Conceptuele nota met betrekking tot alternatieve en ondersteunende zorg voor kwetsbare ouderen Protocol 3: Ouderenzorg

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Conceptuele nota met betrekking tot alternatieve en ondersteunende zorg voor kwetsbare ouderen Protocol 3: Ouderenzorg"

Transcriptie

1 Conceptuele nota met betrekking tot alternatieve en ondersteunende zorg voor kwetsbare ouderen Protocol 3: Ouderenzorg INHOUDSOPGAVE Inleiding 1 I. Algemene context 3 II. Methode 8 1. Microniveau: klinisch luik Doelpopulatie Doelstellingen patiënten Klinische doelstellingen Het dienstenspectrum Innovatie en originaliteit ten opzichte van het bestaande aanbod Mesoniveau: organisatorisch luik Partners en deelnemers: kenmerken en onderlinge relatie Werkingsgebied Organisatorische doelstellingen Kostenefficiëntie Organisatorische modaliteiten (inclusief de organisatietools) Programmeerbaarheid en toepasbaarheid op het ganse grondgebied. 21 III. Samenvattende tabel en vragen om uitleg 22 Bijlagen 27 Bijlage 1: Edmonton Schaal voor meten van Kwetsbaarheid (Nederlandse versie) 27 Bijlage 2: Definities met betrekking tot de organisatorische modaliteiten 28 Bibliografie 30

2 Inleiding In een recent koninklijk besluit zijn de voorwaarden bepaald waaronder het Verzekeringscomité overeenkomsten kan sluiten krachtens artikel 56, 2,1e lid, 3, van de wet met betrekking tot de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voor de financiering van alternatieve en ondersteunende zorg voor kwetsbare ouderen (= KB art. 56 ). Dat besluit voorziet in een projectoproep waarbij de projecten onder 4 categorieën van alternatieve en ondersteunende zorg ondergebracht moeten kunnen worden. Dat initiatief zal op wetenschappelijk vlak geëvalueerd worden door een groep universitaire teams. In die context moeten betrouwbare en valide wetenschappelijke instrumenten worden gebruikt voor een systematische en gestandaardiseerde gegevensinzameling. De onderzoeksteams zullen de schalen en de instrumenten kiezen. Het universitaire team zal bijzondere aandacht besteden aan het gebruiksgemak van de schalen voor de teams van de geselecteerde projecten. Dit document werd op verzoek van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) opgesteld om personen bij te staan die een project wensen in te dienen. Het gaat dus niet om een antwoordformulier op de projectoproep, maar eerder om een hulpmiddel bij de reflectie in de conceptie van het project. Concreet heeft dit document tot doel verschillende concepten uit dit koninklijk besluit te verduidelijken. Dat moet het mogelijk maken (1) de projectoproep beter af te bakenen (en zo projecten te vermijden die niet aan de doelstellingen van de oproep beantwoorden) en (2) een evaluatiekader voor te bereiden voor de projecten die zullen worden uitgevoerd. Dit document is opzettelijk samenvattend om het toegankelijk te maken voor alle actoren die in aanmerking komen om op de projectoproep te reageren. Het vormt een aanvulling op het koninklijk besluit; niet in de zin dat het nieuwe criteria bepaalt, maar eerder door het logisch verband tussen criteria dat het suggereert. Ter verduidelijking hebben wij in de onderstaande tabel de voorstellingsstructuur vermeld van de elementen uit het koninklijk besluit art. 56 en de structuur waarin dezelfde criteria worden vermeld als deze die in deze nota worden voorgesteld. Voorstellingsstructuur van de beoordelingselementen uit het koninklijk besluit (art.17) 1. Beschrijving van de doelstelling, van de aan te bieden zorg en van de verwachte resultaten: 50 punten Voorstellingsstructuur van de selectiecriteria uit deze nota In deze nota worden verschillende niveaus van doelstellingen vermeld; ze zijn hiërarchisch gerangschikt: o Doelstellingen patiënten (uiteindelijk doel van de projecten) o o Klinische doelstellingen Doelstellingen innovatie o Organisatorische doelstellingen 2. Beschrijving van de partners, van de andere Stemt in deze nota overeen met het dienstenspectrum: partners en deelnemers en hun opdrachten: 20 punten deelnemers 3. Beschrijving van de doelgroep: 10 punten Stemt in deze nota overeen met doelpopulatie 4. Financiële analyse en voorstel van specifieke Stemt in deze nota overeen met financiële outputs tegemoetkoming: 10 punten 5. Beschrijving van het werkingsgebied: 5 punten Stemt in deze nota overeen met werkingsgebied 6. Het projectvoorstel is programmeerbaar, kan Stemt in deze nota overeen met programmeerbaarheid en toepasbaar zijn in het ganse land en leidt niet tot toepasbaarheid opwaardering van bestaande nomenclatuur of forfaits: 5 punten 7. Bonuspunten: maximum 15 punten 1

3 Dit document bestaat uit drie delen. Een eerste deel algemene context stelt een samenvatting voor van de verschillende voorgestelde categorieën en een algemeen analysemodel van de tenlasteneming van kwetsbare ouderen. Een tweede deel methode stelt de concepten en selectiecriteria voor de projectoproep voor. Een derde deel vermeldt die elementen in de vorm van een synthesetabel, waarin een reeks vragen opgenomen zijn die de kandidaten voor de projectoproep in staat moeten stellen de inhoud van hun project toe te lichten. 2

4 I. Algemene context Het KB artikel 56 bepaalt dat er een oproep komt die gericht is tot projecten die tot doel hebben alternatieve oplossingen te bieden voor het Rust- en Verzorgingstehuis (RVT), en een Rustoord voor Bejaarden (ROB) tegen een dagkost die niet hoger ligt dan deze van een verblijf in een RVT (gemiddeld 60,80 euro per dag)1, en die later (2015) kunnen bestendigd worden via een structurele financiering. In artikel 2 en artikel 3, eerste lid van het KB artikel 56 wordt de algemene doelstelling van de projecten als volgt gepreciseerd: Onder de voorwaarden die in dit besluit zijn vastgesteld, kunnen overeenkomsten worden gesloten tussen het Verzekeringscomité en de partners van een project van alternatieve en ondersteunende zorg in de ouderenzorg teneinde de geleverde zorg aan kwetsbare ouderen te optimaliseren. De tegemoetkoming wordt verleend voor geneeskundige verstrekkingen aan ouderen die omwille van chronische aandoeningen kwetsbaar zijn en een multidisciplinaire aanpak vergen, waarvoor geen tussenkomst van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging is voorzien, maar die noodzakelijk zijn om een opname in een rustoord voor bejaarden of in een rust- en verzorgingstehuis uit te stellen of te vermijden en die behoren tot een van de 4 categorieën Volgende elementen worden bijgevolg vermeld: Een projectsoort: een gecoördineerd en overlegd project op het gebied van alternatieve en ondersteunende zorg waarin zorg wordt aangeboden die niet leiden tot een wijziging van de bestaande nomenclatuur en waarvoor op dit moment geen tegemoetkoming door de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkering is voorzien. Een doelpopulatie: kwetsbare ouderen of ouderen die complexe en/of langdurige verzorging dreigen nodig te hebben. Een doelstelling patiënt : autonomie en zelfstandigheid. Een woongelegenheid voor de ouderen: de patiënt zoveel mogelijk thuis houden of naar zijn thuissituatie laten terugkeren. De organisaties van zorgverleners die voor die projecten in aanmerking komen zijn de diensten, groeperingen of verzorgings-, hulp- of diensteninstellingen, inclusief de GDT die rechtstreeks bij de tenlasteneming van ouderen betrokken zijn. Worden in het bijzonder als noodzakelijke partners beschouwd: de diensten thuisverpleging, de geïntegreerde diensten voor thuisverzorging (GDT), de ROB of RVT Samenwerkingsverbanden tussen de hierboven vermelde structuren en de verblijfsstructuren of de diensten voor thuishulp zijn wenselijk. De deelname van de behandelende arts aan het project is aangewezen, evenals de deelname van andere organisaties, zoals de vrijwilligerscentra, de patiëntenverenigingen, enz 2. Om de algemene doelstelling te verwezenlijken, moeten de organisaties van zorgverleners verschillende categorieën verder uitwerken: 1 Index 110,51 van (basis 2004= 100). KB, art.8. 2 Over partners, zie ook punt 2.1., pagina 15 3

5 Categorie 1: zorgactiviteiten binnen de diensten en inrichtingen zoals bedoeld in artikel 34, 11 3 en 12 4 van de wet en in door de Gemeenschappen/Gewesten erkende dagverzorgingscentra voor bejaarden ten einde kwetsbare ouderen in staat te stellen verder thuis te verblijven of spoedig naar de thuisomgeving terug te keren. De zorg moet gepaard gaan met een multidisciplinaire en transsectorale samenwerking, met andere woorden, de coördinatie tussen de aangeboden zorg binnen deze diensten en inrichtinge en de georganiseerde thuiszorg is een belangrijk aspect van die categorie van zorg. Categorie 2: zorgactiviteiten verleend door de diensten en inrichtingen zoals bedoeld in artikel 34, 11 en 12 van de wet aan kwetsbare ouderen in de thuissituatie ter aanvulling en ondersteuning van de al bestaande zorgverlening. Voorbeelden van nieuwe zorgactiviteiten zijn de ergotherapie, de psychologische ondersteuning, enz. Categorie 3: geïntegreerde zorgverlening door meerdere zorgverleners ten einde de continuïteit van de verzorging en zorgondersteuning voor kwetsbare ouderen die op verschillende zorgvoorzieningen beroep doen, te verzekeren. De organisatie, de coördinatie en de financiering van het overleg, de zorgevaluatie, de geplande verzorging en de opvolging hiervan tijdens de volledige duur van het project moeten worden bepaald. Categorie 4: zorgondersteuning voor kwetsbare ouderen die in woonvormen verblijven, andere dan deze bedoeld in artikel 34, 11 en 12 van de wet. Het betreft het garanderen van een zorgaanbod en zorgondersteunend aanbod in samenwerking met andere partners aan de gebruikers van nieuwe alternatieve woonvormen tussen de thuissituatie en het rustoord. De verzorging wordt er georganiseerd op basis van een samenwerking tussen verschillende plaatselijke partners (die woonvormen hebben geen eigen zorgequipe). De eventuele inbreng van het personeel van een instelling wordt beperkt tot het verlenen van verzorging in dringende situaties of het aanbieden van tijdelijke verzorging tot de andere zorgactoren dat kunnen overnemen. Die woonvormen moeten worden onderscheiden van alternatieve vormen van rustoorden of serviceflats. Het gaat in dit geval niet over alternatieve vormen van serviceflats of rustoorden. In een serviceflat leeft de oudere alleen en kiest hij zelf de diensten waarop hij een beroep wil doen. Die nieuwe woonvormen bevatten een gemeenschapsaspect (bijvoorbeeld voor de maaltijden, de boodschappen, enz.). De vier soorten categorieën zijn zeker niet exclusief, maar moeten een antwoord bieden op verschillende soorten behoeften aan verzorging en organisatie van zorg en ondersteunende zorg voor kwetsbare ouderen thuis. Er moet in het bijzonder gewezen worden op de belangrijke complementariteit tussen categorie 3 en de categorieën 1 en 2. Het verband tussen de verschillende categorieën en de tenlasteneming van ouderen thuis wordt in onderstaand model schematisch voorgesteld. 3 rust- en verzorgingstehuizen, psychiatrische verzorgingstehuizen en centra voor dagverzorging, die door de bevoegde overheid erkend zijn 4 rustoorden voor bejaarden of door centra voor kortverblijf, en die erkend zijn door de bevoegde overheid, en de verstrekkingen die worden verleend door de instellingen die zonder als rustoord te zijn erkend, de gemeenschappelijke woon- of verblijfplaats van de bejaarden uitmaken, en die beantwoorden aan de door de Koning bepaalde voorwaarden; 4

6 Figuur 1: samenhang tussen de 4 soorten categorieën Zorgverleners samenwerking Categorie 2 Categorie 1 Nieuwe zorgfuncties en zorgactiviteiten Categorie 3 samenwerking Thuissituatie Instellingen voor kortverblijf, of dagopvang Oudere Bestaande zorgfuncties en zorgactiviteiten Zorgverleners samenwerking Alternatieve woonvormen Categorie 3 Categorie 4 Voor een goed begrip van de doelstelling van de projecten en de inbreng van de zorgverleners in de ontwikkeling van de bovenstaande categorieën is een analyse nodig via een ruimer, voor de 4 categorieën gemeenschappelijk kader. De theoretische onderbouw hiervoor berust in de reflectie over de organisatie van chronische zorg waaronder de ouderenzorg (zie Singh, 2005 en Wagner, 1996) en de organisatie van geïntegreerde zorg (Leutz, 1999). Beide overlappen elkaar vaak: chronische zorg vereist een coördinatie, zelfs een integratie van de verzorging. De meeste verwijzingen in het domein van de organisatie van de chronische zorg en geïntegreerde zorg vertrekken vanuit een duidelijke hiërarchische indeling van de doelstellingen: een betere organisatie tussen zorgverleners moet tot doel hebben de zorgverstrekking en in fine de gezondheidstoestand van de patiënt te verbeteren en/of de kosten voor de gemeenschap en de patiënten te verbeteren. Bij de selectie van de projecten in het raam van het KB artikel 56 moet met de hiërarchische indeling van de doelstellingen rekening worden gehouden. 5

7 Zo wordt vaak een onderscheid gemaakt tussen: 1) een microniveau dat verwijst naar strategieën die het zorgaanbod rechtstreeks willen afstemmen op het profiel van een patiënt. Dat niveau verwijst naar de zogenaamde klinische projecten (Attas & D hoore, 2004). De instrumenten voor de priorisering van de verzorging zijn gebaseerd op de behoeften van de personen (identificatie van risicopersonen of kwetsbare personen via evaluatietools), een case management voor de complexe gevallen (evaluatie- assessment, zorgplan, monitoring). Hieronder wordt dit niveau microniveau klinisch luik genoemd. Dit omvat: a. de doelpopulatie, b. de doelstellingen patiënten, c. de klinische doelstellingen d. zorg- en dientenspectrum, e. innovatie en originaliteit ten opzichte van het bestaande aanbod. 2) een mesoniveau dat verwijst naar zorgprogramma s die de organisatie tussen zorgverleners regelen via een geheel van interventies die medische en sociale zorg aan een doelpopulatie aanbieden. Dat niveau betreft de zogenaamde organisatorische projecten (Attas & D hoore, 2004). In de Angelsaksische landen heeft men het over programma s van managed care en/of disease management. We hebben dit hierna mesoniveau: organisatorisch luik genoemd. Dit onderdeel detailleert: a. de kenmerken van partners/deelnemers en hun onderlinge relaties, b. het werkingsgebied, c. de organisatorische doelstellingen, d. de doelstellingen op vlak van kostenefficiëntie, e. de organisatorische modaliteiten, 3) een macroniveau dat verwijst naar de financiële of wetgevende hefbomen om de organisatie van de verzorging te beïnvloeden. Het initiatief van het RIZIV wil projecten promoten die tot doel hebben de tenlasteneming van ouderen in de ambulante sector te optimaliseren. Om die reden ondersteunt en evalueert het de initiatieven die in dat perspectief kaderen. Dit niveau zal niet worden behandeld in het kader van dit document. Onderstaande afbeelding toont de micro-klinische en meso-organisatorische niveaus. Ze illustreert de bestaande verbanden tussen die niveaus. 6

8 Figuur 2: overzichtsmodel voor de tenlasteneming van ouderen Mesoniveau: organisatorisch luik Organisatorische modaliteiten Coordinatie / werkzaamheden in netwerk Modaliteiten voor de overdracht en uitwisseling van informatie tussen partners Wijze waarop de patiënt en zijn familie wordt geïnformeerd Organisatie van een zelfevaluatie Financiële outputs Kostenefficiëntie Kostenvermindering Organisatorische doelstellingen Integratie Continuiteit Samenwerking Verband tussen organisatorische en klinische doelstellingen Aanbod-spectrum : partners/deelnermer s partnerschap verband met klinische doelstellingen Activiteitszone Operationele haalbaarheid Andere projecten in dezelfde activiteitszone Klinische doelstellingen Integratie in de leefomgeving Op-maat Wachttijd Toegangkelijkheid Zorgaanbodspectrum Aanbod gericht op de mantelzorger Innovatie & originaliteit Innoverend karakter Alternatief karakter Aanvullend karakter Microniveau: klinisch luik Doelgroep Kwetsbare ouderen Dementie Complexe of langdurige verzorging Risicofactoren voor opname in rusthuis Doelstellingen patienten Autonomie en zelfstandigheid thuis Levenskwaliteit Vermindering v.d. ziekenhuisopnames De inhoud van dit algemene model zal in het volgende deel van dit document worden toegelicht. 7

9 II. Methode In dit gedeelte worden in de kaders de selectiecriteria van de projecten in volgorde van belangrijkheid voorgesteld (zie figuur 2). De organisatorische criteria van het mesoniveau zullen namelijk alleen moeten worden geanalyseerd in functie van hun vermogen om de doelstellingen van het microniveau te behalen. De organisatorische modaliteiten moeten bovendien niet worden beschouwd als absolute selectiecriteria (het is niet absoluut noodzakelijk te voorzien in zorgtrajecten of georganiseerde netwerken om het project te realiseren; andere modaliteiten kunnen efficiënt blijken te zijn voor de criteria op meso- en microniveau). Indien nodig wordt een korte definitie van de verschillende sleutelbegrippen van het KB art. 56 voorgesteld. 1 Microniveau: klinisch luik 1.1. Doelpopulatie A. Selectiecriteria De doelpopulatie 5 6 wordt gekenmerkt door: «kwetsbare» ouderen, of ouderen die een complexe of langdurige verzorging nodig hebben. De doelpopulatie verblijft niet in een ROB of RVT. Als dementerenden bewust in het project worden opgenomen, moet de diagnose deskundig worden gesteld en de graad van ernst worden gedocumenteerd. Opdat een oudere in een project zou worden opgenomen (ongeacht de voorgestelde categorie of alternatieve en ondersteunende zorg), zal hij ten minste moeten voldoen aan de leeftijdscriteria (minstens 60 jaar oud zijn, tenzij het gaat om een project waarvoor het Verzekeringscomité van het RIZIV een uitzondering heeft voorzien) EN die nood hebben aan complexe verzorging OF met dementie OF die voldoen aan de kwetsbaarheidscriteria. (zie figuur 3) De kwetsbaarheid, de aanwezigheid van cognitieve stoornissen, maar ook het feit complexe verzorging te vereisen, vormen samen de risicofactoren voor de opname in een instelling. Ouderen die aan minstens vier van de volgende voorwaarden voldoen, lopen een groot risico om in de volgende maanden in een instelling te worden opgenomen: Elk verblijf in een rustoord in de loop van de laatste vijf jaar, Problemen met het kortetermijngeheugen, Elk gebrek aan cognitieve vaardigheden bij het nemen van dagelijkse beslissingen, Ziekte van Alzheimer, Elk gebrek in de manier waarop men zich verstaanbaar maakt, Elk gebrek bij het begrijpen van anderen, Een van de volgende gedragsproblemen: poriomanie, vijandelijk verbaal gedrag, fysieke mishandeling, ongepast sociaal of seksueel gedrag in het openbaar, zich verzetten tegen de verzorging, Behoefte aan hulp bij de transfer van het bed naar de fauteuil (of andere) Behoefte aan hulp bij de verplaatsingen, Behoefte aan hulp bij de persoonlijke hygiëne, Achteruitgang op het vlak van de ADL tijdens de 90 voorafgaande dagen, Personen in een rolstoel die zich door anderen moeten laten voortduwen, Personen die hun woning niet meer verlaten, Tijdens de 90 laatste dagen een of verschillende vallen, Urinaire incontinentie (occasioneel of permanent). 5 Oudere: Ook al is de leeftijd in de definitie van de kwetsbaarheid of de behoeften van het individu op zich geen discriminerend element, toch zijn die projecten gericht op kwetsbare ouderen die minstens 60 jaar oud zijn. 6 Projecten die zich richten tot personen met een handicap of projecten in het kader van geestelijke gezondheid komen niet in aanmerking 8

10 Ter vereenvoudiging wordt hieronder een beslissingsboom voorgesteld teneinde de doelpopulatie te selecteren. Figuur 3: criteria om de personen in de doelpopulatie op te nemen 7 Verzekeringscomité heeft een afwijking voor het betrokken project goedgekeurd JA NEEN Niet inbegrepen NEEN JA Leeftijd 60 jaar en + Nood aan complexe verzorging Katz thuis: A-B-C Residentiële Katz B, C of Cd (model 1) RAI NEEN Dementie Diagnose van de geneesheer-specialist(*) NEEN JA JA NEEN Kwetsbaarheid Edmonton schaal 6 (zie schaal in bijlage) JA In het project op te nemen Specifieke inclusiecriteria van het project (*) Een psychiater, een neuropsychiater, een internist-geriater of een neuroloog 9

11 B. Definities ter verduidelijking van de selectiecriteria COMPLEXE VERZORGING: Volgens de definitie van Beswick et al., (2008) zou complexe verzorging kunnen worden gedefinieerd als een combinatie van hulpmiddelen die door een interdisciplinair team worden verstrekt in antwoord op sociale en gezondheidsproblemen. In het kader van protocol 3 zijn de patiënten die complexe verzorging vereisen meer bepaald de patiënten met een A B of C-profiel op de Katz-schaal thuis of de patiënten die met een B, C of Cd-profiel zouden worden beschouwd indien zij op basis van de residentiële Katz-schaal werden beoordeeld. DEMENTIE: Dementie is een degeneratieve hersenziekte waarbij de leeftijd de belangrijkste risicofactor vormt. De ziekte kan niet worden genezen en heeft zware gevolgen voor de persoon, zijn omgeving en de samenleving (syndroom van een verworven en blijvende intellectuele achteruitgang veroorzaakt door het disfunctioneren van de hersenen: Cummings 1992). De natuurlijke evolutie van de dementerende strekt zich over een betrekkelijk lange periode uit (6 tot 8 jaar tenzij de ziekte op een vergevorderde leeftijd begint) en verloopt in verschillende fasen. Aan de behoefte aan hulp en verzorging wordt in eerste instantie voldaan door de mantelzorgers (echtgenoten, kinderen, schoonkinderen), daarna wordt de formele verzorging (gezinszorg, maaltijden, verpleegkundige) ingeschakeld ter versterking en aanvulling van de informele verzorging en wanneer dat dubbele hulp- en zorgsysteem de situatie «niet meer aankan» wordt de dementerende opgenomen in een instelling. De evolutie via die stadia verschilt van persoon tot en persoon en volgens de context. De symptomen van dementie blijven niet beperkt tot de geheugenproblemen (en andere typische cognitieve symptomen), maar omvatten ook functionele symptomen (verlies aan autonomie, onvermogen) alsook psychologische en gedragssymptomen. Ongeveer 50 tot 60% van de personen met dementie wonen thuis (en doen een beroep op een belangrijk deel van de thuisverzorging) terwijl 40 tot 50% in een instelling van het type rustoord of rust- en verzorgingstehuis verblijven. Die verdeling hangt af van de ernst van de symptomen, de afhankelijkheidsgraad, de gedragssymptomen en de contextuele factoren (mantelzorgers). In het kader van die projecten worden de patiënten waarvoor de diagnose van dementie door een geneesheer-specialist (een psychiater, een neuropsychiater, een internist-geriater of een neuroloog) werd gesteld, als demente patiënten beschouwd. 10

12 KWETSBAARHEID (klinische definitie): Geheel van factoren (die tot een of verschillende domeinen behoren) aan de hand waarvan voor een oudere op middellange termijn (drie maanden, zes maanden, een jaar, drie jaar) het risico op een functionele achteruitgang (verminderde zelfredzaamheid in de ADL) of andere ongunstige evoluties (opname in een instelling, gezondheidsproblemen, geriatrische syndromen, toenemende zorgbehoefte, mortaliteit) wordt bepaald Er bestaat een waaier aan meetinstrumenten die allemaal even bruikbaar zijn, zonder dat er een uitspringt.. In het kader van die projecten wordt het meetinstrument van Edmonton (Edmonton schaal voor meten van kwetsbaarheid: zie bijlage) gebruikt. De patiënten met een score gelijk aan of hoger dan 6, worden in het kader van protocol 3 als kwetsbaar beschouwd. Sommige elementen van de RAI (Resident Assessment Instrument) home care8 bepalen eveneens de kwetsbaarheid. Deze elementen worden later meegedeeld. Specifieke inclusiecriteria voor het project Elk inschrijvend project kan daarenboven inclusiecriteria bepalen die specifiek zijn voor de doelstellingen die het nastreeft, bijvoorbeeld op basis van de woonplaats, de aandoening, socioeconomische factoren, 8 Voor meer informatie over het RAI, zie of 11

13 1.2. Doelstellingen patiënten A. Selectiecriteria Voorgestelde actiepunten met het oog op de handhaving in de thuisomgeving of de terugkeer naar de thuisomgeving van de oudere in goede omstandigheden. Zij versterken dus: - De levenskwaliteit van de ouderen - De autonomie en de zelfstandigheid thuis. B. Definities ter verduidelijking van de selectiecriteria Vooraleer de selectiecriteria te definiëren is het belangrijk te benadrukken dat via de projecten ernaar wordt gestreefd een zorggebied te dekken dat de zuivere biomedische dimensie overstijgt. Wij verwijzen naar het theoretische kader dat door de WGO is ontwikkeld in een poging de internationale rangschikking van de handicaps te herzien. Aldus worden drie criteria bepaald: Organisch letsel: het meest onmiddellijke gevolg van de ziekte in de vorm van een anatomische of lichamelijke afwijking die ontstaat in de structuur van een orgaan of een systeem (voorbeeld: hemiplegie); Beperking van activiteiten: het zichtbaar worden van de stoornis door de beperking van een of verschillende functies of door de afname van de activiteiten van de persoon; het gevolg van een stoornis op functioneel vlak (voorbeeld: niet in staat om te stappen); Beperking van deelneming: het ongemak van een persoon ten opzichte van zijn omgeving veroorzaakt door een stoornis en/of een onvermogen, met andere woorden de gesocialiseerde ervaring van het onvermogen (Pin, 2005). Het betreft het sociale ongemak als gevolg van een stoornis en/of onvermogen (voorbeeld: niet in staat zijn te werken of boodschappen te doen) (Saline et al., 2002). Het woord "handicap" is een verzamelnaam voor alle gevolgen van de ziekten. Die consequenties volgen bij elk individu, alsook bij de oudere, in een duidelijke en logische orde: in de gerontologie wordt het woord handicap vervangen door afhankelijkheid. Het is vooral noodzakelijk te evalueren welke impact een handicap of een afhankelijkheid op het dagelijkse leven van de oudere heeft. Saline et al. (2002) benadrukken: naast de klassieke indicatoren van mortaliteit en morbiditeit dient de dimensie van de functionele weerslag van de gezondheidstoestand van de ouderen op hun levensomstandigheden te worden opgenomen in de beoordeling van de gezondheid van ouderen. Er dient samen met Ylieff et al. (2003) te worden opgemerkt dat naast het ontstaan van de afhankelijkheid een oudere zijn behoeften zal terugschroeven om deze te beperken. De moeilijkheden of het functionele onvermogen die geleidelijk aan met de leeftijd optreden gaan namelijk gepaard met een stopzetting van de bezigheden en de taken die voor het individu niet absoluut noodzakelijk zijn (aanpassing). Alleen als een levensnoodzakelijke taak niet kan worden uitgevoerd is de bijstand van een ander vereist. De sociodemografische kenmerken (bijv. sociaal isolement, weduw(naar)schap, gebrek aan mantelzorgers) en de omgevingskenmerken (bijv. structuur van de woning, aanwezigheid van mantelzorgers, nabijheid van hulp, nabijheid van dienstverlening, ) beïnvloeden ook de behoefte aan hulp in een afhankelijkheidssituatie (Ylieff et al., 2003). Om te beantwoorden aan de reëel geobjectiveerde behoeften kan het zorg- en dienstenaanbod bijgevolg inwerken op zowel de omgevingsfactoren, in het bijzonder door de ondersteuning van de mantelzorgers, als op de persoonlijke factoren van de oudere. 12

14 Figuur 4: systemisch model van de functionele gezondheid Gezondheids probleem (stoornissen, ziekten) Organische functies en anatomische structuren Activiteit van de persoon functioneren Deelneming aan de samenleving Omgevingsfactoren Persoonlijke factoren Contextuele factoren LEVENSKWALITEIT Met het begrip levenskwaliteit wordt geprobeerd beter rekening te houden met de perceptie door de patiënt van zijn eigen gezondheidstoestand door specifieke meetinstrumenten te ontwikkelen. Het is in grote mate gebaseerd op de definitie van de WGO waarin gezondheid niet meer wordt gedefinieerd als de afwezigheid van ziekte, maar als een volledige toestand van fysiek, psychologisch en sociaal welzijn. Ook al bestaat er geen algemeen aanvaarde definitie, toch zijn de auteurs het over twee punten eens: enerzijds is levenskwaliteit synoniem met het welzijn, de gezondheidsperceptie en de tevredenheid over het leven, anderzijds is levenskwaliteit een multidimensionaal begrip (Leplège & Coste, 2001; Rejeski & Mihalko, 2001) dat meestal rond vier dimensies is gestructureerd: Fysieke toestand Somatische gewaarwordingen Psychologische toestand Sociale status Autonomie, fysieke capaciteiten Symptomen, gevolg van letsels of therapeutische procedures, pijn Emotionaliteit, angst, depressie Sociale betrekkingen en verhouding tot de familiale of professionele omgeving, vrienden AUTONOMIE EN ZELFSTANDIGHEID THUIS In het dagelijkse taalgebruik, maar ook in het medische jargon overlappen autonomie en (on)afhankelijkheid elkaar, zodat de twee fundamenteel en volledig tegenstrijdige begrippen worden verward (Leroy, 1997 geciteerd door Gobert et al., 2007). Het begrip autonomie staat tegenover het dubbele begrip onafhankelijkheid/afhankelijkheid. De begrippen afhankelijkheid (behoefte aan hulp) en verlies van autonomie (verlies van de keuzevrijheid op het gebied van de levensstijl ongeacht de graad van afhankelijkheid) die het meest gangbaar zijn in de gerontologische terminologie stemmen overeen met het onvermogen, de gedeeltelijke of volledige beperking van de capaciteit om een bepaalde activiteit uit te voeren (activiteiten van het dagelijkse leven, voortbeweging, lichaamsverzorging, communicatie enz.) en met het ongemak, sociale impact van die toestand (Saline et al., 2002 in Gobert et al., 2007). 13

15 Ongeacht de leeftijd is het verlangen naar autonomie geen loos begrip: niet afhankelijk zijn van een derde, niet ten laste zijn van een ander veronderstelt in eerste instantie dat de capaciteiten voor individuele autonomie behouden blijven (Le Boulez et al., 2006 in Gobert et al., 2007). Op een bepaald ogenblik dient absoluut een beroep te worden gedaan op een (professionele) derde, maar zelfs in die omstandigheden is het belangrijk de capaciteiten op het gebied van autonomie te behouden. Autonomie reikt verder dan het begrip onafhankelijkheid en betreft de keuzevrijheid. Geconfronteerd met de noodzaak om een beroep te doen op de hulp van een derde heeft de autonomie betrekking op de manier waarop de persoon ervoor zal kiezen zijn lot aan een of verscheidene andere personen toe te vertrouwen Klinische doelstellingen A. Selectiecriteria Zoals weergegeven in het algemene kader van figuur 2 dienen de klinische doelstellingen te worden beschouwd als tussentijdse doelstellingen, die het mogelijk maken de doelstellingen patiënten en de financiële doelstellingen te bereiken. De georganiseerde verzorging in het kader van de projecten moet voldoen aan de volgende kwalitatieve criteria: - Benadering waarin de patiënt centraal staat; - Reactivering en sociale integratie van de oudere; - Toegankelijkheid: de alternatieve en ondersteunende zorg moet meer bepaald leiden tot een toegankelijke en betaalbare formele verzorging, zowel voor de individuele patiënt als voor de overheid. B. Definities ter verduidelijking van de selectiecriteria VERZORGING «OP MAAT» EN GERICHT OP DE PATIENT De patiëntgerichte geneeskundige verzorging is gedefinieerd door Mead (Mead & Bower, 2000) aan de hand van vijf sleuteldimensies waarvan elk een specifiek aspect weergeeft van de verhouding tussen de zorgverlener en de verzorgde persoon. Het gaat om: (1) de bio-psycho-sociale dimensie, (2) de patiënt wordt beschouwd als een persoon op zich met zijn eigen capaciteiten en behoeften, (3) de zorgverlener wordt beschouwd als een persoon op zich met een eigen doorzettingsvermogen en moeilijkheden om bepaalde aspecten van de patiënten ten laste te nemen, (4) het delen van macht en verantwoordelijkheid tussen de zorgverlener en de patiënt, (5) en de therapeutische alliantie in de vorm van een zorgcontract tussen de zorgverlener en de patiënt. Voor zover wij weten bestaat er echter geen pro forma -definitie met betrekking tot de verzorging op maat. In de werken over de begrippen betreffende de evaluatie van de behoeften aan verzorging en dienstverlening van de patiënten, verwijzen de auteurs er echter impliciet naar. In het licht van die werken omschrijft men de verzorging op maat als een zorg- en dienstenaanbod dat beantwoordt aan de individuele behoeften en capaciteiten van een patiënt en is aangepast aan de verzorgingsstandaarden voor een specifieke populatie. In dat opzicht gaat het om een patiëntgerichte benadering. 14

16 1.4. Dienstenspectrum A. Selectiecriteria De zorg moet een ondersteuning bieden aan de mantelzorger (indien aanwezig). Als de omgeving niet meer volstaat, is de handhaving in de thuisomgeving alleen haalbaar via de complementariteit en de wederzijdse steun tussen de informele en de formele zorg. De mantelzorger en de professionele hulpverlener dienen - als belangrijke zorgverstrekkers - te worden bijgestaan door een waaier aan diensten met inbegrip van de thuiszorgondersteunende voorzieningen. B. Definities ter verduidelijking van de selectiecriteria FORMELE ZORG: Zorg verleend door formele zorgkundigen, meer bepaald zorgverleners of professionele diensten INFORMELE ZORG OF ZORG VERLEEND DOOR DE OMGEVING: Zorg verleend door mantelzorgers, meer bepaald de echtgenoot, de samenwonende, de kinderen of andere gezinsleden of vrienden en buren, al dan niet bezoldigd. ZELFZORG: Verzorging die de persoon aan zichzelf verleent Innovatie en originaliteit in verhouding tot het bestaande aanbod Selectiecriteria - Innovatieve/vernieuwende aard van de alternatieve en ondersteunende zorg. - Alternatieve aard van de zorg (die niet in aanmerking komt voor een financiering, gelet op de beperkingen van het regelgevende kader). - Aanvulling op dat wat al bestaat. 15

17 2 Mesoniveau: organisatorisch luik De organisatorische aspecten moeten ervoor zorgen dat de projecten hun standpunt kunnen verduidelijken met betrekking tot de bestaande initiatieven en de samenwerkingen die ze tot stand willen brengen. De samenwerkingen en de werkzaamheden in een netwerk mogen niet de keuze van de patiënten beperken, maar ze moeten rekening houden met de andere projecten van het territorium. Die samenwerkingen moeten de zorgverleners opnemen die door de patiënt zijn gekozen, alsook de zorgverleners die al deel uitmaken van zijn omgeving voordat hij tot het project toetreedt Partners en deelnemers: typische kenmerken en onderlinge samenhang A. Selectiecriteria «In het project word(t)(en) de partner(s) en eventueel de wijze voor de optimalisering van de mogelijkheden en de bevoegdheden van de partners vermeld. Welke verzorging en diensten kunnen door een bepaalde partner worden verleend?» Er moeten twee soorten actoren worden onderscheiden: 1 ) de partners en 2 ) de (andere) deelnemers. De projecten hebben bovendien 3 ) een verplichting tot transsectorale samenwerking. 1 ) De partner is een groep individuen of een dienst die de zorgcontinuïteit kan verzekeren dankzij zijn geïnstitutionaliseerd karakter. De partners tekenen een onderling samenwerkingsakkoord waarin zij hun engagement bevestigen om samen te werken in een project in het kader van protocol 3. Een partner kan bijvoorbeeld een ROB/RVT, een dienst voor thuisverpleging, een GDT zijn, maar ook een coördinatiecentrum, een dienst voor gezinshulp, een medisch huis. Sommige partners zijn verplicht, namelijk: - Alle categorieën: in alle categorieën (1 tot 4), moet een rustoord voor bejaarden, een rust- en verzorgingstehuis, een centrum voor dagverzorging, een dienst voor thuisverpleging of een geïntegreerde dienst voor thuisverzorging minstens partner van het project zijn. - Cat. 1-2: In de eerste en de tweede categorie kunnen de partners beperkt zijn Een rustoord voor bejaarden of een rust- en verzorgingstehuis is verplichte partner, - Cat. 3-4: In de categorieën 3 en 4 is een dienst voor thuisverpleging of een geïntegreerde dienst voor thuisverzorging (GDT) een verplichte partner. Een ROB of RVT moet in het project betrokken worden en indien het geen partner is van het project, moet zij hiervan op de hoogte worden gebracht. (KB, art.9) In het KB worden meer bepaald als partners bedoeld: de diensten voor thuisverpleging en thuisverzorging (hierbij inbegrepen de groep van de zelfstandigen) en zorgondersteuning de geïntegreerde diensten voor thuisverzorging (GDT) de ROB of RVT de samenwerkingsverbanden tussen de voormelde structuren en de residentiële voorzieningen of de diensten voor thuisverzorging zijn wenselijk Ook alle andere organisaties zoals de coördinatiecentra,samenwerkingsinitiatieven thuiszorg (SIT), huisartenkringen, de vrijwilligerscentra, OCMW, de ouderenverenigingen, ziekenfondsen, informatiestructuren, enz. worden als partners beschouwd. 16

18 De partners moeten onderling een administratief coördinator aanduiden. De administratief coördinator is een partner die met het RIZIV een overeenkomst artikel 56 tekent om de financiering van het project te verkrijgen in het kader van protocol 3. Deze administratief coördinator is, in naam van de verschillende partners van het project, de bevoorrechte gesprekspartner van het RIZIV. De administratief coördinator moet verplicht een ROB/RVT, dienst voor thuisverpleging of GDT zijn. 2 ) De (andere) deelnemer is een dienst of een individu (bijvoorbeeld een huisarts, een zelfstandige kinesitherapeut, een zelfstandige verpleegkundige, ) die aan het project deelneemt uit persoonlijke of klinische interesse (als bevoorrechte zorgverlener voor een patiënt die in het project is opgenomen) en waarvoor het project in een bezoldiging voor zijn specifieke inbreng, die momenteel niet vergoed wordt in de nomenclatuur, in het project kan voorzien. Een deelnemer kan ook een expert zijn (bijvoorbeeld een geriater) waarop het project een beroep doet om voor bepaalde punten advies te geven. In het KB worden ondermeer als deelnemers bedoeld: de behandelende arts en elke andere zorgof hulpverlener die individueel (solo) werkt, maar die noodzakelijk is voor de patiënt en waar de patiënt baat bij heeft. 3 Artikel 9 van het KB verplicht de transsectorale samenwerking: dit wil zeggen dat het project partners uit zowel de residentiële als de thuiszorgsector moet hebben. Indien ze geen partner in het project zijn, moeten ze minstens betrokken worden in, en op de hoogte gebracht worden van het project: - in de categorieën 3 en 4 moet een ROB/RVT betrokken worden bij het project of er van op de hoogte gehouden worden als het geen partner is; - in de categorieën 2, 3 en 4 moet een GDT betrokken worden bij het project of er van op de hoogte gehouden worden als het geen partner is. Bijgevolg is de gelijktijdige aanwezigheid van partners uit verschillende sectoren een troef (zie bonuspunten, KB art.18). Daarnaast wordt, in het kader van de participatie en van empowerment, de deelname van een gebruikersvereniging of van een gemeentelijke Ouderenraad 9 eveneens als een troef aanzien (KB art.18). B. Definities ter verduidelijking van de selectiecriteria INTERDISCIPLINARITEIT In de literatuur bestaat geen eensluidende definitie over de interdisciplinariteit. Zoals Robidoux (2007) kunnen wij er echter van uitgaan dat de interdisciplinariteit kan worden gedefinieerd als verschillende inter-agerende disciplines die elkaar verrijken. Aldus is een interdisciplinair of interprofessioneel team een partnerschap waarin leden uit verschillende domeinen samenwerken om een gemeenschappelijk doel te bereiken in tegenstelling tot het multidisciplinaire team waarin de leden parallel en autonoom de doelstelling proberen te bereiken (MacIntosh et McCormack, 2001, in Legendre, 2005 aangehaald door Robidoux, 2007). SAMENWERKING Voor Robidoux (2007) betekent het begrip samenwerking dat beroepsmensen samenwerken en zich intellectueel inzetten om een doelstelling en gemeenschappelijke doelen te bereiken (DeLeon, 1995; Ulrich en Smallwood, 2003 geciteerd door Robidoux, 2007). 9 Afhankelijk van de gemeente kan de exacte naam van dit overlegorgaan verschillend zijn 17

19 TRANSSECTORALE SAMENWERKING Het zorgaanbod voor ouderen is vaak versnipperd en sectorieel georganiseerd: via de sociale sector of de medische sector, intra-, extra- of transmuraal, gehospitaliseerd of ambulant. Via de transsectorale aanpak wordt een niveau van inzicht in de individuele patiënt bereikt dat groter is dan wat een individuele sector kan bereiken. Op die manier krijgt de oudere zorgen toegediend die rekening houden met de complexiteit van zijn gehele situatie. Dit alles is een stap in de integratie van de zorg Werkingsgebied Selectiecriteria Nabijheid van het aanbod ten opzichte van de patiënt: de ouderenzorg wordt in de meest nabije omgeving van de zorgvrager georganiseerd Operationele haalbaarheid. Andere projecten in hetzelfde werkingsgebied (complementariteit met die projecten). De definitie van het werkingsgebied hoeft de vrije keuze van de zorgverlener door de patiënt niet te belemmeren, maar beoogt na te gaan in welke mate een geografische spreiding van de alternatieve en ondersteunende zorg mogelijk is Organisatorische doelstellingen A. Selectiecriteria De organisatorische doelstellingen moeten zijn afgestemd op de klinische doelstellingen. Gelet op de eventueel complexe aard van de situaties zal in de geselecteerde projecten een gecoördineerde samenwerking tussen de verschillende partners en deelnemers / zorgverleners en ondersteunende zorgverleners worden voorgesteld. De projecten, van categorie 3 in het bijzonder, dienen de zorgcontinuïteit en de integratie van de verzorging te waarborgen. Ze moeten tevens de complementariteit en de onderlinge steun tussen de informele verzorging en diensten en de formele verzorging en diensten verzekeren. B. Definities ter verduidelijking van de selectiecriteria Volgens De Stampa (2008) heeft de versnippering van het zorgaanbod volgende gevolgen voor de oudere: - noden die niet of slecht gedekt worden - gebrek aan zorgcontinuïteit - slecht gebruik van middelen. INTEGRATIE Volgens Mc Adam (2008) omvat de klinische integratie alle verzorging en diensten die door de rechtstreekse zorgverleners aan de oudere wordt verstrekt. Met komt tot integratie van zorgen door het volledige zorgaanbod zo te coördineren dat elke gebruiker de juiste zorg krijgt op het juiste moment, op de juiste plaats, door de juiste persoon en dit met de laagste menselijke en maatschappelijk kost. (De Stampa, 2008). De integratie van de verzorging en diensten bestaat erin de klinische praktijken rond de gezondheidsproblemen van elke zieke duurzaam te coördineren (Contandriopoulos et al., 2001). Volgens Contandriopoulos et al. bestaat de integratie van de klinische teams uit twee dimensies: de oprichting van multidisciplinaire professionele teams, de aansluiting van die teams op de structuur van het netwerk, zodat elke partner in het netwerk kan worden opgenomen (huisartsen en specialisten, verpleegkundige, huishoudhulp, ). 18

20 CONTINUITEIT Continuïteit wordt door Reid et al. (2002 a-b) omschreven als de manier waarop de verzorging door een patiënt als coherent en tijdgebonden wordt ervaren; dat aspect van de verzorging resulteert uit een goede informatieoverdracht, goede onderlinge relaties en een gecoördineerde verzorging. Volgens de auteurs is er sprake van continuïteit als de afzonderlijke elementen van de verzorging onderling zijn verbonden en als die bestendige elementen worden ondersteund en behouden. De auteurs onderscheiden drie vormen van continuïteit volgens het type van interveniërende partij: De continuïteit op het vlak van de informatie houdt in dat de informatie over vroegere gebeurtenissen wordt gebruikt voor een zorgverlening die is afgestemd op de huidige omstandigheden van de patiënt De relationele continuïteit benadrukt dat het belangrijk is de patiënt persoonlijk goed te kennen. De ononderbroken relatie tussen de patiënt en de zorgverlener vormt een steunvlak waardoor de verzorging tijdgebonden wordt en de overgang tussen de gebeurtenissen kan worden verzekerd. De continuïteit op het vlak van de aanpak zorgt ervoor dat de ontvangen verzorging van de verschillende interveniërende partijen een coherente samenhang vertoont. De continuïteit van het interventieplan is in het algemeen gebaseerd op bijzondere, veelal chronische gezondheidsproblemen (Reid et al., 2002). De continuïteit van de verzorging is dus de logische en relevante opeenvolging van de verzorging en diensten al dan niet op basis van een evaluatie van de behoeften van de persoon en die het gevolg is van een coördinatie Kostenefficiëntie A. Selectiecriteria Project waarvan de kosten lager zijn dan of gelijk zijn aan de verblijfskosten van een ROB/RVT. Met andere woorden de handhaving in de thuisomgeving door middel van de verzorging en diensten die dankzij het project zijn ingevoerd zal niet meer kosten, zelfs minder, dan de opname in een instelling. 19

21 B. Definities ter verduidelijking van de selectiecriteria RVT- EQUIVALENT Dit is de waarde in euro van de gemiddelde kostprijs per dag voor het RIZIV van een patiënt die in een RVT verblijft. Die waarde is gelijk aan 60,80 euro en is gekoppeld aan de index 110,51 van 1 september 2008 (basis 2004=100). Het totale bedrag van de tegemoetkoming van het RIZIV mag niet hoger zijn dan een RVTequivalent per persoon en per dag op jaarbasis (KB art.8). Het totale bedrag van de tegemoetkoming van het RIZIV is de som van het bedrag van de specifieke tegemoetkoming van het RIZIV in het kader van het alternatieve project en van de andere RIZIV-tegemoetkomingen via de nomenclatuur 10 of de forfaits. De tegemoetkoming van het RIZIV via de nomenclatuur of de forfaits wordt geraamd op een forfait van 25 euro per dag en per persoon. De totale kostprijs van het project op het gebied van alternatieve en ondersteunende zorg kan dus op jaarbasis 35 euro per dag en per persoon bedragen. CASELOAD De caseload is het totaal aantal patiënten dat voor een bepaalde periode in het project zal worden opgenomen Organisatorische modaliteiten (met inbegrip van de organisatiemiddelen) A. Selectiecriteria De volgende criteria moeten alleen worden beschouwd als middelen om te voldoen aan de andere criteria. Zij zijn op zich niet absoluut noodzakelijk (bijvoorbeeld het feit dat een zelfevaluatie niet in het project is opgenomen betekent niet dat het project niet kan worden geselecteerd). Die criteria omvatten: - Coördinatie / het werken in een netwerk; - Modaliteiten voor de overdracht en uitwisseling van informatie tussen partners; - Wijze waarop de patiënt en zijn familie wordt geïnformeerd; - Organisatie van een zelfevaluatie; - Verband met de klinische doelstellingen. B. Definities ter verduidelijking van de selectiecriteria COÖRDINATIE In een systematisch literatuuronderzoek door de Standford University (Shojania et al., 2007) wordt de coördinatie gedefinieerd als volgt: De coördinatie van de verzorging is de intentionele organisatie van de zorgactiviteiten van de patiënt tussen twee of meer zorgverleners (met inbegrip van de patiënt) die betrokken zijn bij de verzorging van de patiënt met het oog op een gepaste zorgverlening. De zorgorganisatie impliceert de betrokkenheid van het personeel en andere noodzakelijke hulpbronnen om alle vereiste zorgactiviteiten voor de patiënt tot een goed einde te brengen en neemt meestal de vorm aan van een informatieoverdracht tussen de verantwoordelijke deelnemers van de verschillende zorgaspecten 10 Het gaat hier om verstrekkingen van de kinesitherapeut, de logopedist en de verpleegkundige. Het gaat hier bijvoorbeeld NIET om verstrekkingen uitgevoerd door een arts. 20

22 Volgens Shojania et al. (2007) komen in de literatuur vijf dimensies met betrekking tot de coördinatie steeds terug: Het aantal deelnemers (met inbegrip van de patiënt); De interdependentie van de activiteiten van de verschillende deelnemers in de zorgverlening; De kennis van de middelen en bevoegdheden van elke partner; De uitwisseling van informatie tussen de deelnemers; De zorgintegratie als doel. De organisatorische modaliteiten kunnen de volgende vormen aannemen: klinische trajecten zorgtrajecten zorgnetwerken enz. Voor een beknopte definitie van die concepten, zie bijlage 2. Het gebruik van de RAI als een evaluatie-instrument is een troef. (zie bonuspunten, KB art.18) 2.6 Programmeerbaarheid en toepasbaarheid op het ganse grondgebied. De zorg moet programmeerbaar zijn naast de bestaande geprogrammeerde zorg en toepasbaar kunnen zijn op het ganse land, met specifieke programmatie, erkennings- en financieringsnormen. Het voorstel moet betrekking hebben op verstrekkingen waarvoor er momenteel geen tegemoetkoming is van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.. Selectiecriteria Deze criteria omvatten: - Er dient voldaan te worden aan minimale voorwaarden om een bestaand project te reproduceren ( infrastructuur, organisatie, personeel, landelijke en/of stedelijke zone, enz. ). - De overheden zijn in staat om de resultaten van een project op hun eigen grondgebied te evalueren en te berekenen. - De programmering wordt uitgedrukt op basis van demografische gegevens en aangevuld met de prevalentiegegevens van het betrokken project. - Aanduiden van de gegevens waarover de Gemeenschappen/Gewesten dienen te beschikken om een evaluatie te maken van het zorgaanbod. - De kenmerken van de doelpopulatie dienen overeen te komen met de voorgestelde theoretische samenstelling. - De hiervoor ingezamelde gegevens moeten beschikbaar zijn. 21

23 III. Samenvattende tabel en vragen om verduidelijking De projecten moeten geen antwoord geven op alle vragen om verduidelijking die in de onderstaande tabel worden vermeld. Het gaat om vragen om de projecten te situeren in de verduidelijking van de acties die ze willen ondernemen. Sommige projecten kunnen, indien zij dat wensen, schalen en instrumenten suggereren waarmee de patiënten die moeten worden opgenomen beter kunnen worden bepaald. Gebied Criteria Verklaring Vragen om verduidelijking Microniveau: klinisch luik - kwetsbare ouderen - Gebruik van specifieke schalen voor de - Beschrijf de manier waarop mogelijke patiënten in uw - personen die complexe of kwetsbaarheid (zie elders in deze tekst) project worden opgenomen. langdurige verzorging vereisen - Welke zijn de inclusiecriteria van de patiënten in het - ouderen die aan dementie project? Welke zijn de exclusiecriteria? lijden (diagnose gesteld door - Welke methodes en/of instrumenten stelt u voor om de een geneesheer-specialist) verzorging af te stemmen op de kenmerken van de doelpopulatie teneinde ervoor te zorgen dat de behoeften van de doelpopulatie overeenstemmen met het zorgpakket? - Geef een raming van het aantal mogelijke patiënten die aan het project kunnen deelnemen. - Over welke expertise beschikt u om aan de behoeften van Doelgroep Doelstellingen patiënten Acties die worden voorgesteld om de oudere onder goede omstandigheden thuis te houden of naar zijn thuisomgeving te laten terugkeren - Vermogen om de autonomie en de zelfstandigheid thuis te bevorderen - Vermogen om de levenskwaliteit van de oudere te verbeteren - Vermogen om het aantal ziekenhuisopnames (opnames en heropnames) te verminderen de doelpopulatie te voldoen? - Op welk vlak versterkt uw project de autonomie van de oudere? Anders gezegd, hoe neemt de oudere effectief deel aan de beslissingen die op hem betrekking hebben? - Welke concrete acties stelt u voor om de oudere onder goede omstandigheden thuis te houden of naar zijn thuisomgeving te laten terugkeren? - Welke concrete middelen geniet u om de oudere onder goede omstandigheden thuis te houden of naar zijn thuisomgeving te laten terugkeren? 22

Gewijzigd bij: K.B B.S ed. 1 [K.B B.S ] Afdeling I Definities

Gewijzigd bij: K.B B.S ed. 1 [K.B B.S ] Afdeling I Definities [KONINKLIJK BESLUIT VAN 14 MEI 2003 TOT VASTSTELLING VAN DE VERSTREKKINGEN OMSCHREVEN IN ARTIKEL 34, EERSTE LID, 13, VAN DE WET BETREFFENDE DE VERPLICHTE VERZEKERING VOOR GENEESKUNDIGE VERZORGING EN UITKERINGEN,

Nadere informatie

Voorstel van resolutie. betreffende het automatisch toekennen van een tenlasteneming van de Vlaamse zorgverzekering voor palliatieve thuispatiënten

Voorstel van resolutie. betreffende het automatisch toekennen van een tenlasteneming van de Vlaamse zorgverzekering voor palliatieve thuispatiënten stuk ingediend op 2262 (2013-2014) Nr. 1 30 oktober 2013 (2013-2014) Voorstel van resolutie van mevrouw Vera Van der Borght, de heer Peter Gysbrechts, de dames Gwenny De Vroe en Lydia Peeters en de heren

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende zorgstrategische planning

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende zorgstrategische planning Besluit van de Vlaamse Regering betreffende zorgstrategische planning DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 20 maart 2009 houdende diverse bepalingen betreffende het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid

Nadere informatie

Reflecties over de stand van zaken over case management thuis in België Jean Macq Thérèse Van Durme

Reflecties over de stand van zaken over case management thuis in België Jean Macq Thérèse Van Durme Reflecties over de stand van zaken over case management thuis in België Jean Macq Thérèse Van Durme Context Definitie van case management vanuit een benadering Top-down: bijv. zorgcoördinatie in het Waalse

Nadere informatie

Aanvraag in het kader van de

Aanvraag in het kader van de Aanvraag in het kader van de U kunt dit aanvraagformulier gebruiken om de terugbetaling aan te vragen van niet-medische kosten of om een vergoeding te verkrijgen indien u thuis door een mantelzorger verzorgd

Nadere informatie

Dossier kandidaatstelling pilootprojecten thuishospitalisatie

Dossier kandidaatstelling pilootprojecten thuishospitalisatie Dossier kandidaatstelling pilootprojecten thuishospitalisatie Werkwijze : Dit sjabloon is bedoeld als kandidaatstelling voor een pilootproject thuishospitalisatie (TH). Voor alle thema s dient de nodige

Nadere informatie

Organisatie van de chronische zorg: een nieuwe aanpak nodig? Ontwikkeling van een position paper. Presenter : K. Van Week denvpk Heede 18 Maart 2013

Organisatie van de chronische zorg: een nieuwe aanpak nodig? Ontwikkeling van een position paper. Presenter : K. Van Week denvpk Heede 18 Maart 2013 Organisatie van de chronische zorg: een nieuwe aanpak nodig? Ontwikkeling van een position paper Editors: D. Paulus, K. Van den Heede, R. Mertens Presenter : K. Van Week denvpk Heede 18 Maart 2013 Position

Nadere informatie

Het RAI-instrument Resident Assessment Instrument Naar een implementatie in België?

Het RAI-instrument Resident Assessment Instrument Naar een implementatie in België? FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU DIRECTORAAT-GENERAAL ORGANISATIE GEZONDHEIDSZORGVOORZIENINGEN Symposium 19 februari 2008 Wolubilis - Brussel (Sint-Lambrechts-Woluwe)

Nadere informatie

Protocol 3 : Alternatieve zorg en zorgondersteuning voor kwetsbare ouderen. Presentatie van Instrumenten voor Gegevensverzameling

Protocol 3 : Alternatieve zorg en zorgondersteuning voor kwetsbare ouderen. Presentatie van Instrumenten voor Gegevensverzameling Protocol 3 : Alternatieve zorg en zorgondersteuning voor kwetsbare ouderen Presentatie van Instrumenten voor Gegevensverzameling 1 Protocol 3 Selectiecriteria P3 Gegevensverzameling Vragenlijsten Overzicht

Nadere informatie

VR DOC.1528/2BIS

VR DOC.1528/2BIS VR 2018 2112 DOC.1528/2BIS VR 2018 2112 DOC.1528/2BIS Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering betreffende zorgstrategische planning DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 23 mei 2003 betreffende

Nadere informatie

Thuiszorg informatie punt. Tegemoetkomingen aan hulpbehoevenden ouder dan 65 jaar

Thuiszorg informatie punt. Tegemoetkomingen aan hulpbehoevenden ouder dan 65 jaar 2 Thuiszorg informatie punt Tegemoetkomingen aan hulpbehoevenden ouder dan 65 jaar Inhoud 1 Tegemoetkoming mindervaliden van de FOD Sociale Zekerheid... 5 1.1 De tegemoetkoming hulp aan bejaarden (THAB)...

Nadere informatie

Dienst geriatrie Interne liaison. Informatiebrochure voor de patiënt en de familie

Dienst geriatrie Interne liaison. Informatiebrochure voor de patiënt en de familie Dienst geriatrie Interne liaison Informatiebrochure voor de patiënt en de familie INLEIDING Een ziekenhuisopname is voor kwetsbare oudere patiënten risicovol vanwege hun verhoogde kans op complicaties

Nadere informatie

Thuiszorg informatie punt. Tegemoetkomingen aan hulpbehoevenden. ouder dan 65 jaar

Thuiszorg informatie punt. Tegemoetkomingen aan hulpbehoevenden. ouder dan 65 jaar 2 Thuiszorg informatie punt Tegemoetkomingen aan hulpbehoevenden ouder dan 65 jaar Inhoudstafel 1. Tegemoetkoming mindervaliden van de FOD Sociale Zekerheid pag 1 De tegemoetkoming hulp aan bejaarden pag

Nadere informatie

STRAMIEN VOOR DE OPMAAK VAN EEN ZORGSTRATEGISCH PLAN VOOR OUDEREN- EN THUISZORGVOORZIENINGEN

STRAMIEN VOOR DE OPMAAK VAN EEN ZORGSTRATEGISCH PLAN VOOR OUDEREN- EN THUISZORGVOORZIENINGEN STRAMIEN VOOR DE OPMAAK VAN EEN ZORGSTRATEGISCH PLAN VOOR OUDEREN- EN THUISZORGVOORZIENINGEN In zijn ZSP maakt de initiatiefnemer op beknopte en overzichtelijke wijze zijn zorgstrategische visie voor de

Nadere informatie

Recent KB met aanpassing van het Zorgprogramma Geriatrie 19-03-2014 J.P.Baeyens. AZ Alma Eeklo

Recent KB met aanpassing van het Zorgprogramma Geriatrie 19-03-2014 J.P.Baeyens. AZ Alma Eeklo Recent KB met aanpassing van het Zorgprogramma Geriatrie 19-03-2014 J.P.Baeyens AZ Alma Eeklo Algemeen Verzorgenden zorgkundigen Verpleger verpleegkundige Hoofdverpleegkundige eenheid G: die op 1/5/2014

Nadere informatie

A.1 VOLLEDIG VERPLEEGDOSSIER ALS VERGOEDINGSVOORWAARDE

A.1 VOLLEDIG VERPLEEGDOSSIER ALS VERGOEDINGSVOORWAARDE ADVIES VERPLEEGDOSSIERS A. NOPENS HET VERPLEEGDOSSIER A.1 VOLLEDIG VERPLEEGDOSSIER ALS VERGOEDINGSVOORWAARDE Het bijhouden van een volledig verpleegdossier per patiënt is noodzakelijk voor het verkrijgen

Nadere informatie

2. Doelstelling en omschrijving van de alternatieve en ondersteunende zorgvormen zoals geformuleerd vanuit het derde protocolakkoord.

2. Doelstelling en omschrijving van de alternatieve en ondersteunende zorgvormen zoals geformuleerd vanuit het derde protocolakkoord. Aanhangsel nr. 3 van 11 maart 2008 bij het Protocolakkoord nr. 3 gesloten op 13 juni 2005 tussen de Federale Overheid en de Overheden bedoeld in artikel 128, 130, 135 en 138 van de Grondwet, betreffende

Nadere informatie

Wet- en Regelgeving rond de Palliatieve Zorg in Vlaanderen

Wet- en Regelgeving rond de Palliatieve Zorg in Vlaanderen Wet- en Regelgeving rond de Palliatieve Zorg in Vlaanderen In dit document wordt een samenvatting gegeven van de belangrijkste wet- en regelgeving met betrekking tot palliatieve zorg: 1. m.b.t. de zorgverlening

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN, NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 18 van het ministerieel

Nadere informatie

www.vlaamsezorgverzekering.be

www.vlaamsezorgverzekering.be www.vlaamsezorgverzekering.be De Vlaamse zorgverzekering wil een (gedeeltelijke) dekking bieden van kosten voor niet-medische zorgen verleend aan een zorgbehoevende vernieuwde regeling vanaf 2003 om zorgverzekering

Nadere informatie

6/11/2012. Wat is case management? Case management. Case management en ontslagmanagement in algemene en psychiatrische ziekenhuizen

6/11/2012. Wat is case management? Case management. Case management en ontslagmanagement in algemene en psychiatrische ziekenhuizen Case management en ontslagmanagement in algemene en psychiatrische ziekenhuizen Prof. Dr. Philip Moons Eva Goossens Centrum voor Ziekenhuis- en Verplegingswetenschap KU Leuven Wat is case management? Management:

Nadere informatie

Biologische factoren Psychologische factoren Sociale factoren. Medecliënten geraken hierdoor geërgerd.

Biologische factoren Psychologische factoren Sociale factoren. Medecliënten geraken hierdoor geërgerd. Bijlage 1 Persoon x Biologische factoren Psychologische factoren Sociale factoren Alzheimer dementie Gevorderd stadium Hartfalen Lieve persoonlijkheid Vaak heel onrustig en angstig ten gevolge van alzheimer

Nadere informatie

VERZEKERING: 1. Premiebetaling : 25 euro per jaar* (WIGWE 10 euro) 2. Verzekerd risico : Niet-medische kosten die een zorgbehoevende persoon heeft.

VERZEKERING: 1. Premiebetaling : 25 euro per jaar* (WIGWE 10 euro) 2. Verzekerd risico : Niet-medische kosten die een zorgbehoevende persoon heeft. B.E.L.-PROFIELSCHAAL Basis - Eerste - Lijns - profielschaal VERZEKERING: 1. Premiebetaling : 25 euro per jaar* (WIGWE 10 euro) 2. Verzekerd risico : Niet-medische kosten die een zorgbehoevende persoon

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Pagina 1 van 5

DE VLAAMSE REGERING, Pagina 1 van 5 Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2008 betreffende de samenwerkingsinitiatieven eerstelijnsgezondheidszorg en tot integratie van de geïntegreerde

Nadere informatie

Deel 1: Overzicht van het zorgpad dementie

Deel 1: Overzicht van het zorgpad dementie Deel 1: Overzicht van het zorgpad dementie 1. Korte omschrijving Het Zorgpad Dementie staat voor een gestructureerde, multidisciplinaire, transmurale samenwerking voor betere afstemming van vraaggestuurde

Nadere informatie

Toelichting bij het document opnameverklaring bij opname in een psychiatrisch ziekenhuis

Toelichting bij het document opnameverklaring bij opname in een psychiatrisch ziekenhuis PC Sint-Amandus Reigerlostraat, 10 8730 Beernem RIZIV 72089219000 Toelichting bij het document opnameverklaring bij opname in een psychiatrisch ziekenhuis U kan als patiënt een aantal keuzes in verband

Nadere informatie

Richtlijnen Palliatieve en Supportieve zorg

Richtlijnen Palliatieve en Supportieve zorg Laarbeeklaan 101 1090 Brussel Oncologisch Handboek Palliatieve zorg V1.2008 PALLIATIEVE ZORG: TOELICHTING EN PRAKTISCHE RICHTLIJNEN 1 Inleiding In 2002 werden drie wetten met betrekking tot de zorg voor

Nadere informatie

Toelichting bij het document opnameverklaring bij opname in een psychiatrisch ziekenhuis

Toelichting bij het document opnameverklaring bij opname in een psychiatrisch ziekenhuis Versie 2016 01-01 Alexianen zorggroep Tienen Psychiatrische kliniek Liefdestraat 10, 3300 Tienen alexianentienen@fracarita.org www.alexianentienen.be RIZIV: 72094754 Toelichting bij het document opnameverklaring

Nadere informatie

Ziekte van Alzheimer. Impact van de beperkingsmaatregelen op de terugbetaling. studie

Ziekte van Alzheimer. Impact van de beperkingsmaatregelen op de terugbetaling. studie studie Ziekte van Alzheimer Impact van de beperkingsmaatregelen op de terugbetaling van geneesmiddelen De ziekte van Alzheimer is een groot probleem voor onze volksgezondheid, niet alleen omdat er zoveel

Nadere informatie

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid VR 2017 2402 DOC.0170/2BIS Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging,

Nadere informatie

BelRAI- project: BelRAI en Thuiszorg

BelRAI- project: BelRAI en Thuiszorg BelRAI- project: BelRAI en Thuiszorg Noot vooraf: Deze leidraad werd geschreven voor thuiszorgorganisaties die deelnemen aan het BelRAI- project van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen

Nadere informatie

Toelichting bij het document opnameverklaring bij opname in een psychiatrisch ziekenhuis 1

Toelichting bij het document opnameverklaring bij opname in een psychiatrisch ziekenhuis 1 Toelichting bij het document opnameverklaring bij opname in een psychiatrisch ziekenhuis 1 U kan als patiënt een aantal keuzes in verband met uw opname in het ziekenhuis maken die een belangrijke invloed

Nadere informatie

Vzw De Lork Vzw Beschut Wonen De Lariks. Lieve Dekempeneer STUDIEDAG GIBBIS

Vzw De Lork Vzw Beschut Wonen De Lariks. Lieve Dekempeneer STUDIEDAG GIBBIS Vzw De Lork Vzw Beschut Wonen De Lariks Lieve Dekempeneer 1 Ø Vzw De Lork - sector personen met een beperking - Vaph - Verblijf - Dagactiviteiten (ontmoeten werken leren) - Mobiele ondersteuning Ø Vzw

Nadere informatie

Convenant van de SEL Zorgregio Gent vzw als Geïntegreerde Dienst voor Thuisverzorging

Convenant van de SEL Zorgregio Gent vzw als Geïntegreerde Dienst voor Thuisverzorging Baudelokaai 8 9000 Gent Convenant van de SEL Zorgregio Gent vzw als Geïntegreerde Dienst voor Thuisverzorging Tussen de partijen SEL Zorgregio Gent vzw, Baudelokaai 8 te 9000 Gent vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Toegewezen functieclassificatie voor verpleegkundige geestelijke gezondheidzorg in een ziekenhuis

Toegewezen functieclassificatie voor verpleegkundige geestelijke gezondheidzorg in een ziekenhuis Toegewezen functieclassificatie voor verpleegkundige geestelijke gezondheidzorg in een ziekenhuis 1. Verpleegkundige psychiatrische afdeling/ eenheid De functie van verpleegkundige op een dienst op een

Nadere informatie

- $! $ ## " $ $!.. # # "!. $! $##!$ /

- $! $ ##  $ $!.. # # !. $! $##!$ / BIJLAGE A: Model van formulier voor eerste aanvraag: Formulier voor eerste aanvraag tot terugbetaling van EXELON pleisters voor transdermaal gebruik ( 4680000 van hoofdstuk IV van het K.B. van 21 december

Nadere informatie

ADVIES BETREFFENDE DE TOEKOMSTIGE ONTWIKKELING VAN DE PSYCHIATRISCHE ZORG IN DE THUISSITUATIE IN DE SECTOR VAN DE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

ADVIES BETREFFENDE DE TOEKOMSTIGE ONTWIKKELING VAN DE PSYCHIATRISCHE ZORG IN DE THUISSITUATIE IN DE SECTOR VAN DE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU Directoraat-generaal Organisatie gezondheidszorgvoorzieningen NATIONALE RAAD VOOR ZIEKEN- HUISVOORZIENINGEN. BRUSSEL, 08/07/2004 Afdeling

Nadere informatie

Innovatie in de ouderenzorg in België. Prof. Dr. Anja Declercq Lucas, KU Leuven

Innovatie in de ouderenzorg in België. Prof. Dr. Anja Declercq Lucas, KU Leuven Innovatie in de ouderenzorg in België Prof. Dr. Anja Declercq Lucas, KU Leuven Ouderen in België De vergrijzing wordt vaak en vooral geproblematiseerd Maar is in de eerste plaats een succes! 4 Beelden

Nadere informatie

Zorgcreatie SERR MLS. 16 november 2011

Zorgcreatie SERR MLS. 16 november 2011 Zorgcreatie SERR MLS 16 november 2011 De zorgvernieuwingsprojecten in Oost-Vlaanderen 4 projecten in Oost-Vlaanderen: - ADD (Aalter / Deinze / Drongen) - Brugzorg (Meetjesland) - Langer thuis met extra

Nadere informatie

15 FEBRUARI Koninklijk besluit houdende. vaststelling van de normen. waaraan de zorgprogramma's. reproductieve geneeskunde

15 FEBRUARI Koninklijk besluit houdende. vaststelling van de normen. waaraan de zorgprogramma's. reproductieve geneeskunde 15 FEBRUARI 1999. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de normen waaraan de zorgprogramma's reproductieve geneeskunde moeten voldoen om erkend te worden. BS 25/03/1999 in voege 01/06/1999 Gewijzigd

Nadere informatie

Toetsingskader Toezicht op zorgnetwerken rond cliënten in de thuissituatie

Toetsingskader Toezicht op zorgnetwerken rond cliënten in de thuissituatie zorg Toetsingskader Toezicht op zorgnetwerken rond cliënten in de thuissituatie 1. Inleiding De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichting ziet toe op de naleving van een groot aantal wettelijke-

Nadere informatie

Visie : Palliatieve zorgen

Visie : Palliatieve zorgen Indien op een gegeven ogenblik een curatieve therapie geen hulp meer brengt en de mens zich geconfronteerd ziet met het onvermijdelijke, wordt hij bevangen door angst en pijn. Het is moeilijk om dragen,

Nadere informatie

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2011. Bijlage 7. Behandeling

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2011. Bijlage 7. Behandeling 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Doelstelling functie 4 2.1 Algemeen 4 2.2 Continue, systematische, langdurige en multidisciplinaire zorg (CSLM) 5 2.3 gericht op herstel en/of het aanleren van vaardigheden

Nadere informatie

OUDERENZORG Detectie van de toekomst, ontwikkelen van visie Opportuniteit tot samenwerking.

OUDERENZORG Detectie van de toekomst, ontwikkelen van visie Opportuniteit tot samenwerking. OUDERENZORG Detectie van de toekomst, ontwikkelen van visie Opportuniteit tot samenwerking. Het ouderenzorglandschap in vogelvlucht 3 GROTE DELEN : Thuiszorg Thuiszorgondersteunende dienstverlening & aanvullende

Nadere informatie

Lang zullen we leven!

Lang zullen we leven! Talmalectoraat Wonen, Welzijn en Zorg op hoge leeftijd Lang zullen we leven! Inauguratie 16 februari 2011 Dr. Evelyn Finnema Welkom! Waar gaan we het over hebben? Onderwerpen Aanleiding De opgaven en de

Nadere informatie

De handreiking samenwerking huisarts en specialist ouderengeneeskunde

De handreiking samenwerking huisarts en specialist ouderengeneeskunde Home no. 5 Congresnummer Kiezen voor delen November 2016 Eerdere edities Verenso.nl De handreiking samenwerking huisarts en specialist ouderengeneeskunde Monique Bogaerts mbogaerts@verenso.nl De nieuwe

Nadere informatie

Verklarende woordenlijst

Verklarende woordenlijst Verklarende woordenlijst bij toetsingskader voor instellingen waar mensen verblijven die niet thuis kunnen wonen Utrecht, maart 2017 Behandeling Handelingen en interventies van medische, gedragswetenschappelijke

Nadere informatie

Platform epilepsieverpleegkundigen i.s.m. SEPION

Platform epilepsieverpleegkundigen i.s.m. SEPION Platform epilepsieverpleegkundigen i.s.m. SEPION Leven met epilepsie: Zelfmanagement Loes Leenen, MANP PhD trainee zelfmanagement Inleiding Achtergrond Zelfmanagement Zelfmanagement & Kwaliteit van leven

Nadere informatie

DE VIJF FUNCTIES BINNEN HET VERNIEUWDE MODEL GEESTELIJKE GEZONDHEID

DE VIJF FUNCTIES BINNEN HET VERNIEUWDE MODEL GEESTELIJKE GEZONDHEID DE VIJF FUNCTIES BINNEN HET VERNIEUWDE MODEL GEESTELIJKE GEZONDHEID Functie 1 Activiteiten op het vlak van preventie; geestelijke gezondheidszorgpromotie; vroegdetectie, -interventie en -diagnosestelling

Nadere informatie

Ouderen Informatie Punt

Ouderen Informatie Punt OCMW LICHTERVELDE Sociaal Huis Ouderen Informatie Punt Tegemoetkomingen Wat, wanneer, waar en hoe aanvragen DE TEGEMOETKOMING VOOR HULP AAN BEJAARDEN VOOR WIE? De tegemoetkoming kan worden aangevraagd

Nadere informatie

Dossier kandidaatstelling projectvoorstel rond bevallen met verkort ziekenhuisverblijf

Dossier kandidaatstelling projectvoorstel rond bevallen met verkort ziekenhuisverblijf Dossier kandidaatstelling projectvoorstel rond bevallen met verkort ziekenhuisverblijf Werkwijze: Bijgevoegd sjabloon is bedoeld als kandidaatstelling voor een pilootproject bevallen met verkort ziekenhuisverblijf.

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN, NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

Goede geriatrische zorg

Goede geriatrische zorg Prof.Dr.J.P.Baeyens Goede geriatrische zorg Geriatrisch Profiel omvat: hogere leeftijd polypathologie ( polyfarmacie) zwakke homeostase neiging tot inactiviteit en bedlegerigheid psycho sociale problematiek

Nadere informatie

HET ZORGTRAJECT COGNITIE. Vroegtijdige diagnosestelling van geheugenproblemen bij ouderen

HET ZORGTRAJECT COGNITIE. Vroegtijdige diagnosestelling van geheugenproblemen bij ouderen HET ZORGTRAJECT COGNITIE Vroegtijdige diagnosestelling van geheugenproblemen bij ouderen HET ZORGTRAJECT COGNITIE Vroegtijdige diagnosestelling van geheugenproblemen bij ouderen Doelstelling Het zorgtraject

Nadere informatie

KONINKRIJK BELGIE --- ---- FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID

KONINKRIJK BELGIE --- ---- FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID KONINKRIJK BELGIE --- ---- FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID --- ---- Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de

Nadere informatie

ADVIES BETREFFENDE DE VERSTERKING VAN DE PALLIATIEVE FUNCTIE IN DE RUST- EN VERZORGINGSTEHUIZEN EN IN DE RUSTOORDEN VOOR BEJAARDEN

ADVIES BETREFFENDE DE VERSTERKING VAN DE PALLIATIEVE FUNCTIE IN DE RUST- EN VERZORGINGSTEHUIZEN EN IN DE RUSTOORDEN VOOR BEJAARDEN FOD VOLKSGEZONDHEID, Brussel, 12/11/2009 VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU DIRECTORAAT-GENERAAL ORGANISATIE GEZONDHEIDSZORGVOORZIENINGEN NATIONALE RAAD VOOR DE ZIEKENHUISVOORZIENINGEN --------

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN, NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

datum nieuwsbrief /01/2009 nieuwsbrief aan de huisartsen geriatrisch profiel

datum nieuwsbrief /01/2009 nieuwsbrief aan de huisartsen geriatrisch profiel «aanspreek» «voornaam» «naam» «adres» «postcode» «gemeente» ons kenmerk datum nieuwsbrief 200901 27/01/2009 nieuwsbrief aan de huisartsen geriatrisch profiel Geachte arts, 1. Inleiding: Op 19 december

Nadere informatie

29/04/2019 MINDER VERSNIPPERING MEER ZORG CHRONISCHE ZORG EN DE VERHOUDING TUSSEN DE ACTOREN

29/04/2019 MINDER VERSNIPPERING MEER ZORG CHRONISCHE ZORG EN DE VERHOUDING TUSSEN DE ACTOREN 29/04/2019 MINDER VERSNIPPERING MEER ZORG CHRONISCHE ZORG EN DE VERHOUDING TUSSEN DE ACTOREN Tania Stalmans OVERGEHEVELDE SECTOREN SINDS 01/07/14 PVT Initiatieven beschut wonen GGZ-conventies Categorale

Nadere informatie

Historiek en vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg

Historiek en vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg Historiek en vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg Info avond SEL Waasland 24 mei 2012 Sint-Niklaas Stefaan Baeten Directeur psychiatrisch centrum Sint-Hiëronymus Historische context

Nadere informatie

Limburgse Code tot coördinatie voor SEL/ GDT Genk en SEL/ GDT Hasselt

Limburgse Code tot coördinatie voor SEL/ GDT Genk en SEL/ GDT Hasselt Pagina 1 van 6 Limburgse Code tot coördinatie voor SEL/ GDT Genk en SEL/ GDT Hasselt Coördinatie en ondersteuning van de eerstelijnsgezondheidszorg in Vlaanderen 1. REGELGEVING VAN DE VLAAMSE EN FEDERALE

Nadere informatie

VERDUIDELIJKING CASEMANAGEMENT

VERDUIDELIJKING CASEMANAGEMENT Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl info@zinl.nl T +31 (0)20 797 85 55 Contactpersoon drs. A.M. Hopman T +31 (0)20 797 86 01 VERDUIDELIJKING CASEMANAGEMENT

Nadere informatie

Cosmopolite te Blankenberge (rust/herstel) J-Club De Knapzak te Bohan (rust) Andere. Naam en voornaam van verzekerde:... Adres:...

Cosmopolite te Blankenberge (rust/herstel) J-Club De Knapzak te Bohan (rust) Andere. Naam en voornaam van verzekerde:... Adres:... Aanvraag voor herstelverblijf rustverblijf zorgverblijf begeleider herstelverblijf Cosmopolite te Blankenberge (rust/herstel) J-Club De Knapzak te Bohan (rust) Andere 1) Administratieve gegevens 4.. INSS......

Nadere informatie

III Identificatie van de geneesheer die verantwoordelijk is voor de behandeling (naam, voornaam, adres, RIZIV-nummer):

III Identificatie van de geneesheer die verantwoordelijk is voor de behandeling (naam, voornaam, adres, RIZIV-nummer): BIJLAGE A: Model van formulier voor eerste aanvraag: Formulier voor eerste aanvraag tot terugbetaling van EXELON pleisters voor transdermaal gebruik ( 4680000 van hoofdstuk IV van het K.B. van 21 december

Nadere informatie

Overleg rond de psychiatrische patiënt in de thuissituatie

Overleg rond de psychiatrische patiënt in de thuissituatie Overleg rond de psychiatrische patiënt in de thuissituatie Inhoud Inleiding... 3 Doelgroep (Art. 2)... 4 Het begeleidingsplan (Art. 3, 4 & 5)... 6 Verantwoordelijkheden overlegorganistor (Art. 7)... 7

Nadere informatie

Protocol RM psychogeriatrie Gooi & Vechtstreek

Protocol RM psychogeriatrie Gooi & Vechtstreek Protocol RM psychogeriatrie Gooi & Vechtstreek Netwerk Dementie Gooi & Vechtstreek Januari 2013 INLEIDING Dit protocol is tot stand gekomen vanuit het Netwerk Dementie Gooi & Vechtstreek. De volgende personen

Nadere informatie

Zorgstrategisch Plan Vlaanderen Template voor een regionaal ZSP

Zorgstrategisch Plan Vlaanderen Template voor een regionaal ZSP Zorgstrategisch Plan Vlaanderen Template voor een regionaal ZSP Inhoudstafel 1 Inleiding... 3 1.1 Doelstelling van het Regionaal Zorgstrategisch Plan... 3 1.2 Structuur van het Regionaal Zorgstrategisch

Nadere informatie

1.2 Nederlandstalige functiebeschrijving van ontslagmanagement in de psychiatrische ziekenhuizen 1

1.2 Nederlandstalige functiebeschrijving van ontslagmanagement in de psychiatrische ziekenhuizen 1 1.2 Nederlandstalige functiebeschrijving van ontslagmanagement in de psychiatrische ziekenhuizen 1 Ontslagmanagement omvat de voorbereiding van het ontslag uit het ziekenhuis bij patiënten met een risico

Nadere informatie

! "# #$ # # "!% & '# (% %&'%)

! # #$ # # !% & '# (% %&'%) BIJLAGE C: Model van formulier voor verlenging: Aanvraagformulier tot VERLENGING van de terugbetaling van een specialiteit opgenomen in 223000 van hoofdstuk IV van het K.B. van 21 december 2001 II Aanvraag

Nadere informatie

BESCHRIJVING ZORGPROCES

BESCHRIJVING ZORGPROCES BESCHRIJVING ZORGPROCES Transmurale Zorgbrug Vechtdal (TZB) van order naar tot en met de nazorg na ontslag door thuiszorg Versie 12-09-2017 V0.2 Inleiding Door de transmurale zorg brug Vechtdal het zorgproces

Nadere informatie

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 12 mei 2005; A. CONTEXT VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 12 mei 2005; A. CONTEXT VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN SCSZ/05/69 1 BERAADSLAGING NR. 05/026 VAN 7 JUNI 2005 M.B.T. DE RAADPLEGING VAN HET WACHTREGISTER DOOR DE DIENST VOOR ADMINISTRATIEVE CONTROLE VAN HET RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING

Nadere informatie

Het Geriatrisch Dagziekenhuis - Campus Sint-Jan - Informatiebrochure

Het Geriatrisch Dagziekenhuis - Campus Sint-Jan - Informatiebrochure Het Geriatrisch Dagziekenhuis - Campus Sint-Jan - Informatiebrochure 1 inhoud Wat is het Geriatrisch dagziekenhuis? 03 Wat zijn de doelstellingen? 03 Wat is het aanbod? diagnostiek behandeling - revalidatie

Nadere informatie

25 APRIL Koninklijk besluit houdende. vaststelling van de normen. waaraan een functie `zeldzame ziekten' moet voldoen

25 APRIL Koninklijk besluit houdende. vaststelling van de normen. waaraan een functie `zeldzame ziekten' moet voldoen 25 APRIL 2014. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de normen waaraan een functie `zeldzame ziekten' moet voldoen om te worden erkend en erkend te blijven BS 08/08/2014 HOOFDSTUK 1. - Algemene

Nadere informatie

betreffende een betere ondersteuning van de mantelzorg in het Vlaamse beleid

betreffende een betere ondersteuning van de mantelzorg in het Vlaamse beleid stuk ingediend op 1228 (2010-2011) Nr. 1 7 juli 2011 (2010-2011) Voorstel van resolutie van mevrouw Marijke Dillen, de heren Filip Dewinter, Jan Penris en Wim Wienen en mevrouw Gerda Van Steenberge betreffende

Nadere informatie

Van twee naar één netwerk Een nieuw netwerk Een nieuwe naam

Van twee naar één netwerk Een nieuw netwerk Een nieuwe naam Van twee naar één netwerk Een nieuw netwerk Een nieuwe naam Kwadraat staat voor. kwaliteit, want kwaliteitsvolle zorg vermenigvuldigt als je ze deelt.. het bundelen van de krachten om mensen met een psychische

Nadere informatie

Inleiding. A Case finding B Multifactoriële C Multifactoriële. Transfer van informatie bij ontslag

Inleiding. A Case finding B Multifactoriële C Multifactoriële. Transfer van informatie bij ontslag Inleiding Het College van Geneesheren voor de dienst Geriatrie heeft in het kader van kwaliteitsverbeterende initiatieven de laatste jaren gewerkt rond het gebruik van assessment instrumenten. Aan de hand

Nadere informatie

Coordinatie--ZIV--KB geintegreerde-dienst-thuisverzorging.doc

Coordinatie--ZIV--KB geintegreerde-dienst-thuisverzorging.doc 14 MEI 2003. Koninklijk besluit tot vaststelling van de verstrekkingen omschreven in artikel 34, eerste lid, 13, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen,

Nadere informatie

Foto: halfpoint. 123rf.com. methodisch werken

Foto: halfpoint. 123rf.com. methodisch werken 1 Foto: halfpoint. 123rf.com methodisch werken Methodisch werken 1 Als zorgprofessional doe je nooit zomaar iets. Je werkt volgens bepaalde methodes en procedures. In dit hoofdstuk leer je wat methodisch

Nadere informatie

Welkom op onze afdeling!

Welkom op onze afdeling! Hemera Vespera Welkom op onze afdeling! Ouderenpsychiatrie 1 Ouderenpsychiatrie Versie 1.0 17 januari 2018 Voor oudere personen (60+) met psychiatrische noden voorzien we in het P.C. Sint-Jan-Baptist een

Nadere informatie

Verordening Tegenprestatie Participatiewet 2015

Verordening Tegenprestatie Participatiewet 2015 De raad van de gemeente Boxtel, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 november 2014, gelet op artikelen 8a, eerste lid, onderdeel b en 9 eerste lid onderdeel c van

Nadere informatie

Na een eerste projectoproep in 2009 werden in Vlaanderen 47 projecten geselecteerd, verdeeld over vier verschillende modellen.

Na een eerste projectoproep in 2009 werden in Vlaanderen 47 projecten geselecteerd, verdeeld over vier verschillende modellen. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 592 van GRIET COPPÉ datum: 22 april 2015 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Zorgvernieuwingsprojecten protocol 3 - Evaluatie In het kader van

Nadere informatie

Nummer: INF/MDT/1215

Nummer: INF/MDT/1215 Nummer: INF/MDT/1215 Brussel, 27 september 2012 Aan de instanties die erkend zijn om multidisciplinaire verslagen af te leveren Aan de voorzitter en de leden van de permanente werkgroep Inschrijvingen

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/08/032 ADVIES NR. 08/03 VAN 4 MAART 2008 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN GEAGGREGEERDE ANONIEME GEGEVENS

Nadere informatie

Wonen, Welzijn en Zorg in het Virtuele Zorghuis

Wonen, Welzijn en Zorg in het Virtuele Zorghuis Wonen, Welzijn en Zorg in het Virtuele Zorghuis Thieu Heijltjes, oud-huisarts Medisch en zorginhoudelijk secretaris van de SCZW 1 Zorg en Wonen veranderen Wat kan je als Client? Hou je de regie? Hoe blijf

Nadere informatie

12 AUGUSTUS Koninklijk besluit houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid.

12 AUGUSTUS Koninklijk besluit houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid. 12 AUGUSTUS 1993. - Koninklijk besluit houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid. - Bron : SOCIALE VOORZORG Publicatie : 21-08-1993 Inwerkingtreding

Nadere informatie

MEER WAARDE IN DE ZORG

MEER WAARDE IN DE ZORG GIBBIS MEER WAARDE IN DE ZORG Memorandum van GIBBIS van april 2019 met het oog op de verkiezingen van 26 mei 2019 EXECUTIVE SUMMARY Gezondheidsinstellingen Brussel Bruxelles Institutions de Santé Samengevat:

Nadere informatie

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2010. Bijlage 7. Behandeling

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2010. Bijlage 7. Behandeling 2010 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Doelstelling functie 4 2.1 Algemeen 4 2.2 Aanvullende functionele diagnostiek 5 2.3 Kortdurende behandeling gericht op herstel en/of het aanleren van vaardigheden of

Nadere informatie

Pilootproject Waasland. Geïntegreerde Zorg voor Chronisch Zieken

Pilootproject Waasland. Geïntegreerde Zorg voor Chronisch Zieken Pilootproject Waasland Geïntegreerde Zorg voor Chronisch Zieken De context Oproep vanuit de overheid voor opzetten van pilootprojecten gezamenlijke inspanning Federale overheid Vlaamse overheid Waalse

Nadere informatie

Plan organisatie ouderenzorg in de wijk of gemeente Regio Zwolle

Plan organisatie ouderenzorg in de wijk of gemeente Regio Zwolle Plan organisatie ouderenzorg in de wijk of gemeente Regio Zwolle Datum: augustus 2015 Versienummer: 1 Het plan organisatie ouderenzorg is ontwikkeld door: Olof Schwantje en Dita van Leeuwen (HRZ), Carla

Nadere informatie

OP ÉÉN LIJN IN DE GEZONDHEIDSZORG VAN MORGEN JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN 23/02/2019

OP ÉÉN LIJN IN DE GEZONDHEIDSZORG VAN MORGEN JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN 23/02/2019 OP ÉÉN LIJN IN DE GEZONDHEIDSZORG VAN MORGEN JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN 23/02/2019 VERDELING BEVOEGDHEDEN Vlaamse sociale bescherming (CARE) Persoonsvolgende financiering

Nadere informatie

Pilootproject Waasland Geïntegreerde Zorg voor Chronisch Zieken

Pilootproject Waasland Geïntegreerde Zorg voor Chronisch Zieken Pilootproject Waasland Geïntegreerde Zorg voor Chronisch Zieken De context Oproep vanuit de overheid voor opzetten van pilootprojecten gezamenlijke inspanning Federale overheid Vlaamse overheid Waalse

Nadere informatie

Identificatie van de cliënt :

Identificatie van de cliënt : Deel A : Vragenlijst voor de cliënt Identificatie van de cliënt : Deel A heeft tot doel het inventariseren van alle professionele diensten die u regelmatig gebruikt (het tweede deel is voor de mantelzorger

Nadere informatie

Reflecties over het aanbod van de eerstelijnsgezondheidszorg in Vlaanderen. Prof. Dr. Paul Van Royen

Reflecties over het aanbod van de eerstelijnsgezondheidszorg in Vlaanderen. Prof. Dr. Paul Van Royen Reflecties over het aanbod van de eerstelijnsgezondheidszorg in Vlaanderen Prof. Dr. Paul Van Royen Deze voordracht Enkele basiscijfers qua aanbod en gebruik van zorg Vijf uitdagingen voor de toekomst

Nadere informatie

Coordinatie--erkenningscriteria--geneesheren-specialisten--Klinische-hematologie--BIJZONDERE-CRITERIA--MB-18-10- 2002.doc

Coordinatie--erkenningscriteria--geneesheren-specialisten--Klinische-hematologie--BIJZONDERE-CRITERIA--MB-18-10- 2002.doc 18 OKTOBER 2002. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, houders van de bijzondere beroepstitel in de klinische hematologie, alsmede

Nadere informatie

De nood aan een nieuw evaluatie-instrument voor de toekenning van de integratie tegemoetkoming

De nood aan een nieuw evaluatie-instrument voor de toekenning van de integratie tegemoetkoming De nood aan een nieuw evaluatie-instrument voor de toekenning van de integratie tegemoetkoming «Noodzaak is de moeder van de uitvindingen» «Als noodzaak de moeder van de uitvindingen is, dan is ontevredenheid

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; 1/9 Advies nr 08/2012 van 8 februari 2012 Betreft: Advies betreffende een ontwerp van koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité met toepassing van artikel

Nadere informatie

opdrachtformulering subsidiëring MEE 2017

opdrachtformulering subsidiëring MEE 2017 opdrachtformulering subsidiëring MEE 2017 Aanleiding Met ingang van 1 januari 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de cliëntondersteuning voor alle inwoners, voorheen was dit een verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Bijlage 2 Producten Maatwerkvoorziening begeleiding Wmo. Producten Maatwerkvoorziening begeleiding Wmo

Bijlage 2 Producten Maatwerkvoorziening begeleiding Wmo. Producten Maatwerkvoorziening begeleiding Wmo Bijlage 2 Producten Maatwerkvoorziening begeleiding Wmo Producten Maatwerkvoorziening begeleiding Wmo Versie: 1.0 Datum: 21 november 2017 Product begeleiding Het Product begeleiding kan bestaan uit de

Nadere informatie

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Geneeskundige Verzorging Omzendbrief VI nr 2009/342 van 25 augustus 2009 370/1366 Van toepassing vanaf 1 september 2009 tot 31 december

Nadere informatie