INTEGRATIE VAN WERKVORM BEGELEID WERKEN IN OPLEIDINGSVORM 1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "INTEGRATIE VAN WERKVORM BEGELEID WERKEN IN OPLEIDINGSVORM 1"

Transcriptie

1 ACADEMIEJAAR INTEGRATIE VAN WERKVORM BEGELEID WERKEN IN OPLEIDINGSVORM 1 KANSEN EN DREMPELS Scriptie ingediend door Berit Stevens voor het behalen van het bachelordiploma in het sociaal werk

2

3 Integratie van Begeleid Werken in Opleidingsvorm 1 Kansen en drempels Berit Stevens ABSTRACT We werken om ons brood te verdienen is een veelvoorkomende uitspraak. Een inkomen verwerven is een manifeste functie van arbeid. In de context van onze huidige maatschappij is het recht op arbeid niet langer het eindstation. Meer en meer treedt het begrip doorstroom op de voorgrond. Maar wat met een doelgroep die niet in aanmerking komt voor een betaalde job? Zij hebben ook recht op arbeid. Arbeid is immers meer dan het verwerven van een inkomen. Arbeid geeft structuur aan het leven, is een belangrijke bron van sociale contacten en zorgt voor een maatschappelijke positie in de samenleving. Via dit bachelorproject onderzoek ik op welke manier de werkvorm begeleid werken in Opleidingsvorm 1-scholen geïntegreerd wordt. Welk coöperatief voordeel hebben Opleidingsvorm 1-scholen om begeleid werken op te nemen in hun onderwijsaanbod? Welke kansen biedt de werkvorm begeleid werken voor scholen van Opleidingsvorm 1? Hoe kunnen scholen deze kansen optimaal benutten en versterken? Wat loopt minder, wat zijn drempels bij de organisatie van begeleid werken in het onderwijsaanbod? Hoe kunnen we deze drempels verkleinen/wegwerken? Dit zijn vragen waarop ik een antwoord zal proberen te bieden in dit bachelorproject. Deze antwoorden zal ik formuleren vanuit literatuurstudie, diepte-interviews en surveys. Op basis van de analyse van mijn resultaten worden tenslotte een aantal aanbevelingen omschreven. Kernwoorden: Populatie, Opleidingsvorm 1, begeleid werken, integratie, kansen, drempels. ACADEMIEJAAR Scriptie ingediend voor het behalen van het bachelordiploma sociaal werk

4 i Woord vooraf Graag zou ik van dit voorwoord gebruik willen maken om enkele mensen te bedanken. In de eerste plaats denk ik daarbij aan mijn ouders, familie en vrienden. Ook wil ik graag mijn werkgever, de school Kasterlinden, bedanken. In het bijzonder voor hun kritische blik en hun steun tijdens dit drukke schooljaar. Daarnaast wil ik graag mijn praktijklector Jan Van Passel en mijn methodologische ondersteuner Wim Van Opstal bedanken voor de aangereikte handvaten en de feedback die ik kreeg om dit bachelorproject tot stand te brengen. Ik wil natuurlijk ook alle scholen bedanken die aan dit onderzoek hebben meegewerkt. In het bijzonder Buso Sint Fransicus te Roosdaal en Buso Sint Janshof te Mechelen. Ook bedank ik graag Francine Wastaels, coördinator van het Platform Begeleid Werken. In het bijzonder voor de ondersteuning die zij mij geboden heeft in het ontrafelen van de wetgeving met betrekking tot begeleid werken. Veel leesplezier gewenst! Berit Stevens

5 I Inhoudsopgave Woord vooraf... i Lijst van afkortingen... III Inleiding Referentiekader Europees niveau Europees werkgelegenheidsbeleid Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap Beleidsdomein Werk en Sociale Economie Het Vlaams werkgelegenheidsbeleid Arbeidszorg Definities Basisprincipes van arbeidszorg Geschiedenis van arbeidszorg Cijfers in Vlaanderen Arbeidszorg versus beleid Beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Arbeidszorg binnen de gehandicaptensector Begeleid Werken Definities begeleid werken Basisprincipes van begeleid werken Geschiedenis van begeleid werken Doelgroep Organisatie van begeleid werken Beleidsdomein Onderwijs M-decreet Opleidingsvorm Situering in het buitengewoon onderwijs Doelgroep Stages en sociaal maatschappelijke training Toekomst van leerlingen van OV Aanbod Besluit Methodologie...21

6 II 2.1 Aanpak en data verzameling Surveys Diepte-interviews Beperkingen van het onderzoek Beperkingen van het afnemen van surveys Beperkingen van het afnemen van diepte-interviews Resultaten Aantal scholen en leerlingen in OV Intramuraal versus extramuraal Profiel van de leerlingen SMT, begeleid werken, stage: what s in a name? Organisatie van SMT binnen de scholen Samenwerkingen Kansen die SMT biedt voor scholen en leerlingen Drempels voor scholen Cases Conclusies en aanbevelingen Kansen Drempels Aanbevelingen Algemeen besluit...35 Bibliografie...36 Bijlage 1: overzicht OV-1 scholen... A Bijlage 2: Survey voor de scholen... C Bijlage 3: Vragenlijst diepte-interviews... G

7 III Lijst van afkortingen ACW: Algemeen Christelijk Werknemersverbond BPT: Bijzonder Pedagogische Taken CLB: Centra voor leerlingenbegeleiding GGZ: Geestelijke Gezondheidszorg GTB: Gespecialiseerde trajectbepalings- en begeleidingsdienst LDE: Lokale Diensten Economie MAGDA: Maatschappelijk Gewaardeerde Dagbesteding M-decreet: decreet betreffende maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften NEC: Normaal Economisch Circuit OV-1: Opleidingsvorm 1 RTH: Rechtstreeks Toegankelijke Hulp RTAZ: Ronde Tafel Arbeidszorg SMT: Sociaal Maatschappelijke Training SST: Samenwerkingsverband Sociale Tewerkstelling VAPH: Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap VDAB: Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding VTE: Voltijds Dagequivalenten W2: Werk en Welzijnstrajecten

8 1 Inleiding Toen ik dit schooljaar begon in mijn functie als zorgcoördinator had ik reeds gehoord van de begrippen Sociaal Maatschappelijke Training en Begeleid Werken maar wist niet juist wat het inhield. Aangezien wij met onze school net gestart zijn met een Opleidingsvorm (OV) - 1 richting, is het uitwerken van een stage-aanbod dit schooljaar een hoofdprioriteit geworden. Eerst en vooral ging ik mijn licht schijnen in het werkveld, ik nam contact op met allerlei diensten Begeleid Werken en had verschillende interviews. Naarmate de tijd vorderde en ik mij meer en meer ging verdiepen in de werkvorm, wakkerde mijn interesse aan om eens te gaan kijken hoe men in andere scholen te werk gaat. Ik besloot daarom mijn bachelorproject hieraan te linken. Allereerst wou ik mij richten op de begeleiding, de methodieken die scholen hanteren. Uit vooronderzoek bleek echter dat dit nog in zijn kinderschoenen staat en dat ik mij beter kon richten op de organisatie van deze werkvorm. Zo kwam ik op de volgende onderzoeksvragen: Welk coöperatief voordeel hebben OV-1 scholen om begeleid werken op te nemen in hun onderwijsaanbod? Welke kansen biedt de werkvorm begeleid werken voor scholen van OV-1? Hoe kunnen scholen deze kansen optimaal benutten en versterken? Wat loopt minder, wat zijn drempels bij de organisatie van begeleid werken in het onderwijsaanbod? Hoe kunnen we deze drempels verkleinen/wegwerken? Aangezien uit vooronderzoek bleek dat scholen verschillende benamingen gebruiken en verschillende invullingen geven aan deze benamingen, was het voor mij eerst nodig om duidelijk af te bakenen wat ik wou onderzoeken en dit duidelijk te communiceren naar scholen. Ik wou gaan kijken naar de organisatie van de werkvorm begeleid werken binnen OV-1 scholen, met andere woorden leerlingen die in het reguliere arbeidscircuit deeltaken op maat krijgen en deze uitvoeren onder begeleiding zonder verloning. Uit vooronderzoek bleek snel dat scholen deze werkvorm ook intramuraal aanbieden. Ik heb ervoor gekozen om dit ook op te nemen in mijn onderzoek (ook al ben ik bewust van het feit dat het niet strookt met de strikte definitie van begeleid werken). Ik heb in dit onderzoek geen rekening gehouden met sociaal maatschappelijke training (SMT) in een dagcentrum. Deze afbakening heb ik zo veel mogelijk persoonlijk en/of telefonisch toegelicht. Als dit niet mogelijk was, heb ik via dit duidelijk omkaderd. Na het bestuderen van verschillende bronnen heb ik ervoor gekozen om mij eerst te gaan verdiepen in de werkvorm begeleid werken. Ik ben op zoek gegaan naar verantwoordelijken in het werkveld die mij te woord wilden staan. Ik heb een aantal interviews gehad met de verantwoordelijken van de Steunpunten Begeleid Werken in Leuven en Lennik. Deze informatie heb ik verwerkt in mijn literatuurstudie. Vervolgens heb ik drie scholen bezocht in Vlaams-Brabant waardoor ik een beter zicht kreeg op de invulling van de werkvorm begeleid werken in scholen. Aan de hand van deze bezoeken heb ik een enquête opgesteld die ik via survey monkey (online software programma) naar alle scholen in Vlaanderen heb gestuurd. Om weinige respons te voorkomen, heb ik telefonisch contact opgenomen met alle scholen in Vlaanderen. Verder heb ik interviews afgenomen met alle scholen in Vlaams Brabant. Na het verwerken van deze informatie, heb ik bepaalde conclusies getrokken. Deze conclusies heb ik vervolgens verwerkt tot concrete aanbevelingen. Deze aanbevelingen kunnen de beleidsmakers ondersteunen bij het wegwerken van de bestaande drempels.

9 2 In het eerste hoofdstuk wordt het referentiekader toegelicht. Aangezien mijn onderzoeksvragen zich situeren op verschillende beleidsdomeinen, heb ik elk beleidsdomein op macro-meso en microniveau besproken. De praktische uitwerking van mijn onderzoek richt zich op het beleidsdomein Onderwijs. Tevens heb ik oog gehad voor de ontwikkelingen die op komst zijn en deze opgenomen in mijn referentiekader. In het tweede hoofdstuk wordt er dieper ingegaan op de gehanteerde methodologie. Ik verklaar nader waarom ik voor een bepaalde aanpak heb gekozen en welke beperkingen ik ondervonden heb bij het uitwerken van dit onderzoek. In het derde hoofdstuk heb ik de resultaten van mijn onderzoek gesynthetiseerd. In het vierde hoofdstuk worden de conclusies op een rijtje gezet en heb ik vanuit deze conclusies een aantal aanbevelingen geformuleerd. Tot slot zijn de bronnen die ik gebruikt heb terug te vinden in de bibliografie.

10 3 1 Referentiekader De onderzoeksvraag van dit bachelorproject situeert zich op verschillende beleidsdomeinen. Ik begin met de Europese richtlijnen die betrekking hebben op het onderwerp van mijn bachelorproject. Verder ga ik dieper in op de verschillende beleidsdomeinen waarin mijn bachelorproject zich situeert. Ik schets deze beleidsdomeinen op macro-, meso-en microniveau. 1.1 Europees niveau Europees werkgelegenheidsbeleid Het Europese werkgelegenheidsbeleid kadert in het concept Europa De strategie van Europa 2020 moet de Europese economie helpen de crisis te boven te komen. Om dit te bereiken heeft de Europese Unie een aantal doelstellingen bepaald die ze willen bereiken in 2020: a) Werk: werkzaamheidsgraad moet stijgen naar 75%, met andere woorden 75% van de bevolking tussen 20 en 64 jaar moet aan de slag zijn in 2020; b) Innovatie: 3% van het Bruto Binnenlands Product moet geïnvesteerd worden in Onderzoek en Ontwikkeling; c) Onderwijs: percentage schoolverlaters moet lager zijn dan 10% en 40% van jarigen moet een diploma hoger onderwijs hebben; d) Klimaat en energie: 20% minder energieverbruik, 20% energie uit hernieuwbare energiebronnen, 20% minder uitstoot van broeikasgassen; e) Armoede: het aantal mensen voor wie sociale uitsluiting of armoede dreigt, moet dalen met 20 miljoen. Hoewel slechts één doelstelling expliciet naar werk verwijst, hebben de andere doelstellingen ook een invloed op de werkzaamheidsgraad. Ieder land van de Europese Unie moet zijn eigen Nationaal Hervormingsprogramma opstellen met acties om deze Europese doelstellingen te behalen. Beïnvloed door het niveau van ieders startpositie, hebben de lidstaten de algemene doelstelling van 75% werkzaamheid aangepast in soms meer scherpe maar vaak ook meer bescheiden cijfers. Zo mikt België lager, met 73,2% werkende 20 tot 64-jarigen in Vlaanderen legt de lat hoger (gezien hun betere startpositie) op 76 % werkende 20 tot 64-jarigen (Europa 2020, 2013). Om deze doelstellingen te behalen, werkt de Europese Commissie met een jaarlijkse cyclus van economische beleidscoördinatie: het Europees semester. De Europese Commissie maakt elk jaar een analyse van de economische en structurele hervormingen in de EU landen en doet aanbevelingen voor de komende 12 tot 18 maanden.

11 Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap Hoewel personen met een handicap ongeveer 15% van de wereldbevolking uitmaken, stoten ze tot op de dag van vandaag nog steeds op hindernissen die hun actieve en daadwerkelijke participatie aan zowel het politieke, economische, sociale en culturele leven in de weg staan. Om hier een einde aan te maken, keurde de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 13 december 2006 unaniem het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap goed. Dit verdrag vertrekt vanuit twee basisprincipes. Enerzijds definieert men een handicap als een resultaat van een wisselwerking tussen de persoon met een beperking en de obstakels waarmee een niet-inclusieve samenleving hem/haar confronteert. Anderzijds luidt dit verdrag een mentaliteitswijziging in rond het begrip handicap. Een mens met een handicap is niet langer iemand zonder stem of mening die afhankelijk is van hulp en liefdadigheid maar is een persoon met rechten, net als alle burgers (het burgerschapsmodel). België ondertekende dit verdrag op 30 maart 2007 en ratificeerde het op 2 juli Het verdrag trad op 1 augustus 2009 in werking (Liga voor Mensenrechten, 2014). Verder in dit bachelorproject zal duidelijk worden welke invloed dit verdrag heeft op de verschillende beleidsdomeinen. 1.2 Beleidsdomein Werk en Sociale Economie Het Vlaams werkgelegenheidsbeleid Zoals reeds vermeld moet elk land zijn eigen Nationaal Hervormingsprogramma opstellen met acties om de Europese doelstellingen 2020 te behalen. Vlaanderen stelde een eigen Vlaams Hervormingsprogramma 2014 op, afgesloten tussen de Vlaamse regering en de sociale partners. Daarin stellen ze zichtzelf tot doel om tegen 2020 een werkzaamheidgraad van 76% te behalen. Momenteel bedraagt deze 71,6%. Vlaanderen heeft dus nog een weg te gaan. Een belangrijke manier om de werkzaamheidgraad te verhogen is een grotere arbeidsdeelname van kansengroepen. Zij bevatten immers een belangrijk potentieel op de arbeidsmarkt. In het hervormingsprogramma vind je cijfers van kansengroepen en maatregelen om deze cijfers omhoog te trekken. Men stelt een jaarlijkse stijging van de werkzaamheidsgraad van kansengroepen met één procentpunt voorop. Ook bevat het de doelstelling dat een diversiteitsbeleid in 2020 een essentieel onderdeel is van het personeelsbeleid in elke Vlaamse onderneming en organisatie (Europa 2020, 2013). Naar aanleiding van deze tendensen op de arbeidsmarkt, was een hervorming in de sociale economie een must. Er wordt meer en meer ingezet op een goed loopbaanbeleid van kansengroepen. De Vlaamse Beleidsnota Sociale Economie formuleert een aantal maatregelen die als doel hebben meer en meer kansengroepen aan het werk te krijgen (Van den Bossche, 2013).

12 5 Deze beleidsnota voorziet ook de hervorming van de Sociale Economie in 2 grote pijlers: a) Het collectief maatwerkdecreet (goedgekeurd op 17 mei 2013) b) Lokale diensteneconomie (goedgekeurd op 12 juli 2013) a) Het collectief maatwerkdecreet De eerste doelstelling van dit decreet is om personen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt werk te bieden met ondersteuning op maat. Het onderscheid tussen beschutte werkplaatsen en sociale werkplaatsen vervalt en er wordt een opdeling gemaakt tussen maatwerkbedrijven (de huidige sociale en beschutte werkplaatsen) en maatwerkafdelingen (de huidige invoegbedrijven). Maatwerkbedrijven leggen zich volledig toe op de inschakeling van personen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Maatwerkafdelingen daarentegen nemen deze personen wel in dienst maar behouden een andere activiteit als hoofdbezigheid. De afstand tot de arbeidsmarkt bepaalt op welke loonpremie en omkadering iemand recht heeft. Het bepalen van de afstand en dus het werkondersteuningspakket (WOP) gebeurt door de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) en haar partners. Een belangrijke doelstelling in dit maatwerkdecreet is ook het stimuleren van de doorstroom naar het Normaal Economisch Circuit (NEC). Dit wel men bereiken via doorstroomstages en competentie-beleid. Het maatwerkdecreet kadert in het beleid om de toegankelijkheid van de sociale economie voor kansengroepen te vergroten. De brug tussen de Sociale Economie en het NEC zal mede dankzij dit decreet verkleinen. b) Lokale diensteneconomie (LDE) LDE koppelt de tewerkstelling van kansengroepen aan de invulling van lokale sociale noden. Men doet dit door middel van een aanvullend dienstenaanbod vanuit de overheid dat inspeelt op de maatschappelijke noden en trends waarbij tegelijk kansen worden gecreëerd voor doelgroepmedewerkers. Het programma is lokaal verankerd en de lokale besturen krijgen een belangrijke rol toebedeeld in het realiseren van de lokale diensteneconomie-initiatieven. Dit decreet beoogt een tweeledige functie namelijk: een actief en competentieversterkend traject aanbieden aan mensen voor wie de stap uit de werkloosheid om verschillende redenen niet evident is en het voorzien in een aanvullend dienstenaanbod georganiseerd vanuit de overheid. Dit heeft als doel in te spelen op de lokale noden waarbij de maatschappelijke meerwaarde centraal komt te staan. Men zal zich tevens focussen op de doorstroom naar het NEC. Men tracht dit te doen door in de begeleiding meer en meer in te spelen op het versterken van de competenties van doelgroepmedewerkers. Het doel is om kansengroepen binnen de vijf à zes jaar klaar te stomen voor een job in het reguliere circuit (Van den Bossche, 2013). Momenteel zijn de uitvoeringsbesluiten door de Vlaamse regering goedgekeurd en zou de uitvoering voorzien worden op 1 juli 2014.

13 Arbeidszorg Meer en meer mensen aan het werk zetten is een doelstelling van Vlaanderen die hierboven werd gesitueerd. In dit bachelorproject zal er gefocust worden op een doelgroep die niet of weinig in staat is om aan betaalde arbeid te doen. Deze doelgroep valt onder de vorm van onbetaalde tewerkstelling die kadert binnen het concept van arbeidszorg Definities Er bestaan een heleboel definities van arbeidszorg. Hieronder worden de voornaamsten opgelijst en formuleer ik mijn eigen definitie van het begrip arbeidszorg. Het departement Werk en Sociale Economie (2013) hanteert op hun website de volgende definitie: De begeleide onbezoldigde tewerkstelling op maat voor personen die niet meer of nog niet in het betaalde economische of beschermde tewerkstellingscircuit terecht kunnen. Arbeidszorgmedewerkers zijn personen die omwille van persoonsgebonden redenen niet of niet meer kunnen werken onder een arbeidscontract in het reguliere of beschermd arbeidscircuit en die binnen het arbeidszorginitiatief arbeidsmatige activiteiten uitvoeren die reële kansen bieden tot sociale interactie en participatie in de samenleving. Arbeidszorg Limburg (2013) formuleert volgende definitie: Arbeidszorg biedt arbeid op maat aan personen die niet, nog niet of niet meer terecht kunnen in het reguliere of beschermde tewerkstellingscircuit. Arbeidszorg bevindt zich op het continuüm tussen zorg en arbeid, waarbij de nadruk kan overhellen naar één van beiden naargelang de vraag en de mogelijkheden van de arbeidszorgmedewerker. Arbeidszorg realiseert voor ieder mens het recht op arbeid en biedt hem/haar de kans te genieten van de latente functies van arbeid zonder de nadelen of de risico s die verbonden zijn aan een arbeidsovereenkomst. Het verhoogt zo het algemeen welzijn en de maatschappelijke integratie van de arbeidszorgmedewerker. Het Antwerps Netwerk Arbeidszorg (2013) omschrijft arbeidszorg als volgt: Arbeidszorg is een bijzondere combinatie van (activerings-) tewerkstelling en multidisciplinaire hulpverlening, die zich richt op de meest kwetsbare doelgroepen in onze samenleving. De kerndoelstelling van arbeidszorg wordt al vele jaren omschreven als het aanbieden van arbeidsmatige activiteiten aan personen, die omwille van persoons en/of maatschappij-gebonden redenen, niet (meer) of nog niet kunnen werken in het reguliere of beschermde arbeidscircuit. Ronde Tafel Arbeidszorg (2013) gebruikt volgende definitie: Arbeidszorg is een vorm van onbezoldigde arbeid en richt zich tot personen die omwille van persoonsgebonden en/of maatschappijgebonden redenen op het moment van hun instap, niet kunnen werken onder een arbeidscontract. Deze mensen zijn in staat om arbeid te verrichten, maar kunnen niet voldoen aan de voorwaarden gesteld door de arbeidsmarkt. Arbeidszorg is er dan ook als arbeidsmarktinstrument, voor die groep mensen die ook in de sociale economie geen plaats vinden. In arbeidszorg worden arbeidsmatige activiteiten aangeboden in een productieve of dienstverlenende werkomgeving. Op die manier worden de latente functies van arbeid in het bereik van de

14 7 arbeidszorgmedewerkers gebracht, wat vaak het verschil tussen uitsluiting en inclusie betekent. Doordat arbeidszorg zich op een continuüm tussen zorg en arbeid bevindt, kan de nadruk overhellen naar één van beiden, naargelang de vraag en de mogelijkheden van de arbeidszorgmedewerker. De activiteiten, de omgeving waarin ze plaatsvinden en de begeleiding moeten voor iedere medewerker op maat gekozen worden. GTB (2013) hanteert een engere definitie: Personen die niet, nog niet of niet meer terecht kunnen in een betaalde job, maar die wel de behoefte voelen om te werken, kunnen terecht in arbeidszorg. Aan arbeidszorg is geen arbeidsovereenkomst verbonden en er staat geen verloning tegenover. De definitie van het Samenwerkingsverband Sociale Tewerkstelling (SST, 2013) is: Arbeidszorg richt zich tot personen die omwille van persoons- en/of maatschappij gebonden redenen niet (meer) kunnen tewerkgesteld worden in het reguliere of beschermde arbeidscircuit, door het aanbieden van een continuüm van arbeidsmatige activiteiten binnen een productieve en/of dienstverlenende werkomgeving, wil arbeidszorg het recht op arbeid en de latente voordelen van arbeid waarborgen. Als deze definities onder de loep genomen worden, kan vastgesteld worden dat er een aantal begrippen steeds terugkomen: arbeidsmatige activiteiten, onbezoldigde arbeid, niet/niet meer/of niet ingeschakeld in reguliere arbeidscircuit, begeleiding op maat, continuüm arbeid en zorg. Deze begrippen kunnen samengevat worden als volgt : Arbeidszorg is een vorm van onbezoldigde arbeid. Het biedt arbeidsmatige activiteiten aan voor personen die omwille van bepaalde redenen niet, niet meer of nog niet ingeschakeld kunnen worden in het reguliere arbeidscircuit. Het is belangrijk dat ze een aanbod en begeleiding op maat krijgen, waarbij rekening gehouden wordt met het evenwicht tussen arbeid en zorg Basisprincipes van arbeidszorg Organisaties die arbeidszorg aanbieden, moeten aan een aantal basisprincipes voldoen (RTAZ, 2013). a. Arbeid en zorg op maat Arbeid op maat houdt in dat de plaats die een arbeidszorgmedewerker heeft in het productie- en dienstverleningsproces, is afgestemd op zijn capaciteiten, zijn beperkingen en zijn ontwikkelingsmogelijkheden. De maatzorg brengt met zich mee dat de medewerker beroep kan doen op ondersteuning op vlak van huisvesting, gezondheid, relaties met de omgeving, inkomen en dergelijke. Zorg op maat houdt rekening met de hele leefwereld van de betrokkene. Om deze zorg op maat te kunnen aanbieden, is het belangrijk samen te werken met andere organisaties in de samenleving wiens dienstverlening aansluit bij de noden van de arbeidszorgmedewerker.

15 8 b. Vrijwillig maar niet vrijblijvend Ondanks het feit dat arbeidszorg een vorm van vrijwillige arbeid is, is het toch niet geheel vrijblijvend. Er zal steeds een arbeidszorgovereenkomst worden afgesloten tussen de betrokken partijen. In deze overeenkomst worden de wederzijdse plichten en rechten van enerzijds de arbeidszorgmedewerker en anderzijds het arbeidszorginitiatief duidelijk geschetst. c. Trajectmatig werken Er wordt een persoonlijk begeleidingsplan opgesteld waar er maximale aandacht wordt besteed aan de groeikansen en de competenties die de arbeidszorgmedewerker bezit. d. Niet-categoriaal werken Arbeidszorg moet openstaan voor een verscheiden doelgroep. Er mag geen onderscheid gemaakt worden tussen personen op basis van hun inkomensstatuut, afkomst, problematiek, geloof, e. Inclusief werken Arbeidszorg is bedoeld om bij te dragen tot de latente functies van arbeid en het bevorderen van de maatschappelijke (re-) integratie. Arbeid structureert immers tijd, zorgt voor sociale contacten, draagt bij tot zelfontplooiing, stimuleert persoonlijke autonomie. Het doel is om deze mensen te betrekken tot de maatschappij en hen meer kansen te bieden tot participatie (RTAZ, 2013) Geschiedenis van arbeidszorg Het concept van arbeidszorg bestond reeds jaren voordat de term arbeidszorg is ontstaan. De huidige doelgroep van arbeidszorg werd vroeger vooral opgevangen in huiselijke kringen, bij de plaatselijke kruidenier, bakker,... Ook paters en nonnen zorgden destijds voor deze doelgroep en bood ze een nuttige bezigheid (meehelpen in de keuken, tuin,...). Het begrip arbeidszorg is eerder een recent gegeven en vloeit origineel voort uit de sociale economie. De eerste keer dat het begrip opdook was in 1989, in het kader van de uitsluiting op de arbeidsmarkt. De maatschappij leefde met de vraag hoe men kon voorkomen dat mensen onderaan de arbeidsmarkt uitgesloten werden. In 1994 werd via het experiment sociale werkplaatsen een oplossing geboden voor deze mensen. Al snel bleek dat ook met dit experiment mensen uit de boot vielen. Er moest een oplossing gevonden worden en daardoor trad het begrip arbeidszorg weer op de voorgrond. Een eerste sterke impuls werd gegeven in Het decreet inzake sociale werkplaatsen werd gewijzigd en arbeidszorg werd als functie ondergebracht in sociale werkplaatsen. Sociale werkplaatsen die minstens een erkenning hebben voor 10 voltijdse arbeidsplaatsen kunnen een beroep doen op een omkaderingspremie voor de begeleiding van arbeidszorgmedewerkers. In april 2002 konden de sociale werkplaatsen een eerste maal indienen op deze nieuwe regelgeving. Op 20 juli 2006 besliste de Vlaamse Regering in het kader van het Vlaamse Meerbanenplan een uitbreiding van het aantal arbeidsplaatsen in arbeidszorg te realiseren binnen de sociale economie. De beschutte werkplaatsen kregen ook de mogelijkheid arbeidszorg aan te bieden en uren op te nemen (SST, 2013). Hoewel de term arbeidszorg voortvloeit uit de Sociale Economie, bestond het concept reeds langere tijd in de gehandicaptensector, de geestelijke gezondheidssector en de

16 9 welzijnssector. In 1999 maakte het experiment arbeidszorg zijn intrede binnen de gehandicaptensector. Het concept arbeidszorg was reeds aanwezig in de sector maar met het project werd er een kader gecreëerd met de nodige financiering voor al deze initiatieven. Uiteindelijk werd dit experiment arbeidszorg omgezet in een nieuwe functie begeleid werken, dat tot de dag van vandaag gekend is in de sector. Arbeidszorg wordt sinds toen gefinancierd door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) Cijfers in Vlaanderen De meeste recente cijfers waarover we beschikken dateren van Toen waren er in Vlaanderen 5607 mensen tewerkgesteld in het statuut van arbeidszorg. De meesten hiervan, ongeveer 2462 personen zijn tewerkgesteld binnen de geestelijke gezondheidszorg. Daarnaast werken er 1969 (zo n 35%) in de Sociale Economie. Arbeidszorginitiatieven binnen het VAPH stellen 740 personen te werk. Binnen het algemeen welzijnswerk zijn er nog een klein aantal arbeidszorgmedewerkers actief. Het gaat hier om 436 personen (Figuur 1, Ronde Tafel Arbeidszorg, 2011). Figuur 1: De spreiding van de sectoren in arbeidszorg. Bron: Ronde Tafel Arbeidszorg, Arbeidszorg versus beleid Zoals reeds aangegeven bestaat arbeidszorg in diverse sectoren: in de geestelijke gezondheidszorg, de gehandicaptensector, het algemeen welzijnswerk en de sociale economie. Binnen elk van deze sectoren kreeg arbeidszorg een eigen invulling, aangepast aan de noden van de betreffende doelgroep. Ondanks deze accentverschillen hebben zij een gemeenschappelijke doelstelling, namelijk het realiseren van het recht op arbeid. Aangezien arbeidszorg over verschillende sectoren heen is georganiseerd, zijn er meerdere ministers bevoegd. Enerzijds is er het beleidsdomein welzijn, volksgezondheid en gezin waarvoor Vlaams minister Jo Vandeurzen (CD&V) bevoegd is. Anderzijds is er ook het beleidsdomein energie, wonen, steden en sociale economie waarvoor Vlaams minister Freya Van den Bossche bevoegd is. Ook de Vlaamse minister van financiën, begroting, werk, ruimtelijke ordening en sport, Philippe Muyters (NV-A) werkt rond arbeidszorg.

17 10 Hierdoor is de wetgeving rond arbeidszorg eerder beperkt en gefragmenteerd. In sectoren zoals de gehandicaptensector en de sociale economie bestaat er een duidelijke decretale regelgeving, in de geestelijke gezondheidssector en de welzijnssector is er geen structurele ondersteuning aanwezig en wordt arbeidszorg gefinancierd vanuit eigen werkingsmiddelen, subsidies van lokale en provinciale overheden,. De meest voorkomende knelpunten waarmee het werkveld te kampen heeft zijn: Onvoldoende transparantie in het aanbod van arbeidszorginitiatieven; Veel verschillen in begeleiding naargelang organisatie en sector; Geen gericht aanbod voor de groep niet-toeleidbaren (degenen die ook in de toekomst niet in aanmerking komen voor betaalde arbeid); Onvoldoende zicht op doelgroep en noden. Deze knelpunten zijn vooral de oorzaak van een gebrek aan een duidelijk en geïntegreerd beleidskader (ACW, 2013). Tot op heden proberen de ministers samen een geïntegreerd beleidskader te ontwikkelen. Dit is zichtbaar in hun beleidsnota s voor de legislatuur van en in de conceptnota W-kwadraat. Deze conceptnota heeft als uitgangspunt dat mensen ondanks hun beperkingen ook competenties hebben. Het is van belang om deze competenties te ontwikkelen zodat de participatie aan de maatschappij en de arbeidsmarkt verhoogd kan worden. Personen die binnen de doelgroep van arbeidszorg vallen, wil men op deze manier ondersteuning op maat aanbieden om ze zo optimaal mogelijk te laten deelnemen aan de samenleving en indien mogelijk de arbeidsmarkt. Centraal in dit decreet staat de samenwerking tussen werk- en welzijnspartners. De conceptnota vertrekt vanuit een participatieladder (Figuur 2). Via deze particpatieladder krijgt men een beter zicht op de evoluties van de desbetreffende persoon. De ladder bestaat uit zes tredes. De eerste vier treden behandelen personen zonder arbeidsovereenkomst. De vijfde trede is voor personen die tewerkgesteld zijn in het reguliere arbeidscircuit mits ondersteuning. De laatste trede is voor personen die tewerkgesteld zijn in het reguliere arbeidscircuit maar zonder ondersteuning. Figuur 2: Participatieladder. Bron: W2 conceptnota, Treden één en twee worden uitgewerkt door het departement Welzijn en treden vijf en zes door het departement Werk. Treden drie en vier worden in samenwerking uitgewerkt.

18 11 De doelgroep, jongeren uit OV-1, bevinden zich op treden één, twee of drie. In dit bachelorproject focus ik mij voornamelijk op de doelgroep die zich op trede drie bevindt. Het is een doelgroep die een aantal uren per week buitenshuis onder begeleiding arbeidsmatige activiteiten stelt. De W-kwadraat nota bevat drie trajecten: Het activeringstraject: begeleidt personen die zich op trede vier bevinden; Traject maatschappelijke oriëntatie: doelgroep wordt begeleid naar treden één, twee of drie. Afhankelijk van welke participatie voor hen het meest optimaal is; Traject arbeidsmatige activiteiten: doelgroep die voldoende draagkracht heeft om op hun eigen tempo een aantal uren per week arbeidsmatige activiteiten te doen. De werkvorm begeleid werken kan zich in de toekomst situeren in de trajecten maatschappelijke oriëntatie en arbeidsmatige activiteiten. Momenteel is trede drie arbeidsmatige activiteiten onder begeleiding met welzijns- en zorgbegeleiding nog niet opgenomen in het decreet. Er is wel een amendement verstuurd naar de Raad van State met een voorstel van wijziging. Als de Raad van State dit goedkeurt, zal trede drie opgenomen worden in het decreet. Waar de werkvorm begeleid werken zich bevindt en of ze deel zal uitmaken van het W- kwadraat decreet is momenteel nog niet duidelijk. Kritische bedenkingen bij dit decreet: Positief is de samenwerking tussen de verschillende levensdomeinen: Werk, Sociale Economie en Welzijn. Wel mis ik in dit decreet het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare wegen. Dit beleidsdomein werd niet betrokken, hoewel mobiliteit voor personen met een handicap vaak een struikelblok is. In dit decreet wordt de term ladder gebruikt. Een ladder geeft vaak de indruk dat je naar boven moet. Door over een ladder te spreken, ontstaat het gevaar dat mensen onder druk gezet worden om naar boven te moeten klimmen. Elke trede van de ladder is immers evenwaardig en we moeten het belang van alle treden erkennen. Ik zou misschien eerder gesproken hebben van een participatiewiel. In het huidig decreet is er momenteel nog geen budget voorzien binnen het departement Welzijn.

19 Beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin In dit beleidsdomein richt ik mij voornamelijk op de gehandicaptensector. Ook hier staat de inclusiegedachte voorop. Het burgerschapsmodel is een inclusief, sociaal model dat gehanteerd wordt in deze sector. Personen met een handicap zijn niet in de eerste plaats hulp- en zorgbehoevend, maar zijn volwaardige burgers, van wie de persoonlijke autonomie, rechten en capaciteiten gerespecteerd moeten worden. Ze nemen zo autonoom mogelijk deel aan de samenleving. Het begrip inclusie betekent letterlijk insluiting. Het is niet de persoon met een handicap die zich moet aanpassen aan de bestaande samenleving, maar het is de samenleving die zich in al zijn gelederen openstelt voor personen met een handicap (Vandeurzen, 2009). In dit deel beschrijf ik hoe arbeidszorg zich situeert binnen de gehandicaptensector en ga ik dieper in op de werkvorm begeleid werken Arbeidszorg binnen de gehandicaptensector De bevoegdheid over bijstand bij werk en beroepsopleiding is sinds 2006 van het VAPH naar de VDAB overgeheveld. Doch organiseert men in deze sector arbeidsmatige activiteiten. Omwille van de specifieke regelgeving omtrent arbeidszorg verkiest men vanuit het VAPH in de gehandicaptensector te spreken over arbeidsmatige dagbesteding (ook al wordt de term arbeidszorg nog regelmatig gebruikt in de sector). Arbeidsmatige dagbesteding bestaat in deze sector onder drie vormen, die toegankelijk zijn voor personen met een gepaste erkenning van het VAPH. a) Atelierwerking Atelierwerking wordt georganiseerd vanuit dagcentra, Tehuizen Niet-Werkenden en voorzieningen voor Beschermd wonen. Atelierwerking kan gaan van ambachtelijke creaties, knutselen, tuinbouw tot semi-industrieel atelierwerk. b) Enclave-werking Dit wordt omschreven als werkeilanden. Hier gaat het om dienstverlening in groep bij een externe opdrachtgever. Men treedt buiten de muren van de dagwerking en vindt op die manier meer aansluiting in de samenleving. c) Begeleid werken Individueel werken in een reguliere setting onder begeleiding van een jobcoach. Aangezien mijn bachelorproject zich richt op deze vorm van arbeidszorg, zal ik hier dieper op ingaan.

20 Begeleid Werken Definities begeleid werken Het platform Begeleid Werken (netwerk van sociale organisaties die begeleid werken organiseren, hetzij zelf of in samenwerkingsverband met andere partners) hanteert deze definitie: het op een individuele en trajectmatige manier begeleiden van volwassen personen met een handicap naar een onbezoldigde arbeidsmatige activiteit op de gewone arbeidsmarkt. Bij het VAPH vinden we deze definitie: Begeleid werken is bedoeld voor personen die niet het niveau van een betaalde job halen, maar die wel meer aankunnen dan de gewone atelieractiviteiten in een dagcentrum Basisprincipes van begeleid werken a) Vraaggestuurd proces Begeleid werken kadert binnen de evolutie van een aanbod gestuurd naar een vraag gestuurd zorgmodel. Men vertrekt vanuit de verwachtingen en interesses van de cliënt en gaat samen op zoek naar een aanbod dat zo goed mogelijk overeenkomt met enerzijds zijn verwachtingen/interesses en anderzijds zijn mogelijkheden. Begrippen zoals keuzevrijheid, zelfbeschikkingsrecht, autonomie en participatie worden steeds belangrijker. b) Empowerment Empowerment verwijst naar het vertrouwen en respect in de mogelijkheden van de cliënt zonder de realiteit uit het oog te verliezen. De cliënt wordt van bij het begin steeds betrokken bij het proces. De cliënt kan zelf aangeven wat zijn mogelijkheden en beperkingen zijn, wat zijn wensen en interesses zijn en welke ondersteuning hij nodig heeft (eventueel mits ondersteuning van zijn omgeving). c) Inclusie Inclusie betekent dat iedereen volwaardig kan deelnemen aan de samenleving. Begeleid werken streeft naar een integratie van personen met een handicap in het gewone economische circuit met ondersteuning waar nodig. d) Kwaliteit van het leven Begeleid werken bevordert levenskwaliteit. Het leveren van arbeid wordt maatschappelijk gewaardeerd, geeft zin aan het leven, biedt de nodige structuur en zorgt voor sociale contacten (MAGDA Leuven, 2013).

21 Geschiedenis van begeleid werken In 1999 werden er een aantal initiatieven begeleid werken door het toenmalig Vlaams Fonds als experiment erkend onder de naam projecten inzake experimentele arbeidszorg. Het ging om arbeidsmatige gerichte prestaties die door de persoon met een handicap buiten het dagcentrum in een onderneming van de profit- of non-profitsector vrijwillig en op vraag van de cliënt werden geleverd. In het kader van dit experiment werd de begeleiding door de jobcoaches voor een beperkt aantal kandidaten gefinancierd (voor een totaal bedrag van 30 miljoen Belgische franken). Voorzieningen konden toen plaatsen dagcentra omzetten in plaatsen ambulante begeleiding begeleid werken. Dit project heeft drie jaar geduurd. Na drie jaar heeft men in Vlaanderen de krachten gebundeld. Er is een platform Begeleid Werken opgericht waarbij er samenwerkingsverbanden ontstonden tussen verschillende voorzieningen in Leuven en Halle. Naar aanleiding van het samenwerkingsakkoord ging elke instelling enkele personeelsleden afstaan om mee te werken aan het samenwerkingsproject. Dit project wordt MAGDA (Maatschappelijk Gewaardeerde Dagbesteding) genoemd. Deze personeelsleden worden nog steeds betaald door hun moederorganisaties maar hebben de vrijheid om binnen MAGDA te werken. Begeleid werken werd na drie jaar beschouwd als een specifieke zorgvorm van het VAPH. Sedert 1 januari 2003 geldt dat per 3 plaatsen begeleid werk, 1 voltijdse dagequivalenten (VTE) gesubsidieerd wordt, die geacht wordt jaarlijks 400 begeleidingen op zich te nemen (Platform Begeleid Werken, 2013). Momenteel biedt elke voorziening (dagcentrum, Tehuis Niet-Werkenden) de werkvorm Begeleid Werken aan en bestaan er ook ambulante diensten. Deze ambulante diensten zijn steeds verbonden aan een voorziening. De werkvorm begeleid werken heeft zijn oorsprong in de gehandicaptensector maar sedert 2008 vinden we deze werkvorm ook meer en meer terug in andere sectoren die arbeidszorg organiseren (Geestelijke Gezondheidszorg, Sociale Economie en Algemeen Welzijnswerk) Doelgroep Begeleid werken binnen de gehandicaptensector richtte zich aanvankelijk enkel tot volwassen personen met een verstandelijke, motorische of meervoudige handicap, die een erkenning hebben van het VAPH. Het is een groep die binnen het VAPH in aanmerking komt voor een erkenning dagcentrum of tehuis niet-werkenden. Momenteel is deze doelgroep uitgebreid en komen ook personen met een psychische problematiek en/of meervoudige problematiek in aanmerking. Zij hebben geen erkenning nodig van het VAPH.

22 15 Meer specifiek: Personen met een erkenning dagcentrum of tehuis Niet Werkenden vanuit het VAPH; Personen met een arbeidshandicap die via GTB worden doorverwezen; Via Rechtstreeks Toegankelijke Hulp (RTH): in dit geval heb je geen erkenning nodig van het VAPH. Diensten en voorzieningen kunnen deze begeleiding aanbieden. RTH is in het leven geroepen om de wachtlijsten te beperken en spoedige ondersteuning te bieden (Platform Begeleid Werken, 2013). Cijfers omtrent aantal en profielen zijn niet beschikbaar. Het Platform Begeleid Werken heeft 6 jaar geleden een enquête afgenomen maar deze cijfers zijn niet meer up-to-date. Ik verkies deze dan ook niet op te nemen in dit bachelorproject. Algemene cijfers met betrekking tot arbeidszorg in de gehandicaptensector zijn reeds hierboven beschreven. Momenteel is het Platform Begeleid Werken cijfermateriaal aan het verzamelen maar dit is nog niet gepubliceerd Organisatie van begeleid werken Platform Begeleid Werken: Het Platform is een netwerk van sociale organisaties die de werkvorm begeleid werken organiseert. Deze bestaat uit een vertegenwoordiging van jobcoachen uit de regionale steunpunten. Dit Platform komt vier keer per jaar samen voor overleg en koppelt informatie vanuit het Platform terug naar de verschillende diensten Begeleid Werken. Dit Platform brengt overkoepelende vragen, behoeften, visies, knowhow en middelen samen. Steunpunten Begeleid Werken: Elke regio heeft zijn eigen steunpunt. Elk steunpunt bestaat uit verschillende organisaties die begeleid werken aanbieden. De concrete organisatie van dit steunpunt wordt bepaald per regio. Ikzelf neem deel aan het Steunpunt Brussel- Halle-Vilvoorde en heb reeds deelgenomen aan twee vergaderingen. Concrete casussen worden onder andere besproken alsook de beleidsveranderingen (zoals bijvoorbeeld RTH) die invloed hebben op hun werking (Platform Begeleid Werken, 2013).

23 Beleidsdomein Onderwijs In dit deel bespreek ik allereerst het M-decreet (Maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften). Daarnaast bespreek ik de organisatie van het buitengewoon onderwijs en situeer ik mijn doelgroep, namelijk OV M-decreet In het onderwijs zijn er vandaag de dag ook een reeks veranderingen die zijn doorgevoerd en/of nog geconcretiseerd moeten worden. Het leerzorgdecreet dat op tafel lag in 2008 werd in 2011 tijdelijk afgevoerd wegens te weinig draagvlak onder onderwijsverstrekkers, vakbonden en actoren in het onderwijsveld en wegens te weinig budgettaire ruimte. In afwachting van een toekomstgericht conceptueel kader voor zorg en ondersteuning, is er op 13 februari 2014 het M-decreet goedgekeurd door de Commissie Onderwijs van het Vlaams parlement. Dit om te voldoen aan de noden en tegemoet te komen aan de engagementen die Vlaanderen opnam met de ratificatie van het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Momenteel zijn er veel te veel kinderen die doorstromen naar het buitengewoon onderwijs zonder dat ze de juiste ondersteuning in het gewone onderwijs hebben gekregen. Dit decreet is nog maar de eerste stap naar een algemeen zorgkader. In de volgende legislatuur zullen er verdere maatregelen genomen worden. Het M-decreet heeft als doel het gewone onderwijs meer inclusief te maken. Kinderen die nu te makkelijk terecht komen in het buitengewoon onderwijs, zullen de nodige kansen krijgen in het gewone onderwijs. Met dit decreet gaat men veel explicieter uit van wat het kind met een beperking nodig heeft aan aanpassingen en veel minder van het medisch label dat op zijn of haar beperking wordt gekleefd. Enkele veranderingen voor het buitengewoon onderwijs: In het buitengewoon basisonderwijs worden de types één en acht samengevoegd tot één type basisaanbod ; Actualisering van de definities van de andere onderwijstypes (twee, drie, vier, vijf, zes en zeven). De nieuwe definitie van type zeven laat ook toe dat kinderen met een spraak- en/of taalstoornis toegang blijven hebben tot dit typespecifiek aanbod; Invoering van type negen: leerlingen met autisme die geen verstandelijke beperkingen hebben; Aanpassingen in de toelatingsvoorwaarden tot het buitengewoon onderwijs (Onderwijs Vlaanderen, 2014). Verder zijn er nog verscheidene aanpassingen die ik niet zal opnemen in dit bachelorproject aangezien deze niet relevant zijn voor mijn onderwerp. Voor OV-1, de doelgroep waarop ik mij in dit bachelorproject concentreer, zal er alleen een inhoudelijke wijziging zijn. De einddoelstelling waar naartoe gewerkt kan worden, kan ook arbeidsdeelname in een omgeving waar ondersteuning voorzien wordt zijn. Dit is reeds in een aantal scholen de realiteit en wordt dus nu ook met dit decreet officieel gemaakt.

24 Opleidingsvorm Situering in het buitengewoon onderwijs In dit bachelorproject wordt gefocust op jongeren die les volgen in het buitengewoon secundair onderwijs, OV-1. Als kinderen en jongeren zich niet optimaal kunnen ontplooien in het gewone onderwijs, dan kunnen ze terecht in het buitengewoon onderwijs. Het buitengewoon onderwijs bestaat net zoals het gewone onderwijs uit kleuter-, lager en secundair onderwijs. Het buitengewoon kleuteronderwijs laat kleuters van 2,5 tot 6 jaar toe. Kinderen tussen 6 en 13 jaar (uitzonderlijk 14 jaar) kunnen terecht in het buitengewoon lager onderwijs. Zowel buitengewoon kleuter- als lager onderwijs zijn opgedeeld in types: Type één: voor kinderen met een licht verstandelijke beperking (komt niet voor in het kleuteronderwijs); Type twee: voor kinderen met een matig tot ernstig verstandelijke beperking; Type drie: voor kinderen met gedragsstoornissen, ernstige emotionele en/of gedragsproblemen; Type vier: voor kinderen met een motorische beperking; Type vijf: voor kinderen die opgenomen zijn in een ziekenhuis of in een preventorium; Type zes: voor kinderen met een visuele beperking; Type zeven: voor kinderen met een auditieve beperking; Type acht: voor kinderen met ernstige leerstoornissen (komt niet voor in het kleuteronderwijs). Types één en acht worden in het huidig M-decreet vervangen door type basisaanbod. Om de twee jaar wordt er geëvalueerd of het kind terug kan doorstromen naar het gewoon onderwijs. In het buitengewoon secundair onderwijs kunnen jongeren van 13 tot 21 jaar terecht. De leeftijdsgrens kan verhoogd worden tot maximum 25 jaar. In het buitengewoon secundair onderwijs bestaan dezelfde types als in het buitengewoon kleuter- en lager onderwijs, behalve type acht. Het grote verschil is dat we in het secundair onderwijs niet alleen praten over types maar vooral over opleidingsvormen. De verschillende opleidingsvormen hebben telkens andere doelstellingen in functie van de toekomst van de jongere. OV-1: Het doel in deze opleidingsvorm is de jongere een sociale vorming te geven zodat hij of zij in een beschermde leefomgeving kan wonen. Tevens is er met dit nieuw decreet een uitbreiding van de definitie gekomen, namelijk de mogelijkheid tot arbeidsdeelname in een omgeving waar ondersteuning wordt geboden. o OV-1 bestaat binnen types twee, drie, vier, zes en zeven. OV-2: In deze opleidingsvorming traint de jongere in algemene en sociale vorming en in arbeidsvaardigheden. De bedoeling is dat hij of zij in een beschermde leef- en werkomgeving kan wonen en werken. o OV-2 bestaat binnen types twee, drie, vier, zes en zeven.

25 18 OV-3: Deze opleidingsvorm geeft de jongere een algemene, sociale en beroepsvorming. De bedoeling is dat de jongere zich later integreert in een gewone leef- en arbeidsomgeving. o Deze opleidingsvorm bestaat binnen types één, drie, vier, zes en zeven. OV-4: Deze opleidingsvorm omvat algemeen, technisch, kunst- en beroepsonderwijs (doorstromingsafdeling of kwalificatie-afdeling). Hier gelden dezelfde doelstellingen als in het gewoon secundair onderwijs. o Deze opleidingsvorm bestaat niet voor jongeren met een verstandelijke beperking (Onderwijs Vlaanderen, 2014) Doelgroep Om meer zicht te krijgen op de wetgeving met betrekking tot OV-1 heb ik vooral Edulex geraadpleegd. Edulex is een databank die de wetgeving bevat betreffende het Vlaamse onderwijs en de omzendbrieven gebaseerd op deze wetgeving. De types die we terugvinden in OV-1 zijn types twee, drie, vier, zes en zeven. De activiteiten in deze opleidingsvorm beogen vooral het ontwikkelen van de zelfredzaamheid, de communicatiemogelijkheden, de senso-motoriek en de sociale vorming van de leerlingen in de contexten wonen, werken en vrije tijd. Voor iedere leerling van OV-1 wordt een onderwijsaanbod bepaald door de klassenraad in samenspraak met het CLB en zo mogelijk in samenspraak met de ouders en de leerling en dit minstens tot het einde van de leerplicht. Iedere leerling die dan de school verlaat, heeft recht op een attest buitengewoon secundair onderwijs tot sociale aanpassing, ondertekend door de directie. Wat OV-1 kenmerkt, is de grote diversiteit aan leerlingen. Je kan de doelgroep van OV-1 onmogelijk homogeen omschrijven. Naast de verschillende types van handicap, heb je ook grote cognitieve niveauverschillen. Sommige scholen hebben vooral basale klassen waarbij het niveau zich situeert op kleuterniveau, andere scholen hebben leerlingen die op cognitief niveau Opleidingsvormen 2 en 3 best zouden aankunnen, maar die op sociaal vlak tekort schieten (bijvoorbeeld kinderen met autisme). Aangezien de verschillen zo groot zijn, wordt er samen met het schoolteam en de ouders een individueel traject uitgestippeld dat gedurende de onderwijsloopbaan van de leerling steeds gewijzigd kan worden. In tegenstelling tot andere Opleidingsvormen heeft OV-1 geen vast einddoel en is de leerdruk minder aanwezig. Er is geen vast onderwijstraject dat leerlingen moeten volgen alvorens zij hun getuigschrift krijgen. Scholen maken individuele programma s op maat van elke leerling en/of klasgroep.

SOCIALE ECONOMIE Cijfergegevens Zuid-West-Vlaanderen. Ilse Van Houtteghem 20/11/2014

SOCIALE ECONOMIE Cijfergegevens Zuid-West-Vlaanderen. Ilse Van Houtteghem 20/11/2014 SOCIALE ECONOMIE Cijfergegevens Zuid-West-Vlaanderen Ilse Van Houtteghem 20/11/2014 Inhoud - Aantal niet-werkende werkzoekenden - Tewerkstelling (koppen) binnen zes werkvormen sociale economie - Beschutte

Nadere informatie

Kwaliteitsvoorwaarden aanbod 'Arbeidsmatige activiteiten /arbeidszorg'

Kwaliteitsvoorwaarden aanbod 'Arbeidsmatige activiteiten /arbeidszorg' Kwaliteitsvoorwaarden aanbod 'Arbeidsmatige activiteiten /arbeidszorg' Voorstel vanuit de Ronde Tafel Arbeidszorg 1 Achtergrond Het decreet 'Werk- en zorgtrajecten' van 23 april 2014 wil een structureel

Nadere informatie

Hoofdstuk I: Eindtermen de basics

Hoofdstuk I: Eindtermen de basics Maatschappelijk debat eindtermen Hoofdstuk I: Eindtermen de basics Inhoud Inleiding... 2 Gewoon lager onderwijs... 2 Kleuteronderwijs... 2 Gewoon secundair onderwijs... 3 Buitengewoon onderwijs... 4 Overzichtstabel...

Nadere informatie

TEWERKSTELLING EN PARTICIPATIE VAN PERSONEN UIT DE KANSENGROEPEN Editie 2018 (data 2017)

TEWERKSTELLING EN PARTICIPATIE VAN PERSONEN UIT DE KANSENGROEPEN Editie 2018 (data 2017) TEWERKSTELLING EN PARTICIPATIE VAN PERSONEN UIT DE KANSENGROEPEN Editie 2018 (data 2017) Tewerkstelling en participatie van kansengroepen Hoe en waar worden personen uit de kansengroepen (her)ingeschakeld

Nadere informatie

Actielijst arbeidsbeperking Een focus op redelijke aanpassingen tijdens werkplekleren

Actielijst arbeidsbeperking Een focus op redelijke aanpassingen tijdens werkplekleren Actielijst arbeidsbeperking 2020 Een focus op redelijke aanpassingen tijdens werkplekleren Evenredige arbeidsdeelname kansengroepen Diversiteit Gelijke behandeling Actielijst arbeidsbeperking 2020-2 december

Nadere informatie

Mensen met arbeidsbeperking of gezondheidsproblemen - Trajectbepaling en - begeleiding

Mensen met arbeidsbeperking of gezondheidsproblemen - Trajectbepaling en - begeleiding SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 649 van SABINE VERMEULEN datum: 14 juni 2017 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Mensen met arbeidsbeperking of gezondheidsproblemen - Trajectbepaling

Nadere informatie

decreet Werk- en zorgtrajecten Goedgekeurd in plenaire zitting Vlaams parlement 23 april 2014

decreet Werk- en zorgtrajecten Goedgekeurd in plenaire zitting Vlaams parlement 23 april 2014 decreet Werk- en zorgtrajecten Goedgekeurd in plenaire zitting Vlaams parlement 23 april 2014 Basis = participatieladder Kader: Trede 5 = maatwerkdecreet Trede 3 en 4= decreet Werk- en zorgtrajecten Trede

Nadere informatie

Maatwerk en W². 2 decreten in de maak

Maatwerk en W². 2 decreten in de maak Maatwerk en W² 2 decreten in de maak 3 2 decreten in de maak Maatwerk: voorontwerp decreet goedgekeurd door de Vlaamse regering W²: werkdocument: wordt binnenkort voorgelegd op de Vlaamse regering wordt

Nadere informatie

OC St. FERDINAND A R B E I D S Z O R G C E N T R U M D E O O G S T. B O U W S T E N E N t o t W E L Z I J N. BOUWSTENEN tot WELZIJN

OC St. FERDINAND A R B E I D S Z O R G C E N T R U M D E O O G S T. B O U W S T E N E N t o t W E L Z I J N. BOUWSTENEN tot WELZIJN OC St. FERDINAND A R B E I D S Z O R G C E N T R U M D E O O G S T B O U W S T E N E N t o t W E L Z I J N Heel wat personen krijgen niet altijd de mogelijkheid om te participeren aan de verschillende

Nadere informatie

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2015

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2015 DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2015 Inhoud Inleiding... 3 1 Overzicht van de werknemers in de sociale economie... 3 2 Profielkenmerken van doelgroepwerknemers... 5 3 Regionale spreiding... 12 Methodologie...

Nadere informatie

Beleidsnota Sociale Economie 08/01/2015

Beleidsnota Sociale Economie 08/01/2015 Beleidsnota Sociale Economie 08/01/2015 1 Omgevingsanalyse 1. Werkzaamheid 2. Werkloosheid 3. Werkvormen in de sociale economie 4. Uitstroom Inhoud Strategische en operationele doelstellingen 1. SD1: Iedereen

Nadere informatie

Wuyts Nadia, Jobcoach MAGDA-LEUVEN

Wuyts Nadia, Jobcoach MAGDA-LEUVEN Wuyts Nadia, Jobcoach MAGDA-LEUVEN BEGELEID WERKEN Wat is begeleid werken? Voor wie is begeleid werken? Wie organiseert begeleid werken? DE PRAKTIJK: SUPPORTED EMPLOYMENT BEGELEID WERKEN Enkele praktijkvoorbeelden.

Nadere informatie

ALGEMENE PRINCIPES VAN HET NIEUWE ONDERSTEUNINGSMODEL IN BASIS- EN SECUNDAIR ONDERWIJS

ALGEMENE PRINCIPES VAN HET NIEUWE ONDERSTEUNINGSMODEL IN BASIS- EN SECUNDAIR ONDERWIJS INFORMATIE VAN HET KABINET ONDERWIJS JUNI 2017 Een nieuw ondersteuningsmodel voor kinderen en jongeren met specifieke onderwijsbehoeften in basis- en secundair onderwijs, en voor studenten met een functiebeperking

Nadere informatie

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei 2008-179-

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei 2008-179- Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei 2008-179- VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN FRANK VANDENBROUCKE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN WERK, ONDERWIJS

Nadere informatie

Arbeid biedt een maatschappelijke meerwaarde ten opzichte van inactiviteit. 3

Arbeid biedt een maatschappelijke meerwaarde ten opzichte van inactiviteit. 3 17 SOCIALE ECONOMIE 18 Sociale economie Iedereen heeft recht op een job, ook de mensen die steeds weer door de mazen van het net vallen. De groep werkzoekenden die vaak om persoonlijke en/of maatschappelijke

Nadere informatie

Sociale economie. 1 Tewerkstellingsgroei varieert van sociale economie initiatief. Streekpact Cijferanalyse

Sociale economie. 1 Tewerkstellingsgroei varieert van sociale economie initiatief. Streekpact Cijferanalyse Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Kim Nevelsteen Sociale economie De sociale economie bestaat uit een verscheidenheid van bedrijven en initiatieven die

Nadere informatie

- De doelgroep wordt omschreven als zijnde werkzoekenden die geconfronteerd worden met een niet arbeidsmarktgerelateerde problematiek.

- De doelgroep wordt omschreven als zijnde werkzoekenden die geconfronteerd worden met een niet arbeidsmarktgerelateerde problematiek. 1 SST Nota betreffende invulling meerbanenplan arbeidszorg en trajecten. 1. Algemene visie arbeidszorg SST SST is de koepel voor sociale werkplaatsen en Arbeidszorginitiatieven in Vlaanderen en staat voor

Nadere informatie

Synergiën en Convergenties tussen werk en welzijn. Hendrik Delaruelle, Commissie W² Vlaams Welzijnsverbond

Synergiën en Convergenties tussen werk en welzijn. Hendrik Delaruelle, Commissie W² Vlaams Welzijnsverbond Synergiën en Convergenties tussen werk en welzijn Hendrik Delaruelle, Commissie W² Vlaams Welzijnsverbond SYNERGIE = een begrip dat een proces beschrijft waarbij het samengaan van delen meer oplevert dan

Nadere informatie

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2016

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2016 DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2016 Inhoud Inleiding... 3 Methodologie... 3 Overzicht van de werknemers in de sociale economie... 5 Profielkenmerken van doelgroepwerknemers... 6 Regionale Spreiding...

Nadere informatie

(Aanzet tot) een nieuw decretaal beleidskader voor de samenwerking tussen werk en zorg

(Aanzet tot) een nieuw decretaal beleidskader voor de samenwerking tussen werk en zorg (Aanzet tot) een nieuw decretaal beleidskader voor de samenwerking tussen werk en zorg Studiedag Werk Werkt 27 maart 2014 Een momentopname Tussen een zoekende voorgeschiedenis... Decreet Werk en Zorg als

Nadere informatie

M-decreet. Joke Pauwels Hoofdadviseur BuO

M-decreet. Joke Pauwels Hoofdadviseur BuO 1 M-decreet Joke Pauwels Hoofdadviseur BuO 2 Inleiding Maatschappelijke betekenis van onderwijs Kansen Historiek Opleidingsvorm 2 Vragen Maatschappelijke opdracht onderwijs 3 4 Onderwijs vandaag Exclusie

Nadere informatie

Registratie arbeidszorg

Registratie arbeidszorg Registratie arbeidszorg 2010-2014 Redactie: Marc Boons, Jo Bellens Toelichting Dit rapport bevat de belangrijkste bevindingen van de cijfers uit het registratiesysteem dat de Ronde Tafel Arbeidszorg heeft

Nadere informatie

Hoe beïnvloedt het Europese beleid de uitvoering van het arbeidsmarktbeleid in Vlaanderen?

Hoe beïnvloedt het Europese beleid de uitvoering van het arbeidsmarktbeleid in Vlaanderen? Hoe beïnvloedt het Europese beleid de uitvoering van het arbeidsmarktbeleid in Vlaanderen? Cascade van beleidsniveaus en beleidsteksten Beleid EU Strategie Europa 2020 Europees werkgelegenheidsbeleid Richtsnoeren

Nadere informatie

Omgerekend staan de volgende verplichtingen ten aanzien van de volgende subsidiebedragen:

Omgerekend staan de volgende verplichtingen ten aanzien van de volgende subsidiebedragen: Toelichting bij provinciale subsidies aan arbeidszorginitiatieven in Vlaams-Brabant BIJLAGE 1. Voorwaarden met betrekking de niet-categoriale werking De provinciale subsidies kunnen aangevraagd worden

Nadere informatie

GTB afdeling Limburg Welzijnscampus 23 bus Genk (Tel) 089/

GTB afdeling Limburg Welzijnscampus 23 bus Genk (Tel) 089/ GTB afdeling Limburg Welzijnscampus 23 bus 41 3600 Genk (Tel) 089/32 10 50 Info.lim@gtb-vlaanderen.be www.gtb-vlaanderen.be 1. Wat is de opdracht van GTB? De opdracht van GTB is opgedeeld is drie luiken:

Nadere informatie

Kinderen met een handicap op de schoolbanken

Kinderen met een handicap op de schoolbanken Kinderen met een handicap op de schoolbanken Ouders van een kind met een handicap moeten vaak een moeilijke weg bewandelen met veel hindernissen en omwegen om voor hun kind de geschikte onderwijsvorm of

Nadere informatie

COZOCO 19 maart 2014. M-decreet. Goedgekeurd door het Vlaams Parlement op 12 maart 2014

COZOCO 19 maart 2014. M-decreet. Goedgekeurd door het Vlaams Parlement op 12 maart 2014 COZOCO 19 maart 2014 M-decreet Goedgekeurd door het Vlaams Parlement op 12 maart 2014 Situering 2005: lancering van het leerzorgkader 2009-2014 geleidelijke invoering van het decreet op leerzorg -geen

Nadere informatie

De West-Vlaamse Arbeidszorgmedewerker in beeld. Rapport Steunpunt Arbeidszorg betreffende het werkingsjaar 2012

De West-Vlaamse Arbeidszorgmedewerker in beeld. Rapport Steunpunt Arbeidszorg betreffende het werkingsjaar 2012 De West-Vlaamse Arbeidszorgmedewerker in beeld Rapport Steunpunt Arbeidszorg betreffende het werkingsjaar 2012 Inhoud 1. Registratiesysteem en gegevensverzameling... 3 1.1 Waarom een Vlaams registratiesysteem?...

Nadere informatie

Verleden, heden en toekomst van W²-trajecten (werk/welzijn)

Verleden, heden en toekomst van W²-trajecten (werk/welzijn) WELKOM Verleden, heden en toekomst van W²-trajecten (werk/welzijn) VERLEDEN - Van ATB naar GTB. - Arbeidstrajectbegeleiding van werkzoekende met een arbeidsbeperking. - Van VAPH en projectsubsidie naar

Nadere informatie

Verplicht!? vrijwilligerswerk - Standpunt van het Vlaams Welzijnsverbond [1]

Verplicht!? vrijwilligerswerk - Standpunt van het Vlaams Welzijnsverbond [1] Verplicht!? vrijwilligerswerk - Standpunt van het Vlaams Welzijnsverbond [1] 1 1. Inleiding In het Vlaams Welzijnsverbond zijn heel wat vrijwilligers actief, zowel in organisaties die erkend zijn als autonoom

Nadere informatie

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2014

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2014 DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2014 Inleiding De situatie op de Vlaamse arbeidsmarkt in 2014 lijkt te zijn gestabiliseerd ten opzichte van het jaar voordien: de werkzaamheidsgraad is licht gestegen, maar

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 26 maart 2019;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 26 maart 2019; Besluit van de Vlaamse Regering houdende diverse wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 betreffende de professionele integratie van personen met een arbeidshandicap DE VLAAMSE

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op xxx;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op xxx; Besluit van de Vlaamse Regering houdende diverse wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 betreffende de professionele integratie van personen met een arbeidshandicap DE VLAAMSE

Nadere informatie

Opleidingsvorm 1 (OV1) Voor jongeren met een mentale beperking of een motorische en/of meervoudige beperking

Opleidingsvorm 1 (OV1) Voor jongeren met een mentale beperking of een motorische en/of meervoudige beperking Opleidingsvorm 1 (OV1) Voor jongeren met een mentale beperking of een motorische en/of meervoudige beperking Opleidingsvorm 1 Secundair onderwijs op maat Jongeren tussen 13 en 21 jaar met een mentale beperking

Nadere informatie

Provinciale opdracht GTB vzw in het kader van Arbeidszorg budgetjaar 2012

Provinciale opdracht GTB vzw in het kader van Arbeidszorg budgetjaar 2012 Bijlage 10: Provinciale opdracht GTB vzw in het kader van Arbeidszorg budgetjaar 2012 BEPALINGLEN AAN HET PROVINCIEBESTUUR INZAKE DE PROVINCIALE OPDRACHT VAN GTB IN HET KADER VAN ARBEIDSZORG Bepaling 1

Nadere informatie

Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie opvang en vrijetijd van kinderen. Ronde van Vlaanderen 2016

Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie opvang en vrijetijd van kinderen. Ronde van Vlaanderen 2016 Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie opvang en vrijetijd van kinderen Ronde van Vlaanderen 2016 2 - VVSG - Ronde van Vlaanderen maart 2016 Inhoud Op Vlaamse regering (18 december 2015) goedgekeurde

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van

Nadere informatie

WELZIJN. Provincieraadsbesluit van 30 april 2014 in verband met de goedkeuring van het reglement impulssubsidie arbeidszorg

WELZIJN. Provincieraadsbesluit van 30 april 2014 in verband met de goedkeuring van het reglement impulssubsidie arbeidszorg 917 WELZIJN Provincieraadsbesluit van 30 april 2014 in verband met de goedkeuring van het reglement impulssubsidie arbeidszorg De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet;

Nadere informatie

Nieuw loopbaanakkoord zet de stap naar maatwerk

Nieuw loopbaanakkoord zet de stap naar maatwerk PERSBERICHT VLAAMS MINISTER-PRESIDENT KRIS PEETERS VLAAMS VICE-MINISTER-PRESIDENT INGRID LIETEN VLAAMS MINISTER VAN WERK PHILIPPE MUYTERS SERV-voorzitter KAREL VAN EETVELT SERV-ondervoorzitter ANN VERMORGEN

Nadere informatie

a) Hoeveel van deze doelgroepmedewerkers verkregen een erkenning van bepaalde duur (2 jaar)?

a) Hoeveel van deze doelgroepmedewerkers verkregen een erkenning van bepaalde duur (2 jaar)? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 221 van SABINE VERMEULEN datum: 12 januari 2015 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Doelgroepmedewerkers sociale-economiebedrijven - Erkenning

Nadere informatie

De Sociale plattegrond. Missie en opdrachten

De Sociale plattegrond. Missie en opdrachten De Sociale plattegrond Sector: VAPH (minderjarigen) Spreker: Paul Ongenaert (De Hagewinde) Missie en opdrachten Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) wil de participatie, integratie

Nadere informatie

1. Pedagogisch project - visie

1. Pedagogisch project - visie 1. Pedagogisch project - visie 1.1. Inleiding 1.1.1. Een pedagogisch project - algemeen Een pedagogisch project is een geheel van fundamentele uitgangspunten dat door een school wordt vastgelegd. Met andere

Nadere informatie

Voorstel van resolutie. betreffende de organisatie, de kwaliteit, de financiering en de omkadering van internaten

Voorstel van resolutie. betreffende de organisatie, de kwaliteit, de financiering en de omkadering van internaten stuk ingediend op 2074 (2012-2013) Nr. 1 22 mei 2013 (2012-2013) Voorstel van resolutie van de dames Ann Brusseel, Marleen Vanderpoorten, Irina De Knop en Fientje Moerman en de heer Sas van Rouveroij betreffende

Nadere informatie

De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld September Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen

De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld September Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld 2010-2017 September 2018 Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen 2 INHOUDSTAFEL INLEIDING... 5 1. ARBEIDSZORG IN OOST-VLAANDEREN: ALGEMEEN OVERZICHT...

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010

Nadere informatie

Sociale economie. Een boeiende kennismaking

Sociale economie. Een boeiende kennismaking Sociale economie Een boeiende kennismaking 1. Wat is sociale economie? De sociale economie bestaat uit verschillende bedrijven/initiatieven, die deze basisprincipes respecteren voorrang van arbeid op kapitaal

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van

Nadere informatie

Uw ervaringen na 1 jaar M-decreet

Uw ervaringen na 1 jaar M-decreet Uw ervaringen na 1 jaar M-decreet Heeft u leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften door de invoering van het M-decreet in uw klas of school? Is uw rol als ondersteuner gewijzigd omwille van de invoering

Nadere informatie

Samen doen. Zorgvisie. Zorg- en dienstverlening van A tot Z

Samen doen. Zorgvisie. Zorg- en dienstverlening van A tot Z Samen doen Zorgvisie Zorg- en dienstverlening van A tot Z Wat en hoe? 3 W Samen met de cliënt bepalen we wát we gaan doen en hóe we het gaan doen. Mensen met een verstandelijke beperking kunnen op diverse

Nadere informatie

ADVIES BETREFFENDE DE PROVINCIALE GTB- DIENSTVERLENING IN HET KADER VAN ARBEIDSZORG periode 1 januari december 2012

ADVIES BETREFFENDE DE PROVINCIALE GTB- DIENSTVERLENING IN HET KADER VAN ARBEIDSZORG periode 1 januari december 2012 ADVIES BETREFFENDE DE PROVINCIALE GTB- DIENSTVERLENING IN HET KADER VAN ARBEIDSZORG periode 1 januari 2012 31 december 2012 1 ALGEMENE BEPALINGEN Het Platform Arbeidszorg Oost-Vlaanderen met zetel W. Wilsonplein

Nadere informatie

FOCUS OP TALENT BAROMETER. Kansengroepen in cijfers

FOCUS OP TALENT BAROMETER. Kansengroepen in cijfers FOCUS OP TALENT BAROMETER Kansengroepen in cijfers Inleiding In de conceptnota Focus op talent en competenties als sleutel naar een hogere werkzaamheidsgraad in het kader van Evenredige Arbeidsdeelname,

Nadere informatie

Advies BVR duaal leren BuSO

Advies BVR duaal leren BuSO Raad Secundair Onderwijs 12 februari 2019 RSO-RSO-ADV-1819-004 Advies BVR duaal leren BuSO Vlaamse Onderwijsraad Koning Albert II-laan 37 BE-1030 Brussel T +32 2 219 42 99 www.vlor.be info@vlor.be Advies

Nadere informatie

Met een GOB naar werk

Met een GOB naar werk Met een GOB naar werk Katherine Smith Universitair Centrum voor Begeleiding en Opleiding (UCBO) 2009 www.ucbo.be GOB Dienst voor Gespecialiseerde Opleiding, Begeleiding en Bemiddeling doelgroep: personen

Nadere informatie

A D V I E S Nr. 1.747 ----------------------------- Zitting van woensdag 13 oktober 2010 -------------------------------------------------

A D V I E S Nr. 1.747 ----------------------------- Zitting van woensdag 13 oktober 2010 ------------------------------------------------- A D V I E S Nr. 1.747 ----------------------------- Zitting van woensdag 13 oktober 2010 ------------------------------------------------- Outplacement - werknemers van beschutte en sociale werkplaatsen

Nadere informatie

VR DOC.1207/1

VR DOC.1207/1 VR 2016 1011 DOC.1207/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse

Nadere informatie

Contactpersoon Team vergunningen en erkenningen Telefoon Bijlagen 3

Contactpersoon Team vergunningen en erkenningen  Telefoon Bijlagen 3 Zenithgebouw Koning Albert II-laan 37 1030 BRUSSEL www.vaph.be INFONOTA Gericht aan: aanbieders van rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH-diensten) 8 mei 2019 INF/19/38 Contactpersoon Team vergunningen

Nadere informatie

1. Hoe evalueert de minister deze doorstroomcijfers uit het meeste recente schoolverlatersrapport voor buso-jongeren OV3?

1. Hoe evalueert de minister deze doorstroomcijfers uit het meeste recente schoolverlatersrapport voor buso-jongeren OV3? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 767 van GRETE REMEN datum: 22 augustus 2017 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Arbeidsmarkt - Instroom leerlingen met een buso OV3-opleiding

Nadere informatie

WSE Arbeidsmarktcongres 7 februari Laura Jacobs, Vicky Heylen en Caroline Gijselinckx HIVA- KULeuven

WSE Arbeidsmarktcongres 7 februari Laura Jacobs, Vicky Heylen en Caroline Gijselinckx HIVA- KULeuven Doorstroom van doelgroepwerknemers uit de sociale inschakelingseconomie Analyse van de arbeidsmarktpositie en duurzaamheid van het werk van uitstromers uit de invoegmaatregel, werkervaring en de sociale

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

Publicatie : 2015-03-30

Publicatie : 2015-03-30 Publicatie : 2015-03-30 VLAAMSE OVERHEID Werk en Sociale Economie 26 MAART 2015. - Ministerieel besluit tot uitvoering van artikel 13 en 51 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014

Nadere informatie

VDAB Beleid t.a.v. werkzoekenden met een alcohol- en/of drugsprobleem

VDAB Beleid t.a.v. werkzoekenden met een alcohol- en/of drugsprobleem SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 69 van FREYA SAEYS datum: 21 oktober 2014 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT VDAB Beleid t.a.v. werkzoekenden met een alcohol- en/of drugsprobleem

Nadere informatie

Organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden

Organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden Organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden De organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden wordt vandaag geregeld met het decreet van 8 maart 2013 betreffende de organisatie

Nadere informatie

Toepassing reglement Arbeidszorg van 29 september 2009 aangepast op 5 december 2012 Evaluatie resultaten

Toepassing reglement Arbeidszorg van 29 september 2009 aangepast op 5 december 2012 Evaluatie resultaten Bijlage bij provincieraadsbesluit aanpassing reglement arbeidszorg Toepassing reglement Arbeidszorg van 29 september 29 aangepast op 5 december 212 Evaluatie resultaten INHOUDSTAFEL Toepassing reglement

Nadere informatie

Bisconceptnota. Betreft: Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen

Bisconceptnota. Betreft: Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Bisconceptnota Betreft: Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen 1. Situering 1.1. Vlaams Regeerakkoord

Nadere informatie

FOCUS OP TALENT BAROMETER. Kansengroepen in cijfers 2016

FOCUS OP TALENT BAROMETER. Kansengroepen in cijfers 2016 FOCUS OP TALENT BAROMETER Kansengroepen in cijfers 2016 Inleiding In de conceptnota Focus op talent en competenties als sleutel naar een hogere werkzaamheidsgraad in het kader van Evenredige Arbeidsdeelname,

Nadere informatie

12/11/2013 Decreet maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Persconferentie 8/11/2013 Historiek 1994: The Salamanca statement and framework for action on special needs education 1998:

Nadere informatie

SOCIALE ECONOMIE: LOKALE DIENSTENECONOMIE

SOCIALE ECONOMIE: LOKALE DIENSTENECONOMIE SOCIALE ECONOMIE: LOKALE DIENSTENECONOMIE lokale sociale economie Steden en gemeenten kunnen een belangrijke rol spelen in lokale sociale economie LDE: initiëren van uitbouw aanvullende diensten die beantwoorden

Nadere informatie

ORGANISATIE GTB-West-Vlaanderen (gespecialiseerde trajectbegeleiding en bepaling voor mensen met arbeidshandicap)

ORGANISATIE GTB-West-Vlaanderen (gespecialiseerde trajectbegeleiding en bepaling voor mensen met arbeidshandicap) GTB-West-Vlaanderen (gespecialiseerde trajectbegeleiding en bepaling voor mensen met arbeidshandicap) Mensen (werkzoekenden) met arbeidsbeperking, op: - medisch - fysiek - psychisch - mentaal - Trajectbegeleiding

Nadere informatie

Betreft: Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen

Betreft: Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen Conceptnota Betreft: Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen 1. Situering Deze conceptnota heeft tot doel om, binnen de contouren van het Vlaams Regeerakkoord

Nadere informatie

Enkele cijfers Vaststellingen en antwoorden. Focus op. Jobkanaal Diversiteitsplannen Jobcoaching IBO Financiële tewerkstellingsmaatregelen

Enkele cijfers Vaststellingen en antwoorden. Focus op. Jobkanaal Diversiteitsplannen Jobcoaching IBO Financiële tewerkstellingsmaatregelen Kunnen kansengroepen de krapte doen vergeten? Steve Vanhorebeek. Enkele cijfers Vaststellingen en antwoorden Jobkanaal Diversiteitsplannen Jobcoaching IBO Financiële tewerkstellingsmaatregelen Focus op

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 16 december 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 16 december 2016; Besluit van de Vlaamse Regering over de erkenning van voorzieningen die ondersteuning bieden aan personen met een handicap in de gevangenis, en van units voor geïnterneerden DE VLAAMSE REGERING, Gelet

Nadere informatie

CONSULTATIEBUREAU DE VEST. Deelwerking vzw Centrum Ambulante Diensten

CONSULTATIEBUREAU DE VEST. Deelwerking vzw Centrum Ambulante Diensten CONSULTATIEBUREAU DE VEST Deelwerking vzw Centrum Ambulante Diensten OPBOUW PRESENTATIE 1. Wat is het consultatiebureau De Vest? 2. Gespecialiseerde arbeidsonderzoeksdienst (GA): Werkvragen Aanbod GA 3.

Nadere informatie

Opleidingsvorm 2 (OV2) Voor jongeren met een matige of ernstige mentale beperking

Opleidingsvorm 2 (OV2) Voor jongeren met een matige of ernstige mentale beperking Opleidingsvorm 2 (OV2) Voor jongeren met een matige of ernstige mentale beperking Opleidingsvorm 2 - Secundair onderwijs op maat In opleidingsvorm 2 bereidt De Leerexpert leerlingen met mentale beperking

Nadere informatie

DE VIJF FUNCTIES BINNEN HET VERNIEUWDE MODEL GEESTELIJKE GEZONDHEID

DE VIJF FUNCTIES BINNEN HET VERNIEUWDE MODEL GEESTELIJKE GEZONDHEID DE VIJF FUNCTIES BINNEN HET VERNIEUWDE MODEL GEESTELIJKE GEZONDHEID Functie 1 Activiteiten op het vlak van preventie; geestelijke gezondheidszorgpromotie; vroegdetectie, -interventie en -diagnosestelling

Nadere informatie

elk kind een plaats... 1

elk kind een plaats... 1 Elk kind een plaats in een brede inclusieve school Deelnemen aan het dagelijks maatschappelijk leven Herent, 17 maart 2014 1 Niet voor iedereen vanzelfsprekend 2 Maatschappelijke tendens tot inclusie Inclusie

Nadere informatie

DECREET. inzake sociale werkplaatsen

DECREET. inzake sociale werkplaatsen VLAAMS PARLEMENT DECREET inzake sociale werkplaatsen HOOFDSTUK I Algemene bepalingen Artikel 1 Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid. Artikel 2 Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; BESLUIT:

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; BESLUIT: Ontwerp van decreet houdende regeling tot erkenning en subsidiëring van een Vlaamse organisatie ter ondersteuning van welzijnsbevordering en samenlevingsopbouw DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de minister van Begroting, gegeven op 10 juli 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de minister van Begroting, gegeven op 10 juli 2018; Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het lokaal sociaal beleid, vermeld in artikels 2, 9 tot en met 11, 17, 19 en 26 van het decreet van 9 februari 2018 betreffende het lokaal sociaal beleid DE

Nadere informatie

TEAM ACTIVERING. Ontmoetingscentrum Activiteitencentrum Arbeidscentrum Herstelwijzer. Team Activering

TEAM ACTIVERING. Ontmoetingscentrum Activiteitencentrum Arbeidscentrum Herstelwijzer. Team Activering TEAM ACTIVERING Ontmoetingscentrum Activiteitencentrum Arbeidscentrum Herstelwijzer Team Activering WIE ZIJN WIJ? Het Team Activering van VZW Hestia ( Alexianen Zorggroep Tienen) is al sinds 1994 actief

Nadere informatie

Op weg naar een nieuw MAATWERKDECREET

Op weg naar een nieuw MAATWERKDECREET Op weg naar een nieuw MAATWERKDECREET Kader - situering Vlaams Regeerakkoord Sociale Economie => 2 pijlers: Lokale Diensteneconomie Maatwerk Beschutte werkplaatsen Sociale werkplaatsen Invoegmaatregel

Nadere informatie

Meer info over Prisma en WMO?

Meer info over Prisma en WMO? Meer info over Prisma en WMO? wmo@prismanet.nl www.prismanet.nl Plan een bezoekje! U kunt het Prisma-aanbod pas echt ervaren als u het ook met eigen ogen gezien heeft. Prisma heet u van harte welkom voor

Nadere informatie

vzw beschut wonen DE OVERWEG ONZEOPDRACHT

vzw beschut wonen DE OVERWEG ONZEOPDRACHT vzw beschut wonen DE OVERWEG ONZEOPDRACHT vzw beschut wonen DE OVERWEG bewoners De vzw Beschut Wonen De Overweg richt zich tot volwassenen die omwille van hun psychiatrische problematiek en/of psychosociale

Nadere informatie

VR DOC.1230/1TER

VR DOC.1230/1TER VR 2016 2511 DOC.1230/1TER DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN TERNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering over de regels betreffende

Nadere informatie

GON- BEGELEIDING Informatiebrochure voor ouders

GON- BEGELEIDING Informatiebrochure voor ouders BSBO Wilgenduin GON- BEGELEIDING Informatiebrochure voor ouders Inhoud p 1 Wie zijn wij? 3 2 Wat betekent GON? 4 3 Wie komt in aanmerking voor GON-begeleiding? 4 4 Aan welke voorwaarden moet je voldoen

Nadere informatie

Naam van de schoolexterne interventie: Arktos HERGO

Naam van de schoolexterne interventie: Arktos HERGO Naam van de schoolexterne : Arktos HERGO 1. Inhoud vd schoolexterne Algemeen kader 1 : Ontstaansgeschiedenis 2 Visie Een HERGO is een groepsoverleg waarin alle partijen betrokken bij een incident, samen

Nadere informatie

Van de berg en de. muis. Gebruikersoverleg Handicap, Chronische Ziekte en Arbeid

Van de berg en de. muis. Gebruikersoverleg Handicap, Chronische Ziekte en Arbeid Van de berg en de muis Over de berg en de muis * Enkele vragen om te starten * Wie ben ik? * Feiten en cijfers * (centrale) uitgangspunten * Denken over handicap * Wetgeving en discriminatie * De manier

Nadere informatie

Naam van de schoolexterne interventie: ipot Groep INTRO Brussel

Naam van de schoolexterne interventie: ipot Groep INTRO Brussel Naam van de schoolexterne : ipot Groep INTRO Brussel 1. Inhoud vd schoolexterne Algemeen kader 1 : Ontstaansgeschiedenis 2 Visie Belangrijke uitgangspunten Doelstelling(en) Doelgroep(en) 3 Duur van het

Nadere informatie

Sterk door overleg. Adviesfunctie

Sterk door overleg. Adviesfunctie De Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) brengt de Vlaamse werkgevers- en werknemersorganisaties samen voor overleg en advies over tal van Vlaamse beleidsthema s. De sociale partners adviseren

Nadere informatie

nr. 136 van GRETE REMEN datum: 20 november 2015 aan PHILIPPE MUYTERS BuSO-leerlingen - Doorstroming naar reguliere arbeidsmarkt

nr. 136 van GRETE REMEN datum: 20 november 2015 aan PHILIPPE MUYTERS BuSO-leerlingen - Doorstroming naar reguliere arbeidsmarkt SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 136 van GRETE REMEN datum: 20 november 2015 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT BuSO-leerlingen - Doorstroming naar reguliere arbeidsmarkt

Nadere informatie

VR DOC.0098/1BIS

VR DOC.0098/1BIS VR 2018 0202 DOC.0098/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN DE VLAAMSE MINISTER

Nadere informatie

Sinds 1 januari 2014 is het Vlaamse Gewest bevoegd voor de dienstencheques aangekocht in Vlaanderen.

Sinds 1 januari 2014 is het Vlaamse Gewest bevoegd voor de dienstencheques aangekocht in Vlaanderen. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 636 van GRIET COPPÉ datum: 5 juli 2016 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Dienstencheques - Profiel gebruikers Sinds 1 januari 2014 is het

Nadere informatie

OP WEG NAAR WERK: opportuniteiten en valkuilen. 29-11-2012 Seminarie VLOR - Brussel 1

OP WEG NAAR WERK: opportuniteiten en valkuilen. 29-11-2012 Seminarie VLOR - Brussel 1 OP WEG NAAR WERK: opportuniteiten en valkuilen 1 2 OVERZICHT GTB Algemeen Personen met een Arbeidshandicap (PmAH) Begeleiding naar werk Bijzondere TewerkstellingsOndersteunende Maatregelen (BTOM) Doven

Nadere informatie

Ontwerp van decreet. betreffende maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Amendementen

Ontwerp van decreet. betreffende maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Amendementen stuk ingediend op 2290 (2013-2014) Nr. 4 6 februari 2014 (2013-2014) Ontwerp van decreet betreffende maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Amendementen Stukken in het dossier: 2290

Nadere informatie

Het maatwerkbedrijf van de toekomst Terugblikken op begeleiding van sociale en beschutte werkplaatsen

Het maatwerkbedrijf van de toekomst Terugblikken op begeleiding van sociale en beschutte werkplaatsen Het maatwerkbedrijf van de toekomst Terugblikken op begeleiding van sociale en beschutte werkplaatsen Focussessie Het nieuwe werkgelegenheidsbeleid Impact op uw bedrijfsvoering Peter Bosmans VAC Gent,

Nadere informatie

nr. 248 van FREYA VAN DEN BOSSCHE datum: 17 januari 2017 aan JO VANDEURZEN Autismespectrum- en gedragsstoornissen - Thuisbegeleidingsdiensten

nr. 248 van FREYA VAN DEN BOSSCHE datum: 17 januari 2017 aan JO VANDEURZEN Autismespectrum- en gedragsstoornissen - Thuisbegeleidingsdiensten SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 248 van FREYA VAN DEN BOSSCHE datum: 17 januari 2017 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Autismespectrum- en gedragsstoornissen - Thuisbegeleidingsdiensten

Nadere informatie

Ieder mens is boeiend en de moeite waard.

Ieder mens is boeiend en de moeite waard. IVIO BINNENHOF School voor Buitengewoon Secundair Onderwijs Ieder mens is boeiend en de moeite waard. Type basisaanbod - opleidingsvorm 3 Type Basisaanbod is gericht naar leerlingen met een verslag, waarvoor

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de VDABopleiding tot verzorgende en zorgkundige

Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de VDABopleiding tot verzorgende en zorgkundige Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de VDABopleiding tot verzorgende en zorgkundige DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven

Nadere informatie

Verslag aan de Provincieraad

Verslag aan de Provincieraad directie Welzijn, Gezondheid, Wonen, Jeugd en Ontwikkelingssamenwerking dienst Maatschappelijke Participatie dossiernummer:. 1600163 Verslag aan de Provincieraad betreft verslaggever Sociale tewerkstelling

Nadere informatie

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2011/2 over de aanpassing van het Decreet ouderenbeleidsparticipatie

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2011/2 over de aanpassing van het Decreet ouderenbeleidsparticipatie VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2011/2 over de aanpassing van het Decreet ouderenbeleidsparticipatie Vlaamse Ouderenraad vzw 26 augustus 2011 Koloniënstraat 18-24 bus 7 1000 Brussel VLAAMSE OUDERENRAAD Advies

Nadere informatie

Deze vorm van begeleiding is beperkt in tijd (3 jaar), maar niet in het aantal begeleidingen.

Deze vorm van begeleiding is beperkt in tijd (3 jaar), maar niet in het aantal begeleidingen. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 187 van VERA JANS datum: 12 december 2014 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Thuisbegeleiding personen met autismespectrumstoornis - Capaciteit

Nadere informatie