Richtlijn Hersenmetastasen
|
|
- Filip van de Velde
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Colofon Richtlijn Hersenmetastasen De richtlijn hersenmetastasen werd in 2005 geschreven door E.H. Verhagen, M.J.B. Taphoorn en R.J.A. Krol en opgenomen in de eerste druk van het richtlijnenboek van de Vereniging van Integrale Kankercentra. De richtlijn werd in 2010 gereviseerd door: A. de Graeff, internist-oncoloog, UMC Utrecht en arts Academisch Hospice Demeter, de Bilt A. Gijtenbeek, neuro-oncoloog, UMC St. Radboud, Nijmegen S. Bossmann, nurse practitioner neurologie, UMC St. Radboud, Nijmegen De richtlijn hersenmetastasen is afgestemd op de landelijke richtlijn hersenmetastasen (concept 2010) van de Landelijke Werkgroep Neuro-Oncologie (LWNO). Commentaar werd geleverd door: G. Uttewaal, verpleegkundige Herziening Richtlijn hersenmetastasen/versie 3/ Pagina 1
2 Hersenmetastasen Inleiding Het optreden van hersenmetastasen is één van de meest voorkomende neurooncologische problemen. Tien tot dertig procent van patiënten met solide tumoren buiten het zenuwstelsel ontwikkelt in de loop van de ziekte hersenmetastasen. Hersenmetastasen kunnen de kwaliteit van leven ernstig aantasten. Een actieve benadering van de patiënt met mogelijke hersenmetastasen is gewenst omdat de kwaliteit van leven kan verbeteren door behandeling; daarnaast kan door behandeling verdere schade voorkomen worden. Hersenmetastasen moeten worden onderscheiden van leptomeningeale metastasen; hierbij is er sprake van metastasen in de hersenvliezen. Dit wordt in deze richtlijn niet verder behandeld. Hersenmetastasen worden onderverdeeld in solitair, enkelvoudig of multipel voorkomend. Deze onderverdeling is van belang voor de behandeling. Onder een solitaire hersenmetastase wordt verstaan: één hersenmetastase als enig bekende metastase bij deze patiënt, bij adequate screening van de rest van het lichaam. De incidentie van werkelijk solitaire hersenmetastasen bedraagt vermoedelijk niet meer dan 10% van alle patiënten met hersenmetastasen. Onder een enkelvoudige hersenmetastase wordt verstaan: slechts één hersenmetastase, onafhankelijk van eventuele metastasen elders in het lichaam. In oudere studies leek ongeveer de helft van de patiënten een enkelvoudige hersenmetastase te hebben. Dat percentage ligt beduidend lager sinds de introductie van de MRI. Onder multipele hersenmetastasen wordt verstaan: meerdere hersenmetastasen, onafhankelijk van de aan- of afwezigheid van metastasen elders. Van alle patiënten met hersenmetastasen heeft tweederde multipele hersenmetastasen. Hersenmetastasen kunnen op verschillende momenten in het ziektebeloop worden gediagnosticeerd: Het kan de eerste uiting zijn van een maligniteit ( onbekende primaire tumor ). In deze situatie zal nader onderzoek zich richten op de diagnostiek van een maligniteit elders in het lichaam en van de gevonden hersenafwijking zelf. De primaire tumor en de hersenmetastase(n) worden gelijktijdig gediagnosticeerd. Meestal betreft het dan een longcarcinoom. Een enkele keer is (curatief) operatief ingrijpen mogelijk voor zowel het longcarcinoom als de hersenmetastase. In verreweg de meeste gevallen (80%) worden hersenmetastasen gediagnosticeerd bij patiënten die reeds bekend zijn met een maligniteit. Herziening Richtlijn hersenmetastasen/versie 3/ Pagina 2
3 Bij 75% van de patiënten met hersenmetastasen is er ook sprake van metastasen elders in het lichaam. De mediane overleving van alle patiënten met hersenmetastasen bijeen bedraagt 3-4 maanden. Er zijn echter uitzonderingen in gunstige zin, met name bij solitaire en enkelvoudige hersenmetastasen. Hoewel hersenmetastasen zelf kunnen leiden tot de dood, is bij meer dan de helft van de patiënten extracraniële tumorprogressie de directe doodsoorzaak. Herziening Richtlijn hersenmetastasen/versie 3/ Pagina 3
4 De levensverwachting kan worden ingeschat aan de hand van de Graded Prognostic Assessment (GPA, Tabel 1), met 4 prognostische klassen. In de GPA worden punten toegekend aan leeftijd, Karnofsky Performance Status, het aantal hersenmetastasen en de aanwezigheid van extracraniële metastasen. De status van de primaire tumor wordt niet meegenomen. Tabel 1. Graded prognostic assessment (GPA) Score Leeftijd > <50 Karnofsky Performance Status < Aantal hersenmetastasen > Extracraniële metastasen Aanwezig - Geen Op basis van de GPA-score worden de patiënten in 4 prognostische groepen verdeeld: Klasse Score Voorkomen Na totale schedelbestraling Mediane overleving (maanden) Na totale schedelbestraling + radiochirurgie Na resectie + totale schedelbestraling 1 (10%) (16%) (61%) (13%) De incidentie van hersenmetastasen bedraagt ongeveer 50 tot 70 per , die van primaire hersentumoren bedraagt ongeveer het tiende deel daarvan. Er zijn aanwijzingen dat de incidentie van hersenmetastasen toeneemt als gevolg van een langere overlevingsduur van patiënten met kanker door de betere behandelingsmogelijkheden. Verder worden er vaker hersenmetastasen gediagnosticeerd dankzij verbeterde beeldvormende technieken (met name betere MRI-scans die dankzij een hogere resolutie vaker afwijkingen laten zien). Bij obductiebevindingen uit de jaren 80 bedroeg de incidentie van hersenmetastasen bij patiënten met gemetastaseerde solide tumoren 25%, waarvan ongeveer de helft gedurende het leven was aangetoond. Herziening Richtlijn hersenmetastasen/versie 3/ Pagina 4
5 Ontstaanswijze De meeste hersenmetastasen ontstaan door hematogene verspreiding. Primaire tumoren metastaseren vaak naar de longen omdat tumorcellen vanuit de veneuze circulatie via het hart in het pulmonale capillaire systeem terechtkomen. Primaire bronchuscarcinomen en longmetastasen verspreiden zich gemakkelijk naar de hersenen omdat het brein een groot deel van de cardiale output ontvangt. In 70% van de patiënten met hersenmetastasen worden ook macroscopische longmetastasen of een primair bronchuscarcinoom aangetoond. De verdeling van hersenmetastasen volgt de verdeling van de intracraniële bloedverdeling: 80% in de hemisferen van de grote hersenen 15% in het cerebellum 5% in de hersenstam De symptomen die door hersenmetastasen optreden worden veroorzaakt door directe compressie c.q. beschadiging van hersenweefsel, oedeem en/of inklemming (herniatie). Hersenmetastasen groeien meer expansief dan infiltratief. Ze veroorzaken beschadiging van de bloed-hersenbarrière en daardoor vasogeen oedeem van het omliggende hersenweefsel, Door de ruimte-innemende werking van de metastase en het oedeem treedt schade op aan het betreffende hersengebied, met uitval van functie of epileptische aanvallen als gevolg. De hersendruk kan verhoogd zijn, waardoor klachten van hoofdpijn, misselijkheid en braken optreden. Inklemming treedt op doordat delen van de hersenen zich verplaatsen onder de falx cerebri, het tentorium cerebelli of door het achterhoofdgat. Oorzaken Hoewel vrijwel elke tumor kan uitzaaien naar de hersenen, bestaat er een duidelijke relatie met bepaalde soorten kanker. De primaire tumoren bij patiënten met hersenmetastasen zijn vooral bronchuscarcinomen (30-60%), mammacarcinomen (20%) en melanomen (10%). Metastasen van niercel-, tractus digestivus- en gynaecologische tumoren en sarcomen komen minder frequent voor. Door de langere levensduur van patiënten met gemetastaseerde ziekte zullen in de toekomst vaker hersenmetastasen worden vastgesteld bij tumoren waarbij deze tot dusverre zelden werden gediagnosticeerd. Ongeveer 30% van de patiënten met een niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC), 60% van de patiënten met een kleincellig longcarcinoom (SCLC), 20% van de patiënten met een mammacarcinoom stadium IV en 30% van de patiënten met een melanoom stadium IV ontwikkelen hersenmetastasen. Herziening Richtlijn hersenmetastasen/versie 3/ Pagina 5
6 Naast het stadium van de primaire tumor is de kans op hersenmetastasen ook afhankelijk van genetische en biologische factoren, die per tumortype verschillen. Als een hersenmetastase de eerste uiting van een maligniteit is, wordt meestal een bronchuscarcinoom (60%) gevonden. Slechts in 14% wordt de primaire tumor buiten de thorax gevonden (niercelcarcinoom (4%), coloncarcinoom (3%), melanoom (3%), mammacarcinoom (2%)), en bij een kwart van de patiënten wordt zelfs nooit een primaire tumor gevonden. Diagnostiek Anamnese en lichamelijk onderzoek Bij 5-15% van de patiënten met aangetoonde hersenmetastasen zijn deze asymptomatisch en bij toeval aangetoond tijdens screeningsonderzoek. Als er wel symptomen zijn, dan is de verdeling als volgt: hoofdpijn (25-50%); De klassieke tumorhoofdpijn treedt s ochtends vroeg op en verdwijnt na opstaan. Veel vaker is er sprake van aspecifieke hoofdpijn, echter typische spierspannings-hoofdpijn of klassieke migraine aanvallen komen ook voor als een zich presenterend symptoom van hersenmetastasen. Bij elke vorm van nieuwe hoofdpijn bij een patiënt met een maligniteit dient nader onderzoek te worden verricht: 15-20% van deze patiënten heeft hersenmetastasen cognitieve en gedragsstoornissen (15-35%, in sommige studies oplopend tot 75%) epileptische insulten (10-25%, in de loop van de ziekte oplopend tot wel 40%) ataxie en loopstoornissen (10-33%) krachtsverlies (15-33%) woordvindingsstoornissen (9-15%) tekenen van intracraniële drukverhoging (sufheid, misselijkheid en braken), visusstoornissen, duizeligheid, sensibiliteitsstoornissen, dysarthrie (ieder symptoom <10%) De aard en de ernst van de symptomen zijn niet alleen afhankelijk van de plaats, de grootte en het aantal van de metastasen, maar ook van de hoeveelheid omgevend hersenoedeem. Overigens zijn neurologische klachten en verschijnselen bij patiënten met een maligniteit vaak multi-causaal bepaald en moeten er behalve naar hersenmetastasen ook naar andere, met name metabole en toxische, oorzaken worden gezocht. Bij symptomatische hersenmetastasen is er in 29% van de gevallen sprake van één symptoom, in 43% van twee symptomen en in 28% van meer dan twee sympto- Herziening Richtlijn hersenmetastasen/versie 3/ Pagina 6
7 men. Afwijkingen bij neurologisch onderzoek worden vaker gevonden dan men op grond van de anamnese zou verwachten. Neurologische verschijnselen ontwikkelen zich bij 75% van de patiënten subacuut (in de loop van dagen tot weken). Bij 25% is de presentatie acuut ten gevolge van: epileptische insulten infarcering bloeding in een metastase (met name in metastasen van melanoom, testis-, niercel- en choriocarcinoom) inklemming Bij herniatie van de cerebellaire tonsillen in het achterhoofdsgat treedt een circulatiestoornis van de hersenstam op met als gevolg nekstijfheid, een dwangstand van het hoofd, hoofdpijn, polsvertraging, stijging van de bloeddruk, bewustzijnsdaling en tenslotte onregelmatige ademhaling en ademstilstand. Aanvullend onderzoek De MRI-scan met toediening van gadolinium is de meest gevoelige beeldvormende techniek om hersenmetastasen aan te tonen; het alternatief is een CT-scan met jodiumhoudend contrast. Bij aangetoonde hersenmetastasen wordt verdere diagnostiek alleen verricht als dit therapeutische consequenties heeft. Indien er sprake is van een bekende primaire tumor kan onderzoek worden gedaan of er sprake is van extracraniële metastasen. Bij een onbekende primaire tumor kan de volgende aanvullende diagnostiek worden verricht: CT-scan van de thorax en buik hersenbiopsie c.q. diagnostische en therapeutische resectie Beleid Bij de keuze van de behandeling worden de volgende factoren gewogen: de wens van de patiënt de lichamelijke en functionele toestand (performance status) de aard van de primaire tumor lokalisatie, aantal en grootte van de hersenmetastasen extracraniële tumoractiviteit en de mogelijkheden tot behandeling daarvan Integrale benadering De wetenschap dat zich in het hoofd een kwaadaardige tumor bevindt, is een zeer Herziening Richtlijn hersenmetastasen/versie 3/ Pagina 7
8 ingrijpende en bedreigende ervaring voor de patiënt en zijn naasten. Naast de normale emotionele en psychische reacties die gepaard kunnen gaan met het geconfronteerd worden met kanker, roept de diagnose of het vermoeden van hersenmetastasen bijna altijd gevoelens op van angst voor mentale ontluistering. Eventuele cognitieve- en gedragsveranderingen bij de patiënt kunnen diepgaande veranderingen in de relatie met naasten veroorzaken (zie verder) en leiden tot gevoelens van verlies en (anticiperende) rouw. Het is dan ook van groot belang om in te gaan op deze ernstige aantasting van de kwaliteit van leven. Voorlichting Geef informatie over de oorzaak van de klachten, de behandelmogelijkheden en de prognose. Geef aan wanneer het effect van een behandeling verwacht mag worden en wat de eventuele risico s en/of bijwerkingen van deze behandeling zijn. Geef informatie over het doel, de werking en de mogelijke bijwerkingen van de medicatie. Bespreek het belang van inname van medicatie (m.n. dexamethason en antiepileptica) en van snel reageren bij verergering van de klachten of het ontstaan van nieuwe klachten. Geef naasten informatie over hoe om te gaan met hun zieke familielid. Met name het begripvol reageren op gedragsveranderingen is hierbij een punt van aandacht. Communicatie Inventariseer verwachtingen bij patiënt en naasten. Overweeg het gebruik van de Lastmeter (zie bijlage bij de Inleiding van het richtlijnenboek). Maak gevoelens van angst voor verlies of verstoring van mentale functies en karakterveranderingen bespreekbaar. Bespreek al in een vroeg stadium met de partner of naaste of er subtiele aanwijzingen zijn voor veranderingen in het mentaal en emotioneel functioneren van de patiënt. Ga na of sprake is van angst, spanning of andere problemen. Bied ruimte om gevoelens uit te spreken. Ga na of gesprekken met naasten apart van de patient dienen plaats te vinden, met toestemming van de patiënt. Inventariseer de gevolgen van de hersenmetastasen voor het dagelijks functioneren. Is het nodig hiervoor thuiszorg of hospicezorg in te schakelen? Herziening Richtlijn hersenmetastasen/versie 3/ Pagina 8
9 Bespreek eventuele psychosociale problematiek die voortvloeit uit een veranderd lichaamsbeeld, schaamte, beperkingen in het uitvoeren van rolverwachtingen of confrontatie met het voortschrijden van het ziekteproces. Probeer om, als er sprake is van een korte levensverwachting, de implicaties hiervan bespreekbaar te maken. Informeer de patiënt en de naasten over de verantwoordelijke behandelaar en hoe deze te bereiken is voor advies en bij calamiteiten. Ondersteunende zorg Ondersteuning kan in deze situaties door meerdere hulpverleners geboden worden. Voorop staat hierbij dat er sprake moet zijn van een vertrouwensrelatie en continuïteit in contact met de patiënt. Bied bij psychosociale problematiek, ten gevolge van cognitieve- en gedragsveranderingen, begeleiding door een hierin gespecialiseerde psycholoog of maatschappelijk werker aan. Dit geldt zowel voor de patiënt als voor de naasten. Continuïteit van zorg Spreek met alle betrokken disciplines af wie de centrale regie houdt over het behandelplan. Leg in het behandelplan vast welke interventies toegepast kunnen worden bij specifieke klachten die op kunnen treden, zoals het couperen van een langdurig insult d.m.v. een rectiole diazepam. Zorg voor een goede overdracht van gemaakte afspraken naar andere betrokken hulpverleners. Informeer de patiënt en de naasten over de verantwoordelijke behandelaar en hoe deze te bereiken is. Behandeling van de oorzaak Hersenmetastasen kunnen afhankelijk van hun lokalisatie, grootte en groeisnelheid ernstige klachten en verschijnselen veroorzaken. Behandeling van hersenmetastasen is vooral gericht op symptoombestrijding, omdat bijna alle patiënten met hersenmetastasen niet te genezen zijn. Resectie en stereotactische radiotherapie Patiënten met een beperkt aantal (meestal <4) hersenmetastasen kunnen in aanmerking komen voor resectie of stereotactische radiotherapie. Het doel van deze behandelingen vooral verbetering van de kwaliteit van het resterende leven, maar Herziening Richtlijn hersenmetastasen/versie 3/ Pagina 9
10 vaak ook verlenging van het leven. Deze behandelingen worden toegepast bij patienten die in goede conditie zijn (Karnofsky perfomance status >70, zie Bijlage 1 bij Inleiding van het Richtlijnenboek), geen uitgebreide metastasering elders hebben en geen progressie hebben van de oorspronkelijke tumor of van de eventuele extracraniële metastasen. Bij stereotactische radiotherapie wordt een focaal hoge bestralingsdosis toegediend op de hersenmetastase, terwijl het omringende hersenweefsel nauwkeurig gespaard kan worden. Het is in een toenemend aantal centra in Nederland mogelijk. Voor resectie kan worden gekozen bij een solitaire of enkelvoudige hersenmetastase, een operabele tumor en/of wenselijkheid tot PA diagnostiek. Stereotactische radiotherapie wordt toegepast bij patiënten met 2-4 hersenmetastasen met een maximale diameter van cm. Na resectie of stereotactische bestraling wordt vaak totale schedelbestraling gegeven ter bestrijding van subklinische metastasen elders in de hersenen, hoewel hier in de recente literatuur discussie over bestaat vanwege het risico op cognitieve achteruitgang (zie verder). Totale schedelbestraling Patiënten met multipele (>4) hersenmetastasen die in klinisch goede conditie zijn (Karnofsy performance status >70%) en geen tekenen van progressieve systemische ziekte hebben, komen in aanmerking voor totale schedelbestraling, meestal in combinatie met dexamethason (zie verder) om symptomatisch hersenoedeem te bestrijden. Meestal wordt gekozen voor een schema met 5 (5x 4 Gy) of 10 (10x 3 Gy) fracties. Na de bestraling wordt geprobeerd om de corticosteroïden te minderen en na enkele weken te staken. Slechts een deel van de patiënten ondervindt symptomatische verbetering na totale schedelbestraling en er is weinig of geen invloed op de overleving. Selectie van patiënten waarvan verwacht wordt dat ze baat zullen ondervinden, is dus van het grootste belang. De totale schedelbestraling heeft op korte termijn doorgaans weinig bijwerkingen. Toch kunnen de haaruitval, hoofdpijn, vermoeidheid en verminderde eetlust belastend zijn voor de patiënt. De haargroei keert als regel na 2-3 maanden weer terug. Op lange termijn kan totale schedelbestraling leiden tot cognitieve achteruitgang. De meeste patiënten zijn echter al overleden voordat deze achteruitgang optreedt. Indien er meer dan 6 maanden na afsluiten van de bestraling sprake is van progressie op meerdere plaatsen in de hersenen kan re-irradiatie van de schedel worden overwogen. Bij lokale progressie kan stereotactische radiotherapie worden Herziening Richtlijn hersenmetastasen/versie 3/ Pagina 10
11 toegepast. In het algemeen zullen deze behandelingen alleen worden toegepast als de patiënt in een goede conditie is en er geen sprake is van progressieve extracraniële tumoractiviteit. Chemotherapie of hormonale therapie Bij hersenmetastasen ten gevolge van mammacarcinoom, het longcarcinoom (zowel kleincellig als niet-kleincellig) en kiemceltumoren kan soms systemische chemotherapie worden ingezet ter bestrijding van de hersenmetastasen. Hormonale therapie is soms effectief bij patiënten met hersenmetastasen van een mammacarcinoom. Symptomatische behandeling Hersenoedeem Corticosteroïden worden ingezet ter vermindering van hersenoedeem en daarmee van de symptomen t.g.v. hersenmetastasen. Bij klinische verschijnselen wordt hersenoedeem behandeld met corticosteroïden, bij voorkeur dexamethason (1,5 mg dexamethason = 10 mg prednisolon). De voorkeur gaat uit naar dexamethason omdat het minder mineralocorticoïde werking heeft dan de andere corticosteroïden. De biologische halfwaardetijd bedraagt 36 tot 72 uur. De klassieke antiepileptica (fenytoïne en carbamazepine) geven door inductie van het cytochroom P450-systeem een verhoogde afbraak van dexamethason. Een symptomatische response wordt gezien bij 33-84% van de patiënten met hersenmetastasen. Het effect van corticosteroïden is meestal binnen uur merkbaar en het maximale effect wordt na 3-7 dagen gezien. De kans op response is groter bij verhoogde intracraniële druk en/of dreigende herniatie en bij progressieve en/of kort bestaande focale uitvalsverschijnselen. Bij patiënten met hersenmetastasen en neurologische symptomen kan in het algemeen worden volstaan met een dosering dexamethason van 1dd 4 mg p.o., s.c. of i.v.. Bij massaal oedeem, obstructiehydrocephalus, hersenstamdysfunctie en/of verlaagd bewustzijn wordt een bolus van 10 mg s.c. of i.v. gegeven en een onderhoudsbehandeling van 1dd 8-16 mg p.o., s.c. of i.v.. Bij co-medicatie met fenytoine of carbamazepine dient verhoging van de dosering tot 1dd 8 mg overwogen te worden. Zodra dexamethason goed werkt en ook na afloop van radiotherapie kan de dexamethason meestal afgebouwd en soms gestaakt worden. Dit afbouwen is van groot belang omdat dexamethason ernstige bijwerkingen heeft en de kans op een steroïdonttrekkingssyndroom toeneemt naar gelang dexamethason langer is voorge- Herziening Richtlijn hersenmetastasen/versie 3/ Pagina 11
12 schreven. Het afbouwen geschiedt stapsgewijs, bijvoorbeeld 2 mg elke 3 dagen. Als tijdens het afbouwen de symptomen weer terugkeren, dan wordt de dosering dexamethason weer verhoogd tot het vorige niveau. Indien corticosteroïden korter dan twee weken zijn voorgeschreven hoeft er niet te worden afgebouwd en kan de dexamethason direct worden gestaakt. Als na een langere toedieningsperiode te snel wordt afgebouwd kan het steroïdonttrekkingssyndroom optreden. Dit bestaat uit hoofdpijn, lage temperatuur, dyspnoe, zwakte, delier, orthostatische hypotensie en pijn in heupen, knieën of enkels. In dit geval wordt de corticosteroïddosering iets verhoogd om vervolgens langzamer af te bouwen. Maagbescherming is geïndiceerd bij patiënten die bekend zijn met maagklachten of die NSAID s gebruiken. Behandeling met dexamethason gaat in ca. 80% van de gevallen gepaard met (soms invaliderende) bijwerkingen. Het aantal en de ernst van de bijwerkingen is afhankelijk van de dosis en de duur van de behandeling. De volgende bijwerkingen kunnen optreden: Cushingface (4-69%) hyperglycemie (9-47%) proximale spierzwakte (5-60%) toegenomen eetlust (22-23%) slapeloosheid (22%) psychische problemen (dysforie, depressie, angst, psychose) (10-21%) perifeer oedeem (6-11%) infecties (4-9%) gastro-intestinale klachten, met name maagklachten, bloeding en perforatie (3-9%) orale candidiasis (3-7%) gewichtstoename (5-6%) Alle bovengenoemde bijwerkingen zijn reversibel. Hoe lager en kortdurender dexamethason wordt gedoseerd, hoe milder de bijwerkingen. Dexamethason wordt daarom zo kort mogelijk gegeven in een zo laag mogelijke, maar wel effectieve, dosering en wordt gestaakt bij uitblijven van effect of bij optreden van ernstige bijwerkingen. Insulten Epileptische insulten treden op bij 10-25% van de patiënten met hersenmetastasen als presenterend symptoom en tot 40% in het ziekteverloop daarna. Een sterke impact van de insulten op de kwaliteit van leven en het risico op een levensbedreigende status epilepticus zijn een duidelijke indicatie voor behandeling met antiepileptica. De behandeling is in principe niet anders dan van niet-tumor geassoci- Herziening Richtlijn hersenmetastasen/versie 3/ Pagina 12
13 eerde symptomatische epilepsie, waarbij ernst van de aanvallen (frequentie en soort) en bijwerkingen van anti-epileptica een belangrijke rol spelen bij het medicamenteuze beleid. Profylactische behandeling met anti-epileptica bij patiënten met hersenmetastasen die nog geen insulten hebben gehad, heeft in het algemeen geen invloed op de incidentie van het optreden van insulten en is derhalve niet geïndiceerd. Zodra een patiënt met hersenmetastasen een eerste insult heeft gehad zal wel een onderhoudstherapie van anti-epileptica worden voorgeschreven. Epileptische aanvallen worden gecoupeerd met een benzodiazepine, gevolgd door therapie met valproinezuur. Voor de behandeling van de secundair generaliserende epilepsie is er geen verschil in effectiviteit tussen valproinezuur, fenytoïne en carbamazepine. Een nadeel van het gebruik van fenytoïne en carbamazepine is de negatieve interactie tussen met name fenytoïne en corticosteroïden en tussen fenytoïne en carbamazepine met vele cytostatica met daardoor een geringere effectiviteit van anti-epileptica en chemotherapie. Fenytoine wordt vanwege het bijwerkingen profiel niet meer geadviseerd. Valproinezuurderivaten kunnen effect op de trombocytenfunctie hebben en daardoor de bloedingstijd verlengen, maar het is niet zeker of deze effecten ook klinisch relevant zijn. Daarnaast kunnen ze (zelden) trombocytopenie veroorzaken. De nieuwere antiepileptica levetiracetam en gabapentine hebben geen interactie met cytostatica. Het is niet bekend of deze middelen als monotherapie even effectief zijn als valproïnezuur. Langdurige focale insulten (>30 minuten) en een convulsieve status epilepticus (>5 minuten) zijn levensbedreigend en dienen op de gebruikelijke wijze gecoupeerd te worden (diazepam 10 mg rectiole, of midazolam 10 mg buccaal, via neusspray of s.c., clonazepam 0,5-2 mg i.v., of lorazepam 2-4 mg i.v., zonodig gevolgd door valproinezuur i.v. of eventueel fenytoine i.v.). Bijwerkingen van anti-epileptica kunnen de kwaliteit van leven ernstig beperken. Frequent voorkomende bijwerkingen zijn: van valproïnezuur: misselijkheid, slaperigheid, gewichtstoename, tremor en soms thrombopenie en thrombopathie van carbamazepine: slaperigheid, misselijkheid, diplopie, leukopenie, trombopenie en hyponatriëmie van levetiracetam: stemmingsstoornissen en misselijkheid van gabapentine: vooral slaperigheid en duizeligheid. Benzodiazepinen, valproïnezuur en levetiracetam (en eventueel fenytoïne) zijn zo nodig (in dezelfde dosering) ook intraveneus toe te dienen. Alternatieven voor orale of intraveneuze toediening zijn rectale, subcutane of Herziening Richtlijn hersenmetastasen/versie 3/ Pagina 13
14 eventueel intramusculaire toedieningen. Valproinezuur kan rectaal als gelcapsule (Propymal, Convulex ) in dezelfde dosering als oraal worden toegediend. Levetiracetam kan als vloeistof eventueel ook rectaal worden gegeven, maar dan in een twee keer zo hoge dosis als oraal. Clonazepam kan buccaal, sublinguaal, subcutaan of intramusculair worden gegeven in de reguliere dosering. Clonazepam is niet officieel geregistreerd voor buccale, sublinguale en subcutane toediening. Midazolam kan buccaal, als neusspray, subcutaan of intramusculair worden toegediend. Hoofdpijn, misselijkheid en braken Hoofdpijn wordt bij 25-50% van de patiënten met hersenmetastasen gezien. De oorzaak is meestal intracraniële drukverhoging, maar ook andere factoren zoals metabole stoornissen en psychologische factoren kunnen een rol spelen. Tumorgerelateerde hoofdpijn gaat meestal gepaard met neurologische uitvalsverschijnselen, relatief vaak met misselijkheid en braken, en verergert vaak bij bukken of drukverhoging (hoesten, niezen of persen). De karakteristieke ochtendhoofdpijn die verbetert na opstaan wordt in minder dan de helft van de patiënten met hersenmetastasen en hoofdpijn gezien. Soms is paracetamol effectief. In veel gevallen treedt verbetering op na behandeling met corticosteroïden. Als dat niet het geval is, wordt behandeling met opioïden aanbevolen (zie Richtlijn Pijn). Behandeling met NSAID s wordt niet aanbevolen vanwege het risico op maagproblemen bij gelijktijdige toediening van corticosteroïden. Misselijkheid en braken t.g.v. hersenmetastasen reageren veelal goed op behandeling met corticosteroïden. Daarnaast kan ook gebruik gemaakt worden van haloperidol of cyclizine. Levomepromazine kan bij therapieresistente misselijkheid en braken een nuttig middel zijn mede vanwege de sederende eigenschappen. Psychische problemen, cognitieve functiestoornissen, gedrags- en persoonlijkheidsveranderingen Psychische problemen (met name angst en somberheid) en stoornissen in het cognitief functioneren of gedrags- en persoonlijkheidsveranderingen komen veel voor bij patiënten met hersenmetastasen. Deze kunnen worden veroorzaakt door de metastasen zelf of door de behandeling (met name dexamethason en totale schedelbestraling). Op cognitief vlak uit dit zich in problemen met geheugen, motorische snelheid, executief functioneren, aandacht en concentratie en taalstoornissen c.q. afasie. Veranderingen in gedrag en de persoonlijkheid van de patiënt kunnen betrekking hebben op verminderd initiatief of apathie, impulsiviteit of ontremd- Herziening Richtlijn hersenmetastasen/versie 3/ Pagina 14
15 heid, agressie en sociaal ongepast gedrag. Deze verschijnselen hebben vaak verstrekkende gevolgen voor het dagelijks leven van patiënten en hun naasten. De patiënt krijgt een andere rol in zijn relatie of gezin. Sociale contacten kunnen afnemen, doordat familieleden of vrienden niet weten hoe zij de patiënt tegemoet moeten treden. Mantelzorgers raken vaak overbelast in dit traject, zeker als dit zich over langere tijd uitstrekt. In geval van hersenmetastasen is het voor patiënten en naasten van belang om goed geïnformeerd te zijn over het feit dat veranderingen in lichamelijk functioneren, cognitie en gedrag te verwachten zijn. Echter, in detail informatie geven over symptomen, waarvan nog niet vast staat dat deze zullen optreden, zal ongetwijfeld resulteren in een toename van onzekerheid en angst bij de patiënt en zijn omgeving. Door regelmatig met de patiënt in gesprek te treden wordt zichtbaar waar de patiënt last van heeft en kan op geleide van symptomen relevante informatie worden verstrekt. Ook wordt op deze manier de draagkracht en draaglast van betrokkenen regelmatig geïnventariseerd. De symptomen die door behandelaars als meest invaliderend beschouwd worden, hoeven niet die symptomen te zijn waar de patiënt het meest last van heeft. Eventueel kan gebruik gemaakt worden van de Lastmeter (zie bijlage bij de Inleiding van het richtlijnenboek). Na resectie of stereotactische bestraling wordt vaak totale schedelbestraling gegeven ter bestrijding van subklinische metastasen elders in de hersenen, hoewel hier in de recente literatuur discussie over bestaat vanwege het risico op cognitieve achteruitgang (zie verder). Patiënten met hersenmetastasen hebben een grotere kans op het ontwikkelen van een delier. Voor de diagnostiek en behandeling wordt verwezen naar de Richtlijn Delier. Patiënten kunnen zich nogal eens schuldig voelen over het optreden van symptomen zoals angst en depressie. Zij nemen het zichzelf kwalijk dat zij niet sterk genoeg zijn en hebben het gevoel dat zij hun naasten hiermee nog meer belasten. Het kan patiënten helpen als zij van de behandelaar horen dat angst en depressie vaak voorkomen als reactie in deze fase van de ziekte en ook het gevolg kunnen zijn van veranderingen in het fysiologisch functioneren of medicatie. Omdat de patiënt centraal staat in het ziekteproces vragen naasten niet zo snel hulp voor zichzelf, hoewel er vaak wel veel lijdensdruk is. De zorg voor en het omgaan met een naaste die een levensbedreigende ziekte heeft, is zwaar. De gedragsveranderingen die optreden kunnen lijden tot conflicten in de thuissituatie. Naasten van patiënten kunnen erg geholpen zijn als de behandelaar aandacht heeft voor deze problemen. Uitgangspunt hierbij is het versterken van de draagkracht van de naasten om deze moeilijke situatie te kunnen hanteren. Herziening Richtlijn hersenmetastasen/versie 3/ Pagina 15
16 De belangrijkste rol van artsen en verpleegkundigen die betrokken zijn bij patiënten met hersenmetastasen bij deze problematiek is het bieden van een luisterend oor, het geven van voorlichting, het geven van emotionele en praktische ondersteuning en het signaleren van problematiek die de inzet van een gespecialiseerd psychosociale hulpverlener (maatschappelijk werkende, psycholoog of psychiater) noodzakelijk maakt. Beleid in de terminale fase De laatste levensfase van patiënten die komen te overlijden als gevolg van hersenmetastasen wordt gekenmerkt door een dalend bewustzijn en het steeds minder innemen van vocht en voeding. Bij een verslechtering van de situatie moet allereerst een keuze gemaakt worden tussen het ophogen van dexamethason of juist het staken ervan. Als verhogen van dexamethason geen effect heeft binnen enkele dagen dan heeft het geen zin hiermee door te gaan en kan de dosering weer teruggebracht worden naar de oorspronkelijke dosering. Als het duidelijk is dat de terminale fase is aangebroken en de patiënt geen medicatie meer per os tot zich kan nemen en ook niet of nauwelijks meer aanspreekbaar is, dan kan overwogen worden de dosering van dexamethason geheel te staken in de gedachte het leven (en lijden) niet onnodig te verlengen. Soms wordt wel gezegd dat het plotseling staken van dexamethason een snelle dood tot gevolg heeft door toename van hersenoedeem en inklemming. De praktijk leert echter anders. De geleidelijk ontstane dehydratie van de patiënt maakt dat er weinig hersenoedeem ontstaat na staken van dexamethason (veel minder dan bijv. bij een vergelijkbare patiënt met hersenoedeem na een schedeltrauma). De patiënt met hersenmetastasen kan dan ook na het staken van dexamethason nog langere tijd leven. Het plotseling staken van langdurig gegeven dexamethason veroorzaakt natuurlijk een bijnierschorsinsufficiëntie. Deze insufficiëntie veroorzaakt in deze situatie echter geen ernstig lijden. Mocht de patiënt toch onrustig of delirant worden, dan worden haloperidol en/of benzodiazepines voorgeschreven (zie de Richtlijn Delier). Anti-epileptica worden zo lang mogelijk gegeven totdat de patiënt niet meer kan slikken. Op dat moment worden meestal de anti-epileptica gestaakt. Bij een sterke indicatie voor continueren kan valproinezuur of levetiracetam rectaal of clonazepam sublinguaal of buccaal gegeven worden (zie eerder). Mochten er insulten optreden, dan worden deze met diazepam rectioles (10 mg) bestreden of midazolam mg i.v. of s.c. of met clonazepam buccaal; (starten met 1-2 mg per dag, onderhoudsdosering 2-4 mg per dag). Alleen in het uiterste geval zal een continu subcutaan of intraveneus infuus met bijvoorbeeld midazolam noodzakelijk zijn. Herziening Richtlijn hersenmetastasen/versie 3/ Pagina 16
17 Het is niet nodig om op voorhand opioïden of sedativa in hoge dosering voor te schrijven. Wel is het zaak de patiënt zeer goed te volgen om snel in te kunnen grijpen in het geval van onbehandelbare onrust, pijn, braken of insulten. Herziening Richtlijn hersenmetastasen/versie 3/ Pagina 17
18 Stappenplan Diagnostiek 1. Anamnese en lichamelijk (inclusief neurologisch) onderzoek. 2. Aanvullend onderzoek (allen als er therapeutische consequenties aan verbonden worden): o MRI-scan met gadolinium, evt. CT-scan met jodiumhoudend contrast o bij onbekende primaire tumor: CT-scan thorax en buik, hersenbiopsie of diagnostische en therapeutische resectie o bij bekende primaire tumor: vastleggen van extracraniële tumoractiviteit Beleid 1 Bij symptomatische hersenmetastasen: dexamethason 1 dd 4 mg. In ernstige situaties (massaal oedeem, obstructie hydrocephalus, verlaagd bewustzijn en hersenstamdisfunctie): i.v. bolus van 10 mg dexamethason, gevolgd door 1 dd 8-16 mg dexamethason. 2. Bij enkelvoudige of solitaire hersenmetastase, in klinisch goede conditie (Karnofsky performance status >70%) en zonder tekenen van progressieve systemische ziekte: resectie of stereotactische radiotherapie, meestal gevolgd door radiotherapie van de gehele schedelinhoud. 3. Bij multipele hersenmetastasen: o bij beperkt aantal hersenmetastasen (4 of minder) en afmeting van de metastasen kleiner dan 3,5-4 cm: stereotactische radiotherapie o bij patiënten met >4 hersenmetastasen en/of diameter >3,5-4 cm, in klinisch goede conditie (Karnofsky performance status >70%) en zonder tekenen van progressieve systemische ziekte: totale schedelbestraling o bij patiënten in slechte lichamelijke toestand (Karnofsky performance status <70%) en/of snel progressieve systemische ziekte: uitsluitend symptomatische therapie, m.n. dexamethason (zie verder) 4 Bij hersenmetastasen van chemotherapie- (m.n. mammacarcinoom, longcarcinoom (kleincellig of niet-kleincellig) of kiemceltumoren) of hormonaal gevoelige tumoren (mammacarcinoom): systemische chemotherapie resp. hormonale therapie overwegen. 5 Na optreden van een insult: anti-epilepticum (1 e keus valproïnezuur, alternatieven levetiracetam, gabapentine of carbamazepine). Indien orale toediening niet (meer) mogelijk is: valproïnezuur of levetiracetam rectaal. 6 Langdurige insulten en status epilepticus couperen met diazepam 5-10 mg rectiole of i.v., midazolam 10 mg buccaal of s.c., clonazepam 0,5-2 mg i.v. of sublinguaal, lorazepam 0,5-2 mg i.v. of sublinguaal. Herziening Richtlijn hersenmetastasen/versie 3/ Pagina 18
19 Bij hoofdpijn: naast dexamethason analgetica zoals opioïden. 8 Voorlichting en emotionele en praktische ondersteuning van patiënt en naasten t.a.v. psychische problemen (met name angst en somberheid) en stoornissen in het cognitief functioneren of gedrags- en persoonlijkheidsveranderingen; zo nodig verwijzing naar gespecialiseerd psychosociaal hulpverlener. Herziening Richtlijn hersenmetastasen/versie 3/ Pagina 19
20 597 Niveaus van bewijsvoering Behandeling Niveau van bewijsvoering Referentie(s) Neurochirurgie bij enkelvoudige of solitaire hersenmetastase 1 Kalkanis 2010, LWNO , Mehta 1997, Mintz 1996, Muascevic 2009, Patchell 1990, Vecht 1993 Stereotactische radiotherapie 2 Andrews 2004, Kondziolka 1999 en 2005, Linskey 2010, LWNO , Mehta 1997, Muascevic 2009, Rades 2007 Totale schedelbestraling na neurochirurgie of stereotactische radiotherapie Totale schedelbestraling voor multipele hersenmetastasen? Aoyama 2006, Chang 2009, LWNO , Patchell 1998, Txuk-China Gaspar 2010, LWNO , Pease 2005, Tsao 2006, Wong 2008 Systemische chemotherapie bij longcarcinoom Systemische chemotherapie bij mammacarcinoom Systemische chemotherapie bij testistumoren 2 Van den Bent 2003, Colleoni 1997, Lee 2008, LWNO , Mehta 2010, Postmus 2000, Robinet 2001, Seute Van den Bent 2003, Boogerd 1992, Colleoni 1997, Franciosi 1999, LWNO , Mehta Gremmer LWNO , Mehta 2010 Dexamethason 2 Bezjak 2002, Borgelt 1980, Hempen 2002, LWNO , Oneschuk 1998, Ryken 2010, Sarin 2003, Sturdza 2008, Vecht 1994, Weissman 1991 Gebruik van anti-epileptica : - profylactisch - bij opgetreden insulten 1? Forsyth 2003, Glantz 1996 en 2000, LWNO , Mikkelsen 2010, Gilad 2008, LWNO , Misra 2006, Ned. Ver. voor Epilepsie Overig symptomatisch beleid (behandeling van hoofdpijn, missleijkheid en braken,, psychosociale begeleiding, beleid in terminale fase) 1 LWNO = Landelijke Werkgroep Neuro-Oncologie Niveau 1 = gebaseerd op systematische review of ten minste twee gerandomiseerde onderzoeken van goede kwaliteit. 4 Herziening Richtlijn hersenmetastasen/versie 3/ Pagina 20
21 Niveau 2 = gebaseerd op ten minste twee vergelijkende klinische onderzoeken van matige kwaliteit of onvoldoende omvang of andere vergelijkende onderzoeken. Niveau 3 = gebaseerd op 1 vergelijkend onderzoek of op niet-vergelijkend onderzoek. Niveau 4 = gebaseerd op mening van deskundigen. Herziening Richtlijn hersenmetastasen/versie 3/ Pagina 21
22 Literatuur 1 Agazzi S, Pampallona et al. The origin of brain metastases in patients with an undiagnosed primary tumour. Acta Neurochirurgica (Wien 2004; 146: Andrews DW, Scott CB, Sperduto PW et al. Whole brain radiation therapy with or without stereotactic radiosurgery boost for patients with one to three brain metastasen: phase III results of the RTOG 9508 randomised trial. Lancet 2004; 363: Aoyama H, Shirato H, Tago M et al. Stereotactic radiosurgery plus whole-brain radiation therapy vs stereotactic radiosurgery alone for treatment of brainmetastases: a randomized controlled trial. JAMA ;295): Auchter RM, Lamond JP, Alexander E et al. A multiinstitutional outcome and prognostic factor analysis of radiosurgery for resectable single brain metastasis. International Journal of Radiation Oncology Biology Physics 1996; 35: Van den Bent MJ. The role of chemotherapy in brain metastases. European Journal of Cancer 2003; 39: Bezjak A, Adam J, Barton R, Panzarella T et al. Symptom response after palliative radiotherapy for patients with brain metastases. European Journal of Cancer 2002; 38: Boogerd W, Dalesio O, Bais EM et al. Response of brain metastases from breast cancer to systemic chemotherapy. Cancer 1992; 69: Borgelt B, Gelber R, Kramer S et al. The palliation of brain metastases: final results of the first two studies by the radiation therapy oncology group. International Journal of Radiation Oncology Biology Physics 1980; 6: Chang EL, Wefel JS, Allen PK et al. Neurocognition in patients with brain metastases treated with radiosurgery or radiosurgery plus whole-brain irradiation: a randomised controlled trial. Lancet Oncology 2009; 10: Chow E, Davis L, Holden L, Tsao M, Danjoux C. Prospective assessment of patientrated symptoms following whole brain radiotherapy for brain metastases. Journal of Pain and Symptom Management 2005; 30: Chow E, Fan G, Hadi S, et al. Symptom clusters in cancer patients with brain metastases. Clinical Oncology (Royal College of Radioligst) 2008; 20: Colleoni M, Graiff C, Nelli P et al. Activity of combination chemotherapy in brain metastases from breast and lung adenocarcinoma. American Jpurnal of Clinical Oncology 1997; 20: Doyle M, Brad,ey NME, Li K, et al. Quality of life in patients with brain metastases treated with a palliative course of whole-brain radiotherapy. Journal of Palliative Medicine 2007; 10: Forsyth PA, Weaver S, Fulton D et al. Prophylactic anticonvulsants in patients with brain tumour. Can J Neurol Sci 2003; 30: Foy PM, Chadwick DW, Rajgopalan N et al: Do prophylactic anti-convulsant drugs Herziening Richtlijn hersenmetastasen/versie 3/ Pagina 22
23 alter the pattern of seizures after craniotomy? Journal of Neurology, Neurosurgery and Psychiatry 1992; 55: Franciosi V, Cocconi G, Michiara M et al. Front-line chemotherapy with cisplatin and etoposide for patients with brain metastases from breast carcinoma, nonsmall cell lung carcinoma, or malignant melanoma: a prospective study. Cancer 1999; 85: Gaspar J. The role of whole brain radiation therapy in the management of newly diagnosed brain metastases: a systematic review and evidence-based clinical practice guideline Journal of Neurooncology 2010, 96: Gattis WA, May DB. Possible interaction involving diphantoine, dexamethasone and antineoplastic agents: a case report and review of the literature. Annals of Pharmacotherapy 1996; 30: Gerrard GE, Prestwich RJ, Edwards A, et al. Investigating the palliative efficacy of whole-brain radiotherapy for patients with multiple-brain metastases and poor prognosis features. Clinical Oncology (Royal College of Radiolists) 2003; 15: Gilad R, Iskovitz N, Dabby R, et al. Treatment of status epilepticus and acute repetitive seizures with iv valproic acid vs phenytoin. Acta Neurologica Scandinavica 2008; 118: Glantz MJ, Cole BF, Friedberg MH, et al. A randomized, blinded placebo-controlled trial of divalproex sodium profylaxis in adults with newly diagnosed brain metastases. Neurology 1996; 46: Glantz MJ, Cole BF, Forsyth PA, et al. Practice parameter: Anticonvulsant prophylaxis in patients with newly diagnosed brain tumors. Neurology 2000; 54: Gremmer R, Schröder ML, Ten Huinink WW et al. Successful management of brain metastasis from malignant germ cell tumours with standard induction chemotherapy. Journal of Neurooncology 2008; 90: Gijtenbeek JMM, Eck ATCJ van, Maazen RWM van der, Koetsveld AC, Punt CJA. De behandeling van hersenmetastasen. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2002; 146: Hempen C, Weiss E, Hess CF. Dexamethasone treatment in patients with brain metastases and primary brain tumors: do the benefits outweigh the side-effects? Supportive Care in Cancer 2002; 10: Hird A, Wong J, Zhang L, et al, Exploration of symptom clusters within cancer patients with brain metastases using the Spitzer Quality of Life Index. Supportive Care in Cancer 2010; 18: Kaal ECA, Niël CGJH, Vecht CJ. Therapeutic management of brain metastasis. Lancet Neurology 2005; 4: Kalkanis SN, Kondziolka D, Gaspar LE et al. The role of surgical resection in the management of newly diagnosed brain metastases: a systematic review and evidencebased clinical practice guideline. Journal of Neurooncology 2010; 96: Kondziolka D, Patel A, Lunsford LD et al. Stereotactic radiosurgery plus whole brain radiotherapy versus radiotherapy alone for patients with multiple brain metastases. Int J Radiat Oncol Biol Phys Sep 1;45(2): Herziening Richtlijn hersenmetastasen/versie 3/ Pagina 23
24 Kondziolka D, Niranjan A, Flickinger JC, et al. Radiosurgery alone or in combination with whole-brain radiotherapy for brain metastases: the patients perspective regarding complications. Am J Clin Oncol 2005; 28: Lagerwaard FJ, Levendag PC, Nowak PJCM et al. Identification of prognostic factors in patients with brain metastases: a review of 1292 patients. International Journal of Radiation Oncology Biology Physics 1999; 43: Landelijke werkgroep neuro-oncologie (LWNO). Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van hersenmetastasen (concept), Lee DH et al. Primary chemotherapy for newly diagnosed nonsmall cell lung cancer patients with synchronous brain metastases compared with whole-brain radiotherapy administered first. Result of a randomized pilot study. Cancer 2008; 113: Li J, Bentzen SM, Renschler M et al. Regression after whole-brain radiation therapy for brain metastases correlates with survival and improved neurocognitive functioning. Journal of Clinical Oncology 2007; 25: Linskey M The role of stereotactic radiosurgery in the management of patients with newly diagnosed brain metastases : a systemic review and evidence based clinical practice guideline Journal of.neuro-oncology 2010, Mehta M, Noyes W, Craig B et al. A cost-effectiveness and cost-utility analysis of radiosurgery versus resection for single-brain metastases. International Journal of Radiation Oncology Biology Physics 1997; 39: Mehta MP, Paleologos NA, Mikkelsen T. The role of chemotherapy in the management of newly diagnosed brain metastases: a systematic review and evidence-based clinical practice guideline. Journal of Neurooncology 2010; 96: Mikkelsen T, Paleologos NA, Robinson PD et al. The role of prophylactic anticonvulsants in the management of brain metastases: a systematic review and evidence-based clinical practice guidelines. J Neurooncol 2010; 96: Mintz A, Kestle J, Rathbone MP et al. A randomized trial to assess the efficacy of surgery in addition to radiotherapy in patients with single cerebral metastasis. Cancer 1996; 78: Misra UK, Kalita J, Patel R. Sodium valproate vs phenytoin in status epilepticus: a pilot study. Neurology 2006; 67: Muacevic A. Microsurgery plus whole brain irradiation versus Gamma Knife Surgery alone for treatment of single metastasis to the brain: a randomised controlled multicentre phase III trial. Journal of Neurooncology 2008, 87): Nederlandse Vereniging voor Neurologie. Richtlijn Epilepsie, diagnostiek en behandeling, Nieder C, Geinitz H, Molls M. Valdiation of the graded prognostic assessment for surgically treated with brain metastases. Anticancer Research 2008; 28: Nieder C, Molls M. Validation of graded prognostic assessment index for patients with brain metastases: in regard to Sperduto et al (Int J Radiat Oncol Biol Phys 2008; 70: ). International Journal of Radiation Oncology Biology Physics 2008; 72: Nieder C, Mehta MP. Prognostic indices for brain metastases - usefulness and chal- Herziening Richtlijn hersenmetastasen/versie 3/ Pagina 24
Hersenmetastasen. Jeroen van Eijk Neuroloog JBZ 2 oktober 2014 Symposium Palliatieve Zorg
Hersenmetastasen Jeroen van Eijk Neuroloog JBZ 2 oktober 2014 Symposium Palliatieve Zorg Hersenmetastasen (HM) + Introductie + Enkele cijfers. + Wanneer denken we aan HM? + Behandeling van HM (Landelijke
Nadere informatieHersenmetastasen. Jeroen van Eijk Neuroloog JBZ 4e Voorjaars Symposium V&VN Landelijk Netwerk Verpleegkundig Specialisten Oncologie 24 maart 2016
Hersenmetastasen Jeroen van Eijk Neuroloog JBZ 4e Voorjaars Symposium V&VN Landelijk Netwerk Verpleegkundig Specialisten Oncologie 24 maart 2016 Disclosures (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst
Nadere informatieSymptomatische behandeling hersenmetastasen. Jeroen van Eijk, neuroloog JBZ 3 e Regionale Symposium Palliatieve Zorg 07-11-2013
Symptomatische behandeling hersenmetastasen Jeroen van Eijk, neuroloog JBZ 3 e Regionale Symposium Palliatieve Zorg 07-11-2013 Zo maar een paar vragen: -Moeten patiënten met HM standaard met dexamethason
Nadere informatieHersentumoren: Klachten, verschijnselen en oorzaken
Hersentumoren: Klachten, verschijnselen en oorzaken Zaterdag 17 maart 2018 De Landgoederij, Bunnik Naam Functie Maaike Vos Neuroloog Haaglanden Medisch Centrum Opbouw Inleiding Klachten en verschijnselen
Nadere informatieRichtlijn Hersenmetastasen (revisie)
Richtlijnen Richtlijn Hersenmetastasen (revisie) J.M.M. (Anja) Gijtenbeek, Vincent K.Y. Ho, M.A.A.M. (Mart) Heesters, F.J. (Frank) Lagerwaard, Alexander de Graeff en Willem Boogerd* Gerelateerd artikel:
Nadere informatieHersenmetastasen. Landelijke richtlijn, Versie: 1.0
Hersenmetastasen Landelijke richtlijn, Versie: 1.0 Laatst gewijzigd: 12-01-2006 Methodiek: Consensus based Verantwoording: Redactie Palliatieve zorg: richtlijnen voor de praktijk Inhoudsopgave Colofon...1
Nadere informatieTumoren van centrale zenuwstelsel. Asia Ropela, internist-oncoloog St.Jansdal ziekenhuis 22 maart 2014
Tumoren van centrale zenuwstelsel Asia Ropela, internist-oncoloog St.Jansdal ziekenhuis 22 maart 2014 Indeling Metastasen van tumoren van elders In de parenchym van de hersenen In hersenvliezen: leptomeningeale
Nadere informatieMarlies Peters. Workshop Vermoeidheid
Marlies Peters Workshop Vermoeidheid De ene vermoeidheid is de andere niet Deze vermoeidheid is er plotseling, niet gerelateerd aan geleverde inspanning De vermoeidheid wordt als (zeer) extreem ervaren
Nadere informatieLokale handreiking epilepsie voor de specialist ouderengeneeskunde regio Arnhem-Nijmegen
Lokale handreiking epilepsie voor de specialist ouderengeneeskunde regio Arnhem-Nijmegen DEFINITIE Epilepsie is een ziekte van de hersenen waarbij er sprake is van twee nietgeprovoceerde epileptische aanvallen
Nadere informatieHersenmetastasen. Workshop Kasteel Maurick - 7 november 2013. Laurens Beerepoot - Internist-oncoloog
Hersenmetastasen Workshop Kasteel Maurick - 7 november 2013 Laurens Beerepoot - Internist-oncoloog Casus 1 - Man 57 jaar Sinds ongeveer 4 weken ander gedrag; Wat verwarder, vergeetachtiger, moeite met
Nadere informatieRichtlijn leptomeningeale metastasen van solide tumoren
Disclaimer / 1 januari 2015 De Richtlijnen van de afdeling Neurologie Erasmus MC zijn met zorg samengesteld op basis van de stand van de wetenschap ten tijde van het vaststellen van de Richtlijn. Deze
Nadere informatiePS in NL: bij 12,3% van de patiënten in de stervensfase toegepast
Palliatieve sedatie 12 november 2012 Carla Juffermans,kaderhuisarts PZ Palliatieve sedatie Proportionele toepassing van sedativa in de laatste levensfase om ondraaglijke klachten te bestrijden, waarvoor
Nadere informatieHet opzettelijk verlagen van het bewustzijn van een patiënt in de laatste levensfase met als doel anderszins onbehandelbaar lijden te verlichten en
Het opzettelijk verlagen van het bewustzijn van een patiënt in de laatste levensfase met als doel anderszins onbehandelbaar lijden te verlichten en niet het leven te bekorten. Op verzoek van de regering
Nadere informatieRadiotherapie bij het gemetastaseerd niercelcarcinoom. Dr Nathalie Meireson Universitaire Radiotherapie Antwerpen 28/02/2013
Radiotherapie bij het gemetastaseerd niercelcarcinoom Dr Nathalie Meireson Universitaire Radiotherapie Antwerpen 28/02/2013 inleiding casus heden toekomst radiotherapie en new drugs Inleiding Wat doet
Nadere informatieOndersteunende zorg voor mensen met kanker
Ondersteunende zorg voor mensen met kanker Máxima Oncologisch Centrum (MOC) Inleiding Als u van uw behandelend arts te horen krijgt dat u kanker heeft, krijgen u en uw naasten veel informatie en emoties
Nadere informatieSymposium 14 april 2009. aanpassing richtlijnen palliatieve sedatie Karin van Heijst en Trijntje Buiter
Symposium 14 april 2009 aanpassing richtlijnen palliatieve sedatie Karin van Heijst en Trijntje Buiter Palliatieve sedatie Het opzettelijk verlagen van het bewustzijn in de laatste levens of stervensfase.
Nadere informatieHersentumoren;de basis
Hersentumoren;de basis Zaterdag 16 maart 2019 De Landgoederij, Bunnik Anja Gijtenbeek Neuroloog Radboudumc Nijmegen De basis Inhoud Casus Opbouw hersenen Locatie van functies Ontstaan en beloop klachten
Nadere informatieEpilepsie op de SEH. P. van Vliet Fellow IC Lid werkgroep richtlijn Epilepsie. Source:
Epilepsie op de SEH P. van Vliet Fellow IC Lid werkgroep richtlijn Epilepsie Source: www.webmd.com Belangenconflict Geen belangenconflict te melden Indeling Introductie Definitie status epilepticus Epidemiologie
Nadere informatieEpilepsie. Dr Tom J Snijders Neuroloog, UMC Utrecht Voorzitter redactieraad Hersentumor.nl
Epilepsie Dr Tom J Snijders Neuroloog, UMC Utrecht Voorzitter redactieraad Hersentumor.nl Epilepsie: symptoom van de tumor Medicatie Status epilepticus Rijgeschiktheid Nieuwe ontwikkelingen Epilepsie:
Nadere informatieDexamethason - corticosteroïden in de palliatieve zorg - M.M.P.M. Jansen, ziekenhuisapotheker klinisch farmacoloog Elisabeth Tweesteden Ziekenhuis
Dexamethason - corticosteroïden in de palliatieve zorg - M.M.P.M. Jansen, ziekenhuisapotheker klinisch farmacoloog Elisabeth Tweesteden Ziekenhuis Corticosteroïden Veel voorgeschreven in palliatieve fase
Nadere informatieA.L.S. EN HERSENTUMOR HENRIETTE BIENFAIT, NEUROLOOG KG ASTRID KODDE, KADERHUISARTS PALLIATIEVE ZORG
26/09/2014 3 A.L.S. EN HERSENTUMOR HENRIETTE BIENFAIT, NEUROLOOG KG ASTRID KODDE, KADERHUISARTS PALLIATIEVE ZORG ERVARINGEN MET ZORG AAN A.L.S. PATIËNTEN? CASUS De partner van dhr. S., 58 jr, belt de HAP.
Nadere informatieKoortsconvulsies: hoe zat het ook al weer? Oebo Brouwer, kinderneuroloog UMCG
Koortsconvulsies: hoe zat het ook al weer? Oebo Brouwer, kinderneuroloog UMCG Definitie (Epileptische) aanvallen bij koorts zonder infectie van het centrale zenuwstelsel of een andere specifieke oorzaak
Nadere informatieMisselijkheid & Braken Jan de Heer Huisartsconsulent Palliatieve Zorg
Misselijkheid & Braken Jan de Heer Huisartsconsulent Palliatieve Zorg Vragen bij de palliatieve helpdesks? Vragen bij de palliatieve helpdesks Pijn 43.5 % Obstipatie 15.1 % Misselijkheid 14.9 % Benauwdheid
Nadere informatieHersentumoren (gliomen) Tien minuten
Hersentumoren (gliomen) Tien minuten 1. Slecht bericht - Horen dat u een kwaadaardige hersentumor (glioom) hebt is een slecht bericht. - Een glioom is een ernstige vorm van kanker. - Er gaat waarschijnlijk
Nadere informatie12 Langdurige epileptische aanvallen
12 Langdurige epileptische aanvallen Definitie en etiologie Incidentie Anamnese Lichamelijk onderzoek Epileptische aanvallen duren van enkele seconden tot hooguit enkele minuten. In de literatuur wordt
Nadere informatieMisselijkheid en braken. Ellen de Nijs, verpleegkundig specialist palliatieve zorg Alexander de Graeff, internist-oncoloog, consulent PTMN
Misselijkheid en braken Ellen de Nijs, verpleegkundig specialist palliatieve zorg Alexander de Graeff, internist-oncoloog, consulent PTMN Voorkomen van misselijkheid en braken bij patiënten met vergevorderde
Nadere informatieKlachten en Symptomen. Dr. Jacoline Bromberg Neuroloog / neuro-oncoloog Erasmus MC Kanker Instituut Rotterdam
Klachten en Symptomen Dr. Jacoline Bromberg Neuroloog / neuro-oncoloog Erasmus MC Kanker Instituut Rotterdam Voorbeeld 1 Een voorheen gezonde man van 48 jaar krijgt plots een epileptische aanval. Deze
Nadere informatieHERSENMETASTASEN Landelijke richtlijn Versie 2.1
HERSENMETASTASEN Landelijke richtlijn Versie 2.1 Regio: Vereniging van Integrale Kankercentra Datum goedkeuring: 01 11 2004 Methodiek: Evidence based Verantwoording: Landelijke werkgroep neuro oncologie
Nadere informatieworkshop besluitvorming in de palliatieve fase
workshop besluitvorming in de palliatieve fase Alexander de Graeff, internist-oncoloog UMC Utrecht, hospice-arts Demeter Marjolein van Meggelen, oncologieverpleegkundige Aveant Consulenten PalliatieTeam
Nadere informatiePalliatieve radiotherapie radiotherapie gericht op symptoombestrijding. Angela van Baardwijk radiotherapeut oncoloog MAASTRO clinic
Palliatieve radiotherapie radiotherapie gericht op symptoombestrijding Angela van Baardwijk radiotherapeut oncoloog MAASTRO clinic Werkgroep Oncologie Verpleegkundigen MUMC 3 oktober 2014 Inhoud Radiotherapie
Nadere informatieBasiscursus Epilepsie Epilepsie & Slaap update 25 maart Boodschappen. Boodschappen. Boodschappen. Boodschappen
Basiscursus Epilepsie Epilepsie & Slaap update 25 maart 2010 Chronische effecten van anti-epileptica: bijwerkingen en tolerantie Dr. Harriëtte van Eibergen Santhagens - Verzijl, neuroloog 4 boodschappen
Nadere informatieSTEREOTACTISCHE RADIOTHERAPIE BIJ OLIGOMETASTASEN
STEREOTACTISCHE RADIOTHERAPIE BIJ OLIGOMETASTASEN MONIQUE C. DE JONG, AIOS RADIOTHERAPIE NAMENS DE AVL-STEREOTAXIE WERKGROEP AVL SYMPOSIUM 2017 DISCLOSURES Geen lid van de AVL-oligo/stereotaxie werkgroep
Nadere informatieTitel: HOVON 105. Rituximab bij het primair centraal zenuwstelsel lymfoom. Een gerandomiseerd HOVON / ALLG onderzoek
Titel:. Rituximab bij het primair centraal zenuwstelsel lymfoom. Een gerandomiseerd HOVON / ALLG onderzoek Officiële titel: Rituximab in Primary Central Nervous system Lymphoma. A randomized HOVON / ALLG
Nadere informatieCROSSFIRE-studie (Alvleesklierkanker) / alvleesklierkanker
CROSSFIRE-studie (Alvleesklierkanker) / alvleesklierkanker Experimenteel onderzoek naar een nieuwe behandeling voor patiënten met alvleesklierkanker waarbij de tumor vanwege de ligging niet door middel
Nadere informatieHersentumoren Algemeen. Epilepsie en hersentumoren. Medische achtergrond gliomen (1) Incidentie primaire hersentumoren
Hersentumoren Algemeen Epilepsie en hersentumoren Pathologie, prognose en verloop Hanneke Zwinkels Nurse practitioner Neuro-oncologie oncologie MCH, Den Haag Primaire benigne (meningeoom, hypofyseadenoom)
Nadere informatieCOPD en hartfalen in de palliatieve fase
COPD en hartfalen in de palliatieve fase Manon Boddaert Arts palliatieve geneeskunde Bardo en Spaarne Ziekenhuis Antoon van Dijck Kwaliteit van leven Verloop COPD en hartfalen Markering palliatieve fase
Nadere informatieHersenmetastasen. richtlijn. van solide tumoren. Landelijke Werkgroep Neuro-Oncologie (LWNO)
Landelijke Werkgroep Neuro-Oncologie (LWNO) richtlijn Hersenmetastasen van solide tumoren 1 Initiatief: Landelijke Werkgroep Neuro-Oncologie (LWNO) Organisatie: Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL)
Nadere informatieBehandeling van hersenmetastasen
Behandeling van hersenmetastasen Treatment of brain metastases Auteurs Trefwoorden Key words W. Boogerd en F.J. Lagerwaard behandeling, hersenmetastasen, solide tumoren brain metastases, solid tumors,
Nadere informatieMarijse Koelewijn huisarts
PIJN Marijse Koelewijn huisarts Je hoeft tegenwoordig toch geen pijn meer te lijden Moeilijk behandelbare pijn Om welke pijnen gaat het? Welke therapeutische mogelijkheden zijn er? Opzet workshop: Korte
Nadere informatiePalliatieve zorg bij copd. Minisymposium 22 maart 2012
Palliatieve zorg bij copd Minisymposium 22 maart 2012 Palliatieve zorg Hans Timmer, longarts ZGT Caroline Braam, huisarts Hengelo PALLIATIEVE ZORG CASUS 75-jarige terminale COPD-patient Mantelzorger valt
Nadere informatieArterio-veneuze malformatie
Arterio-veneuze malformatie Behandeling Sanne Roijackers, coassistent IC 7-12-2016 Casus 60 jarige man Bewusteloos gevonden in badkamer Anisocorie L>R; bdz lichtreactief Subduraal hematoom met midlineshift
Nadere informatieWorkshop Hersentumoren en veranderingen in emotie, karakter and cognitie
Workshop Hersentumoren en veranderingen in emotie, karakter and cognitie Natasja Janssen en Hanneke Zwinkels Verpleegkundig specialisten Neuro-Oncologie Introductie Veranderingen in karakter, emotie en
Nadere informatieOligometastatischeziekte bij het mammacarcinoom. M. van der Sangen, radiotherapeut
Oligometastatischeziekte bij het mammacarcinoom M. van der Sangen, radiotherapeut Borstkanker in perspectief Borstkanker in Nederland Nieuwe borstkankers per jaar: 15.000 Metastasen bij diagnose: 750 (5%)
Nadere informatieWat is de oorzaak van het ontstaan van een meningeoom? Niet bekend Het is niet goed bekend waarom bij een kind een meningeoom ontstaat.
Meningeoom Wat is een meningeoom? Een meningeoom is een bepaald type hersentumor die ontstaat vanuit de vliezen die rondom de hersenen en het ruggenmerg zitten. Hoe wordt een meningeoom ook wel genoemd?
Nadere informatieInformatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud
Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module
Nadere informatieRadiochirurgie of radiotherapie voor hersenmetastasen? De stand van zaken
4 Radiochirurgie of radiotherapie voor hersenmetastasen? De stand van zaken J.G. Wolbers, A. Mèndez Romero, P.J.C.M. Nowak Verreweg de meeste patiënten met een hersenmetastase (HM) komen te overlijden
Nadere informatieBehandeling van het acute herseninfarct
Behandeling van het acute herseninfarct VPL symposium 14-03-2014 Puck Fransen, onderzoeker neurologie, Erasmus MC Inhoud Achtergrond (epidemiologie/etiologie) Behandeling endovasculaire behandeling Huidige
Nadere informatieCharlotte Penders, Verpleegkundig Specialist Marc Kamps, Medisch Maatschappelijk Werker 17 december 2014
Charlotte Penders, Verpleegkundig Specialist Marc Kamps, Medisch Maatschappelijk Werker 17 december 2014 Zorgpad Casus Cervixcarcinoom Follow up Supportive care Soorten zorg in de psychosociale ondersteuning
Nadere informatieGeneeskundige methodiek longcarcinoom met hersenmetastasen
Geneeskundige methodiek longcarcinoom met hersenmetastasen Inleiding Longcarcinoom is een ander woord voor longkanker. Carcinoom is een kanker die zich ontwikkeld vanuit epitheelcellen, cellen die dienen
Nadere informatieCasusbespreking Sinustrombose of Trombosehoofd
Casusbespreking Sinustrombose of Trombosehoofd Lotte Sondag, AIOIS neurologie Ewoud van Dijk, neuroloog Inhoud Casusbeschrijving Cerebraal veneuze sinustrombose Anatomie Pathofysiologie Epidemiologie en
Nadere informatieMetastasen (uitzaaiingen)
Metastasen (uitzaaiingen) Inleiding Metastasen zijn uitzaaiingen van kwaadaardige gezwellen (tumoren) elders in het lichaam (de z.g. primaire tumor). Uitzaaiingen van primaire tumoren kunnen overal in
Nadere informatieImage-guided stereotactic radiotherapy for early stage lung cancer: techniques and clinical outcomes. Samenvatting
169 Image-guided stereotactic radiotherapy for early stage lung cancer: techniques and clinical outcomes Samenvatting Radiotherapie speelt een belangrijke rol in de curatieve behandeling van patiënten
Nadere informatieMaligne pleura exsudaat
Maligne pleura exsudaat Regionale richtlijn IKL, Versie: 1.1 Laatst gewijzigd : 25-10-2005 Methodiek: Consensus based Verantwoording: IKL werkgroep bronchuscarcinomen Inhoudsopgave Algemeen...1 Diagnostiek...2
Nadere informatieVroegsignalering van angst bij kanker
Vroegsignalering van angst bij kanker Symposium juni 2016, Amsterdam Hoe harder we angst bevechten, hoe meer ze ons verleidt en verstikt. Hoe meer we de angst in de ogen zien, hoe sneller ze vrijheid biedt.
Nadere informatieWorkshop 2 Pijn & Pijnbestrijding en de rol van de verpleegkundige Antoine Engelen, Paul Cornelissen & Sylvia Verhage
Workshop 2 Pijn & Pijnbestrijding en de rol van de verpleegkundige Antoine Engelen, Paul Cornelissen & Sylvia Verhage Kasteel Maurick 2-10-2012 Pijn bij kanker Pijn bij kanker + algemeen voorkomend symptoom
Nadere informatieInFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding
Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module
Nadere informatieSymptomen in de Palliatieve Fase
Symptomen in de Palliatieve Fase Internationale dag Palliatieve zorg Limburg 2015 Marieke van den Beuken- van Everdingen 36 symptomen die bij > 10% voorkomen vermoeidheid obstipatie snelle verzadiging
Nadere informatieWorkshop Delirium Symposium Palliatieve Zorg, richtlijnen voor de praktijk Utrecht, 12-01-2006
Workshop Delirium Symposium Palliatieve Zorg, richtlijnen voor de praktijk Utrecht, 12-01-2006 Ine Klijn, psychiater, Zorglijn Acute en Consultatieve Psychiatrie Divisie Hersenen, UMCU Rob Krol, adviseur
Nadere informatiehuisartsennascholing 10 sept 2013
huisartsennascholing 10 sept 2013 -polyneuropathie -restless legs syndrome Joost van Oostrom Afdeling Neurologie Rijnstate Programma (2x) WAAROM moeten we hier iets over weten WAT moeten we hierover weten
Nadere informatieBehandeling met dexamethason bij een hersentumor
Behandeling met dexamethason bij een hersentumor Informatie voor patiënten F0722-3111 december 2010 Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl MCH Antoniushove, Burgemeester Banninglaan 1 Postbus 411,
Nadere informatieStephan van den Brand Kaderarts palliatieve zorg
Stephan van den Brand Kaderarts palliatieve zorg Palliatieve sedatie -Inleiding -Wat is palliatieve sedatie? -Wat is het niet? -Indicatiestelling -Procedure -Valkuilen -Complicaties Palliatieve sedatie
Nadere informatieLeven met kanker Nieuwste ontwikkelingen in de behandeling bij longkanker. Judith Herder 2017
Leven met kanker Nieuwste ontwikkelingen in de behandeling bij longkanker Judith Herder 2017 Deze presentatie Enkele feiten over kanker Wat is longkanker nou eigenlijk? Behandeling bij uitgezaaid longkanker
Nadere informatieAcute neurologische problemen
Acute neurologische problemen Nascholing neuro-oncologie Judith de Bont Kinderneuroloog Acute neurologische problemen Neuro-oncologie Verhoogde intracraniële druk/inklemming Hydrocefalus Epilepsie Neurologische
Nadere informatieZiekte van Parkinson. Patiënteninformatie
Patiënteninformatie Ziekte van Parkinson Informatie over (de oorzaken van) de ziekte van Parkinson, waar u dan last van kunt hebben, hoe we de diagnose stellen en wat u er zelf aan kunt doen Ziekte van
Nadere informatiedr. Wiepke Cahn UMCUtrecht
dr. Wiepke Cahn UMCUtrecht Ypsilon 30 jaar Schizofrenie onderzoek staat in Nederland nu 20 jaar op de kaart - Ypsilon en onderzoekers trekken met elkaar op sinds die tijd Epidemiologische studies genetica
Nadere informatieHoe vaak komt een ependymoom voor? Een ependymoom komt bij een op de kinderen voor.
Ependymoom Wat is een ependymoom? Een ependymoom is een kwaadaardige hersentumor die ontstaat uit de bekleding van de hersenholtes in de hersenen. De bekleding van de hersenholtes wordt ependym genoemd.
Nadere informatieDe Laatste Zorg. Workshop 7 oktober 2016
De Laatste Zorg Workshop 7 oktober 2016 Disclosurebelangen spreker (potentiële) Belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium
Nadere informatieOverbehandeling in radiotherapie. Prof. Dr. Caroline Weltens
Overbehandeling in radiotherapie Prof. Dr. Caroline Weltens 29-09-2018 veilig de lokale therapie verminderen zonder de uitkomst te compromiteren Juiste balans tussen benefit en neveneffecten Bij combinatie
Nadere informatieBarnidipine C08CA12, december Indicatie Barnidipine is geregistreerd voor de indicatie hypertensie.
Barnidipine C08CA12, december 2017 Indicatie Barnidipine is geregistreerd voor de indicatie hypertensie. Standpunt Ephor In het rapport over de calciumantagonisten van april 2013 wordt barnidipine door
Nadere informatieOpzet. Workshop Consultatie II. Behoefte aan methodische benadering voor consultatie. Palliatieteam Midden Nederland
Workshop Consultatie II Palliatieteam Midden Nederland, 13 november 2008 Alexander de Graeff Internist-oncoloog UMC Utrecht, hospice arts Academisch Hospice Demeter Ginette Hesselmann Verpleegkundig specialist
Nadere informatieINHOUD Dit protocol is gebaseerd op de NVN richtlijn 2011 Prognose van post-anoxisch coma. 1 september 2012
INHOUD Dit protocol is gebaseerd op de NVN richtlijn 2011 Prognose van post-anoxisch coma. 1 september 2012 Inleiding: Een post-anoxisch coma wordt veroorzaakt door globale anoxie of ischemie van de hersenen,
Nadere informatieZorg en kwaliteit van leven in de stervensfase. Jantsje Tadema - Fekken Pietje Anna Feenstra
Zorg en kwaliteit van leven in de stervensfase Jantsje Tadema - Fekken Pietje Anna Feenstra Huidige situatie Zorgpad stervensfase Oorsprong Inhoud Stervensfase Casus Werkveld? Ervaring zorgpad? 1997 Liverpool
Nadere informatieM studie (Longkanker) / luchtpijp & longkanker
M14-361-studie (Longkanker) / luchtpijp & longkanker Onderzoek naar een nieuwe behandeling voor patiënten met vergevorderde kleincellige longkanker die behandeld worden met carboplatine en etoposide (standaardbehandeling).
Nadere informatiePALLIATIEVE (CHEMO)THERAPIE JA OF NEE?
PALLIATIEVE (CHEMO)THERAPIE JA OF NEE? Astrid Demandt Internist-hematoloog OMC 10 November 2011 CHEMOTHERAPIE/ TARGETED THERAPY Curatief (Neo)-adjuvant Palliatief: geen locale therapie mogelijk of gemetastaseerde
Nadere informatiePRIMAIRE ORTHOSTATISCHE TREMOR. Diepe hersenstimulatie? Fleur van Rootselaar, neuroloog AMC 12 mei 2017
PRIMAIRE ORTHOSTATISCHE TREMOR Diepe hersenstimulatie? Fleur van Rootselaar, neuroloog AMC 12 mei 2017 VROUW, 60 JAAR, PIJN BENEN EN MOE Pijn in de benen, vermoeidheid en niet kunnen staan - Al jaren last,
Nadere informatie1. Angst. 1.1 Observatie. 1.2 Oorzaak
1. Angst 1.1 Observatie Emotionele reacties : huilen, Spanning van de spieren Verstarring v.d. aangezichtsspieren R u s t e l o o s h e i d S l a p e l o o s h e i d V e r s t r o o i d h e i d Angst voor
Nadere informatieDe laatste levensfase: over stervensscenario s. Iridium, 16 maart 2011. Dr. Gert Huysmans
De laatste levensfase: over stervensscenario s Iridium, 16 maart 2011. Dr. Gert Huysmans Oorzaak overlijden Dementie, frailty Orgaanfalen Acuut Kanker - de laatste levensfase - 2 kanker F U N C T I E OVERLIJDEN
Nadere informatieOligometastasen: Echt of wishfull thinking? Dirk De Ruysscher, MD, PhD Radiation Oncologist University Hospitals Leuven/ KU Leuven Leuven, Belgium
Oligometastasen: Echt of wishfull thinking? Dirk De Ruysscher, MD, PhD Radiation Oncologist University Hospitals Leuven/ KU Leuven Leuven, Belgium Casus 65-jaar oude blanke vrouw 20 pak jaren Gestopt met
Nadere informatieCONVULSIES BIJ KINDEREN: EEN GEWONE KOORTSSTUIP?
CONVULSIES BIJ KINDEREN: EEN GEWONE KOORTSSTUIP? O. F. Brouwer Afdeling Neurologie Universitair Medisch Centrum Groningen EPILEPSIE Waarom ontstaat een epileptische aanval? Afwijkende prikkelbaarheid van
Nadere informatieVerpleegkundige Instructie Palliatieve Zorg Misselijkheid
Verpleegkundige Instructie Palliatieve Zorg Misselijkheid 5-Folder misselijk.indd 1 15-07-2008 09:23:15 5-Folder misselijk.indd 2 15-07-2008 09:23:16 1. Hoe herkent u misselijkheid? Misselijkheid is een
Nadere informatiePalliatieve zorg bij COPD
Palliatieve zorg bij COPD Joke Hes Longverpleegkundige Palliatieve zorg bij COPD 26/06/2014 Joke Hes Inhoud presentatie Welkom Wat is COPD Wanneer is er sprake van palliatieve zorg bij COPD Ziektelast
Nadere informatieWat is een neurocytoom? Een neurocytoom is een hersentumor die ontstaat uit tumorcellen die heel veel lijken op normale zenuwcellen.
Neurocytoom Wat is een neurocytoom? Een neurocytoom is een hersentumor die ontstaat uit tumorcellen die heel veel lijken op normale zenuwcellen. Hoe wordt een neurocytoom ook wel genoemd? Er bestaat geen
Nadere informatieUnit voor palliatieve zorg en symptoombestrijding (PZU)
Unit voor palliatieve zorg en symptoombestrijding (PZU) Afdeling 3.37 interne geneeskunde Locatie Veldhoven Unit voor palliatieve zorg en symptoombestrijding U bent of wordt opgenomen op de unit voor palliatieve
Nadere informatieEpileptische aanvallen op de PICU
Epileptische aanvallen op de PICU Astrid van der Heide Neuroloog/kinderneuroloog Inhoud Wat is epilepsie Status epilepticus Video s Take home message Wat is epilepsie? Wat is een epileptische aanval? Plotselinge
Nadere informatiePalliatieve zorg. Bernarda Heslinga, huisarts, kaderarts palliatieve zorg palliatief consulent
Palliatieve zorg Bernarda Heslinga, huisarts, kaderarts palliatieve zorg palliatief consulent Palliatieve zorg, de WHO definitie 2002: Palliatieve zorg is een benadering die de kwaliteit van leven verbetert
Nadere informatieSedatiekaart Noord-Holland Noord
Sedatiekaart Noord-Holland Noord Aandachtspunten en afspraken bij het toepassen van palliatieve sedatie en medicatie bij palliatieve sedatie Consultteam palliatieve zorg 0900-202 17 45 (24 uur per dag
Nadere informatieStudie medicijnen Groningen
Albert Twijnstra Studie medicijnen Huisarts Assistent interne geneeskunde Curaçao Specialisatie Neurologie Promotie onderzoek Academisering Neurologie Maastricht Neuro-traumatologie en Neuro-oncologie
Nadere informatieDe indicatoren omtrent borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn :
Indicatoren VIP²-project Oncologie In België is, net als in Europa, borstkanker de meest voorkomende oorzaak van overlijden door kanker bij vrouwen (20,6 % van alle overlijdens ingevolge kanker). In 2009
Nadere informatieUniversitair Medisch Centrum Groningen
Universitair Medisch Centrum Groningen Beter af met minder Reduction of Inappropriate psychotropic Drug use in nursing home residents with dementia Claudia Groot Kormelinck Prof.dr. Sytse Zuidema Probleemgedrag
Nadere informatieCasus oncologie,, D.R., 1930
Casus oncologie,, D.R., 1930 Medische voorgeschiedenis 1992: prostatectomie wegens benigne prostaathypertrofie 2009: CVA met rechter hemiparese, volledige recuperatie 03/2013: paroxysmale VKF: echocor:
Nadere informatieHersentumorcentrum Amsterdam
Cancer Center Amsterdam Locatie VUmc Hersentumorcentrum Amsterdam De polikliniek 2 Amsterdam UMC Cancer Center Amsterdam Inleiding Neuro-oncologie is het specialisme dat zich concentreert op ziekten van
Nadere informatieMeer sparend bestraling van de axilla? Less is more (than enough) Nicola Russell
Meer sparend bestraling van de axilla? Less is more (than enough) Nicola Russell Techniek tot nu toe Conventionele simulatie Virtuele simulatie Techniek voor okselbestraling Klier levels I III Plexus brachialis
Nadere informatiePalliatieve zorg in de eerste lijn. Ruben S. van Coevorden, huisarts IKA Consulent palliatieve zorg
Palliatieve zorg in de eerste lijn Ruben S. van Coevorden, huisarts IKA Consulent palliatieve zorg Palliatieve zorg Geen Cure, maar Care streven naar een comfortabel einde Als genezing niet meer mogelijk
Nadere informatie(potentiële) belangenverstrengeling
(potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële) vergoeding Aandeelhouder Andere relatie, namelijk
Nadere informatieHersenoperatie. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl
Hersenoperatie Informatie voor patiënten F0647-3415 december 2011 Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl MCH Antoniushove, Burgemeester Banninglaan 1 Postbus 411, 2260 AK Leidschendam 070 357 44
Nadere informatieDyspnoe in palliatieve fase. Marloes van Haandel
Dyspnoe in palliatieve fase Marloes van Haandel Inhoud Epidemiologie Definities van dyspnoe Communicatie Utrechts Symptoom Dagboek Verpleegkundige interventies bij dyspnoe Verpleegkundige diagnoses Angst
Nadere informatieOntwikkelingen en behandelmogelijkheden bij de patiënt met oesofagus- of maagcarcinoom. 17-9-2015 dr. Marije Slingerland, internist-oncoloog
Ontwikkelingen en behandelmogelijkheden bij de patiënt met oesofagus- of maagcarcinoom 17-9-2015 dr. Marije Slingerland, internist-oncoloog Doelgerichte therapie bij het lokaal gevorderd en gemetastaseerd
Nadere informatieOncologische zorg bij ouderen
Oncologische zorg bij ouderen Balanceren tussen over- en onderbehandeling Johanneke Portielje, HagaZiekenhuis Kring ouderenzorg AMC & partners 12 juni 2013 mamma carcinoom
Nadere informatieBehandelen in de palliatieve fase zin of onzin?
Behandelen in de palliatieve fase zin of onzin? Palliatieve chemotherapie Birgit Mispelaere Algemene medisch oncologie 16.09.2010 Palliatieve therapie Behandelen en voorkomen van symptomen en klachten
Nadere informatie