Kennis van tuberculose bij Brusselse en Vlaamse huisartsen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kennis van tuberculose bij Brusselse en Vlaamse huisartsen"

Transcriptie

1 FACULTEIT GENEESKUNDE EN FARMACIE Kennis van tuberculose bij Brusselse en Vlaamse huisartsen Thesis neergelegd voor het behalen van de graad van Master in de Geneeskunde Gilles Biebuyck Academiejaar Promotor: Prof. Sandrina Schol Co-promotor: Dr. Wouter Arrazola de Oñate 1

2 Inhoudstabel Abstract... 3 Inleiding... 4 Epidemiologie... 4 Strategie en nut van dit onderzoek... 6 Onderzoeksvraag... 7 Probleemstelling... 7 Doelstelling... 7 Vraagstelling... 8 Methode... 8 Onderzoeksgroep... 8 Gebruikte vragenlijst... 8 Verwerking van de resultaten... 9 Statistische analyses Resultaten Discussie Algemeen Bespreking per vraag Beperkingen van het onderzoek Meerwaarden van het onderzoek Toekomstig onderzoek Conclusie Dankwoord Referenties Bijlagen Bijlage 1: Vragenlijst Bijlage 2: Keuzemogelijkheden bij meerkeuzevragen

3 Abstract Situering: Tuberculose is wereldwijd een belangrijke doder maar in België is de incidentie laag. Om het aantal tuberculosepatiënten in België zo laag mogelijk te houden is goede kennis noodzakelijk. Huisartsen zijn een belangrijke schakel in het gezondheidssysteem om tuberculose zo vroeg mogelijk op te sporen en aan te pakken. Onderzoeksvragen: Wat weten Brusselse en Vlaamse huisartsen wel of niet over tuberculose? en Hoe is de kennis van de Brusselse en Vlaamse huisartsen over tuberculose? Methode: Brusselse en Vlaamse huisartsen werden via uitgenodigd om een vragenlijst online in te vullen. Die vragenlijst bevat open en gesloten vragen over onder andere de symptomen, de diagnose en de aanpak van patiënten met tuberculose. Resultaten: Een totaal van 29 huisartsen vulden alle vragen in (dit hoort bij resultaten). Per vraag zijn alle antwoorden gegroepeerd om een idee te geven van de gemiddelde kennis. Verder werd er per arts een totaalscore berekend voor alle vragen samen. Bij de verwerking van de resultaten viel op dat de score op de kennistest het best was bij de deelnemende artsen afkomstig uit West-Vlaanderen (p=0,018). Alsook dat de rol die de VRGT kan vervullen op vlak van diagnostiek niet goed gekend is bij de huisartsen die deelnamen aan dit onderzoek en dat er een lage drempel bestaat voor wat betreft het verwijzen van (een vermoeden van) een tuberculosepatiënt. Tenslotte werd vastgesteld dat twee derde van de deelnemende huisartsen interesse toonde in een vormingsmoment in verband met tuberculose. Besluit: Via een online vragenlijst en uitnodigingen werden niet veel huisartsen bereikt. Het is niet mogelijk om op basis van deze studie definitieve conclusies te trekken rond de kennis over tuberculose bij Vlaamse en Brusselse huisartsen. Verder onderzoek hieromtrent lijkt aangewezen. Betere methodes om huisartsen te betrekken bij het onderzoek moeten gevonden worden. 3

4 Inleiding Epidemiologie De incidentie van tuberculose was in 2012 in België 8,9/ Dit was een lichte, niet significante stijging ten opzichte van België blijft hiermee behoren tot de landen met de laagste incidenties in de wereld. Toch heeft dit land hiermee een hogere incidentie dan de naaste buurlanden. Volgens het laatste Surveillance en Monitoring in Europe 2011 rapport van het European Centre for Disease Prevention and Control bedroeg de incidentie van tuberculose in Frankrijk, Nederland, Duitsland en Luxemburg respectievelijk 5,9/ , 6,5/ , 5,3/ en 5,8/ Deze stijging mag niet als verrassing beschouwd worden aangezien de World Health Organization (WHO) al enige jaren waarschuwt voor de effecten van de economische crisis en de toegenomen armoede op het voorkomen van tuberculose.(1) Armoede en sociale exclusie zijn immers zowel directe als indirecte factoren die de ontwikkeling van tuberculose sterk bevorderen. De WHO vraagt lidstaten dringend om meer aandacht te schenken aan de Sociale Determinanten van tuberculose, met als doel met deze nieuwe focus de epidemie onder controle te krijgen.(2) Zolang de armoede en sociale ongelijkheid niet drastisch aangepakt worden, zal tuberculose immers niet verdwijnen en zal deze ziekte de algemene volksgezondheid blijven aantasten. Verschillende studies zijn het erover eens dat een biomedische aanpak alleen onvoldoende is om dit probleem op te lossen. (3)(4)(5) Gezien de aanhoudende crisis en zijn impact op het voorkomen van de ziekte, is het zeker niet aangewezen om te besparen op tuberculoseprogramma s. Integendeel, een extra inspanning om verder te moderniseren en te anticiperen op een verdere toename van de incidentie van de ziekte is nodig. Voornamelijk in Brussel werd in 2010 een stijging van de incidentie gezien tot 34,6/ Dit is in lijn met het armoederapport van 2011 dat 4

5 besloot: de sterke bevolkingsstijging in Brussel gaat gepaard met een stijging van het aantal personen dat in armoede leeft in het Gewest en dit uit zich zowel op vlak van inkomens, tewerkstelling, huisvesting, scholingsgraad en gezondheid en verder dat mensen in Brussel niet beschermd zijn tegen armoede en dat de sociale ongelijkheid in het gewest toeneemt. De incidentie bij kinderen onder de vier jaar is een indirecte indicator voor het bestaan van recente besmettingen. De incidentie bij de allerjongsten is veel hoger in Brussel dan in de andere gewesten, en dit zowel voor Belgen als voor niet-belgen. Elk geval van de ziekte bij een jong kind kan aanzien worden als een falen van de preventieve programma s. Daarnaast hebben studies met DNA-fingerpinting technieken reeds eerder aangetoond dat er wel degelijk ongoing transmissions zijn in Brussel.(6) Bij de niet-belgen in Brussel is er een (marginaal) significante stijging van de incidentie te zien ten opzichte van Als men asielzoekers niet meerekent in de groep niet-belgen is er wel nog een stijging, maar is deze niet significant meer. Ook de incidentie bij Belgen is in Brussel bijna drie maal hoger dan in de andere gewesten. Hoewel 74 procent van de tuberculose gevallen in Brussel voorkomt bij niet-belgen, is slechts 28 procent toe te wijzen aan asielzoekers of mensen zonder de juiste papieren. De overige 72 procent van de gevallen komt voor bij mensen die niet tot deze hogergenoemde bevolkingsgroepen behoren. Men kan stellen dat de incidentie in Brussel de laatste 25 jaar niet echt gewijzigd is. Zo n hoge incidenties zijn nog moeilijk aanvaardbaar voor een rijk land of voor de hoofdstad van Europa. Brussel kent na Londen en Birmingham de hoogste incidentie van alle grote steden in West Europa. De splitsingsdrang heeft als gevolg gehad dat de institutionele situatie in Brussel zo complex is dat er op dit moment niet minder dan zes verschillende ministeries een bevoegdheid hebben over het onderwerp tuberculose. Het is ook sinds die versnippering van bevoegdheden dat de incidenties niet meer gedaald zijn. 5

6 Strategie en nut van dit onderzoek Om de tuberculose-incidentie verder te doen afnemen is het enerzijds noodzakelijk de tuberculosetransmissie te beperken door besmettingsbronnen zo snel mogelijk op te sporen en te behandelen tot ze genezen zijn. Anderzijds is het belangrijk om het reservoir van tuberculeus geïnfecteerde personen in te krimpen. Hierdoor wordt een verdere verspreiding van de ziekte tegengegaan. Dit komt neer op het in praktijk brengen van de tuberculose-eliminatiestrategie die bestaat uit vier pijlers.(7)(8) Deze strategie bestaat in de eerste plaats uit de vroegtijdige detectie en behandeling van patiënten met actieve tuberculose. Dit gebeurt in ons land grotendeels door de curatieve sector en wordt ook passieve screening genoemd. Ten tweede raakt tuberculose in lage incidentielanden steeds meer geconcentreerd in bevolkingsgroepen met een verhoogd risico voor tuberculose. Deze bevolkingsgroepen zijn vaak moeilijk bereikbaar of hebben een beperkte toegang tot de gezondheidszorg. Daarom is een specifieke aanpak vereist, namelijk actieve screening van risicogroepen. Door het actief opsporen van tuberculose bij populatiegroepen met een verhoogd risico voor de ziekte en door het verlenen van toegang tot kwaliteitsvolle diagnose en behandeling van alle tuberculosepatiënten (ook diegenen zonder ziekteverzekering of andere sociale steun), wordt het risicogroep management in praktijk gebracht. De derde pijler is het vermijden en/of het zo snel mogelijk onder controle brengen van micro-epidemieën rond tuberculosebesmettingsbronnen. Daarvoor is een sluitend outbreak management nodig. Het vereist een proactieve aanpak van contactonderzoeken, een snel herkennen van 6

7 micro-epidemieën en een degelijk contact- en brononderzoek rond een besmettelijk geval. De laatste pijler betreft de tuberculosebestrijding bij personen die blootgesteld zijn aan het tuberculosebesmettingsrisico ( exposure-group management ). Dat is grotendeels de taak van de dienst voor preventie en bescherming (DPB) op het werk: het omhelst immers het periodiek tuberculoseonderzoek van werknemers blootgesteld aan een besmettingsrisico op het werk. De laatste twee pijlers van de eliminatiestrategie dienen voornamelijk om het reservoir in te krimpen waaruit toekomstige tuberculosepatiënten zich zullen ontwikkelen. Wanneer de personen met latente tuberculose-infectie (LTBI) snel gediagnosticeerd en adequaat behandeld worden, daalt immers hun kans op het ontwikkelen van actieve tuberculose met 70 tot 90 procent. Hieruit is duidelijk dat de Belgische huisarts op verschillende niveaus een belangrijke rol kan spelen in de bestrijding tegen tuberculose. Onderzoeksvraag Probleemstelling België is een land met lage incidentie voor tuberculose met een concentratie van de ziekte in grote steden. Net omdat de ziekte nog zeer weinig voorkomt, is het grootste gevaar in België het verdwijnen van de kennis en de expertise.(9) Doelstelling Het behouden van expertise is de grootste uitdaging. Sensibilisatie en vorming van de curatieve sector en de eerste lijn worden steeds belangrijker om de kennis over deze zeldzaam geworden ziekte te 7

8 bewaren en om tuberculose niet te vergeten als mogelijke diagnose. De incidentie van tuberculose in Brussel blijft hoger dan in de twee andere gewesten Wallonië en Vlaanderen. Het doel van dit onderzoek is om de kennis van tuberculose bij Brusselse en Vlaamse huisartsen te evalueren. Vraagstelling Wat weten Brusselse en Vlaamse huisartsen wel of niet over tuberculose? Hoe is de kennis van de Brusselse en Vlaamse huisartsen over tuberculose? Methode Onderzoeksgroep Er werd getracht zoveel mogelijk Vlaamse en Brusselse huisartsen te bereiken om deel te nemen aan dit onderzoek. Hiertoe werden op verschillende tijdstippen gepersonaliseerde s verstuurd waarin het opzet van het onderzoek en de hyperlink naar de online enquête vermeld waren. Deze vragenlijst was online beschikbaar tussen 31 november 2013 en 1 maart Gebruikte vragenlijst De gestelde vragen zijn gebaseerd op de inhoud van de aanbevelingen opgesteld door het comité van de Stichting tegen Tuberculose een de Respiratoire Aandoeningen (BELTA). De opstelling van de vragenlijst is het resultaat van uitvoerig overleg met de VRGT (Vlaamse vereniging voor respiratoire gezondheidszorg en tuberculosebestrijding vzw) en 8

9 FARES (Fonds des Affections Respiratoires) (Zie bijlage 1) Er is eerst een lange lijst van vragen opgesteld waaruit een definitieve selectie gemaakt werd. Teneinde de vragen zo duidelijk, enkelvoudig, niet-suggestief en verwerkbaar te maken, werden de vragen eerst aan een klein aantal huisartsen voorgelegd. Deze antwoorden werden niet gebruikt in de analyses. De lijst met vragen is zo lang als noodzakelijk en zo kort als mogelijk gehouden. De vragenlijst is niet gevalideerd. Om de Franstalige huisartsen te kunnen ondervragen, werd eveneens een Franstalige vragenlijst opgesteld via vrije vertaling van de Nederlandstalige versie. Verwerking van de resultaten De gegeven antwoorden werden vergeleken met de aanbevelingen van de VRGT en FARES. Deze aanbevelingen werden als referentie gebruikt voor de beoordeling van de antwoorden. Voor wat betreft de meerkeuzevragen, was er telkens slechts één juist antwoord. (Zie bijlage 2) Om na te gaan wat de deelnemende huisartsen wel of niet wisten over tuberculose werden de verschillende vragen apart geanalyseerd. De diverse antwoorden op de open vragen werden hiertoe onderverdeeld in grote groepen waarbij gelijkaardige antwoorden in een zelfde groep werden geplaatst. Vervolgens werd voor deze verschillende groepen de frequentie van de gegeven antwoorden bepaald. Om na te gaan hoe de kennis van de deelnemende huisartsen over tuberculose was, werd hun een individuele score toegekend. Hiertoe werd er per vraag met een volledig juist antwoord één punt toegekend. Indien er meer juiste antwoorden mogelijk waren, werd voor desbetreffende vragen, één punt gedeeld door het aantal juiste mogelijkheden. Op deze manier werd voor elke deelnemer een eindscore op een totaal van 18 9

10 berekend. Vervolgens werd uit de eindscores van alle deelnemers de mediaan berekend om de ondervraagde populatie te kunnen onderverdelen in enerzijds de artsen die een resultaat behaalden gelijk aan of boven deze mediaan en anderzijds de artsen die onder de mediaan scoorden. Dankzij deze dichotomie werd het eveneens mogelijk deze beide groepen te vergelijken voor wat betreft het geslacht, de vestiging van de praktijk, het type praktijk, het aantal nieuw gediagnosticeerde tuberculosepatiënten en het al dan niet wensen van een vorming in verband met tuberculose. Statistische analyses Voor de analyse van de gegevens werd gebruik gemaakt van Microsoft Excel 2010 en IBM SPSS Statistics 22. In IBM SPSS Statistics 22 werden de frequenties geanalyseerd via de functie Analyse - Descriptive Statistics - Frequencies. De Crosstabs werden gevormd via de functie Analyse - Descriptive Statistics - Crosstabs - Chi-square. Onvolledige data zijn niet gebruikt voor de analyses. 10

11 Resultaten Tabel 1 Demografische gegevens van de onderzoekspopulatie N Totaal (%) 29 (100%) / (%) 15/14 (52%/48%) Aantal huisartsen uit Brussel 7 (25%) Aantal huisartsen uit Vlaams-Brabant 6 (21%) Aantal huisartsen uit Oost- Vlaanderen Aantal huisartsen uit West- Vlaanderen 2 (6,9%) 5 (17%) Aantal huisartsen uit Limburg 6 (21%) Aantal huisartsen uit Antwerpen 3 (10%) Werken in solopraktijk 9 (31%) Werken in duopraktijk 8 (28%) Werken in groepspraktijk 11 (38%) Werken in wijkgezondheidscentrum 1 (3,5%) In tabel 1 zijn de demografische gegevens vermeld. Het totaal aantal volledig ingevulde Nederlandstalige vragenlijsten was 29. Bij het navragen van het postnummer waren er de volgende aantallen huisartsen per provincie: 7 huisartsen hadden hun praktijk gevestigd in Brussel, 6 in Vlaams-Brabant, 2 in Oost-Vlaanderen, 5 in West- Vlaanderen, 6 in Limburg en 3 in Antwerpen. De provincies zijn weergegeven in onderstaande tabel. In tabel 3 is het resultaat van de berekende score op de kennistoets per provincie te zien. 11

12 Tabel 2 Verdeling van het aantal huisartsen per provincie Brussel 7 24% Vlaams-Brabant 6 20% Oost-Vlaanderen 2 6,9% West-Vlaanderen 5 17% Limburg 6 21% Antwerpen 3 10% De artsen die een resultaat behaalden hoger of gelijk aan de mediaan worden geklasseerd in de tabellen onder Gemiddelde score. Tabel 3 Gemiddelde score per provincie Gemiddelde score Significantie Artsen uit Brussel 4 (14%) P=0,742 Artsen uit Vlaams-Brabant 2 (6,9%) P=0,311 Artsen uit Oost-Vlaanderen 1 (3,5%) P=0,960 Artsen uit West-Vlaanderen 5 (17%) P=0,018 Artsen uit Limburg 2 (6,9%) P=0,311 Artsen uit Antwerpen 1 (3,5%) P=0,501 De indeling volgens geslacht is volgens onderstaande tabel: 15 mannen, 14 vrouwen (confer infra). De meer dan (of gelijk aan) gemiddelde score op de kennistoets per geslacht toont een klein verschil (zie tabel 5). Tabel 4 Indeling volgens geslacht Man 15 52% Vrouw 14 48% Tabel 5 Gemiddelde score per geslacht 12

13 Mannen Vrouwen Significantie gemiddelde score 9 (31%) 6 (21%) P=0,356 Er werd aan elke huisarts gevraagd in welk type praktijk hij of zij werkt. Dit gaf de volgende resultaten (tabel 6): 9 huisartsen werken alleen, 8 werken in een duo-praktijk, 11 in een groepspraktijk en 1 in een wijkgezondheidscentrum. Tabel 6 per soort praktijk Solopraktijk 9 31% Duopraktijk 8 28% Groepspraktijk 11 38% Wijkgezondheidscentrum 1 3,4% Andere 0 0% Tabel 7 Vergelijking gemiddelde score per soort praktijk gemiddelde score Significantie Solopraktijk 4 (14%) P=0,599 Duo-praktijk 5 (17%) P=0,474 Groepspraktijk 5 (17%) P=0,597 Wijkgezondheidscentrum 1 (3,5%) P=0,326 13

14 Tabel 8 toont de incidentie van tuberculose in Brussel volgens de respondenten: 1 huisarts antwoordde minder dan 1 per inwoners, 10 huisartsen antwoordden ongeveer 10 per inwoners, 3 huisartsen antwoordden ongeveer 30 per inwoners, 2 huisartsen antwoordden ongeveer 100 per inwoners, 1 huisarts antwoordde meer dan 100 per inwoners, 12 huisartsen antwoordden geen idee. Tabel 8 van tuberculose volgens huisartsen Minder dan 1/ Ongeveer 10/ Ongeveer 30/ Ongeveer 100/ ,4% 10 35% 3 10% 2 6,9% Meer dan ,4% Geen idee 12 41% De volgende antwoorden werden genoemd als hoog risicogroepen: HIV en immuungecompromitteerden (31%), druggebruikers (45%), migranten (86%), alcoholici (17%), armen (17%), ondervoeding (6,9%), ouderen (14%), daklozen (28%), artsen en verplegers (10%), cipier (6,9%), andere (17%) (zie tabel 9). 14

15 Tabel 9 Hoog risicogroepen volgens huisartsen Immuungecompromitteerden 9 31% Druggebruikers 13 45% Migranten 25 86% Alcoholici 5 17% Armen 5 17% Ondervoeding 2 6,9% Ouderen 4 14% Daklozen 8 28% Medisch personeel 3 10% Cipier 2 6,9% Andere 5 17% Op de vraag Welke van 3 achtereenvolgende handelingen is volledig correct voor uitvoering van een tuberculinehuidtest? kozen alle huisartsen het correcte meerkeuze antwoord (de intradermale test plaatsen, de test enkel aflezen na 72 uur (3 tot 5 dagen), de diameter van de induratie meten). Op vraag waar men terecht kan voor een gratis radiografie van de thorax waren de antwoorden: VRGT (17%), geen idee (55%), nergens (3,4%) en andere (24%) (zie tabel 10). Tabel 10 Mogelijkheden tot gratis radiografie volgens huisartsen VRGT 5 17% Geen idee 16 55% Nergens 1 3,4% Andere 7 24% 15

16 Op de vraag Welke strategie volgt u bij een risicopatiënt met een normale longfoto die klinisch sterk verdacht is van tuberculose? antwoordden de huisartsen: verwijzing naar een pneumoloog (frequentie 18), bloedafname (frequentie 3), behandeling starten (frequentie 2), intradermo plaatsen (frequentie 7) en sputumkweek (frequentie 5) (zie tabel 11). Tabel 11 Strategie bij normale longfoto Verwijzing pneumoloog 18 62% Bloedafname 3 10% Behandeling starten 2 6,9% Intradermo plaatsen 7 24% Sputumkweek 5 17% Op de vraag Welke strategie volgt u bij een risicopatiënt met een afwijkende longfoto die klinisch sterk verdacht is van tuberculose? antwoordden de huisartsen: verwijzing naar een pneumoloog (86%), behandelen (6,9%), sputumkweek (3,4%) en intradermo (10%). Tabel 12 Strategie bij afwijkende longfoto Doorverwijzing 25 86% Behandeling starten 2 6,9% Sputumkweek 1 3,4% Intradermo 3 10% 16

17 Zoals blijkt uit tabel 13 dachten de ondervraagde huisartsen aan tuberculose bij kinderen in de volgende gevallen: vermageren (62%), persisterende hoest (62%), tuberculose in de omgeving van het kind (45%), koorts (38%), geen idee (17%), andere (28%). Tabel 13 Symptomen die huisartsen doen denken aan tuberculose bij kinderen Vermageren 18 62% Koorts 11 38% Geen idee 5 17% Persisterende hoest 18 62% TB in omgeving 13 45% Andere 8 28% Als antwoord op de vraag Wanneer vraagt men een antibiogram aan? werden deze antwoorden gegeven: geen idee (38%), indien geen respons op antibiotica (6,9%), voor specialist (24%), sputumkweek (20%), andere (10%). Tabel 14 Indicaties voor aanvraag antibiogram volgens huisartsen Geen idee 11 38% Indien gn respons ab 2 6,9% Voor specialist 7 24% Sputumkweek 6 21% Andere 3 10% Benoem de beschikbare eerstelijnsgeneesmiddelen ter behandeling van tuberculose gaf de volgende antwoorden: isoniazide (52%), rifampicine (72%), ethambutol (41%) en pyrazinamide (24%). Het antwoord geen idee heeft een frequentie van 7 (24%). 17

18 Tabel 15 Genoemde tuberculostatica Isoniazide 15 52% Rifampicine 21 72% Ethambutol 12 41% Pyrazinamide 7 24% Geen idee 7 24% Als mogelijke nevenwerkingen van medicatie werden deze antwoorden gegeven: leverproblemen (38%), oftalmologische problemen (10%), hoofdpijn (6,9%), andere (45%), geen idee (38%), neuropathie (21%) en gastro-intestinaal (17%). Tabel 16 Meest vermelde neveneffecten Lever 11 38% Oftalomologisch 3 10% Hoofdpijn 2 6,9% Andere 13 45% Geen idee 7 38% Neuropathie 6 21% Gasto-intestinaal 5 17% 18

19 De frequentie waarmee de ondervraagde huisartsen hun tuberculosepatiënten zagen op raadpleging varieerde: om de twee weken (10%), om de maand (17%), om de twee maand (17%) en nooit (55%). Tabel 17 van raadpleging Om de twee weken 3 10% Om de maand 5 17% Om de twee maand 5 17% Nooit 16 55% De onderzoeken die de huisartsen uitvoerden tijdens de opvolging zijn de volgende: bloedafname (frequentie 16), radiografie van de thorax (frequentie 12), andere (frequentie 9), geen opvolging (frequentie 6). Tabel 18 Uitgevoerde onderzoeken tijdens de opvolging Bloedafname 16 55% Radiografie 12 41% Andere 9 31% Geen opvolging 6 21% Alle huisartsen vertrouwen de behandeling altijd toe aan specialisten. Dit blijkt uit hun antwoorden op de vraag Bij welke omstandigheden vertrouwt u de behandeling van een tuberculose patiënt toe aan specialisten?. De antwoorden op de vraag Waarop zou u zich baseren om een tuberculose patiënt respiratoir te isoleren? luidden als volgt: geen idee (21%), open tuberculose (41%), andere (38%) (zie tabel 19). 19

20 Tabel 19 Indicaties tot respiratoire isolatie volgens huisartsen Geen idee 6 21% Open tuberculose 12 41% Andere 11 38% Op de vraag Is aangifte van tuberculose volgens u verplicht? waren de antwoorden: ja (86%), nee (3,4%) en ja, in bepaalde omstandigheden: gevaar, besmetting (10%) Tabel 20 Verplichting van de aangifte volgens huisartsen Ja binnen 24uur 25 86% Nee 1 3,4% Ja, in bepaalde omstandigheden 3 10% Bij het bevragen van het nut van de aangifte waren dit de antwoorden: epidemiologie (35%), verspreiding tegengaan (66%), bronnen opsporen (41%), andere (14%). Tabel 21 Nut van aangifte volgens huisartsen Epidemiologie 10 35% Tegen verspreiding 19 66% Bronnen opsporen 12 41% Andere 4 14% De vraag Hoe gaat u te werk om aangifte te doen? gaf volgende antwoorden: 11 hebben de vraag juist geantwoord, 18 antwoordden het niet te weten of gaven een verkeerd antwoord. 20

21 Tabel 22 Hoe de aangifte moet gebeuren volgens huisartsen Weten het niet 18 62% Weten het 11 38% De antwoorden op de vraag Ongeveer hoeveel nieuw gediagnosticeerde tuberculose patiënten heeft u het afgelopen jaar opgevolgd? waren de volgende: nul (72%), één (17%), twee (6,9%) en meer dan twee (3,4%). Tabel 23 Aantal nieuwe tuberculose patiënten bij de onderzoekspopulatie Nul 21 72% Eén 5 17% Twee 2 6,9% Meer dan twee 1 3,4% Tabel 24 Vergelijking van gemiddelde score t.o.v. aantal nieuwe tuberculosepatiënten in het afgelopen jaar Gemiddelde Significantie score Nul 11 (38%) P=0,909 Eén 2 (6,9%) P=0,564 Twee 1 (3,5%) P=0,960 Meer dan twee 1 (3,5%) P=0,326 Van de respondenten antwoordden 19 ja op de vraag Bent u geïnteresseerd in een vormingsmoment in verband met tuberculose?. De overige 10 antwoordden neen. Tabel 25 Interesse voor vormingsmoment Ja 19 66% Nee 10 35% 21

22 Tabel 26 Aantal huisartsen met een gemiddelde score die een vorming wensen Gemiddelde score Significantie Wensen een vorming 11 (38%) P=0,359 Op de vraag Wat zou voor u de ideale format zijn voor zo n vormingsmoment over tuberculose? waren dit de antwoorden: s avonds op LOK-vergadering, via e-learning" en geen. Tabel 27 Voorkeur van het type vorming LOK-vergadering 19 66% E-learning 4 14% Geen 6 21% 22

23 Discussie Algemeen Het totaal aantal huisartsen dat deelnam aan de Nederlandstalige of de Franstalige vragenlijst was 53. Een groot deel hiervan vulde de enquête onvolledig in, ze stopten niet bij de laatste vraag maar eerder. De resultaten van deze personen werden verwijderd uit de definitieve antwoordenlijst. Ook de resultaten van deelnemers die geen, of slechts enkele open vragen invulden, werden verwijderd. Ook de antwoorden op de Franstalige vragenlijst werden buiten beschouwing gelaten om twee redenen. Ten eerste omdat het absolute aantal deelnemers aan de Franstalige enquête laag was (9). Ten tweede omdat men, door nuanceverschillen in de taal, de antwoorden op een andere manier zou kunnen interpreteren. Uiteindelijk bleven 29 reeksen bruikbare antwoorden over. Bespreking per vraag Er zijn antwoorden geregistreerd van huisartsen uit elke Vlaamse provincie en Brussel. De meeste kwamen uit Brussel (14%), de minste uit Oost-Vlaanderen (3,5%). Het grootste deel van de bevraagde huisartsen is werkzaam in een groepspraktijk (iets minder dan 40 procent). Slechts 1 van de respondenten is werkzaam in een wijkgezondheidscentrum. Uit tabel 7 blijkt dit geen invloed te hebben op de kennis over tuberculose. 23

24 Het viel echter wel op dat alle West-Vlaamse huisartsen een meer dan (of gelijk aan) gemiddelde score op de kennistoets behaalden met p=0,018. (Zie tabel 3). Voor dit bekomen resultaat is echter geen verklaring gevonden. Uit de antwoorden bleek slechts 10 procent de incidentie van tuberculose in Brussel te kennen. Twaalf huisartsen hadden geen idee. De tweede grootste groep bevat tien huisartsen die als antwoord 10 per inwoners kozen. Dit is echter de incidentie van tuberculose in Vlaanderen. Het zou kunnen dat enkele daarvan de vraag niet goed gelezen hebben en de incidentie voor België in gedachten hadden. Het is ook mogelijk dat zij verkeerdelijk vermoeden dat de incidentie in Brussel en België gelijk zijn. Opvallend is het hoog aantal huisartsen dat geen idee antwoordt.. Belangrijk om na te gaan is of die mensen weten dat tuberculose in Brussel vaker voor komt dan op het platteland. Het is zich voor te stellen dat iemand weet dat Brussel een risicogebied is maar niet exact weet wat de incidentie in cijfers is. Om de verwerking van de gegevens over de risicogroepen te vereenvoudigen, werden de antwoorden in 11 groepen onderverdeeld: immungecompromitteerden, druggebruikers, migranten, alcohol, armoede, ondervoede mensen, ouderen, daklozen, medisch personeel, cipier, anderen. De antwoorden die huisartsen gaven zijn allemaal in één van deze klassen ondergebracht. De groep immungecompromitteerden bevat de volgende antwoorden: HIV, Aidspatiënten, patiënten onder chemotherapie, mensen met een verminderde immuniteit en gelijkaardige. De IV-druggebruikers zijn een risicogroep voor tuberculose omwille van de slopende invloed die het druggebruik op de immuniteit heeft. Toch werd een aparte groep gevormd. Onder druggebruikers worden verstaan: drugsverslaafden, drugs en verslaafden en gelijkaardige antwoorden. 24

25 De klasse migranten is de grootste groep. Hier worden onder verstaan: migranten, immigranten, allochtonen, vreemdelingen, buitenlanders, illegalen, mensen geboren buiten West-Europa, Noord-afrikanen, Aziaten, Oost-Europeanen, mensen uit het Oostblok, mensen uit de derde Wereld en gelijkaardige antwoorden. De klasse alcohol omvat alcoholici, alcoholmisbruik, alcoholverslaafden, ethanolgebruikers en dergelijke antwoorden. Onder armoede zijn gegroepeerd: kansarmen, arme mensen, armoede en gelijkaardige antwoorden. Ondervoeding en malnutritie en dergelijke zijn samengebracht in een groep. Ouderen en bejaarden zitten in dezelfde groep. Daklozen vormen een aparte groep. De groep medisch personeel bevat antwoorden als: artsen, verplegers, verplegend personeel en hulpverleners. Cipier werd 1 keer geantwoord en vormt een aparte klasse. De groep andere bevat alle overige antwoorden die niet in één van de vorige klassen past. De gegeven antwoorden in deze laatste groep zijn: slager, alleenstaanden, vochtige behuizing, grootstad populatie en werklozen. De klassen migranten, druggebruikers en immuungecompromitteerden zijn respectievelijk de meest gegeven antwoorden. Het is opvallend dat niemand gedetineerden als antwoord geeft. De gedetineerden vormen een belangrijke hoog risicogroep in België. Slechts één huisarts dacht aan cipier. Hieruit blijkt duidelijk de eenzijdige inschatting van de risicogroepen en de te nauwe focus op migranten. Zo worden andere risicogroepen niet als dusdanig ingeschat en mogelijks veel te laat herkend bij de diagnostiek. Dit is een mooi voorbeeld van hoe perceptie zou kunnen leiden tot een beleid dat niet aangepast is aan de realiteit. 25

26 Elke huisarts heeft de meerkeuzevraag in verband met de mantouxtest correct beantwoord. Het is geruststellend dat de mantouxtest goed gekend is onder huisartsen. Zelf artsen die zelf zelden of nooit tuberculosepatiënten zien op raadpleging (wat blijkt uit andere vragen) zijn vertrouwd met de test. Uit de bevraging blijkt dat de meeste huisartsen geen idee hebben waar het mogelijk is om een gratis radiografie te laten nemen. Zeven huisartsen gaven als antwoord andere, in deze groep werden inbegrepen: in het Tropisch Instituut, in het ziekenhuis, in het dispensarium, overal en soortgelijke antwoorden. Slechts 17,2 procent gaf de VRGT als antwoord. Van Brusselse huisartsen is er slechts 1 die de VRGT had aangeduid als plaats waar men een gratis radiografie kan laten nemen. Van de Vlaamse huisartsen haalden slechts 4 de VRGT aan. Hieruit blijkt dat de rol die de VRGT kan vervullen op vlak van diagnostiek niet goed gekend is bij huisartsen. Bij een risicopatiënt met een normale longfoto die klinisch sterk verdacht is van tuberculose, gaat 62 procent van de ondervraagde huisartsen doorverwijzen naar de pneumoloog. Ongeveer 1 op 4 huisartsen zou zelf een intradermale test uitvoeren. Op de vraag Welke strategie volgt u bij een risicopatiënt met een afwijkende longfoto die klinisch sterk verdacht is van tuberculose? noteerden enkele huisartsen doorsturen of doorverwijzen zonder te specifiëren, één arts verwijst door naar een infectioloog, de meeste andere vermeldden pneumoloog of longarts. Al deze antwoorden werden als één groep beschouwd (doorverwijzing). Het blijkt dat een grote meerderheid (86%) van de huisartsen patiënten met een afwijkende longfoto verwijzen naar een specialist. Slechts 2 van de ondervraagden zou zelf een behandeling starten. 26

27 Huisartsen dachten aan tuberculose bij kinderen bij de volgende symptomen: vermageren, persisterende hoest, tuberculose in de omgeving, koorts en andere. De categorie andere omvat deze antwoorden: malaise, daling algemene toestand, nachtelijk zweten, verzwakking, vermoeidheid, allochtonen en soortgelijke. Vermageren en persisterende hoest werden beide door ongeveer 60 procent van de huisartsen vermeld. Contact met tuberculosepatiënten werd door 44 procent van de huisartsen aangegeven. Ongeveer 1 op 5 van de bevraagden gaf geen idee als antwoord. Het zou theoretisch interessant zijn om deze vraag voor te leggen als een casus over een kind met typische tuberculosesymptomen en daarbij naar een differentieel diagnose vragen bij huisartsen. Dan zou men beter kunnen inschatten of tuberculose tot het diagnostisch landschap behoort. Het grootste deel van de huisartsen had geen idee wanneer een antibiogram aan te vragen. De vraagstelling liet echter niet toe om vast te stellen of de huisartsen, die stellen dat men een antibiogram moet aanvragen bij niet respons op antibiotica of bij sputumkweek dat ook zelf zouden doen of niet. Bijna 1 op 4 huisartsen antwoordde expliciet dat de aanvraag van een antibiogram werk voor de specialist is, zij werden niet bij de groep gerekend die geen idee antwoordde. Dit is inderdaad iets dat niet zozeer door een huisarts zelf moet gekend zijn het is eerder specialistisch. Als men de kennis van de tuberculostatica navraagt bij huisartsen dan kan slechts 1 op 4 geen enkel medicament opnoemen. Ongeveer de helft (52%) vermelde isoniazide. Ethambutol is door minder dan de helft (41%) van de huisartsen in deze enquête gekend. Bedaquiline werd door niemand vermeld. Pyrazinamide is gekend door ongeveer 1 op 4 huisartsen (24%). Rifampicine was met 72 procent het meest geciteerde geneesmiddel. 27

28 Het is niet meteen duidelijk waarom rifampicine meer geantwoord is. Mogelijk komt dit omdat rifampicine bekender is gezien het ook wordt gebruikt in de profylaxis bij kinderen en volwassenen na contact met een patiënt met meningitis door meningokokken of door Haemophilus influenzae type b.(10) De nevenwerkingen die genoemd zijn door de huisartsen waren zeer uiteenlopend: er zijn vijf klassen die door meerdere artsen aangegeven werden. Minder dan 40 procent van de huisartsen meent geen idee te hebben over de neveneffecten van tuberculostatica. De klassen werden ingedeeld volgens orgaan of orgaansysteem. Hepatitis, levertoxiciteit en leverstoornissen werden geklasseerd onder lever. Voor de indeling van andere groepen werd dezelfde logische redenering gebruikt. De groep van andere neveneffecten omvat zeer diverse antwoorden: trombocytopenie, huidafwijkingen, ritmestoornissen, verkleuring van de urine, rash, smaakstoornissen en foliumzuurtekort. De frequentie waarmee een huisarts tuberculosepatiënten op raadpleging zag tijdens de behandeling varieerde van één maal om de twee weken, één keer per maand, om de 2 maand tot nooit. De klasse nooit omvat ook antwoorden als één om de vijf jaar, slechts 1 in 20 jaar, geen sinds de laatste 15 jaar, heel zelden enzovoort. Meer dan de helft (55%) van de verhoorde huisartsen zegt nooit een tuberculosepatiënt op raadpleging te zien. Dat wil zeggen dat deze huisartsen hun tuberculosepatiënten systematisch laten opvolgen door de longarts en dit niet zelf doen wat goed is want dat wordt aangeraden door de VRGT. Tijdens de opvolging voeren huisartsen vooral bloedafnames uit. Radiografieën worden ook vlot aangevraagd (41% van de gevallen). Het lijkt alsof de huisartsen hier een hypothetisch antwoord hebben gegeven want de meeste onder hen, blijkend uit de vorige vraag, zien in werkelijkheid geen tuberculosepatiënten op raadpleging. 28

29 Wegens de enorme diversiteit aan antwoorden op de vraag Wat kan men doen indien men therapie ontrouw vreest bij een patiënt?, was het niet mogelijk om deze in groepen te klasseren. De gegeven antwoorden zijn: Direct Observed treatment, verpleging inschakelen, streng zijn, geen idee, vaker terugzien, urine onderzoeken, intramusculaire toediening, melden aan het VRGT, bijwerkingen nakijken, uitleg geven, doorverwijzen, niets, de ICE bevragen, in dialoog gaan, een andere behandeling kiezen en andere soortgelijke antwoorden. Veel van deze antwoorden geven de indruk dat de huisartsen in elk geval vindingrijk en gemotiveerd zijn om onvoldoende therapietrouw aan te pakken. Een groot deel van de huisartsen (41%) zou patiënten met een open tuberculose respiratoir isoleren. Een vijfde (21%) heeft geen idee wanneer ze iemand zouden isoleren. Tenslotte kiest 38 procent van de huisartsen voor respiratoire isolatie op basis van andere criteria: multiresistente, afhankelijk van het beeldmateriaal (RX of CT), afhankelijk van de hoest, afhankelijk van het sputum, afhankelijk van de graad van actieve besmetting en dergelijke. Bijna alle huisartsen (86%) wisten dat de aangifte van tuberculose binnen 24 uur verplicht is. Slecht 1 huisarts antwoordde dat de aangifte niet verplicht is. Drie huisartsen waren van mening dat de aangifte enkel hoeft in bepaalde omstandigheden. Omdat deze volledige vragenlijst enkel over tuberculose ging, waren deze vraag en antwoorden nogal suggestief. Bovendien was het een gesloten vraag met slechts drie keuzemogelijkheden. Waarschijnlijk geeft dit geen correct beeld van de kennis over de aangifte van tuberculose weer. Bovendien kunnen huisartsen hun vorige antwoord aangepast hebben na het lezen van de volgende vraag waarin werd bevraagd wat het nut is van de aangifte. 29

30 De aangifte van tuberculose is volgens huisartsen nuttig voor de epidemiologie (35%), om verspreiding tegen te gaan (66%) of om een bron op te sporen (41%). Enkele dachten aan besmetting voorkomen, de beste zorg voor de patiënt garanderen, de behandeling bepalen en mapping. Van de ondervraagde huisartsen gaan er 11 op een correcte manier te werk om aangifte te doen. Het grootste deel, 18 huisartsen wisten niet hoe ze te werk zouden moeten gaan om een aangifte te doen. De antwoorden van huisartsen die aangaven dat ze weten dat er een formulier voor bestaat of de internet link opgaven naar het formulier, werden als juist beschouwd. Antwoorden van huisartsen die meldden dat ze het niet weten, dat ze het zouden opzoeken of dat ze de specialist zouden contacteren werden als fout aanzien. Het aantal nieuw gediagnosticeerde patiënten dat gevolgd werd bij huisartsen was heel laag. Bijna drie vierde van de huisartsen zag het afgelopen jaar geen enkele nieuw gediagnosticeerde tuberculosepatiënt op raadpleging. Slechts één huisarts zag er meer dan twee. De meeste van het totale aantal huisartsen zijn geïnteresseerd in een vormingsmoment. Van de huisartsen met een meer dan gemiddelde score toonde minder dan de helft (38%) interesse voor een vormingsmoment. Hieruit zou men kunnen stellen dat de artsen met een betere score, minder behoefte hebben aan een dergelijk vormingsmoment. Het zou kunnen dat artsen met een goede score hun kennis voldoende achten. Tenslotte kan men stellen dat een huisarts een brede kennis van de medische wetenschap nodig heeft. Het is bijgevolg logisch dat niet elke pathologie door elke huisarts even goed gekend is. Toch is het van belang dat elke huisarts een basiskennis over tuberculose bezit. 30

31 Uit de gegeven antwoorden blijkt dat sommige huisartsen op bepaalde vragen een hoge score behalen en andere een lage score. Behalve de vraag in verband met de intradermale test is geen enkele vraag door alle respondenten (volledig) juist ingevuld. Beperkingen van het onderzoek Tijdens het invullen van een online enquête is de verleiding groot om (juiste) antwoorden op bepaalde vragen op te zoeken. Bij het ontwikkelen van de vragenlijst werd eerst gedacht om die op de website van de VRGT te plaatsen. Omdat deze website een overvloedige bron is aan informatie rond tuberculose, werd gekozen om de vragenlijst op een anonieme website te plaatsen. Echter, er is nog steeds geen zekerheid of huisartsen al dan niet opzoekingswerk hebben verricht. Bij het onderverdelen van de gegeven antwoorden in groepen kunnen bepaalde woorden of begrippen verkeerd begrepen worden. Dat heeft als gevolg dat sommige antwoorden misschien in een verkeerde groep geklasseerd zijn. Vragen en antwoorden kunnen door verschillende lezers op andere manieren geïnterpreteerd worden. De vragen werden tijdens het klasseren eerst door twee verschillende lezers onafhankelijk geïnterpreteerd. Nadien werd overlegd in geval van betwistingen. Bij de derde vraag werd de incidentie van tuberculose in Brussel bevraagd. Hier is te zien dat een groot aantal huisartsen de incidentie van België had aangevinkt in plaats van die van Brussel. Het is moeilijk in te schatten of dit komt omdat ze de vraag niet goed gelezen hebben, de incidenties niet kennen of denken dat de incidenties gelijk zijn voor België en Brussel. 31

32 De resultaten op de Franstalige vragenlijst werden niet gebruikt om verschillende redenen. Ten eerste is de respons op de Franstalige vragenlijst zeer laag: minder dan 10 huisartsen hebben deze volledig beantwoord. Dit komt deels omdat de vereniging van Franstalige Brusselse huisartsen (FAMGB of la Fédération des Associations de Médecins Généralistes de Bruxelles) niet wilde meewerken aan het onderzoek en expliciet vroeg om huisartsen niet te contacteren. Ten tweede zijn vragen en antwoorden dikwijls voor interpretatie vatbaar. Het effect van deze bias door interpretatie wordt nog verhoogd wanneer men vragen en antwoorden vertaalt. De totale schaal van het onderzoek is klein. Er zijn in totaal 29 vragenlijsten volledig ingevuld die als bruikbaar werden beschouwd. Dit aantal is te klein om een algemene uitspraak te doen die representatief is voor alle Vlaamse en Brusselse huisartsen. Zoals eerder vermeld, werd gekozen om de vragenlijsten via te verspreiden. Het lijkt dat adressen van huisartsen niet gemakkelijk te vinden zijn. Slechts een minderheid van de adressen is online vindbaar. Daarom werden de contacten vooral via kennissen opgespoord. Ook werden via de websites van huisartsen adressen verzameld. Deze manier van werken dwong het opstellen van persoonlijk geformuleerde s op. Dit gaf echter aanleiding tot selectiebias. Meerwaarden van het onderzoek Door deze vragenlijst in te vullen worden huisartsen onrechtstreeks herinnerd aan het belang van tuberculose. Na het invullen van de laatste vraag worden de respondenten automatisch naar de homepagina van de VRGT geleid. Daar krijgen zij de kans om verder hun kennis te verdiepen. 32

33 De vragenlijst die aangemaakt werd, is een nuttig instrument en zal in de toekomst nog door de VRGT en dergelijke instanties gebruikt kunnen worden om andere populaties te onderzoeken. Pneumologen en huisartsen-in-opleiding zouden op een gelijkaardige manier ondervraagd kunnen worden. Toekomstig onderzoek Men zou uitgebreider onderzoek kunnen voeren met een groter aantal gesloten vragen aangezien open vragen moeilijker analyseerbaar zijn. Het zou beter zijn om huisartsen in een persoonlijk gesprek te ondervragen in een setting waarbij er geen mogelijkheid tot opzoeken bestaat. Het zou interessant zijn om de leeftijd te vragen bij een volgend onderzoek omdat dit relevante informatie zou kunnen opleveren. Men zou bijvoorbeeld de kennis van net afgestuurde artsen kunnen vergelijken met die van artsen met jarenlange praktijkervaring. 33

34 Conclusie Het is onmogelijk om een algemene uitspraak te doen over de kennis van tuberculose bij Vlaamse en Brusselse huisartsen op basis van dit onderzoek. Mede omwille van de wijze waarop dit onderzoek gebeurde, is het niet mogelijk om een definitieve uitspraak te doen of de kennis van huisartsen voldoende of onvoldoende is. Men zou zich een beter beeld kunnen vormen door grote aantallen huisartsen op een andere manier te ondervragen en bijgevolg lijkt toekomstig onderzoek noodzakelijk. Wat in dit onderzoek wel opviel bij de verwerking van de antwoorden, was dat de score op de kennistest het best was bij de deelnemende artsen afkomstig uit West-Vlaanderen (p=0,018). Alsook dat de rol die de VRGT kan vervullen op vlak van diagnostiek niet goed gekend is bij de huisartsen die deelnamen aan dit onderzoek en dat er een lage drempel bestaat voor wat betreft het verwijzen van (een vermoeden van) een tuberculosepatiënt. Tenslotte werd vastgesteld dat twee derde van de deelnemende huisartsen interesse toonde in een vormingsmoment in verband met tuberculose. 34

35 Dankwoord Graag wil ik mijn promotor Prof. Schol en co-promotor Dr. Arrazola de Oñate danken voor de ideeën en de langdurige begeleiding. Dank aan de medewerkers van de VRGT en FARES (Mevrouw Wanlin en collegae) voor de hulp bij het opstellen van de vragen. Dank aan Prof. Vandevoorde en Prof. Devroey voor hun prompte deskundige adviezen. Dank aan Alain, Marie en Hélène voor het nalezen en hun opmerkingen. En last but not least : dank aan Els voor de hulp bij de verspreiding van de vragen, het lezen van de antwoorden, het denkwerk bij de statistiek en het overleg tijdens de verbetering. 35

36 Referenties 1. Arrazola de Oñate W, Schol S. Register Tuberculose 2010 en Register Tuberculose 2012; World Conference on Social Determinants of Health: Rio Political Declaration on Social Determinants of Health, Rio de Janeiro, Brazil, 21 October World Health Organisation Semenza JC. Strategies to intervene on social determinants of infectious diseases. Euro Surveill. 2010;15 4. Suk J, Manissero D, Buscher G, Semenza JC. Wealth inequality and tuberculosis elimination in Europe. Emerg Infect Dis. 2009; 15(11): Álvarez JL, Kunst AE, Leinsalu M, Bopp M, Strand BH, Menvielle G, Lundberg O, Martikainen P, Deboosere P, Kalediene R, Artnik B, Mackenbach JP, Richardus JH. Educational inequalities in tuberculosis mortality in sixteen European populations.int J Tuberc Lung Dis 2011 Nov;15: Allix Béguec C Supply P Wanlin M et al. Standardized PCR-based molecular epidemiology of tuberculosis. Eur Resp J 2008;31: Migliori GB, Raviglione MC, Schaberg T et al. Tuberculosis Management in Europe. Recommendations of a Task Force of the European Respiratory Society, the World Health Organisation and the International Union Against Tuberculosis and Lung Disease Europe Region. Eur Repir J 1999; 14: Broekmans JF, Migliori GB, et al. European framework for tuberculosis control and elimination in countries with low incidence. Recommendations of the WHO, IUATLD and KNCV. Eur Respir J 2002; 19: Arrazola de Oñate W, Schol S. Waarom tijdig en correct melden zo belangrijk is. Huisarts Nu 2011; Fraser A, Gafter-Gvili A, Paul M, Leibovici L. Antibiotics for preventing meningococcal infections. Cochrane Database of Systematic Reviews 2006, Issue 4;

37 Bijlagen Bijlage 1: Vragenlijst vraag 1 : Wat is het postnummer waar uw praktijk gevestigd is? vraag 2 : Wat is uw geslacht? vraag 3 : In welk soort praktijk werkt u? vraag 4 : Wat is de incidentie van tuberculose in Brussel? vraag 5 : Noem 3 hoog risicogroepen van tuberculose. vraag 6 : Welke van 3 achtereenvolgende handelingen is volledig correct voor uitvoering van een tuberculinehuidtest? vraag 7 : Waar kan u een gratis RX Thorax laten nemen bij verdenking op TBC? vraag 8 : Welke strategie volgt u bij een risicopatiënt met een normale longfoto die klinisch sterk verdacht is van tuberculose? vraag 9 : Welke strategie volgt u bij een risicopatiënt met een afwijkende longfoto die klinisch sterk verdacht is van tuberculose? vraag 10 : Bij welke omstandigheden moet men aan tuberculose denken bij kinderen? vraag 11 : Wanneer moet u een antibiogram aanvragen? vraag 12 : Noem de beschikbare eerstelijnsgeneesmiddelen ter behandeling van tuberculose. vraag 13 : Geef per geneesmiddel twee mogelijke nevenwerkingen. vraag 14 : Hoe frequent ziet u een tuberculose patiënt op uw raadpleging tijdens de behandeling van tuberculose? vraag 15 : Welke onderzoeken voert u uit tijdens de opvolging? vraag 16 : Bij welke omstandigheden vertrouwt u de behandeling van een tuberculose patiënt toe aan specialisten? vraag 17 : Wat kan men doen indien men therapie ontrouw vreest bij een patiënt? vraag 18 : Waarop zou u zich baseren om een tuberculose patiënt respiratoir te isoleren? 37

38 vraag 19 : Is aangifte van tuberculose volgens u verplicht? vraag 20 : Wat is het nut van aangifte? vraag 21 : Hoe gaat u te werk om aangifte te doen? vraag 22 : Ongeveer hoeveel nieuw gediagnosticeerde tuberculose patiënten heeft u het afgelopen jaar opgevolgd? vraag 23 : Bent u geïnteresseerd in een vormingsmoment in verband met tuberculose? vraag 24 : Wat zou voor u de ideale format zijn voor zo n vormingsmoment over tuberculose? Bijlage 2: Keuzemogelijkheden bij meerkeuzevragen vraag 2: man ; vrouw vraag 3: Solopraktijk ; duo-praktijk ; groepspraktijk ; wijkgezondheidscentrum ; andere vraag 4: Minder dan 1 per inwoners, Ongeveer 10 per inwoners, Ongeveer 30 per inwoners, Ongeveer 100 per inwoners, Meer dan 100 per inwoners vraag 6: De intradermale test plaatsen en onmiddellijk erna aflezen, opnieuw aflezen indien er induratie optreedt, de diameter meten ; De intradermale injectie plaatsen, aflezen na een dag, opnieuw aflezen na twee dagen en de diameter meten ; De intradermale test plaatsen, de test enkel aflezen na 72 uur (3 tot 5 dagen), de diameter van de induratie meten ; De intradermale injectie plaatsen, de test aflezen na een uur, de test opnieuw aflezen na 2 dagen en de induratie meten 38

39 vraag 21: Nee ; Ja, binnen de 24 uur ; Ja, in bepaalde omstandigheden: besmettelijkheid, gevaar vraag 23: ja ; nee vraag 24: s Avonds op LOK-vergadering ; Een aparte zaterdagvoormiddag met accreditatie ; Een aparte namiddag tijdens de week, met accreditatie ; via e-learning" (= elektronisch pakket op individueel tempo en thuis door te nemen) 39

FR 7,2 / Tuberculose kan eender wie treffen maar komt vaker voor bij mensen uit landen met een hoge incidentie. Incidentie /100.

FR 7,2 / Tuberculose kan eender wie treffen maar komt vaker voor bij mensen uit landen met een hoge incidentie. Incidentie /100. TUBERCULOSE in België Dankzij de verplichte melding van alle gevallen van actieve tuberculose kunnen de VRGT (Vlaamse Vereniging voor Respiratoire Gezondheidszorg en Tuberculosebestrijding) en de FARES

Nadere informatie

TBC Algemene toelichting

TBC Algemene toelichting TBC Algemene toelichting Dr. Wouter Arrazola de Oñate Medisch Directeur VRGT Vl. Vereniging voor Respiratoire Gezondheidszorg en Tuberculosebestrijding De geschiedenis van de VRGT "Indien het belang van

Nadere informatie

Tuberculose in Vlaanderen 2002

Tuberculose in Vlaanderen 2002 Tuberculose in Vlaanderen 2002 Inleiding Tuberculose is nog steeds een van de belangrijkste en meest frequent voorkomende geregistreerde infectieziektes. Exacte cijfers zijn pas te verkrijgen na grondige

Nadere informatie

TUBERCULOSE door Dr. Uydebrouck (VRGT)

TUBERCULOSE door Dr. Uydebrouck (VRGT) TUBERCULOSE door Dr. Uydebrouck (VRGT) DEFINITIES - DETERMINANTEN DEFINITIES Actieve tuberculose omvat alle pulmonale en extra-pulmonale tuberculosevormen bevestigd door een bacteriologisch, radiologisch

Nadere informatie

Het gevaar van tuberculose

Het gevaar van tuberculose Het gevaar van tuberculose Tbc. s Werelds dodelijkste infectieziekte. Een ziekte die voornamelijk de longen aantast en jaarlijks meer dan 10 miljoen slachtoffers maakt. Waarvan 1,7 miljoen dodelijke. Tbc

Nadere informatie

Ga verder naar de volgende vraag

Ga verder naar de volgende vraag Aanvullende vragenlijst bij risico-inventarisatie op tuberculose en latente tuberculose-infectie (LTBI) voorafgaande aan (of bij) gebruik van immuunsuppressieve medicatie - volwassenen Deze vragenlijst

Nadere informatie

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. 4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,

Nadere informatie

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29). In het kader van het onderzoek kreeg de RVA de vraag om op basis van de door het VFSIPH opgestelde lijst van Rijksregisternummers na te gaan welke personen op 30 juni 1997 als werkloze ingeschreven waren.

Nadere informatie

Tuberculose & risicogroepen

Tuberculose & risicogroepen Tuberculosebestrijding Tuberculose & risicogroepen Themadag De Tweede MIJL Maria Knapen Sociaal verpleegkundige tuberculosebestrijding 11 oktober 2014 Programma Introductie Ziektebeeld tuberculose Bron

Nadere informatie

TUBERCULOSE IN VLAANDEREN IN 2017

TUBERCULOSE IN VLAANDEREN IN 2017 / TB register VL TUBERCULOSE IN VLAANDEREN IN 2017 Analyse van de in 2017 gemelde tuberculosepatiënten Tuberculose in Vlaanderen in 2017 1/17 Inhoudstafel 1 Inleiding 3 2 Methodologie 3 3 Incidentie, aantal

Nadere informatie

Onderzoek naar de rol van ontsteking bij het ontstaan van bipolaire stoornissen

Onderzoek naar de rol van ontsteking bij het ontstaan van bipolaire stoornissen Onderzoek naar de rol van ontsteking bij het ontstaan van bipolaire stoornissen CAPRI Universiteit Antwerpen INFORMATIEBRIEF VOOR DEELNEMERS Versie voor patiënten Versie 3 22/04/2015 Geachte heer/mevrouw,

Nadere informatie

Waarom tijdig en correct melden zo belangrijk is. in 2009 Evolutie van de incidentie. Een probleem van de grote steden

Waarom tijdig en correct melden zo belangrijk is. in 2009 Evolutie van de incidentie. Een probleem van de grote steden Het Tuberculose Register België Waarom tijdig en correct melden zo belangrijk is Arrazola de Oñate W, Schol S samenvatting Jaarlijks wordt een epidemiologisch rapport opgemaakt dat alle geregistreerde

Nadere informatie

Figuren en Tabellen. Tuberculose in Nederland 2011 surveillance rapport. behorend bij. Incidentie 0-2 >2-4 >4-6 >6-10 >10-20 >20-35

Figuren en Tabellen. Tuberculose in Nederland 2011 surveillance rapport. behorend bij. Incidentie 0-2 >2-4 >4-6 >6-10 >10-20 >20-35 Figuren en Tabellen behorend bij Tuberculose in Nederland 2011 surveillance rapport Incidentie 0-2 >2-4 >4-6 >6-10 >10-20 >20-35 december 2012 Figuren en Tabellen behorend bij Tuberculose in Nederland

Nadere informatie

Academische werkplaats publieke Gezondheid (CEPHIR) en Infectieziektebestrijding

Academische werkplaats publieke Gezondheid (CEPHIR) en Infectieziektebestrijding Academische werkplaats publieke Gezondheid (CEPHIR) en Infectieziektebestrijding Een verkenning van de public health impact van 6 proefschriften 2006-2009 Chlamydia trachomatis Screening for Chlamydia

Nadere informatie

RESULTATEN ENQUÊTE OVER OVERLEG APOTHEKERS-HUISARTSEN

RESULTATEN ENQUÊTE OVER OVERLEG APOTHEKERS-HUISARTSEN RESULTATEN ENQUÊTE OVER OVERLEG APOTHEKERS-HUISARTSEN Om na te gaan in welke mate de huisartsen en apothekers uit dezelfde wijk contact hebben en met elkaar overleggen, verstuurden de Apothekers van Brussel

Nadere informatie

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid 1 Samenvatting van de IMA-studie Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid Het aantal arbeidsongeschikten alsook de betaalde uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid

Nadere informatie

TUBERCULOSE IN VLAANDEREN IN 2015

TUBERCULOSE IN VLAANDEREN IN 2015 / rapport TUBERCULOSE IN VLAANDEREN IN 2015 Analyse van de in 2015 gemelde gevallen 24.01.2017 Tuberculose in Vlaanderen in 2015 1/16 Inhoudstafel 1 Inleiding 3 2 Methodologie 3 3 Incidentie, aantal en

Nadere informatie

Mexicaanse Griep-onderzoek (april november 2009)

Mexicaanse Griep-onderzoek (april november 2009) Mexicaanse Griep-onderzoek (april november 2009) Meteen nadat de Mexicaanse griep voor het eerst in het nieuws kwam (eind april 2009) is via Peil.nl onderzoek hiernaar gedaan onder de Nederlandse bevolking.

Nadere informatie

Invloed van het Belgische vergoedingssysteem voor medische ongevallen op het gedrag van artsen

Invloed van het Belgische vergoedingssysteem voor medische ongevallen op het gedrag van artsen Invloed van het Belgische vergoedingssysteem voor medische ongevallen op het gedrag van artsen Tom Vandersteegen Wim Marneffe Tom De Gendt Irina Cleemput UHasselt Symposium Patiëntveiligheid en Medische

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

LEDEN VAN DE WERKGROEP MONITORING SCREENING RISICOGROEPEN (MSR) (IN ALFABETISCHE VOLGORDE):

LEDEN VAN DE WERKGROEP MONITORING SCREENING RISICOGROEPEN (MSR) (IN ALFABETISCHE VOLGORDE): Colofon LEDEN VAN DE WERKGROEP MONITORING SCREENING RISICOGROEPEN (MSR) (IN ALFABETISCHE VOLGORDE): Drs. C.G.M. (Connie) Erkens, arts maatschappij en gezondheid, KNCV Tuberculosefonds, Den Haag Dr. S.

Nadere informatie

Inleiding. Bespreking pagina 1

Inleiding. Bespreking pagina 1 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

TUBERCULOSE IN VLAANDEREN. Analyse van de in 2013 gemelde gevallen

TUBERCULOSE IN VLAANDEREN. Analyse van de in 2013 gemelde gevallen TUBERCULOSE IN VLAANDEREN Analyse van de in 2013 gemelde gevallen Kristien Janssens Dr. Wouter Arrazola de Oñate Dr. Annemie Forier 1 Methodologie In het Vlaams Gewest moet elk geval van tuberculose wettelijk

Nadere informatie

Rapport Het recht op informationele zelfbeschikking in de zorg

Rapport Het recht op informationele zelfbeschikking in de zorg Rapport Het recht op informationele zelfbeschikking in de zorg in opdracht van de Raad voor Volksgezondheid & Zorg Datum 24 april 2014 Versie 1.0 Auteur Miquelle Marchand T: +31 13 466 8323 E: m.marchand@uvt.nl

Nadere informatie

Resultatenanalyse van de openbare raadpleging in het kader van het dossier Actogenix B/BE/07/BVW1

Resultatenanalyse van de openbare raadpleging in het kader van het dossier Actogenix B/BE/07/BVW1 Resultatenanalyse van de openbare raadpleging in het kader van het dossier Actogenix B/BE/07/BVW1 Voor deze proef werden 5 raadplegingsformulieren ingevuld: FORMULIER NR. 1 Het dossier ingediend door ActoGenix

Nadere informatie

Tuberculose Kerncijfers 2016

Tuberculose Kerncijfers 2016 Tuberculose Kerncijfers 216 Bron: Nederlands Tuberculose Register, RIVM-CIb In 216 werden 889 tbc-patiënten gemeld aan het NTR (861 in 215). Dit is een toename van 3% ten opzichte van 215. De incidentie

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Dikkedarmkanker is een groot gezondheidsprobleem in Nederland. Het is de derde meest voorkomende vorm van kanker bij mannen en de tweede meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. In 2008

Nadere informatie

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding 1. Context De vergrijzing van de bevolking in onze samenleving is een heuse uitdaging op het gebied van

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie

Vitamine B12 deficiëntie Vitamine B12 deficiëntie Quality of life prospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin 20 personen met een laag-normale vitamine B12 waarde zijn gevraagd

Nadere informatie

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs Arbeidsmarktbarometer Onderwijs Basisonderwijs en secundair onderwijs December 29 VLAAMS MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VORMING AGENTSCHAP VOOR ONDERWIJSDIENSTEN (AgODi) Arbeidsmarktbarometer Onderwijs december

Nadere informatie

Inleiding. Johan Van der Heyden

Inleiding. Johan Van der Heyden Inleiding Johan Van der Heyden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 26 E-mail : johan.vanderheyden@iph.fgov.be

Nadere informatie

Figuren en Tabellen. Tuberculose in Nederland 2010 surveillance rapport. behorend bij. Incidentie 0-2 >2-4 >4-6 >6-10 >10-20 >20

Figuren en Tabellen. Tuberculose in Nederland 2010 surveillance rapport. behorend bij. Incidentie 0-2 >2-4 >4-6 >6-10 >10-20 >20 Figuren en Tabellen behorend bij Tuberculose in Nederland 21 surveillance rapport Incidentie - 2 >2-4 >4-6 >6-1 >1-2 >2 december 211 Figuren en Tabellen behorend bij Tuberculose in Nederland 21 Hoofdstuk

Nadere informatie

Samenvatting. Adviesvraag

Samenvatting. Adviesvraag Samenvatting Hoewel tuberculose op wereldschaal veel voorkomt, is de ziekte in Nederland geen groot probleem. Vooral migranten uit landen waar wel veel tuberculose is, vormen een risicogroep. Omdat kinderen

Nadere informatie

Is hepatitis C eliminatie in Nederland wel mogelijk? Andy IM Hoepelman Hoogleraar Interne Geneeskunde & Infectieziekten UMC Utrecht

Is hepatitis C eliminatie in Nederland wel mogelijk? Andy IM Hoepelman Hoogleraar Interne Geneeskunde & Infectieziekten UMC Utrecht Is hepatitis C eliminatie in Nederland wel mogelijk? Andy IM Hoepelman Hoogleraar Interne Geneeskunde & Infectieziekten UMC Utrecht Disclosures Gilead, Pfizer, ViiV Eliminatie van infectie: Incidentie

Nadere informatie

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin ruime zin in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland in 2014 Directie Statistieken, Begroting en Studies stat@rva.be Inhoudstafel: 1

Nadere informatie

Onderzoek over het spreken van het Frans door de inwoners van Vlaanderen

Onderzoek over het spreken van het Frans door de inwoners van Vlaanderen Onderzoek over het spreken van het Frans door de inwoners van Vlaanderen Onderzoek uitgevoerd voor de vzw: Association pour la Promotion de la Francophonie en Flandre September 2009 Dedicated Research

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Vaccinatie bij Volwassenen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Vaccinatie bij Volwassenen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.4.1. Inleiding. Het belang van vaccinatie programma s is ruimschoots aangetoond geweest. De vragen werden slechts gesteld aan personen van 15 jaar en ouder, aangezien de vaccinale dekking bij kinderen

Nadere informatie

casus Nood aan duidelijke criteria voor het opstarten alsook stopzetten van sondevoeding

casus Nood aan duidelijke criteria voor het opstarten alsook stopzetten van sondevoeding Peg of Pech casus casus Bewoonster verblijft vanaf eind jaren tachtig in het WZC en er wordt dan beslist (heel terecht) om een PEG-sonde te plaatsen. Criteria zijn de levensverwachting, kwaliteit van leven

Nadere informatie

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.3 - December

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.3 - December Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.3 - December 2009-517- VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 60 van 29

Nadere informatie

TUBERCULOSE IN VLAANDEREN IN 2016

TUBERCULOSE IN VLAANDEREN IN 2016 / TB register VL eren TUBERCULOSE IN VLAANDEREN IN 2016 Analyse van de in 2016 gemelde gevallen Tuberculose in Vlaanderen in 2016 1/18 Inhoudstafel 1 Inleiding 3 2 Methodologie 3 3 Incidentie, aantal en

Nadere informatie

Resultaten voor België Cardiovasculaire preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Cardiovasculaire preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

CHAPTER 10 SAMENVATTING. HOOFDSTUK 1 Inleiding. HOOFDSTUK 2 Toename van skelettuberculose in Nederland

CHAPTER 10 SAMENVATTING. HOOFDSTUK 1 Inleiding. HOOFDSTUK 2 Toename van skelettuberculose in Nederland CHAPTER 10 SAMENVATTING HOOFDSTUK 1 Inleiding Tuberculose is een infectieziekte. Een infectieziekte wordt veroorzaakt doordat een ziektekiem het menselijk lichaam binnendringt. De ziektekiem die tuberculose

Nadere informatie

Tuberculose Kernpunten 2015 Bron: Nederlands Tuberculose Register, RIVM-CIb

Tuberculose Kernpunten 2015 Bron: Nederlands Tuberculose Register, RIVM-CIb Tuberculose Kernpunten 2015 Bron: Nederlands Tuberculose Register, RIVM-CIb In 2015 werden 867 tbc-patiënten gemeld aan het NTR (814 in 2014). De incidentie in 2015 was 5,1 per 100.000 inwoners. Van de

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Belg tevreden over arts Transparantie en kostprijs blijven pijnpunt

Belg tevreden over arts Transparantie en kostprijs blijven pijnpunt Belg tevreden over arts Transparantie en kostprijs blijven pijnpunt Bijlage Naar aanleiding van het vijftigjarig bestaan van de ziekte- en invaliditeitsverzekering heeft CM de tevredenheid van de Belgen

Nadere informatie

Mondgezondheidsrapport

Mondgezondheidsrapport Mondgezondheidsrapport sensibiliseringproject Glimlachen.be 2014 Effectevaluatie van een 4-jaar longitudinaal sensibiliseringproject in scholen in Vlaanderen Samenvatting J Vanobbergen Glimlachen - Souriez

Nadere informatie

Op grond hiervan bevestig ik dat voor deze patiënt de terugbetaling van een behandeling met de specialiteit SIMPONI noodzakelijk is met

Op grond hiervan bevestig ik dat voor deze patiënt de terugbetaling van een behandeling met de specialiteit SIMPONI noodzakelijk is met BIJLAGE A: Model van formulier voor een eerste aanvraag Formulier voor eerste aanvraag tot terugbetaling van de specialiteit SIMPONI bij spondylitis ankylosans (volgens de Modified New York Criteria) (

Nadere informatie

Beleid screening asielzoekers en immigranten

Beleid screening asielzoekers en immigranten Beleid screening asielzoekers en immigranten Colofon LEDEN VAN DE WERKGROEP MONITORING SCREENING RISICOGROEPEN (MSR) (IN ALFABETISCHE VOLGORDE): Drs. C.G.M. (Connie) Erkens, arts maatschappij en gezondheid,

Nadere informatie

4. Onderzoeksresultaten

4. Onderzoeksresultaten 4. Onderzoeksresultaten In dit hoofdstuk gaan we eerst in op de beschrijving van de instellingen waaruit we de onderzoekspopulatie selecteerden. Vervolgens worden de onderzoeksresultaten aan de hand van

Nadere informatie

PERSBERICHT CIM 22/04/2015

PERSBERICHT CIM 22/04/2015 PERSBERICHT CIM 22/04/2015 Nieuwe CIM studie over kijkgedrag op nieuwe schermen Belgen keken nooit eerder zoveel naar TV-content Het CIM, verantwoordelijk voor kijkcijferstudies in België, volgt sinds

Nadere informatie

Wat is tuberculose (ofwel TBC)?

Wat is tuberculose (ofwel TBC)? LONGGENEESKUNDE Wat is tuberculose (ofwel TBC)? BEHANDELING Wat is tuberculose (ofwel TBC)? Wat is tuberculose ofwel TBC? Tuberculose is een besmettelijke ziekte die veroorzaakt wordt door een bacterie

Nadere informatie

Resultaten voor België Vaccinatie bij volwassen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Vaccinatie bij volwassen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.4.1. Inleiding. Het belang van vaccinatie programma s is ruimschoots aangetoond geweest. De vragen werden slechts gesteld aan personen van 15 jaar en ouder, aangezien de vaccinale dekking bij kinderen

Nadere informatie

Loopbaanbegeleiding op maat van de klant? Een blik op de vraagsturing in het vernieuwd systeem

Loopbaanbegeleiding op maat van de klant? Een blik op de vraagsturing in het vernieuwd systeem Loopbaanbegeleiding op maat van de klant? Een blik op de vraagsturing in het vernieuwd systeem De Rick, K. (2015). De duur van een loopbaanbegeleiding: bepalende factoren en beoordeling. Analyse in het

Nadere informatie

Analyserapport van de patiëntenvragenlijsten over de huisarts: MimpenMG

Analyserapport van de patiëntenvragenlijsten over de huisarts: MimpenMG Analyserapport van de patiëntenvragenlijsten over de huisarts: MimpenMG Datum aanmaak rapport:11-11-2015 1 Laatste ronde patiëntenvragenlijsten huisarts Periode waarin ingevuld van: 1-3-2014 tot 1-3-2014

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting De levensverwachting van mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) is gemiddeld 13-30 jaar korter dan die van de algemene bevolking. Onnatuurlijke doodsoorzaken zoals

Nadere informatie

Arbeidsmarktbarometer 2011 Basisonderwijs en Secundair onderwijs

Arbeidsmarktbarometer 2011 Basisonderwijs en Secundair onderwijs Arbeidsmarktbarometer 2011 Basisonderwijs en Secundair onderwijs Vlaams ministerie van Onderwijs & Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel http://www.ond.vlaanderen.be/wegwijs/agodi

Nadere informatie

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Samenvatting Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Hoofdstuk 1 bevat de algemene inleiding van dit proefschrift. Dit hoofdstuk

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 1: GEZONDHEID EN WELZIJN Johan Van Der Heyden, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Urban TB Control in Nederland

Urban TB Control in Nederland Urban TB Control in Nederland Gerard de Vries, MD, PhD Hoofd regiokantoor Nederland & Europa, KNCV Tuberculosefonds RIVM/Centrum Infectieziektebestrijding 23-03-2012 Presentatie > 100 jaar historie tbc-bestrijding

Nadere informatie

Analyserapport van de patiëntenvragenlijsten over de huisarts: Leenen

Analyserapport van de patiëntenvragenlijsten over de huisarts: Leenen Analyserapport van de patiëntenvragenlijsten over de huisarts: Leenen Datum aanmaak rapport:26-11-2015 1 Laatste ronde patiëntenvragenlijsten huisarts Periode waarin ingevuld van: 31-10-2013 tot 9-11-2013

Nadere informatie

Onderzoek naar. levenskwaliteit. bij colorectale (ex-)kankerpatiënten. Basisrapport. Met financiële steun van

Onderzoek naar. levenskwaliteit. bij colorectale (ex-)kankerpatiënten. Basisrapport. Met financiële steun van Onderzoek naar levenskwaliteit bij colorectale (ex-)kankerpatiënten Basisrapport Met financiële steun van Onderzoek naar levenskwaliteit bij colorectale (ex-)kankerpatiënten Basisrapport Auteurs: De Gendt

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

Tuberculose ook bij ons

Tuberculose ook bij ons Tuberculose ook bij ons Juni : CLB-arts krijgt melding van geval van actieve tb door TOVO bij 12-jarig meisje Vraag TOVO aan CLB-arts Directie, leerkrachten en medeleerlingen inlichten Info geven over

Nadere informatie

Inleiding. Sabine Drieskens

Inleiding. Sabine Drieskens Inleiding Sabine Drieskens Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 50 25 E-mail : sabine.drieskens@wiv-isp.be

Nadere informatie

Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae

Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae 9 SAMENVATTING Hoofdstuk 1 bevat een korte inleiding over het diagnostische proces en er worden twee van de meest gebruikte diagnostische beeldvormende

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

I Identificatie van de rechthebbende (naam, voornaam, inschrijvingsnummer bij de V.I.)

I Identificatie van de rechthebbende (naam, voornaam, inschrijvingsnummer bij de V.I.) BIJLAGE A : Model van formulier voor een eerste aanvraag Formulier voor eerste aanvraag tot terugbetaling van de specialiteit ENBREL bij spondylitis ankylosans (volgens de Modified New York Criteria) (

Nadere informatie

BVD-bestrijding in België: een algemene aanpak lijkt er te komen.

BVD-bestrijding in België: een algemene aanpak lijkt er te komen. Auteur: Steven Sarrazin BVD-bestrijding in België: een algemene aanpak lijkt er te komen. Nu IBR een verplichte nationale aanpak kent bij rundvee, komt ook een bestrijding van BVD (Boviene Virale Diarree)

Nadere informatie

THEMA IV.1. Tuberculose

THEMA IV.1. Tuberculose THEMA IV.1. Tuberculose Specifieke selectiecriteria Voor deze selectie van tuberculose-verblijven worden alle ziekenhuisverblijven weerhouden die beantwoorden aan de algemene selectiecriteria (cfr. Inleiding

Nadere informatie

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs R A P P O RT Arbeidsmarktbarometer Onderwijs Basisonderwijs en secundair onderwijs december 2009 Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) Koning Albert II-laan

Nadere informatie

Ziekte van Alzheimer. Impact van de beperkingsmaatregelen op de terugbetaling. studie

Ziekte van Alzheimer. Impact van de beperkingsmaatregelen op de terugbetaling. studie studie Ziekte van Alzheimer Impact van de beperkingsmaatregelen op de terugbetaling van geneesmiddelen De ziekte van Alzheimer is een groot probleem voor onze volksgezondheid, niet alleen omdat er zoveel

Nadere informatie

Laatstejaarsgebruik (N=5367)

Laatstejaarsgebruik (N=5367) 9,3 7,9 7,4 2,8 5,5 19,9 83,1 90,7 92,1 92,6 97,2 94,5 ALCOHOL- EN DRUGGEBRUIK BIJ WERKNEMERS: EEN KWESTIE VAN ALCOHOL, MANNEN EN GEVOLGEN OP HET WERK. 21 december 2017 Voor het eerst werd bij Belgische

Nadere informatie

Dr. Steven Callens Dienst Algemeen Inwendige Geneeskunde, Infectieziekten en Psychosomatiek Universitair Ziekenhuis Gent

Dr. Steven Callens Dienst Algemeen Inwendige Geneeskunde, Infectieziekten en Psychosomatiek Universitair Ziekenhuis Gent HIV Dr. Steven Callens Dienst Algemeen Inwendige Geneeskunde, Infectieziekten en Psychosomatiek Universitair Ziekenhuis Gent 1 HIV Hepatitis C (&B) - TB HIV TB HCV HBV 2 HIV 3 4 5 Evolutie van HIV epidemie

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Zowel beleidsmakers en zorgverleners als het algemene publiek zijn zich meer en meer bewust van de essentiële rol van kwaliteitsmeting en - verbetering in het verlenen van

Nadere informatie

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014 Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 214 Inleiding Gezondheid in de internationale HBSC (Health Behaviour in School-aged Children) studie en in de Wereldgezondheidsorganisatie

Nadere informatie

CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD2013 WEST-VLAANDEREN Infectieziektebestrijding/

CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD2013 WEST-VLAANDEREN Infectieziektebestrijding/ Rapport CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD213 WEST-VLAANDEREN Infectieziektebestrijding/24.6.214 24.6.214 cijfers infectieziekten in beeld213 West- 1/31 Inhoudstafel 1 Overzichtstabel 213 3 2 Cijfers infectieziekten

Nadere informatie

Burn-out: een uitslaande brand?

Burn-out: een uitslaande brand? Burn-out: een uitslaande brand? Maar liefst 84 % van de Limburgers kent iemand die een burn-out had. Dit blijkt uit een grootschalige bevraging die ACV Limburg in november en december van het voorbije

Nadere informatie

Regiobericht 1.0 Noord

Regiobericht 1.0 Noord Economie, innovatie, werk en inkomen 1 Kenmerken van het landsdeel Het landsdeel Noord bestaat uit de provincies Groningen, Friesland en Drenthe. De provincies werken samen in het Samenwerkingsverband

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

nr. 126 van JORIS POSCHET datum: 17 november 2014 aan JO VANDEURZEN Preventiebeleid hiv en soa s - Stand van zaken

nr. 126 van JORIS POSCHET datum: 17 november 2014 aan JO VANDEURZEN Preventiebeleid hiv en soa s - Stand van zaken SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 126 van JORIS POSCHET datum: 17 november 2014 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Preventiebeleid hiv en soa s - Stand van zaken Het Wetenschappelijk

Nadere informatie

Evaluatie van een 24-uur-niet-roken actie

Evaluatie van een 24-uur-niet-roken actie Evaluatie van een 24-uur-niet-roken actie De onderzoeksresultaten van de pre- en post-vragenlijsten December 2011 Uitgevoerd door de Universiteit Antwerpen, in opdracht van het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

6.1.1. De gezondheidstoestand

6.1.1. De gezondheidstoestand 6.1. Kernboodschap 6.1.1. De gezondheidstoestand Er is een verschuiving in het morbiditeitsprofiel in vergelijking met de gegevens over overlijden. In vergelijking met de voornaamste oorzaken van overlijden

Nadere informatie

Tuberculose Kernpunten 2014 Bron: Nederlands Tuberculose Register, RIVM-CIb In 2014 werden 823 tbc-patiënten gemeld aan het NTR (in ).

Tuberculose Kernpunten 2014 Bron: Nederlands Tuberculose Register, RIVM-CIb In 2014 werden 823 tbc-patiënten gemeld aan het NTR (in ). Tuberculose Kernpunten 2014 Bron: Nederlands Tuberculose Register, RIVM-CIb In 2014 werden 823 tbc-patiënten gemeld aan het NTR (in 2013 844). De incidentie in 2014 was 4,9 per 100.000 inwoners. Van de

Nadere informatie

Gezondheidsverwachting volgens socio-economische gradiënt in België Samenvatting. Samenvatting

Gezondheidsverwachting volgens socio-economische gradiënt in België Samenvatting. Samenvatting Verschillende internationale studies toonden socio-economische verschillen in gezondheid aan, zowel in mortaliteit als morbiditeit. In bepaalde westerse landen bleek dat, ondanks de toegenomen welvaart,

Nadere informatie

VERKORTE DOCUMENTATIEFICHE EBOLA

VERKORTE DOCUMENTATIEFICHE EBOLA Li / documentatiefiche VERKORTE DOCUMENTATIEFICHE EBOLA Verkorte versie van de operationele procedure van 7 oktober 2014 van de Risk Management Group Belgium over ebola voor gezondheidswerkers/ 10.10.2014

Nadere informatie

Opzetten medewerker tevredenheid onderzoek

Opzetten medewerker tevredenheid onderzoek Opzetten medewerker tevredenheid onderzoek E: info@malvee.com T: +31 (0)76 7002012 Het opzetten en uitvoeren van een medewerker tevredenheid onderzoek is relatief eenvoudig zolang de te nemen stappen bekend

Nadere informatie

Dit document bevat 5 delen:

Dit document bevat 5 delen: Faculteit Geneeskunde en Farmacie Vakgroep Huisartsgeneeskunde Department of Family Medicine Gebouw K, 1 e verdieping Laarbeeklaan 103 1090 Brussels (Belgium) Tel: Fax: Mail: Web: +32-2-477 43 11 +32-2-477

Nadere informatie

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld NEDERLANDERS OVER DE VIERDAAGSE Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen Nienke Lammertink en Koen Breedveld Mei 2016 1 Nederlanders over de

Nadere informatie

CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD 2013 OOST-VLAANDEREN Infectieziektebestrijding/

CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD 2013 OOST-VLAANDEREN Infectieziektebestrijding/ / Rapport CIJFERS INFECTIEZIEKTEN IN BEELD 213 OOST-VLAANDEREN Infectieziektebestrijding/24..214 Inhoudstafel 1 Overzichtstabel 213 3 2 Cijfers infectieziekten Oost- 213 3 Cijfers infectieziekten 213 1

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Resultaten HBSC 14 Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van

Nadere informatie

PERSBERICHT 25 januari 2012. Definitieve resultaten eindejaarscontroles

PERSBERICHT 25 januari 2012. Definitieve resultaten eindejaarscontroles PERSBERICHT 25 januari 2012 Definitieve resultaten eindejaarscontroles Na zes weken sensibilisering en alcoholcontroles op de weg, maakt het Observatorium voor de Verkeersveiligheid van het BIVV de eindbalans

Nadere informatie

Opvolgen van tuberculinehuidtest: een behandeling voor latente tuberculose-infectie instellen of niet?

Opvolgen van tuberculinehuidtest: een behandeling voor latente tuberculose-infectie instellen of niet? Vlaams Agentschap Zorg & Gezondheid Koning Albert II-laan 35 bus 33, 1030 Brussel tel. 02 553 35 00 fax 02 553 35 84 zorg-en-gezondheid@vlaanderen.be www.zorg-en-gezondheid.be Vlaamse Vereniging voor Respiratoire

Nadere informatie

Ouders over tevredenheidmetingen.

Ouders over tevredenheidmetingen. Vzw Roppov Martelaarslaan 212 9000 Gent tel 09/224.09.15 fax 09/233.35.89 e-mail info@roppov.be web www.roppov.be Mei 2009 december 2010 Ouders over tevredenheidmetingen. Dit is een bundeling van bemerkingen

Nadere informatie