,88 6,73 6,73 7,00 6,78 Methodisch 6,82 7,18 7,09 7,50 7,08 Efficiënt 7,06 7,12 7,00 6,50 7,06 Reflectie op eigen handelen 7,12 7,24 6,82 7,00 7,13 Doorzettingsvermogen 7,65 7,85 7,64 8,50 7,78 Verantwoordelijkheidsgevoel 8,24 8,21 7,91 8,00 8,16 Kritisch 7,53 7,67 7,82 8,50 7,68 Servicegericht 7,94 7,91 7,82 8,50 7,92 Scholingsbereid 7,88 8,18 7,73 8,50 8,03 Zelfstandig 7,71 7,91 7,73 6,50 7,78 Ondernemend 7,06 7,61 6,91 7,50 7,33 Probleemgericht 7,12 7,21 6,73 7,00 7,10 Proffesioneel 7,35 7,39 7,18 6,50 7,32 Communicatief 7,47 7,09 7,27 8,50 7,27 Tabel 23 Persoonlijke eigenschappen Alle persoonlijke eigenschappen worden vrij hoog gewaardeerd. Op de schaal van 1 tot 10 zijn alle scores rond de zeven gegroepeerd. Het enthousiasme, de behulpzaamheid, het verantwoordelijkheidsgevoel en de scholingsbereidheid worden het hoogst gewaardeerd (allen meer dan 8,0). De stressbestendigheid en de objectiviteit scoren met 6,78 het laagst. Alumni SPW zijn het meest creatief en het meest scholingsbereid. SD-ers zijn het meest communicatief en stresbestendig, maar het minst creatief en methodisch. SJM alumni wijken het meest af van het gemiddelde in negatieve zin. Ze zijn het minst professioneel, probleemgericht en stressbestendig. Ze zijn wel het meest kritisch. 17

19 Werkveldonderzoek MBO Social Work, Hogeschool INHOLLAND RESULTATEN 3.7 De mening van de respondent Aan het eind van de enquête is de respondent gevraagd zijn of haar mening uit te spreken over enkele stellingen aangaande de opleidingen en de positionering hiervan in de markt. Bij deze vraag zijn meerdere antwoorden mogelijk. Het totaal is dus niet hetzelfde als het totaal aantal respondenten en wordt om die reden niet weergeven. Ook het kolompercentage komt niet op 100% uit. Weergegeven zijn alle Ja antwoorden. Ja en Nee te samen zouden 100% zijn. Ja, precies goed Nee, teveel Uw mening - SD Nee, te weinig Geen mening Totaal Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % De alumnus is voldoende praktijkgericht ,7 0 0,0 1 5,9 5 29, ,0 De kennis van de alumnus is voldoende actueel ,7 0 0,0 2 11,8 4 23, ,0 De opleiding betrekt u voldoende bij de ontwikkeling van het beroep. 2 11,8 0 0,0 5 29, , ,0 U krijgt voldoende informatie van en over de opleiding. 2 11,8 0 0,0 6 35,3 9 52, ,0 Tabel 24 De mening van de respondent SD Werkgevens in het gebied van Sociale Dienstverlening vinden de alumni van deze opleiding voldoende praktijkgericht en hun kennis voldoende actueel (64,7%). Over het betrekken van de opleiding bij de ontwikkeling van het beroep en het krijgen van voldoende informatie heeft het grootste deel van de respondenten geen mening (respectievelijk 58,8% en 52,9%). Indien ze wel een mening hebben is dat doorgaans Nee, te weinig. Ja, precies goed Uw mening - SPW Nee, teveel Nee, te weinig Geen mening Totaal Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % De alumnus is voldoende praktijkgericht ,8 0 0,0 6 18,2 1 3, ,0 De kennis van de alumnus is voldoende actueel ,9 0 0,0 2 6,1 2 6, ,0 De opleiding betrekt u voldoende bij de ontwikkeling van het beroep ,4 0 0, ,4 7 21, ,0 U krijgt voldoende informatie van en over de opleiding ,3 0 0, ,5 7 21, ,0 Tabel 25 De mening van de respondent SPW Voor werkgevers van SPW alumni geldt hetzelfde voor de eerste twee aspecten. Zij hebben echter veel vaker wel een mening over het betrekken bij de ontwikkeling van het beroep en het krijgen van informatie over de opleiding. Daar zijn ze doorgaans negatief over (42,4% en 48,5% Nee te weinig). 18

20 Werkveldonderzoek MBO Social Work, Hogeschool INHOLLAND RESULTATEN Ja, precies goed Uw mening - SJM AV-PW Nee, teveel Nee, te weinig Geen mening Totaal Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % De alumnus is voldoende praktijkgericht. 6 54,5 2 18,2 1 9,1 2 18, ,0 De kennis van de alumnus is voldoende actueel ,9 0 0,0 1 9,1 0 0, ,0 De opleiding betrekt u voldoende bij de ontwikkeling van het beroep. 2 18,2 1 9,1 3 27,3 5 45, ,0 U krijgt voldoende informatie van en over de opleiding. 5 45,5 0 0,0 2 18,2 4 36, ,0 Tabel 26 De mening van de respondent SJM AV-PW Respondenten SJM vinden de kennis van de alumni vrijwel altijd actueel (90,9%). Over de ontwikkeling van het beroep en de verkregen informatie hebben ze doorgaans geen mening (45,5% en 36,4%). Toch vindt 45,5% dat ze precies genoeg informatie over de opleidng krijgen. 19

21 Werkveldonderzoek MBO Social Work, Hogeschool INHOLLAND RESULTATEN Deel IV Conclusie Alumni In totaal zijn er 284 alumni voor SD, 386 alumni voor SPW, 286 alumni voor SJM AV-PW en 27 alumni SJM SZ in het onderzoek opgenomen. Van 73 (25,7%) van de SD alumni is de vragenlijst ingevuld retour ontvangen. Van 117 (30,3%) van de alumni SPW is een vragenlijst retour ontvangen. SJM AV- PW (verder SJM) kent een respons van 54 (18,9%) en SJM SZ heeft 5 (18,5%) respons opgeleverd. Vanwege de geringe respons wordt de opleiding SJM SZ in dit rapport niet verder besproken. Het grootste gedeelde van de respondenten van SPW en SJM was ten tijde van de opleiding reeds werkzaam in een betaalde baan. Het betreft hier doorgaans activiteiten- of woonbegeleiding of medewerker P&O. De opleiding die het grootste percentage respondenten met een onbetaalde betrekking heeft is SD. De onbetaalde functies laten zich doorgaans ook omschrijven als woon- of activiteitenbegeleider alleen dan in een juniorfunctie of als stagiair. Het percentage dat werkzaam is in een betaalde functie is groter na dan tijdens de opleiding. Binnen de functieomschrijvingen is ook progressie te zien. Het meest voorkomend zijn nog steeds de woonen activiteitenbegeleiding, alleen is er duidelijk verschuiving zichtbaar van assistent naar een volwaardige functie. De onbetaalde functies zijn vrijwel verdwenen. Wat overblijft, is vaak vrijwilligers werk voor bijvoorbeeld de stichting Slachtofferhulp. Degene die (nog) niet werkzaam zijn, zijn doorgaans moeder of werkzoekend. Over het totaal gezien meent meer dan 56% van de respondenten dat opleiding en werk goed aansluit. SPW wijkt in positieve zin af met 63,2% en SJM in negatieve zin met 40,4%. Slechts 2,6% van de respondenten SPW ervaart in het geheel geen aansluiting. Voor SD (11,1%) en SJM (13,5%) is dat aanzienlijk hoger. De gemiddelde score wat betreft de aansluiting van stage en afstuderen valt in het bovenste kwart van de schaal. Deze schaal loopt van 1 Zeer goed tot 5 Zeer slecht. Wat betreft de stage zijn respondenten van alle opleidingen het eens. Het afstuderen van SD wordt lager gewaardeerd en SJM hoger dan het totaal gemiddelde. De relatie met studenten wordt in alle gevallen het best gewaardeerd. Respondenten van de opleiding SJM waarderen hun relatie met docenten het laagst. Relatie met ondersteunend personeel wordt op afstand het minst gewaardeerd. Vooral SJM valt hier op (2,42). Vrijwel alle competenties worden in het tweede kwart gewaardeerd. Dit deel van de schaal loopt richting het neutraalpunt (3) maar is nog wel positief. Het methodisch kunnen handelen wordt door de respondenten het best gewaardeerd (1,99). Het beheren van een archief het minst (2,83). Sociaal Dienstverleners (SD) waarderen dit laatste punt aanzienlijk hoger (2,58). SPW-ers lager (3,01). Ook de algemene kenmerken van de opleidingen worden gematigd positief beoordeeld. SJM wijkt in alle gevallen af van het totaal gemiddelde. De opleiding wordt hierin minder gewaardeerd. De keuzemogelijkheden binnen de opleiding SD vallen op. De score is veruit het minst en valt met 3,04 zelfs aan de negatieve zijde van de schaal. Ongeveer 70% van alle respondenten zou indien opnieuw voor de keuze gesteld zowel opleiding als school nogmaals kiezen. SJM respondenten (61,1%) wijken hierin af. Dit is ook de opleiding met het grootste deel respondenten dat voor dezelfde opleiding zou uitwijken naar een andere instelling (20,4%). Ongeveer 17% van de respondenten zou zowel school als opleiding niet nogmaals kiezen. 20

22 Werkveldonderzoek MBO Social Work, Hogeschool INHOLLAND RESULTATEN Werkveld Ongeveer driekwart van de respondenten is terecht gekomen in de non-profit sector. 20% is werkzaam bij een overheidsinstelling. Alleen SPW heeft meer dan 1 respondent die in het bedrijfsleven werkzaam is. Respondenten SD vervullen bijna altijd een cliëntgebonden rol. Meer dan 70% van de respondenten SPW vervult een cliëntgebonden rol. SJM respondenten hebben vanuit de aard van hun werkzaamheden eigenlijk geen cliënten. Desondanks menen allen respondenten dat de alumni altijd of vaak een cliëntgebonden rol vervullen. De organisatie- en beroepsgebonden rollen komen bij alle opleidingen weinig voor. Het toepassen van nieuwe wetenschappelijke theorieën en inzichten wordt door bijna de helft (41,2%) van de respondenten SD als niet van toepassing aangemerkt. Ook het interpreteren van cijfers en statistieken en het uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken wordt vaak als NVT gezien (beide 29,4%). Deze laatste is ook de competentie die het meest als onvoldoende scoort. Voor SPW geldt ook dat het interpreteren van cijfers en statistieken alsmede het uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken als NVT wordt aangemerkt (beide 30,3%). Indien deze aspecten wel van toepassing zijn scoren ze bijna even vaak goed als onvoldoende, maar het meest voldoende. Geen van de aspecten scoort overtuigend zeer goed. Scores zijn doorgaans goed of voldoende. SJM kent wel duidelijke topcompetenties. In dit geval zijn dat het creatief en inventief handelen (27,3% zeer goed) en het integreren van kennis en vaardigheden in het beroepsmatig handelen (18,2%). De overige scores zijn doorgaans goed en lijken trendmatig hoger dan de andere twee opleidingen. Dezelfde competenties worden als NVT aangemerkt. Vooral het uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken komt bij SJM weinig voor (54,5% NVT). Het blijven ontplooien via een leertraject en het aanwenden van verkregen burgerschapscompetenties worden door respondenten SD het meest als NVT gezien (beide 17,6%). Alleen methodisch handelen wordt met enige frequentie als onvoldoende gewaardeerd (17,6%). De beheersing van de Nederlandse taal, het omgaan met verschillende leeftijdsgroepen en etnische achtergronden wordt het meest gewaardeerd (23,5% Zeer goed ). Voor SPW is juist het omgaan met verschillend etnische achtergronden een van de competenties die het meest als NVT worden aangemerkt (18,2%). Ook het beheren van een archief komt hier voor (18,2%). Er zijn vrijwel geen onvoldoendes gevallen. Ook SPW alumni zijn zeer goed in het beheersen van de Nederlandse taal (21,2%). Ze zijn tevens erg goed in het informeren en voorlichten van cliënten (12,1%). Respondenten voor SJM geven bijna niet aan dat competenties niet van toepassing zijn. Ook de categorie Onvoldoende wordt bijna niet gebruikt. Alleen het methodisch handelen komt hier met enige frequentie voor (18,2%). Het informeren en voorlichten alsmede het adviseren van cliënten (27,3%) worden het hoogst gewaardeerd. Veel algemene aspecten van de opleiding worden door respondenten SD als NVT aangemerkt. Alumni van deze opleiding hebben blijkbaar geen organisatiegebonden rol. Dat blijkt ook uit de resultaten van 3.2 Rollen. Het samenwerken met verschillende etnische achtergronden wordt als Zeer goed gewaardeerd. Voor SPW geld hetzelfde. Veel aspecten zijn niet van toepassing. Het aansturen van groepen scoort het meest onvoldoende. Eerder bleek dat het uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken al niet van toepassing was. Een ondernemende houding wordt het meest als zeer goed aangemerkt. De overige aspecten zijn doorgaans goed of voldoende. 21