UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I AARDRIJKSKUNDE EXAMEN: 2001-I

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I AARDRIJKSKUNDE EXAMEN: 2001-I"

Transcriptie

1 UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: NIVEAU: AARDRIJKSKUNDE HAVO EXAMEN: 2001-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. ThiemeMeulenhoff is een educatieve uitgeverij waarin alle fondsen van de voormalige uitgeverijen Meulenhoff Educatief, SMD Educatieve Uitgevers en uitgeverij Thieme zijn samengevoegd. De uitgaven die ThiemeMeulenhoff ontwikkelt, richten zich op het totale onderwijsveld: basisonderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs & volwasseneneducatie en hoger onderwijs. ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2001 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 882, 1180 AW Amstelveen). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.

2 Antwoorden en uitwerkingen examen HAVO aardrijkskunde (nieuwe stijl) 2001-I Bij de opgaven is het aantal te behalen punten per vraag vermeld. Hieronder is dit herhaald (maximumscore) na de antwoorden. Eventueel zijn ook verdere details gegeven. Je kunt hiermee je eigen eindscore berekenen (maximaal 75). In een omzettingstabel na de laatste uitwerking is vermeld welke eindcijfers bij de scores horen. Tijdens het examen 2003 wordt van het domein Politiek en ruimte het onderdeel Ruimtelijk gedrag en politiek-ruimtelijke organisatie niet gevraagd. Daarom hoeven de vragen 15 tot en met 18 en 22 tot en met 24 niet geoefend te worden. De maximale score wordt dan 56 punten. Daarvoor is een tweede omzettingstabel toegevoegd. Migratie en Vervoer 1 Twee van onderstaande andere doelstellingen: - vermindering van de mobiliteit - concentratie van groei in steden en stadsgewesten / vermindering van (ongecontroleerde) suburbanisatie - handhaving/versterking van het voorzieningenniveau van de grote steden. Maximumscore 2. Per juiste doelstelling 1 punt. Vinex-locaties zijn omvangrijke woningbouwlocaties dicht bij grote steden. Je kon dit afleiden uit de combinatie van de twee bronnen bij de vraag. Vinex is afgeleid van de Vierde Nota Extra, een aanvulling op de Vierde Nota over de Ruimtelijke Ordening. Ze zijn bedoeld om wonen en werken/voorzieningen dicht bij elkaar te houden en de leegloop tegen te gaan van grote stedelijke agglomeratie (grote steden met aangroeigebied). Door meer mensen in of bij de grote steden te laten wonen worden meerdere doelstellingen bereikt. Het woon-werkverkeer, en dus de mobiliteit, wordt beperkt, omdat veel van de bewoners in de stad werken. Ook zullen zij meer gebruik blijven maken van de voorzieningen van de grote steden, die daardoor een groter draagvlak krijgen/houden. Ten slotte wordt suburbanisatie uit de grote steden naar verder gelegen voorsteden beperkt. Juist de grote suburbanisatie, onder andere naar de groeikernen, was de aanleiding tot het wijzigen van het beleid. Het groeikernenbeleid werd vervangen door het compacte-stadbeleid. Let op: gevraagd wordt om een andere doelstelling. Herhaal dus niet de doelstelling die al in de inleiding van de vraag is gegeven: tegemoetkomen aan de woningbehoefte. In de Bosatlas, 51 e druk, staat ook een kaartje met de Vinex-locaties: kaart 182A (52 e druk: 62A). De bebouwde Randstad. Deze kaart maakt onderdeel uit van de bijlage De Grote Bos Plus. De inhoud en het bijbehorend zaakregister (thema s) is apart weergegeven op de achterpagina van deze bijlage. Soms is de bijlage in de atlas zelf opgenomen en staan inhoud en zaakregister op respectievelijk bladzijde 177 en 192. Je vindt dit dus niet terug in de inhoudsopgave en het zaakregister van de atlas zelf! De Bosatlas, 52 e druk, heeft geen losse bijlagen. 2 Drie van onderstaande pushfactoren: - meer verkeersoverlast - minder groenvoorzieningen - minder parkeerruimte - meer criminaliteit - onvoldoende geschikte woningen / verouderde woningen / kleine woningen / woningen met weinig sanitair. Maximumscore 3. Per juiste pushfactor 1 punt. Pushfactoren zijn afstotende factoren die vertrek van mensen veroorzaken. In dit geval gaat het om oorzaken van grote suburbanisatie, waardoor grote steden als Helmond leeglopen. Het groot aantal geparkeerde auto s en de verkeersoverlast worden onder andere veroorzaakt door het toenemend autobezit, het woon-werkverkeer en bezoek aan voorzieningen vanuit de voorsteden. Door toenemende welvaart wenst men meer groenvoorzieningen en betere woningen, vooral jonge mensen met kinderen. De criminaliteit is in grote steden relatief hoog, omdat suburbanisatie leidde tot selectieve migratie. Mensen met redelijke inkomens konden vertrekken, probleemgroepen niet.

3 3 Twee van onderstaande argumenten: - door dit beleid stijgen de woningprijzen in hun gemeente, waardoor deze voor veel inwoners te hoog worden - door dit beleid kan het draagvlak van de voorzieningen in de gemeente aangetast worden - het is sociaal gewenst dat mensen huisvesting kunnen vinden, waar ze geboren en getogen zijn / er kan een tekort ontstaan aan woningen voor eigen inwoners - door dit beleid missen de gemeenten extra inkomsten uit woningbouw, belastingen en vergroting van de bevolking - nog meer vergrijzing/ontgroening. Maximumscore 2. Per juist argument 1 punt. De Vinex-locaties zijn niet alleen bedoeld voor bewoners van de naburige grote stad, maar moeten ook mensen uit de omgeving aantrekken. Dit past in het compacte-stadbeleid: meer inwoners te huisvesten in de grote steden en de agglomeraties (aangroeigebied waaronder de Vinex-locaties) in plaats van in de voorsteden en het omringende platteland. Daarom moet woningbouw buiten de agglomeraties worden afgeremd. Deze zou anders concurreren met de Vinex-locaties. Vanzelfsprekend zijn de gemeenten niet blij met beperking van de woningbouw. Door schaarste stijgen dan de woningprijzen, waardoor ze alleen nog voor rijkeren (ook uit de grote stad) te betalen zijn. Eigen bewoners zijn soms gedwongen naar elders te trekken en gemeente, bedrijven en instellingen missen klanten en inkomsten. 4 A: Woonmotief. B: Werkmotief. Maximumscore 2. Per juiste migratiereden 1 punt. De groep van vraagdeel A bestaat uit suburbanisanten die de stad uittrekken naar een voorstad of het omringende platteland. Zij doen dit om beter te wonen bijvoorbeeld met meer groen, minder lawaai en in ruimere woningen. Zij blijven meestal in de stad werken. De groep van vraagdeel B bestaat uit migranten naar verder weg gelegen delen van Nederland. Deze verhuizing vindt vooral plaats, omdat men elders werk heeft gevonden, want de afstand is te groot voor woon-werkverkeer. Deze migratiestroom heeft niet een speciale naam. Let op: bij zowel A als B is een woonmotief gevraagd en niet een migratiestroom (zoals suburbanisatie). 5 A: Het aantal asielzoekers in Duitsland daalde, terwijl het in Nederland steeg. B: Een van onderstaande verklaringen: - Nederland werd aantrekkelijker als vestigingsland - er leeft in de vertrekgebieden de opvatting dat het makkelijker is in Nederland toegelaten te worden / dat men minder makkelijk Nederland wordt uitgezet - Duitsland werd strenger in de toelating van asielzoekers en Nederland niet. Maximumscore 3. Het verschil (A) 1 punt, de verklaring (B) 2 punten. Vraagdeel A is gewoon af te lezen uit de bron en kan niet misgaan, mits je je beperkt tot de periode Let er wel op dat Nederland en Duitsland moeten zijn genoemd. De verklaring in vraagdeel B kan twee kanten op: de aantrekkelijkheid van Nederland voor asielaanvragen of het minder toegankelijk worden van Duitsland. Asielzoekers proberen zoveel mogelijk asiel aan te vragen in landen waar succes gegarandeerd is. Nederland heeft de laatste jaren steeds meer de naam gekregen makkelijk toegankelijk te zijn. Dit heeft onder ander te maken met de zorgvuldige toelatingsprocedures en de beroepsmogelijkheden bij uitwijzing. Ook duurt de procedure lang. Er worden relatief weinig mensen uitgewezen en uitgewezen asielzoekers worden nauwelijks het land uit gezet. Om die redenen is recent (2001) een nieuwe vreemdelingenwet in werking gesteld. Die moet leiden tot een korte en duidelijke procedure. Duitsland was tot voor kort vrij tolerant ten opzichte van asielaanvragen. Door de grote toeloop heeft men ook daar de procedure veranderd. Er worden onder andere meer mensen aan de poort geweigerd: minder aanvragen in behandeling genomen.

4 6 Twee van onderstaande ontwikkelingen: - opkomst van de massacommunicatie (of voorbeelden hiervan zoals televisie-uitzendingen, mobiele telefonie en internet) - daling van de vliegtarieven/transportkosten / makkelijker reismogelijkheden - de relatieve afstanden (gemeten in kosten, moeite en psychologische kanten) zijn kleiner geworden (of voorbeelden daarvan). Twee voorbeelden van massacommunicatie mogen als twee juiste ontwikkelingen worden gerekend. Maximumscore 2. Per juiste ontwikkeling 1 punt. De wereld is kleiner geworden, een global village. Vooral via massamedia als televisie en internet halen we makkelijk de andere kant van de aarde in huis en daarmee informatie over de hele wereld. Het beeld van welvaart en politieke stabiliteit in Nederland bereikt zo minder welvarende en politiek onrustige gebieden. Over de hele wereld gaat Nederlands faam van makkelijk toegankelijk gebied. Zo weten asielzoekers makkelijker de weg naar Nederland te vinden. 7 (voormalig) Joegoslavië / Bosnië-Hercegovina / Kroatië. Kosovo is onjuist. Het valt buiten de genoemde periode en is geen land, maar een deel van voormalig Joegoslavië. Maximumscore 1. Let op: deze vraag staat los van de bron Individuele asielaanvragen, die werd gebruikt bij de vorige twee vragen. Er wordt gevraagd naar een Europees land waaruit veel asielzoekers kwamen in de periode Je moet je afvragen in welk Europees land de omstandigheden in die periode zo slecht waren dat velen elders asiel vroegen. Dit kan alleen Joegoslavië zijn. Mocht je dit niet zo te binnenschieten, de Bosatlas, 51 e druk, kaart 47A helpt je verder. Er zijn veel niet-nederlanders uit de buurlanden, voormalig Joegoslavië en Italië. Alleen voormalig Joegoslavië was daarvan een probleemgebied. Zie eventueel ook kaartblad 103. De Bosatlas, 52 e druk bevat specifieke gegevens over asielzoekers (kaart 50C) en geeft de extra informatie over voormalig Joegoslavië op kaartblad 113.

5 8 A: Het criterium houdt rekening met verschillen tussen landen in beschikbare ruimte. (1 punt) B: Het criterium houdt rekening met verschillen tussen landen in financiële draagkracht. (1 punt) C: Spanje/Italië/Oostenrijk/Griekenland/Zweden/Frankrijk/Finland. (1 punt) D: Hier zijn veel reliëfrijke dunbevolkte gebieden, waardoor de bevolkingsdichtheid in de vlakkere delen veel groter is dan in het land als geheel. (2 punten) Bij vraagdeel C en D wordt ook goed gerekend wanneer je Finland noemt met als argument het ongunstige klimaat. Maximumscore 5. De puntenverdeling is achter de antwoorden aangegeven. Het absolute aantal asielzoekers dat een land verwerkt zegt weinig, wanneer je wilt weten wat dit voor een land betekent en hoe het tussen de landen onderling is verdeeld. De Europese landen verschillen sterk in grootte. Daarom moet er een maatstaf, een criterium worden gebruik waaraan je het aantal asielzoekers kunt relateren. Vraagdeel A gebruikt het criterium bevolkingsdichtheid. Dichtbevolkte landen zouden minder plaats hebben dan dunbevolkte landen. Het is natuurlijk de vraag of die landen een grote toestroom aankunnen. Om deze vraag te beantwoorden is het criterium van vraagdeel B meer geschikt: het BNP per hoofd. Dit geeft de welvaart weer, dus ook de financiële mogelijkheid asielzoekers op te vangen. De vraagdelen C en D gaan nader in op de bevolkingsdichtheid als criterium. Op kaartblad 58 van de Bosatlas 51 e druk (52 e druk: 66) moet je redenen vinden, waarom dit criterium voor bepaalde landen niet bruikbaar is. Het is de overzichtskaart van Europa. Duidelijk zichtbaar is het verschil tussen laaggelegen/vlakke gebieden en bergachtige streken. Bergachtige streken zijn dunbevolkt en kunnen weinig mensen herbergen. Bij vraagdeel C en D is het onjuist in te gaan op het verschil in grootte van landen. Het gaat om de bevolkingsdichtheid: het aantal inwoners per km 2. Het maakt daarbij niet uit of je het over Frankrijk hebt of over Luxemburg. Vraagdeel C gaat over de EU. Daarom zijn landen als Noorwegen en Zwitserland onjuist. Controleer bij twijfel in de Bosatlas of het door jou genoemde land EU-lidstaat is. Dit kan in de 51 e druk op kaart 61C (52 e druk: 69C). 9 Twee van onderstaande argumenten: -de haven van Antwerpen krijgt een kortere verbinding met het Duitse achterland -het spoortransport (over de IJzeren Rijn) is een alternatief voor het wegtransport dat zorgt voor overvolle wegen - het spoortransport (over de IJzeren Rijn) is milieuvriendelijker dan het wegtransport. Maximumscore 2. Per juist argument 1 punt. Zoals Rotterdam de Betuwelijn krijgt voor versterking van de mainportfunctie, het verminderen van files en milieuproblemen door te veel wegverkeer, zo heeft Antwerpen de blik laten vallen op de IJzeren Rijn. Voor Antwerpen is dit wellicht nog urgenter dan voor Rotterdam. Antwerpen is slechts indirect, via het Schelde-Rijnkanaal en het Hollands Diep, met de Rijn verbonden.

6 10 A (bezwaar op nationale schaal): Concurrentie voor Rotterdam. B: Een van onderstaande bezwaren op regionale schaal: - het oorspronkelijke tracé van de IJzeren Rijn gaat door een Nationaal Park (de Meinweg) - het oorspronkelijke tracé van de IJzeren Rijn gaat door een recreatief toeristisch gebied / waardevol cultuurlandschap - het oorspronkelijke tracé van de IJzeren Rijn gaat door een waterrecreatiegebied. Maximumscore 4. Per juist vraagdeel 2 punten. Let bij deze vraag goed op het verschil in schaal. Bij A gaat het om het nationaal belang. Daarbij speelt de concurrentie tussen Antwerpen en Rotterdam een belangrijke rol. Zie eventueel de uitwerking bij de vorige vraag. Vraagdeel B gaat in op de regionale schaal, het gebied, de streek rond de IJzeren Rijn. De verwijzingen naar de Bosatlas, 51 e druk, kaartblad 35 en 53D (52 e druk: 39 en 59D) wijzen de weg. De genoemde kaarten moeten worden gebruikt bij een dergelijke vraag. Antwoord dus niet los daarvan. Kaart 35 is een overzichtskaart waarmee je de exacte loop van de IJzeren Rijn moet bepalen bijvoorbeeld via de ligging van Weert en Roermond. Vervolgens kun je bekijken wat kaart 53D op die plaats laat zien. Dan kom je automatisch op bovenstaande antwoorden. Let erop dat je de ligging van de spoorlijn precies afleest, omdat je anders op kaart 53D verkeerd uitkomt. Een onnodige fout is bijvoorbeeld te antwoorden over de Groote Peel of de Loonse - en Drunense Duinen, die beide noordelijker ligging. Naast nationale schaal en regionale schaal kun je ook nog bezwaren noemen op lokale schaal zoals de overlast in diverse steden en dorpen. Dit is hier echter niet gevraagd, wel in de volgende opgave. 11 A: Twee van onderstaande lasten: - meer geluidsoverlast - toename van (het gevoel van) onveiligheid - beperkingen van de mogelijkheden tot stedenbouw - compartimentering/versnippering van het gebied (of een voorbeeld daarvan). B: Faciliteiten die het overladen van spoorlijn naar water mogelijk maken. Faciliteiten die het overladen van spoorlijn naar de weg mogelijk maken. Een (passagiers)station in Roermond wordt als antwoord ook goed gerekend, omdat de tekst IJzeren Rijn langs de A67 leggen ook passagiersvervoer noemt. Maximumscore 4. Per juiste last (A) 1 punt, per juiste voorziening (B) 1 punt. De lasten van Roermond zijn de bezwaren die optreden op lokale schaal doordat de lijn de stad doorkruist. Dit is te zien op de kaart met varianten. Geluidsoverlast en onveiligheid door transport van bijvoorbeeld chemische stoffen spreken voor zich. Beperking van mogelijkheden tot stedenbouw komt daar voor een deel uit voort. Een zone langs de spoorlijn wordt voor woningbouw onaantrekkelijk. De stedenbouw wordt ook belemmerd door de compartimentering, het doorsnijden/versnipperen van het stedelijk gebied, waardoor bijvoorbeeld stadsdelen slecht bereikbaar worden. Wanneer je bij vraagdeel 11A tot hetzelfde antwoord komt als bij 10A of B, controleer deze antwoorden dan nog eens. Het meest waarschijnlijk is dat je ergens op het verkeerd schaalniveau hebt geantwoord. Antwoord 10A moet landelijk gelden, 10B voor de streek, de wijdere omgeving en antwoord 11A voor de plaats Roermond. De IJzeren Rijn is bedoeld als goederenspoorlijn Antwerpen-Ruhrgebied. Roermond zou er echter ook van kunnen profiteren als er voorzieningen zijn om ter plaatse vracht over te laden. Dan zou de regio Roermond verzamel- en distributiegebied kunnen worden voor de Antwerpse haven. Op de kaart Vervoersknooppunten drie vragen verder wordt zoiets een rail-servicecentrum genoemd. Er is er een aangegeven in Venlo, niet ver van Roermond. Daarom lijkt Roermond geen erg goede locatie voor nog zo n servicecentrum.

7 12 A: De Brabantse variant. B: Deze loopt op redelijke afstand van de hoofdkernen van Helmond en Deurne (langs de A67). Maximumscore 3. Vraagdeel A 1 punt, vraagdeel B 2 punten. Kaartblad 35 moet worden gebruikt om de exacte ligging van Helmond en Deurne te bepalen op het kaartje Enkele varianten op de IJzeren Rijn. Doe je dat zorgvuldig, dan zie je dat deze plaatsen liggen langs de Limburgse variant, nieuw aansluiting nummer 1. Deze variant zou de belevingswaarde van Helmond en Deurne aantasten door geluidsoverlast en een gevoel van onveiligheid. Men ervaart, beleeft, de omgeving dan als minder prettig. De ruimtelijke kwaliteit vermindert daardoor. Het is logisch dat de inwoners van Helmond en Deurne de goederenspoorlijn liever verderop zien lopen langs de A67, volgens de Brabantse variant. 13 Een van andere onderstaande redenen: - om de mainports bereikbaar te houden / om de distributiefunctie van Nederland veilig te stellen / om te voorkomen dat het transport door filevorming vastloopt - om optimaal gebruik te maken van andere transportmiddelen dan wegtransport vanwege de toename van het goederenvervoer. Let op: antwoorden die te maken hebben met behoud van natuur en milieu zijn onjuist, omdat dit al in de vraag is genoemd. Maximumscore 2 punten. Intermodaal of multimodaal transport is transport met inzet van meerdere transportmiddelen. Transportknooppunten zijn de plaatsen waar van transportmiddel kan worden gewisseld, overlaadpunten. De kaart bij de volgende vraag laat er een aantal zien. Het overgrote deel van het goederenvervoer gaat nu over de weg, in het binnenlands vervoer meer dan 80%. Omdat het transport ook nog groeit, dreigen congestieverschijnselen te ontstaan als filevorming. Daarom is het noodzaak beter gebruik te maken van alternatieven als spoor, binnenvaart en pijpleiding. 14 A: Twee van onderstaande redenen: - beide plaatsen zijn goed aangesloten op een waterweg - beide plaatsen zijn goed aangesloten op een spoorweg - beide plaatsen zijn goed aangesloten op een autosnelweg. B: Lelystad ligt verder weg van concurrent Amsterdam dan Almere (waardoor het zich beter als zelfstandig multimodaal transportknooppunt kan ontwikkelen). Maximumscore 3. Vraagdeel A per juiste reden 1 punt, vraagdeel B juist 1 punt. De overzichtskaart van Midden-Nederland (Bosatlas, 51e druk: kaart (52 e druk: 36-37) laat zien dat Zwolle en Lelystad beide voldoen aan de hoofdvoorwaarde van een multimodaal vervoersknooppunt: ligging bij meerdere transportmogelijkheden met name vaarweg, snelweg en spoorweg. Ze zijn immers bedoeld om vracht over te laden van het ene op het andere transportmiddel. Wanneer je via dezelfde overzichtskaart de ligging van Almere en Lelystad bepaalt en dit overbrengt op de bron, dan zie je dat Almere dicht bij het belangrijke vervoersknooppunt Amsterdam ligt met een haven en een binnenvaart-container-service-centrum. Daarom heeft het meer zin een knooppunt te ontwikkelen bij Lelystad.

8 Politiek en Ruimte *15 A: Het hoge percentage stemmen op de christelijke partijen SGP, RPF en GPV. B: De Hoeksche Waard heeft een duidelijk andere politieke voorkeur en wijkt in dit opzicht af van Rotterdam / Zuid-Holland / de westelijke provincies. Maximumscore 3. Vraagdeel A 1 punt, vraagdeel B 2 punten. Een eigen sociaal-culturele identiteit betekent dat deze gemeenten op sociaal-cultureel vlak een eigen gezicht hebben, dus afwijken van andere gemeenten. Alleen het stemgedrag voldoet hieraan, omdat de cijfers van de Hoeksche Waard duidelijk afwijken van de andere cijfers en omdat de andere gegevens niet sociaal-cultureel te noemen zijn. Vruchtbaarheid en leeftijdsopbouw zijn demografisch, autobezit is sociaal-economisch en percentage industrie en het besteedbaar inkomen per inwoner economisch. De oppervlakte tuinbouwgewassen is een economisch gegeven, maar ook niet te gebruiken, omdat het een absoluut cijfer is. Omdat de gemeenten sterk verschillen in totale oppervlakte, zeggen die absolute cijfers niets. Het hogere percentage stemmers op de drie christelijke politieke partijen is een weerspiegeling van de traditionele religieuze gerichtheid van deze gemeenten. Dit werkt sterk door in allerlei opvattingen en is zeker belangrijk voor een eigen identiteit. *16 A (gebiedskenmerk): De Hoeksche Waard kan de (bevolkings)overloop van Rotterdam opvangen, omdat de Hoeksche Waard relatief dun bevolkt is / omdat er in de Hoeksche Waard veel ruimte is / omdat de Hoeksch Waard minder verstedelijkt is (kaart 44A/44B/54B). B (ruimtelijk kenmerk): De Hoeksche Waard kan de (bevolkings)overloop van Rotterdam opvangen, omdat de afstand tot Rotterdam niet te groot is (kaart of een andere kaart waaruit de nabijheid blijkt). Het mag niet worden goed gerekend als de verklaringen van A bij B zijn genoemd of van B bij A. Maximumscore 4. Per juist vraagdeel 2 punten. Gebiedskenmerken (A) geven bepaalde feiten over een gebied zelf zoals het reliëf, de grondsoort (fysisch-geografische kenmerken), religie en leeftijdsopbouw (sociaal-geografische kenmerken). De gevraagde verklaring moet voldoen aan twee voorwaarden. Het gebruikte kenmerk moet zichtbaar zijn op een kaart van de genoemde kaartbladen. Bovendien moet de verklaring ingaan op de rol van de Hoeksche Waard in verband met het woningtekort in Rotterdam. Dan zijn de bevolkingsdichtheid of stedelijkheid van de Hoeksche Waard de enige bruikbare gebiedskenmerken. Ruimtelijk kenmerk in vraagdeel B betekent niet of er al dan niet veel ruimte is. Het gaat om de relatieve ligging (ligging ten opzichte van andere gebieden) en de spreiding in de ruimte / in een gebied. In dit geval is de nabije ligging de gewenste verklaring. Onjuist is goede bereikbaarheid. De overzichtskaart in de Bosatlas laat zien dat de Hoeksche Waard vrij geïsoleerd ligt. Daardoor kon het ook een eigen identiteit behouden en landelijk blijven. Er is slechts één goede wegverbinding via de Heinenoordtunnel. *17 De welvarender gemeenten moeten financieel bijdragen aan de minder welvarende gemeente Rotterdam. Maximumscore 2. Indien alleen het verschil in welvaart wordt genoemd tussen Rotterdam en het omliggende gebied 1 punt. Atlaskaart 46D toont een gebruikelijk beeld van centrumgemeenten met lagere inkomens en omringende gemeenten met hogere inkomens. De hoge uitgaven van centrumgemeenten zijn op zich al een reden om omringende steden te annexeren of op te nemen in een stadsprovincie. Men vindt het redelijk dat hun bewoners bijdragen in de kosten die voor een deel ook voor hen worden gemaakt. Denk bijvoorbeeld aan voorzieningen voor woonwerkverkeer en hoogwaardige sportvoorzieningen. Omgekeerd is dit voor bewoners van omringende gemeenten juist een belangrijk argument tegen samenvoeging. Het gaat ten koste van hun portemonnee.

9 *18 A: Twee van onderstaande kaarten: - kaart 55A - kaart 55C - kaart 55D*. * Kaart 55D mag bij vraagdeel A alleen goed worden gerekend als bij B de relatie wordt gelegd met de ecologische hoofdstructuur. B: Twee van onderstaande bijbehorende toelichtingen: - kaart 55A: het afremmen van de stedelijke groei in de Hoeksche Waard is niet goed mogelijk als het gebied door Rotterdam gebruikt gaat worden als overloopgebied - kaart 55C: als de Hoeksche Waard een landbouwkoers gaat varen, is er geen ruimte om de overloop van Rotterdam op te vangen - kaart 55D: wanneer de Hoeksche Waard wordt gebruik als overloopgebied van Rotterdam, zal dit ten koste gaan van natuurgebieden die onderdeel uitmaken van de ecologische hoofdstructuur. Maximumscore 4. Per juist vraagdeel 1 punt. Kaart 55A geeft de hoofdlijn aan van het compacte-stadbeleid: concentratie van bebouwing binnen de stedelijke gebieden en afremming van bebouwing in de open ruimten en bufferzones (groene zones tussen stedelijke gebieden). De Hoeksche Waard valt daarbij in de open ruimte Delta, waarin de groei (van bevolking) afgeremd moet worden. Dit valt niet te rijmen met een overloopfunctie voor Rotterdam die leidt tot snelle groei. Kaart 55C geeft de koersbepaling: wat is de bestemming van een gebied in de toekomst. De Hoeksche Waard heeft als bestemming intensieve landbouw (tuinbouw, bio-industrie) en dus geen woningbouw als overloopgebied voor Rotterdam. Kaart 55D geeft de ecologische hoofdstructuur weer die bestaat uit natuurgebieden en natuurlijke verbindingen tussen deze gebieden. Dit is bedoeld om versnippering van de natuur tegen te gaan en uitwisseling van planten (zaden) en dieren tussen gebieden mogelijk te maken. Dit bevordert de biodiversiteit. De kaart laat zien dat delen van de Hoeksche Waard dienst doen als verbindingszone. Sterke groei van de stedelijke bebouwing zou dat schaden. 55B en 55E zijn niet bruikbaar bij deze vraag. Deze bronnen bevatten informatie die niets te maken heeft met de bestuurlijke samenvoeging en de gevolgen (55B) of niets te maken hebben met Rotterdam en omgeving (55E). Wanneer je deze kaarten hebt genoemd, is dit wellicht het gevolg van het niet goed lezen van de vraag. 19 A: ACP-landen (ACS-landen). B: Ze zijn koloniën geweest van EU-landen. Maximumscore 3. Vraagdeel A 1 punt, vraagdeel B 2 punten. Op kaart 171B (52 e druk: 193B) wordt tweemaal de EU genoemd. Eerst de EU zelf. Die wordt hier niet gevraagd. Daaronder staat: ACP-landen (geassocieerd met de EU). Verder wordt de EU niet genoemd. Geassocieerd met de EU betekent dat men een onderling verbond is aangegaan. Het gaat hier om het Verdrag van Lomé van de Europese Unie met een aantal voormalige koloniën in Afrika, het Caribische Gebied en de Pacific (Stille Zuidzee in de afkorting ACS). Het geeft deze landen onder andere een bevoorrechte positie in de handel, zoals toelating tot de EU-markt en lagere invoerheffingen. Vraagdeel B doet vooral een beroep op je feitenkennis. Heb je een vermoeden, dan biedt kaart 171A (52 e druk: 193A) de mogelijkheid dit te verifiëren.

10 20 Een van onderstaande structurele problemen: - overproductie / vraag en aanbod zijn niet in overeenstemming - de cacaoproducenten zijn niet in staat goede afspraken te maken over de productie/prijs - de cacaoproducenten zijn niet in staat afspraken over de productie/prijs goed na te komen. Maximumscore 2. De ICCO probeert met de interventies, ingrijpen in de handel, de cacaoprijs te stabiliseren op een redelijk niveau. Zoiets gebeurt bijvoorbeeld ook de door OPEC, de olieproducenten. Een dergelijk beleid kan alleen succes hebben als er sluitende afspraken zijn over productie (overproductie leidt tot een te lage prijs) en prijsvorming (men mag niet goedkoper aanbieden dan tegen de afgesproken prijs). Dit lukt met de cacao helaas niet. Er zijn verschillende oorzaken: te veel producenten, landen die de inkomsten van cacao te hard nodig hebben (armoede, oorlog) en onderling wantrouwen. Een verschil met de OPEC is ook dat het om een landbouwproduct gaat. Natuurlijke oorzaken zoals misoogsten en goed weer geven schommelingen in de productie. Deze is daardoor minder makkelijk te regelen dan bijvoorbeeld de oliewinning. 21 A: Ghana heeft het grootste nadeel. B: Cacao is veruit het belangrijkste commerciële landbouwgewas in Ghana (kaart 137A), (1 punt) en Ghana is, als enige van de genoemde landen, sterk afhankelijk (voor 25-50%) van de export van landbouwproducten (kaart 175C). (1 punt) Maximumscore 3. Vraagdeel A 1 punt, vraagdeel B 2 punten. Puntenverdeling B aangegeven achter het antwoord. Je antwoord op vraagdeel B moet bestaan uit twee delen: een deel afgeleid van Bosatlaskaart, 51 e druk, 137A (52 e druk: 150A) en een deel afgeleid van een kaart van de Bosatlas, 51 e druk, kaartblad 175 (52 e druk: 195). Wees zorgvuldig met de ligging van de vier landen uit de vraag. Gebruik hiervoor zo nodig kaart 136D (52 e druk: 148). Kaart 137A toont het bodemgebruik inclusief de cacaoteelt. Ghana heeft veel cacaoteelt (drie symbolen voor cacao). Gabon heeft slechts één symbool voor cacao, Kameroen anderhalf (grensgebied) en Nigeria tweeëneenhalf. Kameroen en Nigeria hebben in verhouding met Ghana meer ander bodemgebruik als koffie, oliepalm/aardnoten, katoen en veeteelt. Van kaartblad 175 kun je alleen één van de vier kaarten gebruiken. In de diagrammen E, F en G zijn de Afrikaanse landen niet apart onderscheiden. Op kaart 175C, Eenzijdigheid uitvoer naar product, is voor Ghana (lichtbruin) weergegeven dat het voor 25-50% van de export afhankelijk is van landbouwproducten. Dat maakt Ghana kwetsbaar voor de problemen op de cacaomarkt. Gabon, Kameroen en Nigeria hebben dat probleem minder. Kaart 175C laat zien dat zij wel eenzijdig afhankelijk zijn, maar dan van de export van aardolie. De kaarten 175A, B en D zijn minder bruikbaar, omdat verschillende landen in dezelfde categorie vallen. Ook is op deze kaarten het aandeel van de landbouw niet zichtbaar. *22 Twee van onderstaande oorzaken: - goedkopere grond - betere bereikbaarheid - betere parkeerfaciliteiten - meer ruimte - hoger prestige. Maximumscore 2. Per juiste oorzaak 1 punt. Langs snelwegen of bij stations dichtbij de grote steden verschijnen steeds meer prestigieuze kantorenparken. Daar vestigen zich vaak kantoren uit naburige grote steden. Door schaalvergroting en fusie zijn de kantoren vaak uit hun oude huisvesting gegroeid. In de stad is ruimte voor uitbreiding verschrikkelijk duur of afwezig. Bovendien komen veel werknemers met de auto uit de voorsteden. De parkeerproblemen zijn in de steden groot, mede door het strikte parkeerbeleid van veel gemeenten. Bovendien is het prestige van sommige delen van de stad laag. Daarom wijken veel bedrijven uit naar prestigieuze locaties buiten de stad. Gewild zijn opvallende bedrijfsgebouwen goed zichtbaar vanaf de snelweg, op een zichtlocatie.

11 *23 Bezoekers geven voor en na de voorstelling geld uit in Amsterdam. Maximumscore 2. Voorzieningen met een hoge drempelwaarde en een grote reikwijdte (zie eventueel de volgende vraag), zoals in Amsterdam de Stadsschouwburg en het Concertgebouw, trekken veel mensen uit de omgeving, wat vooral ten goede komt aan de horeca. Daarom hoeven subsidies voor dit soort instellingen niet per se een verliespost te zijn. Veel kosten komen echter ten laste van de overheid, maar de baten zijn voor commerciële instellingen. Je kunt dus stellen dat de overheid hiermee investeert in de stedelijke economie. Er zijn extra uitgaven voor grote steden die zich minder makkelijk laten terugverdienen, zoals voor infrastructurele voorzieningen. *24 Amsterdam heeft een aantal vormen van cultuur met een grote reikwijdte: alleen dan wordt de drempelwaarde gehaald. Maximumscore 2. De reikwijdte geeft aan hoever men bereid is te reizen voor het bezoeken van een voorziening. Het is de afstand van de voorziening tot de verste klant. De drempelwaarde geeft aan hoeveel mogelijke klanten er in het verzorgingsgebied moeten wonen om rendabel/winstgevend te kunnen zijn. Hoogwaardige voorzieningen hebben over het algemeen een hoge drempelwaarde, zodat de reikwijdte groot moet zijn. Overigens is de term drempelwaarde vooral van toepassing op commerciële voorzieningen zoals winkels. Culturele instellingen worden vaak gesubsidieerd. Ze zouden op commerciële basis niet kunnen bestaan, ook al zou de minister van cultuur dat graag willen. Bosatlas, 51 e druk, kaart 51A (52 e druk: 57A) toont de centrale plaatsen en verzorgingsgebieden waarin de positie van Amsterdam zichtbaar is. 25 Oostenrijk grenst aan Tsjechië en Hongarije. Maximumscore 2. Er is een geografische verklaring gevraagd, dus je antwoord moet ingaan op de ruimtelijke spreiding (ligging) van de landen. Het gaat alleen om de positie van Oostenrijk, niet om die van Duitsland of de hele EU. 26 In Zuid-Europa bevinden zich nu nog veel EU-ontwikkelingsgebieden die financiële steun van de EU ontvangen. Deze financiële steun zou wel eens minder kunnen worden, omdat er (door de uitbreiding) veel EU-ontwikkelingsgebieden bij komen. Maximumscore 2. Kaart 67C (52 e druk: niet opgenomen) laat zien dat de Zuid-Europese landen geheel of gedeeltelijk ontwikkelingsgebied zijn (ontwikkelingsachterstand, plattelandsgebied met ongunstige ligging of industriegebied met problemen). Deze landen ontvangen daarom veel steun uit de Structuurfondsen van de Europese Unie. De toetredende lidstaten hebben nog grotere ontwikkelingsproblemen. Zuid-Europa vreest dat daarvoor veel geld nodig zal zijn en dat zij daardoor minder geld uit deze fondsen zal ontvangen. Let op: je antwoord moet ingaan op Zuid-Europa, omdat dat in deze vraag centraal staat.

12 27 Twee van onderstaande argumenten: - de hoeveelheid landbouwgrond zal sterk toenemen (met 21 %) met als vermoedelijk gevolg nog meer landbouwoverschotten (waar een financiële oplossing voor gevonden moet worden) - het percentage arbeidskrachten in de landbouw (met name in Polen) is nog erg hoog; dat zal binnenkort flink (moeten) dalen (wat financiële consequenties heeft die niet door deze landen alleen gedragen kunnen worden). - er zijn in de nieuwe lidstaten in de landbouw veel problemen, waardoor het handhaven van het huidige landbouwbeleid veel te duur wordt - door de lage lonen kan er in deze landen goedkoop worden geproduceerd; dit kan een bedreiging zijn voor de boeren in andere lidstaten - het is de vraag of er door de grote verschillen binnen de EU er dan nog één Gemeenschappelijk Landbouwbeleid te voeren is - er zijn veel landbouwbedrijven in ongunstige gebieden (bergen) die een zwaar beroep op steun zullen doen. Maximumscore 4. Per juist argument 2 punten. Hoewel bij de vraag niet specifiek naar de tabel Belang van de landbouw.. wordt verwezen, kun je er wel goed gebruik van maken. Het percentage landbouwgrond laat zien dat er relatief veel landbouwgebied is. Het percentage werkgelegenheid toont vooral een zorgwekkende situatie voor Polen. Dit duidt op inefficiënte bedrijfsvoering. Modernisering zal veel kosten en veel werkloosheid opleveren. Juist de landbouw is voortdurend een probleem in de EU door landbouw in gebieden met een ongunstige natuur/klimaat, te kleine bedrijven en lage prijzen op de wereldmarkt. De landbouw is verreweg de grootste kostenpost op de EU-begroting. Door toetreding van lidstaten met relatief veel en problematische landbouw zullen de kosten van het Europese Gemeenschappelijke Landbouwbeleid hoog oplopen. 28 Twee van onderstaande kaarten: - kaart 70G Loon - kaart 70H Loon t.o.v. Nederland - kaart 71H Opleiding - kaart 71I Werkende vrouwen. Maximumscore 2. Per juiste kaart 1 punt. De gevraagde kaarten moeten thema s behandelen die een aantrekkingskracht kunnen uitoefenen op arbeidsintensieve industrie. De twee kaarten over lonen laten zien dat het loonpeil in Midden- en Oost-Europa lager ligt dan in West-Europa/Nederland. Dit is duidelijk een pullfactor. Kaart 71H toont een wat lager opleidingsniveau, dus een aanbod van ongeschoolde/minder geschoolde arbeidskrachten waarop de arbeidsintensieve industrie vaak is gericht. Dit aanbod zal ook nog extra groot zijn door het relatief groot aantal werkende vrouwen, zoals kaart 71I laat zien. Andere kaarten zijn niet bruikbaar. Ze hebben geen aparte betekenis voor de arbeidsintensieve industrie. Bovendien is gevraagd naar de beste kaarten. De kaartbladen zijn in de 52 e druk:

13 Omzettingstabel havo aardrijkskunde nieuwe stijl 2001-I, bron CITO. Totale score 75 punten. Score Cijfer Score Cijfer ,2 1,5 1,7 1,9 2,0 2,1 2,2 2,4 2,5 2,6 2,7 2,8 3,0 3,1 3,2 3,3 3,4 3,6 3,7 3,8 3,9 4,0 4,2 4,3 4,4 4,5 4,6 4,8 4,9 5,0 5,1 5,2 5,4 5,5 5,6 5,7 5,8 6,0 6,1 6,2 6,3 6,4 6,6 6,7 6,8 6,9 7,0 7,2 7,3 7, ,5 7,6 7,8 7,9 8,0 8,1 8,2 8,4 8,5 8,6 8,7 8,8 9,0 9,1 9,2 9,3 9,4 9,6 9,6 9,7 9,8 9,8 9,9 9,9 10

14 Omzettingstabel havo aardrijkskunde nieuwe stijl 2001-I zonder onderdeel Ruimtelijk gedrag en politiek-ruimtelijke organisatie van Politiek en ruimte (zonder vragen 15 tot en met 18 en 22 tot en met 24). Totale score 56 punten. Deze tabel is omgerekend vanuit de vorige tabel. Deze cijfers zijn niet officieel door het CITO vastgesteld. Score Cijfer Score Cijfer ,4 1,6 1,9 2,0 2,2 2,4 2,5 2,7 2,8 3,0 3,2 3,3 3,5 3,7 3,9 4,0 4,1 4,3 4,5 4,6 4,8 4,9 5,1 5,3 5,4 5,6 5,7 5,9 6,1 6,2 6,4 6,6 6,7 6,9 7,0 7,2 7,3 7,5 7,7 7,8 8,0 8,2 8,3 8,5 8,6 8,8 9,0 9,1 9,3 9, ,6 9,7 9,8 9,9 9,9 10

Correctievoorschrift HAVO. Aardrijkskunde (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift HAVO. Aardrijkskunde (nieuwe stijl) Aardrijkskunde (nieuwe stijl) Correctievoorschrift HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs 0 0 Tijdvak Inzenden scores Uiterlijk 30 mei de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school op

Nadere informatie

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1 EXAMEN: 2002-I

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1 EXAMEN: 2002-I TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1 NIVEAU: HAVO EAMEN: 2002-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo 2001-I

Eindexamen aardrijkskunde havo 2001-I Bij elke vraag is aangegeven welke bron(nen) en atlaskaart(en) nodig zijn voor de beantwoording. Migratie en Vervoer De vragen 1 tot en met 4 gaan over migratie en ruimtelijke inrichting. bron 1 Migratie

Nadere informatie

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN:

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN: UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN: VAK: NIVEAU: Economie Mavo D EXAMEN: 2001-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen

Nadere informatie

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1,2

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1,2 TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1,2 NIVEAU: EXAMEN: HAVO 2001-II De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo 2000-II

Eindexamen aardrijkskunde havo 2000-II Eindexamen aardrijkskunde havo 000-II 3 Antwoordmodel Migratie en Vervoer Maximumscore de aantrekkingskracht van Frankrijk als voormalig koloniaal moederland / de gemeenschappelijke taal Maximumscore Uit

Nadere informatie

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I WISKUNDE. MAVO-D / VMBO-gt

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I WISKUNDE. MAVO-D / VMBO-gt UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: NIVEAU: WISKUNDE MAVO-D / VMBO-gt EXAMEN: 2002-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke

Nadere informatie

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: WISKUNDE B 1,2 EXAMEN: 2001-I

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: WISKUNDE B 1,2 EXAMEN: 2001-I UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: WISKUNDE B 1,2 NIVEAU: HAVO EXAMEN: 2001-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen.

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo 2003-I

Eindexamen aardrijkskunde havo 2003-I Politiek en ruimte Opgave 6 bron 9 In de periode 2000-2006 zal de Europese Unie financiële steun voor sociaal-economische ontwikkeling toekennen aan twee soorten regio s: de regio s met een ontwikkelingsachterstand

Nadere informatie

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2000 ECONOMIE MAVO-D NIVEAU: EXAMEN: 2000-I

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2000 ECONOMIE MAVO-D NIVEAU: EXAMEN: 2000-I UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2000 VAK: NIVEAU: ECONOMIE MAVO-D EXAMEN: 2000-I Deze uitwerking wordt ook opgenomen in de Examenbundel Onderwijspers 2001-2002 die in de zomer van

Nadere informatie

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I D

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I D UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I D VAK: NIVEAU: EXAMEN: WISKUNDE MAVO 2001-I D De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen.

Nadere informatie

Examen HAVO. Aardrijkskunde (nieuwe stijl)

Examen HAVO. Aardrijkskunde (nieuwe stijl) Aardrijkskunde (nieuwe stijl) Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 18 mei 9.00 11.30 uur 20 01 Voor dit examen zijn maximaal 75 punten te behalen; het examen bestaat uit 28

Nadere informatie

UITWERKING OEFENVRAGEN NEDERLAND EN INDONESIE VIER EEUWEN CONTACT EN BEINVLOEDING GESCHIEDENIS

UITWERKING OEFENVRAGEN NEDERLAND EN INDONESIE VIER EEUWEN CONTACT EN BEINVLOEDING GESCHIEDENIS UITWERKING OEFENVRAGEN NEDERLAND EN INDONESIE VIER EEUWEN CONTACT EN BEINVLOEDING VAK: NIVEAU: GESCHIEDENIS MAVO De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen.

Nadere informatie

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1,2

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1,2 TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1,2 NIVEAU: EXAMEN: VWO 2001-II De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen

Nadere informatie

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1,2 EXAMEN: 2002-I

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1,2 EXAMEN: 2002-I TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1,2 NIVEAU: VWO EXAMEN: 2002-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen

Nadere informatie

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: ECONOMIE 1,2 NIVEAU: VWO EXAMEN: 2001-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen.

Nadere informatie

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1,2 EXAMEN: 2002-I

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1,2 EXAMEN: 2002-I TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1,2 NIVEAU: HAVO EXAMEN: 2002-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo 2008-II

Eindexamen aardrijkskunde havo 2008-II Beoordelingsmodel Vraag Antwoord Scores Migratie en vervoer Opgave 1 Segregatie en integratie 1 maximumscore 2 Uit de beschrijving moet blijken dat: op nationale schaal er een concentratie in het westen

Nadere informatie

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2000

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2000 TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2000 VAK: ECONOMIE 1,2 NIVEAU: EXAMEN: HAVO 2000-II Deze uitwerking wordt ook opgenomen in de Examenbundel Onderwijspers 2001-2002 die in de zomer van 2001 bij

Nadere informatie

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: SCHEIKUNDE 1,2 EXAMEN: 2001-I

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: SCHEIKUNDE 1,2 EXAMEN: 2001-I UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: SCHEIKUNDE 1,2 NIVEAU: VWO EXAMEN: 2001-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen.

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo 2000-I

Eindexamen aardrijkskunde havo 2000-I Eindexamen aardrijkskunde havo 000-I 3 Antwoordmodel Migratie en Vervoer Uit het antwoord moet blijken dat in de centrale stad (Amsterdam) het percentage 75-plussers afneemt, terwijl dit percentage in

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo 2002-II

Eindexamen aardrijkskunde havo 2002-II 3 Antwoordmodel Migratie en Vervoer 1 A: de leeftijdsgroep 20 35 jaar 1 B: Voorbeelden van juiste redenen zijn: De mensen uit deze leeftijdsgroep: zijn gemotiveerd om (aan het begin van hun werkzame leven)

Nadere informatie

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: ECONOMIE 1 NIVEAU: VWO EXAMEN: 2001-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen.

Nadere informatie

Zelfstandig werken. Ajodakt. Dit antwoordenboekje hoort bij het gelijknamige werkboek van de serie

Zelfstandig werken. Ajodakt. Dit antwoordenboekje hoort bij het gelijknamige werkboek van de serie Zelfstandig werken Ajodakt Dit antwoordenboekje hoort bij het gelijknamige werkboek van de serie 9 789074 080705 Informatieverwerking Groep 7 Antwoorden Auteur P. Nagtegaal ajodakt COLOFON Illustraties

Nadere informatie

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I SCHEIKUNDE HAVO

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I SCHEIKUNDE HAVO UITWERKING TOELICTING OP DE ANTWOORDEN VAN ET EXAMEN 2002-I VAK: NIVEAU: SCEIKUNDE AVO EXAMEN: 2002-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3 Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3 Samenvatting door L. 382 woorden 27 juni 206 0 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde H3 Par 2 Een stad heeft 4 kenmerken: - een bepaalde, per land verschillende omvang;

Nadere informatie

Werkwoordspelling 2 Toelichting en Antwoorden

Werkwoordspelling 2 Toelichting en Antwoorden Werkwoordspelling 2 Toelichting en Antwoorden COLOFON Auteurs Frank Pollet Illustraties Liza-Beth Valkema Basisvormgeving LS Ontwerpers bno, Groningen Omslag illustratie Metamorfose ontwerpen BNO, Deventer

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde oud programma havo 2009 - I

Eindexamen aardrijkskunde oud programma havo 2009 - I Beoordelingsmodel Migratie en vervoer Opgave 1 Scheepvaart in Europa 1 maximumscore 2 De containeroverslag van Rotterdam is in de periode 2000-2005 minder toegenomen dan die van concurrenten Hamburg en

Nadere informatie

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 woensdag 21 mei 9.00-11.30 uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 woensdag 21 mei 9.00-11.30 uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage. Examen HAVO 2008 tijdvak 1 woensdag 21 mei 9.00-11.30 uur aardrijkskunde Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 58 punten

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2008-II

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2008-II Vervoer en ruimtelijke inrichting Opgave 4 Breda als Poort van Brabant Gebruik bron 6 van het bronnenboekje. De Nieuwe Sleutelprojecten zullen ingrijpende ruimtelijke gevolgen hebben voor de bewoners van

Nadere informatie

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Wet van Ohm. J. Kuiper. Transfer Database

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Wet van Ohm. J. Kuiper. Transfer Database Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal Reader Wet van Ohm J. Kuiper Transfer Database ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair Onderwijs, Algemeen Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs

Nadere informatie

Ontwerp Paper 2 Bijlage 2

Ontwerp Paper 2 Bijlage 2 Ontwerp Paper 2 Bijlage 2 Gijs Bos - 10137157 Utrecht, 130410 De twee toetsen zijn qua inhoud verschillend maar qua moeilijkheidsgraad zo veel mogelijk identiek. Beide toetsen bestaan uit 10 vragen. 5

Nadere informatie

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 dinsdag 26 mei 9.00-11.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 dinsdag 26 mei 9.00-11.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2009 tijdvak 1 dinsdag 26 mei 9.00-11.30 uur aardrijkskunde Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 57 punten te behalen. Voor elk

Nadere informatie

06950181_voorw 01-03-2005 15:47 Pagina I. Een Goed. Feedbackgesprek. Tussen kritiek en compliment. Wilma Menko

06950181_voorw 01-03-2005 15:47 Pagina I. Een Goed. Feedbackgesprek. Tussen kritiek en compliment. Wilma Menko 06950181_voorw 01-03-2005 15:47 Pagina I Een Goed Feedbackgesprek Tussen kritiek en compliment Wilma Menko 06950181_voorw 01-03-2005 15:47 Pagina II Een goede reeks ISBN Een goede vergadering 90 06 95017

Nadere informatie

Correctievoorschrift HAVO. Aardrijkskunde (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift HAVO. Aardrijkskunde (nieuwe stijl) Aardrijkskunde (nieuwe stijl) Correctievoorschrift HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs 20 02 Tijdvak 1 Inzenden scores Uiterlijk op 29 mei de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school

Nadere informatie

Correctievoorschrift HAVO. Aardrijkskunde (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift HAVO. Aardrijkskunde (nieuwe stijl) Aardrijkskunde (nieuwe stijl) Correctievoorschrift HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs 20 02 Tijdvak 2 Inzenden scores Uiterlijk op 21 juni de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per

Nadere informatie

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 20 juni 9.00-11.30 uur. Bij dit examen horen bijlagen.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 20 juni 9.00-11.30 uur. Bij dit examen horen bijlagen. Examen HAVO 2007 tijdvak 2 woensdag 20 juni 9.00-11.30 uur aardrijkskunde Bij dit examen horen bijlagen. Dit examen bestaat uit 30 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 60 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo 2002-i

Eindexamen aardrijkskunde havo 2002-i LET OP: Je kunt dit examen maken met de 51e druk of met de 52e druk van de atlas. Schrijf op de eerste regel van je antwoordblad welke druk je gebruikt, de 51e of de 52e. Bij elke vraag is aangegeven welke

Nadere informatie

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I GESCHIEDENIS

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I GESCHIEDENIS UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: NIVEAU: GESCHIEDENIS VWO EXAMEN: 2001-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen.

Nadere informatie

Correctievoorschrift HAVO. Aardrijkskunde (oude stijl)

Correctievoorschrift HAVO. Aardrijkskunde (oude stijl) Aardrijkskunde (oude stijl) Correctievoorschrift HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs 0 0 Tijdvak Inzenden scores Uiterlijk op 30 mei de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school

Nadere informatie

WERELD. 4 havo 1 Wereldbeeld 1-2

WERELD. 4 havo 1 Wereldbeeld 1-2 WERELD 4 havo 1 Wereldbeeld 1-2 Op de grens Een reis vol gevaren Ga naar www.nos.nl typ de zoekterm Ciudad Juarez in en bekijk een van de videofragmenten over deze gevaarlijkste stad ter wereld. Op de

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2003-II

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2003-II Antwoordmodel Migratie en mobiliteit Opgave 1 1 Voorbeelden van een juiste verklaring zijn: De aanwezigheid van een groot asielzoekerscentrum in een bepaald economisch-geografisch gebied veroorzaakt een

Nadere informatie

Stedelijk netwerk = een groep steden in een lang die onderling op tal van terreinen verbonden zijn; zoals de Randstad.

Stedelijk netwerk = een groep steden in een lang die onderling op tal van terreinen verbonden zijn; zoals de Randstad. Samenvatting door Jonna 1751 woorden 20 april 2018 6,7 5 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Ak Samenvatting 3.2 Een stad heeft vier kenmerken: een bepaalde, per land verschillende omvang

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo 2002-II

Eindexamen aardrijkskunde havo 2002-II Politiek en Ruimte bron 10 Aandeel van de lidstaten in de handel van de Europese Unie in procenten, 1998 30 % 25 20 22 25 Legenda: invoer uitvoer 15 10 8 8 15 15 10 11 9 9 15 12 5 0 6 5 2 2 1 0 België

Nadere informatie

Correctievoorschrift HAVO. Aardrijkskunde nieuwe stijl. Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs. Tijdvak 2

Correctievoorschrift HAVO. Aardrijkskunde nieuwe stijl. Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs. Tijdvak 2 Aardrijkskunde nieuwe stijl Correctievoorschrift HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs 0 00 Tijdvak 00004 CV9 Begin Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2001-I

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2001-I Eindexamen aardrijkskunde vwo 00-I Antwoordmodel Migratie en Mobiliteit Uit het antwoord moet blijken dat het aantal grote steden in Indonesië groter is dan in de meeste andere ontwikkelingslanden. Voorbeelden

Nadere informatie

Toets_Hfdst6_BevolkingEnRuimtelijkeInrichting

Toets_Hfdst6_BevolkingEnRuimtelijkeInrichting Toets_Hfdst6_BevolkingEnRuimtelijkeInrichting Vragen Samengesteld door: visign@hetnet.nl Datum: 31-1-2017 Tijd: 11:07 Samenstelling: Geowijzer Vraag: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15,

Nadere informatie

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Spanning. J. Kuiper. Transfer Database

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Spanning. J. Kuiper. Transfer Database Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal Reader Spanning J. Kuiper Transfer Database ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair Onderwijs, Algemeen Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs en

Nadere informatie

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I AARDRIJKSKUNDE EXAMEN: 2002-I

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I AARDRIJKSKUNDE EXAMEN: 2002-I TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: NIVEAU: AARDRIJKSKUNDE HAVO EXAMEN: 2002-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen

Nadere informatie

Stenvert. Rekenmeesters 5. Zelfstandig werken Rekenen Groep 7 Antwoorden. Zelfstandig werken Stenvert Rekenen Rekenmeesters 5 Antwoorden Groep 7

Stenvert. Rekenmeesters 5. Zelfstandig werken Rekenen Groep 7 Antwoorden. Zelfstandig werken Stenvert Rekenen Rekenmeesters 5 Antwoorden Groep 7 Zelfstandig werken Rekenen Groep 7 Antwoorden Stenvert maakt deel uit van ThiemeMeulenhoff Zelfstandig werken (Z). Dit bestaat uit een groot assor ment leermiddelen voor alle leerjaren. Op onze Z-site vindt

Nadere informatie

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Weerstand. J. Kuiper. Transfer Database

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Weerstand. J. Kuiper. Transfer Database Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal Reader Weerstand J. Kuiper Transfer Database ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair Onderwijs, Algemeen Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs en

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo 2007-II

Eindexamen aardrijkskunde havo 2007-II Politiek en ruimte Opgave 1 Mogelijke toetreding van Turkije tot de EU 1 maximumscore 1 Turkije kent een hoog percentage moslims. Opmerking Het antwoord Turkije is een islamitisch land mag worden goed

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4 Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4 Samenvatting door een scholier 769 woorden 2 juni 202 6,7 54 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand 2 De wereld van een grote stad Een stad heeft

Nadere informatie

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: aardrijkskunde Correctievoorschrift HAVO - Compex Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo 2003-I

Eindexamen aardrijkskunde havo 2003-I 3 Antwoordmodel Natuur en milieu Opgave 1 1 Voorbeelden van een juiste invloed zijn: Er vinden minder overstromingen plaats. De aangroei van de Nijldelta stagneert. Het regiem is (stroomafwaarts van de

Nadere informatie

Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. per juist antwoord 1

Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. per juist antwoord 1 Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. Migratie en de multiculturele samenleving 1 D 2 maximumscore 2 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: Ze zijn

Nadere informatie

Oefentekst voor het Staatsexamen

Oefentekst voor het Staatsexamen Oefentekst voor het Staatsexamen Staatsexamen NT2, programma I, onderdeel lezen bij Hoofdstuk 9 van Taaltalent NT2-leergang voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Katja Verbruggen Henny Taks Eefke

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4 Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4 Samenvatting door V. 1441 woorden 21 mei 2017 5,5 4 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Paragraaf 2 Wat is een stad? 4 kenmerken: - Een bepaalde,

Nadere informatie

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2003-I EXAMEN: 2003-I

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2003-I EXAMEN: 2003-I TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2003-I VAK: NIVEAU: ECONOMIE VMBO gt EXAMEN: 2003-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen

Nadere informatie

Correctievoorschrift HAVO. Aardrijkskunde (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift HAVO. Aardrijkskunde (nieuwe stijl) Aardrijkskunde (nieuwe stijl) Correctievoorschrift HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs 0 0 Tijdvak Inzenden scores Uiterlijk op juni de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2002-I

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2002-I Antwoordmodel Migratie en Mobiliteit 1 A: Uit de gegevens van bron 3 blijkt dat van de Zuid-Amerikaanse landen Bolivia tot de landen hoort met verhoudingsgewijs weinig mensen woonachtig in de stad 2 B:

Nadere informatie

Correctievoorschrift HAVO. Aardrijkskunde (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift HAVO. Aardrijkskunde (nieuwe stijl) Aardrijkskunde (nieuwe stijl) Correctievoorschrift HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs 20 02 Tijdvak 2 Inzenden scores Uiterlijk op 21 juni de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per

Nadere informatie

Stenvert. Taalmeesters 2. Antwoorden. Taalmeesters 2. Zelfstandig werken. Antwoorden. Groep 4. Taal COLOFON COLOFON

Stenvert. Taalmeesters 2. Antwoorden. Taalmeesters 2. Zelfstandig werken. Antwoorden. Groep 4. Taal COLOFON COLOFON Taalmeesters 2 Antwoorden COLOFON Taalmeesters 2 Stenvert Zelfstandig werken Taal Groep 4 Antwoorden Auteurs Evelien Klok, Michelle Kraak, Hans Vermeer Conceptontwerp omslag: Metamorfose ontwerpers BNO,

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl 2006 - II

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl 2006 - II Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. MIGRATIE EN DE MULTICULTURELE SAMENLEVING kaarten 1 en 2 Spreiding allochtonen in Den Haag kaart 1 kaart 2 uit Indonesië totaal

Nadere informatie

Stenvert. Taalmeesters 6. Zelfstandig werken Taal Groep 8 Antwoorden. Zelfstandig werken Stenvert Taal Taalmeesters 6 Antwoorden Groep 8

Stenvert. Taalmeesters 6. Zelfstandig werken Taal Groep 8 Antwoorden. Zelfstandig werken Stenvert Taal Taalmeesters 6 Antwoorden Groep 8 Zelfstandig werken Taal Groep 8 Antwoorden Stenvert maakt deel uit van ThiemeMeulenhoff Zelfstandig werken (Z). Dit bestaat uit een groot assor ment leermiddelen voor alle leerjaren. Op onze Z-site vindt

Nadere informatie

Demi Smit Sarah Lingaard. Atlas van de toekomst

Demi Smit Sarah Lingaard. Atlas van de toekomst Demi Smit Sarah Lingaard Atlas van de toekomst 1 Introductie: Wij hebben de Atlas van onze toekomst gemaakt met daarin onze ideeën voor Nederland in 2040. Hierin hebben wij geprobeerd weer te geven hoe

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2004-I

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2004-I 4 Beoordelingsmodel Politiek en ruimte Opgave 1 1 separatisme 2 Voorbeelden van juiste terreinen zijn: cultuur onderwijs per juist terrein 1 3 Juiste bevolkingskenmerken verwijzen naar: de sociaal-economische

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Migratie & mobiliteit

Samenvatting Aardrijkskunde Migratie & mobiliteit Samenvatting Aardrijkskunde Migratie & mobiliteit Samenvatting door een scholier 825 woorden 24 juli 2005 7,2 19 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Hoofdstuk 1: On the move 1. Waar het gras groener is

Nadere informatie

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Stroom. J. Kuiper. Transfer Database

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Stroom. J. Kuiper. Transfer Database Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal Reader Stroom J. Kuiper Transfer Database ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair Onderwijs, Algemeen Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie

Nadere informatie

Rekenen Groep 7-2e helft schooljaar.

Rekenen Groep 7-2e helft schooljaar. Sweelinck & De Boer B.V., Den Haag 2016 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm

Nadere informatie

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 woensdag 30 mei 9.00-11.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 woensdag 30 mei 9.00-11.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2007 tijdvak 1 woensdag 30 mei 9.00-11.30 uur aardrijkskunde Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 33 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 53 punten te behalen. Voor elk

Nadere informatie

4,6. Samenvatting door L. 989 woorden 30 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde

4,6. Samenvatting door L. 989 woorden 30 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde Samenvatting door L. 989 woorden 30 november 2016 4,6 5 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde SAMENVATTING AK HOOFDSTUK 1. VWO 2. Primaire sector: landbouw, visserij, mijnbouw, jacht. Secundaire sector: industrie,

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2005-II

Eindexamen economie 1-2 vwo 2005-II 4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juist antwoord

Nadere informatie

9,2. Antwoorden door een scholier 1786 woorden 1 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Oefentoets hoofdstuk 3

9,2. Antwoorden door een scholier 1786 woorden 1 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Oefentoets hoofdstuk 3 Antwoorden door een scholier 1786 woorden 1 april 2011 9,2 4 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Oefentoets hoofdstuk 3 Globalisering in steden: grootstedelijke gebieden in de VS 1 Bekijk bron 7. De bron

Nadere informatie

groep Computerprogramma woordenschat

groep Computerprogramma woordenschat Taal actief G e b r u i k e r si n st r u c t i e C o m pu te rpro gra m m a w o o rde n s c ha t 214088_OM.indd 1 gro ep 6 22-06-2009 12:22:50 telefoon: 073-628 87 22 e-mail: helpdesk.bao@malmberg.nl

Nadere informatie

Webquest bij de Geo tweede fase havo Landbouw in Europa

Webquest bij de Geo tweede fase havo Landbouw in Europa Webquest bij de Geo tweede fase havo Landbouw in Europa Inleiding In deze opdracht gaan we de invloed van de EU vergelijken. De vergelijking wordt gemaakt tussen twee landen: Nederland en Spanje. We nemen

Nadere informatie

Stoppen met roken Cursus

Stoppen met roken Cursus Stoppen met roken Stoppen met roken Cursus F.A. Willemsen Bohn Stafleu van Loghum Houten 2009 2009 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: aardrijkskunde Correctievoorschrift HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel

Nadere informatie

Ik en de maatschappij. Reizen

Ik en de maatschappij. Reizen Ik en de maatschappij Reizen Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Ferry van de Put Inhoudelijke redactie: Ina Berlet Eindredactie: Daphne Ariaens

Nadere informatie

Correctievoorschrift HAVO. aardrijkskunde

Correctievoorschrift HAVO. aardrijkskunde aardrijkskunde Correctievoorschrift HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs 20 04 Tijdvak 1 inzenden scores Verwerk de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school in het programma Wolf

Nadere informatie

De wijk nemen. Een subtiel samenspel van burgers, maatschappelijke organisaties en overheid. Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling

De wijk nemen. Een subtiel samenspel van burgers, maatschappelijke organisaties en overheid. Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling De wijk nemen Een subtiel samenspel van burgers, maatschappelijke organisaties en overheid Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling De wijk nemen Een subtiel samenspel van burgers, maatschappelijke organisaties

Nadere informatie

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk. Examen HAVO 2017 tijdvak 2 woensdag 21 juni 13.30-16.30 uur aardrijkskunde Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk. Dit examen bestaat uit 32 vragen. Voor dit examen zijn

Nadere informatie

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 55e druk.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 55e druk. Examen HAVO 2019 tijdvak 2 woensdag 19 juni 13.30-16.30 uur aardrijkskunde Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 55e druk. Dit examen bestaat uit 32 vragen. Voor dit examen zijn

Nadere informatie

Eindexamen economie havo I

Eindexamen economie havo I Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat

Nadere informatie

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 1 vrijdag 28 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 1 vrijdag 28 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VWO 2010 tijdvak 1 vrijdag 28 mei 9.00-12.00 uur oud programma aardrijkskunde Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 35 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 66 punten te behalen.

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo 2009 - I

Eindexamen aardrijkskunde havo 2009 - I Beoordelingsmodel Aarde Opgave 1 Gletsjers 1 maximumscore 2 verwering 1 sedimentatie 1 2 maximumscore 2 zijmorenen de grens markeren van de vroegere omvang van de gletsjer 1 de gletsjer in het verleden

Nadere informatie

Economie en handel. Assistent logistiek. Deel 6 van 6 Inventariseert de voorraad/magazijninventaris

Economie en handel. Assistent logistiek. Deel 6 van 6 Inventariseert de voorraad/magazijninventaris Economie en handel Assistent logistiek Deel 6 van 6 Inventariseert de voorraad/magazijninventaris Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Tessel Mulder,

Nadere informatie

Aardrijkskunde Hoofdstuk 1

Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 1384 woorden 4 oktober 2005 6 4 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 Geografische mobiliteit: mensen die zich verplaatsen omdat ze ergens anders

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo II

Eindexamen aardrijkskunde havo II Eindexamen aardrijkskunde havo 999 - II Bevolkingsgeografie Voorbeelden van een juist antwoord zijn: vooral jongeren trokken van het platteland naar de steden in verband met werkgelegenheid toename van

Nadere informatie

Leercoaching in het hbo. Student

Leercoaching in het hbo. Student Leercoaching in het hbo Student Leercoaching in het hbo Student Een kapstok om jezelf uit te dagen de regie over je leren te nemen Jette van der Hoeven 2e druk Bohn Stafleu van Loghum Houten 2009 Ó 2009

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1, 2 en 3, Migratie en vervoer

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1, 2 en 3, Migratie en vervoer Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1, 2 en 3, Migratie en vervoer Samenvatting door een scholier 1199 woorden 3 april 2003 6,2 29 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo Hoofdstuk 1 Paragraaf

Nadere informatie

5 Hoe belangrijk vindt u een directe verbinding tussen Weert en Brussel? 18% Zeer belangrijk Belangrijk Neutraal Onbelangrijk Zeer

5 Hoe belangrijk vindt u een directe verbinding tussen Weert en Brussel? 18% Zeer belangrijk Belangrijk Neutraal Onbelangrijk Zeer Treinverbinding Hamont-Weert Onlangs werd bekend dat de Belgische Spoorwegen Hamont direct willen verbinden met Brussel. Het heropenen van de spoorlijn tussen Weert en Hamont kan dus een directe verbinding

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde compex havo 2008-I

Eindexamen aardrijkskunde compex havo 2008-I Beoordelingsmodel Migratie en vervoer Opgave 1 Emigratie uit Afrika 1 maximumscore 1 het economisch motief of een voorbeeld daarvan 2 maximumscore 2 de angst voor geweldsuitbarstingen / burgeroorlog /

Nadere informatie

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I. MAVO-D (VMBO kgt) EXAMEN: 2002-I

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I. MAVO-D (VMBO kgt) EXAMEN: 2002-I TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: NIVEAU: ECONOMIE MAVO-D (VMBO kgt) EXAMEN: 2002-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen.

Nadere informatie

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West 2030 Station Nieuwe Meer is niet alleen een nieuwe metrostation verbonden met Schiphol, Hoofddorp, Zuidas en de Amsterdamse

Nadere informatie

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2003-I EXAMEN: 2003-I

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2003-I EXAMEN: 2003-I TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2003-I VAK: NIVEAU: ECONOMIE VMBO k EXAMEN: 2003-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen

Nadere informatie

Eindexamen vwo economie I

Eindexamen vwo economie I Opgave 1 1 maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat de hoogte van de arbeidsinkomensquote 0,7 / 70% is. 2 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat als b 1 daalt, het inkomen na belastingheffing

Nadere informatie

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 dinsdag 26 mei 9.00-11.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 dinsdag 26 mei 9.00-11.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2009 tijdvak 1 dinsdag 26 mei 9.00-11.30 uur oud programma aardrijkskunde Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 29 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 54 punten te behalen.

Nadere informatie

Nationale Milieuverkenning

Nationale Milieuverkenning Nationale Milieuverkenning 5 2000 2030 Nationale Milieuverkenning 5 2000-2030 RIJKSINSTITUUT VOOR VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU met medewerking van Adviesdienst Verkeer en Vervoer (AVV) Alterra b.v. Centraal

Nadere informatie