Centrum Bastiaan Bosch Singel AK Amsterdam Tel +31 (0)

Transcriptie

1 RP Analytic Postbus ZG Kamperland. St. Medisch Centrum Rhijnauwen Regulierenring 9 NL LA Bunnik xx.xx.2008 Uitslag Patiënt Naam, Geb.Datum Opdrachtnr xxxxxxxxx Aantal 1 Specimen Ontlasting Ingang xx.xx.2008 Uitgang xx.xx.2008 Onderzoek Resultaat Uitslag Eenheden Referentie Preventief onderzoek colon-rectumcarcinoom Calprotectine <7,8 mg/l <50 mg/kg M2-PK Tumormarker <1,0 µ/g < 4 µ/g Hemoglobine <2,0 U/g <2 Hemoglobine-Haptoglobine <2,0 U/g < 2,0 complex Darmontstekingen Alpha-1-Antitrypsin <4,1 U/ml < 27.5 Immuniteit slijmvliezen beta-defensin 2 <10,0 ng/ml < 23 ng/ml siga (feces) 345,70 -- mg/l Spijsvertering Pancreaselastase 403,80 ug/g >200ug/g Verlaagd siga Deze uitslag toont een te lage siga. Dit houdt bv. in infectiegevoeligheid van de slijmvliezen, neoplastische ziektes, atopiën en auto-immuunziektes. Veel mensen met een siga gebrek zijn klinisch klachtenvrij. De bestemming van het siga uit de ontlasting kan locale siga tekorten van het intestinum naar voren brengen. Een therapie opzet houdt altijd in de mucosale immuniteit door een training van de siga productie te stimuleren. Dit kan gebeuren bv. door Enterococcus faecalis of Enterococcus faecium (Symbioflor I) en E.coli therapie (Symbioflor II) pagina 1 van 6

2 Uitslag bacteriologie Patiënt Naam, Geb. Datum Opdrachtnr xxxxxxxx Aantal 1 Specimen Ontlasting Ingang xx.xx.2008 Uitgang xx.xx.2008 Onderzoek Resultaat Referentie Uitslag Ontlastingprogramma Vertering kleur ontlasting faeces bruin bruin Consistentie brijig structuur ph-waarde 6,10 5,8-6,8 Spiervezels 0,0 0,00 Zetmeel 0,0 0,00 Vetzepen 0,0 0,00 Intestinale flora Residente flora Escherichia coli 1,00 * * * Enterococcus sp. 1,00 * * * Bifidobacterium sp 1,00 * * * Bacteroides sp. 1,00 * * * Lactobacillus sp. 1,00 * * * 10 07! Transiënte flora Enterobacteriaceae groep 1 < 1,00 * < 1.00 * Enterobacteriaceae groep 2 < 1,00 * < 1.00 * Pseudomonas sp. < 1,00 * < 1.00 * Salmonella sp. 0,0 0,00 Clostridium difficile < 1,00 * < 1.00 * Onderzoek mycologie Candida albicans negatief negatief tot < 1.00 * Candida glabrata negatief negatief tot < 1.00 * Candida krusei negatief negatief tot < 1.00 * Candida parapsilosis negatief negatief tot < 1.00 * Candida tropicalis negatief negatief tot < 1.00 * Geotrichum candium negatief negatief tot < 1.00 * Rhodotorula rubra 1,00 * negatief tot < 1.00 * Candida sp. negatief negatief tot < 1.00 * Schimmels Aspergillus fumigatus negatief negatief tot < 1.00 * Aspergillus niger negatief negatief tot < 1.00 * Aspergillus sp. negatief negatief tot < 1.00 * Mucor species negatief negatief tot < 1.00 * andere schimmels negatief negatief tot < 1.00 * Virulente faktoren pagina 2 van 6

3 Onderzoek Resultaat Referentie Uitslag Virulente faktoren flora flora Haemolyse 1, Urease 1, Gelatinase 0,0 0 Katalase 0,0 0 Coagulase 1, Parasieten immunologisch Entamoeba histolytica 0,0 0 Giardia lamblia 0,0 0 Cryptosporidien 0,0 0 Parasieten microscopisch Entamoeba coli 0,0 0 Blastocystis hominis 0,0 0 Wormen 0,0 0 Ovarien(wormeitjes) 0,0 0 Maag Helicobacter pylori 0,0 0 Isonosoden Isonosoden positief Isonosoden worden door de apotheek bereid. pagina 3 van 6

4 E.coli verlaagd E.coli is een bestanddeel van de residente (obligate) dikke darmflora. Hij draagt door de productie van antimicrobiële substanties bij aan de kolonisatieresistentie. Verder wordt het immuunsysteem van de darmen gestimuleerd en de darmbarrière gestabiliseerd. Enterococcen verlaagd In de onderzochte ontlasting is de concentratie enterococcen verlaagd. Er is een bacteriële storing aanwezig en er bestaat een kans op het Overgrowth Syndrom. Let op een verminderde vit. B 12 synthese. Enterococcen zijn een bestanddeel van de residente (obligaat) dikke darmflora. Door de zuur- en galtolerantie komen ze ook voor in de dunne darm. Via omzetten van koolhydraten (saccharolyten) worden vetzuren met een korte molecuulverbinding geproduceerd, die naast een verzuring van darmmilieu ook een directe rem op de groei van transiënte kiemen veroorzaken. Verder produceren ze de voor de kolonisatieresistentie belangrijke bactereostatische en bactericide werkende substanties. Bij een overeenstemmend voedingsaanbod kunnen ze ook eiwitten omzetten. Rhoduturula rubrum Nystatine sensibel Deze gistschimmel is in de natuur wijd verspreid (lucht, water, aarde) en als contaminant vaak geïsoleerd (o.a. meningitis en septikemie). De pathogeniteit is twijfelachtig en afhankelijk van het ziektebeeld. In de regel is een Nystatinesensibiliteit aanwezig. Virulentiefactor Haemolysine Virulentiefactoren zijn bacteriële moleculen (vaak enzymen) die een schadelijke invloed op de mens kunnen uitoefenen. Interpretatie Hemolysin breekt de rode bloedcellen van de patiënt af. Micro-organismen die over deze virulentiefactor beschikken zijn (na translocatie) in staat de zuurstof voorziening in de perifere patiënten-weefsels te verminderen door afbraak van rode bloedcellen. Diverse stadia van functieverlies kunnen hierdoor worden veroorzaakt. Het immuunsysteem van de darm moet therapeutisch benaderd worden. Denk aan het toepassen van metabolieten (Hylak forte of Prosymbioflor), Enteroccus faecalis (Symcoccium of Symbioflor I) en E.coli (Symbioflor II of Esscherium). Ook isonosoden horen bij de therapeutische mogelijkheden. Virulentiefactor Urease Virulentiefactoren zijn bacteriële moleculen (vaak enzymen) die een schadelijke invloed op de mens kunnen uitoefenen. Interpretatie Urease breekt ureum (een produkt van de eiwitstofwisseling) af, hierdoor komt ammoniak en bicarbonaat vrij. Door de productie van deze twee stoffen wordt het zuur in de directe omgeving van de bacterie geneutraliseerd. Dit beschermende neutraliserende jasje stelt de bacterie in staat om het afweersysteem zuurvorming te weerstaan. Verder kan door de ammoniak productie de lever belast worden. Virulente factor Coagulase. Virulente factoren zijn bacteriële moleculen (vaak enzymen) die een schadelijke invloed op de mens kunnen uitoefenen. Interpretatie Coagulase inactiveert eiwitten geproduceerd door de patiënt. Eiwitten als lysozyme (breekt bacteriën af) en immuunglobulines (de zgn. afweer-eiwitten) kunnen hierdoor hun beschermende functie niet meer uitoefenen. Denk bij behandeling aan het toepassen van metabolieten (Hylak forte of Prosymbioflor), Enteroccus faecalis (Symcoccium of Symbioflor I) en E.coli (Symbioflor II of Esscherium). Ook isonosoden behoren tot de therapeutische mogelijkheden. pagina 4 van 6

5 Toelichting bij de uitslag: Bij verhoogde waarden Bij verlaagde waarden! = belangrijk: controle aanbevolen! = belangrijk: controle aanbevolen + = licht verhoogd - = licht verlaagd ++ = verhoogd - - = verlaagd pagina 5 van 6

6 Aanbevolen therapie RP Oligo Plant Cynara scolymus RP Oligo Plant Urtica dioica 1-2 x daags 3 pompstootjes 1-2 x daags 3 pompstootjes Nystatine i.e. RP Melaleuca Capsules RP Zwarte Komijn Capsules RP Oligo-Inulin Kombucha Essenz Lycopodium D6 Nux vomica D6 Hylak forte Symbioflor I Symbioflor II 4-5x daags 2-4 ml 3 x 1 capsule bij de maaltijd 3 x 1 capsule bij de maaltijd 2x daags ½ maatlepel in lauw water oplossen en drinken 3 x 5-10 druppels per dag 3 x daags 3 granules voor het eten 3 x daags 3 granules na het eten 3 x daags ml 2-3 x daags druppels 2-3 x daags druppels Voedingsadvies In verband met de uitslag van het faecesonderzoek is het raadzaam eenvoudige koolhydraten (suiker, snoepjes enz.) en witmeelproducten te beperken, een vezelrijke voeding is aan te bevelen. Deze voeding steunt de saccharolytische, commensale flora waardoor de zuurgraad daalt. Vezelrijke voeding kan in het begin meteorisme veroorzaken, dit gaat na een gewenningsfase over. Door het gelijktijdig innemen van RP OligoPlant Zwarte Komijn Capsules en RP Oligo-Inuline wordt: de gewenste verzuring van het darmmilieu gesteund de voedingsbodem voor de commensale saccharolytische flora bereid het darmgeassocieerde immuunsysteem gemoduleerd het meteorismus verminderd pagina 6 van 6