VERGADERING VAN PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VERGADERING VAN PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL"

Transcriptie

1 VERSLAG van de VERGADERING VAN PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL gehouden op woensdag 17 maart 2004 Aanvang uur. Voorzitter: de heer Jansen, commissaris der Koningin. Griffier: de heer Alberda van Ekenstein. Aanwezig zijn de leden Antuma (CDA), Antuma-Duisterwinkel (CDA), Beckmann (CDA), Been (VVD), Van der Bent-van den Hout (CU), Beugelink (CDA), Broeze-van der Kolk (CDA), De Bruin (GroenLinks), Bussink (VVD), Dalhuisen (PvdA), D. van Dijk (SGP), G. van Dijk (D66), Dijkhuis (LPF), Dijkslag (VVD), Engbers (CDA), Evering (CDA), De Greef-Moes (D66), Haan (VVD), Harmelink (PvdA), Van Harsselaar- Timmer (VVD), Hollemans (CDA), Husselman-Oosterom (CDA), Jaegers (PvdA), Kerkdijk (CDA), Knoeff (CDA), Koggel-Alferink (CDA), Kok (VVD), Koopman (CDA), Leussink (CDA), Leusink-Jonker (PvdA), Van der Lied-Homeijer (PvdA), Lulofs (PvdA), Mercanoglu (PvdA), Morskate (CDA), Netjes (CDA), Nijhof- Sander (CDA), Van Olphen (GroenLinks), Van Ommen (SP), Oostra (CU), Pot (PvdA), Relker (PvdA), Ter Schegget (PvdA), Schipper (VVD), Sijbom (VVD), Slagman (SGP), Slijkhuis (CDA), Tunc (PvdA), Visscher (VVD), Visser-Hendriks (CDA), Voortman (PvdA), Van Voorst tot Voorst (CDA), Vruggink (GroenLinks), Weegenaar-Bosch (CDA), Weijnen (PvdA), Welten (CDA), Wichers Schreur (CDA), Yildirim (SP) en Zwart (PvdA). Tevens zijn aanwezig de gedeputeerden Jansen (CDA), Klaasen (VVD), Kristen (PvdA), Ranter (CDA) en Rietkerk (CDA). De voorzitter: Ik open de vergadering en heet u allen van harte welkom. Ik verzoek u met mij te gaan staan. Ik moet u mededelen dat de heer Koert Meuleman is overleden. Hij was voor de SGP ruim achttien jaar lid van provinciale staten, van 1969 tot Hij had voorts een lange staat van dienst als wethouder en Eerste- Kamerlid en was woordvoerder over zeer uiteenlopende onderwerpen. Hij liet daarbij een orthodox-christelijk geluid horen. Hij was als bestuurder eenvoudig, nuchter en bescheiden. (De aanwezigen nemen enige ogenblikken stilte in acht.) De voorzitter: Ik deel u mede dat bericht van verhindering is ontvangen van de heren Van Dalfsen, Nieuwenhuis en Oldenburger en mevrouw Beldsnijder, terwijl de heer D. van Dijk heeft gemeld iets later te zullen komen. Ik deel u voorts mede dat zich vier insprekers hebben aangemeld en stel voor, hen direct voorafgaand aan de behandeling van het onderwerp waarover zij zich hebben aangemeld voor maximaal vijf minuten de gelegenheid te bieden in te spreken. Naar mij blijkt, stemmen de staten hiermee in. Vaststellen van de agenda De agenda wordt vastgesteld overeenkomstig het concept. Vragenuur Vredestein

2 Staten, 17 maart De heer Weijnen (PvdA): Voorzitter. Zoals de collega-statenleden al in het schrijven van de PvdA-fractie hebben kunnen lezen, zijn wij van mening dat er waar het gaat om de brand bij Vredestein veel behoefte bestaat aan het boven tafel krijgen van feitelijke informatie. De PvdA-fractie heeft behoefte aan die feitelijke informatie om een constructief debat te kunnen voeren over wat er is gebeurd. Ik spreek niet voor niets over een constructief debat. De PvdA-fractie wil een debat voeren om daaruit te leren voor de toekomst. Dat leren geldt niet alleen voor GS, maar ook voor PS, dus ook wij als staten moeten er lering uit trekken. Vanuit deze behoefte heeft de fractie van de Partij van de Arbeid de staten het voorstel gedaan om een onafhankelijk onderzoek te laten doen. De politieke situatie van dit moment laat zien dat er binnen de staten nog geen meerderheid bestaat voor een dergelijk onderzoek. Bij de behandeling van de ingekomen stukken zal ik aangeven welke consequenties dat heeft voor de door ons verzonden brief. Om al een begin te maken met het verkrijgen van de door ons gewenste informatie stel ik GS de volgende vragen naar aanleiding van het rapport van de VROM-inspectie. - Stemt het college in met de feiten die in chronologische volgorde in het rapport zijn genoemd in hoofdstuk 3? - Stemt het college in met de beschouwing en analyse in het rapport in hoofdstuk 4? - Stemt het college in met de conclusies van het rapport, zoals genoemd in hoofdstuk 5? - Stemt het college in met de aanbevelingen die in hoofdstuk 6 zijn gedaan? - Zijn er naar de mening van het college aanvullingen of correcties nodig op het rapport? Zo ja, hoeveel tijd denkt het college dan nodig te hebben om met een afgewogen reactie te komen met aanvullingen en correcties op het inspectierapport? Mevrouw De Bruin (GL): Voorzitter. Vorig jaar is brand uitgebroken bij het bedrijf Vredestein in Enschede; een ernstige brand, ontstaan in het grondstoffenmagazijn, met grote consequenties voor de waterkwaliteit van het Twentekanaal. Nog steeds is het zo dat er tussen Enschede en Hengelo als het ware één bak met water staat dat voorbij de sluizen van Hengelo niet verder kan. Naar aanleiding van die brand heeft de fractie van GroenLinks vragen gesteld en daarop antwoord gekregen. Vervolgens hebben wij in januari opnieuw vragen gesteld en daarop antwoord gekregen. Wij zijn wat dieper in het dossier gedoken. Op grond daarvan heb ik nu, eigenlijk voor de laatste keer, nog een aantal vragen. Na de beantwoording van die vragen willen wij komen tot een afronding; iets waartoe ik de staten oproep. Het lijkt ons erg verstandig om op een ander moment in de commissie Economie en bestuur tot een afrondend debat met elkaar te komen. Ik stel nu dus alleen vragen en geef geen oordeel over het handelen van GS of PS. Wij zijn, en vele anderen met ons, van mening dat in feite op grond van de uitspraak van de Raad van State in 2000, waarbij eigenlijk het Decompbesluit van GS is vernietigd, in feite kan worden gezegd dat de provincie sinds 1993 bevoegd gezag is voor het bedrijf Vredestein. Dat betekent dat de provincie politiek aanspreekbaar is op wat er bij Vredestein gebeurt. Betekent politiek aanspreekbaar hetzelfde als civielrechtelijk aansprakelijk? Hoe beoordelen GS in dat kader de aangekondigde rechtsvordering van kantoor Kienhuis namens een zevental bedrijven? Wellicht hebben zij in Tubantia gelezen dat enkele bedrijven grenzend aan het Twentekanaal, van plan zijn juridische stappen te ondernemen tegen de provincie. Is er sprake van aansprakelijkheid van de provincie op basis van een onrechtmatige overheidsdaad? In hoeverre speelt de uitspraak van de rechtbank van Den Haag over de Enschedese vuurwerkramp een rol? Daarbij speelde deze kwestie ook. In de beantwoording van de GroenLinks-vragen hebben GS aangegeven dat Vredestein zelf verantwoordelijk is voor de naleving van regels, inclusief de inmiddels beruchte CPR 15-2, een richtlijn die voorziet in allerlei veiligheidsmaatregelen op het bedrijfsterrein zelf. Wij zetten vraagtekens bij de stelling van GS dat Vredestein zelf verantwoordelijk is, want de CPR 15-2 is destijds opgesteld in samenwerking met een aantal brancheorganisaties in Nederland. De brancheorganisatie van rubberbedrijven waartoe Vredestein behoort, was daar niet bij. Met andere woorden, Vredestein hoefde niet uit zichzelf aan die richtlijn te voldoen. Dat moest het bedrijf door een bevoegd gezag worden opgedragen. Kan Vredestein nu dan wel feitelijk iets worden verweten? GS noemen als argumenten voor het niet-correct hanteren van de vergunning bij Vredestein dat Vredestein eigenlijk geen probleembedrijf was en dat er heel veel bestuurlijke wisselingen waren. Wij denken dat deze argumenten niet valide zijn, want de wettelijke actualiseringsplicht maakt geen onderscheid tussen probleembedrijven en niet-probleembedrijven. Probleembedrijf of niet, de provincie moet actualiseren als er nieuwe juridische kwesties zijn. In dit geval had de CPR 15-2 voor 1995 geactualiseerd moeten worden. GS melden in de beantwoording van de GroenLinks-vragen dat "de dossiers thans op orde zijn" bij de provincie. Voor ons is de cruciale vraag of de provinciale dossiers op het terrein van vergunningverlening en handhaving op orde zijn. Wij vragen ons af of dat wel zo is, omdat op grond van het VROM-rapport kan worden geconstateerd dat ten tijde van de verlening van de vergunning aan Vredestein per 1 januari 2003 het dossier nog niet op orde was. Immers, VROM heeft in

3 Staten, 17 maart het najaar van 2003 onderzoek gedaan en concludeerde dat het dossier-vredestein niet deugde. Dat betekent dat het ten tijde van de vergunningverlening ook niet deugde. Is de vergunning dan wel correct? De heer Engbers (CDA): Voorzitter, leden van provinciale staten. Zoals de collega van GroenLinks al heeft gemeld, is er een heel traject geweest van vragen vanuit provinciale staten aan gedeputeerde staten en informatie van gedeputeerde staten aan provinciale staten. Ik ga er verder niet op in. Ook onze fractie is zelf dieper in het dossier gedoken. Wij zijn het met mevrouw De Bruin eens dat het goed zou zijn om vandaag te komen tot afsluiting van dit dossier. Naar aanleiding van gesprekken met partijen uit het veld en informatie die wij hebben opgevraagd, hebben wij ook nog enkele vragen. Had de provincie het traject van vergunningverlening en -handhaving bij de aanvraag van Vredestein in 2000 voor een nieuw grondstoffenmagazijn kunnen versnellen, zodat er op het moment van de brand, dus in 2003, al een nieuw grondstoffenmagazijn had kunnen staan dat aan alle moderne eisen en wetten en regels voldeed? Zo ja, zou de omvang van de ramp dan kleiner zijn geweest? Wij moeten ook vooruitkijken. Wij hebben dit weekend een brief ontvangen van gedeputeerde staten over een bestuurlijk overleg dat is gepland op 8 april a.s. Welke verwachting hebben GS daarvan inzake het door alle betrokken partijen nemen van verantwoordelijkheden? Wij vragen het college, zijn best te doen om ervoor te zorgen dat er dan oplossingen op tafel komen. Dus, niet nog langer stilstaan en terugkijken, maar vooruitkijken en ervoor zorgen dat alles goed gaat draaien! Zijn GS bereid erop aan te sturen dat alle betrokken partijen hun verantwoordelijkheid daarbij nemen? Gedeputeerde Rietkerk: Mijnheer de voorzitter. De PvdA-fractie heeft een aantal vragen gesteld over het boven tafel krijgen van feitelijke informatie. Vanaf de brand is er feitelijke informatie op tafel gekomen via het rapport van de inspectie van VROM en via de antwoorden die GS hebben gegeven op de schriftelijke vragen die de GroenLinks-fractie tot tweemaal toe heeft gesteld. Recentelijk hebben GS nog het initiatief genomen om feitelijke informatie over te leggen naar aanleiding van een persbericht van Rijkswaterstaat. Wij hebben daarbij aangegeven dat het bedrijf Vredestein een melding heeft gedaan en dat wij willen bekijken hoe wij daarmee willen omgaan. Het bedrijf wil overigens nog verder gaan dan de CPR normering die is voorgeschreven. Aan die feitelijke informatie heb ik op dit moment niets toe te voegen anders dan dat ik zal ingaan op de vragen die nu zijn gesteld. Wat het rapport van de VROM-inspectie betreft, begin ik met de aanbevelingen en conclusies. Het lijkt mij relevant om met name te kijken naar de aanbevelingen en conclusies die direct betrekking hebben op de rol en taken van de provincie, hetzij provinciale staten, hetzij het dagelijks bestuur, dus gedeputeerde staten. Ik kan zeggen dat alle aanbevelingen zijn uitgevoerd die betrekking hebben op de rol van de provincie. Aanbeveling 1 betreft de rol van Rijkswaterstaat. Ik kan melden dat het aanbevolen onderzoek door de onafhankelijke inspectie op dit moment wordt uitgevoerd. Dat is overigens niet relevant voor onze taak en positie. Daar gaan anderen over. Ik ga nu in op de vragen van de fractie van GroenLinks. Het is niet zo dat het Decompbesluit van gedeputeerde staten uit 1997 door de Raad van State is vernietigd. De staten zelf hebben in 1992 een besluit tot Decomp genomen. Dat besluit is niet door de Raad van State vernietigd. Wel zijn twee besluiten vernietigd die door gemeenten zijn genomen over bedrijven die in het kader van Decomp zijn overgedragen. Naar aanleiding hiervan is landelijk besloten de overgedragen bedrijven terug te nemen. Dit is in 2000 in Overijssel gebeurd. Onzes inziens is de conclusie dat GS vanaf 1993 onveranderd bevoegd gezag zijn geweest dan ook niet correct. Het antwoord op de vraag of politiek aanspreekbaar hetzelfde is als civielrechtelijk aansprakelijk is nee. In het algemeen kan worden gezegd dat gedeputeerde staten verantwoording hebben af te leggen aan provinciale staten over hun handelen en nalaten inzake de aan GS toevertrouwde taken en verantwoordelijkheden. Het kader van die verhouding is in de Grondwet en de Provinciewet neergelegd. Dat is de politieke aanspreekbaarheid. Eventuele civielrechtelijke aansprakelijkheid die op het Burgerlijk Wetboek is gebaseerd moet daarvan worden onderscheiden. Niet gedeputeerde staten, maar dé provincie Overijssel als rechtspersoon wordt dan vermogensrechtelijk aangesproken door een partij die schade heeft geleden als gevolg van verwijtbaar handelen of nalaten van het bestuursorgaan. Dat een persoon of college politiek aanspreekbaar is, wil niet zeggen dat er ook sprake is van civielrechtelijke aansprakelijkheid, en omgekeerd. De aangekondigde rechtsvordering van het kantoor Kienhuis namens een aantal bedrijven is in handen van Centraal Beheer, de WA-verzekeraar van de provincie. Centraal Beheer beraadt zich thans over deze claim en zal op korte termijn met de provincie overleggen over een standpunt. Op basis van de WA-polis dient de provincie zich op straffe van verlies van polisdekking te onthouden van al hetgeen de positie van de provincie en verplichtingen waarvoor de WA-verzekeraar moet opkomen, kan schaden. Uitlatingen die neerkomen op erkenning van aansprakelijkheid kunnen en mogen door een verzekerde niet worden gedaan. Om die reden voelen GS zich niet vrij om op dit moment inhoudelijk op deze claim in te gaan.

4 Staten, 17 maart Mevrouw De Bruin vroeg of er sprake is van aansprakelijkheid van de provincie op basis van een onrechtmatige overheidsdaad. Gelet op wat ik net heb gezegd, maak ik een algemene opmerking. Wil er sprake zijn van aansprakelijkheid ingevolge een onrechtmatige overheidsdaad, dan dient de claimende partij te bewijzen dat de provincie een verwijt kan worden gemaakt, inhoudende dat de provincie in strijd met de wet heeft gehandeld of een door de wet geboden handeling heeft nagelaten dan wel uit anderen hoofde in een aanmerkelijke mate verwijtbaar onzorgvuldig heeft gehandeld. Verder dient onder meer sprake te zijn van schade die zonder de aan de provincie toerekenbare fout niet zou zijn ontstaan. Het college verwacht dat de uitspraak van de rechtbank in Den Haag over de vuurwerkramp in Enschede van invloed zal zijn op lopende discussies over overheidsaansprakelijkheid. Nu is nog niet aan te geven wat de impact is van deze uitspraak zal zijn. Ik teken hierbij aan, dat nog niet bekend is of de eisers in die zaak in hoger beroep zullen gaan. Na verloop van tijd zal blijken of het vonnis van de rechtbank in Den Haag in stand blijft. Wij blijven van mening dat Vredestein primair verantwoordelijk is voor een veilige opslag van grondstoffen. Ik heb dat bij mijn bezoek van afgelopen maandag aan het bedrijf ook gezegd. Het bedrijf ziet het ook zo en neemt die verantwoordelijkheid zeer serieus. Het maakt niet uit dat de branchevereniging waarvan Vredestein deel uitmaakt niet behoort tot de branches waarmee in het kader van CPR 15-2-afspraken zijn gemaakt. Met diverse branches zijn afspraken gemaakt over wanneer de opslag aan de CPR 15-2 moet voldoen. In de circulaire over CPR 15-2 is gesteld dat álle bestaande opslagplaatsen uiterlijk in 1995 moesten zijn aangepast. Dat gold dus ook die opslagplaatsen van branches waarmee niet via de branchevereniging afspraken waren gemaakt. Mevrouw De Bruin (GL): Wij hebben begrepen dat de richtlijn CPR 15-2 geen rechtstreekse rechtskracht heeft, dus geen algemeen verbindend voorschrift is, maar dat het erin gestelde via de milieuvergunning moet worden voorgeschreven. Die milieuvergunning is een verantwoordelijkheid van de provincie. Wij hebben begrepen dat alleen voor de branches waarmee afspraken over de richtlijn zijn gemaakt, geldt dat deze moeten voldoen aan de richtlijn en dat voor andere branches de richtlijn via de milieuvergunning moet worden opgelegd. Gedeputeerde Rietkerk: Ik blijf erbij dat in de circulaire zelf is gesteld dat álle bestaande opslagplaatsen uiterlijk in 1995 moesten zijn aangepast, dus ook op die in branches waarmee geen afspraken waren gemaakt. De GroenLinks-fractie heeft gevraagd naar de juistheid van de vergunningen van Vredestein. De wettelijke actualiseringsplicht mag dan geen onderscheid maken naar de mate waarin een inrichting al dan niet wordt getypeerd als probleembedrijf, in de dagelijks uitvoeringspraktijk worden wij geconfronteerd met de noodzaak, prioriteiten te stellen. Hierbij geldt wel degelijk dat, conform de opdracht van de staten aan het college, de zwaarste problemen het eerst moeten worden aangepakt. In het verleden is de wisseling van bevoegd gezag wel degelijk van belang geweest. Zoals wij hebben aangegeven, heeft de provincie in 2000 vanwege een uitspraak van de Raad van State over iets anders weer de verantwoordelijkheid gekregen voor de vergunning. Vanaf 2000 hebben wij de CPR 15-2 in de vergunning verwerkt. In de periode lag de vergunningverlening feitelijk niet in onze macht. De laatste vraag van GroenLinks gaat over het VROM-rapport en de dossiervorming. De conclusies die de VROM-inspectie heeft getrokken over dossiervorming over het bedrijf Vredestein worden door dit college niet gedeeld. Ik ga nu ook in op de vraag die de heer Weijnen in algemene zin stelde over het rapport. Zowel in onze schriftelijke reactie op het VROM-rapport alsook in het bestuurlijk overleg met de inspectie dat namens ons college is gevoerd door de gedeputeerden Kristen en Ranter hebben wij onze bedenkingen duidelijk weergegeven. De stukken die de inspectie niet heeft kunnen vinden, waren in behandeling en hadden naar ons idee zonder probleem kunnen worden geleverd als de VROM-inspectie ernaar had gevraagd. Verder wordt een vergunning verleend op basis van een aanvraag, niet op basis van een dossier. De kwaliteit van het dossier staat dus wat ons betreft los van de kwaliteit van de vergunning. Een van de conclusies van het VROM-rapport is dat de vergunning van 3 december 2002 van voldoende kwaliteit is. De CDA-fractie heeft gevraagd of de provincie niet wat sneller had kunnen handelen bij de vergunningverlening. Nee, het college had het traject van vergunningverlening en -handhaving bij de aanvraag van Vredestein in 2000 niet kunnen versnellen. Bij alle procedures inzake Vredestein is namelijk spoed betracht. De aanvraag voor een revisievergunning hebben wij op 11 december 2000 ontvangen. Vervolgens hebben wij om aanvullende gegevens gevraagd, die wij in april 2001 hebben ontvangen. De vergunning is op 31 oktober 2001 beschikt. Vervolgens is daarop beroep ingesteld en om een voorlopige voorziening verzocht. Daarna heeft de Raad van State de vergunning geschorst. In verband met deze schorsing is de aanvraag door Vredestein ingetrokken. Daar waren redenen voor. De nieuwe revisieaanvraag hebben wij op 5 juli 2002 ontvangen. Op 6 augustus is door Vredestein aanvullende informatie geleverd. Op 3 december 2002 is de vergunning beschikt en op 1 februari 2003 is de vergunning in werking getreden. Het kon niet sneller. De als/dan-vragen zijn op dit moment niet

5 Staten, 17 maart relevant. Dit zijn de feiten. Conclusie: het college heeft de aanvraag van Vredestein met voorrang behandeld en door het instellen van bezwaar en beroep is de zaak vertraagd. De tweede vraag van de heer Engbers was of de omvang van de ramp kleiner zou kunnen zijn geweest. Ik onderstreep dat tot op dit moment de oorzaak van de brand niet is achterhaald, zodat het ook niet mogelijk is om een uitspraak te doen over het effect van aanvullende veiligheidsmaatregelen uit CPR 15-2 op het verloop van de brand. Wel kan naar ons idee in algemene zin worden gesteld dat de CPR 15-2-richtlijn is gericht op het verkleinen van de kans dat dergelijke incidenten zich voordoen. Ik wil het hierbij laten, omdat, zoals gezegd, de oorzaak van de brand niet is achterhaald. Wat het overleg op 8 april betreft, mogen de staten wel weten dat het college zich heeft ingespannen om met de betrokken medeoverheden niet te zwartepieten, maar wel duidelijk te krijgen dat er verantwoordelijkheden zijn bij overheden. Voor het schoonmaken van het water ligt de eerste verantwoordelijkheid bij Rijkswaterstaat. Daarom heeft Rijkswaterstaat ook een persbericht uitgegeven. Wij hebben onze verantwoordelijkheid genomen bij de sanering van de bodem bij Vredestein. Ik heb maandag nog gekeken. Die sanering is zo snel mogelijk aangepakt. Rijkswaterstaat heeft er wat langer over gedaan om te komen tot het schoonmaken van het water. Ik zeg dit zonder gevoel van understatement. Ons college heeft zich ervoor ingezet om afstemming te laten plaatsvinden tussen Rijkswaterstaat, de VROM-inspectie, de gemeente Enschede en de provincie Overijssel, opdat wij niet meer zonder dat wij als overheden op de hoogte zijn van elkaars persberichten worden verrast door megakrantenkoppen met beelden die niet overeenkomstig de werkelijkheid zijn. Rijkswaterstaat is de initiatiefnemer van het overleg op 8 april. Wel hebben wij mede om dat overleg gevraagd om te bereiken dat wij niet over, maar met elkaar praten. Wij zijn blij dat die datum is geprikt. Na 8 april zal ik graag de staten op de hoogte stellen van wat daar is besproken. Tot slot nog een opmerking naar aanleiding van de vraag van de heer Weijnen over het feitenmateriaal van de VROM-inspectie. Wij hebben ingestemd met de in het rapport genoemde feiten. Bij de beschouwingen en aanbevelingen heb ik mijn noties geplaatst. Dat geldt met name de dossiervorming waarover wij het volstrekt oneens zijn en blijven met de VROM-inspectie. Problemen op parkeerplaatsen Mevrouw Van Olphen (GL): Voorzitter. Ik begin met voorlezing van een artikel uit de Stentor met als kop: "Borkeld probeert homo's met borden te weren". Dat artikel luidt: "In de omgeving van natuurgebied De Borkeld tussen Markelo en Holten worden maatregelen genomen om de overlast door homoseksuele mannen tegen te gaan. Er komen stopverboden en op de parkeerplaats bij de schaapskooi mag 's avonds en 's nachts niet meer worden geparkeerd. Homo's zoeken contact op en rond de Oude Rijssenseweg en de Apenbergerweg. Het "homotoerisme" heeft in de buurt tot ergernis geleid. Omwonenden hebben een onveilig gevoel. Staatsbosbeheer en de gemeente Hof van Twente klagen over achtergelaten afval. De overlast is uitvoerig besproken tijdens een bijeenkomst waarbij buurtbewoners, de politie en de gemeente aanwezig waren. Burgemeester Ank Bijleveld kondigde aan dat er vóór eind april 24 verkeersborden moeten worden geplaatst. Dat kost de gemeente 6000 euro. Volgens Bijleveld is het mogelijk dat het probleem zich met de huidige maatregelen opnieuw zal verplaatsen. "Daarom gaan we in het gehele gebied van De Borkeld projectmatig handhaven." De overlast is toegenomen nadat Rijkswaterstaat twee "homoparkeerplaatsen" langs de A1 had afgesloten." Voorzitter. Ik had wel wat leuke vragen naar aanleiding van de tekst, maar zal die niet stellen, omdat wij dit wel een serieus item vinden. Wij vroegen ons af of dit vraagstuk bekend was bij het college en, zo ja, of er contact over is geweest met Rijkswaterstaat en Hof van Twente. Het probleem kan zich in beide richtingen een heel eind langs de A1 verplaatsen. Waar hebben wij het over en op welke manier wil de provincie met dit vraagstuk omgaan? Indien er geen communicatie is geweest, willen wij weten of het college van plan is alsnog daartoe over te gaan en of het bereid is beleid te ontwikkelen over hoe met dit probleem moet worden omgegaan. Welke rol denkt het college hierin te gaan vervullen? Gedeputeerde Klaasen: Voorzitter. Toen de vragen werden gesteld, moest ik diep nadenken over de relevantie in relatie tot de beleidsonderwerpen die wij hier in de provincie behartigen. Toch wil ik proberen enige informatie te geven over de problematiek die er in zijn algemeenheid is op de pleisterplaatsen van Rijkswaterstaat en overigens ook op een aantal pleisterplaatsen die de provincie in beheer heeft. Mevrouw Van Olphen (GL): U kunt wat de beleidsterreinen betreft, denken aan emancipatie en integratie. Wij hebben het over mensen en zaken die mensen aangaan. Ik denk dat wij in onze provincie daarmee toch rekening moeten houden. Vanuit die achtergrond zijn de vragen gesteld. Vanochtend werd nog gedacht over de optie ruimtelijke ordening, maar dat vond ik geen goede.

6 Staten, 17 maart Gedeputeerde Klaasen: Ik zijn algemeenheid is er sprake van vrij veel overlast op pleisterplaatsen die niet zijn voorzien van een horeca- of tankfaciliteit. Dat is overlast in de breedste zin van het woord. U hebt in de krant kunnen lezen dat er nogal wat buitenlandse vrachtwagenchauffeurs hun auto parkeren op die parkeerplaatsen en dat er, doordat er weinig sociale controle is, ook de nodige criminaliteit is. Ook is een veel gehoorde klacht dat parkeerplaatsen dienen als ontmoetingsplek voor mensen die ergens anders niet terecht kunnen. Dat veroorzaakt grote overlast, met als gevolg dat die parkeerplaatsen niet te gebruiken zijn voor het ermee beoogde doel, namelijk het even kunnen strekken van de benen door automobilisten en het even kunnen rusten van vrachtwagenchauffeurs. De problemen in De Borkeld zijn verhevigd doordat Rijkswaterstaat de parkeerplaats aldaar heeft afgesloten en is begonnen met de aanleg van het wildviaduct over de A1. Dat heeft geleid tot de nodige vragen in de gemeenteraad van Hof van Twente alsook bij de burgers die in de omgeving van De Borkeld wonen en er op gewone momenten van de dag graag willen recreëren. De gemeente heeft de al door u genoemde maatregelen genomen. De provincie is daarbij niet betrokken en heeft er ook geen beleid voor. Wij hebben ons wel laten informeren over dit onderwerp. Toekomst luchtvaart in Twente De heer Dijkhuis (LPF): Voorzitter. De LPF-fractie heeft een groot aantal vragen over de toekomst van de luchtvaart in Twente. Gezien de actualiteit wil ik vier vragen daarvan nu voorleggen aan het college. Heeft het college kennisgenomen van het initiatief van de Nederlandse Academie voor Verkeersvliegers c.q. de heer Brouwer om te komen tot een general aviation vliegveld op het terrein van de vliegbasis Twenthe? Zo ja, hoe staat het college dan tegenover de plannen van de heer Brouwer? Hecht het college belang aan het behoud van een vliegveld in Twente in welke vorm dan ook? Heeft het college een voorkeur voor Airport Enschede gezien zijn inspanningen bij de lobby voor Airport Enschede of worden alternatieve plannen tot behoud van de luchtvaart in Twente op een gelijkwaardige manier behandeld en beoordeeld? Voorzitter: mevrouw Husselman-Oosterom. Commissaris der Koningin Jansen: Voorzitter. Het antwoord op de eerste vraag is nee en ja. Het initiatief was niet formeel aan ons bekend, maar ook wij lezen de krant. Het college staat neutraal tegenover de plannen van de heer Brouwer, want het college gaat in essentie niet over wat zich in het bedrijfsleven ontwikkelt. Wij zitten op de toer van waar de overheid hoort te staan. Wij hechten zeker belang aan het behoud van het vliegveld Twente. Dat kan ook niet anders, omdat wij daarover vorig jaar een formeel besluit hebben genomen als GS, daarin gesteund door de staten. Wij hebben toen besloten tot het privatiseren van de burgerluchtvaart in Twente. Wij hebben daarvoor ook middelen beschikbaar gesteld. Gisteren is tijdens de presentatie van de plannen, getiteld Het nieuwe perspectief voor Twente, tot uitdrukking gebracht dat wij hechten aan het behoud van het vliegveld. In dat verband is het voor ons niet mogelijk om in het kader van onze relatie tot EAT te oordelen over een plan dat wij niet kennen. Er is geen businessplan ingediend. De heer Dijkhuis (LPF): Mocht het college die plannen officieel onder ogen krijgen in de vorm van een voorstel, worden ze dan op dezelfde manier behandeld en beoordeeld als de plannen van Airport Enschede? Commissaris der Koningin Jansen: Met Airport Enschede hebben wij op dit moment een betrekking vanwege het feit dat wij als overheid de luchthaven op afstand hebben gezet. Wij hebben daar maatschappelijk geld in gestopt. Daar ligt onze eerste verantwoordelijkheid. Een tweede is dat wij geen eigenaar zijn van het terrein en dat wij als zodanig niet verder in overleg kunnen treden met particuliere ondernemers. Wij blijven in onze rol van overheid op dit punt afwachten welke plannen er komen. Wij kunnen er pas een oordeel over vellen als wij er ook enige zeggenschap over hebben, wat op dit moment op geen enkele wijze het geval is. Voorzitter: de heer Jansen, commissaris der Koningin Ingekomen stukken De heer Weijnen (PvdA): Voorzitter. Refererend aan wat door mij is gezegd in het vragenuurtje, stel ik de staten voor, de brief op stuk nr. II.8 (voorstel van de PvdA-fractie tot het doen van een onderzoek) te behandelen in de volgende vergadering van de commissie Economie en bestuur. De heer Welten (CDA): Voorzitter. Ik vind de toelichting die de heer Weijnen geeft op de actie die nu

7 Staten, 17 maart wordt ondernomen uiterst summier. Dat is een kwalificatie die hij zelf ook heeft gebruikt bij de toelichting op de brief die hij aan de staten heeft gezonden. Ik nodig de heer Weijnen uit iets uitvoeriger in te gaan op de motivering van het verzoek. Ik vraag hem daarbij in te gaan op de kwalificaties die in de brief zelf zijn gebezigd: uiterst summiere informatie, onvolledige en onbetrouwbare informatie. Vervolgens verzoek ik hem het onderwerp van onderzoek toe te lichten. Ten slotte vraag ik hem een toelichting op het instrument dat hij had willen kiezen. De heer Sijbom (VVD): Voorzitter. De vragen die ik te stellen hebben, liggen in de lijn van de vragen die de heer Welten heeft gesteld. Daarom wil ik mijn vragen stellen alvorens de heer Weijnen reageert op de heer Welten. Onze fractie is ook uitermate verbaasd over, maar ook geïrriteerd door de wijze waarop de Partij van de Arbeid-fractie dit proces heeft ingezet. Die verbazing heeft meer te maken met het feit dat naar ons idee wat het dossier-vredestein betreft kennelijk nog niet alle vragen zijn gesteld. Wij vinden dat je die vragen dan ook moet stellen. Het voorstel van GroenLinks om daaraan aandacht te besteden in de commissie ondersteunen wij van harte. Ik wil trouwens ook een reactie van de Partij van de Arbeid op dat voorstel hebben, want die fractie heeft in de brief gesteld dat een debat niet nodig zou zijn, omdat er onvolledige en onbetrouwbare informatie zou zijn. Dat verdient uitleg. Ook staat in de brief dat dit kennelijk nu niet nodig is gezien de politieke situatie. Dat wil ik graag uitgelegd zien. De irritatie van de VVD-fractie schuilt met name in het feit dat wie een zwaar middel als een enquêtecommissie van stal haalt daarover ook even moet overleggen met z'n coalitiepartners. De heer Weijnen (PvdA): Dat je een enquêtecommissie niet zo maar van stal haalt, blijkt onder andere uit de politieke actualiteit. De Partij van de Arbeid-fractie is nog steeds van mening dat het zeer wenselijk is dat er een onafhankelijk onderzoek wordt ingesteld naar het gebeurde rond de brand bij Vredestein. Voor de motivatie verwijs ik naar de brief die nu als ingekomen stuk wordt behandeld. De heer Welten (CDA): Wilt u toelichten wat u bedoelt met "geen betrouwbare informatie voorhanden"? U gebruikt die term in dezelfde zin als waarin u concludeert dat GS in de beantwoording van de vragen van GroenLinks niet volledig zijn geweest. Moet ik daaruit concluderen dat u vindt dat de beantwoording door GS niet betrouwbaar is? De heer Weijnen (PvdA): Nee. De heer Welten (CDA): Bent u het dus met mij eens dat uw formulering dan niet zorgvuldig is? De heer Weijnen (PvdA): Nee. De heer Welten (CDA): Wilt u dat dan toelichten? De heer Weijnen (CDA): Ja, dat wil ik heel graag. De gedeputeerde heeft er daarnet terecht aan gerefereerd dat er in de brief wordt uitgegaan van meer informatie dan die welke is neergelegd in de beantwoording door GS. En dat is maar goed ook, want de informatie die door GS is verstrekt is, zoals in de brief staat, summier. De kwalificatie "onbetrouwbaar en onvolledig" heeft betrekking op andere informatie die ons dus ook heeft bereikt. Zoals u, als u hebt opgelet, hebt kunnen merken heeft ook de heer Rietkerk al aangegeven dat er bijvoorbeeld op het onderzoek dat door de VROM-inspectie is gedaan nogal wat valt af te dingen. De heer Welten (CDA): U kiest het instrument van onderzoek. U schrijft in de volgende alinea van de brief dat u onderzoek wilt instellen naar het gevoerde bestuur van GS op een viertal punten. U geeft daarmee aan dat u daarover nadere informatie wilt. Dat sluit aan op de constatering dat er opheldering moet komen over de informatie die u daarvoor onvolledig noemt en onbetrouwbaar. De heer Weijnen (PvdA): Zoals in de Provinciewet wordt vermeld, kunnen PS een onderzoek instellen naar het door GS gevoerde beleid. Dat is letterlijk uit de Provinciewet overgenomen door de Partij van de Arbeid-fractie. De heer Welten (CDA): U bedoelt dus te zeggen dat u onderzoek wilt naar het beleid dat GS hebben gevoerd. De heer Weijnen (PvdA): En daarbij zal ongetwijfeld ook de rol van PS aan bod komen, want, zoals ik al vaker, ook vanavond, heb gezegd, hebben ook PS en misschien wel vooral PS een essentiële rol gespeeld in dit verhaal.

8 Staten, 17 maart De heer Welten (CDA): Ik constateer dat u niet helder bent. U stelt in uw brief dat u onderzoek wilt naar het gevoerde bestuur van gedeputeerde staten... De heer Weijnen (PvdA): Ik zei net dat de Provinciewet mij dat voorschrijft. Dus dan doe ik dat. De heer Welten (CDA): Daarmee geeft u het signaal af dat u alleen onderzoek wilt naar het gevoerde bestuur van gedeputeerde staten. De heer Weijnen (PvdA): Nee. De heer Welten (CDA): Dat signaal hebt u afgegeven, zowel in de brief als in het persbericht als in uw toelichting op de radio. De heer Weijnen (PvdA): Dat ben ik niet met u eens. De heer Welten (CDA): Ik lees wat er staat. De heer Weijnen (PvdA): Overigens doen wij in dezelfde brief een procedurevoorstel waarin wij de staten voorstellen om bijvoorbeeld de commissie Economie en bestuur tot een nadere uitwerking van de opdracht te laten komen. De heer Welten (CDA): Het blijft onderzoek naar het gevoerde bestuur van GS. Dat is uw insteek. De heer Weijnen (PvdA): Ja, omdat de Provinciewet ons dat voorschrijft. De heer Welten (CDA): Ik concludeer dat u wat dat betreft op twee schaatsen rijdt en daarmee twee verschillende kanten op wilt, want u zei bij het vragenuurtje dat u zowel GS als PS bij het onderzoek wilt betrekken. De heer Weijnen (PvdA): Dat klopt. De voorzitter: Ik beschouw dit nog als een interruptiedebatje, maar wijs erop dat als de bespreking van een ingekomen stuk te lang duurt het betreffende onderwerp gewoon ter discussie op de agenda hoort te staan. De heer Weijnen (PvdA): Nogmaals, voorzitter, ik heb de staten voorgesteld deze brief te behandelen in de volgende vergadering van de commissie Economie en bestuur. De heer Welten (CDA): U hebt een helder signaal willen afgeven, maar geeft nu een onhelder signaal af waar u zegt dat u ook PS bij dat onderzoek wilt betrekken, wat ik op zich verstandig vind. Ik vraag mij af of u dan wel het juiste instrument hebt gekozen, want als u een commissie wilt bestaande uit statenleden die onderzoek doet naar zowel het bestuur van GS als het beleid van PS, dan wekt u daarmee de indruk op z'n minst als slager ook het eigen vlees te willen keuren. De heer Sijbom (VVD): Ik constateer dat de heer Weijnen de informatie die GS hebben gegeven als onvolledig en onbetrouwbaar beschouwt. Daarover wil ik nog uitleg hebben. Ik heb ook nog geen antwoord op mijn vraag wat er ineens in de politieke situatie is gewijzigd dat heeft geleid tot het intrekken van het voorstel. De heer Weijnen heeft evenmin gereageerd op de uitnodiging van mevrouw De Bruin om het debat in de commissie te voeren. Mag ik hieruit afleiden dat hij dat debat wel wil, hoewel hij het blijkens zijn brief niet noodzakelijk vindt? De heer Yildirim (SP): Voorzitter. Het standpunt van de PvdA-fractie lijkt mij helder. Het is niet aan de orde om er op dit moment inhoudelijk verder op in te gaan. Voorgesteld wordt het ingekomen stuk te agenderen voor de commissievergadering en daar dan een uitgebreide discussie te voeren. Ik meen dat dit ook moet kunnen. Mevrouw De Bruin (GL): Voorzitter. Wij vonden het voorstel van de Partij van de Arbeid-fractie buitengewoon sympathiek. Het heeft ons verbaasd dat het binnen de staten oorverdovend stil is gebleven na de ramp bij Vredestein. Wij hebben het initiatief opgevat als een bewijs dat er meer fracties in de staten zijn die vinden dat je dit serieus moet oppakken. Wij hebben ons buitengewoon geërgerd aan het met de vinger naar de ander wijzen door alle partijen rondom dit dossier. Dat maakt volgens mij dat een

9 Staten, 17 maart statenfractie best kan voorstellen, een onderzoekscommissie in het leven te roepen. Ik heb eerder aangegeven dat ik graag het onderwerp wil afronden in de commissie. Ik heb de fractie van de Partij van de Arbeid horen zeggen dat zij haar voorstel wil doorgeleiden naar de commissie. De fractie van GroenLinks vindt dat een goed voorstel en gaat ermee akkoord. De heer Weijnen (PvdA): Voorzitter. Om met het laatste te beginnen, ik ben het eens met de interpretatie van mevrouw De Bruin. Laat één ding duidelijk zijn aan iedereen die hier aanwezig is: de Partij van de Arbeid-statenfractie geeft nog steeds de voorkeur aan een onafhankelijk onderzoek naar wat er is gebeurd rond Vredestein. Dat verzoek sluizen wij nu door naar de commissie Economie en bestuur en willen wij graag daar met de andere fracties bespreken. De heer Welten (CDA): Ik concludeer dat de wegen van de PvdA-fractie onnavolgbaar zijn, omdat er verschillende signalen zijn afgegeven. Wat het instrument betreft, concludeer ik dat er tamelijk onbezonnen is gehandeld. Ik ben het eens met de opmerking van mevrouw De Bruin dat het niet verstandig is zo'n signaal aan elkaar en richting GS af te geven. Ik ben het eens met de afspraak om inhoudelijk verder in de commissie over dit onderwerp te spreken. Voor het overige blijf ik erbij dat het niet verstandig is geweest. De heer Weijnen (PvdA): Ik meld graag nogmaals dat dit zeker niet in een onbezonnen bui is bedacht. Daarom vertel ik voor de ik weet niet hoeveelste keer dat wij nog steeds achter het voorstel staan om een onderzoek in te stellen. Als het aan ons had gelegen wij hadden graag steun van meer statenleden gehad dan zou de onderzoekscommissie vandaag al door deze staten ingesteld zijn. De voorzitter: Ik concludeer dat de brief op stuk nr. II.8 onderwerp van beraadslaging zal zijn in de volgende vergadering van de commissie Economie en bestuur. De ingekomen stukken op de stukken nrs. I.16, I.17 en I.32 Behelzen het voornemen van GS om af te wijken van het streekplan. Ik verzoek de voorzitter van de commissie Ruimte en groen, de heer Haan, te melden wat de commissie hierover adviseert. De heer De Haan: Voorzitter. Een aantal fracties wil een stemverklaring afleggen over de voorgenomen afwijking van het streekplan vanwege een herziening van het bestemmingsplan Holterberg (I.16) en de woonbestemming voor 26 panden in Haaksbergen (I.17). De commissie stemde in meerderheid met de afwijkingen in. De commissie stemde unaniem in met de voorgenomen afwijking voor Beter met bos en recreatie (I.32). De commissie stelt derhalve voor met de genoemde punten in te stemmen. Tevens stelt de commissie voor de ingekomen stukken I.23 (herijking experiment nieuwe landgoederen) en I.31 (informatie nieuw rijksbeleid inzake permanente bewoning recreatiewoningen) van de agenda af te voeren ter bespreking in de commissie. De voorzitter: Ik geef thans gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen. De heer Vruggink (GL): Voorzitter. De fractie van GroenLinks is tegen het voornemen van GS over "villaverruiming" op de Holterberg (I.16). Wij zijn het absoluut niet eens met de argumenten op het stuk van rechtsbescherming die het college aanvoert om de verruiming toe te staan. Wij hebben er vanmorgen een uitgebreide discussie over gevoerd in de commissie. Die wil ik hier niet overdoen. Dat moet je trouwens ook niet willen, maar het mag duidelijk zijn dat wij absoluut niet achter het voorgestelde beleid staan. De heer Van Dijk (D66): Voorzitter. Ook wij zijn tegen het voornemen van GS over de Holterberg. Niet, omdat wij tegen verruiming van het aantal kubieke meters in het algemeen zijn, maar omdat wij vinden dat verruiming op deze plek niet kan. De fractie van D66 wenst ook een stemverklaring af te leggen over het voornemen van GS over Haaksbergen (I.17), omdat daarbij volgens ons sprake is van willekeur. D66 is net als het college van mening dat het permanent bewonen van recreatiewoningen in het buitengebied moet worden teruggedrongen. D66 vindt rechtsgelijkheid van groot belang en adviseert het college een ander besluit te nemen en wel, de gemeente Haaksbergen te verzoeken het bestemmingsplan buitengebied te herzien in die zin dat aan alle 81 permanent bewoonde recreatiewoningen de bestemming recreatiewoning wordt toegekend. Hiermee ontstaat grote rechtsgelijkheid en wordt het doel van het college beter bereikt dan met het nu voorgenomen besluit.

10 Staten, 17 maart De heer Yildirim (SP): Voorzitter. Ook de SP-fractie is tegen het verder toestaan van bouwconstructies op de Holterberg. Dat gaat ten koste van het groen en de leefomgeving. Wij stellen voor, dit ingekomen stuk te agenderen als bespreekpunt in een volgende statenvergadering. De voorzitter: Ik wijs erop dat de commissie in meerderheid een standpunt heeft ingenomen over de genoemde ingekomen stukken. Dat houdt in het voorstel om in te stemmen met deze stukken. Ik heb de indruk dat uw fractie zich hier niet in kan vinden. Bij een stemverklaring kan alleen worden gemeld dat men voor of tegen iets is of zich van stemming onthoudt. Daarvoor kunnen wel argumenten worden aangevoerd. De heer Dijkhuis (LPF): Voorzitter. Alleen omdat hier sprake is van grote rechtsongelijkheid, zijn wij tegen de voornemens, vermeld in de stukken I.16 en I.17. Zonder stemming wordt overeenkomstig de voorstellen van de commissie Ruimte en Groen besloten. Over de overige ingekomen stukken wordt overeenkomstig de op de agenda vermelde voorstellen besloten. De voorzitter: Mij is gebleken dat er een groot aantal mensen zijn gekomen voor de behandeling van de voorstellen over windenergie. Aangezien ik verwacht dat het nog minstens een uur duurt voordat wij toe zijn aan die voorstellen stel ik voor, deze nu meteen te behandelen. Daartoe wordt besloten. B-voorstellen Nr. 41. Voorstel van gedeputeerde staten van 13 januari 2004, kenmerk RWB/2003/3811, betreffende startnotitie Streekplan Overijssel 2000+; partiële herziening windenergie. Nr. 4. Voorstel van gedeputeerde staten van 16 januari 2004, kenmerk RWB/2003/3810, betreffende beleidsvisie Windenergie Noordoost-Overijssel, inclusief de aanvulling op het ontwerpbesluit van 4 maart Hierbij zijn tevens aan de orde het advies van PCFL en het standpunt van NMO over beide voorstellen (ingekomen stuk I.8) en de brief van Zwolle over de totstandkoming van de beleidsvisie Windenergie Noordoost-Overijssel (ingekomen stuk II.10). De voorzitter: Alle aangemelde insprekers willen bij deze voorstellen het woord voeren. Ik geef allereerst het woord aan de heer Van Dijk. De heer Van Dijk: Mijnheer de voorzitter. Dank voor de geboden gelegenheid. Mijn naam is Lammert van Dijk. Ik ben inwoner van Kamperveen en ik spreek mede namens een groot aantal inwoners van Kamperveen. Het gaat mij om de partiële herziening van het streekplan vanwege windenergie. Waar ligt Kamperveen? Tot het gebied van de provincie Overijssel behoort een klein gebied dat niet over-de-ijssel ligt. In de driehoek gevormd door de IJssel, het Randkanaal en de provinciegrens met Gelderland liggen Kampen, Kamperveen en Zalk. Het gaat om Kamperveen. Er is een Windmolenplan N50-midden in ontwikkeling bij de gemeente Kampen. Mijn inspraak heeft het karakter van "een schot voor de boeg". En dat voor het geval de ontwikkeling van dit windmolenplan wordt voortgezet en ook aan uw staten wordt voorgelegd! Het gaat om landschappelijke kwaliteit. In het voorliggende voorstel staan daarover veel mooie woorden waar het gaat om het inpassen van windmolens in een ruimtelijke relatie met andere infrastructuur als wegen en spoorwegen. Tegen een dergelijke voorstelling maak ik bezwaar. Dat kan wellicht op de tekentafel zo lijken of vanuit de lucht gezien, of ook vanuit het oogpunt dat er reeds geluidsverstoring aanwezig is, maar visueel horizontaal betekent een windmolen een ernstige verstoring van het woon- en leefmilieu. Dat geldt zeker voor Kamperveen. Kamperveen bezit nu links en rechts van de N50 nog een ruim vlak onbebouwd gebied. Daar willen wij geen visuele vervuiling van de zichtlijnen. De N50 ligt er al en straks ligt er de Hanze(spoor)lijn. Kamperveen verzet zich niet tegen deze inbreuken in het landschap. Maar hiermee is het wel genoeg geweest! Met de N50 en de Hanzelijn is te leven, maar windmolens detoneren in onze leefwereld in het weidse landschap waarop wij zo gesteld zijn! En dan de torens van Kampen. Het Kamper stedenlied zingt van "Al van värre zie-j de torens..."

11 Staten, 17 maart Daarin zitten emoties die ook te maken hebben met de beleving in dit gebied. Wij willen dat beeld niet laten verpakken in windgiganten die bij dag en nacht een eens zo mooi uitzicht verpesten! De heer Van Ankum: Voorzitter, geachte leden van provinciale staten. Wij willen u bedanken voor de gelegenheid om onze zienswijze op de beleidsvisie Windenergie nader toe te lichten. Ik spreek namens het Windinitiatief Ruitenveen dat in het onderzoek van Haskoning bekend staat onder de naam Nieuwleusen-West. Het Windinitiatief Ruitenveen is een initiatief van elf grondeigenaren en WIOM en betreft een windpark van tien turbines in Ruitenveen. Hiermee kan een windpark van circa 15 tot 20 MW worden gerealiseerd. Het gaat hierbij om een lijnopstelling met tussen de turbines circa 400 meter afstand. Het windpark kan energie leveren voor circa huishoudens. Wij zijn verheugd dat de beleidsvisie Windenergie Noordoost-Overijssel is opgesteld. Het besluit om het aantal grootschalige locaties voor windenergie te beperken tot twee vechten wij dan ook niet aan. Wel zetten wij kanttekeningen bij het expliciet aangeven van de twee locaties op dit moment. De praktijk in Nederland laat zien dat het plannen van een aantal megawatts aan windenergie iets heel anders is dan het daadwerkelijk realiseren ervan. Bij het zoeken naar windenergielocaties in een groot zoekgebied kunnen niet alle zaken die relevant zijn voor de realisatie van windenergie op voldoende detailniveau worden onderzocht. Dit is ook het geval in de provincie Overijssel. Haskoning heeft prima werk geleverd, maar de opdracht was te beperkt om alle relevante detailinformatie te verwerken in het onderzoek. Dit betekent ons inziens dat uw staten als politiek bestuur van de provincie weliswaar duidelijke kaders dienen te stellen, maar ook enige ruimte in het beleid dienen in te bouwen om toekomstige verrassingen die de realisatie van windturbines bemoeilijken of uitsluiten, te kunnen opvangen. Graag geven wij u enige informatie over het windpark Ruitenveen dat in het onderzoeksrapport Nieuwleusen-West wordt genoemd. Allereerst benadrukken wij dat het windpark De Ruitenveen voldoet aan de voorschriften voor opstelling uit de beleidsvisie voor infrastructuur. Tevens voldoet ons windpark aan de voorschriften voor geluid, schaduw, afstand tot woningen, zoals opgenomen in de AMvB Voorzieningen en installaties. Het project De Ruitenveen is gelegen in het gebied dat kansrijk wordt bevonden voor het plaatsen van windmolens. Daarnaast kan het windpark voldoen aan de richtlijnen voor landschappelijke inpassing als gelijke afstanden tussen de turbine en een rechtelijnopstelling. Verder sluit de lijnvorm van het windpark goed aan op de wegenstructuur van het landschap ter plaatse. In de scoringssystematiek van Haskoning scoren de locaties Dalfserveld en Nieuwleusen-West vrijwel gelijk. Alleen op de punten cultuurhistorische waarden en landschappelijke karakteristiek zijn de scores verschillend. In het ene geval scoort Dalfserveld hoger en in het andere geval Nieuwleusen-West. Dat betekent ons inziens dat beide locaties gelijkwaardig zijn. Wij vragen de provincie niet om meer dan twee locaties aan te wijzen. Er is door de provincie slechts een globale studie verricht. Nu zal eerst de verdere detaillering moeten geschieden om uit te wijzen welke locaties inderdaad kunnen worden gerealiseerd. De ervaring leert dat een nadere detaillering meestal leidt tot vermindering van de mogelijkheden voor windenergie. Daarom: beperk de mogelijkheden op dit moment niet onnodig, want in een latere fase kan dit tot onaangename verrassingen leiden. Daarnaast willen wij u meegeven dat wij van het Windinitiatief Ruitenveen bereid zijn om een eventuele samenwerking met andere initiatiefnemers in de gemeente Dalfsen aan te gaan om tot een zo goed mogelijk afgestemd landschappelijk geheel te komen. Ook zijn wij bereid om mee te denken over de mogelijkheden voor participatie door omwonenden van het windpark, zodat windenergie in Ruitenveen niet alleen iets is van de grondeigenaren, maar ook van de gehele gemeente Dalfsen. Samenvattend: u hebt tot nu toe uw voorkeur uitgesproken voor het realiseren van slechts twee grootschalige locaties. Wij pleiten ervoor bij de westelijke grootschalige opstelling de keuze open te laten tussen Dalfserveld en Nieuwleusen-West. Beide locaties liggen in de gemeenten Dalfsen waardoor u de locatiekeuze overlaat aan de gemeente Dalfsen. De heer Van der Scheer: Dames en heren, ik maak deel uit van de initiatiefgroep N50 Kamperveen te Kampen en ben pachter/grondeigenaar. Sinds het jaar 2000 zijn wij bezig met een plan voor een lijn van zes windturbines, aansluitend aan de zuidzijde van de N50, daar waar over een aantal jaren ook de aanleg van de Hanzelijn wordt verwacht. De Hanzelijn zal aan de noordzijde van de N50 worden gerealiseerd. Onze gedachte was en is dat een lijn van zes turbines langs een combinatie van een drukke N50 en een Hanzelijn niet zal misstaan. Daarnaast is de afstand tot de woningen ruimschoots groter dan de regelgeving voorschrijft. Van hinder voor omwonenden zal dan ook geen sprake zijn. In januari 2003 is de gemeente Kampen gestart met een haalbaarheidsonderzoek waarbij een extern onafhankelijk bureau betrokken is. Dit onderzoek is afgerond met een positief resultaat. De gemeente Kampen is inmiddels gestart met de planologische procedure. Vanavond gaat het waarschijnlijk vooral over de windenergie in Noordoost-Overijssel, waar wij niet onder vallen. Het gaat ons om de partiële streekplanwijziging waarin sprake is van het uitsluiten voor windenergie van gehele

12 Staten, 17 maart gebieden, waaronder de IJsseldelta. Wij weten niet wat daarmee exact wordt bedoeld en of wij daar onder vallen. Indien dit het geval is, hebben wij er problemen mee. De locatie voldoet aan het huidige provinciale beleid, maar blijkbaar is er sprake van een omslag. Zowel voor ons als voor de gemeente Kampen is dat een onaangename verrassing. Wellicht bent u bang voor wildgroei van windturbines. Het is ook uw taak om die niet te laten plaatsvinden. Uw angst komt misschien voort uit het grote aantal plannen voor windenergie in de provincie. De praktijk met windenergie in Nederland laat echter zien dat er behalve in Flevoland in iedere provincie problemen zijn om de gestelde doelen te halen. Ook in de andere provincies zijn plannen genoeg voor windenergie, maar de realisatie blijkt vaak vast te lopen op complexe lokale problemen. Wij willen met dit inspreken onder andere voorkomen, dat ons plan wordt gezien als een van de vele plannen in Overijssel. Wij denken dat wij een bijzondere positie innemen. Onze locatie is immers door de gemeente Kampen al diepgaand onderzocht en positief bevonden. Op iedere concrete locatie voor windturbines zal er sprake zijn van tegenstand. Zo is er en dat hebt u vanavond kunnen horen ook tegenstand tegen onze locatie. Als deze tegenstand massaal was geweest, zouden wij zonder meer zijn gestopt, aangezien wij niet in conflict met onze buren willen leven. Wij worden echter breed gesteund door vele collega-agrariërs en buren. Deze brede steun is voor ons belangrijk om ondanks de tegenstand die er ook is door te gaan. Wij hebben een realistisch en haalbaar plan en weten ons gesteund door de gemeente Kampen. Het plan zal u binnenkort bereiken bij het doorlopen van de planologische procedure. Wij vragen u om ons plan serieus en, zoals het hoort, kritisch in behandeling te nemen en het niet bij voorbaat af te wijzen door grote gebieden voor windenergie uit te sluiten. Wij zouden dat niet eerlijk vinden na al onze inspanning van ruim vier jaar in studies die zijn gebaseerd op het huidige beleid. Wij kunnen ons niet voorstellen dat u dat laat gebeuren. Het inspreken in een vergadering van provinciale staten is voor ons nieuw. Wij stellen het zeer op prijs dat wij de gelegenheid hebben gekregen om ons verhaal te laten horen en danken u voor de belangstelling. Wij hopen op uw begrip. De heer Smit: Mijnheer de voorzitter, dank voor de tijd die u ons gunt. Ik woon aan de Driehoekweg in Stegeren en vertegenwoordig hier het grootste deel van de bewoners van de buurt De Driehoek. Die buurt ligt in de gemeente Ommen tegen Dedemsvaart aan en tegen Hardenberg aan. Als ik u zeg dat de geplande omleiding van de N34 vanaf de Witte Paal door ons gebied loopt, weet u waarschijnlijk wel waar De Driehoek ligt. Wij hebben een brief gericht aan provinciale staten met een tweetal voorstellen. Ik hoop dat die bij u is aangekomen. Ik wil onze voorstellen nog kort toelichten. Ons eerste voorstel is, het aantal windmolens te beperken tot een totale capaciteit van 30 MW. Ik heb gezien dat de doelstelling ten minste 30 MW is. Ik heb ook gezien dat in de nota zelf staat dat de capaciteit misschien wel wat groter zal kunnen zijn. Ik heb dat ook in allerlei krantenberichten gelezen. Ik wil u het een en ander voorhouden. In het convenant BLOW dat is afgesloten, is een totale capaciteit van 1500 MW afgesproken. Daarvan is voor de provincie Overijssel 30 MW weggelegd, oftewel 2%. Waarom? Omdat de provincie de minst geschikte provincie van Nederland is voor windenergie. Van internet kun je alles plukken. Zo komt het dat ik uit overdachte hoek, namelijk uit een windmolenfolder voor de glastuinbouw, de informatie heb dat, wat ook logisch is, de oostkant van Nederland, zo van Overijssel tot aan Limburg, de minste wind heeft en dus niet zo geschikt is voor windenergie. In die folder staan allerlei zones in Nederland. Die 1500 MW in 2010 zal neerkomen op 5% van de totale energiebehoefte. Als u dan uitrekent wat 2% van 5% is, weet u waarover wij het hebben. Wij hebben het over een uiterst geringe bijdrage aan de levering van duurzame energie. Wij hebben het, met enige overdrijving, over bijna niets. Als wij het dan over twee keer zoveel hebben, hebben wij het over twee keer bijna niets en als wij het over drie keer zoveel hebben, hebben wij het over drie keer bijna niets. Het is overdreven, maar ik zeg dit om het in het juiste perspectief te plaatsen, want wij hebben het hier niet over iets waarmee wij de aarde een stuk schoner kunnen maken. Dezelfde overdrijving zie ik in argumentaties voor de windmolens, bijvoorbeeld hoeveel huishoudens duurzame energie zouden krijgen van één windmolen. Het gaat niet om huishoudens. Het beslag van huishoudens is een kwart van het energiegebruik van Nederland. Die vergelijking is dus scheef. Op de collegetafel staat een heel klein model van een windmolen. In werkelijkheid gaat het om molens ter hoogte van de Domtoren in Utrecht. En dan zitten er aan die hoge "toren" ook nog wieken. Dat lijkt mij nog iets anders. Windmolens zijn nog nieuw. Er staan nog niet veel windmolens in het oude land. Wel staan er in de Flevopolder. Op weg van Overijssel naar Tsjechië zag ik in de krokusvakantie dat Duitsland boordevol windmolens staat. Ik vind dat een verschrikkelijk gezicht en meen dat wij niet al te lichtvaardig over het plaatsen van windmolens moeten denken. Iedereen die je spreekt, zou zo'n windmolen niet in z'n achtertuin willen hebben. Ik vraag mij af wie van de statenleden zo'n windmolen in z'n achtertuin krijgt. Wij krijgen dat wél. Dat betekent dat er zorgvuldig mee moet worden omgegaan en dat er voorshands niet meer moeten worden neergezet dan nodig is en met in het achterhoofd de vraag:

13 Staten, 17 maart waar hebben wij het eigenlijk over? Ons tweede voorstel is om een zorgvuldige procedure te volgen. Ik weet wel dat er een procedure is opgenomen in het statenvoorstel dat voorligt, maar wat gebeurt er? Drie weken geleden zijn in Ommen zeven bouwvergunningaanvragen ingediend voor windmolens. Vorige week zijn er zestien bouwvergunningaanvragen ingediend in Hardenberg. Samen zijn dat 23 windmolens. De aanvragen waren van de Initiatiefgroep Verlengde Zestiende Wijk. Er is ook nog een groep die zich noemt Windturbinepark De Driehoek. Er zijn dus grootse plannen. Ik heb het idee dat iedereen zich het hoofd dol laat maken en een goudmijn ziet in windmolens. In De Boerderij van augustus 2003 staat een lijstje van dingen die een boer kan doen om bij te verdienen. Het varieert van natuurbeheer ( 3000 per jaar), minicamping, kaasmakerij, zorgboerderij en crèche tot windenergie. Dat staat met stip bovenaan: per jaar per molen. Dan wil iedereen natuurlijk zo'n molen. Dat er concrete bouwaanvragen zijn ingediend, zet de besluitvorming enorm onder druk. Als je de gemeente belt met de vraag wat je moet doen, krijg je daarop geen duidelijk antwoord. Er gelden wettelijke termijnen. Wij moeten zienswijzen indienen, maar het is de vraag of wij dat nu moeten doen, terwijl wij nog geen alternatieven hebben. Er is een mooi voorstel ingediend voor communicatie. Dat moet in 2005 afgerond zijn, maar er zijn nu al bouwvergunningaanvragen ingediend, waarop de gemeentes volgens mij nú moeten antwoorden. Mijn verzoek aan uw staten is om zo snel mogelijk een duidelijke uitspraak te doen in die zin dat de aanvragers pas op de plaats moeten maken en moeten wachten tot de provinciale besluitvorming is afgerond. De heer Been: Voorzitter, dames en heren leden van de staten. Eigenlijk zouden wij het op een mooie dag als deze hogerop in het gebouw hebben moeten zoeken om in noordoostelijke richting te kijken. U zou dan zien welke invloed de drie windmolens die daar staan op het landschap hebben. Het is nu helaas te laat om dat te doen, want nu kun je de windmolens niet meer zien, maar het zou een goede opening van deze discussie zijn geweest. U zou het misschien ook niet gedaan hebben, voorzitter. Ik spreek namens veel verontruste bewoners en gebruikers, namelijk boeren, van het gebied ten westen van Nieuwleusen. Wij zijn laat in de procedure. Wij weten dat. De fractievergaderingen zijn al achter de rug net als de vergadering van de statencommissies. Toch vragen wij uw staten om begrip. Wij vragen u nog naar ons te luisteren en zo mogelijk in uw discussie straks onze argumenten mee te wegen. Ik heb jarenlang aan uw kant van de tafel gezeten, zij het bij een veel lagere overheid. Ik weet dus hoe moeilijk dat is en kan zijn, maar toch vraag ik het u, namens al die bewoners. Er heerst ongerustheid bij ons in de buurt, niet alleen vanwege de windmolens, maar ook en vooral vanwege de zorglijke situatie in de landbouw. Er ontstaan problemen. De grond wordt niet meer te koop aangeboden of is bijna niet meer te verkopen. Boerengezinnen komen in grote problemen. Agrarische gebouwen zijn straks niet meer te verkopen. Gelukkig doet u er iets aan. Gelukkig liggen er provinciale notities die daarvoor ruimte bieden. Toch is er aanleiding om ons zorgen te maken om dat gebied. Wij willen ervoor zorgen dat dit gebied in stand blijft. Wij, enkele bewoners, hebben op 8 maart jl. een bijeenkomst georganiseerd in de plaatselijke horecagelegenheid. Wij deden dat op het laatste moment. Pas in weekend hebben wij een briefje bij de mensen in de bus gedaan, hopend dat er enkele mensen zouden komen. Ik moet eerlijk zeggen dat wij ook wat vrienden en kennissen hadden uitgenodigd, zodat er in ieder geval tien of vijftien mensen zouden zijn. Er kwamen zoveel mensen dat zij de zaal niet meer in konden. Mensen moesten blijven staan. Dit onderwerp houdt onze omgeving in hoge mate bezig. Veel boeren waren niet aanwezig, maar hebben ons gebeld dat zij het een moeilijke zaak vinden, omdat het tenslotte gaat om collega's die ook hun brood proberen te verdienen en door economische omstandigheden gedwongen zijn om windmolens te plaatsen, terwijl dat helemaal niets met het boerenbedrijf te maken heeft. Het is puur een methode om inkomen te verwerven. Wij hebben ook onder collega-bewoners veel goed rentmeesterschap, als ik die term mag lenen, gezien. Toen wij bij elkaar waren, hebben wij gezegd: wij kunnen het niet alleen hebben over windmolens in Nieuwleusen, wij moeten het ook hebben over de toekomst van de landbouw en over wat wij over tien jaar met dit gebied willen. Wij waren het eens dat wij een visie moeten ontwikkelen. Iedereen zei: laat het niet gebeuren dat er in Nieuwleusen-West of het Dalfserveld of daar in de buurt windmolens komen! Het gebied is dan in één keer voor ons allen verloren voor de toekomst. Ik had het net over die drie windmolens die u van bovenin het provinciehuis zou kunnen zien. Die windmolens staan in Staphorst, 20 kilometer verder. In de stukken staat, dat je als je in elkaars zicht staat een afstand van 4 of 5 kilometer zult moeten aanhouden. Dat is echt onzin, dames en heren. Wij zijn eigenlijk allemaal voor windenergie, want wij moeten werken aan alternatieve energie en aan beperking van de CO 2 -uitstoot, maar niet op deze manier. Ik ben het met u eens dat wij er met ons allen voor moeten zorgen dat in ieder geval het platteland niet verrommelt. De drie windmolens staan formeel in Staphorst, maar materieel staan ze voor de bewoners aan de Meeleweg in Nieuwleusen. Als wij er iets aan willen doen om te voorkomen dat het landschap verrommelt, dan zullen wij ervoor moeten zorgen dat er niet op een afstand van twee of drie kilometer in Nieuwleusen-West iets komt. Gelukkig hebt u daar voorlopig van afgezien. Wat ons betreft, moet u er definitief van afzien. Ook in Dalfserveld

14 Staten, 17 maart zouden er zeker geen windmolens moeten komen. Er ontstaat dan een chaos van windmolens. Ik laat nog maar onbesproken de initiatieven die er mogelijk zijn op het bedrijventerrein Hessenpoort. Wij hebben u per op de hoogte gebracht van onze bezwaren in hoofdlijn tegen zoals het nu gaat. Wij hebben gemeld dat wij voor windenergie zijn. Wij hebben ook gemeld en ik wil dat hier toch nog eens zeggen dat de windkaart van het KNMI, die u allemaal kunt downloaden van internet, aantoont dat het te gek is om los te lopen om in Overijssel windmolens te willen neerzetten. Niemand die rendement nastreeft, bedenkt plaatsing in deze provincie. Maar goed, soms is er sprake van een gelopen koers en moet je daarvan uitgaan. U baseert zich op het rapport-haskoning. Dat is zo licht van argumentatie! Niet bewust waarschijnlijk, maar wij hebben het bekeken en de universiteit van Groningen erbij gehaald. Wij kunnen gemakkelijk met dezelfde argumenten andere gebieden aanwijzen, maar dat wilt u vast niet weten. Ik noem een voorbeeld. Haskoning houdt heel serieus rekening met de laagvliegroute boven Zwolle, wat een heleboel gebieden uitschakelt, maar sinds oktober 2002 wordt er niet meer gevlogen. De staatssecretaris heeft aangegeven dat het niet meer moet. Binnenkort zal in het structuurschema Militaire terreinen waarschijnlijk worden vastgelegd dat het er helemaal afgaat. Moet u eens kijken dat dit betekent voor het rapport-haskoning. Wij hebben gezegd: als wij toch windmolens willen bouwen, wat waarschijnlijk het geval is, laten wij het dan doen op twee of drie grote industrieterreinen verspreid over Overijssel en niet in elkaars zicht. Dat lijkt ons nog steeds de beste oplossing. Wilt u het toch anders doen, dan vraag ik u er rekening mee te houden dat het een forse ingreep in het landschap is, dat het verrommelend is als je in elkaars zicht komt. Laten wij dat voorkomen. Geef een grens aan van 15 kilometer als minimumafstand. Ik hoef dan gelukkig niet meer te spreken over Dalfserveld, Tolhuislanden en Nieuwleusen-West. Staan uw staten er toch op dat er in ons gebied nog meer worden gebouwd, dan lijkt mij de enige oplossing dat u er een paar op de Hessenpoort zet, aan de westkant van de A28, waar nu de zandwinning is, wat kan vanwege de laagvliegroute of dat u er een paar zet bij de windmolens die er nu al staan richting de A28. Wij zijn daar niet blij mee, maar het zou nog een enigszins consistent beeld kunnen opleveren. Wat de procedure betreft, hoop ik dat u de koninklijke weg volgt en dat u voor zo'n belangrijke beslissing als deze eerst het streekplan wijzigt en dan via de gemeenten de bestemmingsplannen. Geef voor dit soort belangrijke zaken niet richting aan de gemeenten via een beleidsnota om vervolgens artikel 19-procedures te gebruiken. De heer Jaegers (PvdA): Voorzitter. Windenergie zal voor onze provincie slechts een bescheiden bijdrage in de winning van schone energie kunnen betekenen; het waait hier meestal niet hard genoeg en ons mooie kleinschalige landschap leent zich er niet zo toe. Over wat fraai is, kan men twisten, maar het zal niet bijdragen aan verbetering van ons landschap. In de bestuursovereenkomst tussen het rijk, de VNG en het IPO is de opgenomen taakstelling voor Overijssel dan ook slechts 30 MW, heel weinig zoals een van de insprekers zei, afgezet tegen het totaal van 1500 MW. Het gaat naar ons idee vooral om een belangrijk psychologisch effect: wij moeten gaan denken over een andere vorm van energiewinning. En dat is prima. Wij zullen wel onze taakstelling moeten halen; daar staan wij voor. De PvdA-fractie staat uiteraard positief tegenover iedere mogelijkheid om schone energie te winnen en daarmee fossiele brandstoffen te sparen en milieuvervuiling tegen te gaan, maar toch staat mijn fractie vooralsnog een terughoudend beleid voor met name om de al genoemde verrommeling van ons landschap tegen te gaan. Als wij toch windmolens plaatsen, dan moet dat gebeuren in grootschalige clusters; dat is een goed uitgangspunt. Wij zijn dan ook tevreden met de opvattingen van het college, neergelegd in de reactienota (de brief van 2 maart) waarin voor de beleidsvisie voor Noordoost-Overijssel wordt aangegeven dat wij plaatsing van windturbines voorlopig beperken tot clusters in de twee meest kansrijke gebieden, te weten Dedemsvaart-Zuid en Dalfserveld. Daar moet voldoende energie kunnen worden opgewekt om aan de afgesproken taakstelling voor onze provincie te voldoen. Misschien is het wel verstandig om af te spreken dat wij, als na een bepaalde tijd, bijvoorbeeld twee jaar na dato, geen daadwerkelijke initiatieven zijn gestart om in deze twee gebieden een aantal turbines te bouwen, op basis van goede criteria kijken naar andere gebieden. Wat ons betreft, blijft het in Noordoost-Overijssel wel beperkt tot maximaal twee locaties. Uit de talloze brieven die ons hebben bereikt en de bijdragen van enkele insprekers vanavond, maken wij op dat er kennelijk verwachtingen zijn gewekt bij ondernemers en gemeenten, die graag willen overgaan tot het plaatsen van windturbines. Ik moet zeggen dat ik dat prematuur vind: uiteindelijk zijn het de staten die over het streekplan gaan. Het ware dus verstandig om eerst het besluit van de staten af te wachten. Ik mag hier overigens niet verhelen mij wat zorgen te maken over de talloze initiatieven die nu worden genomen om windturbines te plaatsen in de kansrijke gebieden en over de dreigende conflicten daar tussen voor- en tegenstanders. Ik denk dat hier een taak ligt om dit te coördineren. Mogelijk is bemiddeling noodzakelijk. Ik vraag mij af of GS daarin een rol kunnen spelen. Graag een reactie hierop.

15 Staten, 17 maart Ook ten aanzien van de startnotitie Windenergie heeft de gedeputeerde goed geluisterd naar de staten. Ons verzoek om de criteria die in de beleidsvisie Windenergie Noordoost-Overijssel zijn vastgelegd, duidelijk als basis te nemen voor de partiële streekplanherziening, is overgenomen. Ook met de overige aanpassingen van de startnotitie zoals voorgesteld in de reactienota zijn wij het eens. Toch nog een paar opmerkingen. In de startnotitie wordt voorgesteld te kiezen voor optie C, dat wil zeggen "Windturbines toestaan in nog te bepalen kansrijke gebieden, passend binnen het nog op te stellen ontwikkelingskader van de provincie en de actieprogramma's van de gemeenten". Het laatste mag wat ons betreft wegblijven: de provincie bepaalt de kaders en legt die vast in het streekplan! En wij doen dat op basis van de vastgestelde criteria. Aanvullend onderzoek naar andere kansrijke gebieden kan wat ons betreft dan ook alleen maar op deze basis geschieden en initiatieven van anderen dienen ook op deze basis te worden beoordeeld. Als wij de tekst zo mogen vertalen, gaat mijn fractie akkoord met deze keuze. Graag helderheid daarover. Provinciale staten stellen in deze startnotities de kaders voor de te maken verordening. Daarna gaan de initiatiefnemers aan de slag en die zullen met gebruikmaking van overheidssubsidies een aantal windturbines realiseren en exploiteren. De ontwikkelingen met betrekking tot duurzame energie staan echter niet stil en het is dan ook heel wel mogelijk dat over een aantal jaren de windmolens in onze provincie niet meer rendabel zijn, bijvoorbeeld door het toenemend gebruik van zonne-energie. Ook daarbij gaan de ontwikkelingen snel. Ik geef in ieder geval de suggestie mee om in de verordening dan ook op te nemen dat na buitengebruikstelling de eigenaar verplicht is tot sloop. Dit om een situatie te voorkomen zoals wij die nu hebben met de overcomplete stallen: eerst met subsidie bouwen en later met subsidie afbreken. Ten aanzien van de aanvragen van initiatiefnemers en gemeenten buiten de thans aangewezen kansrijke gebieden in het kader van het interimbeleid, gaat mijn fractie ervan uit dat in ieder geval de in de beleidsvisie vastgelegde criteria ook daar onverkort en nauwgezet worden toegepast. En dat geldt, met enige aanpassing, ook voor bedrijventerreinen. Er is veel onduidelijkheid op dit moment. Het is dan ook wenselijk, het interimbeleid op zo kort mogelijke termijn om te zetten in een partiële herziening van het streekplan om ongewenste initiatieven tegen te gaan en om zo snel mogelijk duidelijkheid te verschaffen. Er is naar mijn mening spoed geboden. Wij zullen het college dan ook minimaal houden aan het tijdschema, dat in deze startnotitie is neergelegd. De heer Slagman (SGP): Voorzitter. In de afgelopen commissievergadering heeft de SGP-fractie bij de behandeling van het voorliggende onderwerp een duidelijk standpunt ingenomen. Hier ligt aan ten grondslag dat de SGP een voorstander is van duurzame energie vanwege het feit dat dan geen fossiele brandstof nodig is en op deze manier invulling wordt gegeven aan het bijbelse rentmeesterschap. Hoewel het aantal op te wekken megawatts niet aan een maximum is gebonden, zijn wij van mening dat de voorgenomen plaatsing van windturbines moet geschieden in de twee zeer kansrijke gebieden, namelijk Dedemsvaart-Zuid en Dalfserveld. Met de voorgenomen plaatsing voldoet de provincie ruimschoots aan de verplichting die haar is gesteld tot het jaar 2020, namelijk het opwekken van 30 MW. De drie andere kansrijke gebieden dienen daarom naar onze mening zo lang als mogelijk is verschoond te blijven van plaatsing van windturbines. Windenergie mag dan een vorm van schone energie zijn, mooi is ze in onze ogen niet. De turbines zijn naar onze mening erg horizonvervuilend. Op het gebied van windenergie gaan de ontwikkelingen ook door. Onlangs las ik in een artikel dat de mast van windturbines 100 meter hoog kan zijn, met dan nog een wiek erop van 40 tot 50 meter. Denkt u zich dat eens in: een totale hoogte van ruim 140 meter en dat zo maar ergens midden in het landschap. Eigenlijk horen zulke windturbines niet thuis op het platteland. Tijdens de commissievergadering heb ik een vraag gesteld over horizontale turbines. Ik wist niet wat ik mij daarbij moest voorstellen, maar ik werd op mijn wenken bediend door collega Visser van de VVD en ik dank hem daarvoor hartelijk die mij na afloop een artikel aanreikte over een zogenaamde windwall. Dat artikel was gepubliceerd in het blad Verwarming & Ventilatie van september Deze horizontale turbine is geplaatst op het dak van het Deltion College in deze stad. Het artikel en de naam van de betreffende scribent wekten mijn nieuwsgierigheid. Achteraf bleek dat ik hem van heel nabij kende. De SGP-fractie vindt dat de ontwikkeling van de kleine turbines en dan vooral van de horizontale turbines moet worden gestimuleerd. Kleine turbines en vooral horizontale turbines vallen minder of niet op in het landschap en vervuilen daardoor de horizon niet. Wel is nadelig dat de horizontale turbines tot nog toe op een vaste plaats moeten worden gemonteerd en niet met de windrichting meedraaien. Wellicht kan worden overwogen een of meer van dergelijke horizontale turbines te plaatsen op het dak van dit provinciehuis. Naar ik mij heb laten voorlichten moet dit een uitstekende locatie zijn. De renovatie lijkt mij een uitgelezen kans om het te doen. De heer Vruggink (GL): Mag ik nog een nadeel noemen van horizontale windturbines? Die wekken 600

16 Staten, 17 maart keer minder energie op dan een verticale windturbine. Volgens mij zijn er enige miljoenen nodig om de capaciteit te halen die de verticale windturbines waarover wij het nu hebben zullen leveren. De heer Slagman (SGP): Dat weet ik, mijnheer Vruggink. Daarom sta ik ook voor, de ontwikkeling hiervan te stimuleren. Misschien halen de horizontale windturbines de verticale wel in. De heer Vruggink (GL): Technisch gezien zal het nooit harder gaan waaien op het dak van het gebouw dan het nu doet, met die kleine turbines zal het dus ook nooit harder gaan dan nu het geval is. De heer Slagman (SGP): Daarover heb ik mij ook laten voorlichten, mijnheer Vruggink. Tegen de rand van het gebouw aan waait het het hardst. Daar neemt de wind zich als het ware op. Middenop het dak is de wind weg. Op 29 januari jl. is in Amsterdam een workshop gehouden onder de titel "Amsterdam gaat voor de wind". In de stukken daarover staan dergelijke horizontale turbines voor de prijs van exclusief btw. Ik meen dat wij ons als provincie niet door dat bedrag moeten laten afschrikken, de proef op de som moeten nemen en daardoor het plaatsen ervan moeten gaan stimuleren. De ontwikkeling van dit soort turbines moet, zoals gezegd, naar de mening van de SGP-fractie door de provincie worden gestimuleerd. Bovendien hebben wij het over een producent, niet zijnde de scribent van het artikel dat ik zojuist noemde, die in Delden, dus in onze provincie, is gevestigd. Wellicht kan een en ander ook nog positief uitwerken op de werkgelegenheid in onze provincie. Bij fabrieksmatige productie wordt de terugverdientijd van sommige turbines geschat op 7 tot 8 jaar. Ik heb vernomen dat er nog twee ondernemers in Twente zijn die de productie van dergelijke kleine turbines willen opstarten. Andere provincies zouden nu al jaloers zijn op dit initiatief. Wellicht zou dit kunnen leiden tot de windturbineprovincie Overijssel, maar dan mogen het niet van die hele grote turbines zijn. De SGP-fractie pleit voor een optimale plaatsing van de grote windturbines in de voorgestelde twee zeer kansrijke gebieden waardoor het beoogde aantal megawatts ruimschoots wordt gehaald. Wel dient dan naar onze mening rekening te worden gehouden met vogelgebieden. Daarbij zou gebruik kunnen worden gemaakt van infrastructuur die toch alreeds verstoring geeft. Wat de partiële streekplanherziening windenergie (voorstel nr. 41) betreft het volgende. De SGPfractie is van mening dat men het bij deze twee locaties moet laten. Wij zijn tegen wildgroei van grote turbines in het landschap. Wij zijn er daarom voorstander van, het streekplan in die zin aan te passen. De drie overige kansrijke gebieden kunnen naar onze mening altijd nog door middel van een partiële herziening worden aangemerkt als gebied voor plaatsing van windturbines. Wij verwijzen daarbij naar de paragraaf over opstellingsvormen in het buitengebied, waarin staat dat alleen grootschalige opstellingen zullen worden toegestaan. De SGP-fractie kan zich daarom dan ook prima vinden in het aangepaste ontwerpbesluit dat ons bij brief van 8 maart is toegekomen. De heer Jaegers heeft voorgesteld om al bij de ingebruikstelling van een windturbine vast te leggen dat de eigenaar de turbine moet slopen als die niet meer wordt gebruikt. Die suggestie is ons uit het hart gegrepen. Ik zou nog verder willen gaan: eigenlijk zou bij plaatsing een soort borg moeten worden gevraagd die wordt teruggestort bij sloop. De heer Van Dijk (D66): Mijnheer de voorzitter. Waar hebben wij het over? Toen ik de beleidsvisie Windenergie Noordoost-Overijssel las, dacht ik: dat ziet er goed uit, dat is interactief totstandgekomen. De criteria die er onder liggen om te bepalen: in welke gebieden niet en in welke gebieden wél, zijn van vooral milieutechnische aard, prima. Vervolgens werd de beleidsvisie in de commissie behandeld en maakte de commissie van de mogelijke vijf zoeklocaties er twee. Dat is een verenging, eine Beschränkung, zoals de Duitsers zeggen. Ik vind dat jammer. Het is zonneklaar dat wij voorstander zijn van windenergie, overigens ook van zonne-energie, maar die is nu niet aan de orde. Wij zijn er voorstander van om te proberen dat op redelijke termijn daadwerkelijk te realiseren. Wij spreken nu nog slechts over een startnotitie, niet over een wijziging van een streekplan waarbij ook andere afwegingen plaatsvinden. Je moet dan niet op voorhand in je startnotitie de planologische discussie verengen die nog moet plaatsvinden. Dat lijkt mij niet verstandig. Er is een aantal redenen voor te noemen. De heer Jaegers zei dat wij er over twee jaar weer naar moeten kijken. Het is nog maar de vraag of over twee jaar de grond voor die twee locaties beschikbaar is. Je kunt met elkaar praten tot je een ons weegt, maar als de werkelijkheid een andere zal zijn, is het niet slim om het te beperken tot die twee. Een ander aspect is dat er waarschijnlijk sprake zal zijn van een grondprijsopdrijvend effect. U zult zeggen: "daarvan hebben wij als staten geen last", maar ik denk dat wij dat effect toch goed in de gaten moeten houden. Waar ik helemaal niets van snap, is de opstelling van de VVD-fractie. Ik was er niet bij in de commissie, maar mijn partijgenoot die in de commissie zit, heeft mij erover verteld. De VVD-fractie is voorstander van particuliere initiatieven, los van waar die vandaan komen. Ik zou zeggen: kijk eens naar de brief van de gemeente Zwolle, de brief van de ondernemers in Staphorst en andere brieven en denk

17 Staten, 17 maart aan de woorden van de insprekers van vanavond. Ik vind dat de VVD-fractie een enorme draai heeft gemaakt en puur betuttelend bezig is geweest. De heer Visscher (VVD): Voorzitter. Ik vind de vraag die de heer Van Dijk impliciet stelt, niet relevant. Het zou relevant zijn als wij volledig tegen het voorstel zouden zijn, maar wij geven, zij het in beperkte mate met begrenzingen, ondernemers de kans windmolens te plaatsen. Ik heb ook een vraag aan de heer Van Dijk. Hij wil veel geld en tijd steken in het opwaarderen van natuurgebieden in Overijssel. Tegelijkertijd gaat hij die verpesten excuus voor mijn woordgebruik met windmolens. Wil hij dat aan mij en alle mensen op de tribune verklaren? De heer Van Dijk (D66): Voorzitter. Als de heer Visscher met mij wil straatvechten, wil ik dat graag doen. Het is absolute onzin wat hij hier vertelt, want in de beleidsvisie worden heel nadrukkelijk de criteria en kaders aangegeven. Er worden geen natuurgebieden, beeldbepaling of anderszins, verengd of aangevallen. Ik heb om puur pragmatische redenen gezegd dat het op dit moment in de kaderstelling van de startnotitie veel slimmer is om op die vijf locaties uit te komen. Wil je op redelijk korte termijn daadwerkelijk tot uitvoering komen, dan kan het best zijn dat je over twee of vier jaar vaststelt dat je op slechts twee of drie locaties bent uitgekomen. Het is veel slimmer om het zo te doen. De heer Visscher (VVD): Mijnheer Van Dijk, u bent uw verhaal begonnen met te zeggen, zoals ook uw commissielid in de commissievergadering heeft gedaan, dat windmolens verschillend kunnen worden bekeken. De een vindt ze schitterend en de ander niet. U bent democraat, D66'er. U moet ook luisteren naar de bewoners van de gebieden die de windmolens als vreselijk ervaren. U moet niet uitgaan van wat u zelf vindt, maar u moet kijken naar wat anderen ervan vinden, anderen die er blijkbaar last van hebben. De heer Van Dijk (D66): U pakt de boterham met pindakaas eruit, maar alleen al de vijf insprekers waren het niet met elkaar eens. Als wij naar de brieven kijken, zien wij hetzelfde. Alleen, het mandaat ligt bij ons als staten. In sommige gevallen betekent dat een moeilijke afweging en een moeilijk besluit. Dat geldt ook in dit geval, maar wij staan er wel voor. Het is niet zo, dat het veld vrijwel unaniem een bepaalde visie verwoordt. Er ligt een zeer wel afgewogen beleidsvisie op basis waarvan het college in eerste aanleg heeft gekozen, waarin ik het prijs. Vervolgens heeft het college, luisterend naar de commissie, een en ander bijgesteld. Zo hoort het ook. De D66-fractie vindt het evenwel niet verstandig van de staten om op dit moment een dermate verengd besluit te nemen. De heer Dijkhuis (LPF): Mijnheer de voorzitter. Om te beginnen maak ik graag een compliment aan Royal Haskoning voor het uitstekende rapport Windenergie in Noordoost-Overijssel. Het is een duidelijk en goed leesbaar overzicht van allerlei aspecten en een uitvoerige inventarisatie en beoordeling van diverse locaties in Overijssel. Waar echter Haskoning niets aan kan veranderen, is de hoeveelheid wind. Sterker nog, sinds 1988 is er een dalende trend in het niveau van het windaanbod. Het vijfjarengemiddelde is in de periode ten opzichte van de periode met bijna 12% gedaald; 2003 was zelfs een extreem slecht windjaar. In 1991 werd door het rijk en de zogenaamde zeven windrijke provincies de Bestuursovereenkomst Plaatsingsproblematiek Windenergie ondertekend. Overijssel was daar niet bij. Onlangs zag ik in een schoolboekje voor het basisonderwijs de volgende multiple choice-vraag: Bekijk een windkaart in de atlas. In welke provincie kan het best een windturbine worden neergezet? Kruis het goede antwoord aan. Overijssel was daar niet bij. In het plan van aanpak Windenergie van de provincie Overijssel staat een zeer juiste conclusie: Overijssel is geen windprovincie. Waarom dan toch windturbines in Overijssel? De Bestuursovereenkomst Plaatsingsproblematiek Windenergie uit 1991 moest leiden tot een windvermogen van 1000 MW in het jaar Eind 2000 was er nog geen 500 MW gerealiseerd, dus minder dan de helft! Nederland keek ondertussen met argusogen naar landen als Denemarken en Duitsland die in diezelfde periode windenergie sterk zagen groeien. Wij konden uiteraard niet achterblijven. Er moest dus wat op worden gevonden. De oplossing was even simpel als geniaal: Nederland heeft geen zeven, maar twaalf provincies! Dus: laten wij een convenant afsluiten met alle twaalf provincies, die samen zorgen voor voldoende plaatsingsruimte. Elke provincie neemt een deel voor haar rekening. Geld speelt geen rol. En zo werd op 10 juli 2001 de Bestuursovereenkomst Landelijke Ontwikkeling Windenergie, afgekort BLOW, ondertekend. En passant werd de ambitie nog wat opgeschroefd naar 1500 MW op 31 december Zoals gezegd, geld speelt geen rol. Naar de kosten en baten van windenergie hebben veel onderzoekingen plaatsgevonden en er zijn talloze berekeningen over gemaakt. U hebt vast het artikel gelezen in Elsevier van 5 juli 2003 met de kop: "Nieuwe studie toont aan: windmolenplan van de overheid kost 23 miljard euro, verziekt eenderde

18 Staten, 17 maart van het landschap en levert niets op". Naar aanleiding hiervan zijn in de Tweede Kamer vragen gesteld aan de minister. Deze bevestigde noch ontkende de resultaten van het onderzoek, maar gaf toe dat er veel onzekerheden zijn. Dat de kosten bijzonder hoog zijn, is inmiddels bij iedereen wel duidelijk. Wat de baten betreft, een windturbine heeft wind nodig en deze waait lang niet altijd. Er zal dus altijd een back-up nodig zijn: conventionele centrales, die in werking moeten worden gezet als er te weinig wind is. En dat zal in de provincie Overijssel, met haar lage windaanbodniveau, vaak het geval zijn. Er is berekend dat voor driekwart van het windmolenpark gewone elektriciteitscentrales achter de hand moeten worden gehouden. Zelfs in Duitsland, wereldwijd koploper windenergie, is nog geen enkele elektriciteitscentrale gesloten en vervangen door windmolens. De zeer hoge kosten en het lage rendement zouden met heel veel voorbeelden kunnen worden gestaafd, maar voor de Overijsselse omstandigheden is wel duidelijk welke vragen moeten worden gesteld: - Waarom proberen wind te halen waar weinig wind is? - Waarom grote investeringen doen in iets waarvan je weet dat het rendement laag is, althans op een andere plek hoger zal zijn? De Energieraad heeft een advies uitgebracht over duurzame energie. Daarin staat: "Stimulering van duurzame energie moet in het bredere kader van het hele energiebeleid worden gezien. Het gaat immers om het realiseren van een energievoorziening die duurzaam dient te zijn in de zin van economisch aantrekkelijk, ecologisch houdbaar en maatschappelijk acceptabel. Het is wenselijk voor deze componenten van een duurzame energievoorziening werkdoelstellingen vast te leggen. Voorkomen moet echter worden dat deze doelstellingen een eigen leven gaan leiden en al te rigide worden nagestreefd. Het langetermijnbeeld van een duurzame energiehuishouding laat immers nog een scala van mogelijkheden open en het is ook wenselijk dat deze mogelijkheden open blijven." Voor de duidelijkheid, de LPF is voorstander van duurzame energie, maar wel rendabel als het enigszins kan. Voor Overijssel betekent dat volgens mij dat wij duurzame energie niet moeten zoeken in de wind, maar in iets waar wij meer van hebben of kunnen produceren, bijvoorbeeld biomassa. Er is in Overijssel al een aantal heel interessante initiatieven op dit gebied die volgens de berekeningen rendabele energie opleveren en bovendien kunnen afrekenen met een ander probleem van Overijssel: het mestoverschot. De heer Vruggink (GL): Ik begrijp hieruit dat alle ondernemers die op dit moment windturbines in Overijssel willen plaatsen niet kunnen rekenen en dit over een jaar of vijf met zwaar verlies zullen moeten bekopen. De heer Dijkhuis (LPF): Ik denk dat ondernemers zeer goed kunnen rekenen. Als ik een windmolen in mijn tuin plaats en daarvoor krijg, opgebracht door de belastingbetaler, zou ik dat onmiddellijk doen. Vanavond is die mogelijkheid ook genoemd. Dat wil niet zeggen dat daarmee rendabele energie wordt opgewekt. Het andere alternatief, dat vanavond ook al is genoemd, zou de horizontale turbine zijn. Tot slot zou ik tegen het college en de staten willen zeggen: kijk nog een keer goed naar de windkaart en kruis het goede antwoord aan! De heer Evering (CDA): Voorzitter, dames en heren. Onze fractie is content met de aanvulling op het statenvoorstel die het college heeft gestuurd bij brief van 2 maart. Wij ondersteunen als fractie het statenvoorstel beleidsvisie Windenergie Noordoost-Overijssel met de aanpassing die uw college voorstelt na het horen van de commissie Ruimte en groen, namelijk om de twee meest kansrijke gebieden in te vullen. Dat wij zeer zorgvuldig moeten omgaan met de opmerkingen vanuit de samenleving spreekt voor zich, maar ook als staten hebben wij een bepaalde verantwoordelijkheid. Wat het statenvoorstel startnotitie Streekplan Overijssel 2000+; partiële herziening windenergie betreft, zijn wij akkoord met de criteria en met het overnemen van het toetsingskader alsook met uw reactie inzake de minimale oppervlakte van bedrijventerreinen. Ook kunnen wij akkoord gaan met het handhaven van de formulering van de taakstelling. Wij onderschrijven de argumentatie die u geeft, mede gehoord de discussies die nu plaatsvinden onder de bevolking naarmate de consequenties van de taakstelling beter in beeld komen. Onze verwachting is dat na vaststelling van de partiële herziening de gemeenten na het vastleggen ervan in hun bestemmingsplannen met de daaraan gekoppelde procedures hieraan kunnen voldoen. Wij gaan er in ieder geval van uit dat zij hierin zullen slagen. Daarnaast ligt er een brief van de gemeente Zwolle. Er zijn ook brieven van anderen. Hoe denken GS hiermee om te gaan? Onze fractie vindt dat er op korte termijn ook een beleidsvisie moet komen voor het overige deel van de provincie om daar vroegtijdig te kunnen inspelen op aanvragen die er komen. Verder vindt onze fractie dat GS de staten moeten blijven informeren over de ontwikkeling van de aanvragen en van de procedures, zodat wij de taakstelling kunnen volgen.

19 Staten, 17 maart De heer Van Dijk (D66): Ik vind het eigenlijk niet zo relevant op welke wijze het college van GS omgaat met de brieven van Zwolle en Staphorst. Ik meen dat die brieven vooral aan de staten zijn gericht. Mijn vraag aan de CDA-fractie is hoe zij hiermee denkt om te gaan. U hebt net gezegd: wij luisteren naar mensen in de samenleving. Dit zijn ook groeperingen van mensen in de samenleving. Die vraag is dus niet voor het college maar voor u. De heer Evering (CDA): Wij stellen de vraag in eerste instantie toch aan het college, met name vanwege het feit dat in de voorbereidende fase door de provincie is deelgenomen aan de discussie in die gebieden. Naar aanleiding van de opmerkingen van de heren Jaegers en Slagman over het stellen van voorwaarden aan het bouwen van windmolens merk ik op dat het volgens mijn fractie de eigen verantwoordelijkheid van de gemeenten zelf is om bepaalde voorwaarden te stellen. Volgens ons is het niet aan de staten om hierbij het voortouw te nemen. De heer Visscher (VVD): Voorzitter. Excuses voor mijn verkouden stem, ik heb een aantal dagen mogen doorbrengen in winderige gebieden in de Kop van Overijssel. Voorzitter, collega's, dames en heren. Tijdens de vergadering van de commissie Ruimte en groen hebben wij al uitvoerig stilgestaan bij dit onderwerp. Wij zullen die vergadering vandaag niet meer overdoen, mede vanwege de tijd. Namens mijn fractie heb ik gemeld dat wij voorstanders zijn van windenergie, maar ook beperkingen zien voor het plaatsen van windturbines in het mooie Overijsselse landschap. Wij hebben ons akkoord verklaard met de aanwijzing van de twee meest kansrijke gebieden, te weten Dalfserveld en Dedemsvaart-Zuid. Verder wilden wij op dat moment niet gaan. Inmiddels merken wij dat het enthousiasme om turbines te plaatsen tanende is. De raad van Staphorst heeft uitgesproken dat het voorlopig blijft bij de drie geplaatste turbines. De gemeenteraad van Hardenberg heeft ook duidelijk op de rem getrapt en de begrenzing van het meest kansrijke gebied behoorlijk ingedamd. Ook binnen de raad van Dalfsen is een behoorlijke oppositie waarneembaar. Als VVD-fractie zullen wij rekening moeten houden met die politiek-bestuurlijke realiteit. Nu de plannen wat vastere vormen gaan aannemen, zien wij dat ook veel bewonersgroepen uit de aangewezen gebieden en de omgeving erom heen zich bundelen en verzet aantekenen tegen de plaatsing van die turbines. Hun argumenten komen overeen met de argumenten die ik namens mijn fractie in de vergadering van de commissie Ruimte en groen heb uitgesproken. Voorzitter, collega's, dan kom ik nu bij beide voorstellen alsmede de reactienota van gedeputeerde staten. De VVD-fractie gaat akkoord met de voorgestelde locaties Dalfserveld en Dedemsvaart-Zuid, wat het laatste gebied betreft analoog aan het besluit van de gemeenteraad van Hardenberg. Die beperking willen wij dus overnemen. Het zijn uiteraard, zoals mijn CDA-collega al zei, de respectieve gemeenten zelf die uiteindelijk beslissen waar de turbines worden geplaatst en aan welke voorwaarden die plaatsing dient te voldoen. Wij willen ons daar niet in mengen. Wij gaan ervan uit dat beide locaties voldoende mogelijkheden bieden om te kunnen voldoen aan onze taakstelling: het realiseren van ongeveer 30 MW voor het jaar Wel hebben wij een vraag over de te volgen procedure. Mijn collega van de Partij van de Arbeid heeft er ook al over gesproken. Onze vraag is: wie coördineert wat als het gaat over het aantal te plaatsen turbines, waar en hoe? Enerzijds moet ervoor worden gezorgd dat er sprake is van een evenwichtige verdeling over beide locaties. Het kan natuurlijk niet dat in de ene gemeente alles wordt geplaatst en dat de andere gemeente laksheid vertoont. Anderzijds moet ervoor worden gezorgd dat het aantal te realiseren megawatts ook wordt gehaald. Wie bewaakt wat? In het kader van de startnotitie gaat wat mijn fractie betreft de discussie over slechts twee punten: hoe gaan wij om met het overige gebied van Overijssel en hoe gaan wij om met de bedrijventerreinen? Om met het laatste te beginnen, wijs ik nogmaals op ons eerder ingenomen standpunt dat wij akkoord gaan met de twee meest kansrijke gebieden en verder niets. Echter, wij kunnen ons voorstellen dat er bedrijventerreinen in Overijssel zijn die zich lenen voor het plaatsen van windturbines. In de reactienota stellen GS voor om bij de partiële herziening van het streekplan die gebieden te onderzoeken, ze verder in beeld te brengen, ter discussie te stellen en om kaders te stellen. Wij hebben het hier niet over een minimale grootte van 5 ha. Het kan evenzogoed 7,5 ha of 10 ha zijn. Wij komen daarop nog terug. Wij gaan akkoord met het voorgestelde onderzoek. Het zal u verbazen, voorzitter, maar wij doen deze handreiking puur om de verrommeling van het prachtige Overijsselse landschap te voorkomen. Om dezelfde reden hebben wij meer moeite met de invulling van de overige gebieden in Overijssel. Op dat punt hebben wij duidelijk aangegeven zeer terughoudend te willen zijn. Wij laten ons daarbij leiden door een aantal feiten en omstandigheden, die ik puntsgewijs zal aanhalen. Met ons erkennen gedeputeerde staten in de reactienota dat de plaatsingsmogelijkheden van turbines in de rest van Overijssel niet moeten worden overschat. Een ander gegeven is dat Overijssel een prachtige provincie is die zich niet leent om er, zoals onze Oosterburen

20 Staten, 17 maart zeggen, Fremdkörper in te plaatsen. De heer Van Dijk (D66): Voorzitter. Ik heb ernstig bezwaar tegen het neerzetten van beelden die niet juist zijn. Ik teken tegen bezwaar aan tegen de suggestie dat de vijf locaties die in de aanvankelijke beleidsvisie werden genoemd, zouden leiden tot verrommeling van het mooie landschap van Overijssel. De groep die zich heeft beziggehouden met de beleidsvisie heeft zich zeer precies over deze zaak gebogen. Ik vi nd het onterecht dat wordt gesteld dat uit de nota blijkt dat er sprake zal zijn van verrommeling. Dan kan ik wel andere onderwerpen noemen waarvan dat geldt, zoals de kwestie Holterberg. De heer Visscher (VVD): Voorzitter. Ik kan de heer Van Dijk niet overtuigen. Wij noemen het verrommeling, zoals ik al een aantal keren ook in de commissievergadering heb gezegd. De heer Van Dijk mag het best anders noemen, bijvoorbeeld minder fraai of minder prachtig. De heer Van Dijk (D66): Het is niet een kwestie van overtuigen, mijnheer Visscher. Ik zeg slechts dat u de beleidsvisie foutief aanhaalt. U blijft dat ontkennen en dat vind ik jammer. De heer Visscher (VVD): Het zij zo. Het is nu eenmaal ons standpunt, mijnheer Van Dijk. Het spijt mij dat wij niet tot elkaar komen. Zoals gezegd, hebben wij in de commissievergadering aangegeven dat wij akkoord zijn met de twee kansrijke gebieden, maar dat daarmee wat ons betreft de koek op is. Ik heb voorts genoteerd dat, zoals blijkt uit de inspraakreacties van een aantal groepen en uit de standpunten van een aantal gemeenten, dat er steeds meer reacties in negatieve zin komen. Hoe dichter wij bij het beslissen komen, hoe meer verzet er komt, omdat men nu pas inziet wat de gevolgen kunnen zijn voor de woonomgeving. Ook dat is voor ons een feit. Niet onbelangrijk is verder, dat de reactienota van GS ons niet van mening heeft doen veranderen. Al die feiten brengen ons tot de volgende conclusies: wij zijn akkoord met de aanwijzing van de gebieden Dalfserveld en Dedemsvaart-Zuid, wij zijn akkoord met nader onderzoek naar bedrijventerreinen die zich lenen voor de plaatsing van windturbines en wij zullen daarop terugkomen met een positief-kritische houding, maar wij zijn niet akkoord met de door GS voorgestelde optie C om in principe grootschalige opstellingen van windturbines in de kansrijkste gebieden en in het buitengebied in geheel Overijssel toe te staan. Wel zijn wij bereid om sec te beslissen in het geval dat nader onderzoek op basis van de vast te stellen criteria waarover de PvdA-fractie heeft gesproken, leert dat er zich toch nog andere mogelijkheden aandienen binnen Overijssel. Eerder is vanavond al gezegd dat dit kan via een procedure die wij wel vaker toepassen, namelijk een afwijkingsprocedure, dus een herziening van het streekplan. Wij denken dat het aantal voorstellen dat ons zal bereiken minimaal zal zijn. Het college schrijft in de reactienota dat zulke gebieden weinig zullen voorkomen. Wij durven de stelling aan: als het om enkele gebieden gaat, komt u dan maar terug bij provinciale staten die er dan wel over zullen discussiëren. Wij zullen dan heel goed met elkaar overleggen of wij het wel of niet willen. Er komt dan een goed afgewogen beslissing. Een gevolg van het plaatsen van windturbines wil ik nog onder de aandacht brengen. Dat aspect is nog niet zo besproken, omdat het om een uitvoeringszaak gaat. Ik doel op de zogenaamde slagschaduw die de turbines al draaiend werpen. Hoewel wij van mening zijn dat de beoordeling van het voldoen aan de criteria een taak is van de gemeenten, merken wij toch op dat de slagschaduw, net als bij geluidsnormen geldt, een belemmering kan inhouden voor bijvoorbeeld vestiging van bedrijven op een bedrijventerrein. In Soest moet een bedrijf overdag de windmolen stilzetten, omdat het kantoorpersoneel gek wordt van de slagschaduw. Het plaatsen van zo'n windmolen op bijvoorbeeld het RBT Bornerbroek kan gevolgen hebben voor de vestiging van nieuwe bedrijven en wellicht ook voor de uitbreiding van woongebieden in Overijssel. Wij zijn erg benieuwd naar de reactie van het college op het voorstel van de PvdA-fractie om te voorkomen dat er met gemeenschapsgeld een soort sloopfonds moet worden ingesteld als windmolens moeten worden afgebroken. Laat de mensen zelf betalen. Wie weet kan worden gewerkt met een bankgarantie. Het is goed om na te denken over deze suggestie van de PvdAfractie. Mevrouw Van der Bent-van den Hout (CU): Voorzitter. De bespreking van het onderwerp windenergie heeft heel wat stof doen opwaaien. Dit is beslist een onderwerp waarvan burgers en groepen burgers heel goed weten wat het belang is van politieke besluitvorming door provinciale staten. Voor mij als statenlid van de ChristenUnie was het een goede gelegenheid mij te verdiepen in de problematiek rond windenergie. De afgelopen maanden trof ik een tweetal artikelen aan die mij aan het denken zetten. Het eerste was een artikel in Trouw van zaterdag 14 februari jl. over het Milieumanifest, geschreven door Han Labohm, onderzoeker bij het Instituut Clingendael. Hij schreef: "Kyoto werd nooit onderworpen aan een kosten-batenanalyse. Noch de regering, noch het parlement, noch het publiek leek hieraan behoefte te hebben. Dat gold niet alleen voor Nederland, maar voor de hele EU." En even

VERGADERING VAN PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL

VERGADERING VAN PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL VERSLAG van de VERGADERING VAN PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL gehouden op woensdag 7 mei 2003 Aanvang 19.00 uur. Voorzitter: de heer Jansen. Griffier: de heer Alberda van Ekenstein. Aanwezig bij de

Nadere informatie

De gemeenteraad heeft mij verzocht de gemeenteraad in de bezwaarprocedure te vertegenwoordigen en hem waar nodig nader van advies te dienen.

De gemeenteraad heeft mij verzocht de gemeenteraad in de bezwaarprocedure te vertegenwoordigen en hem waar nodig nader van advies te dienen. PER FALK COURIER Aan de gemeenteraad van Boxmeer Postbus 450 5830 AL BOXMEER Nijmegen, 25 oktober 2006 Ons kenmerk : 20041655 TL/cb Inzake : Boxmeer/Windenergie Doorkiesnummer : 024-382 83 94 Direct faxnummer:

Nadere informatie

Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11).

Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11). Persoonsgebondenbudget Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11). Mevrouw Bergkamp (D66): Voorzitter. Eigen regie en keuzevrijheid voor de zorg en ondersteuning die je nodig hebt, zijn

Nadere informatie

Handleiding vergadering Provinciale Staten van Overijssel. Woensdag 27 juni 2007

Handleiding vergadering Provinciale Staten van Overijssel. Woensdag 27 juni 2007 Versie 4 Handleiding vergadering Provinciale Staten van Overijssel Woensdag 27 juni 2007 PROVINCIALS STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. Dat. ontv.: 0 4 JUL 2007 a.d. Routing Bijl.: WOENSDAG 27 juni 2007 aanvang:

Nadere informatie

: beslissing op bezwaarschrift afwijzing verzoek inpassingsplan Lage Weide, gemeente Utrecht. Besluit pag. 4. Toelichting pag. 5

: beslissing op bezwaarschrift afwijzing verzoek inpassingsplan Lage Weide, gemeente Utrecht. Besluit pag. 4. Toelichting pag. 5 College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel DATUM 12 mei 2015 NUMMER PS PS2015RGW06 AFDELING FLO/ MEC COMMISSIE RGW STELLER Dorien van Cooten & Henk de Vries DOORKIESNUMMER DOCUMENTUMNUMMER 8150FBF3

Nadere informatie

Aan de Raad. Uw raad heeft zich tot nu toe (formeel) niet uitgesproken inzake windmolens langs de N33.

Aan de Raad. Uw raad heeft zich tot nu toe (formeel) niet uitgesproken inzake windmolens langs de N33. Aan de Raad. No. : 6/8. Muntendam : 9 september 2005 Onderwerp : Startnotitie MER Windpark N33 --------------------------------------- Inleiding Aanleiding Op 7 april 2005 heeft Blaaswind BV de startnotitie

Nadere informatie

steaten Noordstra, lepie

steaten Noordstra, lepie Noordstra, lepie Van: Aan: Onderwerp: Statengriffie provinsje Fryslân Dorpsbelang RE: Standpunt Dorpsbelang Burgwerd inzake windturbineparken in Friesland Geachte mevrouw Mulder U mail zal ter kennis worden

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2009 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2009 onder nummer

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2009 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2009 onder nummer Dossiernummer 32-2009 OORDEEL Verzoeker de heer E. namens mevrouw O. te Almelo. Datum verzoek Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2009 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2009 onder nummer

Nadere informatie

Gemeente Boxmeer. Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan "Op den Bosch 3, Maashees". Nummer: de Raad van de gemeente Boxmeer

Gemeente Boxmeer. Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan Op den Bosch 3, Maashees. Nummer: de Raad van de gemeente Boxmeer Gemeente Boxmeer Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan "Op den Bosch 3, Maashees". Nummer: AAN de Raad van de gemeente Boxmeer Boxmeer, 29 mei 2007 Aanleiding Op het perceel Op den

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Aalsmeer. Datum: 8 oktober Rapportnummer: 2013/140

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Aalsmeer. Datum: 8 oktober Rapportnummer: 2013/140 Rapport Rapport betreffende een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Aalsmeer. Datum: 8 oktober 2013 Rapportnummer: 2013/140 2 Wat ging er aan de klacht vooraf? Verzoeker dient op

Nadere informatie

Ing. R.B.M. Aagten namens Struisvogel en recreatieboerderij Vrieswijk

Ing. R.B.M. Aagten namens Struisvogel en recreatieboerderij Vrieswijk MEMO Aan Van Betreft Gemeenteraad Montferland Ing. R.B.M. Aagten namens Struisvogel en recreatieboerderij Vrieswijk Aanvullende informatie inzake Bestemmingsplan Buitengebied derde herziening Datum 12

Nadere informatie

December 2017 Jaargang 14 Nummer 3

December 2017 Jaargang 14 Nummer 3 Fractieflits December 2017 Jaargang 14 Nummer 3 INHOUD 1. Omgevingsvisie vastgesteld 2. Lelystad Airport 3. Flevotop 4. Bezoek Brussel 5. Landschapsbeheer 1. Omgevingsvisie vastgesteld In november is door

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 681 Verlenging van de zittingsduur van gemeenteraden in gemeenten waarvoor met ingang van 1 januari 2015 een wijziging van de gemeentelijke

Nadere informatie

: beleid naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad inzake planschade-overeenkomsten

: beleid naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad inzake planschade-overeenkomsten Raad : 30 september 2003 Agendanr. : 11 Doc.nr : B 2003 11821 Afdeling: : Bouwen en Wonen RAADSVOORSTEL Onderwerp : beleid naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad inzake planschade-overeenkomsten

Nadere informatie

Voor agendapunt 7 Vragen halfuur voor raadsleden (raadsvergadering 25 september)

Voor agendapunt 7 Vragen halfuur voor raadsleden (raadsvergadering 25 september) Voor agendapunt 7 Vragen halfuur voor raadsleden (raadsvergadering 25 september) In de bijlage de ambtelijke beantwoording over hoe het proces tot een fusiemelding bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

Nadere informatie

RAPPORT. Het klachtenformulier is gedateerd 10 juli 2012 en bij het secretariaat ingeboekt op 11 juli 2012 onder nummer 2012 042.

RAPPORT. Het klachtenformulier is gedateerd 10 juli 2012 en bij het secretariaat ingeboekt op 11 juli 2012 onder nummer 2012 042. Dossiernummer 2012 042 RAPPORT Verzoeker De heer J.S. M. te Hengelo Datum verzoek Het klachtenformulier is gedateerd 10 juli 2012 en bij het secretariaat ingeboekt op 11 juli 2012 onder nummer 2012 042.

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den haag

De voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den haag a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den haag Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.minocw.nl

Nadere informatie

iiiiiiiiioiiiniiiui Registratienummer: 13.0003415

iiiiiiiiioiiiniiiui Registratienummer: 13.0003415 Registratiedatum:24A)972013 iiiiiiiiioiiiniiiui Registratienummer: 13.0003415 Titel/onderwerp: Beslissen over het initiatiefvoorstel 'Verbeteren omgeving Station Veiperpoorť Datum: 23 september 2013 Van:

Nadere informatie

Windenergie met beleid. Brief aan de raadsleden. Pl atform DUURZAME E N ERGIE W e st Br ab ant - 1 -

Windenergie met beleid. Brief aan de raadsleden. Pl atform DUURZAME E N ERGIE W e st Br ab ant - 1 - Windenergie met beleid Brief aan de raadsleden - 1 - 8 juli, 2009 Geachte raadsleden, De behandeling van het agendapunten windenergie zoals recent heeft plaatsgevonden in de commissievergadering Fysieke

Nadere informatie

Inleiding. Partijen. Inhoud overeenkomst

Inleiding. Partijen. Inhoud overeenkomst Notitie bij raadsvoorstel Bestuursovereenkomst tussen de provincie Noord-Brabant en de gemeenten in de provincie Noord-Brabant in het kader van de uitvoering van reconstructieen gebiedsplannen ex artikel

Nadere informatie

1. Persbericht 20 juni 2013. 2. Verklaring van de burgemeester 20 juni 2013

1. Persbericht 20 juni 2013. 2. Verklaring van de burgemeester 20 juni 2013 Inhoudsopgave 1. Persbericht 20 juni 2013 2. Verklaring van de burgemeester 20 juni 2013 3. Notitie van gemeentesecretaris; motivering voorgenomen ontslag 15 januari 2013 4. Voornemen tot ontslag 22 januari

Nadere informatie

Rapport. Datum: 25 november 2010 Rapportnummer: 2010/335

Rapport. Datum: 25 november 2010 Rapportnummer: 2010/335 Rapport Datum: 25 november 2010 Rapportnummer: 2010/335 2 Klacht Beoordeling Conclusie Onderzoek Bevindingen Klacht Verzoeker klaagt erover dat de gemeente Nunspeet vanaf 1999 onvoldoende actie onderneemt

Nadere informatie

Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing?

Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing? Onderwerp Nummer voorstel Datum voorstel Portefeuillehouder( s) Contactpersoon Afdeling Contactpersoon Email Contactpersoon Telefoon Programmanummer en -naam : 2e wijziging Gemeenschappelijke Regeling

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

BESLUITENLIJST. Vaststelling agenda

BESLUITENLIJST. Vaststelling agenda BESLUITENLIJST Vergadering van Provinciale Staten van Overijssel Woensdag 17 februari 2016 U kunt de Statenvoorstellen en ingezonden brieven via het Staten Informatie Systeem inzien op de website van de

Nadere informatie

PROVINCIE FLEVOLAND. Verbeek. drs T. van der Wal. Provinciale Staten van Flevoland D.t.v. de griffier mevrouw A. Kost INTERN

PROVINCIE FLEVOLAND. Verbeek. drs T. van der Wal. Provinciale Staten van Flevoland D.t.v. de griffier mevrouw A. Kost INTERN Postbus 55 8200 AB Lelystad Provinciale Staten van Flevoland D.t.v. de griffier mevrouw A. Kost Telefoon (0320)-265265 Fox (0320)-265260 E-ma;7 provincie@flevoland.nl Website www.flevoland.nl INTERN Verzenddafum

Nadere informatie

Wijze van afhandelen van bezwaarschriften door Gedeputeerde Staten CBE Inleiding

Wijze van afhandelen van bezwaarschriften door Gedeputeerde Staten CBE Inleiding 1 Wijze van afhandelen van bezwaarschriften door Gedeputeerde Staten CBE03.068 1. Inleiding Op grond van de Algemene wet bestuursrecht is het mogelijk om tegen besluiten van Gedeputeerde Staten bezwaar

Nadere informatie

Zienswijzenrapport. 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel. NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01

Zienswijzenrapport. 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel. NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01 Zienswijzenrapport 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01 Inhoudsopgave Zienswijzen 3 1. Inleiding 3 2. De ontvankelijkheid van zienswijzen 3 3. Overwegingen

Nadere informatie

De gemeente heeft hoger beroep ingesteld. Zo nodig kan bij de Raad van State meteen worden gezegd wat u zelf precies van de aanvraag vindt.

De gemeente heeft hoger beroep ingesteld. Zo nodig kan bij de Raad van State meteen worden gezegd wat u zelf precies van de aanvraag vindt. Raadsvoorstel Inleiding:Ons college heeft op 15 december 2006 op bezwaar besloten een besluit tot bouwvergunning- en vrijstellingverlening te handhaven, voor een carport en veranda op het perceel Laagstraat

Nadere informatie

Stichting Windmolenklachten

Stichting Windmolenklachten Stichting Windmolenklachten Windturbines, een wig tussen de landelijke en provinciale politiek?! Geachte fractie, Binnenkort gaan de Noord-Hollanders weer naar de stembus voor de verkiezingen van de Provinciale

Nadere informatie

Besluitenlijst RAADSVERGADERING

Besluitenlijst RAADSVERGADERING Besluitenlijst RAADSVERGADERING Besluitenlijst openbare vergadering van de raad van de gemeente Brummen op donderdag 26 maart 2015 om 20.40 uur in het gemeentehuis van Brummen AGENDA BESLUIT 1. Opening

Nadere informatie

RAPPORT. Bestuursorgaan : het College van burgemeester en wethouders Onderdeel : OCSW Dossiernummer :

RAPPORT. Bestuursorgaan : het College van burgemeester en wethouders Onderdeel : OCSW Dossiernummer : RAPPORT Bestuursorgaan : het College van burgemeester en wethouders Onderdeel : OCSW Dossiernummer : 14.1.001 Klacht Verzoekers stellen dat zij als direct-belanghebbenden door de gemeente niet zijn betrokken

Nadere informatie

Doel van dit voorstel: De ingediende aanvraag om omgevingsvergunning planologisch mogelijk maken.

Doel van dit voorstel: De ingediende aanvraag om omgevingsvergunning planologisch mogelijk maken. Raadsvoorstel Voorstelnummer: 2015-083 Houten, 17 november 2015 Onderwerp: Verzoek om Verklaring van geen bedenkingen uitbreiden en wijzigen bedrijf Schonauwenseweg 8 Beslispunten: ^ 1. het Toetsingskader

Nadere informatie

Commissie voor Ecologie en Handhaving

Commissie voor Ecologie en Handhaving Griffie Commissie voor Ecologie en Handhaving Datum commissievergadering : 1 februari 2013 Document nummer : 3340603 Behandelend ambtenaar : J.W.H.M. Dankers Directie/bureau : Staten Griffie : EH-0226

Nadere informatie

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2011 1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2. Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit KLACHT Bij brief van 2010,

Nadere informatie

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 14 februari 2008 over de Raad voor het concurrentievermogen.

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 14 februari 2008 over de Raad voor het concurrentievermogen. Tweede Kamer, 54e vergadering, Donderdag 14 februari 2008 Algemeen Concurrentievermogen Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 14 februari 2008 over de Raad voor het concurrentievermogen.

Nadere informatie

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG Wetgeving en Juridische Zaken Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500

Nadere informatie

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Rucphen, 7 november 2012 INHOUD; 1. Procedure 2. Ingediende zienswijzen 3. Inhoud zienswijzen en inhoudelijke

Nadere informatie

ONDERWERP: Vaststellen bestemmingsplan "Motorcrossterrein Arnhem"

ONDERWERP: Vaststellen bestemmingsplan Motorcrossterrein Arnhem Aan de gemeenteraad Documentnummer 2015.0.101.295 Zaaknummer 2015-07-00870 ONDERWERP: Vaststellen bestemmingsplan "Motorcrossterrein Arnhem" Voorstel 1. Gewijzigd vast te stellen het bestemmingsplan "Motorcrossterrein

Nadere informatie

Raad V200701046 versie 3 december 2007. Verordening functioneringsgesprekken burgemeester

Raad V200701046 versie 3 december 2007. Verordening functioneringsgesprekken burgemeester Raadsvoorstel Inleiding:In 2006 is met de fractievoorzitters de afspraak gemaakt dat er in de loop van 2007 een functioneringsgesprek zou worden gehouden met de burgemeester. In het kader van de voorbereiding

Nadere informatie

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010

Nadere informatie

Uitspraaknr. 06.056. De klacht. De feiten. De visie van partijen

Uitspraaknr. 06.056. De klacht. De feiten. De visie van partijen Landelijke Klachtencommissie onderwijs (mr. M.E.A. Wildenburg, S.J. Drijver, R.C.A. Wilcke) Uitspraaknr. 06.056 Datum: 27 juli 2006 Belemmerde communicatie, zonder reden melden van vermoedelijk ongeoorloofd

Nadere informatie

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/092

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/092 Rapport Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/092 2 Klacht Op 26 juni 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw B. te Drachten, met een klacht over een gedraging van Gak Nederland

Nadere informatie

Rapport. Verzoeker De heer K. G., verder te noemen verzoeker. Het verzoek is ingediend door de gemachtigde, de heer C.G. M..

Rapport. Verzoeker De heer K. G., verder te noemen verzoeker. Het verzoek is ingediend door de gemachtigde, de heer C.G. M.. Dossiernummer 2014 054 Rapport Verzoeker De heer K. G., verder te noemen verzoeker. Het verzoek is ingediend door de gemachtigde, de heer C.G. M.. Datum verzoekschrift Op 28 juli 2014 heeft de Overijsselse

Nadere informatie

Rapport. Datum: 6 juni 2007 Rapportnummer: 2007/109

Rapport. Datum: 6 juni 2007 Rapportnummer: 2007/109 Rapport Datum: 6 juni 2007 Rapportnummer: 2007/109 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het college van burgemeester en wethouders van Weststellingwerf in zijn persbericht van 13 april 2006 stelt de bevindingen

Nadere informatie

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid BESLUITENLIJST Voorronde Open Huis Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid Aanwezig: Voorzitter: dhr. J. Buzepol Locogriffier: mw. A. van Wees (locogriffier) Leden:

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) te Leeuwarden. Datum: 20 december Rapportnummer: 2013/198

Rapport. Rapport over een klacht over het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) te Leeuwarden. Datum: 20 december Rapportnummer: 2013/198 Rapport Rapport over een klacht over het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) te Leeuwarden. Datum: 20 december 2013 Rapportnummer: 2013/198 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat zij op 22 mei 2013

Nadere informatie

Geachte heer/mevrouw,

Geachte heer/mevrouw, Nanuru, MH (Anna) Van: Verzonden: Aan: Onderwerp: Bijlagen: Hans Ganzeboom [hejganzeboom@gmail.com] vrijdag 29 januari 2016 10:00 Statengriffie commissie verkeer en vervoer op 3 februari 2016 MKBA-briefPS290116.docx;

Nadere informatie

Provinciale Staten van Noord-Holland

Provinciale Staten van Noord-Holland Provinciale Staten van Noord-Holland Voordracht 81 Haarlem, 13 november 2001 Onderwerp: Reglement ambtelijke bijstand aan statenleden Bijlagen: ontwerpbesluit met toelichting Inleiding Artikel 33 van de

Nadere informatie

Limburg. De partij zal sociale windmolens actief stimuleren, ook solitair staande sociale molens.

Limburg. De partij zal sociale windmolens actief stimuleren, ook solitair staande sociale molens. CDA 2030: 49% CO2- reductie Om landelijke en internationale klimaatdoelstellingen te behalen, zijn ook grootschaliger projecten nodig. De Provincie kan een belangrijke rol vervullen door ontwikkelgebieden

Nadere informatie

Houten, 17 februari Geachte leden van het rondetafelgesprek,

Houten, 17 februari Geachte leden van het rondetafelgesprek, Houten, 17 februari 2015 Geachte leden van het rondetafelgesprek, Inleiding Mijn naam is Ruben Berendts en ik spreek in namens Windpark Goyerbrug. Windpark Goyerbrug is een windpark in ontwikkeling tussen

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Contact maken, inlichtingen verstrekken en onderhandelen

Hoofdstuk 2. Contact maken, inlichtingen verstrekken en onderhandelen Hoofdstuk 2 Contact maken, inlichtingen verstrekken en onderhandelen 48 Gangbare uitdrukkingen bij contact maken en onderhandelen De meeste zinnen die in dit overzicht staan, zijn formeel. U kunt deze

Nadere informatie

Kerntaak/plandoel: Milieu, energie en klimaat: een energieneutraal Gelderland in 2050

Kerntaak/plandoel: Milieu, energie en klimaat: een energieneutraal Gelderland in 2050 STATENBRIEF Onderwerp: Rondvraag over windenergie in Zaltbommel en Apeldoorn Portefeuillehouder: J.J. van Dijk Kerntaak/plandoel: Milieu, energie en klimaat: een energieneutraal Gelderland in 2050 Doel

Nadere informatie

Evaluatie Wet controle op rechtspersonen. Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld

Evaluatie Wet controle op rechtspersonen. Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld 33750-VI Nr. Evaluatie Wet controle op rechtspersonen Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie heeft een aantal vragen ter beantwoording voorgelegd

Nadere informatie

Voor een volledig overzicht van de uitspraken van mijn ambtsvoorganger verwijs ik naar bijlage 1.

Voor een volledig overzicht van de uitspraken van mijn ambtsvoorganger verwijs ik naar bijlage 1. a 1 > Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL 10.0116. Rv. nr..: 10.0116 B&W-besluit d.d.: 5-10-2010 B&W-besluit nr.: 10.1042

RAADSVOORSTEL 10.0116. Rv. nr..: 10.0116 B&W-besluit d.d.: 5-10-2010 B&W-besluit nr.: 10.1042 RAADSVOORSTEL 10.0116 Rv. nr..: 10.0116 B&W-besluit d.d.: 5-10-2010 B&W-besluit nr.: 10.1042 Naam programma +onderdeel: Bereikbaarheid Onderwerp: Besluitvorming ten aanzien van het advies Sleutel tot een

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL NR april Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Parallelweg 3 Bunnik. Aan de raad,

RAADSVOORSTEL NR april Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Parallelweg 3 Bunnik. Aan de raad, RAADSVOORSTEL NR. 19-45 Raadsvergadering Zaaknummer 18 april 2019 653643 Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Parallelweg 3 Bunnik Aan de raad, Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan Parallelweg 3, Bunnik.

Nadere informatie

RAADSBIJEENKOMST LELYSTAD SESSIE 4

RAADSBIJEENKOMST LELYSTAD SESSIE 4 RAADSBIJEENKOMST LELYSTAD SESSIE 4 Datum: 13 maart 2012. Deelsessie: 19.55 20.45 uur in de Calamiteitenzaal Doel: Beeldvorming. Onderwerp: Standpunt ontwikkeling windpark Markermeer. Toelichting: Door

Nadere informatie

Onderwerp Brief van Provincie Zuid-Holland over windenergie A44-zone - Ter kennisname

Onderwerp Brief van Provincie Zuid-Holland over windenergie A44-zone - Ter kennisname BESLUIT OPSCHRIFT Vergadering van 15 oktober 2013 nummer: 2013_BW_00638 Onderwerp Brief van Provincie Zuid-Holland over windenergie A44-zone - Ter kennisname Beknopte samenvatting Het college wordt voorgesteld

Nadere informatie

Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht

Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht Inhoudsopgave Regels Bookmark not defined. 3 Error! Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Hoofdstuk 2 Algemene regels Artikel

Nadere informatie

Rapport. Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110

Rapport. Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110 Rapport Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110 2 Klacht Verzoeker, een Afghaanse asielzoeker, klaagt over de lange duur van de behandeling door de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie

Nadere informatie

Zienswijze op Ontwikkelingskader Horeca Utrecht 2017

Zienswijze op Ontwikkelingskader Horeca Utrecht 2017 Stadsdorp Wolvenburg Aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Utrecht p/a Gemeente Utrecht Ruimtelijke Ontwikkeling en Economie t.a.v. Marco van Dijk, Postbus 16200 3500 CE Utrecht

Nadere informatie

U heeft bij de Nationale ombudsman een klacht ingediend. En dan?

U heeft bij de Nationale ombudsman een klacht ingediend. En dan? U heeft bij de Nationale ombudsman een klacht ingediend. En dan? U heeft bij de Nationale ombudsman een klacht ingediend. En dan? U heeft bij de Nationale ombudsman een klacht ingediend. Daarna hoort u

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Stichting HoogOverHattem. Website:

Stichting HoogOverHattem.   Website: Stichting HoogOverHattem Email: info@hoogoverhattem.nl Website: www.hoogoverhattem.nl Vastgesteld 9 november 2018 Zakelijke gegevens... 2 Doelstelling... 3 Relatie met SATL... 3 Strategie... 4 Voorlichting...

Nadere informatie

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is Essentie uitspraak: Het bestemmingsplan maakt uitbreiding van een tankstation niet mogelijk. De milieuvergunning mag, vanwege het ruimtelijke feit, worden geweigerd. De gemeente is niet verplicht om het

Nadere informatie

Windpark De Veenwieken

Windpark De Veenwieken Nieuwsbrief editie 3 juni 2018 Windpark De Veenwieken In het gebied tussen Ommen, Dedemsvaart en Hardenberg is windpark De Veenwieken gepland. In deze nieuwsbrief houden initiatiefnemers De Wieken BV en

Nadere informatie

Raadsvoorstel Start m.e.r.-procedure windpark Spinder

Raadsvoorstel Start m.e.r.-procedure windpark Spinder 150714-44-RUI-01 Raadsvoorstel start MER procedure Spinder_crdv 1 Raadsvoorstel Start m.e.r.-procedure windpark Spinder Aanleiding Stichting MOED heeft een verzoek om herziening van het bestemmingsplan

Nadere informatie

De agenda wordt gewijzigd vastgesteld: het als agendapunt 13 geagendeerde voorstel PS/2016/763 HMO wordt omgezet naar hamerstuk.

De agenda wordt gewijzigd vastgesteld: het als agendapunt 13 geagendeerde voorstel PS/2016/763 HMO wordt omgezet naar hamerstuk. BESLUITENLIJST Vergadering van Provinciale Staten van Overijssel Woensdag 28 september U kunt de Statenvoorstellen en ingezonden brieven via het Staten Informatie Systeem inzien op de website van de provincie

Nadere informatie

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet.

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet. Hieronder het antwoord van de staatssecretaris van BZK op vragen uit de Kamer over de voorgestelde verlenging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand. Van deze tekst zijn twee versies in omloop geweest

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt er in vervolg op zijn bij de Nationale ombudsman op 5 februari 2008 ingediende klacht over dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) Rotterdam in het

Nadere informatie

Vergadering Provinciale Staten van Overijssel op woensdag 24 mei 2017

Vergadering Provinciale Staten van Overijssel op woensdag 24 mei 2017 BESLUITENLIJST Vergadering Provinciale Staten van Overijssel op woensdag 24 mei 2017 U kunt de Statenvoorstellen en ingezonden brieven via het Staten Informatie Systeem inzien op de website van de provincie

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de gemeente Wierden. Datum: 22 januari 2014. Rapportnummer: 2014/004

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de gemeente Wierden. Datum: 22 januari 2014. Rapportnummer: 2014/004 Rapport Rapport betreffende een klacht over de gemeente Wierden. Datum: 22 januari 2014 Rapportnummer: 2014/004 2 De klacht Verzoekers klagen over de manier waarop de gemeente Wierden is omgegaan met hun

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen te Rotterdam.

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen te Rotterdam. Rapport Rapport betreffende een klacht over het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen te Rotterdam. Datum: 8 oktober 2015 Rapportnummer: 2015/151 2 Samenvatting De vader en moeder van Y. zijn gescheiden.

Nadere informatie

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. PÖ/JLolS/ \OU& 1 8 DEC 2013. Routing

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. PÖ/JLolS/ \OU& 1 8 DEC 2013. Routing Provinciale Staten van Overijsse PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. PÖ/JLolS/ \OU& Dat. 1 8 DEC 2013 ontv.: Routing a.d. Bijl.: Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88

Nadere informatie

B en W. nr d.d

B en W. nr d.d B en W. nr. 13.0175 d.d. 5-3-2013 Onderwerp Schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders van het raadslid E. Krijgsman (D66) d.d. 28 januari 2013 inzake het cameratoezicht bij station

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 12-05-2016 Datum publicatie 19-05-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 7447 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG a > Retouradres Postbus 6375 500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 008 500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 6375 500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl Onze

Nadere informatie

Een onderzoek naar het gebruik van een bodycam/pda door een BOA van de gemeente Maastricht.

Een onderzoek naar het gebruik van een bodycam/pda door een BOA van de gemeente Maastricht. Rapport Een onderzoek naar het gebruik van een bodycam/pda door een BOA van de gemeente Maastricht. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over gemeente Maastricht gegrond. Datum: 8 januari

Nadere informatie

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr.

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. Nr: 13-13 De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 13-13; gelet op artikel 3.30 Wet ruimtelijke ordening (Wro); b e s l u i t : vast te stellen de volgende:

Nadere informatie

Hoofdlijnen behandeling zienswijzen buitengebied en lopende planologische aanvragen die zijn ingediend voor 19 april 2016 Registratienummer:

Hoofdlijnen behandeling zienswijzen buitengebied en lopende planologische aanvragen die zijn ingediend voor 19 april 2016 Registratienummer: RA17.014 I Raadsbesluit Vergaderdatum: 18 april 2017 Hoofdlijnen behandeling zienswijzen buitengebied en lopende planologische aanvragen die zijn ingediend voor 19 april 2016 Registratienummer: 014-2017

Nadere informatie

Vergadering van De commissie Onderzoek van de Rekening. 15 april 2009 COR2008-11. Status verslag Concept. de heer Romijn

Vergadering van De commissie Onderzoek van de Rekening. 15 april 2009 COR2008-11. Status verslag Concept. de heer Romijn Verslag Vergadering van De commissie Onderzoek van de Rekening Vergaderdatum Kenmerk 15 april 2009 COR2008-11 Status verslag Concept Verslaglegging door Telefoonnummer W.L. Walkate (Notuleerservice Nederland)

Nadere informatie

Nota zienswijzen ontwerpbestemmingsplan "Recreatieve Poort 2015" Behoort bij het besluit van de raad van de gemeente Goirle van 9 juni 2015 Mij bekend, De griffier Gemeente Goirle Afdeling Ontwikkeling

Nadere informatie

Betrekken omgeving bij ruimtelijke initiatieven

Betrekken omgeving bij ruimtelijke initiatieven Betrekken omgeving bij ruimtelijke initiatieven Aanleiding Op 2 september heeft het college het volgende verzocht: Maak een voorstel betreffende de wijze waarop omwonenden worden geïnformeerd of betrokken

Nadere informatie

B en W Adviesnota ADVIES. 1. De vragen van de VVD conform bijgevoegde antwoorden beantwoorden. Beantwoording vragen VVD

B en W Adviesnota ADVIES. 1. De vragen van de VVD conform bijgevoegde antwoorden beantwoorden. Beantwoording vragen VVD B en W Adviesnota Onderwerp Beantwoording vragen VVD Zaaknummer Teammanager Margon van den Hoek B & W datum 13 augustus 2018 Afdeling/Team Stad Dorpen en Wijken/Ruimtelijke Ontwikkeling Naam steller Leon

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 504 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de modernisering van de wijze van tenaamstelling van kentekenbewijzen en enkele andere

Nadere informatie

voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Pijnenburg

voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Pijnenburg voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Pijnenburg Geacht college, Tijdens de raadsvergadering van december heeft de raad unaniem besloten de besluitvorming over het voorontwerpbestemmingsplan Landgoed Pijnenburg

Nadere informatie

Voorstelnummer: Houten, 13 mei 2014

Voorstelnummer: Houten, 13 mei 2014 Raadsvoorstel Voorstelnummer: 2014-041 Houten, 13 mei 2014 Onderwerp: Het herontwikkelen van Het Gebouw door middel van de bouw van 10 levensloopbestendige woningen aan de Jonkheer Ramweg 40 in Schalkwijk.

Nadere informatie

3. Het bouwen zonder vergunning is enkel mogelijk indien voor het bouwen op grond van artikel 43 van de Woningwet geen bouwvergunning is vereist.

3. Het bouwen zonder vergunning is enkel mogelijk indien voor het bouwen op grond van artikel 43 van de Woningwet geen bouwvergunning is vereist. Verweerschrift namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Niedorp,inzake het bezwaarschrift van de heer Kok en mevrouw Brugman op het besluit van het college als verzonden d.d. 18-12-2008

Nadere informatie

NOTITIE. Griffie PS Besproken in Procedurecommissie d.d. 25 april 2012.

NOTITIE. Griffie PS Besproken in Procedurecommissie d.d. 25 april 2012. NOTITIE Griffie PS2012-347 Besproken in Procedurecommissie d.d. 25 april 2012. 1. Doel Deze notitie heeft als doel duidelijkheid te verschaffen hoe Provinciale Staten van Gelderland omgaan met geheimhouding.

Nadere informatie

Onderwerp: Reg.nummer: 1. Inleiding 2. Voorstel aan de raad

Onderwerp: Reg.nummer: 1. Inleiding 2. Voorstel aan de raad Raadsstuk Onderwerp: Wabo-projectbesluit: aanwijzing van categorieën van gevallen waarin geen verklaring van geen bedenkingen is vereist en delegatie van de bevoegdheid tot het vaststellen van een exploitatieplan

Nadere informatie

Raadsvoorstel Agendanr. :

Raadsvoorstel Agendanr. : Raadsvoorstel Agendanr. : Onderwerp: Onderzoek rekenkamercommissie naar de Bezwaarafhandeling in de gemeente s-hertogenbosch Reg.nr. : 12. B&W verg.. : Commissie : n.v.t. FES Cie_verg. : 27 augustus 2012

Nadere informatie

Plaatsingsmogelijkheden windturbines in de gemeente Heusden

Plaatsingsmogelijkheden windturbines in de gemeente Heusden College V200900553 Samenvatting: Het college stemt in met de kadernotitie "Plaatsingsmogelijkheden windturbines in de gemeente Heusden" en legt deze ter vaststelling voor aan de raad. Met de kadernotitie

Nadere informatie

Beslisdocument college van Peel en Maas

Beslisdocument college van Peel en Maas Beslisdocument college van Peel en Maas Document openbaar: Ja Zaaknummer: 1894/2014/483107 Besluitnummer: 38 6.3 Onderwerp: Verzoek in het kader van het veegbestemmingsplan buitengebied Venweg 10 Grashoek

Nadere informatie

Voorstel aan de Gemeenteraad

Voorstel aan de Gemeenteraad Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan Vogelhorst, 1e partiële herziening Beleidsveld Portefeuillehouder Vragen bij Dienst Ruimte, Wonen en werken T. Herrema W. de Kleuver Stedelijke Ontwikkeling Telefoon

Nadere informatie

Tevens zijn aanwezig de gedeputeerden Abbenhues (PvdA), Jansen (CDA), Klaasen (VVD), Kristen (PvdA), Ranter (CDA) en Rietkerk (CDA).

Tevens zijn aanwezig de gedeputeerden Abbenhues (PvdA), Jansen (CDA), Klaasen (VVD), Kristen (PvdA), Ranter (CDA) en Rietkerk (CDA). VERSLAG van de VERGADERING VAN PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL gehouden op woensdag 13 september 2006 Aanvang 18.00 uur Voorzitter: de heer Jansen. Griffier: de heer Alberda van Ekenstein. Aanwezig zijn

Nadere informatie

Resultaat Windmolenenquête Wakker Emmen

Resultaat Windmolenenquête Wakker Emmen Resultaat Windmolenenquête Wakker Emmen Datum: 22 mei 2013 Plaats: Emmen 1. Inleiding Wakker Emmen vindt het belangrijk dat de mening van de burger wordt gehoord. Er is al een geruime tijd discussie binnen

Nadere informatie

Memorie van antwoord. Convenant actieve informatieplicht

Memorie van antwoord. Convenant actieve informatieplicht Memorie van antwoord Aan : de leden van de gemeenteraad Van : het college van burgemeester en wethouders en de griffier Datum : 26 januari 2015 Onderwerp : memorie van antwoord bij Nota geheimhouding,

Nadere informatie

Vraag 1 Bent u bekend met de berichtgeving dat vervuilde grond illegaal is gebruikt onder Barneveldse nieuwbouwwijken? 1 2

Vraag 1 Bent u bekend met de berichtgeving dat vervuilde grond illegaal is gebruikt onder Barneveldse nieuwbouwwijken? 1 2 > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie