UVL855EVOM-serie 02 Nederlandse vertaling Dutch translation. Afstelling van de schakelaars. Pagina NL Versie A - A4-formaat

Transcriptie

1 UP DOWN DOOR CSE STOW manually move in and out to engage Failure to lock may result in unintended UVL855EVOM-serie 02 Nederlandse vertaling Dutch translation Afstelling van de schakelaars Nok inschuiven uitschuiven 73950A inschuiven 73950A Nok uitschuiven Drukschakelaar 75960A LED-diagnose van schakelaars inschuiven : De eindschakelaar voor het inschuiven van het stopt tijdens de functie INSCHUIVEN het inschuiven van het (wordt geactiveerd door de op de behuizing bevestigde nok voor het inschuiven van het ). Verplaats de nok naar binnen, zodat het verder in kan schuiven. Verplaats de nok naar buiten, zodat het minder ver in kan schuiven. De diagnose-led INSCHUIVEN PLATFORM licht op als de schakelaar geen contact maakt met de nok. uitschuiven : De eindschakelaar voor het uitschuiven van het stopt tijdens de functies OMHOOG en OMLAAG het uitschuiven van het (wordt geactiveerd door de op de behuizing bevestigde nok voor het uitschuiven van het ). Verplaats de nok naar binnen, zodat het minder ver uit kan schuiven. Verplaats de nok naar buiten, zodat het verder uit kan schuiven. De looprollen moeten zich minimaal 13 mm in de behuizing bevinden. Het gaat pas omhoog of omlaag als deze schakelaar wordt geactiveerd. De diagnose- LED UITSCHUIVEN PLATFORM licht op als de schakelaar contact maakt met de nok. vloerhoogte: De diagnose- LED VERHOOGTE licht op als de schakelaar contact maakt met de nok. Nadere instructies over de afstelling vindt u hieronder. inschuifhoogte: De eindschakelaar voor de inschuifhoogte regelt tijdens de functie INSCHUIVEN de hoogte van het voordat het inschuift (wordt geactiveerd door de op de torsiebuis bevestigde nok voor de inschuifhoogte). Draai de nok naar binnen, zodat de hoogte lager wordt. Draai de nok naar buiten, zodat de hoogte hoger wordt. Stel de nok zo af dat als de schakelaar wordt geactiveerd, de onderkant van het zich op gelijke hoogte bevindt met de horizontale rolarmen. De diagnose-led INSCHUIFHOOGTE licht op als het zich op de inschuifhoogte of daaronder bevindt. Afstelling van de eindschakelaar voor de vloerhoogte inschuifhoogte 73950A vloerhoogte 73950A Nok vloerhoogte De eindschakelaar voor de vloerhoogte stopt tijdens de functie OMHOOG het omhooggaan van het (wordt geactiveerd door de op de torsiebuis bevestigde nok voor de vloerhoogte). Plaats de onderkant van het handmatig 38 mm boven de vloerhoogte (zie Instructies voor handmatige bediening ). Maak de klem los die de op de torsiebuis bevestigde nok voor de vloerhoogte borgt. Draai aan de nok tot de eindschakelaar voor de vloerhoogte wordt geactiveerd (de nok drukt de schakelaar omlaag). De hydraulische druk kan de hoogte van het enigszins beïnvloeden. Fijnafstelling van de eindschakelaar voor de vloerhoogte kan nodig zijn. Nok vloerhoogte vloerhoogte Nok inschuifhoogte N.B. Controleer de vloerhoogte van het en de brugplaat nadat de pomp in werking is gesteld. Torsiebuis Nok die schakelaar omlaag drukt Pagina 1

2 Bedieningsinstructies Parkeer het voertuig op een veilige plaats en op een vlakke ondergrond, voordat u de lift bedient. Zet het voertuig in de neutraalof parkeerstand en trek de handrem aan. De motor moet draaien. Elektrische deuren en deurvergrendeling: De bedieningsinstructies gelden alleen voor de bediening van de lift. De persoon/begeleider die de lift bedient, moet weten hoe de elektrische deuren en deurvergrendeling in combinatie met de lift werken. De werking kan van voertuig tot voertuig verschillen. Dit geldt ook voor de bediening. Handmatig te openen deur(en): Open de deur(en) volledig en zet deze goed vast, voordat u de lift bedient. Bedien de lift niet als u beschadiging, slijtage of een andere afwijking vermoedt. Raadpleeg Instructies voor handmatige bediening om de lift handmatig te bedienen. Handregelaar: De handregelaar is voorzien van vier drukknoppen (OMHOOG, OMLAAG, INSCHUIVEN en DEUR ). UP DOWN OMHOOG OMLAAG Functies van de handregelaar: OMHOOG: Met de functie OMHOOG wordt het vanuit de ingeschoven stand volledig uitgeschoven. Het gaat omhoog tot de vloerhoogte wordt bereikt. Als het zich op de grond bevindt, wordt met de functie OMHOOG de buitendrempel in de verticale stand gezet. Daarna gaat het omhoog tot de vloerhoogte wordt bereikt. OMLAAG: Met de functie OMLAAG zakt het tot op de grond en de buitendrempel wordt uitgeklapt en in de horizontale stand gezet. Met de functie OMLAAG wordt het vanuit de ingeschoven stand uitgeschoven en vervolgens omlaag gebracht. INSCHUIVEN: Met de functie INSCHUIVEN gaat het omhoog of omlaag tot de inschuifhoogte wordt bereikt. Vervolgens STOW DOOR CSE Handregelaar INSCHUIVEN DEUR (werkt niet) wordt het volledig ingeschoven (ingeschoven stand). Leuningen: De leuningen moeten tot op het (horizontale stand) neergeklapt worden voordat het wordt ingeschoven. DEUR : Deze functie werkt niet bij deze lift. N.B. Als een functie niet werkt zoals in deze gebruiksaanwijzing is beschreven, mag de lift niet meer gebruikt worden. Pagina 2

3 Leuningen: Borgknop De inklapbare P-leuningen worden handmatig bediend. De leuningen rusten op het als de lift niet in gebruik is (ingeschoven stand). De leuningen moeten uitgeklapt (verticale stand) en vergrendeld worden (beugel klikt in borging). Door de ronde knop op de verticale leuningbuis omhoog te trekken wordt de borging ontgrendeld. De leuningen moeten tot op het (horizontale stand) neergeklapt worden voordat het wordt ingeschoven. Borgknop UITSCHUIVEN INSCHUIVEN INSCHUIVEN UITSCHUIVEN Bedieningsinstructies DEUR(EN) EN VASTZETTEN DE PASSAGIER INLADEN: Open de deur(en) volledig en zet deze goed vast. HET PLATFORM UITSCHUIVEN: 1. Bewaar een veilige afstand en houd de knop OMHOOG ingedrukt tot het volledig is uitgeschoven, de vloerhoogte is bereikt en de brugplaat tot de vloerhoogte is uitgeklapt. Laat de knop los. 2. Klap de leuningen uit (verticale stand) en vergrendel ze. DE PASSAGIER UITLADEN: 1. Rijd de passagier op het en zet de rolstoel op de rem. 2. Houd de knop OMLAAG ingedrukt tot het de grond heeft bereikt en de buitendrempel volledig is uitgeklapt (horizontale stand). Laat de knop los. 3. Haal de rolstoel van de rem en rijd de passagier van het. 1. Rijd de passagier op het en zet de rolstoel op de rem. 2. Houd de knop OMHOOG ingedrukt tot de buitendrempel volledig is ingeklapt (verticale stand), het de vloerhoogte heeft bereikt en de brugplaat tot de vloerhoogte is uitgeklapt. Laat de knop los. 3. Haal de rolstoel van de rem en rijd de passagier van het. HET PLATFORM INSCHUIVEN: 1. Trek de ontgrendelknop op de leuning omhoog en klap de leuningen tot op het neer (horizontale stand). 2. Houd de knop INSCHUIVEN ingedrukt tot het volledig is ingeschoven. Laat de knop los. DEUR(EN) Sluit de deur(en) goed. Pagina 3

4 81823 Instructies voor handmatige bediening T-hendel VENTIEL Handpomp manually move in and out to engage Failure to lock may result in unintended Pomphefboom Pompmodule Met de T-hendel kan de draagconstructie ver- en ontgrendeld worden, zodat het handmatig in- en uitgeschoven kan worden. Met de handpomp kan het handmatig omhoog en omlaag worden gebracht. Met de ringklep kan de buitendrempel handmatig uitgeklapt worden (trek aan de rode knop). Ringklep Trek aan de rode knop Handmatig ontkoppelingssysteem met kabelbediening Door middel van het handmatige ontkoppelingssysteem met kabelbediening kan de aandrijfketting van de draagconstructie ontkoppeld worden. Als de aandrijfketting ontkoppeld is, kan het handmatig in- en uitgeschoven worden. Het handmatige ontkoppelingssysteem moet met de T-hendel ingeschakeld worden. Nadat het handmatig in- of uitgeschoven is, moet het ontkoppelingssysteem weer uitgeschakeld worden om het te vergrendelen. Draai aan de T-hendel en druk hem volledig in. Pak de buitendrempel vast en schuif het in en uit tot het vergrendeld is. U voelt het wanneer de aandrijfketting weer gekoppeld is. Let erop dat het is vergrendeld voordat u met het voertuig wegrijdt. Als de draagconstructie niet wordt vergrendeld, kan het onbedoeld in of uit de behuizing schuiven. N.B. Duw het volledig in de behuizing voordat de lift weer elektrisch wordt bediend. WLET OP Duw de T-hendel volledig in en schuif het handmatig in of uit om het te vergrendelen voordat u met het voertuig wegrijdt. Als het niet wordt vergrendeld, kan het onbedoeld uitschuiven. Dit kan tot ernstig lichamelijk letsel en/of materiële schade leiden. Pagina 4

5 Instructies voor handmatige bediening UIT (HET PLATFORM UITSCHUIVEN): 1. Trek aan de T-hendel. 2. Draai aan de T-hendel om het in de ontkoppelde stand te vergrendelen. 3. Schuif het uit. 4. Draai aan de T-hendel. 5. Duw de T-hendel in. 6. Pak de buitendrempel vast en schuif het in en uit tot het vergrendeld is (u voelt het wanneer de aandrijfketting weer gekoppeld is). manually move in and out to engage Failure to lock may result in unintended OMLAAG (HET PLATFORM LATEN ZAKKEN): Open met de pomphefboom het ontluchtingsventiel (linksom draaien). Draai het ventiel een halve slag open. OMLAAG (DE BUITENDREMPEL UITKLAPPEN): 1. Open met de pomphefboom het ontluchtingsventiel (linksom draaien). Draai het ventiel een halve slag open. 2. Trek aan de rode knop (ringklep) tot de buitendrempel volledig is uitgeklapt. N.B. Klap de buitendrempel handmatig volledig uit door aan de rode knop (ringklep) te trekken (indien nodig). VENTIEL OMHOOG (DE BUITENDREMPEL INKLAPPEN) Met de pomphefboom: 1. Draai het ontluchtingsventiel dicht (rechtsom draaien). 2. Steek de pomphefboom in de pomp en bedien hem. Ringklep OMHOOG (HET PLATFORM OMHOOG BRENGEN): Met de pomphefboom: 1. Draai het ontluchtingsventiel dicht (rechtsom draaien). 2. Steek de pomphefboom in de pomp en bedien hem. Trek aan de rode knop IN (HET PLATFORM INSCHUIVEN): N.B. Neem de onderstaande instructies in acht als het handmatig wordt ingeschoven. Alleen op deze manier kan de aandrijfketting correct gekoppeld worden. Het niet-naleven van de instructies kan tot beschadiging van de lift leiden. VENTIEL 1. Breng het omhoog of omlaag tot de inschuifhoogte wordt bereikt (zie de functies OMHOOG en OMLAAG). 2. Trek aan de T-hendel. 3. Draai aan de T-hendel om het in de ontkoppelde stand te vergrendelen. 4. Schuif het in. 5. Draai aan de T-hendel. 6. Duw de T-hendel in. 7. Pak de buitendrempel vast en schuif het in en uit tot het vergrendeld is (u voelt het wanneer de aandrijfketting weer gekoppeld is). N.B. Draai het ontluchtingsventiel dicht voordat de elektrische pomp wordt bediend. manually move in and out to engage Failure to lock may result in unintended Pagina 5

6 UP DOWN DOOR STOW CSE Onderhoud en smering De lift moet correct onderhouden worden, zodat hij veilig en probleemloos werkt. De lift moet dagelijks gecontroleerd worden op beschadiging, slijtage en andere afwijkingen. Dankzij eenvoudige controles kunnen mogelijke problemen vroegtijdig vastgesteld worden. Reinig onderdelen en hun directe omgeving voordat smeermiddelen worden gebruikt. Universeel toepasbare kruipolie wordt aanbevolen als er sprake is van lichte olie. Het gebruik van ongeschikte smeermiddelen kan vuil e.d. aantrekken. Dit kan slijtage of beschadiging van onderdelen veroorzaken. Platformonderdelen die aan verontreiniging worden blootgesteld als het op de grond rust, vereisen speciale aandacht. Voer onderhouds- en smeerbeurten na een van tevoren vastgesteld aantal cycli uit. Deze cycli zijn een algemene richtlijn voor het plannen van de onderhoudsbeurten en verschillen naar gelang het gebruik van de lift en de omstandigheden. Voor liften die blootgesteld worden aan zware omstandigheden (zoals weer, omgeving, vervuiling en intensief gebruik) geldt dat ze mogelijk vaker gecontroleerd en onderhouden moeten worden dan is aangegeven. WLET OP Onderhouds- en smeerbeurten moeten conform de instructies door een bevoegde servicemonteur worden uitgevoerd. Als dit niet gebeurt, kan dat tot ernstig lichamelijk letsel en/of materiële schade leiden. Gebruik de lift niet meer als de onderhouds- en smeerbeurten niet correct zijn uitgevoerd of als er tekenen van beschadiging, slijtage of incorrecte werking zijn. Neem in deze gevallen contact op met het bedrijf waar u de lift hebt gekocht. Aandrijfketting en looprollen Borging aandrijfketting SV Looprollen (lagers) hydraulische cilinder Looprollen excentrische draagas (lagers) torsiebuis Looprollen (lagers) hefarmen Vergrendeling horizontale rolarmen DE Handmatig ontkoppelingssysteem met kabelbediening manually move in and out to engage Failure to lock may result in unintended torsiebuis hefarmen brugplaatkoppeling brugplaat Scharnierpunt vergrendeling buitendrempel buitendrempel en onderste vergrendeling Smeermiddel Type Aanbevolen Hoeveelheid Braun-onderdeelnr. : lichte olie DE: Door-Ease SV: synthetisch vet Lichte kruipolie (viscositeit 30 of gelijkwaardig) vlekkeloos vast smeermiddel (tube) synthetisch vet (universeel toepasbaar) universeel toepasbare kruipolie Door-Ease -stift (tube) Mobiltemp SHC32 ca. 450 gr spuitbus ca. 47,5 gr ca. 355 gr tube Pagina 6

7 750 cycli buitendrempel en onderste vergrendeling (2) Buitendrempel en onderste vergrendeling controleren op correcte werking Afdichting buitendrempel en pakking onderste vergrendeling controleren Scharnierpunt vergrendeling buitendrempel Veer vergrendeling buitendrempel brugplaat brugplaatkoppeling hefarmen en looprollen (lagers) Lift op beschadiging, slijtage en andere afwijkingen controleren Lift op rammelend geluid controleren Spanning van aandrijfketting controleren Brugplaat en koppeling controleren op: Inschuifhoogte van controleren Uitlijning van inschuifhoogte en hefarmen controleren Kabelbomen op bevestiging, beschadiging en slijtage controleren Bevestiging van onderste reservoir controleren Taatslagers torsiebuis (6 punten) Beschadigde onderdelen repareren of of of Indien nodig repareren Indien nodig repareren Ontkoppelingskabel eruit trekken en vergrendelen. Indien nodig ketting aanspannen. Zie instructies voor afstelling van aandrijfketting of. Zie instructies voor afstelling van vloerhoogte en brugplaat Indien nodig aanpassen. Zie instructies voor afstelling van inschuifhoogte Hefarmen moeten horizontaal en uitgelijnd zijn ten opzichte van elkaar en van het. Indien nodig aanpassen. Zie instructies bij eindschakelaar voor inschuifhoogte of of Pagina 7

8 1500 cycli Looprollen (lagers) Looprollen excentrische draagas (lagers) Vergrendeling horizontale rolarmen hydraulische cilinder (4 per cilinder) Aandrijfketting en looprollen Borging aandrijfketting Platform uitschuiven, bovenste reservoir verwijderen, behuizing schoonblazen en geleiderails reinigen Kettingspanner, borgmoeren en koppeling controleren op correcte bevestiging en uitlijning Borging van aandrijfketting controleren op correcte werking, correcte bevestiging, beschadiging en slijtage Handmatig ontkoppelingssysteem met kabelbediening controleren (bevestiging van T-hendel en kabel en in- en uitschuiven van ) s en nokken controleren op correcte bevestiging en afstelling Platform, hefarmen en looprollen van excentrische draagas (lagers) controleren op beschadiging, slijtage en correcte bevestiging en werking Borgveren (splitpennen) aan de buitenkant controleren van: draagas (3) Onderste hefarmpennen controleren op beschadiging, slijtage en correcte bevestiging en afstelling Pennen van excentrische draagas, bevestigingsschroef van lagers, sluitringen en andere bevestigingsmiddelen controleren op beschadiging, slijtage en correcte bevestiging en werking Torsiebuisnokken controleren op correcte bevestiging, beschadiging en slijtage Nokbeugels controleren op correcte bevestiging, beschadiging of slijtage Cilinder(s), slangen, aansluitstukken en hydraulische verbindingen controleren op beschadiging, slijtage en lekkage Voedingskabel controleren Leuningen controleren op correcte bevestiging Door-Ease gebruiken (zie smeringsschema) Rondom beide vergrendelingspunten aanbrengen en overschot afvegen Synthetisch vet gebruiken (zie smeringsschema) Compressor met mondstuk gebruiken om vuil uit behuizing te verwijderen. Geleiderails reinigen met schone doek en oplosmiddel Beschadigde onderdelen repareren, en/of smeren Zie instructies voor afstelling van aandrijfketting Beschadigde onderdelen repareren, en/of smeren T-hendel en bekabeling controleren op correcte werking. Controleren of probleemloos handmatig in- en uitgeschoven kan worden. Zie instructies voor afstelling van schakelaars Zie instructies voor afstelling van inschuifhoogte Pagina 8

9 4500 cycli Hydraulische vloeistof (pomp): niveau controleren. N.B. Vloeistof moet bij zichtbare vervuiling ververst worden. Hydraulisch systeem (cilinder, slangen, aansluitstukken, afdichtingen etc.) controleren op lekkage als het vloeistofniveau laag is Bussen en scharnierpunten van de hefarmen controleren op zichtbare beschadiging en slijtage Spanbouten van fuseepennen van buitendrempel controleren (2) Bevestiging Stickers en antislipvoorzieningen Alleen 5606 Aviation Fluid (onderdeelnummer 87010R) gebruiken. Niet met Dextron III of andere hydraulische vloeistoffen vermengen. Vloeistofniveau controleren als volledig is neergelaten. Tot aanduiding voor maximaal vloeistofniveau vullen (zie sticker). Niet te veel vloeistof bijvullen. Maximaal vloeistofniveau bevindt zich 22 mm boven de bodem van de vulbuis. Meet deze afstand af als de sticker voor het vloeistofniveau niet aanwezig is Indien nodig Indien nodig opnieuw vastzetten of Controleren of lift stevig aan voertuig is bevestigd en of er geen loszittende bouten, open lasnaden of breuken zijn Versleten, ontbrekende of onleesbare stickers Versleten of ontbrekende antislipvoorzieningen Beurten na 750 cycli Voer alle hierboven beschreven controle-, onderhouds- en smeringsprocedures na 750 cycli uit. Afstelling van de lift Afstelling van de inschuifhoogte De horizontale rolarmen bewegen (rollen) via de looprollen over de geleiderails van de behuizing. Na de installatie of intensief gebruik van de lift kan de vrije ruimte tussen de horizontale rolarmen en de geleiderails verdwijnen. De hoogte kan via de bevestigingsplaat van de excentrische draagas afgesteld worden. Verwijder de bevestigingsschroef van de bevestigingsplaat van de excentrische draagas. Draai de excentrische draagas met een schroevendraaier of een ander gereedschap rechtsom om de inschuifhoogte te verhogen. Draai de draagas linksom om de inschuifhoogte te verlagen. Plaats de bevestigingsschroef in de dichtstbijzijnde hiervoor bestemde opening. Stel de draagas aan de linker- en rechterzijde af (posities van de schroeven kunnen per zijde verschillen). Stel de hoogte zo af dat de horizontale rolarmen geen contact maken met de boven- of onderzijde van de geleiderails (in het midden uitlijnen). Afstelling van de aandrijfketting Als de aandrijfketting 13 mm of meer doorzakt, moet hij overeenkomstig de instructies aangespannen worden. Span de ketting aan tot hij niet meer doorzakt, maar span hem niet te strak aan. 1. Ontgrendel en trek aan de ontkoppelingskabel en vergrendel hem in de ontkoppelde stand. 2. Schuif het er met de hand voor 2/3 uit. 3. Verwijder de afdekkap van de stelbout (spanner). 4. Draai de borgmoer aan de buitenkant met een lange dopsleutel los. Draai de borgmoer aan de binnenkant aan tot hij niet meer doorzakt, maar span hem niet te strak aan. 5. Vergrendel beide borgmoeren. Ontgrendel de ontkoppelingskabel en duw hem er volledig in. Vergrendel vervolgens de kabel. Schuif het in en uit tot de aandrijfketting weer gekoppeld is. Pagina 9