2SZHJQDDUHHQRYHUHHQVWHPPLQJWXVVHQLQWHUQDWLRQDOHVROLGDULWHLWVPLOLHXERHUHQ

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "2SZHJQDDUHHQRYHUHHQVWHPPLQJWXVVHQLQWHUQDWLRQDOHVROLGDULWHLWVPLOLHXERHUHQ"

Transcriptie

1 ((1$/7(51$7,()9225'(/,%(5$/,6(5,1*%,11(1'( /$1'%28: 2SZHJQDDUHHQRYHUHHQVWHPPLQJWXVVHQLQWHUQDWLRQDOHVROLGDULWHLWVPLOLHXERHUHQ DUEHLGHUVqQILQDQFLsOHEHODQJHQ Inleiding In januari 2003 presenteerde ik tijdens de conferentie Andersglobaliseren in de landbouw in Elst een alternatief voor de huidige liberalisering binnen EU en WTO. De ontwikkelingen hebben sindsdien niet stil gestaan; de WTOconferentie in Cancun is (gelukkig) mislukt, EUcommissaris Fischler heeft zijn hervormingsagenda, op suiker na zo goed als afgerond, en het tweede kabinet Balkenende probeert uit alle macht haar neoliberaal beleid door te drukken. Het geluid van de meerderheid van de bevolking en het advies van (ervarings)deskundigen, wordt hierbij eenvoudig genegeerd. Het schort namelijk alleen aan de uitleg, en niet de inhoud van het beleid, zegt men. Positiever is dat er sinds die conferentie in Elst ook een samenwerkingsverband is ontstaan van maatschappelijke organisaties die pleiten voor een gezamenlijk alternatief; het Platform Ander Landbouwbeleid. Ook op Europese schaal wordt er meer en meer samengewerkt op dit terrein. Toch is het nog niet goed gelukt om dit alternatief op een breder podium te presenteren om al echt serieus te worden genomen in de huidige discussie. Ook ondersteunen slechts enkele politieke partijen dit alternatief, hoewel het wat mij betreft duidelijk voordelen biedt wanneer de problematiek geïntegreerd zou worden benaderd. Naast een eigen verantwoordelijkheid van betrokkenen, zijn de oorzaken van dit achterblijven, enerzijds dat landbouw, milieu en ontwikkelingssamenwerking op dit moment niet zo hoog op de politieke agenda staan, en anderzijds dat het huidige neoliberalisme als enige ordenende economische systeem wordt gezien; een soort nieuwe wereldreligie. Kritiek hierop wordt als ouderwets gezien en wordt afgedaan als: We willen toch niet terug naar plaggenhutten, trekschuiten en staatswinkels waar alleen leverworst en wodka verkocht wordt. (Afkomstig uit uitspaken van de ministers Brinkhorst en Hoogervorst). Gelukkig ziet de bevolking in toenemende mate in, dat het anders moet. Ik wil vooral samen met anderen laten zien dat het ook anders kan. Pas als we een groter deel van het maatschappelijk middenveld hierin betrekken, kunnen we voorzichtig gaan denken aan de uitvoering van dit alternatief. Deze discussie zal dus niet alleen binnen de andersglobaliseringsbeweging moeten worden gevoerd, maar ook binnen vakbonden en andere politieke partijen. In deze notitie zal ik dus aan het eind betogen dat vooral bewustwording, samenwerking en moed noodzakelijk zijn 1

2 om dit alternatief te realiseren. Verder ga ik in op: de problematiek van het huidige liberaliseringsbeleid, het neoliberalisme als leidend economisch principe, de werking van de vrije-markt-theorie in de landbouw, de relatie met het huidige kabinetsbeleid en de belangen van arbeiders, een alternatief en de voordelen van dit alternatief. Problematiek binnen EU en WTO Een greep uit wat eigentijdse problemen binnen landbouw en voedselvoorziening: hongersnoden in Afrika, een crisis onder koffieboeren en een groot deel van de Nederlandse landbouw, zo n 200 miljoen Chinese boeren die naar de steden trekken na het WTO-lidmaatschap, alle gangbare dierlijke producten die afkomstig kunnen zijn van genetisch gemanipuleerd veevoer, dalende voedselveiligheid, natuurvernietiging, milieudegradatie, overstromingen en droogtes, alsmaar stijgende winsten van multinationals in toevoer, handel en verwerking van landbouwproducten, en een toenemende afstand tussen de burger en zijn voedsel. Nog te weinig mensen realiseren zich dat zojuist genoemde problemen samenhangen met het huidige liberaliseringsbeleid binnen WTO. De EU is met de VS zowel mede-architect van dit beleid, als uitvoerder van dit beleid via haar Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, en haar beleid ten opzichte van oude koloniën (ACP-landen). Binnen de landbouw gaat het vooral om het Agreement on Agriculture (AoA) binnen de WTO, dat geldt als uitgangspunt van het EU-landbouwbeleid. Dit beleid is van oudsher gericht op grondgebonden producten als graan, rundvlees, suiker en melk. Oorspronkelijk waren de doelstellingen: - het bevorderen van de productiviteit in de landbouw, - het verzekeren van een redelijke levensstandaard van de landbouwbevolking, - stabilisatie van landbouwmarkten, - het veilig stellen van de voedselvoorziening, - redelijke prijzen voor consumenten. Door de daardoor ontstane overproductie lijkt een nieuwe doelstelling; het openbreken van nieuwe markten in met name ontwikkelingslanden, voortaan voorop te staan. Het huidige EU-landbouwbeleid leidt tot de volgende nadelen, die door de EU-commissie altijd met veel retoriek succesvol zijn verdoezeld: - De instant gehouden exportsubsidies en de nieuwe inkomenstoeslagen leiden tot dumping in ontwikkelingslanden, waardoor kleine boeren worden weggeconcurreerd van hun oorspronkelijke lokale en nationale markten. Tevens leiden deze subsidies tot een onnodig hoog EU-landbouwbudget, terwijl het geld niet wordt ingezet voor een natuur-, milieu-, plattelands-, en diervriendelijke landbouw. In tegendeel zelfs. Inkomenstoeslagen zijn sinds 1992 ingesteld als gedeeltelijke (!) compensatie voor prijsverlaging, maar zorgen vooral voor een verborgen dumping in ontwikkelingslanden. Ook de huidige ontkoppeling van deze subsidies van de productie leidt namelijk niet tot vermindering van productie door een gebrek aan rendabele alternatieven (bepaalde producten mogen ook niet worden geproduceerd). Onder druk van de VS en de EU zijn deze inkomenstoeslagen echter toegestaan door de WTO; men heeft slechts een truc uitgehaald door deze subsidies te verschuiven tussen de amber, blue en green boxes. Ontwikkelingslanden hebben echter geen mogelijkheid deze subsidies uit te keren, door vooral gebrek aan financiële middelen. Zij hebben alleen de mogelijkheid om importheffingen te gebruiken als bescherming van hun landbouwsector. Importheffingen dienen echter te worden afgebouwd volgens de WTO. Hoewel deze importheffingen van ontwikkelingslanden in een lager tempo hoeven te worden afgebouwd dan door de 2

3 ontwikkelde landen, zijn deze vaak al via de Structurele aanpassingsprogramma s van Wereldbank en IMF verplicht afgebouwd. Ontwikkelingslanden wordt nu een worst voorgehouden van de verbeterde markttoegang tot het Noorden. In ruil hiervoor eisen ontwikkelde landen echter ook nog betere markttoegang tot de ontwikkelingslanden, die de negatieve effecten van de SAP s nog eens zullen versterken. - Blijvend onrendabele prijzen voor boeren in de EU, niet alleen voor producten als graan en rundvlees, melk en suiker (als de huidige plannen doorgaan) maar ook voor de 'vrije' producten als groente en fruit, en andere dierlijke producten. - Voorwaarde voor subsidies aan boeren zijn het voldoen aan maatschappelijke eisen. Dit lijkt terecht maar er moet niet worden vergeten dat de huidige inkomenstoeslagen slechts een gedeeltelijke compensatie zijn voor eerdere prijsdalingen. Boeren moeten dus aan meer eisen voldoen, terwijl men moet produceren onder de kostprijs. Daarbij wordt een deel van de betalingen aan boeren gedaan via lidstaten en provincies, waarbij zeer twijfelachtig is of binnen de huidige constructie het geld ook wordt ingezet voor een milieuen natuurvriendelijke landbouw. Beter is een kostendekkende prijs gecombineerd met gerichte kostendekkende betaling voor groene diensten (landschap, natuur en biologische landbouw) die de boeren verlenen aan de maatschappij. - Grote concurrentie tussen boeren (o.a. vanwege loskoppeling van inkomenstoeslagen van de productie zonder productiebeheersing) met als gevolg een drastische daling van het aantal boeren in huidige maar vooral ook in nieuwe lidstaten als Polen. - Blijvende tariefvrije import van genetisch gemanipuleerd veevoer (met name soja en maïs uit Amerika), waardoor alleen dierlijke producten uit de biologische sector momenteel vrij van genetisch gemanipuleerde bestanddelen zijn. - Blijvend gesleep met producten over de aarde met risico s voor voedselveiligheid en ziekteverspreiding, bodem- en wateruitputting enerzijds en overbemesting en chemische vervuiling anderzijds. Tevens draagt juist de huidige exportgeoriënteerde landbouw- en voedselsector bij aan het broeikaseffect, terwijl juist ook de landbouw de meest desastreuze effecten zal ondervinden van klimaatverandering (overstromingen, droogtes en oprakend gletsjerwater nodig voor irrigatie). - Vooral multinationals in (detail)handel en verwerkende industrie die profiteren van lage prijzen, lage producteisen en overproductie (dus veel handel), hebben belang bij dit beleid. Zij kunnen hierdoor mondiaal boeren tegen elkaar laten uitspelen, markten blijven openbreken in ontwikkelingslanden voor productoverschotten, zaden en bestrijdingsmiddelen, en anderzijds toegang behouden tot natuurlijke hulpbronnen in het Zuiden, die men echter broodnodig heeft voor de eigen voedselzekerheid. - Niet alleen het Europese landbouwbeleid is desastreus voor boeren in ontwikkelingslanden, 3

4 maar dat geldt in toenemende mate voor de Economic Partnership Agreements (EPA s) met ACP-landen, die volgens de planning op 1 januari 2008 moeten worden ingevoerd. De ACPlanden zijn 77 voormalige kolonies in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, waarvan vele tot de minst ontwikkelde landen behoren (MOL s). In tegenstelling tot het voormalige Lomé-verdrag, waarbij de EU preferentiële toegang tot haar markt gaf voor onder andere suiker, wil de EU nu alle onderlinge importheffingen opheffen. Dat betekent dat boeren in deze landen worden weggeconcurreerd door de gesubsidieerde EU-producten. Ook frustreert zij binnen deze vrijhandelsakkoorden de vorming van regionale handelsblokken door deze ACP-landen. Tenslotte legt men deze landen liberaliseringseisen op die veel verder gaan dan het huidige WTO-akkoord. Zo komen o.a. de Singapore-issues weer op de agenda, waaronder het desastreuze investeringsverdrag. (Zie ook Het compromis dat de EU-lidstaten bereikten in oktober 2002 hield in dat de uitgaven voor product- en prijsondersteuning slechts maximaal met 1 % per jaar mogen stijgen, terwijl de uitgaven voor plattelandsontwikkeling niet beperkt worden. Dit budget voor prijs- en productondersteuning moet echter verdeeld worden over de oude plus de nieuw toegetreden lidstaten. Dit compromis houdt de eerder genoemde nadelen in stand, en is vooral oneerlijk ten opzichte van kleine boeren in nieuw toegetreden lidstaten die voorlopig minder of zelfs helemaal geen subsidies krijgen. Positief is dat het budget voor prijs- en productsteun niet meer zal groeien, naar mijn mening zou dit zelfs helemaal kunnen worden afgeschaft (zie hierna). De hervormingen in 2002 (mid-term-review) waren geheel WTO-fähig, terwijl bijvoorbeeld de VS dat jaar haar subsidies drastisch verhoogde. Hoewel dit laatste vooralsnog is toegestaan door de WTO is het geen blijk van wens tot verdere liberalisering. De achtergronden van dit merkwaardige voorop willen lopen binnen de WTO door de EU, liggen waarschijnlijk in het feit dat men op gebied van liberalisering van diensten, industriële producten en het op de agenda plaatsen van de Singapore-issues binnen de WTO, goede onderhandelingsresultaten wil behalen. Landbouw zou hierbij wel eens als wisselgeld kunnen worden gebruikt. Uit de afspraken die binnen de WTO gemaakt zijn blijkt de zeer grote invloed van de EU, de VS en haar multinationals. Het AoA is in 1994 dan ook vooral opgesteld door beide handelsblokken, om een dreigende handelsoorlog te voorkomen en om markten open te breken in ontwikkelingslanden voor hun overproductie. Het standpunt van de VS op dit gebied werd bijvoorbeeld destijds geschreven door een ex-topman van Cargill, het grootste handelsbedrijf in landbouwproducten ter wereld. Slachtoffers hiervan zijn vooral de boeren in het Zuiden, maar ook boeren in het Noorden omdat men steeds meer gedwongen wordt tegen elkaar te concurreren, voor alsmaar dalende prijzen door de inherente neiging tot overproductie in de landbouw. Maatschappelijke eisen op gebied van voedselzekerheid en veiligheid, milieu, arbeidsomstandigheden en dierenwelzijn, worden hierbij steeds meer gezien als handelsbelemmering in plaats van een waarborg voor mens en natuur. Achtergronden en overige problematiek +HWQHROLEHUDOLVPHDOVZHUHOGJRGVGLHQVW De achtergrond van dit liberaliseringsbeleid is vooral de neoliberale wereldvisie, die momenteel overheersend is binnen de (inter)nationale politiek en wetenschap. Het lijkt op een soort nieuwe 4

5 wereldreligie, die blind wordt nageleefd en weinig meer ter discussie staat. Onderdelen hiervan zijn: - Het privatiseren van overheidsdiensten; van oorsprong publieke dienstverlening zoals onderwijs, gezondheidszorg, water- en energievoorziening, huisvesting en openbaar vervoer kunnen efficiënter door het bedrijfsleven verzorgd worden. Hierdoor krijgt de consument meer keuzevrijheid (alsof hij dat zou willen), en dalen zijn kosten (als er sprake zou zijn van werkelijk concurrentie). - Liberalisering van markten; de vrije wereldmarkt moet het overheersende ordeningsprincipe in de economie worden, dit kan door alle handelsbelemmeringen te verwijderen. Het afschaffen van overheidssubsidies hoort hierbij, maar wordt verrassend vaak buiten schot gelaten. Hierdoor en door ongelijke regelgeving tussen landen, is er vaak sprake van oneerlijke concurrentie. Ook zouden alle productiekosten in de kostprijs moeten worden opgenomen (inclusief milieukosten), en moet er sprake zijn van vrije concurrentie (mogelijk gemaakt door mededingingsautoriteiten die controleren op kartels, monopolies en prijsafspraken). De huidige liberalisering lijkt vooral op het recht van westerse multinationals om markten in ontwikkelingslanden te mogen openbreken, dus het recht op export. - Deregulering, wet- en regelgeving door de overheid moet worden teruggedrongen. De markt moet zijn werk kunnen doen, en is zelf verantwoordelijk voor regelgeving, controle en handhaving. Eventueel zijn wat subsidies nog wel meegenomen, maar verder moet de overheid zich op opstand houden. Voorbeelden van deregulering zijn het de EUREP-GAP kwaliteitssysteem door de Europese detailhandel, convenanten met een inspanningsverplichting maar geen resultaatdoelstelling, en het nieuwste toverwoord; Public- Private-Partnerships. Bij al deze onderdelen van het neoliberalisme zijn het de multinationals die de grootste belangen hebben. Zij zoeken nieuwe markten, willen zo goedkoop mogelijke grondstoffen inkopen, willen zo laag mogelijke lonen betalen, en aan zo min mogelijk regels voldoen omdat deze leiden tot kostprijsverhoging. Dus het leidende principe zijn hun bedrijfswinsten, en zo groot mogelijke rendementen op kapitaal. Het meest verontrustende is dat zij een groot deel van de westerse politieke partijen voor hun karretje hebben kunnen spannen. Binnen zowel de EU, de VS en de elite van ontwikkelingslanden wordt het neoliberalisme als een soort onontkoombaar natuurverschijnsel gezien, en niet als een politieke keuze. Daar tegenover staan de belangen van het grootste gedeelte van de bevolking, en de belangen van natuur en milieu. Binnen het huidige neoliberale systeem zijn de voorziening van basisbehoeftes onder alle leden van de bevolking, inclusief de armsten en etnische minderheden, namelijk ondergeschikt aan een gemiddeld BNP per hoofd van de bevolking. In werkelijkheid hebben alleen consumenten met koopkracht rechten in een neoliberale samenleving, de overheid kan hierbij onvoldoende het maatschappelijk belang inclusief de voorziening van basisbehoeftes van alle inwoners, en natuur en milieu waarborgen. Als strenge normering van de overheid op deze gebieden ontbreekt krijgt het bedrijfsleven de kans een UDFHWRWKHERWWRPuit te voeren op gebied van bijvoorbeeld arbeidsomstandigheden en milieu. Sociale en milieukosten worden dan afgewenteld op de samenleving en toekomstige generaties (publiek), terwijl de winsten worden geprivatiseerd (privaat). 7RHSDVVLQJYDQKHWYULMHPDUNWSULQFLSHLQGHODQGERXZ Door veel gerenommeerde deskundigen (Professor Kol, om maar eens iemand te noemen) wordt niet ingezien dat de landbouw een aparte economische sector is. De alom gebruikte vrije-markttheorie - vraag en aanbod passen zich via een onzichtbare hand aan elkaar aan op een bepaald 5

6 prijsniveau - kan dan ook niet zonder meer worden losgelaten op de landbouwsector. Landbouwproducten zijn om de volgende redenen te onderscheiden van normale producten: - ze zorgen voor een basisbehoefte (voedsel), - het betreft levende wezens die afhankelijk zijn van het weer en gevoelig zijn voor ziekten en plagen, - er is een grote immobiliteit van grond en arbeid, - er is sprake van een aanbodsinelasticiteit; zowel bij hoge als lage prijzen is de boer geneigd door te gaan met productie om te voldoen aan betalingsverplichtingen aan geldverschaffers, - er is sprake van vraaginelasticiteit; stijgende inkomens leiden boven een bepaalde grens niet meer tot een stijging van de voedselaankopen, - landbouw betreft een multifunctionele bedrijfstak, met naast voedselproductie ook de zorg voor landschap en natuur. Daarnaast wordt deze vrijemarkt-theorie niet juist toegepast in de landbouw. Zo is er geen sprake van vrije concurrentie door grote concentratie van multinationals in toevoer, afvoer en handel, worden lang niet alle kosten zijn in de prijs geïnternaliseerd, en worden boeren niet of nauwelijks betaald voor hun diensten aan de maatschappij op gebied van landschap, natuur en milieu. Zowel door het speciale karakter van de landbouw, als het niet goed toepassen van de vrije-markt-theorie in de landbouw, is overheidsingrijpen noodzakelijk. Dit kan bestaan uit wet- en regelgeving op gebied van maatschappelijke eisen, productiebeheersings- en prijsbeleid, importbescherming, betaling voor groene dienstverlening, internalisering van alle kosten, en anti-mededingswetgeving. 'HUHODWLHWXVVHQVFKXOGHQODVWHQHQLQWHUQDWLRQDDOODQGERXZEHOHLG Bijkomend probleem voor boeren in ontwikkelingslanden is dat de relatie tussen schuldenlasten en de hierboven geschetste problematiek te weinig wordt onderkend. Deze schuldenlasten dwingen ontwikkelingslanden namelijk tot onduurzame uitputting van hun schaarse hulpbronnen, om aan rente en aflossingsverplichtingen te kunnen voldoen. De grote gerichtheid op onbewerkte producten en de lage prijzen door overproductie leidde vervolgens niet tot ontwikkeling maar tot toenemende ruilvoetverslechtering. Ook wordt de onderhandelingspositie van ontwikkelingslanden binnen multilaterale organisaties als de WTO door deze schuldenlasten ondergraven, en verloren veel landen hun nationale soevereiniteit aan Wereldbank en IMF. De Wereldbank en IMF hebben via hun Structurele Aanpassingsprogramma s namelijk direct invloed (gehad) op de huidige problematiek. Onderdelen van deze programma s in ontwikkelingslanden waren: de gedwongen verlaging van importheffingen op landbouwproducten en zaden uit het Noorden, de bezuiniging op landbouw- en voedselsubsidies, en het bevoordelen van exportlandbouw (via grootgrondbezit) boven lokale voedselvoorziening 6

7 door kleine boeren. Ook binnen dit beleid komen de belangen van multinationals dus duidelijk naar voren, deze waren steeds weer bovengeschikt aan de mogelijkheden om de eigen economie te kunnen ontwikkelen. Uiteindelijk hebben deze SAP s bijgedragen aan hogere in plaats van lagere schulden, terwijl het Noorden goedkoop van haar grondstoffen werd voorzien. De huidige malaise onder koffieboeren is mede te danken aan deze exportgeoriënteerde benadering, waarbij de economieën van ontwikkelingslanden vooral gericht zijn op de productie van onbewerkte grondstoffen. Zonder productiebeheersingsafspraken onderling leidde dit tot overproductie en de historisch laagste koffieprijs aan koffieboeren in Dit was mede mogelijk geworden doordat de internationale koffieovereenkomst mede door het Noorden was opgeblazen. De koffiemarkt toont precies tot hoeveel ellende een geliberaliseerde markt in landbouwproducten leidt. De consument in het Noorden heeft overigens vrijwel niets teruggezien van de door de deskundigen beloofde lage prijs. De winst moet dus ergens in de keten zijn blijven hangen. Verband met de huidige discussie over de kabinetsplannen Bij de uitleg van de huidige kabinetsplannen worden we er steeds weer opgewezen dat Nederlanders lui en verwend zijn, dat we harder en langer moeten werken omdat het grote vergrijzingsspook op ons ligt te wachten. Verder wordt het meedoen aan de internationale concurrentieslag als uitgangspunt genomen, omdat dat nu eenmaal binnen de EU (Lissabonagenda) en de WTO is afgesproken. Tegelijkertijd stijgt de werkloosheid vooral onder laagopgeleiden, terwijl er weinig wordt gedaan aan hun herscholing. Massaal verplaatsen multinationale bedrijven in West-Europa hun productievestigingen naar lagelonenlanden in Oost-Europa en Azië, of dreigen dit te doen. De centrale vraag zou nu moeten zijn binnen welke sectoren de EU nog wel concurrerend zou kunnen zijn op de wereldmarkt over 20 jaar. Nadat de scheepsbouw, de textiel- en speelgoedindustrie al waren verdwenen naar lage lonenlanden, verplaatsen nu ook meer hoogwaardige industrieën hun bedrijven. Hetzelfde geldt in toenemende mate voor private dienstverlenende bedrijven. Dit alles mogelijk gemaakt door geliberaliseerde goederen-, dienstenen kapitaalmarkten. Dus als het kabinet blijft en doorgaat op de huidige ingeslagen weg, is het maar de vraag of er nog een vergrijzingsprobleem zal ontstaan; omdat in alle private sectoren een vermindering van werkgelegenheid zal ontstaan. De huidige kabinetsplannen zijn dan ook niets meer dan een verdere implementatie van deze neoliberale agenda. Hierbij behartigt men net, als Paars I en II, vooral de belangen van het bedrijfsleven en de hoogste inkomensgroepen. Dat Nederlandse multinationals hun werkgelegenheid verplaatsen naar andere landen, wordt zelfs gestimuleerd met subsidies. Tegelijkertijd wordt de vennootschapsbelasting verlaagd, terwijl mensen uit de lage - en midden inkomensgroepen te maken krijgen met een dalende koopkracht. De gedaalde consumptie heeft echter vooral negatieve gevolgen voor het midden- en kleinbedrijf dat zich vooral richt op de lokale en nationale markt. Het is ook het (multinationale) bedrijfsleven dat baat heeft bij het door Zalm heilig verklaarde vergroting van het arbeidsaanbod, om de eisen voor hogere lonen en secundaire arbeidsvoorwaarden laag te houden. Hoewel de werkloosheid op korte termijn alleen maar stijgt, en er geen uitzicht is op een ommekeer, blijft het kabinet maar drammen op de nadere vergrijzing. Hoewel een eventueel toekomstig tekort op de arbeidsmarkt waarschijnlijk zal worden opgelost met een instroom van migranten uit huidige of toekomstige EU-lidstaten, worden we steeds weer geconfronteerd met deze retoriek. Ondertussen krijgen mensen van 57 7

8 jaar en ouder krijgen een sollicitatieplicht, WAO ers worden geherkeurd, en het minimumloon, de WW en de WAO staan ter discussie, hoewel er (voorlopig) helemaal geen werk is voor de meeste werklozen. Waarom wordt er niet gepraat over (tijdelijk) korter werken (zowel per week als in arbeidsjaren) in deze situatie? In het verleden waren ATV en VUT toch ook succesvol in een vergelijkbare situatie. Dat het kabinet juist het omgekeerde roept, is op zijn minst onverstandig te noemen als je werklozen aan een baan wil helpen en zo de economie wil stimuleren. Tegelijkertijd komen door de huidige geliberaliseerde landbouw boeren in ontwikkelingslanden maar ook in pas toegetreden EU-lidstaten, die produceerden voor de eigen lokale en nationale markten, door dumping op hun markt in de problemen. Door dalende inkomsten zijn zij vaak gedwongen hun land te verkopen als ze hun schulden voor inputs en andere investeringen niet kunnen betalen. Ze kunnen vervolgens alleen aan de slag als landarbeider, of zijn gedwongen om in de stad of elders naar banen te zoeken. Als gevolg van de toetreding van China tot de WTO zijn dat er tot nu toe al 200 miljoen, maar dit kan oplopen tot tussen de 600 en 800 miljoen Chinese boeren. Een gedeelte hiervan is gedwongen onder zware arbeidsomstandigheden alle banen aan te nemen die zich voordoen. Doordat ze met zo veel zijn, is het zeer moeilijk om looneisen te stellen of andere secundaire arbeidsvoorwaarden te eisen. In een land als Polen staan na de toetreding tot de EU 2 miljoen kleine boeren onder druk, bij een werkloosheid van 20%. Door de liberalisering van EU- en wereldmarkten zorgen deze werkloos geworden boeren, ook voor een druk op de lonen en secundaire arbeidsvoorwaarden in de ontwikkelde landen. Bedrijven die zich verplaatsen naar deze landen, hebben de komende decennia toegang tot een onuitputtelijke bron van laaggeschoolde arbeidskrachten die weinig eisen stellen. Een klein gedeelte van hen zal proberen het werkelijke walhalla te bereiken, namelijk als (il)legale immigrant in het Noorden. Mensen die pech hebben zullen de tocht niet overleven en spoelen aan op de stranden in Zuid-Europa, de rest wordt maar al te graag verwelkomd door werkgevers die hun loonkosten kunnen drukken. Deze migranten kun je geen ongelijk geven, wanhopig geworden door een neoliberale politiek die hun bron van levensonderhoud vaak vernietigde, en nu met alle macht haar muur om het fort Europa verdedigt. Dus is er wat mij betreft een duidelijk verband tussen: - het enorme aanbod van boeren in ontwikkelingslanden en Oost-Europese landen die hun bedrijf moeten verlaten vanwege een ongelijke concurrentie op hun geliberaliseerde markten; - het overaanbod van ongeschoolde arbeiders waardoor de lonen in landen als China en India nog decennia lang laag zullen blijven; - de aantrekkelijkheid voor multinationals om hun bedrijven naar deze landen te verplaatsen; - de druk op de lonen en secundaire arbeidsvoorwaarden in ontwikkelde landen, doordat de werkloosheid toeneemt door verplaatste bedrijven, en doordat economische migranten een deel van de werkgelegenheid zullen invullen. Juist op dit punt dienen boeren en vakbonden in Noord en Zuid te pleiten voor een gezamenlijk alternatief, waarbinnen boeren recht houden op een leefbaar inkomen en zolang mogelijk hun bedrijf kunnen behouden. Anders zal er over de ruggen van boeren en arbeiders een mondiale concurrentieslag worden uitgevoerd ter verhoging van de bedrijfswinsten, maar ten koste van een duurzame economie met volledige werkgelegenheid, toegang van allen tot basisbehoeftes en behoud van natuur en milieu. 8

9 Alternatief Naar mijn mening is het mogelijk om binnen het internationale landbouwbeleid tot een compromis te komen tussen: - LQWHUQDWLRQDOH VROLGDULWHLWVEHODQJHQ; voedselveiligheid en zekerheid, voorziening van andere basisbehoeften, het beschermen van leefgebieden van (inheemse) bevolkingsgroepen, preventie van conflicten rond natuurlijke hulpbronnen als land en zoet water, - PLOLHXEHODQJHQ; als voorwaarde voor een sociaal en economisch stabiele samenleving op lange termijn, waaronder de mogelijkheid blijvend voedsel te kunnen produceren, en tevens het behoud van natuurgebieden en (agro)biodiversiteit, - ERHUHQEHODQJHQ; een bestaanszekerheid op de lange termijn, op zowel kleine als middelgrote landbouwbedrijven, - FRQVXPHQWHQEHODQJHQ; veilig, voldoende en betaalbaar voedsel, bescherming van landschap en natuur, en het contact met zijn voedselproductie, - DUEHLGHUVEHODQJHQ; toegang tot vast werk dat is afgestemd op persoonlijke mogelijkheden, onder goede arbeidsomstandigheden, de mogelijkheid om na het arbeidzame bestaan te kunnen leven van een pensioen met voldoende koopkracht. Ik zou een meer zelfvoorzienende benadering per land of blok van landen willen aanbevelen. Hierbij moet landbouw ook in de EU weer meer gaan gelden als de basis van de totale economie, zoals die dat nog steeds is binnen veel ontwikkelingslanden. Het past bij een Lokaliseringsagenda zoals die bijvoorbeeld wordt bepleit door Colin Hines in zijn boek Localization, a global manifesto. Kern hiervan is dat wordt afgestapt van het huidige internationale-concurrentie-model die uiteindelijk leidt tot afname van werkgelegenheid (vooral lager opgeleiden), verslechtering van de voorziening van basisbehoeftes, en milieu- en natuurdegradatie. Uitgewerkt binnen de EU zou dit betekenen dat zowel landbouw, industrie als diensten vooral worden afgestemd op de eigen vraag. Hierdoor wordt ook de huidige roep om economische en sociale hervormingen binnen de Lissabon-Agenda een halt toegeroepen. Kern van dit alternatief binnen de landbouw, is een drastische hervorming van de liberalisering zoals die nu wordt geregeld binnen het Agreement on Agriculture (AoA) binnen de WTO, en het daarop gebaseerde Europese Gemeenschappelijke Landbouwbeleid. De onderdelen van het alternatief binnen WTO en EU zijn: 1. Prijsondersteuning en importbescherming (via heffingen) op een prijsniveau waartegen de boeren met inbegrip van maatschappelijke eisen op gebied van voedselzekerheid en - veiligheid, milieu, arbeidsomstandigheden en dierenwelzijn, kostendekkend kunnen 9

10 produceren. In de EU moeten deze maatschappelijke eisen tevens op een hoger niveau worden geharmoniseerd, omdat de huidige landbouw nog absoluut niet duurzaam genoeg plaatsvindt. Ook andere landen of nog te vormen handelsblokken in ontwikkelingslanden zouden dit voorbeeld kunnen volgen. Onderdeel van het verhogen van de importheffingen, is het weer invoeren van importheffingen op al het veevoer (dat veelal genetisch gemanipuleerd is) uit met name de VS en Zuid-Amerika. 2. Productiebeheersing op een niveau dat is afgestemd op de EU-consumptie om dumping in ontwikkelingslanden te voorkomen. Voor een aantal producten die bepaalde voedselimporterende landen niet zelf kunnen produceren, kan de EU ook produceren. Maar deze producten moeten zonder subsidies geëxporteerd worden. Deze productiebeheersing zou moeten gaan gelden voor de meeste landbouwproducten: suiker, melk, granen, maïs, eiwit- en oliehoudende gewassen, rund-, varkens-, kippen- en schapenvlees, eieren en eventuele andere producten te onderhandelen met de land- en tuinbouwsector. 3. Productiequota-verdeling over de producerende landen, omdat niet elk land in de wereld (of blok van landen) zelfvoorzienend is en kan zijn. Ook voor tropische (voedsel)producten zouden per product OPEC-achtige organisaties moeten worden opgericht die werken met productiequota, om overproductie en dus lage prijzen te voorkomen (zoals momenteel bij koffie). In het verleden hebben deze grondstoffenovereenkomsten gewerkt. Niek Koning, Muriel Calo en Roel Jongeneel hebben hier een goede notitie overgeschreven: Fair trade in tropical crops is possible International commodity agreements revisited, te vinden op 4. Afschaffing van alle exportsubsidies en inkomenstoeslagen in de EU, en exportkredieten, inkomenstoeslagen en oneigenlijke voedselhulp in o.a. de VS. 5. Toekenning van een kostendekkende vergoeding aan boeren die extra inspanningen leveren op gebied van natuur, milieu (met name biologische landbouw) en/of landschap, bovenop de al verhoogde maatschappelijke eisen. Ook boeren die produceren onder moeilijke productieomstandigheden zouden een betaling moeten krijgen, bijvoorbeeld boeren in het Veenweidegebied en bergboeren. Dit is de betaling voor de zogenaamde groene dienstverlening aan de samenleving. Slechts een minderheid onder de boeren zal in aanmerking komen hiervoor. Vooral in de nieuwe EUlanden als Polen is dit noodzakelijk omdat zij nog niet dezelfde desastreuze schaalvergroting hebben ondergaan als boeren in West-Europa. Ook produceren zij vaak op een milieuvriendelijke methode. Het is van groot belang dat boeren ook in deze landen met vaak een hoge werkloosheid, kunnen blijven bestaan als ondersteuning van de lokale economieën, het platteland en de natuur. 6. Importverbod voor producten die niet voldoen aan de eisen waaraan de eigen boeren moeten voldoen. Hierdoor wordt voorkomen dat de multinationale verwerkende industrie en handel, op zoek gaan naar de laagste prijs wat meestal inhoudt een race-to-the-bottom op gebied van milieu-, voedselveiligheids-, arbeidsomstandigheden-, en dierenwelzijnseisen, en een zo laag mogelijke belastingafdracht in de landen van herkomst. 7. Als onderdeel van punt 6, afschaffing van het huidige EUREP-GAP-systeem, waarbij de detailhandel producten kunnen inkopen van boeren uit landen die aan andere eisen moeten voldoen op gebied van bijvoorbeeld bestrijdingsmiddelen, dan de boeren in eigen land. Ook moet de overheid weer verantwoordelijk worden voor de keuring van de producten die in de winkel verkocht worden op gebied van voedselveiligheid en milieu. De proeven die Milieudefensie liet uitvoeren op residuen van bestrijdingsmiddelen op groente en fruit, tonen aan dat het huidige geprivatiseerde keuringssysteem leidt tot ontoelaatbare toestanden. 8. Fair trade met ontwikkelingslanden. Tropische voedselproducten die de EU niet kan 10

11 verbouwen worden geïmporteerd voor een kostendekkende prijs, waarbij wordt voldaan aan de eerder genoemde maatschappelijke eisen. Productie in ontwikkelingslanden van deze voor export bestemde producten mag hierbij niet ten koste gaan van natuurlijke hulpbronnen, natuurgebieden en de voedselzekerheid op de lange termijn. Dit betekent een met milieueisen aangevuld Fairtrade-principe dus. 9. Quotumregeling en vaste beschermde prijs voor tropische producten uit de Minst ontwikkelde landen (MOL s), analoog aan het ACP-principe bij het huidige suikersysteem. De zojuist gestelde maatschappelijke eisen aan dit quotum blijven echter gelden. Voor wat betreft suiker wordt dit quotumsysteem voor ACP-landen, uitgebreid met MOL s die wel de productiecapaciteit hebben, maar nu nog geen toegang tot de EU hebben. De Europese suikerboeren leveren hiervoor een deel van hun produktiequotum in, maar de door de EU-commissie voorgestelde prijsverlaging wordt teruggedraaid. Want door deze prijsverlaging zou zowel de teelt in de EU als in MOL s en ACP s onrendabel worden, en zullen plantagehouders in landen als Brazilië de suiker voor de EU gaan produceren. Een voordeel van dit bestaande ACP-systeem boven onbeperkte markttoegang voor Minst Ontwikkelde Landen (Everything But Arms-voorstel) is, dat men zeker is van een hoge EUprijs. Ondanks dat de MOL s en ACP s hierom gevraagd hebben, wil de EU-commissie toch doorgaan met haar plannen. 10. Afschaffen van de tariefescalatie op bewerkte landbouwproducten, zodat de ontwikkelingslanden gestimuleerd worden hun eigen producten te verwerken. Dit zal stimulerend voor de economie in deze landen. 11. Het stopzetten van de onderhandelingen tussen de EU en de ACP-landen over de EPA s, wanneer de inhoud niet drastisch wijzigt. Punten die uit de onderhandelingen moeten zijn: de eis van de EU om een gelijke markttoegang tot deze landen zoals nu andersom tot de EU, liberalisering van diensten, en de Singapore-issues (investeringen, aanbesteding, concurrentie). Verder moet de EU een einde maken aan de frustratie van regionale blokvorming in Afrika, via deze EPA s. 12. Acceptatie van het concept van voedselsoevereiniteit door de WTO, wat er op neer komt dat landen hun eigen landbouw- en voedselbeleid mogen voeren. Dit zal vooral betekenen dat ze hun eigen voedselproductie via eigen boeren mogen beschermen tegen dumping en importen van producten die niet aan de geldende maatschappelijke eisen voldoen. 13. Het instellen van een Europese energieheffing om een begin te maken met het internaliseren van milieukosten op gebied van uitputting en vervuiling. Deze ecotaxen moeten ook worden betaald over goederen die worden geïmporteerde in de EU. Dit internaliseren van alle kosten is een liberaal standpunt maar wordt nooit genoemd door partijen als de VVD. Hierdoor zal er een stimulans ontstaan om het vele transport en ander gebruik van fossiele brandstoffen (als bijdrage aan het broeikaseffect) in deze naar verwachting meest vervuilende economische sector te verminderen, en over te gaan naar een meer regionale landbouwproductie. Onderdelen van het alternatief buiten de WTO zijn: 14. VN-verdragen op gebied van milieu, arbeidsomstandigheden, voedselveiligheid en zekerheid, en andere sociale doelstellingen, dienen nageleefd te worden en dienen daardoor bovengesteld te worden aan WTO-verdragen die nu wel een sanctiemogelijkheid kennen. De VN moet dus ook de mogelijkheid krijgen om sancties op te leggen aan landen en multinationals die zich niet aan deze verdragen houden. 15. Kwijtschelding van de onhoudbare schuldenlasten van ontwikkelingslanden, waarbij de schulden van de Minst Ontwikkelde Landen geheel worden kwijtgescholden. Het Heavily Indebted Poor Countries-initiatief dient dus te worden uitgebreid naar meer landen, voor een 11

12 groter deel van de schuld, en zonder de SAP-achtige voorwaarden die de Wereldbank en IMF nu stellen. Hierdoor kan de huidige uitputting van natuurlijke hulpbronnen om aan de renteen aflossingsverplichtingen te voldoen worden stop gezet. Ook krijgen deze landen hiermee hun soevereiniteit weer terug, en staan sterker tegenover de chantagepogingen van EU en VS tijdens WTO-, EPA- onderhandelingen, en onderhandelingen over bilaterale handelsverdragen. 16. Drastische koerswijziging van IMF en Wereldbank ten opzichte van ontwikkelingslanden, waarbij de focus weer gericht wordt op armoedebestrijding van alle delen van de bevolking en duurzame ontwikkeling. Centaal moeten hierbij lokale en nationale economieën staan, in plaats van de huidige gerichtheid op internationale concurrentiekracht, export van onverwerkte grondstoffen en bezuinigingen op publieke diensten. Voordelen Ten eerste zou dit alternatief voor een groot deel tegemoet komen aan de eerder genoemde belangen. Daarnaast is het voordeel van de hernieuwde importheffing en prijsondersteuning, en tegelijk afschaffing van inkomenstoeslagen en exportsubsidies, dat het landbouwbudget van de EU fors kan dalen. Het budget voor prijsondersteuning kan door de genoemde productiebeheersing namelijk klein blijven. Er is dan alleen nog geld nodig om de laagste inkomensgroepen te compenseren voor een iets hogere voedselprijs (dit kan meevallen door de hoge marges tussen boerenprijs en winkelprijs als gevolg van de eerder genoemde concentratie van multinationals), en voor extra inspanningen op gebied van milieu, landschap en natuur. Nieuwe EU-lidstaten krijgen hierbij dezelfde kostendekkende prijs en vergoeding voor 'groene diensten', als oorspronkelijke lidstaten. Een voordeel is dus dat dumping in ontwikkelingslanden wordt gestopt, waardoor de 90% boeren die dat nu al doet, in staat blijven om voor hun eigen regionale markt te produceren. De minderheid van boeren die wel voor de ontwikkelde landen produceren, krijgen voortaan een eerlijke prijs. Maar deze exportgerichte productie gaat door de eisen aan deze producten en ecotaxen niet meer ten koste van de eigen natuurlijke hulpbronnen en voedselzekerheid. Deze tropische producten zullen dus wat duurder worden in Europa, maar dat betekent alleen maar dat de consument betaalt voor zijn bijdrage aan het broeikaseffect. Tenslotte komt dit meer op de eigen regio (EU in dit geval) gerichte alternatief tegemoet aan de wens van de meerderheid van de Nederlandse bevolking, die zegt geen prestatiemaatschappij met de daaraan verbonden verdere globalisering en individualisering, te willen. 90 % van de ondervraagden heeft liever een kleinschalige samenleving waarin gemeenschapszin, burgerlijke verantwoordelijkheid, sociaal-culturele diversiteit, solidariteit en aandacht voor de directe omgeving behouden blijven. Ook al betekent dit dat hun welvaart minder snel groeit. Datzelfde 12

13 geldt voor het behoud van de regionale schaal, in plaats van een mondiale onwikkeling. Dit bleek uit onderzoeken van het RIVM en het Sociaal Cultureel Planbureau (Dagblad de Limburger , en NRC ). Bewustwording, samenwerking en moed vereist Afsluitend zal de oplossing voor de geschetste problemen mijns inziens vooral een bewustwordingskwestie worden, waarbij de dominante neoliberale wereldvisie vooral door groenen, sociaal-democraten en christen-democraten meer bekritiseerd moet worden. Niet alleen politici maar ook veel ontwikkelingsorganisaties hebben zich in het verleden (ongewild) voor het karretje van de multinationals laten spannen, zoals bij de eis om meer markttoegang voor ontwikkelingslanden voor onbewerkte landbouwproducten. Het zijn vooral multinationals en grootgrondbezitters die hiervan profiteren ten koste van de natuurlijke hulpbronnen die de kleine boeren zo hard nodig hebben voor de voedselproductie van de eigen lokale bevolking. De omgekeerde concurrentie vanuit het Noorden die juist meer toegang tot deze ontwikkelingslanden eist, is veel groter en werkt veel desastreuzer. In plaats van aansluiting bij de globale wereldeconomie, leidt dit tot uitsluiting van de armsten uit hun regionale economie. Dus zoals Colin Hines zegt: Protect the local, globally. Een onderdeel van deze bewustwording is ook dat liberalisering binnen de landbouw niet als een onvermijdelijk natuurverschijnsel wordt gezien, maar een door de machtigen op deze aarde ontwikkeld fenomeen dat met rationele argumenten kan worden bestreden. Door als EU binnen de WTO voor deze zelfvoorzienende benadering te kiezen, schulden kwijt te schelden en de onderhandelingen over EPA's in huidige vorm te stoppen, kan men de steun verwachten van de meeste ontwikkelingslanden. Ze kunnen dan een blok vormen tegenover de VS en de Cairnslanden (landen als Australië, Canada en Brazilië en Thailand) die wel voor een verdere liberalisering binnen de landbouw zijn. De ontwikkelingslanden binnen de Cairns-groep en met name hun elites, verwachten veel van een geliberaliseerde wereldhandel, maar hun regeringen komen absoluut niet op voor de armste lagen van hun (boeren)bevolking die veel meer nadelen hiervan ondervinden. Een groep van nationale en internationale boerenorganisaties die het voortbestaan van hun bedrijf belangrijker vinden dan schaalvergroting en concurrentiekracht op de wereldmarkt, pleit al langer voor een alternatief landbouwbeleid. Zij hebben de handen ineen geslagen met andere maatschappelijke organisaties. Zo is in Nederland sinds 2003 het Platform Ander Landbouwbeleid actief. Leden hiervan zijn: - ontwikkelingsorganisaties (Novib, XminY, FairFood en het Afrika Europa Netwerk), - milieuorganisaties (Milieudefensie en Stichting Aarde), - consumentenorganisaties (Goede Waar & Co), - boerenorganisaties (het Platform Aarde Boer Consument (met als leden o.a. het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt en de Nederlandse Melkveehouders Vakbond) en de Nederlandse Akkerbouw Vakbond. Dit platform werkt op Europees niveau samen met vergelijkbare platforms in andere landen onder het European Platforms for Food Sovereignty. Ook politieke partijen als de Christenunie en de SP zitten al min of meer op deze lijn. Nu de vakbonden, de Land en Tuinbouw Organisatie, en de rest van de politiek nog. Via verdiepte en verbrede samenwerking zou het doel een drastische hervorming van het beleid tijdens de volgende WTO-conferentie eind 2005 in Hong Kong moeten zijn. Rond die tijd moet ook de Nederlandse boer, consument en arbeider weten wat dit beleid voor hem voor gevolgen heeft, en dat het anders moet èn kan. 13

14 *XXV*HXUWV %HOHLGVHQ6RFLDDOZHWHQVFKDSSHOLMN0LOLHXNXQGLJHVSHFLDOLVDWLH0LOLHXHQ2QWZLNNHOLQJ :HUN]DDPELQQHQ;PLQ<RSJHELHGYDQODQGERXZHQJOREDOLVHULQJ Reacties zijn welkom naar: De scriptie Liberalisering in de landbouw, een heilloze weg! over dit onderwerp is te downloaden via: 28 oktober 2004 De foto s bij dit artikel zijn Guus Geurts De verklaringen bij de foto s zijn resp.: - aardappeloogst, Karimabad, Pakistan gierst dorsen, omgeving Pokhara, Nepal rijstoogst, Xishuangbanna, China paardenmelken, Kirgizië veehoeder, omgeving Bhuj, Gujarat, India

Hoe te komen tot een rechtvaardige en ecologische voedselvoorziening? Maastricht, 28 februari 2018 Guus Geurts

Hoe te komen tot een rechtvaardige en ecologische voedselvoorziening? Maastricht, 28 februari 2018 Guus Geurts Hoe te komen tot een rechtvaardige en ecologische voedselvoorziening? Maastricht, 28 februari 2018 Guus Geurts Inhoud Milieuproblemen rond de voedselvoorziening Europees en internationaal handels- en landbouwbeleid

Nadere informatie

WE FEED THE WORLD. Achtergronden bij. Een film van Erwin Wagenhofer, Oostenrijk, 2005 www.wefeedtheworld.nl

WE FEED THE WORLD. Achtergronden bij. Een film van Erwin Wagenhofer, Oostenrijk, 2005 www.wefeedtheworld.nl Achtergronden bij WE FEED THE WORLD Een film van Erwin Wagenhofer, Oostenrijk, 2005 www.wefeedtheworld.nl Meer weten over We feed the world? Zelf bijdragen aan een mens-, dier- en milieuvriendelijke landbouw?

Nadere informatie

Aanklacht tegen de WTO, met het oog op de mensenrechten op voedsel en levensonderhoud

Aanklacht tegen de WTO, met het oog op de mensenrechten op voedsel en levensonderhoud Aanklacht tegen de WTO, met het oog op de mensenrechten op voedsel en levensonderhoud Guus Geurts Ger Roebeling Hoewel de meeste landen de universele verklaring van de rechten van de mens van de VN hebben

Nadere informatie

Alternatief voor het internationaal landbouwbeleid binnen en buiten de WTO (versie 10 juni 2005)

Alternatief voor het internationaal landbouwbeleid binnen en buiten de WTO (versie 10 juni 2005) Alternatief voor het internationaal landbouwbeleid binnen en buiten de WTO (versie 10 juni 2005) Het Platform Ander Landbouwbeleid (PAL), bestaande uit boeren-, ontwikkelings-, milieu- en consumentenorganisaties,

Nadere informatie

De kloof wordt breder. Boekverslag door H woorden 15 februari keer beoordeeld. Aardrijkskunde

De kloof wordt breder. Boekverslag door H woorden 15 februari keer beoordeeld. Aardrijkskunde Boekverslag door H. 1034 woorden 15 februari 2007 6.6 80 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Hoofdstuk 2 het Noorden tegenover het Zuiden 2 Noord- Zuidverhoudingen 2.1 De kloof wordt

Nadere informatie

Achtergronden en handelingsperspectieven rond Regionalisering

Achtergronden en handelingsperspectieven rond Regionalisering Regionalisering, workshop 26-01-2007 Bijlage 2 Achtergronden en handelingsperspectieven rond Regionalisering Guus Geurts Dit achtergrondverhaal is afkomstig uit een projectvoorstel voor een campagne die

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie internationale handel PE v01-00

EUROPEES PARLEMENT. Commissie internationale handel PE v01-00 EUROPEES PARLEMENT 2004 ««««««««««««Commissie internationale handel 2009 20.9.2005 PE 362.727v01-00 AMENDEMENTEN 1-17 Ontwerpadvies Johan Van Hecke Een ontwikkelingsstrategie voor Afrika (2005/2142(INI))

Nadere informatie

Een onderzoek naar de gevolgen van de liberalisering van de handel in landbouwproducten voor milieu en de voorziening van basisbehoeftes

Een onderzoek naar de gevolgen van de liberalisering van de handel in landbouwproducten voor milieu en de voorziening van basisbehoeftes Een onderzoek naar de gevolgen van de liberalisering van de handel in landbouwproducten voor milieu en de voorziening van basisbehoeftes Afstudeeronderzoek door: Guus Geurts Beleidsgerichte en Sociaalwetenschappelijke

Nadere informatie

Antwoorden op de voedsel-, energie- en klimaatcrises. Oktober 2013

Antwoorden op de voedsel-, energie- en klimaatcrises. Oktober 2013 Antwoorden op de voedsel-, energie- en klimaatcrises Oktober 2013 Inhoud Overzicht ecologische problematiek Hoe gaan we de wereld voeden? Oorzaken voedselcrisis 2008 2011 Waarom werkt de vrije markt niet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 25 074 Ministeriële Conferentie van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) 28 625 Herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Nr. 61 BRIEF VAN

Nadere informatie

Internationale handel H7 1. Internationale handel. Waarom importeren: 25-2-2013. Waar komt het vandaan?

Internationale handel H7 1. Internationale handel. Waarom importeren: 25-2-2013. Waar komt het vandaan? Internationale handel H7 1 Waar komt het vandaan? Economie voor het vmbo (tot 8,35 m.) Internationale handel Importeren = invoeren (betalen) Exporteren = uitvoeren (verdienen) Waarom importeren: Meer keuze

Nadere informatie

Datum 18 juni 2015 Betreft Beantwoording vragen van de leden Jasper Van Dijk en Smaling (SP) over het bericht TTIP tast gezondheid EU aan

Datum 18 juni 2015 Betreft Beantwoording vragen van de leden Jasper Van Dijk en Smaling (SP) over het bericht TTIP tast gezondheid EU aan Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Uw Referentie 2015Z07933 Datum 18 juni

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-I

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-I Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 q v = 200 1,25 + 450 = 200 q a

Nadere informatie

Internationale varkensvleesmarkt 2012-2013

Internationale varkensvleesmarkt 2012-2013 Internationale varkensvleesmarkt 212-213 In december 212 vond de jaarlijkse conferentie van de GIRA Meat Club plaats. GIRA is een marktonderzoeksbureau, dat aan het einde van elk jaar een inschatting maakt

Nadere informatie

3.2 De omvang van de werkgelegenheid

3.2 De omvang van de werkgelegenheid 3.2 De omvang van de werkgelegenheid Particuliere bedrijven en overheidsbedrijven nemen mensen in dienst. Collectieve sector = Semicollectieve sector = De overheden op landelijk, provinciaal en lokaal

Nadere informatie

Voedsel Hier en Daar. Inleiding. gu u s g e u rt s

Voedsel Hier en Daar. Inleiding. gu u s g e u rt s gu u s g e u rt s Voedsel Hier en Daar Inleiding In opdracht van Helden Mondiaal (voorheen Platform Ontwikkelingssamenwerking Helden) heb ik de fotoexpositie Voedsel Hier en Daar opgezet. Dit is een duoexpositie

Nadere informatie

WERELD. 5 havo 1 Globalisering 14-16

WERELD. 5 havo 1 Globalisering 14-16 WERELD 5 havo 1 Globalisering 14-16 Melkprijzen wereldwijde concurrentie Hoog: centrumlanden Middel, semi-periferie Laag, periferie Globalisering = concurrentie.. 3 factoren? 1. Opkomst MNO s, mondiale

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2007-I

Eindexamen economie 1-2 havo 2007-I 4 Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 twee van de volgende voorbeelden

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-II

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-II Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 0,15 0,12 100% = 25%

Nadere informatie

H1: Economie gaat over..

H1: Economie gaat over.. H1: Economie gaat over.. 1: Belangen Geld is voor de economie een smeermiddel, door het gebruik van geld kunnen we handelen, sparen en goederen prijzen. Belangengroep Belang = Ze komen op voor belangen

Nadere informatie

Toekomst Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Herman Snijders Programmadirectie GLB, Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I)

Toekomst Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Herman Snijders Programmadirectie GLB, Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) Toekomst Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Herman Snijders Programmadirectie GLB, Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) Ontstaan Jaren vijftig: Voedselzekerheid Deviezen sparen

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo I

Eindexamen economie 1-2 vwo I Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 nivellering 38,2 : 9,6 = 3,98 : 1 2 maximumscore

Nadere informatie

Vertegenwoordigers van de WTO Europese Unie voor tegen een beetje voor Landbouw: Exportsubsidies afschaffen

Vertegenwoordigers van de WTO Europese Unie voor tegen een beetje voor Landbouw: Exportsubsidies afschaffen Rol als voorzitter Elke werkgroep heeft een voorzitter. Als voorzitter ben je partijdig voor de EU en VS en laat je de inbreng/mening van de ontwikkelingslanden niet zo erg mee tellen. Jouw voorbereiding

Nadere informatie

Hoog tijd voor een écht duurzame landbouw

Hoog tijd voor een écht duurzame landbouw nnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnn... Hoog tijd voor een écht duurzame landbouw een visie over de hervormingen in de landbouw Oktober 2013 nnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnn... Inleiding Landbouwbeleid heeft grote invloed op

Nadere informatie

Eindexamen economie vwo II

Eindexamen economie vwo II Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een

Nadere informatie

Werkstuk Economie Verschillen tussen arme en rijke landen

Werkstuk Economie Verschillen tussen arme en rijke landen Werkstuk Economie Verschillen tussen arme en rijke landen Werkstuk door een scholier 1845 woorden 1 juni 2004 5,5 430 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: Wat zijn de verschillen tussen arme en rijke

Nadere informatie

Samenvatting Economie H8

Samenvatting Economie H8 Samenvatting Economie H8 Samenvatting door Irene 1160 woorden 14 juni 2018 8,2 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Economie H8 Absolute armoede Als je niet meer in staat bent in

Nadere informatie

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering. Top 100 vragen. De antwoorden! 1 Als de lonen stijgen, stijgen de productiekosten. De producent rekent de hogere productiekosten door in de eindprijs. Daardoor daalt de vraag naar producten. De productie

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-BB 2004

Examenopgaven VMBO-BB 2004 Examenopgaven VMBO-BB 2004 tijdvak 2 dinsdag 22 juni 11.30 13.00 uur ECONOMIE CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Dit examen bestaat uit 30 vragen. Voor dit

Nadere informatie

Examen HAVO. Economie 1

Examen HAVO. Economie 1 Economie 1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.00 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed

Nadere informatie

Goede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen

Goede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen Slides en video s op www.jooplengkeek.nl Goede tijden, slechte tijden Soms zit het mee, soms zit het tegen 1 De toegevoegde waarde De toegevoegde waarde is de verkoopprijs van een product min de ingekochte

Nadere informatie

pdf05 GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID in de EU

pdf05 GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID in de EU pdf05 GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID in de EU MARKT- en PRIJSBELEID Het gemeenschappelijk landbouwbeleid beoogt o.a. de agrarische bevolking een redelijk inkomen te verschaffen en de consumenten te verzekeren

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2004-I

Eindexamen economie 1-2 vwo 2004-I 4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 8 Over de grens?

Samenvatting Economie Hoofdstuk 8 Over de grens? Samenvatting Economie Hoofdstuk 8 Over de grens? 8.1 Waarom handel met het buitenland? Importeren = het kopen van goederen en diensten uit het buitenland. Waarom? -Goedkoper of van betere kwaliteit -Bepaalde

Nadere informatie

Buitenlandse handel. Europese Schoolagenda De volgende pagina s zijn afkomstig uit de Europese Schoolagenda 2009/2010.

Buitenlandse handel. Europese Schoolagenda De volgende pagina s zijn afkomstig uit de Europese Schoolagenda 2009/2010. Buitenlandse handel Europese Schoolagenda De volgende pagina s zijn afkomstig uit de Europese Schoolagenda 2009/2010. Link naar editie 2008/2009 van de Europese Schoolagenda: www.ec.europa.eu/consumers/empowerment/cons_education_en.htm#diary

Nadere informatie

Eindexamen vwo economie I

Eindexamen vwo economie I Opgave 1 1 maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat de hoogte van de arbeidsinkomensquote 0,7 / 70% is. 2 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat als b 1 daalt, het inkomen na belastingheffing

Nadere informatie

Internationale wegen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Internationale wegen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 19 September 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/73828 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2006-II

Eindexamen economie 1-2 havo 2006-II Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: kosten van politie-inzet

Nadere informatie

1 De markt voor de Nederlandse landbouw De Nederlandse landbouw en de handel Orde in de handel WTO en EU 12 1.

1 De markt voor de Nederlandse landbouw De Nederlandse landbouw en de handel Orde in de handel WTO en EU 12 1. Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 De markt voor de Nederlandse landbouw 9 1.1 De Nederlandse landbouw en de handel 9 1.2 Orde in de handel 10 1.3 WTO en EU 12 1.4 Afsluiting 13 2 Bepaling verkoopprijs 14

Nadere informatie

Samenvatting Economie H 6

Samenvatting Economie H 6 Samenvatting Economie H 6 Samenvatting door een scholier 977 woorden 10 mei 2002 5,8 40 keer beoordeeld Vak Economie Hfst. 6 6.1 - Ideaaltypische omschrijving: omschrijving van het volmaakte model * Vrije

Nadere informatie

De groei van de wereldeconomie wordt gemeten aan de hand van de groei van de nationale productie van alle landen in de wereld

De groei van de wereldeconomie wordt gemeten aan de hand van de groei van de nationale productie van alle landen in de wereld Samenvatting door een scholier 1909 woorden 17 april 2007 4,8 30 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Import: goederen uit het buitenland kopen Export: producten aan het buitenland verkopen Uitvoersaldo:

Nadere informatie

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Als je moet kiezen welk plaatje je op je cijferlijst zou willen hebben,

Nadere informatie

Regionalisering als alternatief voor neoliberale globalisering Zaterdag 12 april Utrecht

Regionalisering als alternatief voor neoliberale globalisering Zaterdag 12 april Utrecht 4e Dag van Alternatieven Regionalisering als alternatief voor neoliberale globalisering Zaterdag 12 april 2008 - Utrecht Workshop 15 Wetenschappelijk onderzoek en onderwijs over regionalisering Inleiding:

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2005-I

Eindexamen economie 1-2 havo 2005-I 4 Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 8 per kg 1 Een voorbeeld van een juist antwoord

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-II

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-II 4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juist antwoord

Nadere informatie

1)Waaruit bestaat de vraag op de Werkenden en arbeidsmarkt? (openstaande)vacatures. 2)Noem een ander woord voor Werkenden werkgelegenheid.

1)Waaruit bestaat de vraag op de Werkenden en arbeidsmarkt? (openstaande)vacatures. 2)Noem een ander woord voor Werkenden werkgelegenheid. 1 1)Waaruit bestaat de vraag op de arbeidsmarkt? 2)Noem een ander woord voor werkgelegenheid. 3)Wie vragen arbeid? 4)Met welk woord wordt het aanbod van arbeid ook aangeduid? 5)Geef de omschrijving van

Nadere informatie

De Afrikaanse boer wordt met uitsterven bedreigd.

De Afrikaanse boer wordt met uitsterven bedreigd. De Afrikaanse boer wordt met uitsterven bedreigd. Afrikaanse boeren en boerinnen met uitsterven bedreigd? Je zal maar boer of boerin wezen in Afrika. Je hebt je veld ingezaaid, misschien wat extra meststoffen

Nadere informatie

Studiedienst PVDA Studie over de transfers van lonen naar winsten onder de regering-michel.

Studiedienst PVDA Studie over de transfers van lonen naar winsten onder de regering-michel. Studiedienst PVDA Studie over de transfers van lonen naar winsten onder de regering-michel. EEN TRANSFER VAN BIJNA 9 MILJARD UIT DE PORTEMONNEE VAN DE WERKENDE MENSEN NAAR DE BEDRIJFSWINSTEN. EEN VERLIES

Nadere informatie

INDONESIË. Sociaaleconomische positie en ontwikkelingen

INDONESIË. Sociaaleconomische positie en ontwikkelingen INDONESIË Sociaaleconomische positie en ontwikkelingen Structuur [1/2] De kandidaat kan gebiedskenmerken van een ontwikkelingsland beschrijven en analyseren. Het betreft: a. sociaal-geografische en fysisch-geografische

Nadere informatie

Moeilijke besluiten voor de Europese Raad

Moeilijke besluiten voor de Europese Raad Moeilijke besluiten voor de Europese Raad Korte omschrijving: Leerlingen gaan aan de slag met actuele Europese dilemma s. Er zijn vijf dilemma s. U kunt zelf kiezen welke dilemma s u aan de orde stelt.

Nadere informatie

UIT de arbeidsmarkt

UIT de arbeidsmarkt Verandering van de werkloosheid. Vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zijn onderhevig aan continue veranderingen. Als gevolg daarvan verandert de omvang van de werkloosheid in een land ook continue. Werkloosheid

Nadere informatie

Eindexamen economie havo I

Eindexamen economie havo I Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 salaris: 122.000 175 = 86.437

Nadere informatie

Meer met minder. Waterschaarste en grotere vraag naar voedsel. Laan van Staalduinen, Algemeen directeur LEI. 6 juni 2012

Meer met minder. Waterschaarste en grotere vraag naar voedsel. Laan van Staalduinen, Algemeen directeur LEI. 6 juni 2012 Meer met minder Waterschaarste en grotere vraag naar voedsel Laan van Staalduinen, Algemeen directeur LEI 6 juni 2012 Inhoud presentatie Mondiale trends die van invloed zijn op toekomstige watervraag Nationale

Nadere informatie

Indexcijfer productie= indexcijfer werkgelegenheid x indexcijfer arbeidsproductiviteit 100

Indexcijfer productie= indexcijfer werkgelegenheid x indexcijfer arbeidsproductiviteit 100 Samenvatting door een scholier 1391 woorden 3 juni 2005 7 34 keer beoordeeld Vak Economie Economie de arbeidsmarkt hoofdstuk 4 en 5 Hoofdstuk 4 4.1 Werkgelegenheid in Nederland Alleen een opdracht 4.2

Nadere informatie

Vóór de Verandering Workshop Landbouw 24 maart 2007

Vóór de Verandering Workshop Landbouw 24 maart 2007 Vóór de Verandering Workshop Landbouw 24 maart 2007 Riky Schut Debat Europees Landbouwbeleid tijdens Café Globaal op 20 december 2006 in Haarlem. 1. Productieverhoging is achterhaald en ongewenst 2. Milieu,

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2008-I

Eindexamen economie 1-2 havo 2008-I Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 ja De prijselasticiteit

Nadere informatie

Roadmap naar een duurzame bio-economie in 2030

Roadmap naar een duurzame bio-economie in 2030 Roadmap naar een duurzame bio-economie in 2030 Vier toekomstige routes met elk een andere inzet van biomassa.. privaat mondiaal regionaal publiek Toelichting De inzet van biomassa in 2030 hangt van veel

Nadere informatie

Antwoorden Economie Handel

Antwoorden Economie Handel Antwoorden Economie Handel Antwoorden door een scholier 973 woorden 14 april 2004 4,8 61 keer beoordeeld Vak Economie Begrippen: Open Economie: Bijvoorbeeld: Nederland exporteert veel goederen en diensten

Nadere informatie

Economische vitaliteit agrosector

Economische vitaliteit agrosector Economische vitaliteit agrosector Frank Veeneklaas (Alterra) Programmaleider DWK programma: Mens en economie in de Groene Ruimte De agrarische sector is nog steeds van aanzienlijke betekenis voor de plattelandseconomie.

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 altijd toekennen Bij een lagere prijs

Nadere informatie

Domein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)

Domein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M) 1) Geef de omschrijving van trendmatige groei. 2) Wat houdt conjunctuurgolf in? 3) Noem 5 conjunctuurindicatoren. 4) Leg uit waarom bij hoogconjunctuur de bedrijfswinsten zullen stijgen. 5) Leg uit waarom

Nadere informatie

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 4: Aan het werk! Exameneenheid: Arbeid en productie

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 4: Aan het werk! Exameneenheid: Arbeid en productie 4.1 Werk je voor loon of voor winst? Werknemer Werkgever zzp = je werkt in loondienst in opdracht van een werkgever en je ontvangt loon = je werkt als zelfstandige met werknemers in dienst en de nettowinst

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2008-II

Eindexamen economie 1-2 havo 2008-II Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 De werkgelegenheid verandert met

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-I

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-I 4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Opgave 1 1 maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat het tarief per keer legen de inwoners stimuleert om de containers minder vaak aan te bieden om daarmee lasten te besparen 1 het tarief per kilo

Nadere informatie

De erfenis van Rutte en financieel-economische alternatieven investeren voor een sociale economie

De erfenis van Rutte en financieel-economische alternatieven investeren voor een sociale economie De erfenis van Rutte en financieel-economische alternatieven investeren voor een sociale economie Bastiaan van Apeldoorn Partijraad 24/09/16, Amersfoort 30 jaar neoliberalisme: 30 jaar scheefgroei 1. Uit

Nadere informatie

Globalisering en gender: privatisering en liberalisering van handel in diensten onder GATS

Globalisering en gender: privatisering en liberalisering van handel in diensten onder GATS Globalisering en gender: privatisering en liberalisering van handel in diensten onder GATS door Myriam Vander Stichele (SOMO) Presentatie voor het Belgisch Sociaal Forum Brussel, 21 september 2002 1. Privatisering

Nadere informatie

Eindexamen economie havo I

Eindexamen economie havo I Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo 2003-I

Eindexamen aardrijkskunde havo 2003-I Politiek en ruimte Opgave 6 bron 9 In de periode 2000-2006 zal de Europese Unie financiële steun voor sociaal-economische ontwikkeling toekennen aan twee soorten regio s: de regio s met een ontwikkelingsachterstand

Nadere informatie

Beroepsbevolking: het aantal mensen tussen de 15 en 65 jaar, dat meer dan 12 uur per week wil en kan werken.

Beroepsbevolking: het aantal mensen tussen de 15 en 65 jaar, dat meer dan 12 uur per week wil en kan werken. Samenvatting door een scholier 1221 woorden 5 januari 2004 5,8 48 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Hoofdstuk 4: werk, werk, werk 4.1 Het aanbod van arbeid Beroepsbevolking: het aantal mensen

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijleer vwo 2003-II

Eindexamen maatschappijleer vwo 2003-II Opgave 1 Armoede en werk 1 Het proefschrift bespreekt de effecten van het door twee achtereenvolgende kabinetten-kok gevoerde werkgelegenheidsbeleid. / De titel van het proefschrift heeft betrekking op

Nadere informatie

F A C T S H E E T E U R O P A D E C E N T R A A L & V N G

F A C T S H E E T E U R O P A D E C E N T R A A L & V N G E U R O P A D E C E N T R A A L & V N G F A C T S H E E T E u r o p e s e v e r k i e z i n g s p r o g r a m m a ' s Op 23 mei 2019 vinden de verkiezingen plaats voor het Europees Parlement. In de aanloop

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2002-I

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2002-I Antwoordmodel Migratie en Mobiliteit 1 A: Uit de gegevens van bron 3 blijkt dat van de Zuid-Amerikaanse landen Bolivia tot de landen hoort met verhoudingsgewijs weinig mensen woonachtig in de stad 2 B:

Nadere informatie

Eindexamen economie havo 2011 - I

Eindexamen economie havo 2011 - I Opgave 1 AWBZ-zorgen Havo-leerling Dick besluit voor economie een profielwerkstuk te maken over de stijgende uitgaven van de AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten). Hieronder staan drie delen van

Nadere informatie

Toekomstperspectief voor de jonge agrarisch ondernemer Themadag Granen Wageningen Joris Baecke

Toekomstperspectief voor de jonge agrarisch ondernemer Themadag Granen Wageningen Joris Baecke Toekomstperspectief voor de jonge agrarisch ondernemer Themadag Granen Wageningen Joris Baecke 1 INHOUD CEJA Agrarisch ondernemerschap onder invloed van: Wereldmarkt lokale markt Structuur landbouw en

Nadere informatie

Meerwaarde(n) Voorwaarde(n) De visie van ZLTO op de ontwikkeling van de groene sector tot 2020

Meerwaarde(n) Voorwaarde(n) De visie van ZLTO op de ontwikkeling van de groene sector tot 2020 Meerwaarde(n) Voorwaarde(n) De visie van ZLTO op de ontwikkeling van de groene sector tot 2020 Onze ambitie ZLTO wil toonaangevend zijn in het creëren én realiseren van het perspectief van ondernemers

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Globalisering Paragraaf 15 t/m 19

Hoofdstuk 1 Globalisering Paragraaf 15 t/m 19 Hoofdstuk 1 Globalisering Paragraaf 15 t/m 19 inhoud Patronen van de landbouw in de EU (par. 15) Veranderingsprocessen in de EU-landbouw (par. 16) Oostenrijk - Nederland: overeenkomsten en verschillen

Nadere informatie

Paradoxaal genoeg hebben juist veel landarbeiders geen toegang tot betaalbaar groenten en fruit

Paradoxaal genoeg hebben juist veel landarbeiders geen toegang tot betaalbaar groenten en fruit DAAR PLUKKEN DE BOEREN DE VRUCHTEN VAN HET SUCCES VAN GRUPO HUALTACO Groenten en fruit zijn niet alleen gezond voor ons lichaam, maar ook voor de wereldeconomie. De groente- en fruitsector is een van de

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief werk H1 t/m 6

Samenvatting Economie Lesbrief werk H1 t/m 6 Samenvatting Economie Lesbrief werk H1 t/m 6 Samenvatting door een scholier 1767 woorden 28 juni 2011 6,4 212 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie lesbrief Werk hoofdstuk 1 t/m 6. Hoofdstuk

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m , 1.8

Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m , 1.8 Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m 1.4 + 1.7, 1.8 Samenvatting door K. 958 woorden 9 november 2013 6,5 13 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Samenvatting aardrijkskunde paragraaf

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4.1 t/m 4.6

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4.1 t/m 4.6 Samenvatting Economie Hoofdstuk 4.1 t/m 4.6 Samenvatting door een scholier 1377 woorden 29 maart 2010 7 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Economie samenvatting Hoofdstuk 4 Beroepsbevolking

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 1310 woorden 17 februari keer beoordeeld

Samenvatting door een scholier 1310 woorden 17 februari keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 1310 woorden 17 februari 2009 8 3 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 11 Arbeidsmarkt = geheel vraag naar en aanbod van arbeid. Ondoorzichtige markt = werknemers+werkgevers

Nadere informatie

Arm en Rijk. Hoofdstuk 2: Arm en rijk in de Verenigde Staten

Arm en Rijk. Hoofdstuk 2: Arm en rijk in de Verenigde Staten Arm en Rijk Hoofdstuk 2: Arm en rijk in de Verenigde Staten 2.1 Rijk en arm in de Verenigde Staten De rijke Verenigde Staten Je kunt op verschillende manieren aantonen dat de VS een rijk land is. Het BNP

Nadere informatie

2.1 De keuze tussen werk en vrije tijd

2.1 De keuze tussen werk en vrije tijd 2.1 De keuze tussen werk en vrije tijd Mensen moeten steeds de keuze maken tussen werken en vrije tijd: 1. Werken * Je ontvangt loon in ruil voor je arbeid; * Langer werken geeft meer loon (en dus kun

Nadere informatie

6,2. Werkstuk door een scholier 1726 woorden 7 januari keer beoordeeld. 10 kenmerken over de mate van ontwikkeling van een land:

6,2. Werkstuk door een scholier 1726 woorden 7 januari keer beoordeeld. 10 kenmerken over de mate van ontwikkeling van een land: Werkstuk door een scholier 1726 woorden 7 januari 2003 6,2 191 keer beoordeeld Vak Economie 10 kenmerken over de mate van ontwikkeling van een land: 1. BNP uitgedrukt in US Dollars per inwoners. 2. Geboortecijfer

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 vwo 2008-I

Eindexamen economie 1 vwo 2008-I Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 vergemakkelijken van het ontslaan

Nadere informatie

LANDBOUW EN VOEDING IN

LANDBOUW EN VOEDING IN LANDBOUW EN VOEDING IN VERLEDEN, HEDEN EN TOEKOMST Joris Relaes Kabinetschef Landbouw Kabinet minister-president Kris Peeters Agribex, Brussel 6 december 2013 De Vlaamse landbouw aan de vooravond van de

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2004-II

Eindexamen economie 1-2 vwo 2004-II 4 Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening is:

Nadere informatie

Schuivende panelen. Petra Berkhout

Schuivende panelen. Petra Berkhout Schuivende panelen Petra Berkhout Kerncijfers agrocomplex Nederland, 2012 2 Aandeel (%) van deelcomplexen in TW en werkgelegenheid, 2012 Deelcomplex Toegevoegde waarde Werkgelegenh eid 2012 2012 Akkerbouw

Nadere informatie

TTIP, wat is dat nou weer?

TTIP, wat is dat nou weer? TTIP, wat is dat nou weer? TTIP = Trans-atlantic Trade and Investment Partnership Vrijhandelsverdrag tussen de EU en de VS Ook wel TAFTA genoemd, maar dat klinkt in de VS niet zo goed. En wie is er nu

Nadere informatie

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting door H. 1812 woorden 16 juni 2013 6 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie samenvatting Werk hoofdstuk 1, 2 en 3 Hoofdstuk 1. Werken

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo II

Eindexamen economie 1-2 vwo II Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een

Nadere informatie

Samenvatting Economie Internationale Handel

Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting door een scholier 1611 woorden 9 september 2001 6,5 169 keer beoordeeld Vak Economie Economie Internationale Handel Hoofdstuk 1 Nederland is erg

Nadere informatie

Nigeria. 1. Bevolking en welvaart in Nigeria 2. Voedselvoorziening in Nigeria 3. Nigeria in de wereldeconomie 4. Gezond in Nigeria

Nigeria. 1. Bevolking en welvaart in Nigeria 2. Voedselvoorziening in Nigeria 3. Nigeria in de wereldeconomie 4. Gezond in Nigeria Nigeria 1. Bevolking en welvaart in Nigeria 2. Voedselvoorziening in Nigeria 3. Nigeria in de wereldeconomie 4. Gezond in Nigeria Marèl Smit & Anne Jekel H3T3 1.Bevolking en welvaart in Nigeria Nigeria

Nadere informatie

Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten

Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten CPB Notitie Datum : 7 april 2004 Aan : Projectdirectie Administratieve Lasten Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten 1 Inleiding Het kabinet heeft in het regeerakkoord het

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 Rek in het arbeidsaanbod 1 maximumscore 2 Doordat het aanbod van

Nadere informatie

Twentse landbouw in nieuw krachtenveld. Gerko Hopster &JurgenNeimeijer

Twentse landbouw in nieuw krachtenveld. Gerko Hopster &JurgenNeimeijer Twentse landbouw in nieuw krachtenveld Gerko Hopster &JurgenNeimeijer Programma Voorstellen Stellingen Presentatie trends en ontwikkelingen Discussie Conclusies en afronding Pratensis Adviesbureau voor

Nadere informatie

Examen HAVO. economie. tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. economie. tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2010 tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur economie tevens oud programma economie 1,2 Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 27 vragen. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

De Drievoudige Bottom Line, een noodzakelijke economische innovatie

De Drievoudige Bottom Line, een noodzakelijke economische innovatie De Drievoudige Bottom Line, een noodzakelijke economische innovatie Feike Sijbesma, CEO Royal DSM In de loop der tijd is het effect van bedrijven op de maatschappij enorm veranderd. Vijftig tot honderd

Nadere informatie