OPLEIDINGSPROGRAMMA AMBULANCE-VERPLEEGKUNDIGE. BROUWER onderzoek, ontwikkeling en advies Groningen. Klaas Brouwer. in opdracht van: SOSA

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "OPLEIDINGSPROGRAMMA AMBULANCE-VERPLEEGKUNDIGE. BROUWER onderzoek, ontwikkeling en advies Groningen. Klaas Brouwer. in opdracht van: SOSA"

Transcriptie

1 OPLEIDINGSPROGRAMMA AMBULANCE-VERPLEEGKUNDIGE BROUWER onderzoek, ontwikkeling en advies Groningen Klaas Brouwer in opdracht van: SOSA Stichting Opleidingen en Scholing Ambulance-hulpverlening Zwolle mei 1997

2 COLOFON * Opdrachtgever: SOSA Stichting Opleidingen en Scholing Ambulance-hulpverlening Veerallee AE Zwolle * Opdracht: Het bestuur van de SOSA besloot eind 1996 tot de instelling van een "Commissie Vernieuwing Opleidingen" teneinde een geactualiseerd opleidingsprogramma voor de opleidingen Ambulance-verpleegkundige, respectievelijk Ambulance-chauffeur (medisch-assisterend deel) uit te werken. * De Commissie Vernieuwing Opleidingen bestond uit: a. Voorbereidingsgroep Actualisering Opleiding Ambulance-verpleegkundige b. Voorbereidingsgroep Actualisering Opleiding Ambulance-chauffeur en c. Consulenten. * Voorbereidingsgroep Actualisering Opleiding Ambulance-verpleegkundige: 1. W.J.G.G. Gruyters 2. drs. R.A. Lichtveld 3. ing. M. van Driesten 4. drs. K. Brouwer. * Consulenten: 1. Th.W. Wulterkens 2. ing. C.J. Rodenburg 3. drs. R. de Vos. * Interne projectcoördinatie SOSA: ing. M. van Driesten. * Projectleider en auteur van het opleidingsprogramma: drs. K. Brouwer BROUWER Onderzoek, Ontwikkeling & Advies S.O.J. Palmelaan VJ Groningen

3 OPLEIDINGSPROGRAMMA AMBULANCE-VERPLEEGKUNDIGE INHOUD De Opdracht 1 1. De Functie 1.1. Context en Inhoud Taakgebieden Keuzes 5 2. De Opleiding: Doelen en Uitgangspunten 2.1. Kern van de Opleiding Meer dan Kennis Uitgangspunten Leren door Volwassenen Plaats van de Praktijk Toelatings- en Instroombeleid Onderdelen, Fasering en Opbouw Inhoud Docenten Toetsing en Certificering De Opleiding in (de) Tijd en Plaats Formele Regelingen Evaluatie: Bijsturing en Bijstelling Opleiding in Perspectief 28

4 DE OPDRACHT Eind 1996 besloot het Bestuur van de Stichting Opleidingen en Scholing Ambulance Hulpverlening (SOSA) (mede naar aanleiding van het advies van de Opleidingscommissie) de opleidingen ambulanceverpleegkundige, respectievelijk ambulance-chauffeur te gaan vernieuwen. Het bestuur stelde daartoe een Commissie Vernieuwing Opleidingen in, nam een besluit over de bemensing ervan en de rolverdeling en trok een extern projectleider aan voor de eerste fase: het opstellen van de opleidingsprogramma's. De Commissie Vernieuwing Opleidingen kende een subcommissie genaamd Voorbereidingsgroep Actualisering Opleiding Ambulance-verpleegkundige. Deze bestond uit W.J.G.G. Gruyters en drs. R.A. Lichtveld. Het concept is ter schriftelijke consultatie voorgelegd aan Th.W. Wulterkens, ing. C.J. Rodenburg en drs. R. de Vos. Ir. M. van Driesten (beleidsmedewerker SOSA) verzorgde de projectcoördinatie binnen de SOSA en ondersteunde de projectleiding. Drs. K. Brouwer (BROUWER onderzoek, ontwikkeling en advies) tekende voor de externe projectleiding en is de auteur van het opleidingsprogramma. Deze publicatie is de neerslag van de besprekingen in de commissie, voorzover het de opleiding ambulance-verpleegkundige betreft. In dit programma wordt de opleiding beschreven, in grote lijnen. Het is dus geen volledig uitgewerkt curriculum (dat was ook niet het doel), maar de formulering van de randvoorwaarden waarbinnen de nadere uitwerking gestalte moet krijgen. Deze publicatie maakt gedachtenwisseling in de Opleidingscommissie en het formuleren van een advies voor het bestuur mogelijk. Het stuk is daarmee onderdeel van de beleidsvoorbereiding ten behoeve van besluitvorming in het SOSAbestuur. Eenmaal aanvaard dient het als leidraad voor diegenen die betrokken zullen worden bij de concretisering van de opleiding in leerstof, werkvorm en en dergelijke. Het schept het kader voor zowel de inhoud als de organisatie van de toekomstige opleiding. De inhoud van dit opleidingsprogramma kwam tot stand op grond van bestudering van documentatie en een drietal bijeenkomsten van ieder gemiddeld twee uur. De besprekingen werden gevoerd aan de hand van een raamwerk van onderwerpen die in een opleidingsprogramma aan bod moeten komen. Het conceptprogramma is becommentarieerd door de leden van de Voorbereidingsgroep en ter consultatie voorgelegd aan een drietal deskundigen. De inhoud van dit programma is voor verantwoording van de auteur, totdat de Opleidingscommissie en daarna het bestuur van de SOSA de inhoud tot de hare maken. Het vervolg op het gereedkomen van dit programma is: - bespreking van de inhoud in de Opleidingscommissie SOSA; - formulering van een advies door de Opleidingscommissie; - besluitvorming in het bestuur van de SOSA; - aanstelling van personen die de opleiding verder concretiseren, binnen de kaders die in dit opleidingsprogramma zijn gedefinieerd. Opleidingsprogramma Ambulance-verpleegkundige 1 SOSA Zwolle, i.o. drs. K.Brouwer, mei 1997

5 1. De FUNCTIE 1.1. CONTEXT en INHOUD De ambulance-zorg is zich de laatste decennia meer en meer gaan ontwikkelen van 'vervoer' naar 'zorg'. Belangrijkste doel was vroeger om de patiënt zo snel mogelijk onder de hoede te brengen van medici (ziekenhuis of huisarts). De handelingen door de ambulance-verpleegkundige bleven strikt verpleegkundig. Nu begint de gezondheidszorg in de volle breedte op de plaats waar het ambulance-personeel de patiënt aantreft en feitelijk al eerder, namelijk in het contact tussen CPA en de aanvrager van een ambulance. Door de toename van het 'zorgaspect' is de diagnostiek in het werk van de am bulance-verpleegkundige belangrijker geworden. Het w erk kent ook meer en m eer 'cure' aspecten, bijvoorbeeld medicatie. Dat is een van de redenen dat farmacologie als onderdeel in de opleiding meer gewicht moet krijgen dan tot nu toe. De toename van het zorgaspect is mede mogelijk geworden door grotere technische mogelijkheden voor diagnostiek en behandeling in de ambulance. De verpleegkundige kan, op de plek waar de patiënt zich bevindt en tijdens de rit naar een ziekenhuis of een andere plaats, meer dan vroeger. De handelingen komen op de grens van het traditioneel verpleegkundige en het van oorsprong aan medici toebedeelde werkterrein. De afbakening met de eerste-lijns-gezondheidszorg wordt in het algemeen niet als problematisch ervaren; met medisch specialisten is de grensafbakening soms onderwerp van discussie. Er worden tegenwoordig patiënten vervoerd die vroeger niet mochten en konden worden verplaatst. Intensieve zorg kan, in tegenstelling tot voorheen, in de ambulance worden gecontinueerd. Patiënten met meer complexe zorgbehoeften nemen relatief meer plaats in binnen de ambulance-zorg. Het aantal patienten met samengestelde ziektebeelden en/of gecompliceerder klachten is groter dan voorheen, ondermeer als gevolg van de vergrijzing. De patiënt brengt nu gemiddeld meer tijd door in de am bulance. De aanrijtijd (max. 15 minuten) staat meer in de belangstelling dan de "aflever"-tijd. De laatste neemt echter steeds meer toe, onder meer als gevolg van verkleining van het aantal ziekenhuizen (dat betekent langere afstanden); bepaalde handelingen mogen alleen nog in aangewezen ziekenhuizen worden verricht; wachtlijsten (patiënten worden naar een ziekenhuis buiten de regio vervoerd); toegenomen mogelijkheden in de ambulance zelf (diagnostiek en therapeutische handelingen); de verkeersdrukte is gestegen; grotere ambulances zijn minder snel. De traumazorg voor kinderen krijgt de laatste tijd meer aandacht. De ambulance-hulpverlener wordt meer dan voorheen geconfronteerd met psychiatrische problematieken (druggebruik en zwervers). Zowel de lengte van de zorgperiode, de intensiteit als de complexiteit van zorg in de am bulance is met dit alles toegenomen. Het 'care'-aspect kan in het gedrang komen, vanwege de aandacht die de ambulance-verpleegkundige moet hebben voor diagnostiek en 'cure'-aspecten. In de praktijk komt het er veelal op neer dat de ambulanceverpleegkundige aandacht besteedt aan meer dingen tegelijkertijd. Men kan spreken van "geïntegreerd handelen"; niet van volgtijdelijke aandacht voor vervoer, care, diagnose en cure. De "traditionele" opvatting over methodisch handelen waarin allereerst een zo volledig mogelijk beeld van de toestand van de patiënt wordt verkregen is niet altijd bruikbaar in de praktijk. De situatie dwingt de ambulance-verpleegkundige tot handelen, terwijl tegelijkertijd de diagnostiek voortgaat. De aard van de handelingen tijdens acute situaties staat vaak haaks op de noodzaak in de relatie met de patiënt en diens naasten rust te bewaren. Het werk is niet alleen uitgebreider geworden, maar ook complexer. Opleidingsprogramma Ambulance-verpleegkundige 2 SOSA Zwolle, i.o. drs. K.Brouwer, mei 1997

6 De ambulance-verpleegkundige moet qua medische specialismen breder opgeleid zijn dan een (specialistische) verpleegkundige in een ziekenhuis, die meestal op één of enkele medisch specialistische afdelingen werkzaam is. De ambulance-verpleegkundige moet in principe in staat zijn tot het verlenen van acute zorg voor alle leeftijdsgroepen en een grote diversiteit aan ziektebeelden. In de setting van een ziekenhuis kan de verpleegkundige indien nodig steeds een beroep doen op de kennis en kunde van de arts. Een belangrijke (kwalitatieve) trend in de ambulance-zorg is standaardisering van handelen. Met het landelijk introduceren van protocollen (PHTLS: prehospital trauma life support) wordt getracht eenheid te scheppen in de zorgverlening, tot op het operationele niveau. Voorheen werd wel gewerkt met algemene methoden en technieken, maar een individuele zorgverlener had toch een grote mate van vrijheid bij de uitvoering van zijn/haar dagelijkse werkzaamheden. De huidige opleiding ambulance-verpleegkundige is nog onvoldoende afgestemd op de landelijke protocollen; de volledige integratie tussen beide ontbreekt. De inhoud van de vernieuwde opleiding moet wel expliciet relaties vertonen met de protocollen. Het standaardiseren van handelingen in protocollen wil geenszins zeggen dat het personeel klakkeloos de voorgeschreven stappen kan en mag zetten. In iedere situatie zijn interpretaties, inschattingen en oordelen nodig. Deze kunnen alleen worden gemaakt door goed opgeleid en getraind personeel. Was er voorheen met name aandacht voor de vitale functies van de patiënt, nu moet de verpleegkundige zich ook een beeld vormen van de noodzaak van behandeling en van de vraag wie deze behandeling kan uitvoeren. De verpleegkundige moet een oordeel vellen over de vraag of hij/zij zelf kan en mag handelen in een bepaalde situatie, op dat moment. Ook dient hij/of zij in situaties een besluit te nemen naar welke hulpverlener de patiënt wordt doorverwezen (wel of niet meteen naar een ziekenhuis en welke dan, wel of niet meteen naar de huisarts, naar de eerste hulp of naar een gespecialiseerde afdeling). Het belang van de samenwerking tussen ambulance-verpleegkundige en -chauffeur is sterk toegenomen. Op de plaats waar de patiënt wordt aangetroffen vormen zij een team dat hecht moet samenwerken; de verpleegkundige wordt in veel situaties geassisteerd door de chauffeur. Er zijn echter nog te weinig (vooral praktische) dwarsverbanden tussen beider opleidingen. De ambulance-verpleegkundige onderhoudt contacten onderweg en op de plaats waar de patiënt wordt aangetroffen. Daarenboven is de overdracht van de patiënt "bij aflevering" -in ziekenhuis, bij huisarts of elders- een belangrijk aspect in het werk. De ambulance-verpleegkundige heeft essentiële informatie voor de zorgverleners die de zorg overnemen: gegevens over de situatie waarin de patiënt werd aangetroffen, over de verrichte diagnostische onderzoeken en de resultaten daarvan, over de therapeutische en andere handelingen die de verpleegkundige heeft uitgevoerd. In het werk van de ambulance-verpleegkundige zijn steeds meer niet-strikt verpleegkundige werkzaamheden opgenomen: organisatorische, coördinerende, communicatieve en leidinggevende taken. Het werk van de verpleegkundige beperkt zich al lang niet meer alleen tot de zorg voor de patiënt. De verpleegkundige moet in staat zijn om te gaan met verschillende direct en indirect betrokkenen: medisch specialisten, verpleegkundigen in het ziekenhuis, huisartsen, politie, brandweer, overige hulpdiensten, maar ook familie en anderen in de omgeving van de patiënt. Mogelijk worden in het kader van de Wet BIG expliciet voorbehouden handelingen omschreven voor de ambulance-verpleegkundige. De definitieve tekst wordt in december 1997 verwacht. De Wet op de Geneeskundige Behandelings Overeenkomst heeft invloed op de relatie tussen ambulance-verpleegkundige en de patiënt. De laatste moet expliciet toestemming verlenen voor bepaalde handelingen. De patiënt heeft dus rechten. De "juistheid" van zorgverlening is minder vanzelfsprekend dan voorheen. Opleidingsprogramma Ambulance-verpleegkundige 3 SOSA Zwolle, i.o. drs. K.Brouwer, mei 1997

7 1.2. TAAKGEBIEDEN Het functieprofiel van de am bulance-verpleegkundige hoeft op dit moment niet te worden aangepast. Het geeft nog steeds de actuele stand van taakgebieden, taken en werkzaamheden weer. Wel zijn er in de loop der tijd accentverschuivingen opgetreden. Zo zijn taakgebieden 5 en 6 verhoudingsgewijs toegenomen c.q. belangrijker geworden en ook de aandacht voor grootschalige ongevallen en rampen (taakgebied 11) is gestegen. De huidige opleiding is al op deze accentverschuivingen afgestemd. Taakgebieden ambulance-verpleegkundigen 1. Preventieve taken; 2. Voorlichtende taken; 3. Verzorgende taken; 4. Begeleidende taken; 5. Diagnostische taken; 6. Curatieve en therapeutische taken; 7. Administratieve, rapporterende en registrerende taken; 8. Coördinerende taken; 9. Huishoudelijke taken; 10. Taken in het kader van openbare orde en veiligheid; 11. Taken tijdens geneeskundige hulpverlening bij grootschalige ongevallen en rampen; 12. Overige taken. In het profiel komen, naast deze twaalf, nog twee "taakgebieden" voor. Zij werden echter niet als aparte groepen van taken genummerd. Voor de volledigheid gebeurt dat hier wel. 13. Taken op het terrein van de beroepsontwikkeling; 14. Belangenbehartiging voor de patiënt in gevallen waarin deze daartoe zelf niet in staat is. Het beroep kan worden ingedeeld in een verpleegkundig, een 'medisch' en een overig deel. Het verpleegkundig deel van de functieuitoefening is vooral terug te vinden in de taakgebieden 1, 2, 3, 4, 13 en 14; het medisch (instrumenteel, diagnostisch, curatief) deel in taakgebieden 5, 6 en 11. Taakgebied 11 kent zowel verpleegkundige als medische aspecten. Beroepsondersteunende werkzaamheden worden gevat in het overig deel: het betreft met name taakgebieden 7, 8, 9, 10 en 12. De huidige opleiding richt zich eerst en vooral op het deel van het werk, dat men 'medisch' zou kunnen noemen. Voor het verpleegkundig deel van het werk is de beoefenaar opgeleid tijdens zijn/haar initiële opleiding, de praktijkperiode daarbinnen, de uitoefening van de beroepspraktijk in de jaren daarna en de kennis en vaardigheden opgedaan gedurende één van de specialistische opleidingen (BB-) Intensive Care, Coronary Care of Spoedeisende Hulpverlening. De ambulance-zorg beslaat drie groepen van 'producten': besteld vervoer (B-ritten), spoedeisende ritten en de hulpverlening bij grootschalige ongevallen en rampen. In de B-ritten wordt vooral een beroep gedaan op de verpleegkundige kennis, vaardigheden en houdingen en verhoudingsgewijs in mindere mate op andere kennis- en vaardigheids-domeinen. De kennis en vaardigheden noodzakelijk voor het besteld vervoer worden in de huidige opleiding verondersteld reeds aanwezig te zijn op het moment dat de verpleegkundige in de am bulance-sector/de opleiding instroomt. In zijn algemeenheid kan dat uitgangspunt ook voor het geactualiseerde programma gaan gelden. Opleidingsprogramma Ambulance-verpleegkundige 4 SOSA Zwolle, i.o. drs. K.Brouwer, mei 1997

8 1.3. KEUZES Vanuit het functieprofiel bezien zal de inhoud van de geactualiseerde opleiding vooral gericht zijn op de taakgebieden 5 (diagnostische taken), 6 (curatieve/therapeutische taken), 4 (specifieke begeleidingstaken) en 11 (taken tijdens geneeskundige hulpverlening bij grootschalige ongevallen en rampen). Hanteert men het trio 'verpleegkundig, medisch en overig deel' als globale indeling van het beroep, dan zal de geactualiseerde opleiding zich in hoofdzaak richten op het tweede aspect, net zoals dat het geval is met de huidige opleiding. Uitgaande van het soort ritten dat in de ambulance-zorg wordt uitgevoerd, is de opleiding vooral afgestemd op de werkzaamheden tijdens de spoedeisende ritten en in iets mindere mate op grootschalige ongelukken en rampen. Ook daarin zal de geactualiseerde opleiding niet van de huidige afwijken. Verbeterd individueel functioneren van beroepsbeoefenaren is één van de aspecten van kwaliteitszorg. Dit functioneren is niet alleen een kwestie van "weten en kunnen", maar ook van "zijn" (houdingsaspecten). Een professional in de ware zin van het woord m oet kunnen reflecteren over het eigen beroepsmatig functioneren, hij/zij moet vanwege beroepsmatige interesse en uit zichzelf de nieuwste ontwikkelingen volgen, voorstander zijn van intercollegiale toetsing, van het bespreekbaar maken van het eigen beroepsmatig functioneren binnen de dienst. Men moet het vanzelfsprekend en wenselijk vinden eigen fouten ter discussie te stellen, om daaruit te kunnen leren. In het kader van voortgaande kwaliteitsverbetering zouden aan de opleiding daarom onderdelen moeten worden toegevoegd die gericht zijn op beroepsontwikkeling (taakgebied 13). Overigens zou men voor de precieze inhoud hiervan moeten kijken naar de aandacht die aan dit onderwerp wordt besteed in de initiële- en de vervolgopleiding. Opleidingsprogramma Ambulance-verpleegkundige 5 SOSA Zwolle, i.o. drs. K.Brouwer, mei 1997

9 2. De OPLEIDING: DOELEN en UITGANGSPUNTEN 2.1. KERN van de OPLEIDING Op de volgende pagina zijn algemene functies die bij beroepsgericht opleiden kunnen worden onderscheiden, weergegeven. Het eerste, algemene, opleidingsdoel (I) kan op het persoonlijk niveau van de cursist, dus onafhankelijk van het beroep, worden ingevuld (a. individuele ontplooiing), maar ook functioneel (b). Vanzelfsprekend gaat het in het geval van een beroepsopleiding als die tot ambulance-verpleegkundige niet om vormingsdoelen, maar om de persoons- en persoonlijkheidsaspecten van de beroepsuitoefening. Hieronder kan de beroepshouding in zijn algemeenheid vallen, maar ook het houdingsaspect bij de verschillende onderdelen van de functie-uitoefening. Bij het tweede, doel (II) kan onderscheid worden aangebracht tussen aan de ene kant de maatschappelijke vorming van het individu (de cursist als persoon/maatschappelijke vorming) en aan de andere kant de maatschappelijke aspecten van de beroepsuitoefening (de cursist als beroepsbeoefenaar). Tot het laatste zijn bijvoorbeeld ethische vraagstukken, de plaats van de ambulance-hulpverlening in de gezondheidszorg, juridische aspecten, financiering van de ambulance-zorg en de organisatie van de ambulance-hulpverlening, te rekenen. Voorzover de opleiding ambulance-verpleegkundige aandacht schenkt aan deze twee algemene functies van beroepsgericht opleiden zal er een duidelijk verband moeten zijn met het beroep en de functieuitoefening als zodanig. Ook aan beroepskennis, vaardigheden en houdingen ten behoeve van functie-ondersteunende werkzaamheden (III.B.) en die ten behoeve van beroepsuitoefening overstijgende taken (III.C) zal aandacht geschonken moeten worden. De behandeling van deze aspecten van de beroepsuitoefening kan worden geconcentreerd in het algemene deel van de opleiding ambulance-verpleegkundige. Dat is ook nu het geval. Centraal in de geactualiseerde opleiding staan echter de beroepskennis, -vaardigheden en -houdingen; hoofdfunctie III derhalve en daarbinnen al die aspecten die met de directe functie-uitoefening te maken hebben (III.A). Verreweg de meeste nadruk dient te liggen op de technische/technologisch (III.A.1) en methodische kennis en vaardigheden (III.A.2.) en in iets mindere mate op de sociale kennis, vaardigheden en attitudes (II- I.A.3.). Als de aandacht in verhoudingsgetallen wordt uitgedrukt, ziet de opleiding er ongeveer zo uit: Persoonsgerichte aspecten (I), maatschappelijke aspecten (II) en Beroepskennis, -vaardigheden en -houdingen t.b.v. beroepsuitoefening overstijgende taken (III.C) 15 % Beroepskennis, -vaardigheden en -houdingen t.b.v. de directe uitoefening van de functie (III.A.1 t/m III.A.3.) 70 % Beroepskennis, -vaardigheden en -houdingen t.b.v. de functieondersteunende werkzaamheden (III.B.1 t/m III.B.3.) 15 % Opleidingsprogramma Ambulance-verpleegkundige 6 SOSA Zwolle, i.o. drs. K.Brouwer, mei 1997

10 FUNCTIES EN DOELEN van BEROEPSGERICHT OPLEIDEN kenniselementen en/of -doelen vaardigheidselementen en/of -doelen houdingselementen en/of -doelen I. a. individuele ontplooiing; b. persoonlijke/persoonsgerichte aspecten van de beroepsuitoefening; II. a. maatschappelijke vorming; b. maatschappelijke aspecten van de beroepsuitoefening; III. beroepskennis, -vaardigheden, -houdingen A. t.b.v. de directe uitoefening van de functie: B. t.b.v. functie-ondersteunende werkzaamheden: C. t.b.v. beroepsuitoefening-overstijgende taken: 1. technische/technologische kennis en vaardigheden 2. methodische kennis en vaardigheden 3. sociale kennis, vaardig-heden, attitudes 1. administratie, registratie en dergelijke 2. bedrijfsvoering/organisatie en dergelijke 3. voorlichting, promotie, werving en dergelijke 1. onderzoeksmatige kennis en vaardigheden 2. beroepsvernieuwende vaardigheden

11 2.2. MEER dan KENNIS Beroepsgericht opleiden is meer dan kennisoverdracht; met het schema op de vorige pagina wordt dat in een oogopslag inzichtelijk. In de huidige opleiding voor ambulance-verpleegkundigen is verhoudingsgewijs weinig aandacht voor houdingsaspecten; wel voor het kennis- en het vaardigheidsaspect. Een deel van de geplande tijd voor het vaardigheidsonderwijs lijkt echter te worden aangewend voor kennisoverdracht. De huidige opleiding was in hoofdzaak bedoeld voor het zittende personeel. De nadruk heeft gelegen bij het leggen van een theoretisch fundament onder de dagelijkse beroepspraktijk. De beroepsbeoefenaren beschikten reeds over een breed scala aan in de werksituatie opgedane vaardigheden. Omdat de instroom op relatief korte termijn vooral zal gaan bestaan uit verpleegkundigen zonder ervaring in de ambulancezorg (vanwege de vervangingsvraag op de arbeidsmarkt) wordt het belang van vaardigheidstraining groter. Voorgesteld wordt daarom bij de nadere invulling van de contacturen uit te gaan van een verhouding van 40% theorie en 60% vaardigheidstraining/oefensituaties. Kennisaspecten In de opleiding ambulance-hulpverlening is de kennis die wordt overgedragen bedoeld om handelingen die men moet uitvoeren te begrijpen, maar vooral mogelijk te maken. Er is theoretische kennis nodig om in complexe en urgente situaties de juiste diagnose en handelwijze te bepalen. Parate kennis van afzonderlijke feiten is daarbij niet het belangrijkste (deze vaststelling heeft overigens gevolgen voor de wijze van toetsen, maar dit terzijde). Er moet vooral worden geleerd snel, uit een relatief grote hoeveelheid uiteenlopende gegevens in een praktijksituatie, feiten te selecteren die relevant zijn om te (kunnen) handelen. De overgedragen kennis moet ondersteuning bieden bij een bepaalde procesmatige manier van werken, in casu bij het werken met de landelijke protocollen. Al eerder is gesteld dat dit niet het klakkeloos volgen van de stappen betekent. De kennis die in de opleiding aan de orde komt moet vooral het werken volgens de protocollen mogelijk maken. Belangrijk daarbij is de kennis die per protocol nodig is, maar zeker ook de kennis waarmee de onderlinge samenhangen tussen de protocollen inzichtelijk worden. Alleen zo wordt het voor de ambulance-verpleegkundige mogelijk zelfstandig te oordelen over de vraag wat hij/zij in een bepaalde situatie moet doen. Vaardigheidsaspecten In de opleiding moet -meer dan nu- aandacht zijn voor de noodzakelijke vaardigheden. Het vaardigheidsonderwijs betekent enerzijds het volgens de "regelen der kunst" leren uitvoeren van bepaalde (deel- )handelingen als zodanig (technisch-instrumenteel handelen). Daarnaast moet een beginnend beroepsbeoefenaar één en dezelfde 'methode' in uiteenlopende situaties leren toepassen. De verpleegkundige moet een oordeel kunnen vellen of een handeling in een specifieke situatie m ogelijk en/of gewenst is. Naast de juiste téchnische uitvoering is oordeelsvorming over de toepasbaarheid nodig. De verpleegkundige moet bovendien in staat zijn een bepaalde techniek of methodiek aan de specifieke situatie aan te passen; hij of zij moet kunnen kiezen uit een brede range handelingsalternatieven. De standaard-uitvoering van skills is niet altijd mogelijk. Daar waar de ambulance-chauffeur de -verpleegkundige terzijde staat in de zorg voor de patiënt moeten de handelingen van de één afgestemd zijn op die van de ander. De chauffeur assisteert de verpleegkundige bij afzonderlijke handelingen, maar ook in het methodisch werken volgens protocollen. Dit samenwerken moet een "vanzelfsprekendheid" zijn; handelingen van beide moeten elkaar haast automatisch aanvullen en opvolgen, zonder dat iedere stap uitgebreide instructies en communicatie vergt. Deze samenwerking moet worden geleerd, en dus vooral ook geoefend. Opleidingsprogramma Ambulance-verpleegkundige 8 SOSA Zwolle, i.o. drs. K.Brouwer, mei 1997

12 Houdingsaspecten Door expliciet aandacht te schenken aan de persoonsgerichte aspecten van de beroepsuitoefening worden individuele en beroepsmatige houdingen tot onderwerp van leren gemaakt. De maatschappelijke aspecten van de functie zullen in de opleiding voornamelijk invulling krijgen met kenniselementen (organisatie en financiering van de hulpverlening en dergelijke). Een maatschappelijk onderwerp zoals ethiek heeft echter tevens persoonsgerichte of houdings-aspecten waaraan aandacht moet worden geschonken. In het kader van kwaliteitsbewaking is het belangrijk om binnen ambulance-diensten een atmosfeer te creëren van openheid tussen personeelsleden onderling: men moet zelf fouten en missers bespreekbaar maken door deze te melden. Daaraan zitten niet alleen formele en communicatieve kanten, maar ook houdingsaspecten. Opleidingsprogramma Ambulance-verpleegkundige 9 SOSA Zwolle, i.o. drs. K.Brouwer, mei 1997

13 2.3. UITGANGSPUNTEN Zowel voor de opleiding in zijn geheel als voor afzonderlijke onderdelen kunnen een zestal richtlijnen voor de organisatorisch en operationele uitwerking worden geformuleerd: 1. Actieve verwerking: de aangeboden leerstof moet dusdanig zijn vorm gegeven dat cursisten gestim uleerd worden deze actief te verwerken. Receptief of passief leren dient te worden voorkomen. Het zelfstandig -zonodig met enige ondersteuning- leggen van verbanden tussen onderdelen van de leerstof moet worden bevorderd, omdat dit het leerresultaat ten goede komt en zelfs essentieel is voor de uiteindelijk kwaliteit van de beroepsuitoefening. 2. Systematische feedback: in het algemeen kijken volwassenen met bepaalde 'vooringenomenheden' naar nieuwe omgevingen, kennis en leerervaringen. Deze 'preconcepties' zijn het resultaat van ervaringen in privé-, werk- en leersituaties. Veelvuldige, systematische en concrete feedback over de leerstof en over de verwerking daarvan moet vertekeningen en misverstanden voorkomen; 3. Herkenbaar begrippenkader: de cursist moet, in ieder geval gedeeltelijk, de (nieuwe) leerstof kunnen herkennen vanuit eigen ervaringen, voorkennis, bekende termen, feiten, concepten en gebeurtenissen. Met name in de aanvangsfase van de opleiding moet de cursist vertrouwde woorden, situaties en ervaringen in voorbeelden, opdrachten en dergelijke kunnen herkennen; 4. Directe toepasbaarheid: leermotivatie en -effect worden positief beïnvloed door de toepasbaarheid van opleidingsinhouden. De vertaalslag tussen theorie en praktijk moet zo klein mogelijk worden gehouden. Illustraties van toepassingsmogelijkheden zijn van meer belang dan algemeen geldige, abstracte, regels en modellen; 5. Aangepaste sociale context: het leren van nieuwe zaken door volwassenen dient vanuit een 'vriendelijke', sociale sfeer te gebeuren. Competitie en concurrentie moeten worden vermeden. In de interactie tussen docent en cursist moet zoveel mogelijk gelijkwaardigheid worden nagestreefd. Ook de samenwerking tussen cursisten onderling is van groot belang; 6. Aangepaste logistieke context: cursisten moeten het gevoel hebben dat zij de leersituatie overzien, beheersen en beïnvloeden. Aan de ene kant wil men weten wat men kan verwachten. Anderzijds mag het programma niet als dwangbuis worden ervaren. Dat vraagt om enige flexibiliteit in de tijdsplanning en de mogelijkheid de invulling van het programma aan te passen aan de wensen van de cursisten. uit Het leren van volwassenen: theorieën en grondprincipes. Thijssen,drs.J.G.L en mw.drs.i.de Greef; in Handboek Opleiders in Organisaties; Kessels, drs.j.wm en drs.c.a.smit (redactie); Deventer, 1989, Kluwer. De overdracht van kennis dient vooral via zelfstudie van teksten/literatuur plaats te vinden. Zo kunnen de contacturen met name gericht zijn op verwerking van die kennis, op het leggen van verbanden tussen de verschillende elementen van de overgedragen kennis, maar vooral de toepassing. Opleidingsprogramma Ambulance-verpleegkundige 10 SOSA Zwolle, i.o. drs. K.Brouwer, mei 1997

14 2.4. LEREN door VOLWASSENEN In de opleiding hebben zowel begripsmatige kennis ('de theorie') als ervaringen ('de praktijk') een plaats. In de organisatorische en operationele uitwerking van het programma dient rekening te worden gehouden met de wijze waarop volwassenen leren. Leerstijlen van volwassenen lopen nogal uiteen. De kans is groot dat dit ook het geval is in de cursusgroep. Toch zijn er een aantal aspecten te noemen die, zowel in de opbouw van de opleiding als geheel, als in de onderscheiden onderdelen, steeds aan bod moeten komen. Hierbij wordt de leercyclus van Kolb als uitgangspunt genomen: het leren van volwassenen voltrekt zich in een cyclisch proces, bestaande uit vier stadia, te weten: 1. concrete ervaringen; 2. observatie en reflectie; 3. vorming van abstracte begrippen en generalisaties; 4. toetsing van begrippen in nieuwe situaties/experimenten. Voor de ene volwassene begint het leren in het eerste stadium, voor een ander in het tweede, voor weer een ander in het derde, enzovoorts. Ieder leerproces doorloopt echter uiteindelijk alle vier de stadia. De leerstijlen van de cursisten in de leergang zullen, zoals gezegd, verschillen. De mogelijkheid om op dat punt een homogene groep te creëren is niet aanwezig. Daarom dient in de opleiding als geheel, maar ook in de afzonderlijke onderdelen te worden uitgegaan van een aanpak waarin telkens zoveel mogelijk de vier stadia of aspecten van het leerproces aan de orde komen. Opleidingsprogramma Ambulance-verpleegkundige 11 SOSA Zwolle, i.o. drs. K.Brouwer, mei 1997

OPLEIDINGSPROGRAMMA AMBULANCE-CHAUFFEUR MEDISCH-ASSISTEREND GEDEELTE. BROUWER onderzoek, ontwikkeling en advies Groningen.

OPLEIDINGSPROGRAMMA AMBULANCE-CHAUFFEUR MEDISCH-ASSISTEREND GEDEELTE. BROUWER onderzoek, ontwikkeling en advies Groningen. OPLEIDINGSPROGRAMMA AMBULANCE-CHAUFFEUR MEDISCH-ASSISTEREND GEDEELTE BROUWER onderzoek, ontwikkeling en advies Groningen Klaas Brouwer in opdracht van: SOSA Stichting Opleidingen en Scholing Ambulance-hulpverlening

Nadere informatie

Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige

Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied intensive

Nadere informatie

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied

Nadere informatie

ZORG voor de OPLEIDING

ZORG voor de OPLEIDING ZORG voor de OPLEIDING profiel van de BEROEPSOPLEIDING voor de ENDOSCOPIE-ASSISTENT/-VERPLEEGKUNDIGE GASTRO-ENTEROLOGIE in opdrachtvan: NVGE-SEA Sectie Endoscopie-Assistenten van de Nederlandse Vereniging

Nadere informatie

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot dialyse verpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot dialyse verpleegkundige Eindtermen voor de vervolgopleiding tot dialyse verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot dialyse verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied van de dialyse

Nadere informatie

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige Eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied kinderverpleegkundige

Nadere informatie

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care kinderverpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care kinderverpleegkundige Eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care kinderverpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care kinderverpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied

Nadere informatie

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige Eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied van de

Nadere informatie

Functieprofiel Ambulanceverpleegkundige (uitgebreid)

Functieprofiel Ambulanceverpleegkundige (uitgebreid) Functieprofiel Ambulanceverpleegkundige (uitgebreid) Doelstelling van de functie: Verleent ambulancezorg aan patiënten, stelt een werkdiagnose en voert op basis daarvan conform protocol de noodzakelijke

Nadere informatie

Fundamentele vraagstukken

Fundamentele vraagstukken Fundamentele vraagstukken gekoppeld aan het Bekwaamheidsbeleid Verpleegkundig Centralist Meldkamer Ambulancezorg Nederlandse Vereniging van Medisch Managers Ambulancezorg Verpleegkundigen & Verzorgenden

Nadere informatie

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene

Nadere informatie

ITEMLIJST voor EXTERNE GESPREKKEN

ITEMLIJST voor EXTERNE GESPREKKEN ITEMLIJST voor EXTERNE GESPREKKEN opgesteld in het kader van de ontwikkeling van strategisch beleid voor de SOIG te Groningen Groningen, mei 1995, Klaas Brouwer Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd

Nadere informatie

Porfolio. Politie Vormingscentrum

Porfolio. Politie Vormingscentrum Porfolio 1. Inleiding 2. Wat is een portfolio? Hoe gebruik je het portfolio Reflectieverslagen Persoonlijke leerdoelen formuleren Werkwijze en denkmodel om opgaven/problemen op te lossen 1. INLEIDING Ligt

Nadere informatie

Beroepen in beweging

Beroepen in beweging Vooraf In juni 2015 heeft de ANT haar standpunt Werkzaamheden Assisterend Personeel uitgebracht. Het document is een goede basis om in overleg met opleidingsinstituten en tandartsen tot een voor de patiënt

Nadere informatie

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care neonatologie verpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care neonatologie verpleegkundige Eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care neonatologie verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care neonatologie verpleegkundige is ontleend

Nadere informatie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen

Nadere informatie

Opleidingsprogramma DoenDenken

Opleidingsprogramma DoenDenken 15-10-2015 Opleidingsprogramma DoenDenken Inleiding Het opleidingsprogramma DoenDenken is gericht op medewerkers die leren en innoveren in hun organisatie belangrijk vinden en zich daar zelf actief voor

Nadere informatie

Verpleegkundig Centralist/ Verpleegkundig Centralist i.o.

Verpleegkundig Centralist/ Verpleegkundig Centralist i.o. Voor onze Meldkamer (MKA) zijn wij op zoek naar kandidaten voor de functie van: Verpleegkundig Centralist/ Verpleegkundig Centralist i.o. Arbeidsduur: Functie-inhoud: 36 uur per week Als Verpleegkundig

Nadere informatie

Medic Special Forces: de hogere kunst van het pleisterplakken

Medic Special Forces: de hogere kunst van het pleisterplakken Medic Special Forces: de hogere kunst van het pleisterplakken tekst: sgt. Derek de Vries Lees het volledige artikel in de FALCON Grizzly, this is Mike ready to copy nine-liner This is grizzly, ready to

Nadere informatie

OPLEIDING INTENSIVE CARE VERPLEEGKUNDIGE

OPLEIDING INTENSIVE CARE VERPLEEGKUNDIGE OPLEIDING INTENSIVE CARE VERPLEEGKUNDIGE 1. Deskundigheidsgebied van de intensive care verpleegkundige blad 2 van 11 2. Eindtermen voor de opleiding intensive care verpleegkundige blad 6 van 11 LRVV Deel

Nadere informatie

Inhoud. Introductie tot de cursus

Inhoud. Introductie tot de cursus Inhoud Introductie tot de cursus 1 Inleiding 7 2 Voorkennis 7 3 Het cursusmateriaal 7 4 Structuur, symbolen en taalgebruik 8 5 De cursus bestuderen 9 6 Studiebegeleiding 10 7 Huiswerkopgaven 10 8 Het tentamen

Nadere informatie

Erkenning van opleidingsonderdelen supervisieopleidingen

Erkenning van opleidingsonderdelen supervisieopleidingen Erkenning van opleidingsonderdelen supervisieopleidingen Er bestaan twee erkende categorieën opleidingsonderdelen: de methodisch-didactische scholing in het kader van de opleidingsroute voor supervisoren;

Nadere informatie

Leergang Deelnemeradministraties

Leergang Deelnemeradministraties DEFINITIEF Leergang Deelnemeradministraties 1/9 21 november 2013 PBLQ HEC - Leergang Deelnemeradministraties Leergang Deelnemeradministraties Plan van Aanpak versie 1.0 datum 21 november 2013 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen Begrippenlijst Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden Register Zorgprofessionals Uitvoeringsregelingen Vastgesteld door het College Kwaliteitsregister V&V en Register Zorgprofessionals op 10

Nadere informatie

Arbo- en Milieudeskundige

Arbo- en Milieudeskundige Arbo- en Milieudeskundige Doel Ontwikkelen van beleid, adviseren, ondersteunen en begeleiden van management, medewerkers en studenten, alsmede bijdragen aan de handhaving van wet- en regelgeving, binnen

Nadere informatie

Moduleboek Homiletiek. Leerjaren 3 en 4

Moduleboek Homiletiek. Leerjaren 3 en 4 Moduleboek Homiletiek Leerjaren 3 en 4 2012-2014 1 Module Homiletiek keuzevak PW-/GL-variant leerjaren 3 en 4 drs. J. van Mourik ORIËNTATIE 1. Titel collegeserie Het Woord vertolken 2. Introductie a. Wat

Nadere informatie

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006 Competentieprofiel Instituut voor Interactieve Media Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006 Aangepast in maart 2009 Inleiding De opleiding Interactieve Media

Nadere informatie

DE DOMEINBEPALING VAN HET BEROEP

DE DOMEINBEPALING VAN HET BEROEP DE DOMEINBEPALING VAN HET BEROEP Hoe verhouden de psychiatrisch verpleegkundige en de SPV zich binnen het werkgebied tot elkaar? Dit artikel is een weergave van een lezing, welke werd gehouden op de lustrumviering

Nadere informatie

3. Opleidingskader voor de opleiding Informatiecoördinator

3. Opleidingskader voor de opleiding Informatiecoördinator 3. Opleidingskader voor de opleiding Informatiecoördinator In het project GROOTER worden onder andere opleidingskaders ontwikkeld voor drie functiegerichte opleidingen voor Bevolkingszorg. In dit hoofdstuk

Nadere informatie

Raamplan Artsopleiding 2009

Raamplan Artsopleiding 2009 Raamplan Artsopleiding 2009 Prof. dr. Roland Laan UMC St Radboud Nijmegen Onderwerpen - Historie en Doel - Student wordt Arts; wordt Specialist - Rollen en competenties - Kennis, vaardigheden en attitudes

Nadere informatie

Chapter 9 Samenvatting CHAPTER 9. Samenvatting

Chapter 9 Samenvatting CHAPTER 9. Samenvatting Chapter 9 Samenvatting CHAPTER 9 Samenvatting 155 Chapter 9 Samenvatting SAMENVATTING Richtlijnen en protocollen worden ontwikkeld om de variatie van professioneel handelen te reduceren, om kwaliteit van

Nadere informatie

Gespecialiseerd Verzorgende Somatiek

Gespecialiseerd Verzorgende Somatiek De opleiding GVS Gespecialiseerd Verzorgende Somatiek De opleidingen van IMOZ onderscheiden zich door Benadering vanuit praktijksituaties naar uitwisseling aangevuld met theorie. Door deze drie stappen

Nadere informatie

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen Begrippenlijst Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden Register Zorgprofessionals Uitvoeringsregelingen Vastgesteld door het College Kwaliteitsregister V&V en Register Zorgprofessionals op 10

Nadere informatie

Organisatiescan persoonsgerichte zorg

Organisatiescan persoonsgerichte zorg Organisatiescan persoonsgerichte zorg Doel organisatiescan: bijdragen aan implementatie (-bereidheid) van persoonsgerichte zorg en gezamenlijke besluitvorming in de organisatie. Insteek is op organisatieniveau.

Nadere informatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden

Nadere informatie

DESKUNDIG AAN HET WERK OUDEREN. Trainingen op het gebied van psychische problemen of psychiatrische stoornissen

DESKUNDIG AAN HET WERK OUDEREN. Trainingen op het gebied van psychische problemen of psychiatrische stoornissen DESKUNDIG AAN HET WERK OUDEREN Trainingen op het gebied van psychische problemen of psychiatrische stoornissen 2 3 INHOUDSOPAVE PAGINA Kennis over psychische problemen bij ouderen nodig?! 4 Praktische

Nadere informatie

OPLEIDING SPOEDEISENDE HULP VERPLEEGKUNDIGE

OPLEIDING SPOEDEISENDE HULP VERPLEEGKUNDIGE OPLEIDING SPOEDEISENDE HULP VERPLEEGKUNDIGE 1. Deskundigheidsgebied van de spoedeisende hulp verpleegkundige blad 2 van 12 (aanpassing m.b.t. methodiek conform Collegebesluit april 2002) 2. Eindtermen

Nadere informatie

Samenwerking. Zorg zonder Zorgen! Randvoorwaarden. Resultaat

Samenwerking. Zorg zonder Zorgen! Randvoorwaarden. Resultaat Inleiding Zorg zonder Grenzen b.v. is een relatief jong bedrijf en een nieuwe loot van Uitzendgroep Werk! B.V.; een uitzend, wervingen selectiebureau dat al langer actief is in de internationale arbeidsbemiddeling.

Nadere informatie

Doel. Context VSNU UFO/INDELINGSINSTRUMENT FUNCTIEFAMILIE ONDERWIJS- & ONDERZOEKSONDERSTEUNING VAARDIGHEIDSDOCENT VERSIE 3 APRIL 2017

Doel. Context VSNU UFO/INDELINGSINSTRUMENT FUNCTIEFAMILIE ONDERWIJS- & ONDERZOEKSONDERSTEUNING VAARDIGHEIDSDOCENT VERSIE 3 APRIL 2017 Vaardigheidsdocent Doel Ontwikkelen en verzorgen van buiten de kaders van de wetenschappelijke onderwijsonderdelen maar binnen de kaders van het beleid van de instelling, faculteit, opleidingsinstituut,

Nadere informatie

0-meting opleidingsinstituut [naam opleidingsinstituut] leergang [naam leergang]

0-meting opleidingsinstituut [naam opleidingsinstituut] leergang [naam leergang] 1. Eisen aan het onderwijs 1. Er wordt opgeleid tot beginnend beroepsbeoefenaar manschap A en/of bevelvoerder. 2. Er is sprake van beroepspraktijkvorming: - er is sprake van een stevige integratie tussen

Nadere informatie

Programma van toetsing

Programma van toetsing Programma van toetsing Inleiding In samenwerking met onderwijskundige experts hebben we ons programma van toetsing ontworpen. Het programma van toetsing is gevarieerd en bevat naast kennistoetsen en beoordelingen

Nadere informatie

Visie op verpleegkundige professionaliteit

Visie op verpleegkundige professionaliteit Visie op verpleegkundige professionaliteit Verpleegkundige professionaliteit en trots Verpleegkundigen zijn van cruciaal belang voor het leveren van kwalitatief hoogstaande zorg in het MCL. De afgelopen

Nadere informatie

2. Opleidingskader voor de opleiding Teamleider Preparatie nafase

2. Opleidingskader voor de opleiding Teamleider Preparatie nafase 2. Opleidingskader voor de opleiding Teamleider Preparatie nafase In het project GROOTER worden onder andere opleidingskaders ontwikkeld voor drie functiegerichte opleidingen voor Bevolkingszorg. In dit

Nadere informatie

BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL VASCULAIR DIAGNOSTISCH LABORANT. een programma van eisen voor de beroepsopleiding vasculair diagnostisch laborant

BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL VASCULAIR DIAGNOSTISCH LABORANT. een programma van eisen voor de beroepsopleiding vasculair diagnostisch laborant BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL VASCULAIR DIAGNOSTISCH LABORANT een programma van eisen voor de beroepsopleiding vasculair diagnostisch laborant juli 2013 INHOUD - Colofon i - Inleiding ii 1. Het Beroep 1.1.

Nadere informatie

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend.

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend. Naam student: Studentnummer: Evaluatieformulier meewerkstage CE In te vullen door de bedrijfsbegeleider van de stage biedende organisatie voorafgaand aan het eindgesprek met de stagedocent. De stagiair

Nadere informatie

Opleiding Leidinggeven

Opleiding Leidinggeven Opleiding Leidinggeven Voor wie? De Opleiding Leidinggeven richt zich naar (bege)leiders van teams, organisaties en bedrijven: managers, directeuren, HR-managers, projectleiders, coördinatoren, teamcoaches

Nadere informatie

Tijd Doel Werkvorm Benodigdheden

Tijd Doel Werkvorm Benodigdheden Module 1 Inhoud programma: Nieuw beroepsprofiel Bachelor Nursing 2020. Informatie over het nieuwe beroepsprofiel t.a.v. praktijkleren, CanMEDS-rollen. Stagewerkplan/portfolio, opstellen leerdoel, begeleiden

Nadere informatie

Keuzedeel mbo. Triage. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0289

Keuzedeel mbo. Triage. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0289 Keuzedeel mbo Triage gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0289 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op: 26-11-2016 2 van

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement h. Functie docent Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub h Besluit personeel veiligheidsregio s 1.1 Algemene

Nadere informatie

Beschrijving in hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid Chauffeur

Beschrijving in hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid Chauffeur Beschrijving in hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid Chauffeur Versie 0.1 Beschrijving in hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid Chauffeur In dit document wordt een beschrijving op hoofdlijnen

Nadere informatie

2 ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE OPLEIDING Naam

2 ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE OPLEIDING Naam SAMENVATTING AANVRAAG DOELMATIGHEIDSTOETS AD OUDERENZORG 1 BASISGEGEVENS INSTELLING Soort aanvraag: Naam instelling Nieuwe opleiding Avans Hogeschool Contact Adres Bezoekadres: Professor Cobbenhagenlaan

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning 83 5.1 Leerdoelen en persoonlijke doelen 84 5.2 Het ontwerpen van het leerproces 87 5.3 Planning in de tijd 89

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning 83 5.1 Leerdoelen en persoonlijke doelen 84 5.2 Het ontwerpen van het leerproces 87 5.3 Planning in de tijd 89 Inhoud Inleiding 9 1 Zelfsturend leren 13 1.1 Zelfsturing 13 1.2 Leren 16 1.3 Leeractiviteiten 19 1.4 Sturingsactiviteiten 22 1.5 Aspecten van zelfsturing 25 1.6 Leerproces vastleggen 30 2 Oriëntatie op

Nadere informatie

Sport en Welzijn. Advanced Nursing Practice Masteropleiding Amsterdam

Sport en Welzijn. Advanced Nursing Practice Masteropleiding Amsterdam Gezondh Sport en Welzijn Advanced Nursing Practice Masteropleiding Amsterdam Gezondheid, Sport en Welzijn Masteropleiding Verpleegkundig Specialist De masteropleiding Advanced Nursing Practice (ANP) leidt

Nadere informatie

Ambulanceverpleegkundige i.o.

Ambulanceverpleegkundige i.o. Voor alle standplaatsen van Ambulance Amsterdam zijn wij voor de opleiding per 1 mei 2015 op zoek naar kandidaten voor de functie van: Ambulanceverpleegkundige i.o. Arbeidsduur: Functie-inhoud: Arbeidsvoorwaardenkader:

Nadere informatie

ECTS-fiche. Opleiding. Geïntegreerde competentieverwerving 2. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot

ECTS-fiche. Opleiding. Geïntegreerde competentieverwerving 2. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Module Code Lestijden Studiepunten Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot GMW Geïntegreerde competentieverwerving 2 AD2 40 n.v.t. 220 JA aanvragen

Nadere informatie

Beroepscode doktersassistent. Nederlandse Vereniging van Doktersassistenten

Beroepscode doktersassistent. Nederlandse Vereniging van Doktersassistenten Beroepscode doktersassistent Nederlandse Vereniging van Doktersassistenten Beroepscode Doktersassistent Wat is een beroepscode? Een beroepscode bevat ethische en praktische normen en waarden van het beroep.

Nadere informatie

Nikki van der Meer. Stage eindverslag. Stage Cordaan Thuiszorg.

Nikki van der Meer. Stage eindverslag. Stage Cordaan Thuiszorg. Nikki van der Meer. Stage eindverslag Stage Cordaan Thuiszorg. Klas: lv13-4agz2 Student nummer: 500631386 Docentbegeleider: Marieke Vugts Werkbegeleider: Linda Pieterse Praktijkopleider: Evelien Rijkhoff

Nadere informatie

BEOORDELINGSKADER ERKENNINGSAANVRAAG VERPLEEGKUNDIGE VERVOLGOPLEIDING

BEOORDELINGSKADER ERKENNINGSAANVRAAG VERPLEEGKUNDIGE VERVOLGOPLEIDING BEOORDELINGSKADER ERKENNINGSAANVRAAG VERPLEEGKUNDIGE VERVOLGOPLEIDING Toelichting bij het gebruik van het beoordelingskader: Het beoordelingskader is een werkdocument voor opleidingscommissies om zo op

Nadere informatie

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK BASISSCHOOL DE HOBBEDOB

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK BASISSCHOOL DE HOBBEDOB RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK BASISSCHOOL DE HOBBEDOB School : Basisschool De Hobbedob Plaats : Weesp BRIN-nummer : 11UH Onderzoeksnummer : 92563 Datum schoolbezoek : 19 maart 2007 Datum vaststelling : 15

Nadere informatie

Specialisatieopleiding arbeids- en organisatiemediation

Specialisatieopleiding arbeids- en organisatiemediation mensenkennis De partijen op één lijn te krijgen en zo het conflict ombouwen naar een goede samenwerking. Dat is een fantastische uitdaging. Specialisatieopleiding arbeids- en organisatiemediation Arbeids-

Nadere informatie

OVERZICHT EINDTERMEN FARMEDUCA

OVERZICHT EINDTERMEN FARMEDUCA 1. Inleiding OVERZICHT EINDTERMEN FARMEDUCA Beroepsprofiel en eindtermen De Eindtermen van Farmeduca zijn opgesteld om als handvatten te dienen bij het vormgeven van de initiële opleiding voor artsenbezoekers.

Nadere informatie

Interculturele Competentie:

Interculturele Competentie: Interculturele Competentie: Een vak apart W. Shadid, Leiden, mei 2010 Inleiding In deze korte uiteenzetting wordt aandacht besteed aan het onderwerp interculturele competenties waarop de laatste tijd en

Nadere informatie

OPLEIDING SPOEDEISENDE HULP VERPLEEGKUNDIGE

OPLEIDING SPOEDEISENDE HULP VERPLEEGKUNDIGE OPLEIDING SPOEDEISENDE HULP VERPLEEGKUNDIGE 1. Deskundigheidsgebied van de spoedeisende hulp verpleegkundige blad 2 van 12 (aanpassing m.b.t. methodiek conform Collegebesluit april 2002) 2. Eindtermen

Nadere informatie

Functiebeschrijving Hoofd Opleidingsinstituut Huisartsgeneeskunde LUMC

Functiebeschrijving Hoofd Opleidingsinstituut Huisartsgeneeskunde LUMC Functiebeschrijving Hoofd Opleidingsinstituut Huisartsgeneeskunde LUMC Functiebeschrijving hoofd opleidingsinstituut huisartsgeneeskunde LUMC, pagina 1 Hoofd Opleidingsinstituut Huisartsgeneeskunde Leids

Nadere informatie

TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING. Professioneel Handelen

TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING. Professioneel Handelen TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING 1 LEERRESULTATEN EN COMPETENTIES Doelstellingen competenties Structuur en éénduidigheid Uniformiteit in formulering 2 LEERRESULTATEN EN COMPETENTIES Generieke competenties

Nadere informatie

Functieomschrijving Circulation Practitioner

Functieomschrijving Circulation Practitioner Functieomschrijving Circulation Practitioner Landelijke Vakgroep van Circulation Practitioners Definitie functie specialistisch verpleegkundige IC 1 /CC 2 specialisatie binnen het aandachtsgebied van de

Nadere informatie

Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging

Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging Beroepsprofiel verzorgende IG altijd dichtbij werkt voor DE ZORG www.nu91.nl Landelijk Overleg Opleidingen Verpleegkunde Een nieuw beroepsprofiel:

Nadere informatie

Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie. Opbrengsten ontwikkelsessie 5. Wat zijn bouwstenen?

Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie. Opbrengsten ontwikkelsessie 5. Wat zijn bouwstenen? Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie Wat hebben onze leerlingen nodig om uit te groeien tot volwassenen die bijdragen aan de samenleving, economisch zelfstandig zijn én met zelfvertrouwen in het leven staan?

Nadere informatie

Generalistische basis ggz

Generalistische basis ggz Generalistische basis ggz Informatie voor verwijzers Generalistische basis ggz Met ingang van januari 2014 heeft Mondriaan, naast haar specialistische zorgaanbod, ook een aanbod in de generalistische basis

Nadere informatie

NEUROMOTOR TASK TRAINING

NEUROMOTOR TASK TRAINING NEUROMOTOR TASK TRAINING Hulp aan bewegingszwakke kinderen vanuit een wetenschappelijk fundament. Cursuscoördinator Theo de Groot Neuromotor task training (NTT) is een wetenschappelijk onderbouwde behandelmethode

Nadere informatie

Interculturele Competenties:

Interculturele Competenties: Interculturele Competenties: Een vak apart W. Shadid Leiden, mei 2010 Interculturele Competenties 2 Inleiding Vooral in multiculturele samenlevingen wordt de laatste tijd veel nadruk gelegd op interculturele

Nadere informatie

5. Opleidingskader voor de procesopleiding Verplaatsen mens en dier

5. Opleidingskader voor de procesopleiding Verplaatsen mens en dier 5. Opleidingskader voor de procesopleiding Verplaatsen mens en dier In het project GROOTER worden onder andere een aantal opleidingskaders ontwikkeld voor processen onder Bevolkingszorg. Hieronder wordt

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Bewust willen en kunnen 4. Performance Support 5. Informele organisatie 5. Waarom is het zo moeilijk? 6

Inhoudsopgave. Bewust willen en kunnen 4. Performance Support 5. Informele organisatie 5. Waarom is het zo moeilijk? 6 Inleiding De afgelopen vijftien jaar hebben we veel ervaring opgedaan met het doorvoeren van operationele efficiencyverbeteringen in combinatie met ITtrajecten. Vaak waren organisaties hiertoe gedwongen

Nadere informatie

1.4. De kinderverpleegkundige organiseert en coördineert de verpleegkundige zorg rond het zieke kind.

1.4. De kinderverpleegkundige organiseert en coördineert de verpleegkundige zorg rond het zieke kind. De opleiding tot kinderverpleegkundige Eindtermen van de opleiding tot kinderverpleegkundige 1. Vakinhoudelijk handelen Verzamelen en interpreteren van gegevens 1.1. De kinderverpleegkundige verzamelt

Nadere informatie

Casus Seksuele handelingen als zorgvraag: directe aanpassing beroepscode?

Casus Seksuele handelingen als zorgvraag: directe aanpassing beroepscode? Casus Seksuele handelingen als zorgvraag: directe aanpassing beroepscode? 1. Inleiding In de media was de afgelopen weken uitgebreid aandacht voor de casus van de studente verpleegkunde die geacht werd

Nadere informatie

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot obstetrische en gynaecologische verpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot obstetrische en gynaecologische verpleegkundige Eindtermen voor de vervolgopleiding tot obstetrische en gynaecologische verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot obstetrische en gynaecologische verpleegkundige is

Nadere informatie

Functieprofiel van de Verpleegkundig consulent

Functieprofiel van de Verpleegkundig consulent Functieprofiel van de Verpleegkundig consulent Voorstel BVVS, juni 2018 1. Definitie... 2 2. Rollen... 2 2.1 Verantwoordelijk voor het zorgproces... 2 2.2 Communicator... 3 2.3 Samenwerker... 3 2.4 Professionele

Nadere informatie

Actief burgerschap. Sint Gerardusschool Splitting 145 7826 ET Emmen Tel: 0591-622465 gerardusschool@skod.nl

Actief burgerschap. Sint Gerardusschool Splitting 145 7826 ET Emmen Tel: 0591-622465 gerardusschool@skod.nl 2013 Actief burgerschap 0 Sint Gerardusschool Splitting 145 7826 ET Emmen Tel: 0591-622465 gerardusschool@skod.nl Inhoudsopgave Pagina Inleiding 2 Hoofdstuk 1 : 3 Hoofdstuk 2 : : een doel en een middel

Nadere informatie

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Module. Lestijden 60

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Module. Lestijden 60 ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Marketing Module Management & Organisatie Code C2 Lestijden 60 Studiepunten n.v.t. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot JA aanvragen vrijstelling

Nadere informatie

Minor Licht Verstandelijk Beperkt

Minor Licht Verstandelijk Beperkt Minor Licht Verstandelijk Beperkt Academie voor Sociale Studies Inleiding De minor Licht Verstandelijk Beperkt biedt een inspirerend en intensief half jaar deskundigheidsbevordering op het gebied van werken

Nadere informatie

Programma van toetsing

Programma van toetsing Programma van toetsing Programma van toetsing Versie 1.1 Con Amore B.V. Inleiding In samenwerking met onderwijskundige experts hebben we een nieuw programma van toetsing ontworpen. We zijn afgestapt van

Nadere informatie

Informatiebrochure Wet BIG Alles draait om bekwaamheid

Informatiebrochure Wet BIG Alles draait om bekwaamheid BIG - Commissie Informatiebrochure Wet BIG Alles draait om bekwaamheid Het Antonius Ziekenhuis vormt samen met Thuiszorg Zuidwest Friesland de Antonius Zorggroep Alle professionals die beroepsmatig werken

Nadere informatie

Zorg zonder Zorgen Zorg zonder Zorgen

Zorg zonder Zorgen Zorg zonder Zorgen Zorg zonder Zorgen Zorg zonder Zorgen! Zorg zonder Zorgen is een initiatief van Zorg zonder Grenzen b.v. en is de werktitel van een uniek concept met een projectmatige aanpak bij het werven en selecteren

Nadere informatie

PROGRAMMA SPECIALISTISCHE OPLEIDING TOT KLINISCH NEUROPSYCHOLOOG THEORETISCH ONDERWIJS. Algemene inleiding

PROGRAMMA SPECIALISTISCHE OPLEIDING TOT KLINISCH NEUROPSYCHOLOOG THEORETISCH ONDERWIJS. Algemene inleiding PROGRAMMA SPECIALISTISCHE OPLEIDING TOT KLINISCH NEUROPSYCHOLOOG THEORETISCH ONDERWIJS Algemene inleiding Hanna Swaab September 2012 1 Programma theoretisch onderwijs Specialistische opleiding tot Klinisch

Nadere informatie

Beroepscode Beroepsvereniging van cliëntondersteuners voor mensen met een beperking

Beroepscode Beroepsvereniging van cliëntondersteuners voor mensen met een beperking Beroepscode Beroepsvereniging van cliëntondersteuners voor mensen met een beperking 1 VOORWOORD Met trots presenteert de Beroepsvereniging van cliëntondersteuners voor mensen met een beperking (BCMB) de

Nadere informatie

Gedragscode Noloc Het lid onderwerpt zich aan de in deze gedragscode vastgestelde regels.

Gedragscode Noloc Het lid onderwerpt zich aan de in deze gedragscode vastgestelde regels. Gedragscode Noloc Het Noloc-lid volgt bij zijn 1 beroepsuitoefening de volgende gedragsregels: 1. Algemeen 1.1. Het lid onderwerpt zich aan de in deze gedragscode vastgestelde regels. 1.2. Het lid richt

Nadere informatie

Licentieregeling Reddingsbrigade Nederland

Licentieregeling Reddingsbrigade Nederland Licentieregeling Reddingsbrigade Nederland Voorwoord Reddingsbrigade Nederland introduceert per 1 september 2015 de Licentieregeling. Door middel van de licentieregeling wil Reddingsbrigade Nederland een

Nadere informatie

Aanvraagprocedure Erkenning Supervisorschap Versie: 20 juni 2012 AANVRAAGPROCEDURE ERKENNING SUPERVISORSCHAP

Aanvraagprocedure Erkenning Supervisorschap Versie: 20 juni 2012 AANVRAAGPROCEDURE ERKENNING SUPERVISORSCHAP AANVRAAGPROCEDURE ERKENNING SUPERVISORSCHAP 2 Aanvraagprocedure Erkenning Supervisorschap 3 Algemeen Hieronder kun je lezen hoe de route naar supervisorschap en leersupervisorschap is opgezet en aan welke

Nadere informatie

Samenvatting leerstof Geriatrie opleiding

Samenvatting leerstof Geriatrie opleiding Samenvatting leerstof Geriatrie opleiding Klinisch redeneren doen we in feite al heel lang. VUmc Amstel Academie heeft hiervoor een systematiek ontwikkeld, klinisch redeneren in 6 stappen, om gedetailleerd

Nadere informatie

Beschrijving op hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid. Instructeur. Versie 0.1

Beschrijving op hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid. Instructeur. Versie 0.1 Beschrijving op hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid Instructeur Versie 0.1 Inleiding In dit document wordt een beschrijving op hoofdlijnen gegeven van de proeve van bekwaamheid Instructeur, voorheen

Nadere informatie

Het CCE biedt scholing voor zorgprofessionals

Het CCE biedt scholing voor zorgprofessionals Scholing en training 2016 Het CCE biedt scholing voor zorgprofessionals die werken met cliënten met ernstig en aanhoudend probleemgedrag. De cliënten bij wie wij betrokken zijn, hebben een stoornis of

Nadere informatie

Beschrijving in hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid bedrijfsbrandweer manschap optionele richting technische hulpverlening

Beschrijving in hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid bedrijfsbrandweer manschap optionele richting technische hulpverlening Beschrijving in hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid bedrijfsbrandweer manschap optionele richting technische hulpverlening Versie 1.0 Beschrijving in hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid Bedrijfsbrandweer

Nadere informatie

In de praktijk wat kan, op school wat moet

In de praktijk wat kan, op school wat moet Els Grijmans Docent verpleegkunde HVA Lynette Menting, Claudia Bronner Klinisch Verpleegkundig Opleider OLVG In de praktijk wat kan, op school wat moet Nieuw HBOV duaal curriculum HVA AMC OLVG Programma

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 14 april 2014 Betreft Beroep en opleiding verpleegkundige

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 14 april 2014 Betreft Beroep en opleiding verpleegkundige > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

Rapportage Evaluator

Rapportage Evaluator Rapportage Evaluator Schrijftherapie voor getraumatiseerde kinderen en jeugdigen Docent: mevrouw drs. S.J.M. Lucassen Locatie: Regardz La Vie te Utrecht STK100309 Vertrouwelijk 20-05-2010 Dit rapport is

Nadere informatie

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen.

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen. Zelfstandig werken Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen. Visie Leerlinggericht: gericht op de mogelijkheden van

Nadere informatie

Indicatoren basisveiligheid voor de verpleeghuiszorg in 2018

Indicatoren basisveiligheid voor de verpleeghuiszorg in 2018 Home no. 2 April 2018 Eerdere edities Verenso.nl Indicatoren basisveiligheid voor de verpleeghuiszorg in 2018 Sandra van Beek, Marie-Julie van Hoof svanbeek@verenso.nl Sandra van Beek, Marie-Julie van

Nadere informatie

Inleiding... 9. Hoofdstuk 3 Management en leidinggevende structuur... 35

Inleiding... 9. Hoofdstuk 3 Management en leidinggevende structuur... 35 Inhoud Inleiding... 9 Hoofdstuk 1 Visie op leidinggeven... 13 1.1. Beïnvloeding van de organisatiecultuur... 13 1.2. Organisatiecultuur en organisatieklimaat... 15 1.3. Noodzaak van cultuuromslag... 16

Nadere informatie