Onderwerp: Actualisatie beleidsplan vergunningverlening, toezicht en handhaving en handhavingsstrategie BRZO

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderwerp: Actualisatie beleidsplan vergunningverlening, toezicht en handhaving 2014-2017 en handhavingsstrategie BRZO"

Transcriptie

1 ''13 PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. Pö/Zoi^/oGS Dat. onto: 2 2 DEC 2015 Luttenbergstraat 2 Postbus GB Zwolle Telefoon Fax overijssel.nl postbusfüpoverijssel. nl Provinciale Staten van Overijssel KvK IBAN NL45RABO Inlichtingen bij dhr. H J. Schutte telefoon HJ.Schutte@overijssel.nl Onderwerp: Actualisatie beleidsplan vergunningverlening, toezicht en handhaving en handhavingsstrategie BRZO Datum Kenmerk 2015/ Pagina 1 Toezending aan Provinciale Staten met oogmerk: [X] ter informatie [ ] anders, en wel: Bijlagen I. Beleidsplan vergunningverlening, toezicht en handhaving (te raadplegen via en ligt ter inzage bij de receptie van het Provinciehuis) II. Handhavingsstrategie BRZO Overijssel Met deze brief informeren wij u over het geactualiseerde Beleidsplan vergunningverlening, toezicht en handhaving en de vaststelling van de beleidsregel Landelijke Handhavingsstrategie BRZO 2. De wetgever heeft qua vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) verschillende taken toebedeeld aan Gedeputeerde Staten. Het gaat hierbij om vergunningverlening, toezicht en handhaving voor het grijze, groene, bruine, rode en blauwe domein. Op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het daarop gebaseerde Besluit omgevingsrecht (Bor) is de provincie verplicht om periodiek in één of meer documenten haar handhavingsbeleid vast te stellen. Met ingang van 2014 heeft Gedeputeerde Staten besloten om een apart (meerjaren) beleidsplan vast te stellen en een jaarlijks uitvoeringsprogramma VTH. Het Beleidsplan vergunningverlening, toezicht en handhaving verwoordt het bestaande VTH-beleid op basis van het Coalitieakkoord "Overijssel werkt", de Omgevingsvisie en -verordening en verschillende onderliggende beleidsdocumenten. Het gaat hierbij om VTH-taken van de blauwe, grijze, bruine, rode en groene wet- en regelgeving waarvoor de provincie bevoegd gezag is. Op 17 december 2013 (kenmerk 2013/ ) heeft GS voor de eerste keer het beleidsplan vergunningverlening, toezicht en handhaving vastgesteld. Hierna is het beleidsplan op 16 december 2014 (kenmerk 2014/ ) geactualiseerd. 1 Op basis van artikel 7.2 lid 6 van het Besluit Omgevingsrecht maakt Gedeputeerde Staten het handhavingsbeleid bekend aan Provinciale Staten BRZO: Besluit risico's zware ongevallen Datum verzending 2 1 DEC provincie verijssel

2 Actualisatie beleidsplan vergunningverlening, toezicht en handhaving De reden van deze tweede actualisatie is de wijziging van de risicoanalyse en bijbehorende ambitieniveau, het nieuwe coalitieakkoord, veranderende wetgeving en enkele tekstuele wijzigingen. Actualisatie beleidsplan: Datum Kenmerk 2015/ Pagina 2 Het beleidsplan is op de navolgende punten geactualiseerd ten opzichte van het in 2013/2014 vastgestelde beleidsplan: gewijzigde risicoanalyse inclusief het daarbij behorende ambitieniveau; doorwerking van het nieuwe coalitieakkoord "Overijssel Werkt" ; verwerking van de indicatoren zoals genoemd in de kerntakenbegroting 2016; nieuwe regelgeving op het gebied van de Wet natuurbescherming, (verwachte inwerkingtreding 1 juli 2016) voor zover nu bekend, is verwerkt; er is een duidelijker onderscheid gemaakt in BRZO-bedrijven en overige bedrijven; controle op illegaliteiten is geëxpliciteerd. In het verleden waren uren voor deze taak verdisconteerd in de uren voor toezicht. beter omschreven is hoe wordt omgegaan met de zogenaamde BRIKS taken (bouw, reclame, inrit, kap en sloop vergunningen); het gebruik van de bestuurlijke strafbeschikking milieu (BsbM) is opgenomen; Opgenomen is op welke wijze hier mee wordt omgegaan; doorwerking van de nieuwe Landelijke handhavingstrategie Overijssel; verwachte ontwikkelingen voor de periode 2017 en verder zijn opgenomen; daarnaast zijn tekstuele wijzigingen die geen beleidsmatige gevolgen hebben, maar leiden tot beter leesbare teksten doorgevoerd. Beleidsregel: Tevens informeren we u over het vaststellen van de Landelijke Handhavingstrategie BRZO 1999 (hierna genoemd de LHS-BRZO) als beleidsregel in de zin van de Algemene Wet Bestuursrecht. BRZO-inrichtingen betreffen bedrijven met een verhoogd risico voor de fysieke leefomgeving en/of milieu. Door een verhoogd risico bij deze inrichtingen is een gespecialiseerd handhavingsbeleid ten opzichte van overige inrichtingen wenselijk. Hiertoe is een speciale handhavingstrategie opgesteld 3 voor BRZO-inrichtingen. Deze strategie werd in de praktijk reeds toegepast in de uitvoering van de BRZO handhavingstaken 4, maar was nog niet als beleidsregel vastgesteld. Bij deze is de strategie door GS als beleidsregel vastgesteld, waardoor we bestuurlijke transparantie en eenduidigheid bereiken in de handhavingstaken. Dit heeft geen beleidsinhoudelijke, organisatorische of financiële consequenties. Bijgevoegd vindt u ter kennisname de Landelijke Handhavingstrategie BRZO Gedeputeerde Staten van Overijssel, secretaris, 3 Vastgesteld door het Bestuurlijk Omgevingsberaad van 11 december De omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN) voert voor de provincie de Toezicht- en handhavingstaken uit bij BRZO-instellingen in Overijssel.

3 Beleidsplan Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Tweede actualisatie Definitieve versie 8 december

4 Colofon Datum 8 december 2015 Auteurs P. Scholte Albers HJ. Schutte Project/kenmerk Inlichtingen bij H.J. Schutte Adresgegevens Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 Postbus GB Zwolle Telefoon Fax postbus@overijssel.nl

5 Voorwoord Voor u ligt een geactualiseerde versie van het integrale beleidsplan Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Dit plan beschrijft de kaders voor vergunningverlening, het toezicht en handhaving, waarvoor wij het bevoegd gezag zijn. In 2014 hebben wij het beleidsplan voor het eerst geactualiseerd. Een verdere actualisatie achten wij nodig vanwege de herziene risicoanalyse VTH, een verduidelijking van het ambitieniveau, de doorwerking van het coalitieakkoord Overijssel werkt!, het meenemen van effecten van gewijzigde regelgeving, o.a. de regels omtrent de PAS en is de tekst verder geactualiseerd en zijn enkele kleine onmissies in de tekst hersteld. In 2016 wordt naar verwachting een aantal wetten en regelingen van kracht of gewijzigd die in 2015 door de Tweede Kamer zijn aangenomen. Het betreft de volgende wetten - Wet Vergunningverlening, toezicht en handhaving (wet VTH) (wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO)) - de nieuwe Wet Natuurbescherming (verwacht 1 juli 2016) Per 1 januari 2016 vallen alle bedrijven die onder het Besluit risico's zware ongevallen (BRZO) vallen onder het bevoegde gezag van ons college. Dit betekent dat GS bevoegd gezag worden van circa 11 extra BRZO-bedrijven en 4 RIE4 bedrijven waarvoor de gemeenten nu nog bevoegd gezag zijn. Daarnaast krijgen wij per 1 maart 2016 een bevoegdheid van het Rijk over in het kader van de Flora en Faunawet De wijzigingen in de regelgeving hebben gevolgen voor het beleidsplan Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Op het moment van actualiseren van dit beleidsplan zijn echter nog niet alle gevolgen inzichtelijk van de nieuwe wetgeving. Zodra er voldoende duidelijkheid is over deze wijzigingen wordt bezien of aanpassing van het beleidsplan noodzakelijk is. In het onderliggende beleidsplan zijn de mogelijke gevolgen van de voorgenomen wetswijzigingen daarom niet opgenomen. Het is de ambitie van het college de ondernemersvriendelijkste provincie van Nederland te zijn. Deze ambitie is ook van toepassing op het verlenen van vergunningen, houden van toezicht en het handhaven van regels. Voor de vergunningverlening ligt de prioriteit bij het goed en tijdig vergunnen en het kwalitatief goed en tijdig adviseren (Verklaring Van Geen Bedenkingen) van gemeenten bij het verlenen van vergunningen. Hiernaast is het uitgangspunt dat vergunningverlening, indien mogelijk, kostendekkend uitgevoerd moet worden (leges) en dat er gestreefd moet worden naar effiecncy verbetering en kortere doorlooptijden zonder verlies van kwaliteit en/of dienstverlening naar de aanvrager. Bij de uitvoering van de toezichtstaken is gekozen voor het uitvoeren van het toezicht op een risicogeoriënteerde wijze. Dit betekent dat activiteiten die risicovol of maatschappelijk belangrijk zijn, prioriteit krijgen. De prioritering bepaalt uiteindelijk de verdeling van de inzet van de beschikbare mensuren. Die werkwijze wordt in 2016 aangescherpt voortgezet. In ons jaarprogramma Vergunningverlening, Toezicht en handhaving geven wij aan welke keuzes zijn gemaakt en welke resultaten verwacht kunnen worden. Naleving gericht werken (bijvoorbeeld duidelijke voorlichting tijdens de vergunningprocedure over de gevolgen van de voorschriften) vinden we belangrijk. Daarbij zoeken we ook heel bewust naar alternatieve mogelijkheden om naleving te bereiken met efficientere inzet van toezichthouders en middelen. Het beleidsplan voldoet aan de eisen zoals die worden gesteld in het Besluit omgevingsrecht (BOR). Gedeputeerde Staten van Overijssel 3

6

7 Inhoudsopgave Beleidsplan Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Inleiding Aanleiding en doel Leeswijzer 5 2 Visie, doel, beleidsuitgangspunten en kritische prestatie-indicatoren Inleiding 2.2 Omgevingsvisie en omgevingsverordening Overijssel Visie op vergunningverlening, toezicht en handhaving vanuit het coalitieakkoord Overijssel Werkt Kritische prestatie-indicatoren kerntakenbegroting Uitwerking beleidsdoelen Beleidscyclus 8 3 Vergunningverlening, toezicht en handhaving Inleiding Uitwerking visie Organisatie vergunningverlening, toezicht en handhaving 3.4 Risicogericht werken Nalevings- en handhavingsstrategie Bestuurlijke Strafbeschikking Milieu Klachten Illegaliteiten 18 4 Kerntaak duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting Uitvoering Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (Whvbz) Beleidsuitgangspunten Prioriteiten voor vergunningverlening en handhaving 4.2 Grondwaterbescherming Beleidsuitgangspunten Prioriteiten voor vergunningverlening en handhaving Grondwateronttrekkingen Beleidsuitgangspunten Prioriteiten voor vergunningverlening en handhaving 23 5 Kerntaak milieu en energie Uitvoering Vergunningverlening Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en Wet milieubeheer (Wm) Beleidsuitgangspunten Prioriteiten voor vergunningverlening en handhaving Uitvoering Ontgrondingen Beleidsuitgangspunten Prioriteiten voor vergunningverlening en handhaving Uitvoering Bodemsanering Beleidsuitgangspunten Prioriteiten voor vergunningverlening en handhaving Uitvoering Wet luchtvaart Beleidsuitgangspunten Prioriteiten voor vergunningverlening en handhaving

8 6 Kerntaak inrichting landelijk gebied Boswet Beleidsuitgangspunten Prioriteiten voor vergunningverlening en handhaving Flora- en faunawet Beleidsuitgangspunten Prioriteiten voor vergunningverlening en handhaving Natuurschoonwet Natuurbeschermingswet Beleidsuitgangspunten Prioriteiten vergunningverlening en handhaving Uitvoering Repressieve handhaving 42 7 Monitoring en evaluatie Monitoring en evaluatie 43 8 Ontwikkelingen en projecten in Organisatiebrede projecten 45 9 Opdrachtgeverschap aan Regionale Uitvoeringsdiensten Algemeen Wat verwacht de provincie van de netwerk RUD s Opdrachtgevers- opdrachtnemersrol Planning RUD s 9.5 Samenwerking met de Omgevingsdienst Regio Nijmegen Bijlage Inleiding Inleiding en aanleiding Risicoanalyses in de handhavingscyclus Leeswijzer 56 2 Aanpak / methodiek Systematiek risicoanalyses 57 3 Resultaten risicoanalyse Toelichting op de resultaten Totaaloverzicht beleidsvelden Risico s per beleidsveld Bodemsanering door de provincie Bodemsanering door derden Flora- en Faunawet Natuurbeschermingswet Boswet Grondwaterbescherming Grondwateronttrekkingen Ontgrondingen Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemaangelegenheden Wet luchtvaart IPPC-bedrijven (bedrijven met installaties voor industriële activiteiten volgens bijlage 1 van de richtlijn Industriële emissies) BRZO-bedrijven (Besluit Risico's Zware Ongevallen '99 voor bedrijven die op grote schaal werken met gevaarlijke stoffen) Vuurwerkevenementen 76

9 Bijlage: Toelichting op gebruik begrippen kans en effect 77 2 BIJLAGE 2:TOEZICHTSMATRIX 78 3 BIJLAGE

10 1 Inleiding Dit hoofdstuk beschrijft de aanleiding en het doel van dit Beleidsplan vergunningverlening, toezicht en handhaving Daarnaast wordt in dit hoofdstuk ingegaan op de context en is er een leeswijzer opgenomen. 1.1 Aanleiding en doel De wetgever heeft voor vergunningverlening, toezicht en handhaving verschillende taken toebedeeld aan Gedeputeerde Staten. Binnen het College van Gedupeerde Staten zijn de verantwoordelijkheden voor deze taken gesplitst; zo zijn er verschillende portefeuillehouders verantwoordelijk voor vergunningverlening en is er een aparte portefeuillehouder verantwoordelijk voor toezicht en handhaving. Om deze toezichtstaken goed te kunnen uitvoeren, werkt ons college met een risicogeoriënteerde benadering op basis waarvan keuzes gemaakt kunnen worden over de inzet van schaarse middelen (tijd en geld). Dit plan heeft als fundament de wettelijke criteria zoals opgenomen in hoofdstuk 7 van het Besluit omgevingsrecht (Bor). In de nieuwe wet VTH, die naar verwachting begin 2016 in werking zal treden, worden gemeenten en provincies verplicht voor de uitvoering van het basistakenpakket door omgevingsdiensten (waarvoor zij bevoegd gezag zijn) regels te stellen om een goede kwaliteit van uitvoering en handhaving te waarborgen. Volgens de wet dragen gemeenten en provincies ook zorg voor een goede kwaliteit van de uitvoering en handhaving van alle andere taken dan de taken die behoren tot het basistakenpakket van de omgevingsdiensten. In samenwerking met het IPO en de VNG is een modelverordening opgesteld om zowel landelijk tot de noodzakelijke uniformiteit te komen als ook op het schaalniveau van de omgevingsdiensten. Wij maken geen onderscheid tussen het kwaliteitsniveau bij basistaken en niet-basistaken. Wij zullen de verordening kwaliteit Overijssel ter vaststelling aan Provinciale Staten voorleggen. Omdat wij kwaliteit belangrijk vinden werken wij vooruitlopend op deze vaststelling aan de implementatie van deze criteria. Op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het daarop gebaseerde Besluit omgevingsrecht (Bor) is de provincie verplicht om periodiek in één of meer documenten haar handhavingsbeleid vast te stellen. Onderhavig beleidsplan voorziet hierin. Op 7 juli 2015 hebben wij de Landelijke Handhavingsstrategie vastgesteld ter vervanging van onze Handhavingsstrategie Fysieke Leefomgeving Overijssel (voor het onderdeel handhaving). Tot en met 2013 werkte de provincie Overijssel om pragmatische redenen met een jaarlijks uitvoeringsprogramma waarin naast de concrete programmering, ook op hoofdlijnen enkele beleidsonderdelen waren opgenomen. Met de komst van het beleidsplan VTH zijn beleid en uitvoering apart inzichtelijk. Onderliggend beleidsplan kan, bij relevante ontwikkelingen, aangepast worden. Het uitvoeringsprogramma dient jaarlijks te worden vastgesteld. Sinds de instelling van de twee netwerk RUD s in Overijssel is er voor de provincie Overijssel een nieuwe situatie ontstaan. Naast de continuerende rol van taken die niet aan de RUD zijn overgedragen is de provincie Overijssel tevens opdrachtgever (en opdrachtnemer) voor provinciale vergunningverlenings- en handhavingstaken die bij de RUD s zijn ondergebracht. Ook bij het laten uitvoeren van de taken door de RUD blijft de provincie Overijssel bestuurlijk verantwoordelijk voor het stellen van kaders en het formuleren van beleid voor de inzet van vergunningverlening- en handhavingsinstrumenten.

11 Onderliggend beleidsplan vergunningverlening, toezicht en handhaving legt de beleidsinhoudelijke basis vast voor de opdrachtgeverrol richting de RUD s. Voor de taken die door de RUD s worden uitgevoerd stelt de RUD zelf ook een uitvoeringsprogramma vergunningverlening, toezicht en handhaving op, rekening houdende met de inbreng van alle gemeenten en provincie. 1.2 Leeswijzer Dit beleidsplan begint in hoofdstuk 2 met een visie en de beleidsuitgangspunten op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving tevens wordt de lijn van het coalitieakkoord 'Overijssel Werkt' ( Verbinden, Versterken en Vernieuwen) en de Omgevingsvisie Overijssel gevolgd. In hoofdstuk 3 staat een beschrijving van de organisatie en de doelstellingen van vergunningverlening, toezicht en handhaving binnen de provincie OverijsselVervolgens komen de producten ten behoeve van de kerntaken: 'duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, waaronder waterbeheer' (hoofdstuk 4), 'milieu en energie' (hoofdstuk 5) en 'inrichting landelijk gebied'(hoofdstuk 6) aan bod. In hoofdstuk 7 gaan we in op de monitoring en evaluatie. Tenslotte volgt in hoofdstuk 8 een overzicht van de aan vergunningverlening en handhaving gerelateerde ontwikkelingen en projecten in In hoofdstuk 9 is een nadere uitwerking gegeven van ons opdrachtgeverschap naar de Regionale Uitvoeringsdiensten. 5

12 2 Visie, doel, beleidsuitgangspunten en kritische prestatie-indicatoren 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk staat welke visie de provincie heeft op vergunningverlening, toezicht en handhaving en welke doelen de provincie zichzelf stelt. Vertrekpunt hierbij zijn de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht en de onderliggende AMVB s, de Omgevingsvisie Overijssel ( Geconsolideerde Omgevingsvisie Overijssel; Visie en uitvoeringsprogramma voor de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving van de provincie Overijssel, bijgewerkt tot en met 8 oktober 2014) en de uitgangspunten van het coalitieakkoord, Overijssel Werkt Besluit omgevingsrecht, Art. 7.2 lid 1 Het bestuursorgaan stelt het handhavingsbeleid vast in één of meer documenten waarin gemotiveerd wordt aangegeven welke doelen het zichzelf stelt bij de handhaving en welke activiteiten het daartoe zal uitvoeren. Het bestuursorgaan beziet regelmatig, maar in elk geval naar aanleiding van de evaluatie, of dit beleid moet worden aangepast en past het zonodig aan. Het bestuursorgaan draagt er zorg voor dat dit beleid en het handhavingsbeleid van de andere betrokken bestuursorganen en de organen die belast zijn met de strafrechtelijke handhaving onderling worden afgestemd. In de wettelijke bepaling wordt gesproken over de handhavingsaspecten. Naar verwachting zal per 2016 de wetgeving worden gewijzigd waardoor er voor vergunningverlening, toezicht en handhaving een beleid worden opgesteld. Vooruitlopend op deze wijziging is dit plan opgesteld voor vergunningverlening, toezicht en handhaving. De provinciale vergunningverlenings- en handhavingstaken bestaan grotendeels uit het uitvoeren van landelijke wet- en regelgeving. De provinciale beleidsvrijheid is veelal beperkt tot uitvoeringsbeleid op het gebied van handhaving, toezicht en vergunningverlening en wordt mede beïnvloed door procedurele kwaliteitseisen uit het Bor en verplichte organisatiestructuren in de RUD s. Daarnaast moeten vergunningen en handhavingsbeschikkingen worden opgeleverd binnen de wettelijke termijnen. De besluitvorming over het jaarprogramma vergunningverlening, toezicht en handhaving is voor GS het belangrijkste moment van concrete sturing op inzet en werkzaamheden van de taken op het gebied van vergunningverlening en handhaving. 2.2 Omgevingsvisie en omgevingsverordening Overijssel In de Omgevingsvisie Overijssel is het volgende opgenomen over vergunningverlening, toezicht en handhaving: De Groene omgeving is van groot belang voor het welzijn van mens, plant en dier. Wij bevorderen een veilig en gezond leefmilieu voor mens en dier door het buitengebied zoveel mogelijk te

13 vrijwaren van veiligheidsrisico s en belasting van het milieu. Wij volgen hierbij op hoofdlijnen het generieke beleid. Indien er duidelijk sprake is van meerwaarde zetten we gebiedsgerichte maatregelen in, ook om knelpunten op te lossen. De aanpak van milieubelasting gebeurt via vergunningverlening en -handhaving. De aandacht ligt daarbij vooral op de geur- en de fijnstofbelasting door intensieve veehouderijen. (deze intensieve veehouderijen vallen onder het bevoegde gezag van de gemeente) 2.3 Visie op vergunningverlening, toezicht en handhaving vanuit het coalitieakkoord Overijssel Werkt In het coalitieakkoord Overijssel Werkt zijn onderstaande uitgangspunten over vergunningverlening, toezicht en handhaving opgenomen. Het voorkomen van onnodig ingewikkelde en belemmerende regelgeving; Aan de voorkant duidelijk maken vanuit welke rol wij handelen en wat onze inzet is; Bestaande regelgeving checken op onnodig ingewikkelde en belemmerende regelgeving; Het creëren van een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor het bedrijfsleven; het stimuleren van innovatie en ondernemerschap; ambitie om toe te groeien naar een circulaire economie; ambitie om de meest ondernemingsvriendelijke provincie van Nederland te zijn. Hiervoor starten o.a. pilots met regelvrije zones aansluitend op de landelijke pilots en we zorgen voor ondersteuning van startende ondernemers; evenwichtige verdeling van de ontwikkelruimte die ontstaat over belanghebbende (agrarische) ondernemers en andere partijen, zodat een gezonde en duurzame ontwikkeling van de Overijsselse economie in alle sectoren voor nu en in de toekomst mogelijk is; bij vergunningverlening gaan we uit van nationale wet- en regelgeving en de best beschikbare techniek om innovaties breed te laten landen en een gelijk speelveld te handhaven. 2.4 Kritische prestatie-indicatoren kerntakenbegroting 2016 Om te bepalen of de provincie goed op koers ligt worden voor alle beleidsdoelen kritische prestatie indicatoren (KPI s) vastgesteld. Een indicator is bijvoorbeeld het percentage vergunningen dat binnen de wettelijke termijnen wordt afgehandeld. Ons streven is dat overheden, bedrijven en burgers in 2016 tevreden zijn over het gemak, de snelheid en de transparantie ten aanzien van de vergunningverlening en handhaving door de provincie. In de kerntakenbegroting 2016 zijn de door GS vastgestelde beleidsdoelen geconcretiseerd. Hiertoe zijn per beleidsdoel concrete prestaties benoemd. De beleidsdoelen en prestaties die van toepassing zijn op vergunningverlening en handhaving staan onderstaand weergegeven. In de halfjaarlijkse monitor worden deze KPI s gemeten. Kerntaak 1; Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, waaronder waterbeheer Beleidsdoel 1.5.4; Uitvoering vergunningverlening, toezicht en handhaving water. Goede communicatie, helder toezicht en waar nodig streng optreden dragen bij aan de leefbaarheid van onze omgeving en onze gezondheid. We verlenen vergunningen, houden toezicht en handhaven op grond van de Waterwet (grondwateronttrekkingen ten behoeve van drinkwatervoorziening, industrie en bodemenergie (koude / warmte opslag), Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (veiligheid en hygiëne bij zwembaden en zwemplassen) en de Omgevingsverordening (risicovolle activiteiten in grondwaterbeschermingsgebieden). Hier ligt een relatie met prestatie (Kaderstelling uitvoering water- en milieuwetten). Duidelijke en uitvoerbare voorschriften in vergunningen moeten leiden tot een goede naleving. Tegelijkertijd bieden we ruimte voor economische ontwikkeling. Het beleid voor de organisatie en de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving van water-, milieu- en natuurwetgeving is vastgelegd in het beleidsplan en jaarprogramma Indicator streefwaarde Streefwaarde 7

14 1.5.c Percentage controles waarbij geen sprake is van zware overtreding van water wet- en regelgeving (%) Percentage controles waarbij geen sprake is van overtreding van water wet- en regelgeving (%) >95% >96% >45% >50% Kerntaak 2; Energie Milieu Beleidsdoel 2.2.2; Uitvoeren vergunningverlening, toezicht en handhaving Milieu en veiligheid. Voor het waarborgen van de basiskwaliteit van bodem en lucht zijn vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) de belangrijkste pijlers. Wij richten ons bij deze prestatie op de uitvoering van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht, Wet Bodembescherming, Wet Milieubeheer en Wet Luchtvaart. Duidelijke en uitvoerbare voorschriften in vergunningen moeten leiden tot een goede naleving. Goede communicatie, helder toezicht en waar nodig streng optreden leidt dan tot een veilig en gezond leefmilieu. Tegelijkertijd bieden we ruimte voor economische ontwikkeling.. Indicator 2.2.a Percentage controles waarbij geen sprake is van zware overtreding van milieu wet- en regelgeving (%) 2.2.b Percentage controles waarbij geen sprake is van overtreding van milieu wet- en regelgeving (%) streefwaarde 2016 >95% >96% >45% >50% Streefwaarde 2017 Kerntaak 3; Landelijk gebied Beleidsdoel Uitvoering vergunningverlening, toezicht en handhaving natuur en landschap. Door het verlenen van vergunningen, toezicht houden, handhaving en advisering op grond van de Natuurbeschermingswet, de Boswet, de Flora- en Faunawet en de Natuurschoonwet beschermen wij de huidige natuur- en landschapskwaliteiten en zorgen we voor het behoud van een aantrekkelijk landelijk gebied met een goede balans tussen economie en natuur. Duidelijke en uitvoerbare voorschriften in vergunningen moeten leiden tot een goede naleving. Goede communicatie, helder toezicht en waar nodig streng optreden leiden dan tot behoud en versterking van de kwaliteiten van natuur en landschap. Tegelijkertijd bieden we ruimte voor economische ontwikkeling. Indicator 3.1.a Percentage controles waarbij geen sprake is van zware overtreding van natuur wet- en regelgeving (%) 3.1.b Percentage controles waarbij geen sprake is van overtreding van natuur wet- en regelgeving (%) streefwaarde 2016 >95% >96% >45% >50% Streefwaarde Uitwerking beleidsdoelen Op basis van bovengenoemde visie, beleidsdoelen en uitgangspunten uit de Omgevingsvisie, het coalitieakkoord en recente beleidsmatige en wettelijke ontwikkelingen wordt in hoofdstuk 4, 5 en 6 aangegeven welke beleidsdoelen en beleidsprioriteiten voor gelden voor de verschillende wettelijke taken. Voor het opstellen van het jaarprogramma 2016 worden naast deze beleidsprioriteiten ook de ervaringen van naleefgedrag meegenomen. 2.6 Beleidscyclus Met de komst van de Wabo is het transparant formuleren en uitvoeren van handhavings- en vergunningenbeleid een belangrijke opgave geworden. Het opzetten en uitvoeren van respectievelijk handhavingsbeleid en het jaarlijks handhavingsuitvoeringsprogramma gebeurt aan de hand van een aantal stappen. De stappenstructuur wordt de 'dubbele regelkring' of 'the Big 8' genoemd (gevisualiseerd in de figuur hierna). Het vaststellen en uitvoeren van beleid voor vergunningverlening en handhaving gebeurt via een

15 cyclisch proces. Na vaststelling wordt het (deels via het traject van vergunningverlening) uitgevoerd. Vervolgens wordt toezicht gehouden op de nakoming van vergunning- en ontheffingsvoorschriften. Waar nodig wordt handhavend opgetreden. De toezichts- en handhavingspraktijk verschaft inzicht in het naleefgedrag in de provincie Overijssel. Op basis van jaarrapportages wordt het voorgaande uitvoeringsjaar gemotiveerd overwogen of bijstelling van beleid (en provinciale regelgeving) tussentijds of in het daarop volgende jaar noodzakelijk is. Daarmee is de beleidscirkel rond. Het werken met een apart beleidsplan en een jaarlijks uitvoeringsprogramma is noodzakelijk voor iedere handhavingsorganisatie die in het kader van de Wabo bevoegd gezag is. Met name het Besluit omgevingsrecht is hierbij essentieel. Dit besluit beschrijft nauwgezet de procedurele criteria waaraan een handhavingsorganisatie wettelijk moet voldoen. In dit Beleidsplan is per hoofdstuk aangegeven welke artikelen uit het Besluit omgevingsrecht (Bor) van toepassing zijn. In de 'Big 8-figuur' hierboven zijn de elementen uit de 'dubbele regelkring' voorzien van de bijbehorende Bor-wetsartikelen. Figuur: Dubbele regelkring met artikelen uit het Besluit omgevingsrecht (BOR) 9

16 3 Vergunningverlening, toezicht en handhaving 3.1 Inleiding Dit beleidsplan heeft betrekking op vergunningverlenings- en handhavingstaken voor de kleursporen: grijs (Wabo/milieu)) groen (natuur en landschap) blauw (bescherming van grond-, oppervlakte- en zwemwater) rood (bouwen en ruimtelijke ordeningsregelgeving waarvoor de provincie op grond van de Wabo bevoegd gezag is) bruin (bodemkwaliteit en ontgrondingen) 3.2 Uitwerking visie In paragraaf 2.3. hebben we de visie op vergunningverlening, toezicht en handhaving weergegeven. Het is de ambitie van het college de ondernemersvriendelijkste provincie van Nederland te zijn. Deze ambitie is ook van toepassing op het verlenen van vergunningen, houden van toezicht en het handhaven van regels. Namens de maatschappij moet GS randvoorwaarden verbinden aan vergunningen ter bescherming van mens, milieu en omgeving. Een groot deel van deze opgave is vastgelegd in wetgeving waarvan niet kan worden afgeweken. Waar Overijssel wel het verschil kan maken is de wijze waarop wij ons werk uitvoeren. Het gaat dan met name om dienstverlenende instelling, houding en gedrag. Dit betekent concreet dat we proceduretijden bekorten en besluiten nemen die bij de Raad van State overeind blijven. Hiernaast willen we ruimhartig bereikbaar zijn voor vragen van ondernemers en veranderingen in wet- en regelgeving pro-actief communiceren. Om dit te bereiken moeten we concrete maatregelen treffen maar voor een deel ook een cultuuromslag bereiken. Bij alles wat we doen moeten we kunnen beargumenteren wat de toegevoegde waarde voor de inwoners van Overijssel is. Enkele voorbeelden: Natuurtelefoon: direct een deskundige aan de telefoon die 80% van de vragen direct kan beantwoorden Samenwerken met collega s in de RUD om integrale inspecties uit te voeren Bedrijvendagen organiseren om veranderingen in wetgeving te bespreken Klantevaluaties uitvoeren die gericht zijn op continue verbetering De werkprocessen lean organiseren om doorlooptijden te bekorten

17 Tijdens toezicht niet alleen overtredingen benoemen maar ook meedenken hoe dit ongedaan gemaakt kunnen worden Hieronder zullen wij tevens per onderdeel aangeven op welke wijze wij daar o.a. uitwerking aan geven: Het voorkomen van onnodig ingewikkelde en belemmerende regelgeving; o Bij het opstellen van de vergunning zal getoetst worden of de voorschriften niet onnodig ingewikkeld en belemmerend zijn; Aan de voorkant duidelijk maken vanuit welke rol wij handelen en wat onze inzet is; o In de vooroverlegfase en tijdens het toezicht geven wij duidelijk aan vanuit welke rol wij handelen en wat onze inzet is. Ook de nalevingsstrategie gaat hier dieper op in. Bestaande regelgeving checken op onnodig ingewikkelde en belemmerende regelgeving; o In de begroting 2016 is hiertoe een project opgenomen: Het creëren van een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor het bedrijfsleven; o Door duidelijk te zijn, geen onnodig belemmerende voorschriften en snel de vergunningaanvragen te toetsen en indien mogelijk ruim binnen de wettelijke termijn te verlenen streven we naar een aantrekkelijk vestigingsklimaat: het stimuleren van innovatie en ondernemerschap; o Tijdens de vooroverleggen en toezichtsbezoeken stimuleren wij innovatie en ondernemerschap met als doel om te voldoen aan de wet en regelgeving ambitie om toe te groeien naar een circulaire economie; o Tijdens vooroverleg en toezicht zal in overleg met de bedrijven de circulaire economie worden besproken. ambitie om de meest ondernemingsvriendelijke provincie van Nederland te zijn. Hiervoor starten o.a. pilots met regelvrije zones aansluitend op de landelijke pilots en we zorgen voor ondersteuning van startende ondernemers; evenwichtige verdeling van de ontwikkelruimte die ontstaat over belanghebbende (agrarische) ondernemers en andere partijen, zodat een gezonde en duurzame ontwikkeling van de Overijsselse economie in alle sectoren voor nu en in de toekomst mogelijk is; o De meldingen en vergunningen van de Nb-wet worden steeksproefgewijs actief gecontroleerd. Bij het niet correct aanvragen of niet realiseren wordt getracht de ontwikkelruimte weer vrij te krijgen: bij vergunningverlening gaan we uit van nationale wet- en regelgeving en de best beschikbare techniek om innovaties breed te laten landen en een gelijk speelveld te handhaven. o Bij vergunningverlening wordt uitgegaan van de nationale wet- en regelgeving en de best beschikbare techniek om innovaties breed te laten landen en een gelijk speelveld te handhaven 3.3 Organisatie vergunningverlening, toezicht en handhaving De eenheid Natuur en Milieu is opdrachtgever als het gaat om vergunningverlening en handhaving. De uitvoering hiervan vindt plaats in de eenheid Publieke Dienstverlening, door de beide netwerk RUD s en een klein deel door de Omgevingsdienst Regio Nijmegen (BRZO bedrijven). Voor de taakvelden vergunningverlening en handhaving geldt dat minimaal het basistakenpakket wordt uitgevoerd door de netwerk RUD s IJsselland en Twente (zie tabel hieronder). De basistaken zijn de milieutaken van gemeenten met een bovenlokale dimensie die op regionaal niveau uitgevoerd moeten worden, taken die zeer complex zijn en provinciale milieutaken.voor een recente lijst verwijzen wij u naar: ( In de provincie zijn door de RUD s diverse kenniscentra gerealiseerd, vanwaar uit specifieke deskundigheid ontwikkeld en geleverd wordt. Op basis van de ondertekende bestuursovereenkomst RUD is afgesproken dat iedere partner in haar uitvoeringsprogramma aangeeft welke taken inmiddels worden uitgevoerd door de RUD. Hierbij dient iedere partner in haar uitvoeringsprogramma de taken te onderscheiden in: a. bovenlokale taak b. lokale taak, die vrijwillig aan de RUD directeur wordt opgedragen c. lokale taak, die onderling wordt uitgewisseld d. lokale taak die zelf wordt uitgevoerd Een bovenlokale taak is een taak die wordt uitgevoerd door de RUD. Een lokale taak is een taak waarvoor de inzet van medewerkers niet via de regionale uitwisseling wordt bepaald. Het is een taak die een partner zelfstandig kan uitvoeren binnen de kwaliteitscriteria en eventueel onder de vlag van de RUD uit laat voeren. 11

18 Onderstaande tabel geeft een overzicht van het takenpakket van vergunningverlening en handhaving en een indeling welke taken inmiddels zijn overgedragen aan de RUD-directeur (conform bestuursovereenkomst). Activiteit Vergunningverlening Handhaving Wet algemene bepalingen omgevingsrecht A (ODRN) A (ODRN) (volgens landelijk basistakenpakket) (BRZO bedrijven) Wet algemene bepalingen omgevingsrecht a a (volgens landelijk basistakenpakket) (IPPC bedrijven) Wet milieubeheer basistakenpakket a a overig d d Wet bodembescherming d a Wet geluidhinder d a (deels) Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en d d zwemgelegenheden Ontgrondingenwet d d Waterwet d d Natuurbeschermingswet 1998 d d Flora- en faunawet d d Boswet d d Cross Compliance n.v.t. d Natuurschoonwet d d Wet luchtvaart d d Omgevingsverordening Overijssel d d a = bovenlokaal d = lokale taak 3.4 Risicogericht werken De provincie werkt bij haar toezicht- en handhavingstaken volgens een integrale en risicogerichte aanpak. Aspecten met een hoger risico worden intensiever (zowel in aantal controles per jaar als diepgang van de controle) gecontroleerd dan de aspecten met een lager risico, Een toezichtcontrole richt zich primair op, specifiek per branche of inrichting gedefinieerde, risicogebieden. Elk risicogebied kent een aantal toezichtsessenties. Toezichtessenties zijn dus de belangrijkste aspecten waar de focus op moet liggen. Het toezicht door de provincie richt zich daarom dan ook specifiek op de toezichtessenties. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de verplichte herplantplicht bij kapmeldingen of opslag gevaarlijke stoffen bij BRZO bedrijven. Jaarlijks worden er toezichtsplannen opgesteld. In de toezichtsplannen wordt aangegeven welke toezichtessentie in een jaar gecontroleerd wordt. Hierbij wordt gekeken naar het vastgestelde ambitieniveau. Dit ambitieniveau geeft aan wat, op basis van de risicoanalyse, een gewenste controlefrequentie is. Naast de risico-georiënteerde benadering worden bedrijven/locaties individueel op hun naleefgedrag en naleefmotivatie getoetst. De mate waarin een bedrijf de regelgeving spontaan naleeft heeft invloed op de intensiteit van de controle. De naleefmotivatie wordt gebruikt voor analyses om de juiste instrumenten in te zetten. Bij bedrijven/locaties met een goed naleefgedrag worden dezelfde essenties gecontroleerd als bij bedrijven met een slechter naleefgedrag, maar minder intens (bv: diepgaand). Door het vertrouwen dat het bedrijf heeft waargemaakt kunnen we dit ook doen met een geringe kans om risico s te lopen. De achterblijver daarentegen heeft kennelijk meer aanmoedigingen nodig om zich aan de regelgeving te houden. Actuele ontwikkelingen kunnen een belangrijke rol spelen in herijking van de prioritering.

19 Voor het vaststellen van de risico s voor de kleursporen groen, grijs, blauw en bruin is gebruik gemaakt van een risicomatrix (risicoanalyse), die is ontwikkeld door het Expertisecentrum Rechtshandhaving van het Ministerie van Justitie en is aangepast op de situatie in Overijssel. De risicomatrix is een dynamisch document. Immers er kunnen onder andere verschuivingen plaatsvinden in de maatschappelijke betrokkenheid op onderwerpen. Ook kan door slechte naleving de kans op een overtreding worden verhoogd. Hierdoor zal jaarlijks de risicoanalyse opnieuw worden bekeken. Veranderingen worden in het jaarprogramma opgenomen en verantwoord. Voor het kleurspoor rood is van een afwijkende systematiek gebruik gemaakt. Dit komt o.a. doordat de expertise voor dit onderdeel voornamelijk is belegd bij gemeenten. Hierom sluiten wij ook aan bij de risicoanalyse die de gemeenten/ regionale uitvoeringsdiensten gebruiken. Het betreft de risicoanalyse van Oranjewoud. Deze is gebruikt door de Regionale uitvoeringsdienst, en ook in gezamenlijkheid met alle partners gevuld op basis van expert judgement sessies. Bij het rode kleurspoor is vooral relevant om tijdens de bouw/sloop te controleren op de naleving. Elke bouw wordt dan ook gecontroleerd, maar zit er afhankelijk van de risicoklasse ruimte in de diepgang en de frequentie van de controle. In de volgende hoofdstukken is per handhavingstaakveld aangegeven hoe groot het risico is. In bijlage 1 is verder uitgelegd hoe de risicoanalyse tot stand is gekomen. Per handhavingstaakveld zijn in bijlage 1 tabellen opgenomen waarin de onderbouwing van de risico inschatting is opgenomen. Systematiek risicoanalyses Er zijn veel systemen beschikbaar om risico s van niet-naleving vast te stellen. De bekendste formule bij het vaststellen van risico-analyses is: risico = negatief effect x kans. Effecten en kansen worden per beleidsterrein bepaald door deskundigen op basis van hun ervaringen voor categorieën van werkzaamheden in het werkveld. Bij de effectbepaling is gekeken naar gevolgen voor fysieke veiligheid, risico s van overtredingen voor de gezondheid van mensen, het milieu (lucht, bodem, geluid en (grond-) water), natuur, maatschappelijke kosten om overtredingen ongedaan te maken (economische factoren) en maatschappelijke gevolgen van overtredingen. Bij de bepaling van de kans wordt gekeken naar het handhavingsverleden, de bekendheid met regelgeving, de kans op ontdekking, hoogte van de straffen, kosten-baten afweging (economisch belang), etc. Aanpak risicoanalyses Per wet waarvoor de provincie bevoegd gezag is zijn de risico s bepaald via een zogenaamde risicomatrix. Deze methodiek werkt op basis van het principe: risico= negatief effect x kans. Hierbij gaan wij uit van de eerder opgestelde risico analyse uit Deze matrix is in 2015 door deskundigen (intern provincie) geactualiseerd. De effecten in de risicoanalyse voor de kleursporen groen, grijs, blauw en bruin worden op basis van hun ervaringen gescoord op: - Fysieke veiligheid (brand, explosie, toxiciteit, veiligheid) - Welzijn van de mens (volksgezondheid; alleen lichamelijke gezondheid is meegewogen) - Milieu (verontreinigingen) - Duurzaam behoud habitats en soorten (natuur) - Economisch belang (wat kost het als het mis gaat) - Maatschappelijk effect (hoe leeft het in de maatschappij; gevoeligheid) Op deze manier zijn de risico s van de verschillende wetten zo goed mogelijk geobjectiveerd met als doel een realistische vergelijking tussen de zeer uiteenlopende risico s te kunnen maken. Bijvoorbeeld wat is het risico als de Boswet overtreden wordt of wat als de kwaliteit van het zwemwater onvoldoende is. De effecten van de risicoanalyse voor het kleurspoor rood zijn gescoord op: Effecten: Fysieke veiligheid Hinder/leefbaarheid Duurzaamheid Volksgezondheid 13

20 Naleving: Attitude Nalevingstabel ervaringscijfers De risicoanalyses vormen daarmee de basis voor besluitvorming door het college van GS over de mate waarin toezicht en handhaving wordt ingezet en geprioriteerd per deeltaak. De risicoanalyses zijn uitgevoerd voor onderstaande wetten. Het betreft wetten waarvoor de provincie Overijssel bevoegd gezag is: - Groen o Flora en Faunawet o Natuurbeschermingswet o Boswet o Natuurschoonwet (de provincie is bevoegd gezag maar heeft geen handhavende taken) - Grijs o BRZO-bedrijven (Besluit Risico's Zware Ongevallen 2015) o IPPC-bedrijven (bedrijven met installaties voor industriële activiteiten volgens bijlage 1 van de richtlijn Industriële emissies) o Vuurwerkevenementen o Ontgrondingenwet o Wet Luchtvaart - Blauw o Waterwet o Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden - Bruin o Wet Bodembescherming (grondwaterbescherming, ontgrondingen, onttrekkingen) - Rood o Bouwen o Reclame o Inrit o Kap o Sloop o Ruimtelijke Ordening Risicomatrix per taakveld per risicofactor Binnen de methodiek van de risicomatrix zijn de effecten en kansen bepaald voor de variabelen die relevant zijn in relatie tot de naleving van de desbetreffende wet (bij de IPPC kan bv gedacht worden aan het overtreden van geluid of geurvoorschriften). Met de betrokken vergunningverleners, handhavers dan wel toezichthouders en betrokken beleidsmedewerkers zijn per wet allereerst de variabelen benoemd, vervolgens zijn de effecten, en de kans dat dergelijke effecten optreden, ingeschat. Voor de effecten is een schaal gehanteerd van 1 tot 4 (zeer klein- zeer groot). Per effect, bv. fysieke veiligheid is gedefinieerd wat onder een (zeer) klein dan wel (zeer) groot effect wordt verstaan. Voor de kans dat een effect optreedt, is een schaal gehanteerd van 1-3 (kleiner dan gemiddeld, gemiddeld, groter dan gemiddeld). Voor het bepalen van de kans hebben de volgende aspecten een rol gespeeld: - de resultaten van het toezicht afgelopen jaren (b.v. indicatoren als spontane naleving) - expertjudgement uit beleidsmatige- en uitvoeringspraktijk Op basis van bovenstaande methodiek komt een gewogen score tot stand. Per wet wordt de hoogste score gebruikt voor de indeling van risico`s. Een totale score kan soms relatief laag scoren, terwijl een individueel risico op een bepaald effect hoog kan scoren. Hierdoor zal er te allen tijde ook gekeken worden naar de individuele risico`s. Ambitieniveau Het ambitieniveau geeft aan hoe vaak een object of activiteit gecontroleerd wordt. De keuze hierin wordt gerelateerd aan de risico`s zoals deze zijn berekend in de risicoanalyse. Het ambitieniveau is voor alle kleursporen (m.u.v. rood) vastgesteld op:

21 Risico Inrichtingen/meerjarige projecten: eenmalige activiteiten: Zeer hoog 1x per jaar 100% Hoog 1x per 2 jaar 50% Gemiddeld 1x per 3 jaar 30% Laag 1x per 5 jaar 20% Zeer laag 1x per 10 jaar 10% Het ambitieniveau kleurspoor rood is afwijkend hiervan. Alle aspecten in kleursopor rood worden wel gecontroleerd maar is er een verschil in het niveau van de controle.om het controleniveau te bepalen wordt gebruik gemaakt van het integraal Toezichtprotocol (itp). Het itp is "het" hulpmiddel om te komen tot en het uitvoeren van integraal, kwalitatief, meetbaar en efficiënt toezicht op naleving. Het integraal Toezicht Protocol is een praktisch werkinstrument voor het toezicht tijdens de realisatiefase, de gebruiksfase en de sloopfase van een gebouw, bedrijf of activiteit. Bij het itp zijn vijf toetsniveaus, waarbij de diepgang van de controle oploopt van niveau S naar niveau 4, te weten: S Steekproef 1 Visuele controle (Quick Scan) 2 Beoordeling van hoofdlijnen 3 Beoordeling hoofdlijnen en kenmerkende details 4 Algehele controle van alle onderdelen Deze toetsniveau s zijn vervolgens uitgewerkt voor de verschillende fasen waarin een bouwwerk kan verkeren, de realisatiefase (bouw van het bouwwerk), de gebruiksfase (milieu en brandpreventie) en tot slot de sloopfase (sloop van het bouwwerk). Realisatiefase Zoals hiervoor al vermeld is dit de bouwfase. Hiervoor is een landelijke matrix opgesteld welke als bijlage 2 is opgenomen. Hierin zijn verschillende onderwerpen opgenomen waarop tijdens de bouw toezicht dient te worden gehouden, met daaraan gekoppeld het niveau waarop dat dient te gebeuren. Voor toezicht in deze fase is daarnaast de afspraak dat, indien gewenst dan wel noodzakelijk, de regionale brandweer aansluit op verzoek van het bevoegde gezag en in dit kader ook adviseert aan het bevoegde gezag. Gebruiksfase Voor de gebruiksfase wordt gekozen voor aspectcontroles. Dat zijn controles waar op één aspect wordt ingestoken, zoals bijvoorbeeld constructie of brandveiligheid. Constructie Tijdens de gebruiksfase kunnen er diverse kleine wijzigingen worden doorgevoerd aan een gebouw. Niet alle wijzigingen worden gemeld of aangevraagd. Hierdoor bestaat er kans dat er wijzigingen zijn doorgevoerd die gevolgen hebben voor de constructieve veiligheid van de gebouwen. Hierom zal er steekproefsgewijs een controle op de constructieveiligheid van gebouwen worden uitgevoerd. Brandveiligheid Voor controles in de gebruiksfase is het toezichtprofiel brandveiligheid (zie bijlage 3) opgesteld. Hiermee richt het toezichtprofiel brandveiligheid zich primair op de objecten waar de grootste risico s liggen en waar de grootste kans is dat overtredingen plaatsvinden. Dit toezichtprofiel kan daarom eveneens worden toegepast als risico-analyse. Op welke aspecten wordt gecontroleerd en de diepgang daarvan wordt momenteel nader uitgewerkt in samenwerking met de regionale brandweer. Sloopfase Door het kennispunt Asbest van de regionale uitvoeringsdienst is een formulier ontwikkeld met diverse punten waar op te letten bij een dergelijke controle. Ook hiervoor geldt dat dit formulier in 2016 nog doorontwikkeld zal worden. 15

22 Afwijkingen Ambitieniveau: Er kunnen zich omstandigheden voordoen die het rechtvaardigen om van het ambitieniveau af te wijken. Dit kan zowel naar benden als naar boven zijn. Indien dit gebeurt zal dit worden gemotiveerd in het uitvoeringsprogramma. Toezicht Op basis van de toezichtplannen worden de preventieve controles ingepland en uitgevoerd. Het toezichtplan is voor het toezicht, maar ook voor vergunningverlening en beleid een hulpmiddel om gestructureerd te werken en de maatregelen af te stemmen op de aard van het bedrijf of de branche. Daarom kan het toezichtplan ook worden gebruikt voor vergunningverlening en andere preventieve of communicatieve maatregelen. Naar aanleiding van klachten, incidenten en vastgestelde overtredingen worden indien nodig repressieve controles uitgevoerd. Elk jaar wordt naar aanleiding van de uitkomsten van het naleefgedrag van de bedrijven en de risicoanalyse de toezichtsplannen opnieuw vastgesteld. Naleving Het streven is om, onder meer door goed toezicht, het naleefgedrag jaarlijks te verbeteren. Ervaringen in de afgelopen jaren laten zien dat een spontaan naleefgedrag van 100% niet realistisch is. Hierom zijn de volgende streefwaarden vastgesteld: Toezicht naleving wet- en regelgeving Percentage controles waarbij geen sprake is van zware overtreding van wet- en regelgeving (%) Percentage controles waarbij geen sprake is van overtreding van wet- en regelgeving (%) >95% >96% >97% >98% >45% >50% >55% >60% 3.5 Nalevings- en handhavingsstrategie Besluit omgevingsrecht, Art. 7.2 lid 4 Het handhavingsbeleid geeft inzicht in de strategie die het bestuursorgaan hanteert met betrekking tot: a. de wijze waarop het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de betrokken wetten bepaalde wordt uitgeoefend om de krachtens het eerste lid gestelde doelen te bereiken; b. de rapportage van de bevindingen van degenen die toezicht hebben uitgeoefend en het vervolg dat aan die bevindingen wordt gegeven; c. de wijze waarop bestuurlijke sancties alsmede de termijnen die bij het geven en uitvoeren daarvan worden gehanteerd, en de strafrechtelijke handhaving onderling worden afgestemd, en waarbij tevens aandacht wordt besteed aan de aard van de geconstateerde overtredingen; d. de wijze waarop het bestuursorgaan omgaat met overtredingen die zijn begaan door of in naam van dat bestuursorgaan of van andere organen behorende tot de overheid. Nalevingbeleid In 2006 heeft de provincie een nalevingsstrategie vastgesteld. Op basis van deze strategie zet de provincie, afhankelijk van de specifieke situatie binnen een bedrijf of branche, een dusdanige mix van middelen in om nalevingsgericht gedrag te bereiken. Deze middelen zijn beleid, communicatie, preventie (toezicht) en handhaving. De nalevingstrategie is trouwens een vereiste op basis van het Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer en het Bor. Bovendien past naleving bij een moderne overheid: werken van buiten naar binnen, integraal, deregulerend en dienstverlenend als het kan.

23 Handhavings- en gedoogstrategie Gedeputeerde Staten hebben op 7 juli 2015 de beleidsregel Landelijke Handhavingsstrategie Overijssel vastgesteld. Deze strategie is een op landelijk niveau met de landelijke handhavingspartners (provincie`s, Openbaar Ministerie, politie, gemeenten en waterschappen) afgestemd beleidskader voor de bestuursrechtelijke- en strafrechtelijke handhaving. Deze strategie vormt het geheel aan interventies dat door de provincie kan worden ondernomen om wettelijk en/of beleidsmatig gewenst gedrag te bevorderen. Gedeputeerde Staten hebben op 19 december 2010 de gedoogstrategie Fysieke Leefomgeving Overijssel vastgesteld. Deze strategie is een met de handhavingspartners (provincie Overijssel, Openbaar Ministerie, politie, gemeenten en waterschappen) afgestemd beleidskader voor het gedogen. Daarnaast heeft GS op 24 september 2013 besloten om zich te conformeren aan de Landelijke Handhavingsstrategie BRZO (Besluit Risico s Zware Ongevallen). Met de Landelijke Handhavingsstrategie BRZO wordt beoogd de uniformiteit van het landelijk beschikbare toezicht te verbeteren. De inzet van deze landelijke handhavingsstrategie is dat voor gelijksoortige overtredingen van het BRZO dezelfde meest adequate sanctiemiddelen worden toegepast. De Landelijke Handhavingsstrategie BRZO fungeert als een aanvulling en sluit nauw aan op de Landelijke handhavingsstrategie Overijssel en de gedoogstrategie Fysieke Leefomgeving Overijssel. De strategie houdt rekening met verzwarende omstandigheden zoals naleefgedrag. 3.6 Bestuurlijke Strafbeschikking Milieu Per 1 mei 2012 is het instrument Bestuurlijke Strafbeschikking Milieu (Hierna: BSBm) ingevoerd. Het instrument mag voor de in de Richtlijn bestuurlijke strafbeschikkingsbevoegdheid milieu- en keurfeiten (art. 257ba, tweede lid, Sv) genoemde strafbare feiten, de zogenaamde feitenlijst, gebruikt worden door enkele landelijke handhavingsdiensten, dagelijkse besturen van de waterschappen en de directeuren van omgevingsdiensten. Wij zijn bevoegd voor de BSBm omdat in Overijssel geen omgevingsdienst operationeel is alszijnde een rechtspersoon. De BSBm is bedoeld om overtredingen van eenvoudige milieu-, natuur- en waterfeiten door het bestuur op strafrechtelijke wijze af te kunnen handelen. Eenvoudig qua bewijslast, waarneming e.d. Bij verzet van de verdachte tegen het opleggen van de BSBm gaan de normale strafrechtelijke procedures gelden. Maar zonder verzet kan het feit direct afgehandeld worden. Doel is hiermee de strafrechtketen van politie en justitie te ontlasten. Maar ook om het bestuur een instrument in handen te geven dat een meer bestraffend ( lik op stuk ) effect heeft dan alleen bestuursrechtelijke handhaving dat vooral op herstel is gericht. Overigens kunnen naast de BSBm tegelijk ook op herstel gerichte bestuursrechtelijke sancties (dwangsom, bestuursdwang) opgelegd worden. Een extra bijzonderheid is de mogelijkheid om als BSBm bevoegd gezag ketenpartners in de handhaving te kunnen faciliteren door overeenkomsten aan te gaan. De BOA s van de ketenpartners kunnen daardoor ook BSBm en voor bereiden. De indiening van BSBm beschikkingen van ketenpartners bij justitie valt wel onder de verantwoordelijkheid van het BSBm bevoegde gezag. 3.7 Klachten Het Wabo bevoegd gezag heeft tot taak milieuklachten af te handelen en meldingen van ongewone voorvallen van bedrijven aan te nemen namens de overheid. Het Meldpunt Overijssel is opgericht voor het melden van overlast van bedrijven, waar de provincie Overijssel milieutoezicht heeft. Daarnaast kunnen inwoners van Overijssel en bedrijven voor allerlei vragen en meldingen over de omgeving bij het Meldpunt Overijssel terecht. Ook kunnen mensen bellen of en over vragen of klachten met betrekking tot wegen en kanalen in de provincie Overijssel. 17

24 Het meldpunt is 24 uur per dag 7 dagen per week bereikbaar. De ernstige meldingen die buiten kantoortijd binnen komen worden doorgegeven aan de Milieuwachtdienst. Zij nemen de melding in behandeling en stellen zich zo nodig ter plaatse op de hoogte. Jaarlijks wordt verslag gedaan van het aantal en aard van de meldingen via Elke klacht wordt in behandeling genomen en getoetst. Hierbij wordt voor zover mogelijk onderzocht of de klacht gegrond is en een bezoek van een toezichthouder noodzakelijk is. 3.8 Illegaliteiten Een deel van de werkzaamheden bestaat uit het opsporen van illegaliteiten. Dit zijn niet overtredingen van een vergunning of ontheffing maar bijvoorbeeld het uitvoeren van activiteiten zonder ontheffing of vergunning. Vaak kleven aan deze illegaliteiten grote risico`s. Hierom geven we illegaliteiten in de tijd soms voorrang ten opzichte van de reguliere controles. Deze regulier ingeplande controles worden op een later tijdstip dan alsnog uitgevoerd. 3% van het totaal aan toezicht- en handhavingsuren wordt gebruikt voor het opsporen en het in behandeling nemen van illegaliteiten.

25 4 Kerntaak duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting Om een kwalitatief hoogwaardig gebruik van water voor de inwoners van Overijssel te bereiken zijn er allerlei regels en vergunningstelsels in de wetgeving vastgesteld. Deze wetgeving ligt op het Besluit omgevingsrecht, Art. 7.2 lid 3 Het handhavingsbeleid geeft inzicht in de prioriteitsstelling met betrekking tot de uitvoering van de krachtens het eerste lid voorgenomen activiteiten. gebied van bedrijven, water, bodem en natuur. Naleving van deze regels draagt bij aan het zo hoogwaardig mogelijk gebruik van het water. In dit hoofdstuk wordt voor de periode voor de kerntaak duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting de beleidsprioriteiten beschreven. Achtereenvolgens worden de beleidsuitgangspunten, de risico s per taakveld (conform risicomatrix) en op basis hiervan de prioriteiten voor vergunningverlening en handhaving weergegeven. 4.1 Uitvoering Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (Whvbz) Beleidsuitgangspunten Ambitie: Burgers en recreanten mogen erop vertrouwen dat ze in zwembaden en de aangewezen zwemwateren veilig kunnen zwemmen. 1 Hoofdlijn van beleid: De Whvbz heeft als doel de gezondheid en veiligheid van zwemmers en baders te beschermen. De provincie is bevoegd gezag en heeft als wettelijke taak ervoor te zorgen dat bezoekers van badinrichtingen (zwembaden) en aangewezen zwemlocaties in oppervlaktewater (zwemplassen) op haar grondgebied aangenaam en veilig kunnen zwemmen. De zwemwaterlokaties in open water worden jaarlijks door de provincie aangewezen. Op deze locaties is de EU-Zwemwaterrichtlijn van kracht. De uiterste termijn voor het halen van de (waterkaliteit-) doelstellingen van de Zwemwaterrichtlijn is 2015 met de mogelijkheid van fasering tot In de voorbereiding op de vaststelling van het stroomgebiedbeheerplan Rijn (ingevolgde de EU- Kaderichtlijn Water) en de hiermee samenhangende herziening van de Omgevingsvisie is naar voren 1 Omgevingsvisie provincie Overijssel 19

26 gekomen dat in Overijssel aanvullende maatregelen en/of /fasering van het doelbereik vooralsnog niet noodzakelijk zijn. Bij het aanwijzen van zwemwaterlocaties volgen wij het Protocol aanwijzen en afvoeren van zwemlocaties en hanteren daarbij als referentiekader voor de veiligheidsaspecten de Handreiking Fysieke Veiligheid Zwemmers in Oppervlaktewater. Wij stellen daarbij voorwaardelijk dat: zwemmen toegestaan is en het zwemmen niet strijdig is met andere functies; het voldoende veilig is om te zwemmen; door een voldoende groot aantal mensen wordt gezwommen (minimaal op een zomerse dag) De waterkwaliteit aan de gestelde waterkwaliteitseisen voldoet; Het gedurende het grootste deel van het zwemseizoen mogelijk moet zijn om te kunnen zwemmen zonder onaanvaardbaar veel risico s voor de gezondheid van de zwemmers (met het oog op cyanobacteriën en zwemmersjeuk, die overigens geen onderdeel uitmaken van de wettelijke normering vanuit de EU-Zwemwaterrichtlijn of Whvbz, maar volgen vanuit landelijke protocollen); Het voor de waterkwaliteitsbeheerder (waterschappen dan wel Rijkswaterstaat) mogelijk is met de ter beschikking staande instrumenten en middelen, om de kwaliteit van het zwemwater voldoende te kunnen handhaven, beschermen en zo nodig verbeteren (dit met het oog op de afmetingen van het waterlichaam waar het zwemwater onderdeel van uitmaakt en op het dagelijks beheer van het water en de directe omgeving door de eigenaar/beheerder). In interprovinciaal verband leveren wij bijdragen aan het Deskundigenberaad zwemwater t.b.v. onderlinge afstemming voor een duidelijke en eenduidige uitvoering van toezicht en handhaving alsmede de landelijke zwemwaterwebsite mede t.b.v. de uitvoering van de EUrichtlijnen Zwemwater en INSPIRE (Europese harmonisatie en infrastructuur voor milieu-informatie). Ontheffingverlening In de Whvbz en het daarbij behorende besluit (Bhvbz) en regelingen zijn de regels opgenomen waaraan badinrichtingen en zwemgelegenheden moeten voldoen. De Whvbz geeft de provincie de bevoegdheid ontheffingen te verlenen volgens de in het besluit vastgelegde voorschriften en daaruit voortvloeiende regelingen. Verder heeft de provincie een toetsende taak bij onder meer nieuwbouw en renovaties van badinrichtingen. Handhaving De provincie is verantwoordelijk voor het toezien op een veilig en hygiënisch gebruik van plaatsen waar regelmatig wordt gezwommen. Dit betreft zowel het toezicht op zwembaden (circulatiebaden) als ook op oppervlaktewater (meren en kolken/plassen). In de Whvbz en het daarbij behorende besluit (Bhvbz) en regelingen zijn regels opgenomen waaraan badinrichtingen en zwemgelegenheden moeten voldoen. Bovenstaande taak vraagt behalve een actieve opstelling van de provincie op het gebied van ontheffingverlening, toezicht en handhaving ook een actieve behandeling van klachten en meldingen. In de WHVBZ is bepaald in artikel 10.d dat de zwemplassen jaarlijks bezocht dienen te worden waarbij een onderzoek dient plaats te vinden naar de veiligheid. Hierom zullen in afwijking van de risicoanalyse de zwemplassen jaarlijks bezocht worden. De waterkwaliteit van de zweminrichtingen dient tevens jaarlijks te worden onderzocht. Dit onderdeel zal jaarlijks gecontroleerd moeten worden. Risico naar taakveld WHVBZ Risico in woorden overtreden voorschriften WHVBZ zwembaden, waterkwaliteit Gemiddeld *1 overtreden voorschriften WHVBZ zwembaden, veiligheid en hygiene Gemiddeld *1 overtreden voorschriften WHVBZ zwemplassen, waterkwaliteit Laag *1 overtreden voorschriften WHVBZ zwemplassen, veiligheid en hygiene Gemiddeld *1 *1Vanwege de jaarlijkse plicht tot onderzoeken zal er jaarlijks ten positieve worden afgeweken van bovenstaande risicoanalyse. Dit zal worden opgenomen in het jaarprogramma.

27 4.1.2 Prioriteiten voor vergunningverlening en handhaving Evaluatie en vooruitblik De kwaliteitsbewaking van het zwemwater is een taak van het waterschap die plaatsvindt in nauw overleg met de provincie. In het kader van het toezicht worden alle overdekte zwembaden jaarlijks gecontroleerd op de helft van de essenties. Alle toezichtsessenties van zwemplassen worden jaarlijks gecontroleerd. De nadruk wordt gelegd op zwemwaterlocaties waarvan het vermoeden bestaat of waarvan op basis van meetgegevens bekend is dat er maatregelen moeten worden getroffen om te voldoen aan de doelstellingen van de EU-zwemwaterrichtlijn (vooral t.a.v. microbiologie en blauwalgen). Hiermee leggen wij de prioriteit bij de grootste risico s van zwemgelegenheden. In 2016 zullen alle zwembaden bezocht worden en dan zal gecontroleerd op de andere helft van de toezichtessenties dan die zijn gecontroleerd in Toezichtsessenties De toezichtsessenties zijn: Waterkwaliteit, veiligheid, Legionella en hygiëne. Handhaving WHVBZ Alle zwemplassen en zwembaden worden jaarlijks ten behoeve van veilig en hygiënisch zwemwater gecontroleerd in overeenstemming met de vastgestelde toezichtessenties. Illegale activiteiten worden met voorrang gecontroleerd desnoods ten koste van het toezicht op de ontheffingen met een gering en badinrichtingen met een goed naleefgedrag. 4.2 Grondwaterbescherming Beleidsuitgangspunten Ambitie: Grondwaterbescherming is gericht op een betrouwbare drinkwatervoorziening en een zorgvuldig gebruik van de ondergrond. 2 Hoofdlijn van beleid: Drinkwatervoorziening heeft een groot maatschappelijk belang. Voor de drinkwatervoorziening heeft grondwater als bron de voorkeur. Kwetsbare drinkwaterwinningen worden onderzocht op maatregelen voor een betere bescherming (waaronder bescherming tegen grondwaterverontreiniging). Het diepe waterpakket van Salland is alleen beschikbaar voor de drinkwatervoorziening en industriële toepassingen met hoogwaardige doelen. Dit waterpakket mag niet gebruikt worden voor warmte-koudeopslag. Hiertoe zijn boringsvrije zones aangewezen. In grondwaterbeschermingsgebieden is warmte en koudeopslag evenmin toegestaan. De provinciale gebiedsdossiers voor waterwinningen zijn de basis voor de vergunningverlening, toezicht en handhaving grondwaterbescherming De bescherming van kwetsbare drinkwaterwinningen heeft prioriteit. Dit neemt niet weg dat ook andere winningen al naar gelang de gebiedsontwikkelingen aandacht kunnen vragen. De bij de bescherming betrokken instanties werken vanuit de volgende werkafspraken: 2 Omgevingsvisie provincie Overijssel 21

28 - consequente uitvoering van formele regels (controle van meldingen Besluit bodemkwaliteit in grondwaterbeschermingsgebieden; doormelden naar andere betrokken instanties van voorgenomen onttrekkingen en bodembedreigende handelingen, hoe om te gaan met bouwen in grondwaterbeschermingsgebieden (GWBG); ontsluiting van informatie over vergunningen, ontheffingen en bijbehorende voorschriften ; - het instellen van één loket binnen de provincie waar andere betrokken instanties terecht kunnen met alle vragen en adviesverzoeken met betrekking tot de grondwaterbescherming. Afstemming tussen de verschillende sporen van omgevingsbeleid vindt plaats in de back-office; - het periodiek uitvoeren van een beleidsevaluatie van het grondwaterbeschermingsbeleid, waarbij centraal staat of de maatregelen uit de omgevingsverordening daadwerkelijk leiden tot de gewenste ontwikkeling van de grondwaterkwaliteit - borging van de communicatie (uitleg) van het grondwaterbeschermingsbeleid naar burgers en bedrijven. Risico s naar taakveld Grondwater bescherming niet melden (calamiteiten) verboden activiteit buiten inrichtingen: bouwen verboden activiteit buiten inrichtingen: energiesystemen niet naleven voorschriften Risico in woorden gemiddeld zeer laag laag zeer laag Prioriteiten voor vergunningverlening en handhaving Uitvoeren van het maatregelenprogramma gebiedsdossiers : - de provincie voert een periodieke evaluatie van het grondwaterbeschermingsbeleid uit in het kader van de herziening van de Omgevingsvisie en verordening. - de provincie voert een handhavingsproject uit waarbij risicovolle activiteiten in een gebied geïnventariseerd en gecontroleerd zullen worden. Dit gebeurt in samenwerking met betrokken gemeenten en waterschappen - de provincie stelt een handreiking bestemmingsplannen voor gemeenten op. - de provincie zorgt voor verbetering van de informatievoorziening op de website. - een of enkele gemeenten verlenen hun medewerking bij het meedenken over/meeschrijven aan de handleiding grondwaterbescherming. Overige aandachtspunten: - Het betrekken van vergunningverleners en handhavers bij het regulier ruimtelijke ordeningsoverleg met gemeenten, de uitvoering van de EU kaderrichtlijn water (KRW) en de herziening van de Omgevingsvisie (2016): in het bijzonder aandacht voor nieuwe ontwikkelingen en trends - Aandacht voor verontreiniging als gevolg van afstromend water van verhard oppervlak (wegen en parkeerplaatsen) in grondwaterbeschermingsgebieden Ontheffingverlening De provincie is belast met het behandelen van aanvragen voor ontheffingen van de Omgevingsverordening Overijssel voor grootschalige activiteiten binnen grondwaterbeschermingsgebieden. Ontheffingen worden beoordeeld op de gevolgen voor de kwaliteit van het grondwater. Voorschriften worden gesteld ter voorkoming van verontreiniging van het grondwater ten behoeve van de drinkwaterwinning voor menselijke consumptie. Handhaving De provincie is belast met de handhaving van de ontheffingvoorschriften en gemelde activiteiten binnen grondwaterbeschermingsgebieden. Dit draagt bij aan het voorkomen van verontreiniging van het grondwater bestemd voor de drinkwatervoorziening. Vanuit deze taak is het van belang dat eventuele illegale onttrekkingen voor Warmte- en Koude- Opslag (WKO) in grondwaterbeschermingsgebieden worden opgespoord en in samenwerking met de gemeenten de eveneens illegale aanleg van gesloten WKO-systemen wordt voorkomen.

29 Toezichtsessenties De toezichtessenties zijn: Administratie, voorgeschreven maatregelen en gebruikte stoffen. Handhaving Grondwaterbescherming op basis van de risicoanalyse worden 10% van alle ontheffingen en meldingen voor werkzaamheden in grondwaterbeschermingsgebieden gecontroleerd op de vastgestelde toezichtessenties. Illegale activiteiten in grondwaterbeschermingsgebieden worden met voorrang gecontroleerd desnoods ten koste van het toezicht op de ontheffingen en meldingen met een goed naleefgedrag. 4.3 Grondwateronttrekkingen Beleidsuitgangspunten Ambitie: optimale watercondities zowel wat betreft kwaliteit als kwantiteit voor landbouw, wonen, natuur en landschap, een zorgvuldig gebruik van de ondergrond en een optimale drinkwatervoorziening. 3 Hoofdlijn van beleid: De kwaliteit van watersystemen wordt bevorderd door uitvoering van de Europese Kaderrichtlijn Water en de Wet Bodembescherming. Vergunningaanvragen voor grondwateronttrekkingen op basis van afweging van optimale watercondities voor betrokken belangen. Onder andere de doelstelling van een goed grondwatervoorraadbeheer en beschermen van overige belangen van derden bij het grondwater. Risico s naar taakveld Grondwater onttrekingen overtreden voorschriften onttrekkingen drinkwater overtredingen voorschriften KWO's overtredingen voorschriften industrie Risico in woorden zeer laag laag laag Prioriteiten voor vergunningverlening en handhaving Vergunningverlening De provincie let bij de behandeling van vergunningaanvragen op het voorkomen en/of beperken van negatieve gevolgen van grondwaterwinningen. Tevens heeft zij de wettelijke taak om te zorgen voor de kwalitatieve bescherming van het grondwater voor zover dat bestemd is voor menselijke consumptie. Deze taak krijgt gestalte via beleidsontwikkeling, monitoring, regelgeving, communicatie en informatievoorziening. Handhaving De provincie is belast met het preventieve toezicht en de handhaving van de vergunningvoorschriften en illegale grondwateronttrekkingen. 3 Omgevingsvisie provincie Overijssel 23

30 Evaluatie en vooruitblik De toenemende aandacht voor energie en beperking van CO2 uitstoot leidt er toe dat er steeds meer koude-warmte systemen voor de verwarming en koeling van gebouwen worden aangelegd. Dit betekent dat de provincie zich niet alleen moet bezinnen over hoe zij de ruimte in de ondergrond wil verdelen, maar dat er ook rekening moet worden gehouden met een toename van het aantal aanvragen en te controleren locaties. Toezichtsessenties De toezichtsessenties zijn: Administratie, boringsdiepte, onttreking en infiltratie. Handhaving Waterwet Conform het vastgestelde ambitieniveau worden 20% van alle nieuwe vergunde grondwateronttrekkingen worden gecontroleerd op de vastgestelde toezichtessenties.

31 5 Kerntaak milieu en energie Besluit omgevingsrecht, Art. 7.2 lid 3 Het handhavingsbeleid geeft inzicht in de prioriteitsstelling met betrekking tot de uitvoering van de krachtens het eerste lid voorgenomen activiteiten. Om een kwalitatief gezonde leefomgeving voor de inwoners van Overijssel te bereiken zijn er allerlei regels en vergunningstelsels in de wetgeving vastgesteld. Deze wetgeving ligt op het gebied van bedrijven, vuurwerk, geluidhinder, ontgrondingen, stortplaatsen en luchtvaart. Naleving van deze regels draagt bij aan een gezonde leefomgeving. 5.1 Uitvoering Vergunningverlening Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en Wet milieubeheer (Wm) Beleidsuitgangspunten Ambitie: Veilig, gezond en schoon kunnen wonen, werken, recreëren en reizen. 4 Hoofdlijn van beleid: Vergunningverlening, toezicht en handhaving worden zo uitgevoerd dat de naleving van wet- en regelgeving wordt bevorderd. Duidelijke en uitvoerbare voorschriften in vergunningen moet leiden tot een goede naleving. Goede communicatie, helder toezicht en waar nodig streng optreden leiden dan tot een veilige en gezonde leefomgeving. Per 1 januari 2016 vallen alle BRZO-bedrijven onder het bevoegde gezag van de provincie. Er worden voor wat betreft milieu verder geen fundamentele beleidsmatige aspecten gewijzigd. Met het coalitieakkoord Overijssel werkt heeft het college de ambitie geformuleerd naar vergroten van het aandeel hernieuwbare energie naar 20% in Het programma Nieuwe Energie geeft hier invulling aan en is de opvolger van het programma Energiepact, dat in 2008 gestart is. Vanuit het programma Nieuwe Energie wordt ingezet op het stimuleren van energiebesparing via subsidies. Ook wordt er via het kennispunt energie ingezet op energiebesparing bij bedrijven. Bedrijven onder bevoegdheid van de provincie worden op energie gecontroleerd (IPPC, BREF energy efficiency) 4 Omgevingsvisie provincie Overijssel 25

32 Risico s naar taakveld BRZO Veiligheid (brandveiligheid, VBS, PGS) Lucht (meetsystemen, naverbrander) Bodem (keuringen, certificaten, BRA) Geluid (gedrag, reducerende maatregelen) Risico in woorden zeer hoog hoog gemiddeld gemiddeld Energie (meten, registreren, onderzoek energiebesparing) laag Water (voorzieningen, meten) Afval (scheiding, opslagwijze, onderzoek) hoog laag IPPC Veiligheid (brandveiligheid, VBS, PGS) Lucht (meetsystemen, naverbrander) Bodem (keuringen, certificaten, BRA) Geluid (gedrag, reducerende maatregelen) Energie (meten, registreren, onderzoek energiebesparing) Water (voorzieningen, meten) Afval (scheiding, opslagwijze, onderzoek) Risico in woorden zeer hoog hoog gemiddeld gemiddeld laag hoog hoog Vuurwerkevenementen Ontbranding niet conform voorschriften veiligheid niet confom voorschriften Organisatorische verplichtingen niet conform voorschriften (melden, registreren, opleiding) Risico in woorden gemiddeld gemiddeld laag BRIKS-Taken Voor de zogenoemde BRIKS taken wordt aangesloten bij de risicoanalyse zoals deze is opgesteld door de RUD. BOUW: Beschrijving Publieksfunctie > Kinderdagverblijf Publieksfunctie tijdelijke bouw Monumentenvergunning / Monumentenbescherming Wonen tijdelijke bouw Industrie/kantoorfunctie > Industriefunctie met risicovol gebruik *vuurwerk, PGS 15 Gezondheidszorgfunctie met bedgebied Gebouwen met celfunctie Industrie/kantoorfunctie tijdelijke bouw Wonen Cat. l < complex Wonen Cat. ll Publieksfunctie < Wonen Cat. lll > Risico in woorden zeer groot groot groot groot groot groot groot groot groot groot beperkt beperkt beperkt beperkt

33 Publieksfunctie Industrie/kantoorfunctie Basis Onderwijsfunctie / Buitenschoolse Opvang Bouwwerk geen gebouw zijnde complex Gezondheidszorgfunctie zonder bedgebied Industrie/kantoorfunctie < Wonen Cat. l < eenvoudig Bouwwerk geen gebouw zijnde eenvoudig beperkt beperkt beperkt beperkt beperkt beperkt beperkt klein Reclame, Kap en Sloop Beschrijving Illegaal gebruik bedrijf; Illegaal gebruik wonen; Illegaal slopen met asbest Illegale bewoning; illegale kamerverhuur Illegaal gebruik gronden Illegaal slopen Illegale bouw; grote bouwwerken (> 70 ²)[buitengebied]; Illegale bewoning; permanente bewoning recreatieverblijven Illegale bouw; grote bouwwerken (> 70 ²)[bebouwde kom]; Illegaal gebruik bestaande bouw; voldoet niet aan Bouwbesluit Illegale bouw; monumenten inclusief beschermd stads- en dorpsgezicht Illegale bouw; middel bouwwerken (> 30 m² en < 70 m²)[buitengebied]; Illegale bouw; middel bouwwerken (> 30 m² en < 70 m²)[bebouwde kom]; Illegale aanleg Illegale reclame [buitengebied] Illegale reclame [bebouwde kom] Illegale kap Illegale bouw; bouwwerken geen gebouw zijnde Illegale bouw; kleine bouwwerken (< 30 m²); Strijdig met Welstandsbepalingen Risico`s in woorden zeer groot groot groot groot groot groot groot groot groot beperkt beperkt beperkt beperkt beperkt beperkt beperkt beperkt klein klein klein Voor een volledig overzicht verwijzen wij u naar bijlage Prioriteiten voor vergunningverlening en handhaving De inspanningen op het gebied van de Wet milieubeheer/wabo zijn gericht op het behandelen van de aanvragen om een omgevingsvergunning, de afhandeling van meldingen, het afdoen van verzoeken voor het afsteken van vuurwerk (ontbrandingstoestemmingen) en het doorvoeren van ambtshalve wijzigingen in de vergunningen. Daarnaast behoort het tot de taak van de provincie om veiligheids- en energierapporten op basis van de Wet milieubeheer te beoordelen. Naast de Wet milieubeheer/wabo is het team ook verantwoordelijk voor het behandelen van ontheffingsaanvragen in het kader van de Wet luchtvaart (zie 5.4). Energy efficiency is een aspect wat speelt bij alle IPPC bedrijven. Bedrijven onder bevoegdheid van de provincie worden op energie gecontroleerd (IPPC, BREF energy efficiency). Door de opstart van een kennispunt Energie binnen de RUD`s is samenvoeging van energiekennis mogelijk. Vergunningen zijn actueel: Op grond van artikel 2.30 van de WABO dienen wij regelmatig te bezien of de voorschriften die aan een omgevingsvergunning zijn verbonden, nog toereikend zijn gezien de ontwikkelingen op het gebied van de technische mogelijkheden tot bescherming van het milieu en de ontwikkelingen met betrekking tot de kwaliteit van het milieu. Indien deze niet meer toereikend zij, dient de vergunning te worden geactualiseerd. Een gedeelte van de actualisatie wordt al gerealiseerd door het Activiteitenbesluit. Dit betekent dat de algemene eisen en voorschriften uit het Activiteitenbesluit (geheel of deels) in de plaats treden van de voorschriften van de vergunning. Steeds meer provinciale bedrijven vallen onder de 27

34 algemene regels van het Activiteitenbesluit waardoor de vergunningplicht voor dit onderdeel komt te vervallen. IPPC-bedrijven: Een eenmaal verleende vergunning beoordelen we van tijd tot tijd op actualiteit (actualisatietoets) en zonodig passen we de vergunning aan (revisievergunning of ambtshalve wijziging). Hierbij wordt een termijn gehanteerd van 5 jaar. Dus 20% van het bedrijvenbestand wordt jaarlijks op actualiteit getoetst. IPPC toetsingen worden ook gezien als een vorm van actualisatie. Daarvan zijn er het afgelopen jaar nog een aantal uitgevoerd. In die gevallen waar niet voldaan werd aan de IPPC-richtlijn is een start gemaakt met de noodzakelijke aanpassing van de vergunningen. BRZO-Bedrijven en RIE4 bedrijven: Verleende vergunningen worden jaarlijks beoordeeld op actualiteit (actualisatietoets) en zonodig aangepast (revisievergunning of ambtshalve wijziging). Koppeling NB-wet De provincie is op basis van de Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet) bevoegd gezag voor het verlenen van vergunningen voor industriële en agrarische bedrijven, het toezicht en de handhaving. Sinds de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo, per ) is er een actieve koppeling tussen aanvragen voor omgevingsvergunning, waarbij óók toestemming op grond van de Nb-wetbeschermingswet noodzakelijk is. Toezicht en Toezichtsessenties: Bij het toezicht op BRZO bedrijven wordt er onderscheid gemaakt in WABO controles en BRZO controles. De hieronder opgenomen toezichtessenties zien op de toezicht tijdens de WABOcontroles. De BRZO controles worden uitgevoerd in samenwerking met de Inspectie SZW en de veiligheidsregio. Hierbij wordt gebruik gemaakt een gezamenlijke inspectiemethode bij het toezicht op BRZO-bedrijven. De Nieuwe Inspectiemethodiek (NIM) draagt bij aan een betere en meer geïntegreerde overheidsprestatie. Hierbij gaat het dan vooral om een objectief en gemotiveerd oordeel over het door het bedrijf gevoerde preventiebeleid ten behoeve van zware ongevallen, over het veiligheidsbeheerssysteem ( VBS) en over de beheersmaatregelen. Een gezamenlijke inspectiemethode is essentieel omdat elke inspecteur zijn of haar eigen rolopvattingen, achtergronden, bedrijfscultuur en bevoegdheden meeneemt, wat de uitvoering van gezamenlijke inspecties tot een nogal complexe aangelegenheid maakt. Een gezamenlijke inspectiemethode is hét instrument om die samenwerking goed te laten verlopen en de meeste effectiviteit en efficiëntie uit de inspectie te halen. Dit is ook voor bedrijven van belang: een gezamenlijke inspectiemethode draagt bij aan de één-loketgedachte en maakt de rol van de overheid voor bedrijven transparanter en betrouwbaarder. Tevens zorgt de inspectiemethodiek voor een landelijk uniforme werkwijze. Voor alle branches waarop de provincie Overijssel in het kader van de Wabo toezicht uitvoert, zijn door middel van toezichtplannen de essenties van het toezicht vastgelegd. Hieronder staan de toezichtsessenties geranschikt per hoofdcategorie: Acceptatie, Verwerking en Administratieve organisatie en interne controle (AV/AOIC) Acceptatie - Financiele en goederen administratie, - Functiescheiding, - Uitgaand afval (niet-afvalbedrijven), - Validatie milieujaarverslag obv vergunning - Validatie Milieu jaarverslag (MJV) en European Pollutant Release and Transfer Register (eprtr) Verwerken, Bodem bodemrisico, grondwatermonitoring, riolering, Energie

35 Geluid gemiddelde geluidsniveaus en piekniveaus, trillingen, voorzieningen, Lucht verbrandingsgassen geur, koeling (CFK's, HCFK's en HFK's niet Ammoniak), Legionella voorzieningen, legionella gedrag, oplosmiddelen, stof Veiligheid brandveiligheid, installaties, opleiding personeel opslag gevaarlijke stoffen, veiligheid beheersing, Water behandeling afvalwater, Bouw, reclame, Sloop. Voor de toezichtessenties wordt aangesloten bij het toezichtsprotocol zoals deze is opgesteld door het Itp (integraal toezichtsprotocol) ( Hier is onderscheid gemaakt in de realisatiefase, gebruikersfase en sloopfase. Inrit: - aanleg conform de aanvraag Kap: kap conform de aanvraag (aantal en soort bomen en periode van kap) Handhaving WABO Alle inrichtingen worden jaarlijks gecontroleerd. Hierbij worden de vastgestelde toezichtessenties gecontroleerd op basis van het vastgestelde ambitieniveau in relatie met de opgestelde risicoanalyse Van de vuurwerkevenementen wordt 33% bezocht. Op basis van een beslisboom worden de locaties met bijvoorbeeld onbekende toepasser, ongunstige locaties of waar zwaar vuurwerk wordt afgestoken in ieder geval gecontroleerd Tevens worden alle toepassers minimaal eens per jaar gecontroleerd. De BRIKS taken worden conform de risicoanalyse gecontroleerd op basis van de vastgestelde toezichtsprotocolen (ItP) Optreden tegen illegaliteiten heeft voorrang, desnoods ten koste van het toezicht op bedrijven (uitgezonderd BRZO-bedrijven) met een goed naleefgedrag. 5.2 Uitvoering Ontgrondingen Beleidsuitgangspunten Ambitie Centrale doelstelling in het Beleidskader Bouwgrondstoffen Overijssel is dat ontgrondingen voor de bouwgrondstoffenvoorziening multifunctioneel moeten zijn. 5 5 Beleidskader Bouwgrondstoffen Overijssel Over winnen in Overijssel

36 Hoofdlijnen van beleid Met multifunctionele ontgrondingen wordt ernaar gestreefd een bijdrage te leveren aan de ruimtelijke kwaliteit van het Overijssels landschap. Hierbij gaat het om een divers palet aan functies zoals natuur- en landschapsontwikkeling en recreatie, welke aan een ontgronding kunnen worden verbonden. Op deze wijze kan hiervoor maatschappelijk draagvlak worden verworven. Voor nieuwe ontgrondingen geldt dat deze multifunctioneel moeten zijn, moeten passen binnen het bestaande netwerk van zandwinningen en bijdragen aan behoud en versterking van de gebiedskenmerken. Voor functionele ontgrondingen geldt dat we het huidige (terughoudende) beleid voor bescherming van natuur, landschap en aardkundige waarden voortzetten. Ten aanzien van het voorkomen van de toepassing van eindige grondstoffen ambiëren wij vanwege duurzaam gebruik van grondstoffen in onze eigen werken 20 procent secundaire en vernieuwbare grondstoffen toe te passen. Risisco s naar taakveld Ontgrondingen werken zonder vergunning (illegaal) Functionele ontgronding in strijd met vrs (specifieke voorschriften, bijvoorbeeld waterpartijen, landbouw) Functionele ontgronding in strijd met vrs (standaard vergunning opv aanvraag) Dieptewinningen in strijd met voorschriften Risico in woorden hoog laag laag hoog

37 5.2.1 Prioriteiten voor vergunningverlening en handhaving Vergunningverlening De provincie verleent vergunningen op grond van de Ontgrondingenwet. De vergunningverlening is gebaseerd op een wettelijk voorgeschreven afweging van alle bij de uitvoering van de voorgenomen ontgronding betrokken belangen: algemene belangen als bouwgrondstoffenvoorziening, ruimtelijke ordening, natuur en landschap, veiligheid, milieu, waterhuishouding, archeologie, aardkundige waarden, maar ook bijzondere (particuliere) belangen van de aanvrager, omwonenden en andere direct belanghebbenden. Handhaving De handhaving bestaat uit toezicht gericht op de naleving van vergunningsvoorschriften en repressieve handhaving bij illegale ontgrondingen. Dit om calamiteiten en onveilige situaties met gevaar op persoonlijk letsel op centrale zandwinlocaties te voorkomen en schade aan natuur, landschap, cultureel erfgoed en belangen van derden zoveel mogelijk te beperken. Toezichtsessenties De toezichtessenties zijn: Installaties, bodemrisico, bedrijfsvoering, delfstoffenwinning, waterhuishouding, geluid en stof. Handhaving Ontgrondingenwet 20% van alle Functionele ontgrondingen worden gecontroleerd in overeenstemming met de vastgestelde toezichtessenties Dieptewinningen worden eens per 2 jaar gecontroleerd in overeenstemming met de vastgestelde toezichtessenties Optreden tegen illegale ontgrondingen heeft voorrang, desnoods ten koste van het toezicht op bestaande dieptewinningen met een goed naleefgedrag. 5.3 Uitvoering Bodemsanering Beleidsuitgangspunten Ambitie: De bodem geschikt maken en houden voor de functie door het wegnemen van risico s en het voorkomen van nieuwe verontreinigingen. 6 Hoofdlijn van beleid: De hoofdlijn van het beleid ten aanzien van bodemsanering vloeit voort uit het Convenant Bodem en Ondergrond dat in maart 2015 is ondertekend door Rijk, IPO, VNG en UvW en houdt in dat: 1. uiterlijk in 2020 alle spoedlocaties met onaanvaardbare verspreidings- of ecologische risico s in 2020 zijn gesaneerd dan wel dat in 2020 ten minste de risico s van deze locaties op basis van een beschikt saneringsplan worden beheerst of tijdelijke beveiligingsmaatregelen in uitvoering zijn. 2. In 2020 ook de KRW-grondwater spoedlocaties zijn gesaneerd dan wel dat in 2020 ten minste de risico s van deze locaties op basis van een beschikt saneringsplan worden beheerst of tijdelijke beveiligingsmaatregelen in uitvoering zijn. De spoedlocaties met onaanvaardbare humane risico s zijn in principe eind 2015 gesaneerd danwel de risico s (tijdelijk) beheerst. 6 Omgevingsvisie provincie Overijssel 31

38 In dit kader continueren de Bevoegde overheden Wet Bodembescherming (Wbb) ook het actief benaderen van bedrijven met spoedlocaties op de MTR 2013-lijsten of KRW-lijsten. Verder besteden de bevoegde overheden Wbb conform het Convenant Bodem en Ondergrond specifiek aandacht aan gebiedsgericht beheer van grondwaterverontreinigingen, diffuse bodemverontreiniging, nieuwe bedreigingen, nazorg en voormalige stortplaatsen. Bovenstaande taken zijn verder uitgewerkt in het (provinciale) programma Bodem en Ondergrond programmaperiode Ten aanzien van nieuwe verontreinigingen geldt het stand still-beginsel, wat inhoudt dat nieuwe verontreinigingen zoveel mogelijk moeten worden voorkomen en indien toch nieuwe verontreiniging ontstaat moet deze zoveel mogelijk worden verwijderd. Risico s naar taakveld Bodemsanering niet voldoen aan administratie-eisen niet voldoen aan eisen voor depot begeleidingsbrieven niet op orde afzettingen voldoen niet wasplaats niet in orde eindcontrole niet uitgevoerd (afronding sanering) eind/nulsituatie niet in beeld (depotvorming) grondwater, pijlbuizen grondwaterzuivering niet adequaat inkomende stromen niet voor elkaar veiligheid (V&G plan niet correct of niet aanwezig) Uitgaande stromen niet voor elkaar risico in woorden zeer laag laag zeer laag zeer laag zeer laag zeer laag zeer laag laag laag laag laag Prioriteiten voor vergunningverlening en handhaving De provincie en vijf grote gemeenten binnen de provincie Overijssel zijn in het kader van de Wet bodembescherming aangewezen als bevoegd gezag en verantwoordelijk voor het uitvoeren van de taken die hieruit voortvloeien. Daarnaast zijn afspraken gemaakt in het convenant bodem en ondergrond (zie 4.4.1). Vergunningverlening Het team vergunningverlening is verantwoordelijk voor de volgende procedures: Vaststellen van de ernst van een bodemverontreiniging, de spoedeisendheid en het tijdstip van saneren, op basis van onderzoekgegevens (beschikking); Instemmen met het saneringsplan, waaronder het vaststellen van de saneringsdoelstelling (beschikking); Beoordelen van meldingen BUS (ontvankelijkheidverklaring); Behandelen meldingen afwijking saneringsplan (GS-brief met eventueel aanwijzingen); Beoordelen van bodemonderzoekrapporten (GS-brief); en vaststellen van het saneringsresultaat (mede op basis van bodemmonsters) en opleggen van eventuele nazorgverplichtingen (beschikking); Instemmen met nazorgplannen (beschikking); Inzet juridisch instrumentarium (gedoogbeschikking, saneringsbevel, onderzoeksbevel, bevel saneringsplan); Inhoudelijke beoordeling subsidieregeling Bedrijvenregeling

39 Handhaving Het team Handhaving is verantwoordelijk voor het toezicht en de handhaving bij de uitvoering van saneringen op basis van goedgekeurde saneringsplannen, de controle op de locatie en beoordeling van het evaluatierapport. De uit te voeren taken betreffen onder andere: Houden van toezicht op de naleving van de in de beschikking gestelde voorschriften, zowel administratief (waaronder het bewaken van de uitvoeringstermijn) als door controle op de uitvoering van de sanering op locatie (controlebrief en eventueel opvolgende bestuurlijke en/of strafrechtelijke handhaving); Houden van toezicht op de naleving van de in de beschikking gestelde voorschriften voor de nazorgfase, zowel administratief (waaronder het beoordelen van monitoringgegevens) als door controle op locatie (Controlebrief en eventueel opvolgende bestuurlijke en/of strafrechtelijke handhaving); Geven van aanwijzingen bij nieuwe gevallen van bodemverontreiniging (aanwijzing); Handhaven saneringsplicht bedrijventerreinen (controlebrief en eventueel opvolgende bestuurlijke en/of strafrechtelijke handhaving). Uit het verleden is gebleken dat stringente handhaving noodzakelijk is om het plegen van milieudelicten en frauduleus handelen tegen te gaan. Qua toezicht gaat de aandacht vooral uit naar saneringen die in eigen beheer door particulieren en bedrijven worden uitgevoerd. Toezichtsessenties De toezichtsessenties zijn: Administratie, depot, uitgaande stromen, afzettingen, wasplaats, eindcontrole, eindsituatie, grondwater, inkomende stromen, veiligheid, nazorg en monitoring. Handhaving Wet Bodembescherming Op basis van de risicoanalyse worden 20% van de lopende saneringen gecontroleerd op de vastgestelde toezichtessenties. De saneringen in het kader van de asbestproblematiek worden projectgewijs gecontroleerd. Optreden tegen illegale saneringen en controle op alle meldingen over mogelijke bodemverontreinigingen desnoods ten koste van preventief toezicht. Toezicht op een deel van de nazorglocaties (ongeveer 1/3 van de locaties met nazorg aspecten) 33

40 5.4 Uitvoering Wet luchtvaart Beleidsuitgangspunten Ambitie Op basis van de wet Luchtvaart is de provincie bevoegd gezag voor de regionale en kleine burgerluchtvaartterreinen, met uitzondering van luchthavens van nationaal belang zoals Lelystad, Rotterdam, Groningen en Maastricht. De vergunningverleningstaak betreft het afgeven van ontheffingen en vergunningen voor zaken als helikopterlandingsplaatsen, ultralight-velden, zweefvliegvelden, maar ook om ontheffingen voor evenementen als ballonfiësta s en dergelijke. Hoofdlijnen van beleid Besluiten t.a.v. de Wet Luchtvaart worden op basis van onderstaande beleidsuitgangspunten 7 genomen: Helikopterlandingsplaatsen bij alle ziekenhuizen en andere hulpverleningsinstellingen. Met gemeenten en bedrijfsleven wordt de meerwaarde onderzocht van helikopterlandingsplaatsen bij enkele grotere bedrijventerreinen zonder extra geluidsoverlast voor bewoners. Verder geen helikopterlandingsplaatsen. Recreatieve luchthavens (incl. locaties voor ballonfestivals) en landingsplaatsen voor parachutisten worden, conform uitvoeringsmodel Omgevingsvisie, zoveel mogelijk op bestaande locaties toegestaan. Bij aantoonbare vraag is nieuwvestiging eventueel voorstelbaar vanwege regionale spreiding en bereikbaarheid, maar alleen na zorgvuldige afweging van de belangen van omwonenden en andere 'grondgebonden' recreanten/recreatiefuncties. Het uitgebreide zweefvliegveld Lemelerveld en de luchthaven Twente zijn al bestaande locaties. Voor terreinen waar jaarlijks een luchtballonnenfestival wordt gehouden zullen we een luchthavenregeling opstellen. In IPO verband is geconstateerd dat slechts bij ontheffingen voor helicopters voorschriften opgenomen worden voor veiligheidsafstanden. Hier zullen wij op toezien. Daarnaast zal onderzocht worden of de TUG`s niet voor meerdere jaren verleend kunnen worden (bijvoorbeeld voor een periode van 3 jaar). Indien dit mogelijk is zal dit seperaat van dit beleidsplan worden besloten. Risico s naar taakveld Risicofactor Structurele terreinen (Luchthavenregelingen en besluiten) in strijd met voorschriften Tijdelijk en uitzonderlijk gebruik terreinen in strijd met voorschriften (paramotors, mla s) Tijdelijk en uitzonderlijk gebruik terreinen in strijd met voorschriften (helikopters) illigaliteiten Risico in woorden laag laag gemiddeld gemiddeld 7 Omgevingsvisie provincie Overijssel

41 5.4.1 Prioriteiten voor vergunningverlening en handhaving Toezichtsessenties De toezichtessenties zijn: Geluid en veiligheid. Handhaving Wet Luchtvaart Structurele terreinen worden eens per 5 jaar gecontroleerd in overeenstemming met de vastgestelde toezichtessenties. 20 % van de tijdelijke activiteiten zonder helikopters zoals ballonfiësta s en paramotorvluchten worden gecontroleerd op de vastgestelde toezichtessenties. 30% van de tijdelijke activiteiten zoals evenementen met helikopterrondvluchten worden gecontroleerd op de vastgestelde toezichtessenties. Optreden tegen illegaliteiten heeft voorrang, desnoods ten koste van het toezicht op activiteiten met aanvragers met een goed naleefgedrag. 35

42 6 Kerntaak inrichting landelijk gebied Besluit omgevingsrecht, Art. 7.2 lid 3 Het handhavingsbeleid geeft inzicht in de prioriteitsstelling met betrekking tot de uitvoering van de krachtens het eerste lid voorgenomen activiteiten. Ter behoud en versterking van natuur- en landschapswaarden in Overijssel, heeft de provincie vergunningverlenende, toezichts- en handhavingstaken op grond van de Boswet, de Flora- en faunawet, de Natuurschoonwet en de Natuurbeschermingswet De Wet natuurbeschereming is door de Tweede Kamer aangenomen en zal naar verwachting in 2016 in werking treden. In deze wet zullen de Boswet, de Natuurbeschermingswet en Flora- en Faunawet worden opgenomen. Dit heeft gevolgen voor dit beleidsplan. Zodra duidelijk wordt welke gevolgen dit heeft, zal het beleidsplan hierop worden aangepast. 6.1 Boswet Beleidsuitgangspunten Ambitie Behoud, versterking en ontwikkeling van bos- en natuurwaarden buiten de EHS. 8 Hoofdlijnen van beleid Samen met partners wordt ingezet op het behoud van verspreide bos en natuurgebieden. Bescherming van waardevolle houtopstanden zoals bossen, houtwallen en singels vindt plaats via twee instrumenten, de Boswet ( die op gaat in de Wet natuurbescherming) en de Wet op de Ruimtelijke Ordening. De Boswet ziet toe op het behoud van het bosareaal, terwijl de ruimtelijke ordening sturing geeft aan de ruimtelijke kwaliteit. Dit is uitgewerkt in de Omgevingsvisie en Omgevingsverordening Overijssel, waarbij specifiek aandacht is voor behoud van natuurwaarden, landschap en cultuurhistorie. Risico s naar taakveld Boswet niet voldoen herplantplicht niet voldoen meldingsplicht Risico in woorden laag Gemiddeld 8 Omgevingsvisie provincie Overijssel

43 6.1.2 Prioriteiten voor vergunningverlening en handhaving Advisering aan de Minister In het kader van de Boswet beoordeelt de provincie de melding van een velling. Daarnaast adviseert de provincie tot en met 2016 (tot de inwerkingtreding van de nieuwe Wet Natuurbescherming )het ministerie met betrekking tot het verlenen van ontheffingen van onder andere de herplantplicht en het verlenen van toestemming voor compensatie van de herplantplicht elders. De minister blijft hiervoor het bevoegd gezag tot de inwerkingtreding van de nieuwe Wet Natuurbescherming. Daarna wordt de provincie bevoegd gezag. De gevolgen van deze gewijzigde rol zullen in beeld worden gebracht zodra hierover meer duidelijkheid bestaat. Indien nodig zal dit beleidsplan VTH hierop worden aangepast. Handhaving De provincie controleert d.m.v. luchtfoto s en inspecties. Overtreders van de meldingsplicht en de herplantplicht begaan een delict op grond van de Wet economische delicten. De focus van het toezicht op deze regelgeving verschuift naar illegaliteiten in plaats van preventief toezicht. Evaluatie en vooruitblik Controles op aangeslagen beplanting en kapmeldingen zitten binnen de vastgestelde essenties van de controle op herplantplicht. Om de beperkt inzetbare capaciteit efficient in te zetten is in 2013 een pilot ingezet waarbij de focus meer op de knelpunten is gelegd. Dit is gedaan door het toezicht te richten op de opsporing van illegale vellingen. In dit project zijn daarvoor luchtfoto s van verschillende jaren uit de Atlas van Overijssel voor bepaalde gebieden met elkaar vergeleken en de wijzigingen zijn onderzocht op mogelijke illegaliteit. Conclusie was dat onderzoek van luchtfoto s een goede aanvulling kan zijn maar de veldcontroles niet volledig kan vervangen. Toezichtsessenties Voor de melding: Conform meldingsplicht Voor herplantplicht: Bosbouwkundig verantwoord en resultaat herplantplicht Handhaving Boswet Van alle nieuwe meldingen worden in het kapseizoen dertig procent gecontroleerd. Daarnaast worden de herplantverplichtingen in 20% van de gevallen in overeenstemming met de essenties gecontroleerd. We zullen meer gebruik maken van oog en oor functie van handhavers van andere instanties in het veld voor de opsporing van illegaliteiten. Indien deze zijn geconstateerd hebben deze voorrang desnoods ten koste van het bezoek van alle nieuwe meldingen. 6.2 Flora- en faunawet Beleidsuitgangspunten Ambitie Behoud en versterking van de rijkdom aan plant- en diersoorten 9. Hoofdlijnen van beleid Om de rijkdom aan plant- en diersoorten (biodiversiteit) zo veel mogelijk te behouden dienen er leefgebieden van voldoende omvang en kwaliteit te zijn. Op basis van het Flora- en Faunabeleid van het Rijk heeft de provincie de taak om planten en diersoorten te beschermen, maar ook de bevoegdheid om van de verboden in de wet af te wijken (waar het gaat om faunabeheer en schadebestrijding). Door ontheffingen of aanwijzingen af te geven op de Flora- en faunawet en 9 Omgevingsvisie provincie Overijssel, beleidsregels Faunabeheer Overijssel 37

44 daarop te handhaven, wil de provincie een goed en evenwichtig faunabeheer creeren. De Faunabeheereenheid (FBE) is hierbij verantwoordelijk voor de coördinatie van het planmatige faunabeheer en zodoende een schakel tussen de provincie, grondgebruikers en uitvoerders. De provincie wil een actieve bijdrage leveren aan het stimuleren en ontwikkelen van preventieve maatregelen zodat schade niet optreed, om gebruik van het instrument ontheffingen zoveel mogelijk te kunnen beperken. De Flora- en Faunawet wordt in 2016 in de nieuwe Wet Natuurbescherming opgenomen. In dit beleidsplan gaan we uit van de oude benaming. Met de inwerkingtreding van de wet worden er taken van het rijk overgedragen aan de provincie. Er is een eerste inschatting gemaakt van de gevolgen voor de taakuitvoering van de wet. Deze inschatting zal worden verwerkt in het jaarprogramma, indien later in het jaar de excacte gevolgen bekend zijn zal het jaarprogramma hierop worden aangepast. Onderdeel van het provinciale faunabeheer is ook het voorkomen van schade. De provinciale taak daarbij is: Het toezicht houden op het voldoen aan voorwaarden of voorschriften die door de provincie worden opgelegd bij vrijstellingen, aanwijzingen en ontheffingen, en indien nodig handhaven hiervan. Risico s naar taakveld Flora- en Faunawet niet naleven voorschriften ontheffing niet naleven aanwijzingen niet naleven provinciale vrijstellingen illigaliteiten Risico in woorden zeer laag laag zeer laag gemiddeld Prioriteiten voor vergunningverlening en handhaving Ontheffingverlening De provincie heeft een aantal bevoegdheden op grond van de Flora- en faunawet. Op basis van het onderdeel beheer en schadebestrijding bepaalt de provincie of ingrepen in de wettelijke beschermingsmaatregelen noodzakelijk zijn. De provincie kan hiertoe vrijstelling, ontheffing of een aanwijzing verlenen voor de door het Rijk aangewezen soorten. Voor een planmatig en duurzaam beheer van (hoofdzakelijk) een aantal beschermde inheemse diersoorten is de Faunabeheereenheid opgericht. Deze Faunabeheereenheid heeft ten behoeve van een planmatig en duurzaam beheer van diersoorten een Faunabeheerplan opgesteld. Dit Faunabeheerplan is vervolgens door GS op 15 september 2014 vastgesteld gelijktijdig met de Nota beleidsregels faunabeheer Overijssel en de verordening beheer en schadebestrijding dieren in Overijssel. Handhaving De provincie ziet toe op de naleving van de besluiten op basis van de Flora- en faunawet. Het toezicht op deze wet richt zich op het systeem waarbinnen de Faunabeheereenheid (FBE) en de Wildbeheereenheden (WBE s) hun taak uitvoeren. Ook hier werken wij risicogestuurd: WBE s die slechtere naleving laten zien worden vaker en intensiever bezocht. De handhaving van deze wet richt zich vooral op de afhandeling van illegaliteiten, klachten en incidenten (repressieve handhaving). De provincie wil handhaving optimaliseren door afstemming met de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit en politie. De uitvoering van de handhaving vindt plaats overeenkomstig de Beleidsregel implementatie landelijke Handhavingsstrategie Overijssel. Als de Flora- en Faunawet is opgenomen in de nieuwe Wet Natuurbescherming is er sprake van een verplicht aanhaken van de vergunnignverlening in het kader van de Wabo voorzover het betrekking heeft op activiteiten en handelingen waarvoor ook een omgevingsvergunning is vereist. Dat is niet het geval bij activiteiten die gericht zijn op beheer en schadebestrijding, maar kan aan de orde zijn voor de nieuwe taak voor de provincie, nl. ontheffingen voor zgn. ruimtelijke ingrepen Voor deze

45 inrichtingen geldt een vergunningsplicht ingevolge de Wabo en vindt er ook toezicht plaats door een milieucontroleur van de gemeenten. In 2016 zal door middel van een pilot worden onderzocht of door slimme samenwerking met gemeenten efficiencyvoordelen behaald kunnen worden door een vorm van gecombineerd toezicht ter voorbereirning op de nieuwe Wet. Toezichtsessenties De toezichtsessenties zijn: Faunabeheereenheid: uitvoering, monitoring, meldingsplicht, rapportage Wildbeheereenheid: monitoring, rapportage, meldingsplicht, uitvoering, voorlichting Handhaving Flora- en faunawet Mede vanwege de uitvoering van het Handhavingsarrangement met het OM worden alle vastgestelde toezichtessenties gecontroleerd. Gebruik maken van oog en oor functie van handhavers van andere instanties in het veld Daarnaast wordt aan signalen van illegaal handelen voorrang gegeven desnoods ten koste van het preventieve toezicht. 6.3 Natuurschoonwet Het gaat hier om een wet die fiscale voorzieningen biedt voor de erfopvolging van eigenaren van aaneengesloten gronden (vaak ongedeelde boedels), met het doel deze duurzaam in stand te houden. Daarmee wordt tevens een belangrijk natuurlijk en landschappelijk doel gediend. Landgoederen zijn uitgegroeid tot speerpunten voor het natuur- en landschapsbeleid. Advisering De provincie brengt advies uit over de rangschikking van landgoederen en over het afgeven van een beschikking van geen bezwaar en/of over gehele of gedeeltelijke onttrekking van een landgoed. In dit specifieke geval is er feitelijk geen sprake van vergunningverlening. De provincie geeft namelijk alleen advies aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) over de rangschikking van landgoederen. Handhaving De provincie heeft geen formele, handhavende taken op grond van de Natuurschoonwet. Door periodieke controles door de Belastingdienst wordt op de uitvoering en naleving toegezien. De Natuurschoonwet wordt momenteel geevalueerd. Mogelijk dat dit tot aanpassingen leidt die invloed kunnen hebben op onze (handhavenende) rol! Deze zijn nu niet voorzien of meegenomen in dit beleidsplan. 6.4 Natuurbeschermingswet Beleidsuitgangspunten Ambities Vitaal en samenhangend stelsel van natuurgebieden (waaronder Natura 2000-gebieden) 10. Hoofdlijnen van beleid Het realiseren van de Ecologische Hoofdstructuur in 2018 is het doel. Binnen de EHS is alleen ruimte voor andere ontwikkelingen als deze niet ten koste gaan van de kenmerken en waarden van de EHS. Hierbij worden de instrumenten herbegrenzing en compensatie gehanteerd. 10 Omgevingsvisie provincie Overijssel 39

46 Binnen de provinciale verordening is afwijking van het beschermingsregime van de EHS geregeld via een afwijkingsbevoegdheid van de gemeenteraad en een meldingsplicht aan de provincie In en rond de Natura 2000-gebieden, vrijwel geheel gelegen binnen de EHS, wordt gezorgd voor de realisatie van de (abiotische) randvoorwaarden die nodig zijn om aan de internationale verplichtingen voor deze gebieden te voldoen. Risico s naar taakveld Natuur beschermingswet overtredingen voorwaarden gesteld in beheerplan agrarisch overtredingen voorwaarden gesteld in beheerplan niet agrarische activiteiten Overtredingen voorwaarden van NB-wet vergunning agrarisch Overtredingen voorwaarden van NB-wet vergunning niet agrarische activiteiten Activiteiten zonder vergunning met invloed op gebied Risico in woorden hoog laag hoog hoog gemiddeld Prioriteiten vergunningverlening en handhaving Vergunningverlening Het wettelijke kader voor de bescherming van Natura 2000-gebieden en beschermde natuurmonumenten is de Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet), waarin de Vogel- en Habitatrichtlijnen van de Europese Unie zijn doorvertaald. Schade aan de natuurwaarden van deze gebieden moet worden voorkomen. Daarom bepaalt de Nbwet dat projecten en andere handelingen die significant negatieve effecten op deze gebieden kunnen hebben niet mogen plaatsvinden zonder vergunning. Het bevoegd gezag is in de meeste gevallen Gedeputeerde Staten van de provincie waarin een gebied (grotendeels) ligt. Daarnaast bepaalt de wet dat plannen van gemeenten en waterschappen die negatieve effecten kunnen hebben op de Natura 2000-gebieden goedkeuring behoeven van Gedeputeerde Staten. De Nb-wet kan ook aanhaken in het kader van de Wabo. Gedeputeerde Staten geven dan een verklaring van geen bedenkingen af in het kader van een omgevingsvergunningprocedure. Na de inwerkkingtreding van de Wet natuurbescherming is er sprake van een verplicht aanhaken van de vergunningverlening in het kader van de Wabo voorzover het betrekking heeft op activiteiten en handelingen waarvoor ook een omgevingsvergunning is vereist. Handhaving De Natuurbeschermingswet biedt het kader voor toezicht en handhaving in relatie tot de Natura 2000 beheerplannen (gebiedscontrole, naleving vergunningen etc.). Adequaat toezicht en handhaving zijn nodig voor een goede naleving en dus voor een goede uitvoering van de Natuurbeschermingswet. Toezicht en handhaving zien toe op de controle op de naleving van vergunningen en op het opsporen van en optreden (in het veld) tegen overtredingen van een aantal artikelen van de Natuurbeschermingswet. De Natuurbeschermingswet biedt het bevoegd gezag ook de mogelijkheid maatregelen te nemen ter voorkoming van schade aan natuurwaarden in een Natura 2000-gebied. Zo kan het bevoegd gezag verleende vergunningen intrekken of wijzigen als de situatie daartoe noopt. Het bevoegd gezag kan als dat nodig is ook besluiten de toegang tot een beschermd gebied te beperken. De provincie ziet toe op de naleving van de Nb-wet. Concreet betekent dit dat vergunningen worden gecontroleerd en daarnaast wordt gekeken of projecten en andere handelingen in en rond de Natura 2000-gebieden aan de eisen van de Nb-wet voldoen. Bovendien vervult de provincie een actieve rol in het voorlichten over de Nb-wet en de gevolgen daarvan voor de verschillende belanghebbenden.

47 Toezichtuitvoeringsprogramma s Op basis van de landelijk ontwikkelde en vastgestelde Handreiking handhavingsplan Natura 2000 (IPO, 2013) worden toezicht en handhaving nader uitgewerkt in toezichts- en handhavingsplannen voor de Natura 2000-beheerplannen en handhavingsuitvoeringsprogramma s. De Nb-wet kan ook aanhaken in het kader van de Wabo. Voor deze inrichtingen geldt een vergunningsplicht ingevolge de Wabo en vindt er ook toezicht plaats door een milieucontroleur van de gemeenten. In 2016 zal onderzocht worden of door slimme samenwerking met gemeenten efficiencyvoordelen behaald kunnen worden door een vorm van gecombineerd toezicht. Door de stijging van het aantal Nb-wet vergunningen wordt ook de druk op handhaving steeds groter. Voor de controle op agrarische bedrijven wordt er onderscheid gemaakt in risicovolle en minder risicovolle bedrijven. Onder de risicovolle bedrijven vallen o.a. bedrijven met een luchtwasser. Indien de luchtwasser niet conform de voorschriften wordt gebruikt levert dit een aanmerkelijk hoge uitstoot van ammoniak op. Indien er geen luchtwasser verplicht is conform de vergunning is het staltype en aantal dieren van belang. We zetten in op een actieve controle van de risicovolle bedrijven (eens per 2 jaar) en de minder risicovolle bedrijven worden eens per 10 jaar gecontroleerd. Hierbij dient opgemerkt te worden dat naast deze controles ook de gemeenten in het kader van de WABO vergunning deze bedrijven op de bovengenoemde aspecten controleerd. Evaluatie en vooruitblik De provincie is op basis van de Nb-wet bevoegd gezag voor verguningverlening, toezicht en handhaving. Sinds de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo, per ) is er een actieve koppeling tussen aanvragen voor omgevingsvergunning, waarbij óók toestemming op grond van de Nb-wet noodzakelijk is. Op basis van de landelijk ontwikkelde en vastgestelde Handreiking handhavingsplan Natura 2000 (IPO, 2013) worden toezicht en handhaving nader uitgewerkt in toezichts- en handhavingsplannen voor de Natura 2000-beheerplannen en handhavingsuitvoeringsprogramma s. Bij het opstellen van het handhavingsplan wordt samengewerkt met de partijen die een taak hebben op dit gebied (zoals de terreinbeherende organisaties). Cross Compliance Elk jaar dient de provincie in het kader van Cross Compliance ten minste één procent van alle landbouwers die premie aanvragen te controleren op alle Randvoorwaarden Europese Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). Van het ministerie krijgen wij de namen van de bedrijven die wij moeten controleren. Gezien deze verplichting is de risico-beoordeling niet van toepassing. Tijdens zo n Cross Compliance-controle dient het gehele bedrijf gecontroleerd te worden op alle op dat bedrijf van toepassing zijnde Randvoorwaarden GLB. Toezichtsessenties De toezichtsessenties zijn: Verzuring,verdroging en verstoring. Handhaving Natuurbeschermingswet Toezicht bij de Natura-2000 gebieden op basis van de vastgestelde toezichtessenties Bij de risicobedrijven wordt eens in de 2 jaar een controle uitgevoerd Bij de minder risicovolle bedrijven wordt eens in de 10 jaar een controle uitgevoerd. Formele verzoeken om handhaving en signalen van illegaliteiten krijgen voorrang in de aanpak desnoods ten koste van het preventieve toezicht Uitvoering Cross Compliance controles conform landelijke afspraken (selectie 90 controles) 41

48 6.5 Uitvoering Repressieve handhaving Op basis van de nalevingsstrategie wordt een mix van instrumenten, zoals communicatie, voorlichting, bestuurlijke gesprekken, preventief toezicht etc., ingezet om normconform-gedrag te bevorderen. Zonodig wordt bestuursrechtelijk handhavend opgetreden op basis van de handhavingsstrategie (zie paragraaf 3.3). Repressieve handhaving en nalevingsstrategie Conform de nalevings- en handhavingsstrategie adviezen en besluiten voorbereiden bij overtreding van weten regelgeving

49 7 Monitoring en evaluatie 7.1 Monitoring en evaluatie Besluit omgevingsrecht, artikel 7.6 lid 1: Het bestuursorgaan bewaakt met behulp van een geautomatiseerd systeem de resultaten en de voortgang van: a. de uitvoering van het uitvoeringsprogramma, b. het bereiken van de gestelde (beleids)doelen. Besluit omgevingsrecht, artikel 7.7 lid 2: Het bestuursorgaan evalueert jaarlijks of de in het uitvoeringsprogramma, opgenomen activiteiten zijn uitgevoerd en in hoeverre deze activiteiten hebben bijgedragen aan het bereiken van vastgestelde (beleids)doelen. Het bestuursorgaan bewaakt deze met behulp van een geautomatiseerd systeem. Het sluiten van de beleidscyclus voor vergunningverlening en handhaving draagt eraan bij om te meten en evalueren of het ingezette beleid en vergunningverlening en handhaving succesvol zijn geweest. De resultaten uit het lopende uitvoeringsjaar vormen immers de input voor eventuele bijstelling van het beleid en bepalen mede het uitvoeringsprogramma voor het daaropvolgende jaar. Een goede centrale registratie van handhavingszaken vergemakkelijkt het vervolgtraject (repressief toezicht en sancties). Daarnaast is het registreren van kwalitatieve en kwantitatieve gegevens over vergunningverlening en handhaving ook van belang ten behoeve van het te voeren beleid, de in te zetten capaciteit en de verantwoording naar bestuur en management. Om te kunnen meten of de uitvoering van de handhaving voldoende is geweest, zullen meetbare doelstellingen van tevoren geformuleerd moeten zijn. Voor worden de volgende meetbare indicatoren geregistreerd: De in paragraaf 2.4 genoemde kritische prestatie indicatoren Aantal uitgevoerde controles en hercontroles per deelgebied Nalevingspercentage en percentage controles met 0% overtredingen per deelgebied Geconstateerde overtredingen Ontwikkelingen/trends in het naleefgedrag op basis van de vastgestelde essenties Aantallen en soort handhavingstrajecten Opgelegde bestuursrechtelijke sancties Aantal aangevraagde vergunningen (hierbij een onderscheid in soorten vergunningen, meldingen en actualisaties) Aantal verleende vergunningen binnen termijn Aantal verleende vergunningen buiten termijn (incl. reden) Aantal weigeringen en buiten behandeling laten van de aanvraag Aantal handhavingsverzoeken per deelgebied Ieder kalenderjaar wordt het voorgaande kalenderjaar geëvalueerd. Hiertoe wordt een rapportage opgesteld waarin over bovenstaande indicatoren informatie wordt verschaft. Deze rapportage wordt gebruikt voor het zo nodig bijstellen van het beleid en dient als basis voor het opstellen van het jaarprogramma van het daarop volgend kalenderjaar. Met deze rapportage- en evaluatieverplichtingen wordt aangesloten bij het in het Besluit 43

50 omgevingsrecht neergelegde cyclische karakter van het vergunningverlenings- en handhavingsproces.

51 8 Ontwikkelingen en projecten in Voor staan een reeks van ontwikkelingen en projecten op stapel. De projecten worden hieronder toegelicht. 8.1 Organisatiebrede projecten De onderstaande projecten hebben een organisatiebrede impact waarvoor ook inzet vanuit vergunningverlening, toezicht en handhaving nodig is. 1. Implementatie en uitvoering van regionale uitvoeringsdienst 2.Implementeren aanbevelingen uit rapportage elektronisch monitoren 3. Controles Boswet op basis van luchtfoto s Verdere implementatie en uitvoering van de regionale uitvoeringsdiensten en transitie van netwerk-rud naar fysieke rud. In 2013 is er een onderzoek uitgevoerd naar electronisch monitoren van gaswassers in de agrarische sector. Ook de provincie Overijssel heeft hierin geparticipeerd. Vanaf 2014 worden de relevante aanbevelingen geimplementeerd. Vervolg studie naar Boswet controles op basis van luchtfoto s. Op dit moment lukt het om handmatig met behulp van luchtfoto s vergelijkingen van gebieden te maken en deze te sorteren op potentiële illegale kap. Dit heeft meerwaarde maar is nog behoorlijk arbeidsintensief. Er zal komend jaar worden gekeken of er ook programma s zijn die deze taak (deels) geautomatiseerd overnemen. 4. Overdracht bedrijven Per 1 januari 2016 vallen alle BRZO bedrijven onder het bevoegde gezag van de provincie. De vergunningen zullen bezien moeten worden 5.Wet Verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving 6. Inwerkingtreding Wet Natuurbescherming op actualiteit, en eventueel worden geactualiseerd. Deze wet wijzigt de WABO door daarin kwaliteitscriteria op te nemen en de coördinatentaken voor de provincie te benoemen. De wet treed naar verwachting in 2016 in werking. De wet kan gevolgen hebben voor dit beleidsplan en de uitvoering van de VTH-taken. In 2016 treedt de Wet Natuurbescherming in werking. Deze nieuwe wet vervangt onder andere de Flora en Faunawet, Natuurbeschermingswet en de Boswet. Dit zal consequenties hebben voor de vergunningverlening en handhaving. Als de gevolgen duidelijk zijn, zal het beleidsplan worden aangepast 7. Nieuwe Omgevingswet In 2018 treedt waarschijnlijk de nieuwe Omgevingswet in werking. Er wordt nauwgezet gevolgd wat de consequenties zijn voor vergunningverlening, toezicht en handhaving. 8. Project regelgeving In 2016 wordt er een project gestart waarin bestaande regelgeving wordt gecheckt op onnodig ingewikkelde en belemmerende regelgeving 9. Landelijke Vergunningenstrategie In nauwe afstemming met het IPO wordt bezien of een landelijke vergunningenstrategie ontwikkeld moet en kan worden 45

52 9 Opdrachtgeverschap aan Regionale Uitvoeringsdiensten 9.1 Algemeen Sinds 1 januari 2013 zijn in de provincie Overijssel twee Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD s) operationeel. In Nederland zijn in totaal 29 RUD s opgericht, met als doel om de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving (VTH), als eerste op het gebied van de milieutaken zoals die zijn geregeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, robuust te maken, kwalitatief te verbeteren en efficiënt te regelen. Op termijn is uitvoering van een breed VTHpakket binnen het omgevingsrecht door de RUD s voorzien. In afwijking van wat in den lande gebruikelijk is, heeft Overijssel de beide RUD s georganiseerd als een netwerk-rud 11. Een netwerk-rud is een RUD, op basis van een bestuurlijke overeenkomst, en met een intern coördinatie centrum. Anders dan bij de fysieke RUD met een gemeenschappelijke regeling, blijven de medewerkers van de RUD in dienst bij de partners van de RUD. Voor de inrichtingen met een hoog risico op het gebied van veiligheid (BRZO) heeft de provincie de uitvoering van haar bevoegdheden op VTH-gebied gemandateerd aan de Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN), één van de zes speciaal daartoe opgerichte, landsdelige RUD s. Ook de feitelijke uitvoering van de VTH-taken voor deze inrichtingen vindt plaats volgens de netwerkgedachte door de medewerkers van de provincie Overijssel. 9.2 Wat verwacht de provincie van de netwerk RUD s In dit Beleidsplan zijn alle beleidsuitgangspunten van de provincie verzameld, voor zover zij een vertaling dienen te krijgen in VTH. Voor de milieutaken (voor specificatie zie hoofdstuk 5.1) wordt de uitvoering verzorgd, met inzet van provinciale medewerkers, door de twee netwerk RUD s; voor alle overige beleidsvelden doet de eenheid Publieke Dienstverlening (PD) dat, al dan niet versterkt met inhuur van capaciteit en deskundigheid. De provincie verwacht van de netwerk RUD s dat zij, door kennis en kunde te bundelen in kennispunten, het niveau van de VTH verhogen, omdat de samenwerking tussen provincie- en gemeentemedewerkers tot kwaliteitsverbetering leidt. De eventuele efficiencywinst zal niet zo goed zichtbaar worden, omdat die zich verspreid over de deelnemers manifesteert. Anderzijds zijn de kosten van netwerk-rud s gering in verhouding tot een RUD op basis van een GR(gemeenschappelijke regelingen). 9.3 Opdrachtgevers- opdrachtnemersrol In netwerk-rud s zijn de rollen van opdrachtgever en van opdrachtnemer, en een goede invulling daarvan, van zeer groot belang om succesvol te zijn. Immers de partners zijn niet alleen de opdrachtgever van de RUD, ze zijn ook zelf de RUD. Anders dan bij gemeenschappelijke regelingen, waar vooral de bestuurders zich bewust moeten zijn van de verschillende belangen die ze 11 Ook de RUD Noord-Limburg is in navolging van de Overijsselse voorbeelden als netwerk-rud georganiseerd

53 behartigen als partner en als onderdeel van de RUD, ligt deze verantwoordelijkheid in de netwerk- RUD s ook dieper in de organisatie (leidinggevenden milieu bij de verschillende partners). Doordat rollen expliciet zijn gemaakt, verbetert het functioneren van de netwerk-rud s. Binnen de provincie worden de rollen van opdrachtgever en van opdrachtnemer inmiddels ook duidelijker benoemd en ingevuld: Natuur en Milieu is opdrachtgever van de vergunningverlening en handhaving, en Publieke Dienstverlening is, opdrachtnemer voor deze taak en vervolgens opdrachtgever naar de RUD s (of naar andere externe inhuur voor taken die niet in de RUD zijn belegd). De vertegenwoordiging van de rol van de provincie als mede-eigenaar van de RUD is belegd bij de eenheid BV. Voor het milieubeleid is de totstandkoming van dit Beleidsplan een mooi voorbeeld van een coproductie nieuwe stijl: NM is verantwoordelijk voor- en geeft invulling aan het Beleidsplan en PD levert inhoudelijke input en de gegevens voor de jaarplanning. Deze jaarplanning is input voor de Jaarplannen die de beide RUD s maken. 9.4 Planning RUD s De cyclus meerjaren Beleidsplan Jaarplanning Jaarplan RUD noodzaakt de provincie om haar tijdsplanning aan te passen: omdat de RUD s hun Jaarplannen in het derde kwartaal maken, dient over (de bijstellingen van) het meerjaren Beleidsplan en de Jaarplanning voortaan in het eerste halfjaar besloten te worden. Conform de afspraken die gemaakt zijn bij de tot stand koming van de RUD s zouden de gemeenten hun Wabo-bouwtaken per 1 juli 2014 in de RUD s inbrengen. Tot op dit moment is dit nog niet gebeurt vanwege de discussie over welke werkzaamheden verplicht ingebracht moeten worden. Indien de taken ingebracht worden zal dit effect hebben op de Jaarplannen van de RUD s; de verwachting is dat de provincie weinig effecten zal ondervinden van deze overdracht. 9.5 Samenwerking met de Omgevingsdienst Regio Nijmegen Op 1 april 2013 is de Omgevingsdienst Regio Nijmegen (hierna: ODRN) van start gegaan. De directeur van de ODRN heeft in de loop van 2013 mandaat gekregen van diverse gemeenten en de provincies Gelderland en Overijssel om het toezicht, de handhaving en de omgevingsvergunningverlening uit te voeren bij BRZO-bedrijven. Het BRZO die van toepassing is op de meest complexe en meest risicovolle bedrijven in Nederland en dus ook op die in Gelderland en Overijssel. In totaal gaat het om zo n 52 bedrijven, waarvan er op dit moment 15 in Overijssel zijn gevestigd. De werkzaamheden die betrekking hebben op de bedrijven die in Overijssel zijn gelegen, worden uitgevoerd door gekwalificeerde medewerkers die werkzaam zijn bij partners in de RUD Twente en de RUD IJsselland. Zij voeren die werkzaamheden uit onder de verantwoordelijkheid van de directeur van de ODRN. Indien nodig wordt capaciteit uitgewisseld tussen de ODRN en de RUD s in Overijssel om de werkzaamheden in zowel Gelderland als Overijssel adequaat uitgevoerd te krijgen. De inzet van medewerkers van de provincie Overijssel, is verwerkt in het jaarprogramma vergunningverlening, toezicht en handhaving. 47

54 1 Bijlage 1 Risicoanalyses Vergunningverlening Toezicht en Handhaving 2015

55 49

56 Colofon Uitgave Provincie Overijssel Datum Auteurs P. Scholte Albers HJ. Schutte Inlichtingen bij HJ. Schutte Eenheid Natuur en Milieu team Beleidsontwikkeling en Realisatie Kenmerk Adresgegevens Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 Postbus GB Zwolle Telefoon Fax postbus@overijssel.nl

57 Inhoudsopgave 1 Inleiding Aanleiding en doel Leeswijzer 5 2 Visie, doel, beleidsuitgangspunten en kritische prestatie-indicatoren Inleiding 2.2 Omgevingsvisie en omgevingsverordening Overijssel Visie op vergunningverlening, toezicht en handhaving vanuit het coalitieakkoord Overijssel Werkt Kritische prestatie-indicatoren kerntakenbegroting Uitwerking beleidsdoelen Beleidscyclus 8 3 Vergunningverlening, toezicht en handhaving Inleiding Uitwerking visie Organisatie vergunningverlening, toezicht en handhaving 3.4 Risicogericht werken Nalevings- en handhavingsstrategie Bestuurlijke Strafbeschikking Milieu Klachten Illegaliteiten 18 4 Kerntaak duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting Uitvoering Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (Whvbz) Beleidsuitgangspunten Prioriteiten voor vergunningverlening en handhaving 4.2 Grondwaterbescherming Beleidsuitgangspunten Prioriteiten voor vergunningverlening en handhaving Grondwateronttrekkingen Beleidsuitgangspunten Prioriteiten voor vergunningverlening en handhaving 23 5 Kerntaak milieu en energie Uitvoering Vergunningverlening Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en Wet milieubeheer (Wm) Beleidsuitgangspunten Prioriteiten voor vergunningverlening en handhaving Uitvoering Ontgrondingen Beleidsuitgangspunten Prioriteiten voor vergunningverlening en handhaving Uitvoering Bodemsanering Beleidsuitgangspunten Prioriteiten voor vergunningverlening en handhaving Uitvoering Wet luchtvaart Beleidsuitgangspunten Prioriteiten voor vergunningverlening en handhaving 35 6 Kerntaak inrichting landelijk gebied 36 51

58 6.1 Boswet Beleidsuitgangspunten Prioriteiten voor vergunningverlening en handhaving Flora- en faunawet Beleidsuitgangspunten Prioriteiten voor vergunningverlening en handhaving Natuurschoonwet Natuurbeschermingswet Beleidsuitgangspunten Prioriteiten vergunningverlening en handhaving Uitvoering Repressieve handhaving 42 7 Monitoring en evaluatie Monitoring en evaluatie 43 8 Ontwikkelingen en projecten in Organisatiebrede projecten 45 9 Opdrachtgeverschap aan Regionale Uitvoeringsdiensten Algemeen Wat verwacht de provincie van de netwerk RUD s Opdrachtgevers- opdrachtnemersrol 9.4 Planning RUD s Samenwerking met de Omgevingsdienst Regio Nijmegen 47 1 Bijlage Inleiding Inleiding en aanleiding Risicoanalyses in de handhavingscyclus Leeswijzer 56 2 Aanpak / methodiek Systematiek risicoanalyses 57 3 Resultaten risicoanalyse Toelichting op de resultaten Totaaloverzicht beleidsvelden Risico s per beleidsveld Bodemsanering door de provincie Bodemsanering door derden Flora- en Faunawet Natuurbeschermingswet Boswet Grondwaterbescherming Grondwateronttrekkingen Ontgrondingen Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemaangelegenheden Wet luchtvaart IPPC-bedrijven (bedrijven met installaties voor industriële activiteiten volgens bijlage 1 van de richtlijn Industriële emissies) BRZO-bedrijven (Besluit Risico's Zware Ongevallen '99 voor bedrijven die op grote schaal werken met gevaarlijke stoffen) Vuurwerkevenementen

59 Bijlage: Toelichting op gebruik begrippen kans en effect 77 2 BIJLAGE 2:TOEZICHTSMATRIX 78 3 BIJLAGE

60 54

61 1 Inleiding Wettelijk kader Besluit omgevingsrecht (art. 7.2, tweede lid Bor) Het handhavingsbeleid is gebaseerd op een analyse van de problemen die zich naar het oordeel van het bestuursorgaan kunnen voordoen m.b.t. de naleving van het bij of krachtens de betrokken wetten bepaalde in de gevallen waarin de zorg voor de handhaving daarvan aan hem is opgedragen. 1.1 Inleiding en aanleiding Een veelgehoorde kreet in handhavend Nederland is: je moet vissen waar de vis zit. Met andere woorden: toezicht en handhaven moet men doen, waar dat nodig en effectief is. Het bevoegd gezag moet dan weten waar de risico s (en dus de prioriteiten) liggen. Omdat een toezichthouder en handhaver niet altijd en overal aanwezig kan zijn, is het zaak om de beschikbare tijd zo effectief en efficiënt mogelijk in te zetten. Een risico-analyse is daarbij een hulpmiddel. Door een risico-analyse op basis van expert-judgement over het takenpakket uit te voeren, wordt inzicht verkregen in de vraag welke handelingen en overtredingen van wet- en regelgeving bij niet-naleving de grootste risico's vormen. Met een risico-analyse worden effecten en kansen vastgesteld voor mens, milieu/omgeving, economie en maatschappelijke gevoeligheid. Een risico-analyse is kortom een goede kapstok bij het prioriteren van de handhavingsactiviteiten. Gebruik risicoanalyse Voor elke wet waarvoor de provincie Overijssel bevoegd gezag is, is in dit document de inschatting opgenomen van de mogelijke risico s die zich daarbij kunnen voordoen. In de risicoanalyse is getracht de risico s zoveel mogelijk te objectiveren. Toch zitten hier subjectieve beoordelingen in (expert-judgement). Bij het gebruik van de risico-matrix is het van belang om daar goed bewust van te zijn. De risicoanalyse die ten grondslag heeft gelegen aan het beleidsplan VTH dateert uit In 2014 is de risicoanalyse vernieuwd en door het college vastgesteld. In 2015 is de risicoanalyse opnieuw beoordeeld en op onderdelen aangepast. 55

62 1.2 Risicoanalyses in de handhavingscyclus Ingevolge het landelijke professionaliseringstraject handhaving moeten toezicht en handhaving gebaseerd zijn op prioriteiten die zijn vastgesteld op basis van een goede risico-analyse. De risicoanalyse maakt deel uit van de (handhavings)beleidscyclus: van beleid, doelen en strategie naar planning en uitvoering, naar monitoring en tenslotte naar de bijstelling van beleid, doelen en strategie. En vervolgens begint de beleidscyclus weer van voren af aan. De risico-analyse is allereerst gebaseerd op het (nadelig) effect van niet naleven. Daarnaast vormt de kans dat regels niet worden nageleefd een belangrijke factor. Het naleefgedrag geeft hiervoor een goede indicatie. Met toezicht en handhaving kan dit naleefgedrag worden beinvloed. Gedurende de uitvoering van toezicht en handhaving wordt bijgehouden in hoeveel gevallen een overtreding geconstateerd wordt en welke energie het kost om de zaak weer op orde te krijgen. Zo nodig kan naleefgedrag ook vastgesteld worden door inschatting of ervaring. Zo wordt (naast regionaal of landelijk beleid) een goed uitgangspunt verkregen om doelen en strategie vast te stellen. In combinatie met het geconstateerde naleefgedrag (onwetendheid, bewuste overtreding, etc.) kan vervolgens voor elk beleidsveld de meest geschikte vorm en frequentie van toezicht worden vastgesteld. Uiteraard is het ook mogelijk om een ander beleidsinstrument (gericht op preventie,zoals communicatie) in te zetten om de gewenste beleidsdoelen te bereiken. 1.3 Leeswijzer In hoofdstuk 2 is de systematiek van de risicoanalyses uiteen gezet. Hoofdstuk 3 bevat de resultaten van de risicoanalyses. In paragraaf 3.1 staat een korte toelichting op de resultaten. In paragraaf 3.2 is een totaaloverzicht van de beoordeelde beleidsvelden met een inhoudelijke toelichting opgenomen. In paragraaf 3.3 staan de scores per beleidsveld in detail. Om de scores in de tabellen van paragraaf 3.2 en 3.3 goed te kunnen begrijpen is in de bijlage een toelichting opgenomen op de onderverdeling van de begrippen risico en kans. 56

63 2 Aanpak / methodiek 2.1 Systematiek risicoanalyses Er zijn veel systemen beschikbaar om risico s van niet-naleving vast te stellen. De bekendste formule bij het vaststellen van risico-analyses is: risico = negatief effect x kans. Effecten en kansen worden per beleidsterrein bepaald door deskundigen op basis van hun ervaringen voor categorieën van werkzaamheden in het werkveld. Bij het bepalen van het effect is gekeken naar gevolgen voor fysieke veiligheid, de gezondheid van mensen, het milieu (lucht, bodem, geluid en (grond-) water), natuur, maatschappelijke kosten om overtredingen ongedaan te maken (economische factoren) en maatschappelijke gevolgen van overtredingen. Bij de bepaling van de kans wordt gekeken naar het handhavingsverleden, de bekendheid met regelgeving, de kans op ontdekking, hoogte van de straffen, kosten-baten afweging (economisch belang), etc. Aanpak risicoanalyses De risico s per wet zijn bepaald via een zogenaamde risicomatrix. Deze methodiek werkt op basis van het principe: risico = negatief effect x kans. Hierbij gaan wij uit van de eerder opgestelde risicoanalyse uit Op basis hiervan zijn de effecten in deze risicoanalyse door deskundigen op basis van hun ervaringen gescoord op: - Fysieke veiligheid (brand, explosie, toxiciteit, veiligheid) - Welzijn van de mens (volksgezondheid; alleen lichamelijke gezondheid is meegewogen) - Milieu (verontreinigingen naar water, bodem en lucht) - Duurzaam behoud habitats en soorten (natuur) - Economisch belang (wat kost het als het mis gaat) - Maatschappelijk effect (hoe leeft het in de maatschappij; gevoeligheid) Op deze manier zijn de risico s van de verschillende wetten zo goed mogelijk geobjectiveerd met als doel een realistische vergelijking tussen de zeer uiteenlopende risico s te kunnen maken. Bijvoorbeeld wat is het risico als het kapverbod uit de Boswet overtreden wordt of wat als er geen veiligheidslijnen in zwemwater worden aangebracht die volgens de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden verplicht zijn. De risicoanalyse vormt daarmee de basis voor besluitvorming door het college van GS over de mate waarin toezicht en handhaving wordt ingezet en geprioriteerd per deeltaak. De risicoanalyse is uitgevoerd voor onderstaande wetten. Het betreft wetten waarvoor de provincie Overijssel bevoegd gezag is: - Groen o o o o Flora en Faunawet Natuurbeschermingswet Boswet Natuurschoonwet (de provincie is bevoegd gezag maar heeft geen handhavende taken) 57

64 - Grijs o o o o o - Blauw o o - Bruin o IPPC-bedrijven (bedrijven met installaties voor industriële activiteiten volgens bijlage 1 van de richtlijn Industriële emissies) en BRZO-bedrijven (Besluit Risico's Zware Ongevallen '99 voor bedrijven die op grote schaal werken met gevaarlijke stoffen) Vuurwerkopslagen (als verbijzondering van BRZO-bedrijven) Vuurwerkevenementen Ontgrondingenwet Wet Luchtvaart Grondwaterwet Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden Wet Bodembescherming Risicomatrix per taakveld per risicofactor Binnen de methodiek van de risicomatrix zijn de effecten en kansen bepaald voor de variabelen die relevant zijn in relatie tot de naleving van de desbetreffende wet (bij de Boswet kan bv gedacht worden aan het overtreden van het kapverbod of het niet voldoen aan de herplantplicht). Met de betrokken vergunningverleners, handhavers dan wel toezichthouders en betrokken beleidsmedewerkers zijn per wet allereerst de variabelen benoemd, vervolgens zijn de effecten, en de kans dat dergelijke effecten optreden, ingeschat. Voor de effecten is een schaal gehanteerd van 1 tot 4 (zeer klein- zeer groot). Per effect, bv fysieke veiligheid is gedefinieerd wat onder een (zeer) klein dan wel (zeer) groot effect wordt verstaan. Voor de kans dat een effect optreedt, is een schaal gehanteerd van 1-3 (kleiner dan gemiddeld, gemiddeld, groter dan gemiddeld). Voor het bepalen van de kans hebben de volgende aspecten een rol gespeeld: - de resultaten van het toezicht afgelopen jaren (b.v. indicatoren als spontane naleving) - expert-judgement uit beleidsmatige- en uitvoeringspraktijk Op basis van bovenstaande methodiek komt de totaalscore tot stand. Deze totaalscore geeft een indicatie van het risico per wet. Plaats van de risicoanalyse in het VTH-proces De portefeuillehouders die verantwoordelijk zijn voor vergunningverlening (Dhr. Liefers), handhaving en toezicht (Mw. Van Haaf) en de uitvoering van Groene Wetgeving (mevr. H. Maij) hebben kennisgenomen van de resultaten van de risicoanalyse. Tezamen met ervaringscijfers over het naleefgedrag wordt de risicoanalyse gebruikt als basis voor het zo nodig aan te passen Beleidsplan en het jaarprogramma Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Omdat in de risicomatrix de verschillende risico s in getallen zijn uitgedrukt, is herleidbaar waardoor het verschil in risico tussen beleidsitems wordt veroorzaakt. Hiermee zijn de ingeschatte risico s herleidbaar en transparant en vormt de risicoanalyse een goed vertrekpunt voor de prioritering van de handhavingstaken in het Beleidsplan VTH. Deze kunnen op basis van de risicomatrix worden geprioriteerd naar aard en omvang van de problemen en overtredingen (kansen en effecten). Elk beleidsveld kent een risico-rangschikking van zeer laag naar zeer hoog. We onderscheiden de volgende risicoklasse-indeling: Zeer laag risicocijfer 0-10 Laag risicocijfer Gemiddeld risicocijfer Hoog risicocijfer Zeer hoog risicocijfer

65 3 Resultaten risicoanalyse 3.1 Toelichting op de resultaten In paragraaf 3.2 is per beleidsveld het gemiddelde risicocijfer over alle beoordeelde onderdelen weergegeven. Door te werken met gemiddeldes komen bij een aantal beleidsvelden de hoge risico s voor een of meerdere onderdelen niet goed in beeld. In de tabel zijn daarom de risicofactoren die hoog scoren apart opgenomen plus het bijbehorende risicocijfer (zie kolom Risicofactor die hoog scoort (risicocijfer)). In de kolommen kans en effect is een nadere toelichting gegeven op de scores voor de effecten en de kansen. Bij het gebruik van de risicoanalyse is deze toelichting van belang. In de tabellen in paragraaf 3.3 zijn per beleidsveld de effecten, kansen en risico s per onderdeel benoemd. Op deze manier is terug te lezen op welke wijze het gemiddelde risicocijfer tot stand is gekomen. 3.2 Totaaloverzicht beleidsvelden Risicomatrix verzameltabel Beleidsveld Risicofactor die hoogst scoort Score met name bepaald door Beleidsveld kans effect 59

66 Bodemsanering provincie Bodemsanering derden # veiligheid (V&G plan niet correct of niet aanwezig) # Uitgaande stromen niet voor elkaar (beide zeer laag) # veiligheid (V&G plan niet correct of niet aanwezig) # Uitgaande stromen niet voor elkaar (beide laag) illegaliteiten Lage kans van overtreding. Saneringen worden onder verantwoordelijkheid van provincie uitgevoerd waar sterke sturing op zit. de hoogte van het effect is vooral de financieel economische effecten die een niet goed uitgevoerde sanering kan hebben. Denk bijvoorbeeld aan een verontreiniging die vervolgens grondwater/drinkwater kan verontreinigen. Ook kan door een onvolledige sanering het verontreinigde oppervlakte vergroten waardoor er meer schade is. Door onzorgvuldig wildbeheer en soortenbescherming kan er schade ontstaan aan type habitats en soorten waardoor habitats kunnen verdwijnen. Flora- en Faunawet 60

67 Natuurbeschermingswet Activiteiten zonder vergunning met invloed op gebied (hoog) De kans van een activiteit met invloed op een gebied is momenteel nog vrij groot te nomen. Dit komt o.a. door de onbekendheid van de wet bij o.a. niet agrarische bedrijven en burgers. Op dit moment is er dus een grotere kans op een (onbewuste) overtreding. Boswet Natuurschoonwet niet voldoen meldingsplicht (gemiddeld) Er is bij dit effect een verhoogde kans op. Dit komt o.a. door geen toezicht meer door gemeente door wijzing Boswet per en groot economisch belang 1 ha bos kost euro/ha en 1 ha landbouwgrond kan wel euro/ha kosten. Grondwaterbescherming niet melden (calamiteiten) (gemiddeld) Door het niet melden van calamiteiten kan er ernstige milieuschade optreden doordat er niet vroegtijdig opgetreden kan worden. Daarnaast is deze schade veelal voor de maatschappij aangezien er dan vaak geen veroorzaker bekend is. De opruimkosten zijn dan voor de maatschappij. Grondwateronttrekking overtredingen voorschriften industrie (laag) De effecten zijn klein bij deze effecten. Echter door extra onttrekking kan er schade ontstaan aan habitattypen. 61

68 Ontgrondingen werken zonder vergunning (illegaal) (hoog) De kans op overtreding is hier hoger aangezien er momenteel niet actief op deze overtreding wordt gezocht. Momenteel wordt er slechts op basis van een piepsysteem gehandhaafd. Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden # overtreden voorschriften WHVBZ zwembaden, waterkwaliteit en # overtreden voorschriften WHVBZ zwembaden, veiligheid en # hygiëne en overtreden voorschriften WHVBZ zwemplassen, veiligheid en hygiëne (alle drie gemiddeld.) De effecten die kunnen optreden bij waterkwaliteit en veiligheid scoren hoog op de fysieke en welzijnseffecten en hebben dus vaak directe gevolgen voor de mensen. Hierom heeft het ook een hoog maatschappelijke gevoeligheid. Wet Luchtvaart # Tijdelijk en uitzonderlijk gebruik terreinen in strijd met voorschriften (paramotors, mla's) en # illegaliteiten (beide gemiddeld.) Bij een ongeluk met luchtvaartvoertuigen zijn er in veel gevallen vaak fysieke effecten die vrij ernstig kunnen zijn. Deze zijn dan ook vrij hoog gescoord. Daarnaast heeft ook dit onderdeel een groot maatschappelijke gevoeligheid. 62

69 Verhoogde kans vanwege de risico`s die aanwezig zijn bij het bedrijf. veel effecten op welzijn van de mens en tevens groot maatschappelijke gevoeligheid. Daarnaast kan door het optreden van de effecten er grote milieuschade ontstaan. BRZO-bedrijven Veiligheid (brandveiligheid, VBS, PGS) (zeer hoog) IPPC-bedrijven Veiligheid (brandveiligheid, VBS, PGS) (zeer hoog) groter dan gemiddeld vanwege broeigevaar bij afvalbedrijven. Veiligheidsregels worden om praktische reden niet zonder meer nageleefd veel effecten op welzijn van de mens en tevens groot maatschappelijke gevoeligheid. Daarnaast kan door het optreden van de effecten er grote milieuschade ontstaan. De effecten van bv verkeerd afgesteld vuurwerk kunnen leiden tot ernstige fysieke effecten. Dit heeft dan tevens groot maatschappelijke gevoeligheid. Vuurwerkevenementen Ontbranding niet conform voorschriften (gemiddeld) 63

70 3.3 Risico s per beleidsveld Bodemsanering door de provincie 64

71 3.3.2 Bodemsanering door derden 65

72 3.3.3 Flora- en Faunawet 66

73 3.3.4 Natuurbeschermingswet 67

74 3.3.5 Boswet 68

75 3.3.6 Grondwaterbescherming 69

76 3.3.7 Grondwateronttrekkingen 70

77 3.3.8 Ontgrondingen 71

78 3.3.9 Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemaangelegenheden 72

79 Wet luchtvaart 73

80 IPPC-bedrijven (bedrijven met installaties voor industriële activiteiten volgens bijlage 1 van de richtlijn Industriële emissies) 74

81 BRZO-bedrijven (Besluit Risico's Zware Ongevallen '99 voor bedrijven die op grote schaal werken met gevaarlijke stoffen)

82 76 Vuurwerkevenementen

83 Bijlage: Toelichting op gebruik begrippen kans en effect Categorisering effecten 1: zeer klein pijn of letsel bij een individu 2: klein pijn of letsel bij meer individuen aantasting van de gezondheid bij een individu aantasting van de gezondheid bij meer individuen enige aantasting van het milieu, herstelbaar omvangrijke aantasting milieu, herstelbaar enige verstoring van het aanzien aanzienlijke verstoring van het aanzien schade schade kleine maatschappelijke gevoeligheid/ aantasting imago overheid gemiddelde maatschappelijke gevoeligheid / aantasting imago overheid 3: duidelijk aanwezig zwaar letsel bij een enkeling of gering letsel bij velen groot gevaar voor de volksgezondheid en / of enige ziektegevallen enige aantasting milieu, niet herstelbaar aantasting leefomgeving van enige duur schade grote maatschappelijke gevoeligheid / aantasting imago overheid. Enige publiciteit 4: zeer groot een of enkele doden of ernstig letsel bij velen een of enkele sterfgevallen en of meerdere ziektegevallen omvangrijke aantasting milieu niet herstelbaar. aantasting van de leefomgeving voor langere duur of vernietiging schade > zeer grote maatschappelijke gevoeligheid / aantasting imago overheid. Veel publiciteit. Definities voor kans Handhaving: 1 = Er zijn bijzondere omstandigheden die rechtvaardigen dat de inschatting wordt gemaakt dat de kans op overtreding(en) significant kleiner is dan in een gemiddelde situatie. Motiveren waarom sprake is van een afwijking ten opzichte van een gemiddelde situatie! 2 = Er zijn geen uitzonderlijke omstandigheden die rechtvaardigen dat de inschatting wordt gemaakt dat de kans op overtreding(en) significant afwijkt van een gemiddelde situatie. In deze categorie zal het overgrote merendeel van de taken vallen. 3 = Er zijn bijzondere omstandigheden die rechtvaardigen dat de inschatting wordt gemaakt dat de kans op overtreding(en) significant groter is dan in een gemiddelde situatie. Motiveren waarom sprake is van een afwijking ten opzichte van een gemiddelde situatie 77

84 2 BIJLAGE 2:TOEZICHTSMATRIX 78

85 3 BIJLAGE 3 79

86 Bouw Reclame, Kap en sloop 80

1 9 DEC 2014. Onderwerp: Beleidsplan vergunningverlening, toezicnt en nananaving ^ui4-2016

1 9 DEC 2014. Onderwerp: Beleidsplan vergunningverlening, toezicnt en nananaving ^ui4-2016 Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel. nl PROVINCIALE STATEN Provinciale Staten van Overijss ^AN OVERIJSSEL Reg.nr. P5/

Nadere informatie

Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer - kwaliteitscriteria - Besluit omgevingsrecht

Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer - kwaliteitscriteria - Besluit omgevingsrecht Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer - kwaliteitscriteria - Besluit omgevingsrecht, (1 sept 2009) Artikel Kwaliteitscriteria Artikel Bor art. 2, eerste lid Het bestuursorgaan stelt het handhavingsbeleid

Nadere informatie

Onderwerp: Jaarprogramma vergunningverlening, toezicht en handhaving 2016

Onderwerp: Jaarprogramma vergunningverlening, toezicht en handhaving 2016 PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. Pö/aors/gb^ Dat. ontv.: \ 2 DEC Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel. n I

Nadere informatie

Jaarverslag vergunningen, toezicht en handhaving 2016 gemeente Veenendaal

Jaarverslag vergunningen, toezicht en handhaving 2016 gemeente Veenendaal Jaarverslag vergunningen, toezicht en handhaving 2016 gemeente Veenendaal juni 2017 Inhoud Inhoud... 2 1 Inleiding... 3 1.1 Wettelijk kader... 3 1.2 Inhoud jaarverslag... 4 2 Vergunningen en meldingen...

Nadere informatie

Bijlage bij Uitvoeringsovereenkomst Provincie Utrecht 2017

Bijlage bij Uitvoeringsovereenkomst Provincie Utrecht 2017 Bijlage bij Uitvoeringsovereenkomst Provincie Utrecht 2017 1. Inleiding De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (Opdrachtnemer) staat voor de bewaking en bevordering van de veiligheid en kwaliteit van

Nadere informatie

Uitvoeringsprogramma vergunningen, toezicht en handhaving 2017 gemeente Veenendaal

Uitvoeringsprogramma vergunningen, toezicht en handhaving 2017 gemeente Veenendaal Uitvoeringsprogramma vergunningen, toezicht en handhaving 2017 gemeente Veenendaal juni 2017 Samenvatting Voorliggend uitvoeringsprogramma is de uitwerking van het Vergunningen, Toezichts- en Handhavingsbeleid

Nadere informatie

VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND

VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND datum indiening: 19 mei 2014 datum/agendapunt B&Wvergadering: 270514/304 afdeling: Bouwtoeziciit Onderwerp: Jaarprogramma Wet algemene bepalingen

Nadere informatie

Bijlage II - Het spoorboekje kwaliteit: De BIG-8 stap voor stap. Inleiding

Bijlage II - Het spoorboekje kwaliteit: De BIG-8 stap voor stap. Inleiding Bijlage II - Het spoorboekje kwaliteit: De BIG-8 stap voor stap Inleiding In het omgevingsrecht worden regels gesteld waar de overheden zich aan moeten houden bij het uitvoeren van vergunningverlening,

Nadere informatie

CONCEPT VERORDENING KWALITEIT MILIEUGERELATEERD(E) VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING

CONCEPT VERORDENING KWALITEIT MILIEUGERELATEERD(E) VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING CONCEPT VERORDENING KWALITEIT MILIEUGERELATEERD(E) VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING De raad van de gemeente Zoetermeer; overwegende dat de Omgevingsdienst Haaglanden zich bij de zorg voor een

Nadere informatie

Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Berg en Dal

Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Berg en Dal GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Berg en Dal. Nr. 103855 28 juli 2016 Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Berg en Dal De raad van de gemeente

Nadere informatie

Bijlage D Raads- en statenvoorstel 1 en besluit GR RUD LN

Bijlage D Raads- en statenvoorstel 1 en besluit GR RUD LN Bijlage D Raads- en statenvoorstel 1 en besluit GR RUD LN 1 T.b.v. het statenvoorstel moet daar waar Raad is opgenomen dit vervangen worden door Provinciale Staten, daar waar het college van burgemeesters

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 20 augustus 2012) Nummer 2698

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 20 augustus 2012) Nummer 2698 van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 20 augustus 2012) Nummer 2698 Onderwerp Evaluatie convenant nalevingsstrategie natuurwetgeving Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting

Nadere informatie

Uitgangspunten procescriteria: waar dienen ze wel en waar dienen ze niet toe? Methode: hoe zijn de criteria opgebouwd en hoe zijn we daartoe gekomen?

Uitgangspunten procescriteria: waar dienen ze wel en waar dienen ze niet toe? Methode: hoe zijn de criteria opgebouwd en hoe zijn we daartoe gekomen? 5 Procescriteria In dit hoofdstuk komen achtereenvolgens aan de orde: Uitgangspunten procescriteria: waar dienen ze wel en waar dienen ze niet toe? Methode: hoe zijn de criteria opgebouwd en hoe zijn we

Nadere informatie

TOELICHTING BIJ DE VERORDENING KWALITEIT VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING OMGEVINGSRECHT GEMEENTE BRONCKHORST

TOELICHTING BIJ DE VERORDENING KWALITEIT VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING OMGEVINGSRECHT GEMEENTE BRONCKHORST TOELICHTING BIJ DE VERORDENING KWALITEIT VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING OMGEVINGSRECHT GEMEENTE BRONCKHORST ALGEMEEN Deze verordening regelt de kwaliteit van de door en in opdracht van het

Nadere informatie

Paraaf Provin. Onderwerp Uitgangspunten visie en strategie vergunningen, toezicht en handhaving

Paraaf Provin. Onderwerp Uitgangspunten visie en strategie vergunningen, toezicht en handhaving 5 -minuten versie voor Provinciale Staten ZUID Directie DRM Afdeling Mobiliteit en Milieu Registratienummer PZH-2013-428224893 (DOS-2013-0007486) Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim

Nadere informatie

ADVIESNOTA AAN B&W. Postregistratienummer. Onderwerp en inhoud Adviesnota B&W Vaststellen Uitvoeringsstrategieën omgevingsrecht VTH 15.

ADVIESNOTA AAN B&W. Postregistratienummer. Onderwerp en inhoud Adviesnota B&W Vaststellen Uitvoeringsstrategieën omgevingsrecht VTH 15. ADVIESNOTA AAN B&W Onderwerp en inhoud Adviesnota B&W Vaststellen Uitvoeringsstrategieën omgevingsrecht VTH Postregistratienummer 15.0014435 Vertrouwelijk Nee Sector Grondgebiedzaken Afdeling BWTM Medewerk(st)erZtel

Nadere informatie

Omgevingswet en de raad

Omgevingswet en de raad Omgevingswet en de raad Inhoud Waarom de Omgevingswet? Wat is de omgevingswet? Wat verandert er door de omgevingswet Wat vraagt dit van u als raad. Samen met de samenleving Budget reserveren Vrije (beleids)ruimte

Nadere informatie

Beslisdocument college van Peel en Maas

Beslisdocument college van Peel en Maas 298634 Beslisdocument college van Peel en Maas Document openbaar: Ja Besluitnummer: 43 5b Onderwerp: Opstellen beleid Nota integraal toezichts- en handhavingsbeleid fysieke leefomgeving Advies: 1. Vast

Nadere informatie

Voorstel Het Toezicht- en Handhavingsbeleid gemeente Bronckhorst vast te stellen.

Voorstel Het Toezicht- en Handhavingsbeleid gemeente Bronckhorst vast te stellen. gemeente Bronckhorst 1/1 Z01CBAAA2C9 Naam portefeuillehouder: M. Besselink Vergaderdatum 20 april 2017 Registratie nr Onderwerp Z91544\Raad- 00215 Naam behandelend Telefoon behandelend E-mail behandelend

Nadere informatie

Onderwerp Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht

Onderwerp Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht Raadsvoorstel Datum raadsvergadering : 7 juli 2016 Agendanummer : Datum : 17 mei 2016 Onderwerp Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht Aan de leden van de raad,

Nadere informatie

Niet wegkijken maar toezien

Niet wegkijken maar toezien Niet wegkijken maar toezien en handhaven beleid toezicht en handhaving gemeente Borger-Odoorn Niet wegkijken Een schuurtje bijbouwen, een dakkapel, een kraam op de markt, een uitstalling voor je winkel.

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Schriftelijke vragen inzake interbestuurlijk toezicht en permanente bewoning recreatiewoningen van dhr Kap van de onafhankelijke statenfractie

Nadere informatie

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Inhoud presentatie 1. Impact Wabo o o o Doelstellingen Verplichtingen Kansen 2. Inzicht in de inhoud o o o o Inhoud en reikwijdte Procedures Aandachtspunten Inwerkingtreding

Nadere informatie

Aanwijzingsbesluit toezichthouders Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Limburg Noord

Aanwijzingsbesluit toezichthouders Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Limburg Noord GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Gennep. Nr. 83970 15 september 2015 Aanwijzingsbesluit toezichthouders Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Limburg Noord Burgemeester en wethouders van Gennep;

Nadere informatie

Probleem- en risicoanalyse handhaving fysieke leefomgeving gemeente Ooststellingwerf

Probleem- en risicoanalyse handhaving fysieke leefomgeving gemeente Ooststellingwerf Probleem- en risicoanalyse handhaving fysieke leefomgeving gemeente Ooststellingwerf Ooststellingwerf, 5 november 2013 Gemeente Ooststellingwerf - 1 - gemeente Ooststellingwerf INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING...

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van d.d. 25 oktober 2016 BWV ;

GEMEENTEBLAD. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van d.d. 25 oktober 2016 BWV ; De raad van de gemeente Houten; overwegende - dat gemeenten, provincies en regionale uitvoeringsdiensten die in hun opdracht werken, bij de zorg voor een gezonde en veilige fysieke leefomgeving (waar die

Nadere informatie

Groeimodel kwaliteit VTH gemeente Bergen 2016

Groeimodel kwaliteit VTH gemeente Bergen 2016 Groeimodel kwaliteit VTH gemeente Bergen 2016 (Kwaliteitscriteria gemeente Bergen voor thuistaken) Definitie van thuistaken Met thuistaken wordt bedoeld: alle werkzaamheden die verband houden met de taken

Nadere informatie

Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht provincie Flevoland

Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht provincie Flevoland CVDR Officiële uitgave van Flevoland. Nr. CVDR407818_1 29 november 2016 Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht provincie Flevoland Gedeputeerde Staten van Flevoland

Nadere informatie

TOELICHTING BIJ DE VERORDENING KWALITEIT VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING OMGEVINGSRECHT BUNNIK 2017

TOELICHTING BIJ DE VERORDENING KWALITEIT VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING OMGEVINGSRECHT BUNNIK 2017 TOELICHTING BIJ DE VERORDENING KWALITEIT VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING OMGEVINGSRECHT BUNNIK 2017 ALGEMEEN Deze verordening regelt de kwaliteit van de door en in opdracht van het college

Nadere informatie

Toelichting Verordening kwaliteit VTH gemeente Tiel 2016 VERORDENING

Toelichting Verordening kwaliteit VTH gemeente Tiel 2016 VERORDENING VERORDENING KWALITEIT VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING OMGEVINGSRECHT (VTH) GEMEENTE TIEL 2016 TOELICHTING 1 TOELICHTING ALGEMEEN Deze verordening regelt de kwaliteit van de door en in opdracht

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Aan de raad, Zaaknummer Portefeuillehouder Voorstel

Raadsvoorstel. Aan de raad, Zaaknummer Portefeuillehouder Voorstel Raadsvoorstel Zaaknummer Portefeuillehouder Voorstel 67285 De heer drs. C.H. Boland, wethouder Vaststellen Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht Gooise Meren

Nadere informatie

van visie naar praktijk

van visie naar praktijk van visie naar praktijk Wico Ankersmit Directeur Vereniging BWT Nederland 1 juni 2010 Verdiepingsdag Toezicht Huidige situatie Gepland 500 controles. In december 240 controles gedaan! Toezichtactie bedrijventerrein

Nadere informatie

Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht (VTH-taken) gemeente Oud-Beijerland

Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht (VTH-taken) gemeente Oud-Beijerland CVDR Officiële uitgave van Oud-Beijerland. Nr. CVDR415307_1 5 december 2017 Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht (VTH-taken) gemeente Oud-Beijerland Paragraaf

Nadere informatie

VERORDENING KWALITEIT VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING OMGEVINGSRECHT GEMEENTE OLDEBROEK

VERORDENING KWALITEIT VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING OMGEVINGSRECHT GEMEENTE OLDEBROEK VERORDENING KWALITEIT VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING OMGEVINGSRECHT GEMEENTE OLDEBROEK Kenmerk: 238433 / 238496 De raad van de gemeente Oldebroek; overwegende dat gemeenten, provincies en

Nadere informatie

Landelijke actualiteit: wetsvoorstel VTH, Amvb VTH, Modelverordening kwaliteit Collegiale toets en Evaluatie VTH-stelsel

Landelijke actualiteit: wetsvoorstel VTH, Amvb VTH, Modelverordening kwaliteit Collegiale toets en Evaluatie VTH-stelsel Landelijke actualiteit: wetsvoorstel VTH, Amvb VTH, Modelverordening kwaliteit Collegiale toets en Evaluatie VTH-stelsel Aris Blok Mirjam Hassing Marc du Maine Wat bespreken: Wetsvoorstel VTH Amvb VTH

Nadere informatie

lé M^l ^ ^ gronmgen JJ». provincie l^iiéiïifciïiirï^f' Onderwerp Risicoanalyses n.a.v. onderzoek Nor Aan Provinciale Staten Geachte dames en heren.

lé M^l ^ ^ gronmgen JJ». provincie l^iiéiïifciïiirï^f' Onderwerp Risicoanalyses n.a.v. onderzoek Nor Aan Provinciale Staten Geachte dames en heren. JJ». provincie lé M^l ^ ^ gronmgen bezoekadres: Martinikerkhof 12 Aan Provinciale Staten postadres: Postbus 610 9700 AP Groningen algemeen teleroonnr: 050 316 49 II algemeen faxnr.: 050 316 49 33 www.provinciegroningen.nl

Nadere informatie

Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving Omgevingsrecht (milieu) Den Haag 2016.

Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving Omgevingsrecht (milieu) Den Haag 2016. Datum 21 juni 2016 Registratienummer DSB/ 2016.245 RIS 294545 Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving Omgevingsrecht (milieu) Den Haag 2016. ALGEMEEN Deze verordening regelt de

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015-2016 33 872 Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving) A herdruk 1 GEWIJZIGD

Nadere informatie

VERORDENING KWALITEIT VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING OMGEVINGSRECHT MOLENWAARD

VERORDENING KWALITEIT VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING OMGEVINGSRECHT MOLENWAARD VERORDENING KWALITEIT VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING OMGEVINGSRECHT MOLENWAARD De raad van de gemeente Molenwaard; overwegende dat gemeenten, provincies en de gemeenschappelijke diensten die

Nadere informatie

DE NIEUWE OMGEVINGSVERGUNNING OP WEG NAAR ÉÉN INTEGRALE VERGUNNING IN DE GEMEENTE BARNEVELD. Presentatie 15 oktober 2009 Raadscommissie Grondgebied

DE NIEUWE OMGEVINGSVERGUNNING OP WEG NAAR ÉÉN INTEGRALE VERGUNNING IN DE GEMEENTE BARNEVELD. Presentatie 15 oktober 2009 Raadscommissie Grondgebied DE NIEUWE OMGEVINGSVERGUNNING OP WEG NAAR ÉÉN INTEGRALE VERGUNNING IN DE GEMEENTE BARNEVELD Presentatie 15 oktober 2009 Raadscommissie Grondgebied WAAROM OMGEVINGSVERGUNNING? huidige stelsel is opgebouwd

Nadere informatie

VERORDENING KWALITEIT VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING OMGEVINGSRECHT GEMEENTE ONDERBANKEN

VERORDENING KWALITEIT VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING OMGEVINGSRECHT GEMEENTE ONDERBANKEN GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Onderbanken. Nr. 74684 8 juni 2016 VERORDENING KWALITEIT VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING OMGEVINGSRECHT GEMEENTE ONDERBANKEN De raad van de gemeente

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van Gedeputeerde Staten van [datum en nummer];

gelezen het voorstel van het college van Gedeputeerde Staten van [datum en nummer]; Provinciale Staten Vergadering d.d. DocumentDatum Besluit nr. Typ nr. PROVINCIALE STATEN VAN GELDERLAND overwegende dat gemeenten, provincies en de gemeenschappelijke diensten c.q. regionale uitvoeringsdiensten

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Besluit van de directeur van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant, houdende de aanwijzing van toezichthouders van de Omgevingsdienst Middenen

Nadere informatie

DIENSTVERLENINGSOVEREENKOMST

DIENSTVERLENINGSOVEREENKOMST DIENSTVERLENINGSOVEREENKOMST RUD UTRECHT en LEUSDEN Dienstverleningsovereenkomst RUD Ut ht Gemeente Leusden Pagina 1 van 8 INHOUDSOPGAVE I ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsbepalingen p3 Artikel 2 Doel

Nadere informatie

Uitvoeringsprogramma vergunningverlening, toezicht en handhaving 2016

Uitvoeringsprogramma vergunningverlening, toezicht en handhaving 2016 Uitvoeringsprogramma vergunningverlening, toezicht en handhaving 2016 Gemeente Aalburg Werkendam - Woudrichem Uitvoeringsprogramma vergunningverlening, toezicht en handhaving 2016 Uitvoering van het Omgevingsbeleidsplan

Nadere informatie

Zundertse Regelgeving

Zundertse Regelgeving Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Rubriek: Openbare orde en veiligheid Naam regeling: Beleidsregels meerjarige evenementenvergunningen gemeente Zundert Citeertitel: Beleidsregels meerjarige

Nadere informatie

Gemeente Woudenberg. Geachte heer Van den Broek, Beleid en Ontwikkeling

Gemeente Woudenberg. Geachte heer Van den Broek, Beleid en Ontwikkeling e Ri W Ik er in Gemeente Woudenberg ewfe RUD Utrecht Postbus 85242 3508 AE UTRECHT Verzonden op: Ons kenmerk: 19661 Contactpersoon: mevrouw Van BeeCk Afdeling: Beleid en Ontwikkeling Uw brief van: 30 Oktober

Nadere informatie

TOELICHTING BIJ DE VERORDENING KWALITEIT VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING OMGEVINGSRECHT GEMEENTE UTRECHT

TOELICHTING BIJ DE VERORDENING KWALITEIT VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING OMGEVINGSRECHT GEMEENTE UTRECHT TOELICHTING BIJ DE VERORDENING KWALITEIT VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING OMGEVINGSRECHT GEMEENTE UTRECHT ALGEMEEN Deze verordening regelt de kwaliteit van de door en in opdracht van het college

Nadere informatie

INHOUDELIJKE TOELICHTING

INHOUDELIJKE TOELICHTING Agendapunt: 6.2 No. 63/ 16 Dokkum, 11 oktober 2016. ONDERWERP: Verordening kwaliteit VTH Omgevingsrecht SAMENVATTING: De nieuwe Wet Vergunningen, Toezicht en Handhaving (Wet VTH) bepaalt dat het bevoegd

Nadere informatie

Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht

Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht rpm ETTEN I LEUR Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen artikel 1 Begripsbepalingen artikel 2 Reikwijdte Hoofdstuk

Nadere informatie

Onderwerp Handhavingsbeleid Industriële Veiligheid

Onderwerp Handhavingsbeleid Industriële Veiligheid Bestuursvoorstel Onderwerp Handhavingsbeleid Industriële Veiligheid 2014-2018 Status Gevraagd besluit Besluitvormend Vaststellen van het Handhavingsbeleid Industriële Veiligheid 2014-2018, waarbij het

Nadere informatie

Jaarverslag Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving 2017

Jaarverslag Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving 2017 Jaarverslag Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Colofon Datum: 20-03-2018 Auteurs ML. Doldersum Oplage - Project/kenmerk Inlichtingen bij H. de Vries Adresgegevens Provincie Overijssel Luttenbergstraat

Nadere informatie

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL NOV 2014 ontv.: Routing

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL NOV 2014 ontv.: Routing Luttenbergstraat 2 Postbus 0078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 o.nl postbus@o. nl Provinciale Staten van O PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. P^)/SLOiUlQC^b - 9 NOV 204

Nadere informatie

Notitie Verordening Kwaliteit VTH Groningen

Notitie Verordening Kwaliteit VTH Groningen Notitie Verordening Kwaliteit VTH Groningen Inleiding Voor u ligt de notitie Verordening kwaliteit Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (hierna: VTH). Deze notitie geeft inzicht in aanleiding en

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Ontwerpbeschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : AkzoNobel Polymer Chemicals B.V. Ingetrokken activiteiten : De intrekking omvat de (bulk)opslag en het gebruik

Nadere informatie

verijssel PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. V3/zo\UQ^ Dat.ontv.: 2 9 JAN 2016 provincie Provinciale Staten van Overijssel KvK 51048329

verijssel PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. V3/zo\UQ^ Dat.ontv.: 2 9 JAN 2016 provincie Provinciale Staten van Overijssel KvK 51048329 PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. V3/zo\UQ^ Dat.ontv.: 2 9 JAN 2016 Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Beschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : Leemans Milieuconsultants B.V. Aangevraagde activiteiten : Intrekking omgevingsvergunning beperkte milileutoets (OBM)

Nadere informatie

LEIDRAAD BIJ DE LANDELIJKE HANDHAVINGSSTRATEGIE

LEIDRAAD BIJ DE LANDELIJKE HANDHAVINGSSTRATEGIE LEIDRAAD BIJ DE LANDELIJKE HANDHAVINGSSTRATEGIE foto provincie Utrecht Versie: maart 2015 Inhoud Inleiding... 3 Gebruik van de Leidraad... 3 Bestuursrecht... 3 Naamgeving... 3 Stappen... 4 Last onder dwangsom

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Beschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : Handelsonderneming Gebroeders Rast V.O.F. Aangevraagde activiteiten : Het bouwen van een overkapping Locatie : Dikkersweg

Nadere informatie

Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Almelo 2017

Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Almelo 2017 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Almelo Nr. 99185 13 juni 2017 Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Almelo 2017 De Raad van de Gemeente

Nadere informatie

Adviesgroep Informatievoorziening. Omgevingswet. Erna Roosendaal

Adviesgroep Informatievoorziening. Omgevingswet. Erna Roosendaal Adviesgroep Informatievoorziening Omgevingswet Erna Roosendaal Inhoud De Omgevingswet Impact gemeenten Governance model Omgevingsplan versus bestemmingsplan Invoeringsondersteuning Eerste resultaten impactanalyse

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijlagen deel uitmaken van de vergunning.

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijlagen deel uitmaken van de vergunning. Dossiernummer: 2011/16386 Omgevingsvergunning Burgemeester en wethouders van Zundert zijn voornemens om overeenkomstig de besluitvormingsprocedure als bedoeld in artikel 3.10 van de Wet algemene bepalingen

Nadere informatie

Voortgangsrapportage Impuls Vergunningverlening Toezicht en Handhaving (VTH)

Voortgangsrapportage Impuls Vergunningverlening Toezicht en Handhaving (VTH) Voortgangsrapportage Impuls Vergunningverlening Toezicht en Handhaving (VTH) Begin 2017 is door Gedeputeerde Staten een impuls gegeven aan Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH). De impuls bestaat

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Ontwerpbeschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : IJsbeer Energie Steenwijk B.V. Aangevraagde activiteiten : Gedeeltelijke intrekking omgevingsvergunning voor wat

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Beschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : A. Talen Recycling Aangevraagde activiteiten : Het aanleggen van twee in- en uitritten Locatie : Burgemeester Niemeijerstraat

Nadere informatie

Statenvoorstel nr. PS/2015/867

Statenvoorstel nr. PS/2015/867 Gebruik van de diepe ondergrond Datum GS-kenmerk Inlichtingen bij 17.11.2015 2015/0361062 mw. ME. Sicco Smit, telefoon 038 4997838 e-mail me.siccosmit@overijssel.nl hr. F. Stam, telefoon 038 4997853 e-mail:

Nadere informatie

Wetstechnische informatie

Wetstechnische informatie Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum is vastgesteld) Onderwerp gemeente

Nadere informatie

TOEZICHTINFORMATIE. Toezichtsindicatoren 2014 Woon- en Leefklimaat - Wabo

TOEZICHTINFORMATIE. Toezichtsindicatoren 2014 Woon- en Leefklimaat - Wabo TOEZICHTINFORMATIE Toezichtsindicatoren 2014 Woon- en Leefklimaat - Wabo Inhoud 1 Leeswijzer 3 2 Matrix Wabo 4 Opgesteld door KING en VNG Datum 1 april 2014 Versie 1.0 2 1 Leeswijzer Leeswijzer De toezichtindicatoren

Nadere informatie

Aanwijzingsbesluit toezichthouders RUD Limburg-Noord

Aanwijzingsbesluit toezichthouders RUD Limburg-Noord GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Roermond. Nr. 35215 29 maart 2016 Aanwijzingsbesluit toezichthouders RUD Limburg-Noord Het college van burgemeester en wethouders van Roermond besluit gelet

Nadere informatie

VERORDENING KWALITEIT VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING OMGEVINGSRECHT GEMEENTE GOOISE MEREN 2016

VERORDENING KWALITEIT VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING OMGEVINGSRECHT GEMEENTE GOOISE MEREN 2016 CVDR Officiële uitgave van Gooise Meren. Nr. CVDR414107_1 7 november 2017 VERORDENING KWALITEIT VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING OMGEVINGSRECHT GEMEENTE GOOISE MEREN 2016 De raad van de gemeente

Nadere informatie

Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving

Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving CVDR Officiële uitgave van Gelderland. Nr. CVDR414354_1 6 december 2016 Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht provincie Gelderland PROVINCIALE STATEN VAN GELDERLAND

Nadere informatie

MODEL DIENSTVERLENINGSOVEREENKOMST RUD UTRECHT en DEELNEMER X

MODEL DIENSTVERLENINGSOVEREENKOMST RUD UTRECHT en DEELNEMER X MODEL DIENSTVERLENINGSOVEREENKOMST RUD UTRECHT en DEELNEMER X Deelnemer: Pagina 1 van 7 INHOUDSOPGAVE I ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsbepalingen p3 Artikel 2 Doel p4 Artikel 3 Algemeen p4 Artikel

Nadere informatie

Omgevingswet en de raad

Omgevingswet en de raad Omgevingswet en de raad Inhoud Waarom de Omgevingswet? Wat is de omgevingswet? Wat verandert er door de omgevingswet Wat vraagt dit van u als raad. Samen met de samenleving Budget reserveren Vrije (beleids)ruimte

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere VERORDENING KWALITEIT VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING OMGEVINGRECHT GEMEENTE ALMERE De raad van de gemeente Almere, overwegende dat gemeenten, provincies en de gemeenschappelijke diensten die

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht; PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Noord-Holland Nr. 5651 30 juli 2018 Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 17 juli 2018 tot vaststelling van de Beleidsregel openbaarmaking

Nadere informatie

BIJLAGE 5 Toezichtsvarianten ODZOB bij agrarische bedrijven

BIJLAGE 5 Toezichtsvarianten ODZOB bij agrarische bedrijven BIJLAGE 5 Toezichtsvarianten ODZOB bij agrarische bedrijven (versie 21 maart 2016) TOEZICHTSVARIANTEN ODZOB BIJ AGRARISCHE BEDRIJVEN GEMEENTE REUSEL- DE MIERDEN -2- TOEZICHTSVARIANTEN ODZOB BIJ AGRARISCHE

Nadere informatie

Statenvoorstel 52/15. Voorgestelde behandeling. PS-vergadering : 10 juli Initiatiefvoorstel Elektronisch monitoren van luchtwassers

Statenvoorstel 52/15. Voorgestelde behandeling. PS-vergadering : 10 juli Initiatiefvoorstel Elektronisch monitoren van luchtwassers Statenvoorstel 52/15 A Voorgestelde behandeling PS-vergadering : 10 juli 2015 Onderwerp Initiatiefvoorstel Elektronisch monitoren van luchtwassers Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant Onderwerp Brabantbrede

Nadere informatie

RUD UTRECHT. MANDAATLIJST Gemeente, BEPERKT MANDAAT BEVOEGDHEDEN/BESLUITEN VOORWAARDEN EN REIKWIJDTE (INSTRUCTIES) OPMERKING

RUD UTRECHT. MANDAATLIJST Gemeente, BEPERKT MANDAAT BEVOEGDHEDEN/BESLUITEN VOORWAARDEN EN REIKWIJDTE (INSTRUCTIES) OPMERKING Mandaten voor combi Basis en Plustaken Mandaten voor Basistaken Mandaten voor Plustaken MANDAATLIJST Gemeente, BEPERKT MANDAAT Algemeen A01 Besluiten op grond van: A02 A03 a. art. 4:5 en 4:6 Awb (vereenvoudigde

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Beschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : Brink Recycling B.V. Aangevraagde activiteiten : Beperken opslag gevaarlijk afval tot maximaal 50 ton Locatie : Haatlandhaven

Nadere informatie

Onderwerp Voorstel tot vaststellen Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht Goirle

Onderwerp Voorstel tot vaststellen Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht Goirle Raadsvoorstel Agendapunt: 11 Onderwerp Voorstel tot vaststellen Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht Goirle Datum voorstel Datum raadsvergadering Bijlagen Ter

Nadere informatie

Toetsingsprotocol bouwplannen Bouwbesluit 2012 Lelystad

Toetsingsprotocol bouwplannen Bouwbesluit 2012 Lelystad Toetsingsprotocol bouwplannen Bouwbesluit 2012 Lelystad Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot

Nadere informatie

Het memo wordt afgesloten met een advies aan het Bestuurlijk Provinciaal handhavingsoverleg van 20 december 2012.

Het memo wordt afgesloten met een advies aan het Bestuurlijk Provinciaal handhavingsoverleg van 20 december 2012. B-PHO 20 december 12; agendapunt 5 MEMO Noties ter beoordeling van de voortzetting en positionering van de PHO werkgroepen Kwaliteit en Handhaving Bouwstoffen en Ketenbeheer in relatie tot de ontwikkeling

Nadere informatie

1. Kader van deze bijlage

1. Kader van deze bijlage Pagina 1 van 5 Bijlage 4 bij het Convenant inzake de samenwerking tussen het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het Ministerie van Financiën bij de uitvoering van wettelijke taken op het beleidsterrein

Nadere informatie

Meerjarenagenda Algemeen Bestuur ODZOB

Meerjarenagenda Algemeen Bestuur ODZOB Meerjarenagenda Algemeen Bestuur ODZOB 2019-2022 2019 Datum AB Onderwerp /meningsvormend/ Toelichting 27 juni Motie Provinciale Staten aanpassen stemverhoudingen in AB PS heeft aan GS gevraagd om in de

Nadere informatie

PROVI NCI E :: UTRECHT

PROVI NCI E :: UTRECHT PROVI NCI E :: UTRECHT De gemeenteraad van de gemeente Bunnik Postbus 5 3980 CA BUNNIK DATUM NUMMER UW BRIEF VAN UW NUMMER BIJLAGE 31 oktober 2018 81DF225F TEAM REFERENTIE DOORKIESNUMMER E-MAILADRES 1

Nadere informatie

Inhoud presentatie: Wat is handhaving? Wat is gedogen? Welke handhavingstaken heeft de gemeente? Waarom een project integrale handhaving?

Inhoud presentatie: Wat is handhaving? Wat is gedogen? Welke handhavingstaken heeft de gemeente? Waarom een project integrale handhaving? 16 april 2009 Inhoud presentatie: Wat is handhaving? Wat is gedogen? Welke handhavingstaken heeft de gemeente? Waarom een project integrale handhaving? Welke eisen worden aan de gemeente gesteld? Wat gaan

Nadere informatie

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL 2 9 NOV 2010. Dat. ontv.: Routing

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL 2 9 NOV 2010. Dat. ontv.: Routing Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel. nl Provinciale Staten van Postbus 10078 8000 GB ZWOLLE PROVINCIALE STATEN VAN

Nadere informatie

655070 rapportage Toezichtinformatie 2014

655070 rapportage Toezichtinformatie 2014 Heemstede De raad van de gemeente Heemstede Postbus 352 2100 AJ HEEMSTEDE Verzenddatum Bijlage Ons kenmerk Betreft 1 4 JULI 2015 655070 rapportage Toezichtinformatie 2014 Geachte raad, Op 1 oktober 2012

Nadere informatie

Inleiding. 1.1 Wat is de omgevingsvergunning?

Inleiding. 1.1 Wat is de omgevingsvergunning? 1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat deel met een korte bespreking wat een omgevingsvergunning is en wat vergunningsvrij bouwen is. De achtergrond en doelstellingen van de belangrijkste regelingen (de Wet algemene

Nadere informatie

Statenmededeling. Implementatie Wet natuurbescherming: uitgangspunten voor Verordening natuurbescherming. Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant,

Statenmededeling. Implementatie Wet natuurbescherming: uitgangspunten voor Verordening natuurbescherming. Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Statenmededeling Onderwerp Implementatie Wet natuurbescherming: uitgangspunten voor Verordening natuurbescherming PS: 4045048 Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Kennisnemen van De uitgangspunten

Nadere informatie

17IK systematisch toezicht (algemeen, hetzelfde voor alle gemeenten); reality-checks (blijkt uit de praktijk ook dat de gemeenten en

17IK systematisch toezicht (algemeen, hetzelfde voor alle gemeenten); reality-checks (blijkt uit de praktijk ook dat de gemeenten en Provincie Noord-Brabant 17IK.00354 Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC 's-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl www.brabant.nl Het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

17 november 2015 Corr.nr , FC Nummer 82/2015 Zaaknr

17 november 2015 Corr.nr , FC Nummer 82/2015 Zaaknr 17 november 2015 Corr.nr. 2015-49.452, FC Nummer 82/2015 Zaaknr. 603304 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen inzake het optimaliseren van de huidige Planning & Controlcyclus

Nadere informatie

INFOBLAD IMPULS LOKAAL BODEMBEHEER 2012

INFOBLAD IMPULS LOKAAL BODEMBEHEER 2012 INFOBLAD IMPULS LOKAAL BODEMBEHEER 2012 1. Wat houdt de Impuls Lokaal Bodembeheer in? De Impuls Lokaal Bodembeheer (ILB) is een impulsregeling vanuit het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M).

Nadere informatie

Omgevingswet en de Gemeenteraad

Omgevingswet en de Gemeenteraad Omgevingswet en de Gemeenteraad Beeldvormende Avond gemeenteraad Veenendaal mr. Merel Holtkamp advocaat 14 april 2016 Introductie» Motto Omgevingswet» Kerninstrumenten - Omgevingsvisie - Omgevingsplan

Nadere informatie

Actualiteiten Milieu. Anna Collignon

Actualiteiten Milieu. Anna Collignon Actualiteiten Milieu Anna Collignon Inhoud 1. RIE en implementatie 2. Actualiteiten bevoegd gezag (RUD s) 3. Actualiteiten toezicht en handhaving Actualiteiten Milieu 03.10.2013 1 1. Richtlijn Industriële

Nadere informatie

Jaarverslag uitvoeringsprogramma handhaving gemeente Groningen 2015. De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Jaarverslag uitvoeringsprogramma handhaving gemeente Groningen 2015. De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Onderwerp Jaarverslag uitvoeringsprogramma handhaving gemeente Groningen 2015 Steller R. Brilhuis De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Telefoon (050) 367 12 95 Bijlage(n) 1 Ons kenmerk

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Beschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : Abbott Laboratories B.V. Aangevraagde activiteiten : Verplaatsen weeglokaal inclusief PGS 15 opslagen Locatie : Rieteweg

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 11 november 2014

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 11 november 2014 OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 11 november 2014 Burgemeester en wethouders hebben op 14 januari 2013 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het legaliseren van appartementen. De aanvraag

Nadere informatie

Handhaving van Bouw-, milieu- en ruimtelijke regelgeving. Jaarverslag 2015 gemeente Veenendaal

Handhaving van Bouw-, milieu- en ruimtelijke regelgeving. Jaarverslag 2015 gemeente Veenendaal Handhaving van Bouw-, milieu- en ruimtelijke regelgeving Jaarverslag 2015 gemeente Veenendaal 1 nhoudsopgave Samenvatting 3 1 2 3 Inleiding Stand van zaken gemeente Veenendaal 2.1 Bouwen/ruimtelijke ordening

Nadere informatie

onderzoeksopzet handhaving

onderzoeksopzet handhaving onderzoeksopzet handhaving Rekenkamercommissie Onderzoeksopzet Handhaving rekenkamercommissie Oss 29 april 2009 1 Inhoudsopgave 1. AANLEIDING EN ACHTERGROND... 3 2. AFBAKENING... 4 3. DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN...

Nadere informatie