Snelheidsverhoging A13. het effect op de luchtkwaliteit in Overschie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Snelheidsverhoging A13. het effect op de luchtkwaliteit in Overschie"

Transcriptie

1 Snelheidsverhoging A13 het effect op de luchtkwaliteit in Overschie

2

3

4 Inhoud Samenvatting 5 1 Inleiding Achtergrond en aanleiding van het onderzoek Onderzoeksvraag 7 2 Methode Gebruikte data Statistische alyse 10 3 Resultaten Beschrijving verkeerssituatie op de A13 bij Overschie vóór en de snelheidsverhoging Effect van de snelheidsverhoging op de luchtkwaliteit in Overschie Resultaten meervoudige regressiemodellen verkeersintensiteit en snelheidsverhoging op luchtkwaliteit in Overschie 22 4 Discussie 25 5 Conclusie 27 Literatuurlijst 28 blad 4 van 28 Snelheidsverhoging A13

5

6 Samenvatting In een aantal grote Nederlandse steden zoals Rotterdam, Amsterdam, Den Haag en Utrecht lopen rijkswegen dwars door bebouwd gebied (stadssnelwegen) wat leidt tot een relatief slechte luchtkwaliteit en regelmatige overschrijding van de luchtkwaliteitsnormen in deze gebieden. Na een pilotstudie met snelheidsverlaging van 100 km/u ar 80 km/u met strikte handhaving door middel van trajectcontrole op A13 Rotterdam Overschie in 2003, is besloten tot invoering van 80 km/u zones met strikte handhaving op 1 november 2005 in meerdere steden (A10 Ring West Amsterdam, A12 Voorburg, A20 Rotterdam en A12 Utrecht). Deze maatregel heeft geleid tot een afme in de verkeersdymiek op deze trajecten en een significante verbetering van de lokale luchtkwaliteit. Per 1 juli 2012 heeft het Rijk besloten om de snelheid in de zones A13 Rotterdam Overschie, A12 Voorburg en A10 Ring West Amsterdam te verhogen van 80 km/u met strikte handhaving ar 100 km/u met strikte handhaving. In dit rapport is onderzocht wat de consequenties zijn van deze snelheidsverhoging de luchtkwaliteit in Rotterdam Overschie. Voor dit onderzoek hebben we daar zowel gemeten verkeersdata (intensiteit en snelheid) als gemeten luchtkwaliteitsdata vergeleken over de periode vóór de maatregel (12 april juni 2012) met de periode de maatregel (1 juli december 2012). Uit de verkeersdata komt ar voren dat de maatregel heeft geleid tot een significant hogere gemiddelde snelheid op het traject en een toeme in verkeersdymiek. Er is geen significant verschil gevonden in de verkeersintensiteit tussen de twee perioden. Uit de luchtkwaliteitsdata blijkt dat de berekende verkeersbijdrage van NOx, NO 2 en EC gemeten op station Overschie significant hoger is de snelheidsverhoging ten opzichte van de onderzochte periode er. Meervoudige lineaire regressiealyses op de verkeersbijdrage NOx, NO 2 en EC laten zien dat de snelheidsverhoging heeft geleid tot een significant hogere bijdrage per 1000 lichte voertuigen/uur van respectievelijk 1,42 (NOx), 0,53 (NO 2 ) en 0,02 (EC) μg/m 3 ter hoogte van het meetpunt. Bij de huidige mediane intensiteit op de A13 van 6800 auto s per uur is dus de uurgemiddelde NOx verkeersbijdrage 9,7 μg/m 3, de uurgemiddelde NO 2 bijdrage 3,6 μg/m 3 en de uurgemiddelde EC verkeersbijdrage 0,16 μg/m 3 hoger de snelheidsverhoging dan er. Dit is een stijging van respectievelijk 20, 20, en 17% ten opzichte van de verkeersbijdrage de maatregel. Jaargemiddeld komt dit neer op een 6,1 μg/m 3 hogere NOx concentratie, een 2,3 μg/m 3 hogere NO 2 concentratie en een 0,10 μg/m 3 hogere EC concentratie, ter hoogte van het meetpunt, als gevolg van de snelheidsverhoging. De stijging van de EC concentratie zou daar equivalent zijn aan een gemiddeld verlies van levensverwachting van 20 dagen. Uit deze resultaten kunnen we concluderen dat de snelheidsverhoging heeft geleid tot hogere verkeersemissies op de A13 die aantoonbaar leiden tot verhoging van de gehaltes aan luchtverontreiniging. Dit heeft een negatieve invloed op de kwaliteit van de leefomgeving, waaronder de gezondheid van de bewoners in de omgeving van de A13. Snelheidsverhoging A13 blad 5 van 28

7

8 1 Inleiding 1.1 Achtergrond en aanleiding van het onderzoek In een aantal grote Nederlandse steden zoals Rotterdam, Amsterdam, Den Haag en Utrecht lopen rijkswegen dwars door bebouwd gebied wat leidt tot een relatief slechte luchtkwaliteit en regelmatige overschrijding van de luchtkwaliteitsnormen in deze gebieden. Na een pilotstudie met snelheidsverlaging van 100 km/u ar 80 km/u met strikte handhaving door middel van trajectcontrole op A13 Rotterdam Overschie in 2003, is besloten tot invoering van 80 km/u zones met strikte handhaving op 1 november 2005 in meerdere steden (A10 Ring West Amsterdam, A12 Voorburg, A20 Rotterdam en A12 Utrecht). De effecten van deze maatregel op de lokale luchtkwaliteit zijn in verschillende studies geëvalueerd. In het TNO rapport [Wesseling et al. 2003] ar het effect van de 80 km/u zone met strikte handhaving tijdens de pilotstudie in Overschie wordt geconcludeerd dat de maatregel daar heeft gezorgd een aanzienlijke vermindering in snelheid, verkeersdymiek en (chtelijke) overschrijdingen van de maximumsnelheid. Het verkeer stroomt gelijkmatiger door bij gelijkblijvend of zelf gestegen aantal voertuigen en dat zorgt een daling in de verkeersemissie van 15-25% NOx en 25-35% PM 10. De maatregel heeft ook een positief effect op de lokale luchtkwaliteit; metingen op locaties in Overschie op 50 m en 200 m afstand ten oosten van de A13 tijdens westenwind geven aan dat de luchtkwaliteit NO 2 met resp. ongeveer 5 μg/m 3 en 3 μg/m 3 en PM 10 met resp. ongeveer 4 en 1 μg/m 3 verbetert. Keuken et al. [2010] heeft gekeken ar de NOx en PM 10 emissies op de A10 Ring West Amsterdam en de A20 Rotterdam vóór en de maatregel in Hierin wordt geconcludeerd dat de emissiereductie door de snelheidsverlaging NOx in de range van 5-30% ligt en PM 10 in de range van 5-25%. In de studie van Dijkema et al. [2008] is onderzocht wat de snelheidsmaatregel op de A10 Ring West in Amsterdam heeft betekend de lokale luchtkwaliteit. Metingen van een station aan de A10 Ring West vóór en de snelheidsinterventie zijn vergeleken met metingen van een station aan de A10 Zuid gedurende dezelfde periode, waar geen snelheidsinterventie heeft plaatsgevonden. Dijkema concludeert dat de verkeersbijdrage aan PM 10, PM 1, en zwarte rook gemeten op station A10 West zijn afgenomen de maatregel. Op station A10 Zuid zijn de gemeten verkeersbijdragen PM 10 en zwarte rook ook afgenomen over dezelfde periode, echter de afme op station A10 West was significant sterker. Ook in deze studie werd dus aangetoond dat de invoering van 80 km/u met strikte handhaving leidde tot een significante daling van de concentraties luchtverontreinigende stoffen. Per 1 juli 2012 heeft het Rijk besloten de snelheid in de zones A13 Rotterdam Overschie, A12 Voorburg en A10 Ring West Amsterdam te verhogen van 80 km/u met strikte handhaving ar 100 km/u met strikte handhaving. Door verschoning van het wagenpark zijn de totale emissies van stikstofoxiden (NOx) en fijn stof (PM 10 ) door het wegverkeer gedaald in de afgelopen jaren. Deze afme is aanleiding geweest Rijkswaterstaat om de verwachte ontwikkeling van de luchtkwaliteit langs de 80 km/u zones in kaart te brengen, en te kijken in hoeverre deze ontwikkeling ruimte biedt het verhogen van de maximumsnelheid ar 100 km/u. In dat onderzoek [DVS Rijkswaterstaat, 2011] is representatieve toetspunten ast de A13 Rotterdam Overschie, de A10 Ring West Amsterdam, de A12 Voorburg, de A20 Rotterdam en de A12 Utrecht ( elke locatie één toetspunt) met behulp van de Monitoringstool berekend wat de effecten zijn van de snelheidsverhoging de luchtkwaliteit in Hieruit kwam ar voren dat de effecten van 80 km/u met strikte handhaving ar 100 km/u (zonder strikte handhaving) liggen tussen de 0,6 μg/m 3 (A12 Voorburg) en 1,1 μg/m 3 (A13 Overschie) de jaargemiddelde NO 2 concentratie in 2015, en tussen de 0,05 μg/m 3 (A12 Voorburg) en 0,1 μg/m 3 (alle andere toetspunten) de jaargemiddelde PM 10 concentratie in In het rapport is ook bekeken hoe de ontwikkeling van de luchtkwaliteit in de periode eruit ziet bij verschillende snelheidsregimes. Hieruit volgde dat bij een regime van 80 km/u met strikte handhaving de afme in jaargemiddelde NO 2 van 2011 tot 2015 tussen de 15% (A13 Overschie) en 10% (A12 Voorburg en A12 Utrecht) ligt, terwijl bij een regime van 100 km/u (zonder trajectcontrole) deze afme tussen de 12 en 8% ligt. Voor PM 10 is berekend dat het verschil in afme blad 6 van 28 Snelheidsverhoging A13

9 tussen de verschillende regimes minimaal is. Uit de onderzoeksresultaten werd afgeleid dat de luchtkwaliteit ook op en langs de ringwegen in grote steden zodanig is verbeterd dat er ruimte is ontstaan een snelheidsverhoging binnen de luchtkwaliteitsnormen. Het besluit tot opheffen van de 80 km/u zones is dus genomen op basis van berekende emissiefactoren en prognoses van de concentraties van NO 2 en PM 10 in De gemeente Rotterdam en Amsterdam hebben bezwaar aangetekend tegen dit besluit omdat ze vinden dat de gevolgen de luchtkwaliteit en de gezondheid van omwonenden onvoldoende is onderzocht. De gemeente Rotterdam vindt dat het besluit afbreuk doet aan de maatregelen die de gemeente heeft ondernomen om de luchtkwaliteit te verbeteren en geluidshinder te verminderen, dat de minister teveel vasthoudt aan wettelijke normen en onvoldoende oog heeft de verslechtering van de huidige situatie. Het meetstation Overschie, dat ook is gebruikt de studie ar de effecten van de instelling van de 80 km/u zone in 2003, is nog steeds operationeel. Met continue gemeten uurgemiddelde luchtkwaliteitsdata van dit station over 2011 en 2012, en verkeersdata van een tellus van Rijkswaterstaat op de A13 Overschie over dezelfde periode is het mogelijk om de effecten van de snelheidsverhoging van 80 ar 100 km/u met strikte handhaving te onderzoeken. De aanleiding tot dit onderzoek is tweeledig: - Belangstelling vanuit het Rotterdams bestuur, zoals verwoord door wethouder Baljeu in de brief aan de minister van Infrastructuur & Milieu dd 12 december 2011 met kenmerk BS11/875-11/ en getiteld Snelheidsverhoging A13. - Belang van een goed begrip van de gemeten luchtkwaliteit met het meetnet luchtkwaliteit in Rijnmond. 1.2 Onderzoeksvraag De belangrijkste onderzoeksvraag in dit rapport luidt: Wat is het effect van de snelheidsverhoging op Rijksweg A13 van maximaal 80 km/u met strikte handhaving ar maximaal 100 km/u met strikte handhaving op de luchtkwaliteit in Overschie? Snelheidsverhoging A13 blad 7 van 28

10 2 Methode 2.1 Gebruikte data Luchtkwaliteitsdata In deze studie is gebruik gemaakt van uurgemiddelde concentraties van verschillende luchtverontreinigende componenten zoals PM 10, PM 2.5, roet en NO/NO 2 /NOx over de jaren 2011 en Deze uurgemiddelde concentraties zijn afkomstig van continu gemeten luchtkwaliteitsdata van het luchtmeetnet van de DCMR. De belangrijkste luchtkwaliteitsdata komen van meetstation Overschie. Dit station (afbeelding 1) is gelegen ten westen van de A13 ter hoogte van hectometerpaal 18,3, aan de Ludolf de Jonghstraat, 20 meter achter het geluidsscherm (zie foto), op dezelfde afstand van de A13 als de flats aan de Oost-Sidelinge. Afbeelding 1. Meetstation Overschie Naast de luchtkwaliteitsdata van snelwegstation Overschie is ook gebruik gemaakt van meetdata van verschillende stadsachtergrondstations, waaronder de stations Zwartewaalstraat, Schiedam, Hoogvliet, Maassluis en Schiedamsevest, van de snelwegstations A15 Botlek en Ridderkerk, en van verkeersstation Pleinweg (afbeelding 2). Uurgemiddelde PM 10 en PM 2.5 concentraties (in μg/m 3 ) op station Overschie en Maassluis zijn gemeten door middel van continue monitoring met TEOM1400AB (Tapered Element Oscillating Microbalance) apparatuur tot respectievelijk 14 maart 2011 en 17 februari 2011, daar is gemeten met de BAM1020 monitor (Beta Attenuation Monitor). Op de andere stations vond PM 10 en PM 2.5 monitoring plaats met de BAM1020, gedurende de gehele studieperiode. De meetmethodiek van een TEOM is het 'Tapered Element Oscillating Microbalance', waarbij het gewicht van het opgevangen stof wordt bepaald door de mate waarin een onderliggende veer oscilleert. De BAM monitor werkt volgens het meetprincipe van verzwakking van bètastraling door stof. Stikstofoxiden (NO en NO 2 ) worden gemeten met het meetprincipe van chemiluminescentie (Thermo Instruments 42C, Thermo Instruments Breda). Uurgemiddelde roetconcentraties (black carbon) worden vastgesteld met (Multi-Angle Absorption Photometers) MAAP5012 ap- blad 8 van 28 Snelheidsverhoging A13

11 paratuur volgens het meetprincipe van verzwakking van zichtbaar licht door stof. De luchtkwaliteitmetingen van de DCMR de metingen aan PM 10, PM 2.5 en NO 2 zijn geaccrediteerd onder NEN-EN-ISO/IEC 17025:2005; roetmetingen vallen niet onder deze accreditatie. NOx concentratie zijn berekend door de gemeten NO concentratie om te rekenen in massaequivalent NO 2 (NO * 46 / 30 ) en op te tellen bij de gemeten NO 2 concentratie. De gemeten roetconcentraties binnen het meetnet van de DCMR zijn door middel van de volgende formule omgezet ar thermische EUSAAR2 EC (elementair koolstof) concentraties: EC (μg/m 3 ) = 0,7 * black carbon (μg/m 3 ) + 0,1 [Keuken et al. 2011]. 1 Roet wordt op station Overschie gemeten vaf 17 januari Er waren dus minder uurwaarden roet beschikbaar dit onderzoek dan de andere componenten. Afbeelding 2. Locatie meetstation Overschie en de andere dit onderzoek gebruikte meetstations Verkeersdata Data van de verkeersintensiteit, snelheid en samenstelling in 2011 en 2012 op de A13 Overschie zijn afkomstig van Directie Wegen en Verkeer, Rijkswaterstaat Zuid-Holland. Verkeersintensiteit (voertuigen/uur) en snelheid (km/uur) zijn gemeten op tellussen in zowel de rijrichting Rotterdam als de rijrichting Den Haag, ter hoogte van hectometerpaal 17,4. Deze data was beschikbaar als uurgemiddelde waarden van 12 april 2011 t/m 31 december Voor weekdagen gedurende de periodes 12 april 2011 t/m 20 mei 2011 en 10 oktober 2011 t/m 31 december 2012 was ook kwartiergemiddelde verkeersdata beschikbaar. Verkeerssamenstelling is afkomstig van de locatie A13 Ypenburg ter hoogte van hectometerpaal 5,9 en beschikbaar als jaargemiddelde percentages licht, middelzwaar en zwaar verkeer per uur van de dag, zowel de rijrichting Rotterdam als Den Haag. 1 Voor roetmetingen wordt in Nederland gebruik gemaakt van verschillende methoden; geautomatiseerd met de SX200 (zwarte rook) en MAAP (black carbon) instrumenten, en door middel van handmatige referentiemethoden het vaststellen van EC (elementair koolstof) volgens het NIOSH of EUSAAR2 protocol. Normalisatie van de verschillende methoden ar EC volgens het thermisch EUSAAR2 protocol vereenvoudigt de eventuele onderlinge vergelijking van verschillende roetmetingen in Nederland. [Keuken et al. 2011] Snelheidsverhoging A13 blad 9 van 28

12 2.1.3 Meteorologische data Meteorologische gegevens zijn afkomstig van het KNMI, gemeten op Rotterdam Airport Zestienhoven. In deze studie hebben we gebruik gemaakt van uurgemiddelde waarden windrichting (º), windsnelheid (m/s), neerslag (uursom in mm), bewolkingsgraad, relatieve vochtigheid (%) en temperatuur (ºC). Uurgemiddelde stabiliteit is bepaald uit de Monin-Obukhovlengte berekend uit de uurgemiddelde meteowaarden van 2011en 2012 in Geomilieu V1.9 [DGMR, Arnhem, Nederland]. 2.2 Statistische alyse De data-alyse in dit onderzoek is uitgevoerd met het statistische softwarepakket Stata 12.1 [Statacorp LP, College Station, TX USA]. Allereerst is gekeken ar de verschillen in verkeersintensiteit, snelheid en dymiek vóór en de snelheidsverhoging op 1 juli Dit is gedaan door totaal en per uur te kijken ar het gemiddelde en de standaarddeviatie van intensiteit en snelheid de uren vóór de snelheidsverhoging en de uren de snelheidsverhoging zowel week- als weekenddagen. Om te kijken of er verschillen waren in verkeersdymiek en de snelheidsverhoging is gebruik gemaakt van de beschikbare kwartiergemiddelde data. Aan de hand van deze kwartiergemiddelde data kon gekeken worden ar de variatie in gemiddelde snelheid binnen een bepaald uur. Dit is gedaan door ieder uur uit 4 kwartierwaarden een standaarddeviatie van de snelheid te berekenen, en te kijken ar de gemiddelde standaarddeviatie per uur van de dag en de verhoging. Alle alyses van de luchtkwaliteit in Overschie zijn uitgevoerd op de uren in 2011 en 2012 dat station Overschie benedenwinds ligt, en dus belast was met de verkeersbijdrage van de A13. Dit zijn alle uren met een windrichting tussen de 150 en 330º. Ook is besloten om 1 januari en 31 december 2011 en 2012 (oud en nieuw) buiten de alyses te laten vanwege de hoge bijdrage aan luchtverontreiniging door het afsteken van vuurwerk. Om te onderzoeken wat het effect is van de snelheidsverhoging op de luchtkwaliteit in Overschie is gekeken ar de verschillen in de geschatte verkeersbijdrage aan de gemeten concentratie op station Overschie. Deze verkeersbijdrage is berekend door per uurwaarde het gemiddelde van de stadsachtergrondstations Schiedam en Zwartewaalstraat af te trekken van de totale uurgemiddelde concentratie op station Overschie. Meteorologische variatie is een groot deel verantwoordelijk de variatie in totale concentratie gemeten op Overschie. Dit maakt het vergelijken van absolute concentraties lastig. In dit onderzoek focussen wij daarom op de verkeersbijdrage. De invloed van meteo is dan kleiner en kan worden meegenomen in de meervoudige regressiemodellen. Door middel van t-toetsen is de verkeersbijdrage van iedere stof per uur van de dag gekeken of er een significant verschil is en de interventie. Deze t-toetsen geven een beeld van het effect van de snelheidsinterventie op de verkeersbijdrage aan de concentratie luchtverontreinigende stoffen gemeten op station Overschie zonder rekening te houden met andere factoren zoals verkeersintensiteit, aandeel zwaar verkeer en stagtie. Als sensitiviteitsalyse is ook gekeken ar het verschil in verkeersbijdrage over dezelfde periode op andere verkeersstations in de Rijnmond (Pleinweg, Ridderkerk en A15 Botlek). Om het deze andere factoren gecorrigeerde effect van de snelheidsverhoging op de luchtkwaliteit in Overschie te onderzoeken hebben we gebruik gemaakt van meervoudige lineaire regressiemodellen. In deze modellen hebben we gekeken wat de relatie is tussen verkeersintensiteit op de A13 en de verkeersbijdrage concentratie van de verschillende stoffen, en of de snelheidsinterventie deze relatie verandert (door middel van een interactieterm verkeersintensiteit*snelheidsverhoging). Verder hebben we gekeken ar de eventueel verstorende effecten van het aandeel zwaar verkeer en stagtie (gedefinieerd als een biire variabele die 1 is wanneer de uurgemiddelde snelheid onder de 50 km/u zakt), en of additionele correctie meteo noodzakelijk was. blad 10 van 28 Snelheidsverhoging A13

13 3 Resultaten 3.1 Beschrijving verkeerssituatie op de A13 bij Overschie vóór en de snelheidsverhoging Uurgemiddelde gegevens over de verkeersintensiteit en snelheid op de A13 bij Overschie waren beschikbaar van 12 april 2011 tot en met 31 december In totaal was er dus uur beschikbaar vóór de snelheidsverhoging (12 april juni 2012) en 4416 uur de snelheidsverhoging (1 juli december 2012). Incidenteel waren er echter uren met missende waarden op de verschillende verkeersparameters. Tabel 1a en 1b laten de verschillen zien in gemiddelde intensiteit per 24 uur, gemiddelde snelheid en gemiddelde variatie in snelheid over de totale periode vóór, en de totale periode de snelheidsverhoging, op respectievelijk weekdagen en in het weekend. Tabel 1a. Gemiddelde verkeersintensiteit, snelheid en variatie in snelheid vóór en de snelheidsverhoging op A13 Overschie op weekdagen Verkeersintensiteit Snelheid (km/u) Variatie in snelheid (%) (voertuigen/24 uur) Vóór Na Vóór Na Vóór Na A13 richting Den Haag ,8 8,2 A13 richting Rotterdam ,0 15,4 Vóór de snelheidsverhoging reden er per weekdag gemiddeld voertuigen met een gemiddelde snelheid van 76 km/u in de richting Den Haag en voertuigen met een gemiddelde snelheid van 70 km/u in de richting Rotterdam. Na de snelheidsverhoging waren dat er gemiddeld resp met een gemiddelde snelheid van 89 km/u en met een gemiddelde snelheid van 82 km/u. Ook de variatie in snelheid (relatieve standaarddeviatie) m toe de verhoging. Tabel 1b. Gemiddelde verkeersintensiteit, snelheid en variatie in snelheid vóór en de snelheidsverhoging op A13 Overschie in het weekend Verkeersintensiteit Snelheid (km/u) Variatie in snelheid (%) (voertuigen/24 uur) Vóór Na Vóór Na Vóór Na A13 richting Den Haag ,0 7,3 A13 richting Rotterdam ,0 5,9 In de gemiddelde intensiteit in het weekend zit een groter absoluut verschil tussen vóór en de snelheidsverhoging dan op weekdagen. De gemiddelde snelheid ligt zowel als de maatregel iets hoger, en de variatie in snelheid iets lager dan op weekdagen Verkeersintensiteit Figuur 1a, 1b, 2a en 2b laten het dagverloop van de gemiddelde verkeersintensiteit met standaarddeviatie op de A13 in de richting Den Haag en Rotterdam op resp. week- en weekenddagen zien vóór en snelheidsverhoging. In deze figuren is te zien dat er vrijwel geen verschil is in het dagverloop van de verkeersintensiteit en de snelheidsverhoging. Snelheidsverhoging A13 blad 11 van 28

14 Intensiteit richting Den Haag [voertuigen/uur] Tijd [uur] Figuur 1a. Dagverloop van de gemiddelde intensiteit met standaarddeviatie op weekdagen richting Den Haag, vóór en de snelheidsverhoging Intensiteit richting Rotterdam [voertuigen/uur] Tijd [uur] Figuur 1b. Dagverloop van de gemiddelde intensiteit met standaarddeviatie op weekdagen richting Rotterdam, vóór en de snelheidsverhoging Tussen 0.00 en 5.00 uur s chts lag de gemiddelde intensiteit in beide richtingen onder de 1000 voertuigen per uur, in de ochtendspits liep dit op tot gemiddeld bij 6000 voertuigen/uur richting Den Haag en ongeveer 5200 voertuigen/uur richting Rotterdam. Overdag lag de gemiddelde intensiteit in beide richtingen tussen de 4000 en 5000 voertuigen/uur. Gedurende de avondspits reden er gemiddeld tussen de 5000 en 5600 voertuigen/uur richting Den Haag en tussen de 4500 en 5000 voertuigen/uur richting Rotterdam, om in de avonduren daar langzaam af te zakken tot gemiddeld resp en 1800 voertuigen/uur. blad 12 van 28 Snelheidsverhoging A13

15 Intensiteit richting Den Haag [voertuigen/uur] Tijd [uur] Figuur 2a. Dagverloop van de gemiddelde intensiteit met standaarddeviatie op weekenddagen richting Den Haag, vóór en de snelheidsverhoging Intensiteit richting Rotterdam [voertuigen/uur] Tijd [uur] Figuur 2b. Dagverloop van de gemiddelde intensiteit met standaarddeviatie op weekenddagen richting Rotterdam, vóór en de snelheidsverhoging In figuur 2a en 2b is te zien dat er in het weekend geen sprake is van een duidelijke ochtenden avondspits, maar dat de intensiteit het hoogst is tussen en s middags (± voertuigen/uur). Het dagverloop en de snelheidsverhoging vertoont grotendeels hetzelfde patroon. De uurgemiddelde intensiteit lag overdag in de periode de snelheidsverhoging iets lager dan er, maar dat komt omdat er dan relatief meer zomerweekenden zijn meegenomen Verkeerssamenstelling Van de tellus A13 Overschie waren geen uur-tot-uur data over verkeerssamenstelling beschikbaar. Om toch iets over de mogelijke verandering in samenstelling te kunnen zeggen is gebruik gemaakt van de jaargemiddelde percentages licht, middelzwaar en zwaar verkeer per uur van de dag zowel de rijrichting Rotterdam als Den Haag, afkomstig van de locatie A13 Ypen- Snelheidsverhoging A13 blad 13 van 28

16 burg. De verschuivingen in de jaargemiddelde percentages licht, middelzwaar en zwaar verkeer per uur van de dag, tussen 2011 en 2012 waren gering. Deze percentages zijn per uur vermenigvuldigd met de totale intensiteit om te komen tot een intensiteit per voertuigcategorie. Er waren geen significante verschillen in specifieke intensiteit vóór en de snelheidsverhoging Snelheid Het dagverloop van de gemiddelde snelheid op weekdagen vóór en de snelheidsverhoging richting Den Haag en Rotterdam is te zien in figuur 3a en 3b. Ten tijde van de snelheidslimiet van 80 km/u met strikte handhaving lag de gemiddelde snelheid buiten de spits op ongeveer 77 km/u richting Den Haag en 74 km/u richting Rotterdam. Na de verhoging ar een limiet van 100 km/u met strikte handhaving lag dit op resp. 91 en 87 km/u. Snelheid richting Den Haag [km/u] Tijd [uur] Figuur 3a. Dagverloop van de gemiddelde snelheid met standaarddeviatie op weekdagen richting Den Haag vóór en de snelheidsverhoging Snelheid richting Rotterdam [km/u] Tijd [uur] Figuur 3b. Dagverloop van de gemiddelde snelheid met standaarddeviatie op weekdagen richting Rotterdam vóór en de snelheidsverhoging blad 14 van 28 Snelheidsverhoging A13

17 Gedurende de ochtendspits (van 6.00 tot uur) zakte de gemiddelde snelheid ar gemiddeld 75 km/u richting Den Haag en 71 km/u richting Rotterdam vóór de maatregel en ar resp. 87 en 82 km/u de maatregel. De avondspits (van tot uur) zag er qua gemiddelde snelheid anders uit dan de ochtendspits. Vooral in de richting Rotterdam zakte de gemiddelde snelheid gedurende de avondspits sterk. Vóór de snelheidsverhoging was de gemiddelde snelheid gedurende de avondspits 74 km/u richting Den Haag en 56 km/u richting Rotterdam en de snelheidsverhoging en resp. 84 en 63 km/u. De daling in gemiddelde snelheid tijdens de spitsuren is dus veel sterker de maatregel dan vóór de maatregel, een teken van een toeme in de verkeersdymiek. Figuur 4a en 4b laten het dagverloop van de gemiddelde snelheid vóór en de snelheidsverhoging richting Den Haag en Rotterdam op weekenddagen zien. Snelheid richting Den Haag [km/u] Tijd [uur] Figuur 4a. Dagverloop van de gemiddelde snelheid met standaarddeviatie op weekenddagen richting Den Haag vóór en de snelheidsverhoging Snelheid richting Rotterdam [km/u] Tijd [uur] Figuur 4b. Dagverloop van de gemiddelde snelheid met standaarddeviatie op weekenddagen richting Rotterdam vóór en de snelheidsverhoging Snelheidsverhoging A13 blad 15 van 28

18 In figuur 4a en 4b is te zien de gemiddelde snelheid in het weekend iets hoger ligt dan door de week, zonder sterke dalingen gedurende de ochtend- en avondspits. De snelheidsverhoging heeft dus zoals verwacht geleid tot een significant hogere gemiddelde snelheid in beide richtingen, maar niet tot veranderingen in de uurgemiddelde verkeersintensiteit. De variatie in gemiddelde snelheid (relatieve standaarddeviatie) m ook significant toe, wat een belangrijk deel de verwachte toeme in emissies zou kunnen verklaren [Keuken et al. 2010] Verkeersdymiek Om de verkeersdymiek uwkeuriger in kaart te brengen hebben we ook gekeken ar de variatie van de snelheid binnen het uur. Hier is gebruik gemaakt van kwartiergemiddelde snelheidsdata. Deze data was beschikbaar op weekdagen de periodes 12 april t/m 20 mei 2011 en van 10 oktober 2011 t/m 31 december 2012 (in totaal kwartierwaarden). Figuur 5a en b laten het dagverloop zien van de variatie in gemiddelde snelheid binnen het uur en de snelheidsverhoging richting Den Haag en Rotterdam. Variatie in snelheid richting Den Haag [km/u] Tijd [uur] Figuur 5a. Dagverloop van de variatie (standaarddeviatie) in gemiddelde snelheid binnen het uur op weekdagen richting Den Haag vóór en de snelheidsverhoging blad 16 van 28 Snelheidsverhoging A13

19 Variatie in snelheid richting Rotterdam [km/u] Tijd [uur] Figuur 5b. Dagverloop van de variatie (standaarddeviatie) in gemiddelde snelheid binnen het uur op weekdagen richting Rotterdam vóór en de snelheidsverhoging In figuur 5a en 5b is te zien dat de variatie in gemiddelde snelheid binnen het uur significant hoger is de snelheidsverhoging, met me in de avondspits richting Den Haag. De snelheidsverhoging heeft hier gezorgd een toeme in verkeersdymiek. In de richting Rotterdam was de avondspits afgaand aan de maatregel ook al problematisch en zijn de veranderingen minder groot. 3.2 Effect van de snelheidsverhoging op de luchtkwaliteit in Overschie Tabel 2a en 2b beschrijven het gemiddelde en de standaarddeviatie van uurwaarden PM 10, PM 2.5, NOx, NO 2 en EC (totale concentratie en verkeersbijdrage) op station Overschie (bij windrichting º, wanneer dit station benedenwinds ligt), alsmede het gemiddelde en de range van dezelfde uurwaarden in de gebruikte stadsachtergrond (gemiddelde van stations Schiedam en Zwartewaalstraat) vóór en de snelheidsverhoging. In deze tabellen (2a en 2b) is te zien dat alle stoffen de gemiddelde totale uurconcentratie in de stadsachtergrond lager is de interventie dan er. Dit wordt grotendeels verklaard door verschillen in meteorologie tussen de twee perioden. De meetperiode de interventie is korter dan die er en omvat niet alle seizoenen. De gemiddelde totale uurconcentratie van NOx, NO 2 en EC op station Overschie en de berekende gemiddelde verkeersbijdrage (totale concentratie minus achtergrondconcentratie) van alle stoffen is significant hoger. Snelheidsverhoging A13 blad 17 van 28

20 Tabel 2a. Gemiddelde en standaarddeviatie van uurwaarden PM 10, PM 2.5, NOx, NO 2 en EC gemeten op station Overschie vóór de snelheidsverhoging Totale concentratie # Verkeersbijdrage N Gem. SD N Gem. SD PM 10 Overschie Stadsachtergrond* PM 2.5 Overschie Stadsachtergrond* NOx Overschie Stadsachtergrond* NO 2 Overschie Stadsachtergrond* EC Overschie Stadsachtergrond* #Bij windrichting º; *Gemiddelde van stadsachtergrondstations Schiedam en Zwartewaalstraat Tabel 2b. Gemiddelde en standaarddeviatie van de uurwaarden PM 10, PM 2.5, NOx, NO 2 en EC gemeten op station Overschie de snelheidsverhoging Totale concentratie # Verkeersbijdrage N Gem. SD N Gem. SD PM 10 Overschie Stadsachtergrond* PM 2.5 Overschie Stadsachtergrond* NOx Overschie Stadsachtergrond* NO 2 Overschie Stadsachtergrond* EC Overschie Stadsachtergrond* #Bij windrichting º; *Gemiddelde van stadsachtergrondstations Schiedam en Zwartewaalstraat Het dagverloop van de verkeersbijdrage van de concentraties van PM 10, PM 2.5, NOx, NO 2 en EC gemeten op station Overschie vóór en de snelheidsinterventie is te zien in figuur 6 t/m 10. Deze figuren laten zien dat alle gemeten stoffen de gemiddelde verkeersbijdrage de snelheidsverhoging hoger is dan in de periode er. blad 18 van 28 Snelheidsverhoging A13

21 PM10 verkeersbijdrage [µg/m3] Tijd [uur] Figuur 6. Dagverloop van de gemiddelde PM 10 verkeersbijdrage op Overschie met 95% betrouwbaarheidsinterval vóór en de snelheidsverhoging In figuur 6 en 7 is te zien dat de betrouwbaarheidsintervallen van de verkeersbijdrage concentraties van PM 10 en PM 2.5 elkaar grotendeel overlappen. Uit t-toetsen het verschil in verkeersbijdrage vóór en de snelheidsverhoging, die per uur zijn uitgevoerd, blijkt dat er geen structurele periodes van de dag zijn met significante verschillen in verkeersbijdrage en de interventie. PM2.5 verkeersbijdrage [µg/m3] Tijd [uur] Figuur 7. Dagverloop van de gemiddelde PM 2.5 verkeersbijdrage op Overschie met 95% betrouwbaarheidsinterval vóór en de snelheidsverhoging Snelheidsverhoging A13 blad 19 van 28

22 Uit dezelfde toetsen NOx en NO 2 (te zien in figuur 8 en 9) blijkt dat de NOx verkeersbijdrage vaf uur s middags tot middercht en de NO 2 verkeersbijdrage vaf uur s middags tot 4.00 uur s chts significant hoger zijn de snelheidsverhoging dan er. NOx verkeersbijdrage [µg/m3] Tijd [uur] Figuur 8. Dagverloop van de gemiddelde NOx verkeersbijdrage op Overschie met 95% betrouwbaarheidsinterval vóór en de snelheidsverhoging NO2 verkeersbijdrage [µg/m3] Tijd [uur] Figuur 9. Dagverloop van de gemiddelde NO 2 verkeersbijdrage op Overschie met 95% betrouwbaarheidsinterval vóór en de snelheidsverhoging blad 20 van 28 Snelheidsverhoging A13

23 Figuur 10 laat hetzelfde beeld zien de verkeersbijdrage EC als NO 2 en NOx, alleen is het verschil en de interventie minder sterk. Uit de t-toetsen bleek een significant hogere EC verkeersbijdrage de snelheidsverhoging van uur s middags tot uur s avonds. EC verkeersbijdrage [µg/m3] Tijd [uur] Figuur 10. Dagverloop van de gemiddelde EC verkeersbijdrage op Overschie met 95% betrouwbaarheidsinterval vóór en de snelheidsverhoging Om mogelijke andere oorzaken dan de snelheidsverhoging uit te sluiten hebben we ook gekeken ar het verschil in verkeersbijdrage tussen dezelfde periodes op andere verkeersstations in het Rijnmondgebied (tabel 3). Voor station Pleinweg en Ridderkerk is de berekening van de verkeersbijdrage gebruik gemaakt van het gemiddelde van dezelfde achtergrondstations (Schiedam en Zwartewaalstraat) en dezelfde windhoek ( º) als station Overschie. Voor de berekening van de verkeersbijdrage op station A15 Botlek is gebruik gemaakt van de gemiddelde achtergrondconcentratie van Schiedam, Zwartewaalstraat, Maassluis en Hoogvliet, en van de windhoek º. Tabel 3. Gemiddelde en standaarddeviatie van de verkeersbijdrage NOx, NO 2 en EC op andere verkeersstations in de Rijnmond Verkeersbijdrage* Station Vóór Na N Gem. SD N Gem. SD p-value* NOx Pleinweg Ridderkerk <0.001 A15 Botlek <0.001 NO 2 Pleinweg <0.001 Ridderkerk <0.001 A15 Botlek EC Pleinweg <0.001 A15 Botlek <0.001 *t-toets op verschil verkeersbijdrage en snelheidsverhoging In tabel 3 is te zien dat de verkeersbijdrage op de andere verkeersstations juist lager of ongeveer hetzelfde gebleven is in de periode snelheidsverhoging op Overschie. Het lijkt erop dat de toeme in verkeersbijdrage op Overschie tegengesteld is aan wat er op andere verkeerstations te zien is. De concentratiestijging op Overschie wordt dus niet toevallig veroorzaakt door een generiek verschijnsel in die periode maar is met grote zekerheid toe te schrijven aan de snelheidsverhoging. Snelheidsverhoging A13 blad 21 van 28

24 3.3 Resultaten meervoudige regressiemodellen verkeersintensiteit en snelheidsverhoging op luchtkwaliteit in Overschie Allereerst hebben we gekeken in welke mate de verkeersintensiteit op de A13 de totale uurgemiddelde gemeten concentratie (bij windrichting º) van de verschillende stoffen op station Overschie bepaald. In tabel 4 is iedere stof de proportie verklaarde variantie (R 2 ) vergeleken van regressiemodellen op de totale concentratie uit de gemiddelde achtergrondconcentratie van Schiedam en Zwartewaalstraat, zonder versus met verkeersintensiteit. Tabel 4. Effect verkeersintensiteit op totale gemeten concentratie op station Overschie N R 2 PM 10 Model Model PM 2.5 Model Model NOx Model Model NO 2 Model Model EC Model Model Model 1: Totale concentratie Overschie verklaard uit achtergrondconcentratie Schiedam en Zwartewaalstraat Model 2: Totale concentratie Overschie verklaard uit achtergrondconcentratie Schiedam en Zwartewaalstraat + verkeersintensiteit A13 In tabel 4 is te zien dat de variatie in totale PM 10 concentratie gemeten op Overschie 80%, en de variatie in PM %, verklaard kan worden uit de stadsachtergrondconcentratie. Het toevoegen van de ofhankelijke variabele verkeersintensiteit in de modellen voegt bij niets toe aan de R 2, wat betekent dat maar een heel klein deel van de variatie in de totale concentratie PM 10 en PM 2.5 verklaard kan worden door de verkeersintensiteit op de A13. Voor NOx, NO 2 en EC is te zien dat verkeersintensiteit op de A13 wel een belangrijk deel de variatie in totale concentratie van deze stoffen op station Overschie bepaald. De R 2 van de modellen NOx, NO 2 en EC waarin alleen de achtergrondconcentratie als ofhankelijke variabele zit zijn veel lager dan PM 10 en PM 2.5, en het toevoegen van verkeersintensiteit in de modellen zorgt een flinke toeme in verklaarde variantie. De uiteindelijke meervoudige regressiemodellen waarin gekeken wordt ar het gecombineerde effect van verkeersintensiteit en snelheidsverhoging kunnen dus alleen zinvol worden uitgevoerd de stoffen NOx, NO 2 en EC. De regressiemodellen met als ofhankelijke variabelen intensiteit licht verkeer (IntLV), snelheidsverhoging (ja/nee) (SV), percentage zwaar verkeer (PZV) en stagtie (S50) zien er als volgt uit: Ongecorrigeerde modellen Verkeersbijdrage concentratie gemeten op Overschie = a + β1 IntLV ( het effect van verkeersintensiteit vóór de snelheidsverhoging) Verkeersbijdrage concentratie gemeten op Overschie = a + β1 IntLV + β2 IntLV*SV ( het effect van verkeersintensiteit de snelheidsverhoging) blad 22 van 28 Snelheidsverhoging A13

25 Gecorrigeerde modellen Verkeersbijdrage concentratie gemeten op Overschie = a + β1 IntLV + β2 PZV + β3 S50stagtie ( het effect van verkeersintensiteit vóór de snelheidsverhoging) Verkeersbijdrage concentratie gemeten op Overschie = a + β1 IntLV + β2 IntLV*SV + β3 PZV + β4 S50 ( het effect van verkeersintensiteit de snelheidsverhoging) De modellen het effect van verkeersintensiteit de snelheidsverhoging bevatten alleen de interactieterm IntLV*SV en niet het hoofdeffect SV omdat we ervan uitgaan dat de modellen en de interventie hetzelfde intercept hebben. Ook hebben we er gekozen om de intensiteit van licht verkeer in de modellen mee te nemen, omdat de snelheidsverhoging alleen van toepassing is op licht verkeer. Vrachtverkeer blijft ook de interventie begrensd op een snelheid van 80 km/u. Tabel 5. Effect van de snelheidsverhoging op de verkeersbijdrage per toeme van 1000 lichte voertuigen Verkeersbijdrage N Ongecorrigeerd Gecorrigeerd* p-waarde # concentratie β IntLV*SV (95% BI) β IntLV*SV (95% BI) NOx ( ) 1.42 ( ) <0.001 NO ( ) 0.53 ( ) <0.001 EC ( ) 0.02 ( ) <0.001 * Model gecorrigeerd percentage zwaar verkeer en stagtie # het gecorrigeerde model De snelheidsverhoging heeft een significant effect op de verkeersbijdrage concentratie NOx, NO 2 en EC gemeten op station Overschie (tabel 5). Aanvullende correctie aandeel zwaar verkeer en stagtie (alsmede meteo model hier niet getoond) verandert de gevonden effecten niet. Per toeme van 1000 lichte voertuigen is de verkeersbijdrage concentratie NOx, NO 2 en EC gemiddeld respectievelijk 1,42, 0,53 en 0,02 μg/m 3 hoger de snelheidsverhoging ten opzichte van de periode er. De gefitte lineaire regressiemodellen en de interventie zijn geplot in figuur 11 t/m 13. NOx verkeersbijdrage (µg/m3) Y= X Y= X Intensiteit licht verkeer (voertuigen/u*1000) Figuur 11. Lineaire regressiealyse tussen verkeersintensiteit op de A13 en NOx verkeersbijdrage concentratie gemeten op station Overschie Snelheidsverhoging A13 blad 23 van 28

26 De mediane uurgemiddelde intensiteit van licht verkeer op de A13 ligt op 6800 voertuigen per uur, en kan oplopen tot bij voertuigen per uur. Bij deze mediane intensiteit is de uurgemiddelde verkeersbijdrage NOx, NO 2 en EC respectievelijk 9,7, 3,6 en 0,16 μg/m 3 hoger. Dit is een stijging van respectievelijk 20, 20 en 17% ten opzichte van de verkeersbijdrage de maatregel. NO2 verkeersbijdrage (µg/m3) Y= X Y= X Intensiteit licht verkeer (voertuigen/u*1000) Figuur 12. Lineaire regressiealyse tussen verkeersintensiteit op de A13 en NO 2 verkeersbijdrage concentratie gemeten op station Overschie EC verkeersbijdrage (µg/m3) Y= X Y= X Intensiteit licht verkeer (voertuigen/u*1000) Figuur 13. Lineaire regressiealyse tussen verkeersintensiteit op de A13 en EC verkeersbijdrage concentratie gemeten op station Overschie blad 24 van 28 Snelheidsverhoging A13

27 4 Discussie In dit rapport is onderzocht wat het effect is van de verhoging van de snelheidslimiet van 80 km/u ar 100 km/u met strikte handhaving op de A13 op de luchtkwaliteit in Overschie. We hebben daar zowel verkeersdata (intensiteit en snelheid) als luchtkwaliteitdata over de periode vóór de maatregel (1 januari juni 2012) met de periode de maatregel (1 juli december 2012) vergeleken. Hieruit blijkt dat de snelheidsverhoging heeft geleid tot hogere verkeersemissies op de A13 met negatieve effecten de luchtkwaliteit en gezondheid in Overschie. Uit de alyses van de verkeersdata komt ar voren dat de maatregel heeft geleid tot een significant hogere gemiddelde snelheid op het traject en een toeme in verkeersdymiek. Er is geen significant verschil gevonden in verkeersintensiteit tussen de twee perioden. Uit de gemeten luchtkwaliteitsdata blijkt dat de verkeersbijdrage NOx, NO 2 en EC gemeten op station Overschie significant hoger is de snelheidsverhoging ten opzichte van de onderzochte periode er. Meervoudige lineaire regressiealyses op de verkeersbijdrage NOx, NO 2 en EC laten zien dat de snelheidsverhoging heeft geleid tot een significant hogere bijdrage per 1000 voertuigen van respectievelijk 1,42, 0,53 en 0,02 μg/m 3 ; bij een mediane intensiteit van 6800 auto s een stijging van respectievelijk 20, 20, en 17% ten opzichte van de verkeersbijdrage de maatregel. De gestegen concentraties bevestigen dat de snelheidsverhoging leidt tot hogere emissies. Dit kan een deel worden toegeschreven aan de toegenomen verkeersdymiek. Figuur 3 t/m 5 in dit rapport laten zien dat de dymiekstijging met me in de middag plaatsvindt. In figuur 8 t/m 10 is te zien dat op dezelfde uren ook de concentratieverschillen vóór en de maatregel significant zijn. In het onderzoek ar de effecten van de invoering van de 80 km/u-zone bij Overschie in 2003 [Wesseling et al. 2003] werden er gedurende de gehele dag verschillen gevonden tussen concentraties en de invoering, en niet alleen gedurende de spitsuren. Voor de invoering van deze maatregel was er echter ook gedurende de gehele dag sprake van verhoogde dymiek (omdat er nog geen trajectcontrole was). De reden de oorspronkelijke keuze een snelheidslimiet van 80 km/u was het feit dat vrachtverkeer in Nederland begrensd is op deze limiet. Wanneer al het verkeer met dezelfde snelheid rijdt leidt dat tot een lagere verkeersdymiek (minder afremmen en optrekken) en dus een lagere emissie [Keuken et al. 2010]. De gelijktijdige invoering van trajectcontrole leidde nog eens tot een extra afme in de verkeersdymiek. Uit het onderzoek van Keuken et al. [2010] bleek ook dat de werkelijke emissiereductie door de invoering van de 80 km/u zones afhankelijk was van de mate van verkeerscongestie vóór de maatregel ten opzichte van de mate van congestie de maatregel. Hoe groter deze verhouding, des te groter de relatieve afme in emissie. In de A13-situatie is al verkeer dat de stad ingaat en moet kiezen tussen de rondweg in westelijke en in oostelijke richting, mogelijk reden veel dymiek. Dit was vóór de snelheidsverhoging in de avondspits al problematisch en verergert verder. De afwikkeling de stad uit was tamelijk probleemloos vóór de snelheidsverhoging maar vertoont veel meer snelheidswisselingen de maatregel met de bijbehorende extra emissies. Mogelijk is het eerder (vóór de bebouwde kom) scheiden van verkeer de oostelijke en westelijke randweg een oplossing. De extra dymiek en de daarmee samenhangende emissies worden daarmee verplaatst ar een locatie waar minder mensen belast worden [Tate & Bell, 2000]. Uit de bekendmaking van de invoergegevens het berekenen van de luchtkwaliteit in 2013 (d.d. 15 maart 2013) [Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 2013] blijkt dat de emissiefactoren licht verkeer op snelwegen 80 en 100 km/u met strikte handhaving in 2012 respectievelijk 0,23 en 0,26 g/km zijn NOx. Dit komt overeen met een emissietoeme van 13%. De in dit onderzoek gevonden procentuele toeme in verkeersbijdrage (20%) is hoger dan de berekende toeme in de NOx emissiefactor. Voor NO 2 is deze vergelijking niet te maken omdat maar deels wordt uitgestoten en de rest in de lucht wordt gevormd uit NO en O 3. Voor Snelheidsverhoging A13 blad 25 van 28

28 EC zijn alleen indicatieve emissiefactoren bekend, waardoor deze lastig te vergelijken zijn met onze resultaten. Om te kijken of het verschil in verkeersbijdrage op station Overschie tussen de twee perioden niet toevallig een andere oorzaak heeft dan de snelheidsverhoging hebben we ook gekeken ar het verschil in verkeersbijdrage op de snelwegstations A15 Botlek en Ridderkerk, en het straatstation Pleinweg tussen dezelfde periode vóór en de maatregel op de A13 (tabel 3). Uit deze alyses bleek dat de verkeersbijdragen aan de gemeten concentraties luchtverontreinigende stoffen op deze stations vóór en de snelheidsverhoging juist lager waren, of niet van elkaar verschilden. Zoals opgemerkt bij tabel 2 kan dit te maken hebben met verschillen in meteorologie tussen de onderzochte perioden en/of iets gewijzigd verkeer als gevolg van de economische achteruitgang. Dit is echter niet der onderzocht. In elk geval was de toeme in verkeersbijdrage op Overschie tegengesteld aan die op alle andere verkeerstations. De gemeten uurgemiddelde totale concentraties van luchtverontreinigende stoffen op Overschie worden niet alleen veroorzaakt door verkeer op de A13 maar ook door andere lokale bronnen, bronnen op lange(re) afstand en meteorologie. Er is een sterke correlatie tussen de gemeten uurgemiddelde stadsachtergrondconcentratie (Schiedam en Zwartewaalstraat) en de concentratie op Overschie ( de verschillende stoffen tussen de 0.92 en 0.76) wat erop wijst dat de invloed van deze andere factoren op de concentraties luchtverontreiniging over de gehele stad hetzelfde is. Door de uurgemiddelde stadsachtergrond van de totale uurgemiddelde concentratie op Overschie af te trekken kunnen we dus grotendeels deze factoren corrigeren, wat niet uitsluit dat ze ook van invloed zijn op de verspreiding van de emissies van de lokale bronnen. Additionele correctie van de lineaire regressiemodellen stabiliteit, windsnelheid, temperatuur en luchtvochtigheid leverde geen andere resultaten op de relatie tussen verkeersintensiteit en gemeten verkeersbijdrage. Voor deze studie is gebruik gemaakt van real-time gemeten meteorologische, luchtkwaliteitsen verkeersintensiteitsdata over een relatief lange tijdsperiode. De periode aan data de maatregel was echter korter dan de periode er wat ertoe leidde dat het aandeel van de seizoenen niet evenredig verdeeld was over deze periodes. Correctie seizoen in de regressiemodellen leidde wederom niet tot andere resultaten. De lineaire regressiealyses zijn uitgevoerd op data binnen de windhoek º en windsnelheid >1 m/s, wanneer het meetpunt belast was met de verkeersbijdrage van de A13. Gedurende de periode kwam dit 63% van de tijd. De gevonden stijging van de uurgemiddelde verkeersbijdrage van 9,7 μg/m 3 NOx, 3,6 μg/m 3 NO 2 en 0,16 μg/m 3 EC bij een mediane intensiteit van 6800 auto s kan dus worden vermenigvuldigd met de fractie 0,63 om te komen tot een jaargemiddeld effect van 6,1 μg/m 3 NOx, 2,3 μg/m 3 NO 2 en 0,10 μg/m 3 EC ter hoogte van het meetpunt. Het jaargemiddelde effect van de snelheidsverhoging aan de westkant van de A13 ligt lager omdat die kant door een minder vaak komende windrichting minder belast is met de verkeersbijdrage van de A13. De trend van de NO 2 concentraties op het meetpunt Overschie daalde de afgelopen 9 jaar met gemiddeld 0,9 μg/m 3 per jaar. De huidige jaargemiddelde NO 2 concentratie (2012) was 45,1 μg/m 3. De gevonden stijging in NO 2 concentratie door de snelheidsverhoging maakt de opgave om de grenswaarden op knelpunten in Overschie te halen groter. De conclusies van dit rapport gelden het huidige wagenpark, verdere verschoning vóór 2015 zou kunnen leiden tot snellere afme in concentraties luchtverontreinigende stoffen. Dit lijkt echter met het oog op de huidige economische crisis niet erg waarschijnlijk. Als er bij economisch herstel weer meer verkeer komt nemen de effecten mogelijk toe, tenzij de doorgetrokken A4 dit opvangt. Roet (EC) is geen genormeerde luchtverontreinigende component, maar wordt gezondheidskundig beschouwd als één van de meest schadelijke fracties van fijnstof, zowel effecten op korte- als langetermijn. Daarast is roet veel sterker verkeersgerelateerd dan PM 10, waardoor het een krachtige indicator is de mate van blootstelling aan verkeersgerelateerde luchtverontreiniging [Keuken et al. 2012]. In 2011 is er, door wetenschappers binnen WHO verband, een grote meta-alyse studie ar de gezondheidseffecten van langetermijnbloot- blad 26 van 28 Snelheidsverhoging A13

29 stelling aan roet uitgevoerd. Hieruit kwam een relatief risico (RR) op sterfte als gevolg van langetermijnblootstelling aan roet ar voren van 1.06 ( ) per toeme van 1 μg/m 3 EC, en een gemiddeld verlies aan levensverwachting van 3,6 maanden per toeme van blootstelling van 0,55 μg/m 3 EC [Janssen et al. 2011; Janssen et al. 2012]. Ter hoogte van meetpunt Overschie stijgt de EC concentratie met 0,10 μg/m 3. Het geschatte gezondheidseffect van deze EC toeme is een levensverwachtingverlies van ongeveer 20 dagen op de afstand van het meetpunt tot de A13. Dit is in lijn met de schattingen van Keuken et al. [2012] die met modelberekeningen het effect van een snelheidsverhoging op de A13 (80 km/u met 25% congestie ar 100 km/u met 25% congestie) schatten op 0,125 μg/m 3 toeme in EC op 25 meter afstand van de wegas, en een gerelateerd verlies aan levensverwachting van 0-1 maand 8500 mensen (minimum effect). 5 Conclusie - De invoering van de snelheidsverhoging op de A13 bij Overschie heeft geleid tot hogere verkeersemissies op de A13 die aantoonbaar leiden tot verhoging van de gehaltes aan luchtverontreiniging. Dit heeft een negatieve invloed op de kwaliteit van de leefomgeving, waaronder de gezondheid van de bewoners in de omgeving van de A13. - De uurgemiddelde verkeersbijdrage is bij een mediane intensiteit van 6800 auto s, NOx 9,7 μg/m 3, NO 2 3,6 μg/m 3 en EC 0,16 μg/m 3 hoger de snelheidsverhoging dan er. Dit is een stijging van respectievelijk 20, 20, en 17% ten opzichte van de verkeersbijdrage de maatregel. Jaargemiddeld komt dit neer op een 6,1 μg/m 3 hogere NOx concentratie, een 2,3 μg/m 3 hogere NO 2 concentratie en een 0,10 μg/m 3 hogere EC concentratie, ter hoogte van het meetpunt, als gevolg van de snelheidsverhoging. - De stijging van de EC concentratie ter hoogte van het meetpunt zou daar equivalent zijn aan een theoretisch verlies van levensverwachting van 20 dagen. - De kans om in Overschie in 2015 aan de grenswaarde NO 2 te voldoen wordt hiermee niet groter. Snelheidsverhoging A13 blad 27 van 28

Per 1 juli 2012 is de snelheid op de A13 verhoogd van 80 naar 100 km per uur. Het effect op de

Per 1 juli 2012 is de snelheid op de A13 verhoogd van 80 naar 100 km per uur. Het effect op de 23 Snelheidsverhoging A13 heeft effect op de luchtkwaliteit Per 1 juli 2012 is de snelheid op de A13 verhoogd van 80 naar 100 km per uur. Het effect op de luchtkwaliteit is gemeten en blijkt hoger dan

Nadere informatie

Verhoging maximumsnelheid 80km zones naar 100 km/h

Verhoging maximumsnelheid 80km zones naar 100 km/h Verhoging maximumsnelheid 80km zones naar 100 km/h Effecten op luchtkwaliteit Datum November 2011 Status Definitief Colofon Uitgegeven door Rijkswaterstaat Dienst Verkeer en Scheepvaart Informatie DVS

Nadere informatie

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Jaarrapportage 2016

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Jaarrapportage 2016 Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam Jaarrapportage 2016 Colofon Raad van Accreditatie De DCMR Milieudienst Rijnmond is door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerd voor de NEN-EN-ISO/IEC 17025:2005

Nadere informatie

Ervaringen met EC / Roet. Sef van den Elshout

Ervaringen met EC / Roet. Sef van den Elshout Ervaringen met EC / Roet Sef van den Elshout Overzicht Overzicht Waarom roet/ec Stand van zaken instrumentarium Voorbeelden van de inzet van roet voor analyses van maatregelen Bestuurlijke bruikbaarheid

Nadere informatie

Monitoring luchtkwaliteit van de Vaillantlaan. Rapportage 2016/2017

Monitoring luchtkwaliteit van de Vaillantlaan. Rapportage 2016/2017 Monitoring luchtkwaliteit van de Vaillantlaan Rapportage 2016/2017 Colofon Raad van Accreditatie Milieudienst Rijnmond is door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerd (L520) voor de NEN-EN-ISO/IEC 17025:2005

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 hoofdstuk 4

Hoofdstuk 3 hoofdstuk 4 126 Uit talrijke studies blijkt dat blootstelling aan luchtverontreiniging veroorzaakt door verkeer leidt tot schade aan de gezondheid van hart, bloedvaten en luchtwegen. In de meeste van deze studies

Nadere informatie

Adviesdienst Verkeer en Vervoer RWS

Adviesdienst Verkeer en Vervoer RWS Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek / Netherlands Organisation for Applied Scientific Research Laan van Westenenk 51 Postbus 342 73 AH Apeldoorn TNO-rapport 27-A-R389/B

Nadere informatie

Eerste uitkomsten onderzoek luchtkwaliteit langs Nijenoord Allee Wageningen

Eerste uitkomsten onderzoek luchtkwaliteit langs Nijenoord Allee Wageningen Notitienummer Datum 3 juni 206 Onderwerp Eerste uitkomsten onderzoek luchtkwaliteit langs Nijenoord Allee Wageningen. Inleiding Buro Blauw voert in opdracht van de gemeente Wageningen luchtkwaliteitsmetingen

Nadere informatie

Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling

Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling RIVM/DCMR, december 2013 Roet is een aanvullende maat om de gezondheidseffecten weer te geven van

Nadere informatie

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010 Gemeente Ridderkerk Rapportage Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Monitoring 3 1.2 Berekenen versus meten 3 1.3 NO 2 en PM 10 3 1.4 Tot slot 3 2 Berekende

Nadere informatie

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009 Gemeente Ridderkerk Rapportage Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Monitoring 3 1.2 Berekenen versus meten 3 1.3 NO 2 en PM 10 3 1.4 Tot slot 3 2 Berekende

Nadere informatie

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Derde kwartaalverslag 2014

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Derde kwartaalverslag 2014 Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam Derde kwartaalverslag 2014 Colofon Raad van Accreditatie De DCMR Milieudienst Rijnmond is door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerd voor de NEN-EN-ISO/IEC 17025

Nadere informatie

Gesjoemel op de weg? Eric Feringa Igor van der Wal

Gesjoemel op de weg? Eric Feringa Igor van der Wal Gesjoemel op de weg? Eric Feringa Igor van der Wal Wat kunt u verwachten? Hoe is úw kennis van luchtverontreiniging? Inzicht in normen en techniek Wat is de invloed van sjoemelsoftware? Casestudy A13 Overschie

Nadere informatie

GezondVerkeer. Een minimale afstand tot de weg voor nieuwe gevoelige bestemmingen. Verkenning van de effecten op de luchtkwaliteit

GezondVerkeer. Een minimale afstand tot de weg voor nieuwe gevoelige bestemmingen. Verkenning van de effecten op de luchtkwaliteit Een minimale afstand tot de weg voor nieuwe gevoelige bestemmingen Verkenning van de effecten op de luchtkwaliteit Den Haag November 2007 Opgesteld door ir. Diederik Metz Een minimale afstand tot de weg

Nadere informatie

Luchtkwaliteit monitoring in Alblasserdam. Eerste kwartaal 2014

Luchtkwaliteit monitoring in Alblasserdam. Eerste kwartaal 2014 Luchtkwaliteit monitoring in Alblasserdam Eerste kwartaal 2014 Colofon Raad van Accreditatie De DCMR Milieudienst Rijnmond is door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerd voor de NEN-EN-ISO/IEC 17025

Nadere informatie

Kwartaalbericht luchtkwaliteit. 4e kwartaal 2012

Kwartaalbericht luchtkwaliteit. 4e kwartaal 2012 Kwartaalbericht luchtkwaliteit 4e kwartaal 2012 Raad van Accreditatie De DCMR Milieudienst Rijnmond is door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerd voor de NEN-EN-ISO/IEC 17025 norm voor een aantal verrichtingen

Nadere informatie

Onderwerp Informatie toezegging luchtkwaliteit Aanpak Ring Zuid. Steller Jeroen Engels. De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Onderwerp Informatie toezegging luchtkwaliteit Aanpak Ring Zuid. Steller Jeroen Engels. De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN >ote Bestuursdienst Onderwerp Informatie toezegging luchtkwaliteit Aanpak Ring Zuid Steller Jeroen Engels De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Bezoekadres Waagstraat 1 Postadres

Nadere informatie

Sensormetingen luchtkwaliteit in Schiedam (juli -december2017)

Sensormetingen luchtkwaliteit in Schiedam (juli -december2017) Sensormetingen luchtkwaliteit in Schiedam (juli -december2017) analyse Henri de Ruiter, Ernie Weijers Februari 2018 Sinds juli 2017 meten burgers met behulp van goedkope sensoren de luchtkwaliteit in Schiedam.

Nadere informatie

Inleiding De gemeenteraad van Alblasserdam heeft op 21 januari 2013 een motie aangenomen die luidt:

Inleiding De gemeenteraad van Alblasserdam heeft op 21 januari 2013 een motie aangenomen die luidt: Notitie Aan Ester Kardienaal (gemeente Alblasserdam) Kopie aan Datum Documentnummer Project Auteur 18 maart 2013 21539712 13-058 ir. J.W.T. Voerman en ir. P.B. van Breugel Onderwerp Fijnstofmetingen in

Nadere informatie

Luchtkwaliteit langs de N208 bij Hillegom

Luchtkwaliteit langs de N208 bij Hillegom CE CE Oplossingen voor Oplossingen milieu, economie voor milieu, en technologie economie en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 2611 HH Delft 2611 HH Delft tel: tel: 015 015 2 150 2 150 150 150 fax:

Nadere informatie

MEMO. Onderwerp/Subject: Analyse rapport RIVM Luchtkwaliteit 2012

MEMO. Onderwerp/Subject: Analyse rapport RIVM Luchtkwaliteit 2012 MEMO Aan/To: Van/From: Datum/Date: RAI Vereniging Chris van Dijk 18 september Onderwerp/Subject: Analyse rapport RIVM Luchtkwaliteit 2012 Ieder jaar publiceert het RIVM een jaaroverzicht van de meetresultaten

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in 2012

Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in 2012 TNO-rapport TNO 2013 R11473 Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in 2012 Gebouwde Omgeving Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht Postbus 80015 3508 TA Utrecht www.tno.nl

Nadere informatie

Aanleg parallelweg N248

Aanleg parallelweg N248 Aanleg parallelweg N248 Onderzoek luchtkwaliteit Definitief Provincie Noord-Holland Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 14 juli 2014 Verantwoording Titel : Aanleg parallelweg N248 Subtitel : Onderzoek luchtkwaliteit

Nadere informatie

NO, NO2 en NOx in de buitenlucht. Michiel Roemer

NO, NO2 en NOx in de buitenlucht. Michiel Roemer NO, NO2 en NOx in de buitenlucht Michiel Roemer Inhoudsopgave Wat zijn NO, NO2 en NOx? Waar komt het vandaan? Welke bronnen dragen bij? Wat zijn de concentraties in de buitenlucht? Maatregelen Wat is NO2?

Nadere informatie

Rijnmond, de slechtste lucht van Nederland?

Rijnmond, de slechtste lucht van Nederland? Rijnmond, de slechtste lucht van Nederland? Ontwikkelingen bij DCMR luchtkwaliteit meetnet; nu en in de toekomst. Peter van Breugel DCMR mei 30, 2013 2 Inhoud Introductie DCMR luchtkwaliteit meetnet De

Nadere informatie

HET BURGERMEETPROJECT; EEN UPDATE

HET BURGERMEETPROJECT; EEN UPDATE HET BURGERMEETPROJECT; EEN UPDATE DCMR wifi: DCMR gasten Wachtwoord: 1f1wRmCd Portal: gast gast 1 INHOUD Filmpje Kahoot enquête Resultaten bewonersenquête Update project & meetresultaten tot nu toe Verdere

Nadere informatie

Roetmemo Roetkaart december 2014

Roetmemo Roetkaart december 2014 Roetmemo Roetkaart december 2014 Colofon Uitgave Gemeente Utrecht, Ontwikkelorganisatie/ sector Milieu & Mobiliteit Afdeling Expertise Milieu Auteur Wiet Baggen Projectnaam Roetmemo - Roetkaart Datum 18

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in Zeist

Luchtkwaliteit in Zeist Luchtkwaliteit in Zeist Inleiding In een eerder artikel is gesproken over Samen het milieu in Zeist verbeteren en de vier pijlers onder het uitvoeringsplan, zie het artikel op deze website van 7 juni en

Nadere informatie

: A.C. de Jong, S.G.T. Koekoek, E. Landman (gemeente Soest) : Alex Bouthoorn (Royal HaskoningDHV) : Ramon Nieborg (Royal HaskoningDHV)

: A.C. de Jong, S.G.T. Koekoek, E. Landman (gemeente Soest) : Alex Bouthoorn (Royal HaskoningDHV) : Ramon Nieborg (Royal HaskoningDHV) HaskoningDHV Nederland B.V. Logo MEMO Aan Van Kopie Dossier Project Betreft Ons kenmerk Datum : 3 april 2015 Classificatie : Openbaar : A.C. de Jong, S.G.T. Koekoek, E. Landman (gemeente Soest) : Alex

Nadere informatie

1. Inleiding. Rapportage Luchtkwaliteit 2012, gemeente Doetinchem 4

1. Inleiding. Rapportage Luchtkwaliteit 2012, gemeente Doetinchem 4 Rapport Luchtkwaliteit 2012 Doetinchem Oktober 2013 INHOUD 1. Inleiding... 4 2. Algemeen... 5 2.1 Wet luchtkwaliteit... 5 2.2 Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit... 5 2.3 Bronnen van luchtverontreiniging...

Nadere informatie

Kwartaalbericht luchtkwaliteit. 2 e kwartaal 2013

Kwartaalbericht luchtkwaliteit. 2 e kwartaal 2013 Kwartaalbericht luchtkwaliteit 2 e kwartaal 2013 Raad van Accreditatie De DCMR Milieudienst Rijnmond is door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerd voor de NEN-EN-ISO/IEC 17025 norm voor een aantal verrichtingen

Nadere informatie

Notitie. : Stichting Ouderenhuisvesting Rotterdam : P.R. Beaujean Datum : 12 oktober 2007 : M. Zieltjens Onze referentie : 9S6248.01/N0003/902610/Nijm

Notitie. : Stichting Ouderenhuisvesting Rotterdam : P.R. Beaujean Datum : 12 oktober 2007 : M. Zieltjens Onze referentie : 9S6248.01/N0003/902610/Nijm Notitie Aan : Stichting Ouderenhuisvesting Rotterdam Van : P.R. Beaujean Datum : 12 oktober 2007 Kopie : M. Zieltjens Onze referentie : 9S6248.01/N0003/902610/Nijm Betreft : Luchtkwaliteitsonderzoek Tiendhove

Nadere informatie

Aanvullende informatie over luchtkwaliteit en metingen

Aanvullende informatie over luchtkwaliteit en metingen Aanvullende informatie over luchtkwaliteit en metingen Wat doen gemeenten en GGD Amsterdam op het gebied van luchtkwaliteit? De GGD Amsterdam informeert en adviseert de inwoners en het bestuur van Amsterdam

Nadere informatie

Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit 1

Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit 1 Provinciale weg N231 Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit Afdeling Openbare Werken/VROM drs. M.P. Woerden ir. H.M. van de Wiel Januari 2006 Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en

Nadere informatie

Indicator 10 Lucht. ) en fijnstof (PM 10

Indicator 10 Lucht. ) en fijnstof (PM 10 Indicator 1 Lucht Gezonde lucht is uiteraard van levensbelang voor mens en dier en plant. Dus is ook luchtkwaliteit van belang voor een duurzame samenleving. De Europese Unie heeft normen vastgesteld voor

Nadere informatie

MEMO DHV B.V. Logo. : De heer P.T. Westra : Ramon Nieborg, Alex Bouthoorn : Ceciel Overgoor

MEMO DHV B.V. Logo. : De heer P.T. Westra : Ramon Nieborg, Alex Bouthoorn : Ceciel Overgoor Logo MEMO Aan : De heer P.T. Westra Van : Ramon Nieborg, Alex Bouthoorn Kopie : Ceciel Overgoor Dossier : BA4962-100-100 Project : Milieuonderzoeken bedrijventerrein de Flier Nijkerk Betreft : Onderzoek

Nadere informatie

Notitie. Stadsontwikkeling Rotterdam

Notitie. Stadsontwikkeling Rotterdam Notitie Aan Stadsontwikkeling Rotterdam Kopie aan Datum Documentnummer Project Auteur 1 augustus 2017 22188119 MZ Rotterdam S.M. Davison J.W.T. Voerman M. Ameling J.H.H. van den Elshout Onderwerp Effect

Nadere informatie

Bepalen van de luchtkwaliteit

Bepalen van de luchtkwaliteit Bepalen van de luchtkwaliteit Luchtkwaliteit in het kort De kwaliteit van de lucht waarin we leven is van invloed op de volksgezondheid. Zo kan een slechte luchtkwaliteit leiden tot onder andere luchtwegklachten

Nadere informatie

Notitie Vergelijking Plateau- en Klagenfurtalternatief Rijksweg 74 ten aanzien van luchtkwaliteit

Notitie Vergelijking Plateau- en Klagenfurtalternatief Rijksweg 74 ten aanzien van luchtkwaliteit Notitie Vergelijking Plateau- en lagenfurt RWS Limburg juli 2007 1 1. Samenvatting en conclusies Rijkswaterstaat heeft in samenwerking met TNO de effecten in en rond Venlo van Rijksweg 74 op luchtkwaliteit

Nadere informatie

Samenvatting datarapporten Luchtkwaliteit (IJmond, Haarlemmermeer, Havengebied Amsterdam).

Samenvatting datarapporten Luchtkwaliteit (IJmond, Haarlemmermeer, Havengebied Amsterdam). kenmerk: 653847/687260 Memo Aan Kopie aan Datum Van Telefoon E-mail Onderwerp: College van GS 4 juni 2015 Samenvatting datarapporten Luchtkwaliteit (IJmond, Haarlemmermeer, Havengebied Amsterdam). In deze

Nadere informatie

Factsheet luchtkwaliteit over het jaar 2014

Factsheet luchtkwaliteit over het jaar 2014 Factsheet luchtkwaliteit over het jaar 2014 Achtergrondinformatie Fijnstof is een vorm van luchtverontreiniging die een negatief effect kan hebben op de gezondheid van de mens. Kortstondige blootstelling

Nadere informatie

Rapportage van de luchtkwaliteit gemeten in De Peel van 2008 tot en met 2015.

Rapportage van de luchtkwaliteit gemeten in De Peel van 2008 tot en met 2015. Provincie Noord-Brabant Rapportage van de luchtkwaliteit gemeten in De Peel van 2008 tot en met 2015. Rapport no. 4257342, 8 maart 2016 Projectverantwoordelijke: J. van Loon Provincie Noord-Brabant Cluster

Nadere informatie

de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG Datum 24 april 2012 Betreft Tweede monitoringsrapport NSL

de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG Datum 24 april 2012 Betreft Tweede monitoringsrapport NSL > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 21-23 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten. Joost Wesseling

Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten. Joost Wesseling Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten Joost Wesseling Inhoud: Doorsneden door de luchtkwaliteit Concentraties: de laatste decennia; EU normen; Nederland in de EU. Luchtkwaliteit en gezondheid.

Nadere informatie

NIBM-toets winkelcentrum Mereveldplein in De Meern

NIBM-toets winkelcentrum Mereveldplein in De Meern Notitie Contactpersoon Maaike Teunissen Datum 28 juni 2013 Kenmerk N001-1215927MTU-evp-V02-NL 1 Aanleiding onderzoek Tauw heeft een NIBM-onderzoek uitgevoerd in opdracht van Hoorne Vastgoed BV. Zij zijn

Nadere informatie

Onderzoek gezondheidsrisico s. stof rond Schiphol. Module 1 Resultaten meetcampagne. Subtitle. April 2018

Onderzoek gezondheidsrisico s. stof rond Schiphol. Module 1 Resultaten meetcampagne. Subtitle. April 2018 Onderzoek gezondheidsrisico s ultrafijn stof rond Schiphol Module 1 Resultaten meetcampagne taxiënde zhrhrwh45e vliegtuigen April 2018 Subtitle Campagne taxiënde vliegtuigen Doel: Onderzoek nut en noodzaak

Nadere informatie

Figuur 1: Meetpunt GGD (links) en rekenpunt (rechts) A10 West ter hoogte van de Witzanghlaan

Figuur 1: Meetpunt GGD (links) en rekenpunt (rechts) A10 West ter hoogte van de Witzanghlaan Notitie Dorstige Hartsteeg 5a 3512 NV Utrecht tel.: 030 2671870 e-mail: info@ewmilieu-advies.nl Aan: Milieudefensie t.a.v. Dhr. I. Stumpe Van: drs. E.M. Korevaar Datum: 29 september 2012 Betreft: Herberekening

Nadere informatie

- 1 - april mei juni juli augustus september maand

- 1 - april mei juni juli augustus september maand - 1 - ER Smog in zomer In dit bulletin wordt een overzicht gegeven van de smogsituatie in de periode april tot en met september voor de stoffen O 3, PM, SO 2, en NO 2. In de zomerperiode van zijn er 7

Nadere informatie

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Jaarrapportage 2014

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Jaarrapportage 2014 Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam Jaarrapportage 2014 Colofon Raad van Accreditatie De DCMR Milieudienst Rijnmond is door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerd voor de NEN-EN-ISO/IEC 17025 norm

Nadere informatie

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 21 april 2011 20110073-02 211x04850 J. van Rooij

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 21 april 2011 20110073-02 211x04850 J. van Rooij Notitie 20110073-02 Bouwplan Ringbaan West 15 te Weert Inventarisatie luchtkwaliteitsaspecten Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 21 april 2011 20110073-02 211x04850 J. van Rooij 1 Inleiding

Nadere informatie

24 uurgemiddelden, mag max. 35 maal per kalenderjaar overschreden worden

24 uurgemiddelden, mag max. 35 maal per kalenderjaar overschreden worden Logo MEMO Aan : Rob Kramer, DHV Van : Harrie van Lieshout, Alex Bouthoorn, DHV Dossier : BA6360-101-100 Project : N219A Nieuwerkerk a/d IJssel Betreft : Toets luchtkwaliteit Ons kenmerk : HL.BA6360.M02,

Nadere informatie

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma

Nadere informatie

1 INLEIDING 2 2 WETTELIJK KADER 3 3 LUCHTKWALITEIT LANGS DE RELEVANTE WEGEN IN HET PLANGEBIED 4 4 CONCLUSIES 8

1 INLEIDING 2 2 WETTELIJK KADER 3 3 LUCHTKWALITEIT LANGS DE RELEVANTE WEGEN IN HET PLANGEBIED 4 4 CONCLUSIES 8 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 2 2 WETTELIJK KADER 3 3 LUCHTKWALITEIT LANGS DE RELEVANTE WEGEN IN HET PLANGEBIED 4 3.1 Verkeersgegevens 4 3.2 Verkeersgeneratie van het plan 4 3.3 Verdeling verkeersgeneratie

Nadere informatie

Bijlage 4 - Onderzoek luchtkwaliteit

Bijlage 4 - Onderzoek luchtkwaliteit Bijlage 4 - Onderzoek luchtkwaliteit 1 Aanleiding In verband met het in procedure brengen van het bestemmingsplan Buitengebied, dient in het kader van de Wet milieubeheer, hoofdstuk 5, te worden gekeken

Nadere informatie

EFFECT VAN DE AUTOLOZE ZONDAG OP DE CONCENTRATIES STIKSTOFOXIDEN 2007, 2008 EN 2009

EFFECT VAN DE AUTOLOZE ZONDAG OP DE CONCENTRATIES STIKSTOFOXIDEN 2007, 2008 EN 2009 GGD/LO 9-1136 EFFECT VAN DE AUTOLOZE ZONDAG OP DE CONCENTRATIES STIKSTOFOXIDEN 27, 28 EN 29 Amsterdam, oktober 29 Auteur: H.J.P. Helmink GGD Amsterdam LO afdeling Luchtkwaliteit Postbus 22 1 CE AMSTERDAM

Nadere informatie

Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Rapportage 2011. Samenvatting Amsterdam

Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Rapportage 2011. Samenvatting Amsterdam Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Rapportage 2011 Samenvatting Amsterdam 2 3 Stand van zaken luchtkwaliteit 2011 Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) In 2015 moet Nederland

Nadere informatie

A28 Hoevelaken - Holkerveen

A28 Hoevelaken - Holkerveen Geluid en luchtkwaliteit A28 Hoevelaken - Holkerveen Twee problemen: Geluidhinder Grotere geluidsbelasting ineens sinds de komst van het Vathorst scherm en vrees voor een grotere geluidsbelasting bij Corlaer

Nadere informatie

Verontreiniging door wegverkeer. Peter Hofschreuder

Verontreiniging door wegverkeer. Peter Hofschreuder Verontreiniging door wegverkeer Peter Hofschreuder Hebben we problemen,en met de luchtkwaliteit in Nederland? Verkorting van de levensduur door blootstelling aan fijn stof Verandering van de bekorting

Nadere informatie

Fijn stof in IJmond. TNO-rapport 2007-A-R0955/B. Laan van Westenenk 501 Postbus 342 7300 AH Apeldoorn. www.tno.nl T 055 549 34 93 F 055 549 98 37

Fijn stof in IJmond. TNO-rapport 2007-A-R0955/B. Laan van Westenenk 501 Postbus 342 7300 AH Apeldoorn. www.tno.nl T 055 549 34 93 F 055 549 98 37 Laan van Westenenk 1 Postbus 342 73 AH Apeldoorn TNO-rapport 27-A-R/B Fijn stof in IJmond www.tno.nl T 49 34 93 F 49 98 37 Datum september 27 Auteur(s) Menno Keuken Sander Jonkers Projectnummer 34.7434

Nadere informatie

Luchtkwaliteit Nieuwegein in 2015

Luchtkwaliteit Nieuwegein in 2015 Luchtkwaliteit Nieuwegein in 2015 Luchtkwaliteit Nieuwegein in 2015 dbvision 2/38 Samenvatting Dit rapport doet verslag van de luchtkwaliteit van 2015 binnen de gemeente Nieuwegein. De concentraties zijn

Nadere informatie

Kwartaalbericht luchtkwaliteit. 1e kwartaal 2012

Kwartaalbericht luchtkwaliteit. 1e kwartaal 2012 Kwartaalbericht luchtkwaliteit 1e kwartaal 2012 Raad van Accreditatie De DCMR Milieudienst Rijnmond is door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerd voor de NEN-EN-ISO/IEC 17025 norm voor een aantal verrichtingen

Nadere informatie

Vuurwerk tijdens de jaarwisseling van 2012/2013

Vuurwerk tijdens de jaarwisseling van 2012/2013 Vuurwerk tijdens de jaarwisseling van 2012/2013 Samenvatting De luchtverontreiniging door vuurwerk is op 1 januari 2013 beperkt gebleven. Alleen in het eerste uur na de jaarwisseling zijn hoge concentraties

Nadere informatie

Harmonisatie onderzoek 130 km/uur. effecten op luchtkwaliteit

Harmonisatie onderzoek 130 km/uur. effecten op luchtkwaliteit Harmonisatie onderzoek 130 km/uur effecten op luchtkwaliteit 1 oktober 2014 Verantwoording Titel Harmonisatie onderzoek 130 km/uur Opdrachtgever RWS Projectleider Berend Hoekstra Auteur(s) Berend Hoekstra

Nadere informatie

Luchtkwaliteitonderzoek Lelystad bestemmingsplan De Velden

Luchtkwaliteitonderzoek Lelystad bestemmingsplan De Velden Notitie Contactpersoon Maaike Teunissen Datum 13 oktober 2008 Kenmerk N011-4522917MTU-evp-V01-NL Luchtkwaliteitonderzoek Lelystad bestemmingsplan De Velden 1 Achtergrond en opzet onderzoek In opdracht

Nadere informatie

Project uitgevoerd door:

Project uitgevoerd door: Luchtkwaliteit op postcode, kan dat? Marga Jacobs, voorzitter Leefmilieu Project uitgevoerd door: Wetenschapswinkel Biologie van de Universiteit van Utrecht Opdrachtgever: vereniging Leefmilieu Projectmedewerkster:

Nadere informatie

Rapportage Luchtmetingen in het Havengebied Amsterdam 2014

Rapportage Luchtmetingen in het Havengebied Amsterdam 2014 Rapportage Luchtmetingen in het Havengebied Amsterdam 2014 In opdracht van: Havenbedrijf Amsterdam N.V. M. Hooijboer afdeling Ruimte en Milieu postbus 19406 1000 GK Amsterdam Amsterdam, juni 2015 Auteur:

Nadere informatie

Kwartaalbericht luchtkwaliteit. 3e kwartaal 2012

Kwartaalbericht luchtkwaliteit. 3e kwartaal 2012 Kwartaalbericht luchtkwaliteit 3e kwartaal 2012 Raad van Accreditatie De DCMR Milieudienst Rijnmond is door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerd voor de NEN-EN-ISO/IEC 17025 norm voor een aantal verrichtingen

Nadere informatie

RWS luchtonderzoek, traject A12 Duiven - Duitse grens 130 km/uur

RWS luchtonderzoek, traject A12 Duiven - Duitse grens 130 km/uur RWS luchtonderzoek, traject A12 Duiven - Duitse grens 130 km/uur 8 februari 2016 RWS luchtonderzoek, traject A12 Duiven - Duitse grens 130 km/uur Effecten op luchtkwaliteit A12 Traject Duiven - Duitse

Nadere informatie

Monitoring luchtkwaliteit bij 'Hart op Zuid' in Nulmeting in 2016

Monitoring luchtkwaliteit bij 'Hart op Zuid' in Nulmeting in 2016 Monitoring luchtkwaliteit bij 'Hart op Zuid' in 2016 Nulmeting in 2016 Monitoring luchtkwaliteit bij 'Hart op Zuid' in 2016 Nulmeting in 2016 Kwaliteitstoets Paraaf Autorisatie Paraaf Naam J. Voerman Naam

Nadere informatie

Onderzoek Luchtkwaliteit

Onderzoek Luchtkwaliteit Onderzoek Luchtkwaliteit Deze bijlage bevat het luchtkwaliteitsonderzoek en is de verantwoording voor de toelichting (paragraaf 5.10). In de eerste paragraaf van deze bijlage zijn het geldende beleid en

Nadere informatie

NOTITIE 1 INLEIDING 2 WETTELIJK KADER. Luchtkwaliteitsonderzoek. Rotonde N212 - N463 Woerden WD69-1 WD69-1/ R.

NOTITIE 1 INLEIDING 2 WETTELIJK KADER. Luchtkwaliteitsonderzoek. Rotonde N212 - N463 Woerden WD69-1 WD69-1/ R. NOTITIE Onderwerp Luchtkwaliteitsonderzoek Project Rotonde N212 - N463 Woerden Opdrachtgever Provincie Utrecht Projectcode WD69-1 Status Concept 01 Datum 27 maart 2017 Referentie WD69-1/17-004.444 Auteur(s)

Nadere informatie

L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit

L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit 73 Bijlage L Indicatieve bepaling effect alternatieven N 377 op luchtkwaliteit Inleiding De provincie Overijssel is voornemens de N 377 Lichtmis Slagharen (verder

Nadere informatie

Rapport luchtkwaliteit 2007. Gemeente Oegstgeest

Rapport luchtkwaliteit 2007. Gemeente Oegstgeest Rapport luchtkwaliteit 2007 Gemeente Oegstgeest Gemeente: Oegstgeest Datum: juni 2009 2 Samenvatting Dit rapport betreft de rapportage over de luchtkwaliteit van de gemeente Oegstgeest in de provincie

Nadere informatie

Luchtkwaliteit t.g.v. wegverkeer. parkeren Spoorzone

Luchtkwaliteit t.g.v. wegverkeer. parkeren Spoorzone Luchtkwaliteit t.g.v. wegverkeer parkeren Spoorzone te Winterswijk Versie 2 december 2008 opdrachtnummer 08-159lucht datum 2 december 2008 opdrachtgever Gemeente Winterswijk Postbus 101 7100 AC Winterswijk

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

Fijnstof Beverwijk-west

Fijnstof Beverwijk-west GGD/LO 07-1106 Fijnstof Beverwijk-west Amsterdam, 19 juli 2007 Auteur: H.J.P. Helmink In opdracht van: Provincie Noord Holland Sector Milieu Postbus 3007 2001 DA HAARLEM Auteur : H..J.P. Helmink (PV) 19-07-2007

Nadere informatie

Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in 2011

Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in 2011 TNO-rapport TNO-060-UT-12-01634 Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in 11 Gebouwde Omgeving Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht Postbus 80015 3508 TA Utrecht www.tno.nl

Nadere informatie

Auteur. Opdrachtgever Gemeente Zaanstad Postbus GA Zaandam. W. van der Zweep. projectnr revisie oktober 2008

Auteur. Opdrachtgever Gemeente Zaanstad Postbus GA Zaandam. W. van der Zweep. projectnr revisie oktober 2008 Luchtkwaliteitonderzoek Doortrekking A8-A9 Zaanstad Verkennend onderzoek naar de eventuele belemmering van bestemmingsplan Overhoeken op de doortrekking van de A8 projectnr. 172124 revisie 00 30 oktober

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

Luchtkwaliteit en windmolens

Luchtkwaliteit en windmolens Luchtkwaliteit en windmolens Verspreidingsberekeningen van de emissies van de AVR Duiven Aart Schakel Inhoud Overzicht onderzoeken Emissies van de AVR Effecten en modellering van windmolens Resultaten

Nadere informatie

Effectiviteit van verkeersmaatregelen op de concentratie van roet in de gemeente Tilburg - een casestudie.

Effectiviteit van verkeersmaatregelen op de concentratie van roet in de gemeente Tilburg - een casestudie. TNO-rapport TNO 2014 R11648 Effectiviteit van verkeersmaatregelen op de concentratie van roet in de gemeente Tilburg - een casestudie. Earth, Life and Social Sciences Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht Postbus

Nadere informatie

Windroosanalyse naar de invloed van het industriegebied Moerdijk op de luchtkwaliteit in Moerdijk in 2012

Windroosanalyse naar de invloed van het industriegebied Moerdijk op de luchtkwaliteit in Moerdijk in 2012 TNO-rapport TNO 2013 R11472 Windroosanalyse naar de invloed van het industriegebied Moerdijk op de luchtkwaliteit in Moerdijk in 2012 Earth, Environmental and Life Sciences Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht

Nadere informatie

Samenvatting NO2 PM10 Benzeen Analyse historische meetdata

Samenvatting NO2 PM10 Benzeen Analyse historische meetdata Samenvatting De DCMR Milieudienst Rijnmond is door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerd voor de NEN-EN-ISO/IEC 172 norm voor een aantal verrichtingen met betrekking tot luchtkwaliteitmetingen Dit betekent

Nadere informatie

Meetnet luchtkwaliteit Rijnmond: Wat heb je er aan en wat kost het?

Meetnet luchtkwaliteit Rijnmond: Wat heb je er aan en wat kost het? Meetnet luchtkwaliteit Rijnmond: Wat heb je er aan en wat kost het? 4 maart 2009 Peter van Breugel 2 Inhoud Waarom een meetnet in R'dam Hoe is het opgezet Wat wordt er gemeten en wat zijn de ervaringen

Nadere informatie

Actualisatie Toets luchtkwaliteit bestemmingsplan Spijkvoorder Enk

Actualisatie Toets luchtkwaliteit bestemmingsplan Spijkvoorder Enk Gemeente Deventer Actualisatie Toets luchtkwaliteit bestemmingsplan Spijkvoorder Enk Datum 31 augustus 2009 DVT352/Cps/1543 Kenmerk Eerste versie 1 Inleiding De gemeente Deventer is bezig met de planvorming

Nadere informatie

Rood omcirkeld toekomstige locatie van BSO, groene stippellijn geeft globaal complete plangebied.

Rood omcirkeld toekomstige locatie van BSO, groene stippellijn geeft globaal complete plangebied. sa p SCHOONDERBEEK EN PARTNERS A D V I E S B V MILIEU, GELUID, BOUWADVIES, BRANDVEILIGHEID, RUIMTELIJKE ORDENING, BELEIDSADVIES Datum : 4 mei 2010 Onze ref. : 10025A.B20100504 Gemeente Utrechtse Heuvelrug

Nadere informatie

RWS luchtonderzoek, traject A2 Holendrecht - Vinkeveen 130 km/uur dynamisch

RWS luchtonderzoek, traject A2 Holendrecht - Vinkeveen 130 km/uur dynamisch RWS luchtonderzoek, traject A2 Holendrecht - Vinkeveen 130 km/uur dynamisch 30 november 2015 Verantwoording Titel RWS luchtonderzoek, traject A2 Holendrecht - Vinkeveen 130 km/uur dynamisch Opdrachtgever

Nadere informatie

Modellen luchtkwaliteit en Monitoring NSL. Ruben Beijk Joost Wesseling

Modellen luchtkwaliteit en Monitoring NSL. Ruben Beijk Joost Wesseling Modellen luchtkwaliteit en Monitoring NSL Ruben Beijk Joost Wesseling 1 Modellen luchtkwaliteit / Monitoring NSL 22 maart 2011 Inhoud 1. Modellen 2. Test/Validatie 3. Monitoring van het NSL 4. Kwaliteit

Nadere informatie

Toekomstbestendig luchtkwaliteitsbeleid

Toekomstbestendig luchtkwaliteitsbeleid Toekomstbestendig luchtkwaliteitsbeleid Presentatie schakeldag 11 juni 2013 Luchtkwaliteitsbeleid Nederland en Europa Beleidsdoel: gezondheidsschade door luchtverontreiniging zoveel mogelijk beperken.

Nadere informatie

Luchtkwaliteitonderzoek Intratuin Bredeweg, gemeente Zuidplas

Luchtkwaliteitonderzoek Intratuin Bredeweg, gemeente Zuidplas Notitie ww Contactpersoon mw. G. (Gitta) Spruit Datum 5 augustus 2010 Kenmerk N001-4734654SPU-pda-V02-NL Luchtkwaliteitonderzoek Intratuin Bredeweg, gemeente Zuidplas 1.1 Inleiding De directie van Intratuin

Nadere informatie

Bijdrage van schepen en dieseltreinen aan lokale concentraties roet en ultrafijn stof

Bijdrage van schepen en dieseltreinen aan lokale concentraties roet en ultrafijn stof Bijdrage van schepen en dieseltreinen aan lokale concentraties roet en ultrafijn stof Manon Vaal - GGD Gelderland-Midden Lex Groenewold- GGD Gelre-IJssel Simone Lops- GGD Regio Nijmegen Anoek Besselink-

Nadere informatie

Datarapport Luchtkwaliteit Haarlemmermeer meetresultaten 2015

Datarapport Luchtkwaliteit Haarlemmermeer meetresultaten 2015 Datarapport Luchtkwaliteit Haarlemmermeer meetresultaten 2015 In opdracht van: Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied M.M.M. van der Meij Adviseur Milieu Postbus 209, 1500 EE Zaandam Amsterdam, Auteur: D.

Nadere informatie

Ervaren hinder omwonenden Rotterdam The Hague Airport

Ervaren hinder omwonenden Rotterdam The Hague Airport Ervaren hinder omwonenden Rotterdam The Hague Airport Gezondheidsmonitor Aanleiding De GGD Rotterdam-Rijnmond heeft in februari 2017 een advies opgesteld over gezondheidseffecten van vliegverkeer van de

Nadere informatie

Luchtkwaliteit Nieuwegein in 2014

Luchtkwaliteit Nieuwegein in 2014 Luchtkwaliteit Nieuwegein in 2014 Luchtkwaliteit Nieuwegein 2014 dbvision 2/37 Samenvatting Dit rapport doet verslag van de luchtkwaliteit van 2014 binnen de gemeente Nieuwegein. De concentraties zijn

Nadere informatie

Gemeente Den Haag. Effecten uitbreiding milieuzone Den Haag

Gemeente Den Haag. Effecten uitbreiding milieuzone Den Haag Gemeente Den Haag Effecten milieuzone Den Haag Gemeente Den Haag Effecten milieuzone Den Haag - Datum 3 juni 2014 GVH210/Stm/ Kenmerk Eerste versie www.goudappel.nl goudappel@goudappel.nl Documentatiepagina

Nadere informatie

Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit - april 2010 t/m maart 2011

Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit - april 2010 t/m maart 2011 TNO-rapport TNO-060-UT-12-00111 Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit - april 10 t/m maart 11 Gebouwde Omgeving Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht Postbus 80015

Nadere informatie

Bijdrage van schepen en dieseltreinen aan lokale concentraties roet en ultrafijn stof

Bijdrage van schepen en dieseltreinen aan lokale concentraties roet en ultrafijn stof Bijdrage van schepen en dieseltreinen aan lokale concentraties roet en ultrafijn stof Manon Vaal - GGD Gelderland-Midden Lex Groenewold- GGD Gelre-IJssel Simone Lops- GGD Regio Nijmegen Anoek Besselink-

Nadere informatie

Onderzoek luchtkwaliteit aanpassingen kruisingen Laan van Malkenschoten

Onderzoek luchtkwaliteit aanpassingen kruisingen Laan van Malkenschoten Onderzoek luchtkwaliteit aanpassingen kruisingen Laan van Malkenschoten Gemeente Apeldoorn Postbus 9033 7300 ES Apeldoorn Contactpersoon: De heer J. Vermeij Apeldoorn, 18 april 2011 Uitvoerder: H. IJssel

Nadere informatie

Onderzoek luchtkwaliteit bestemmingsplan De Maten winkelcentrum Eglantier

Onderzoek luchtkwaliteit bestemmingsplan De Maten winkelcentrum Eglantier Onderzoek luchtkwaliteit bestemmingsplan De Maten winkelcentrum Eglantier Gemeente Postbus 9033 7300 ES Contactpersoon: Dhr. G. den Besten Tel: 055 5802416 Uitvoerder: H. Veldman Inhoudsopgave 1 Inleiding...1

Nadere informatie