De academische loopbaan trends in leeftijdsopbouw 1999; 2004; 2008; 2013

Transcriptie

1 De academische loopbaan trends in leeftijdsopbouw 1; ; 8; 1 In de periode 1 1 zien we een explosieve toename in het aantal PhDs (> %) en ook in het aantal studenten (ca %). Vanaf zien we opeens de functie OWPOW in de WOPI cijfers van VSNU opduiken ( Overig Wetenschappelijk Personeel OnderWijs), ook wel Docent. Deze Docenten zijn doorgaans gepromoveerd, jong, en in tijdelijke dienst. Ze worden ingezet ten behoeve van de onderwijsintensivering (hetgeen inmiddels een structurele kernactiviteit is) en om de sterk toegenomen studentaantallen te kunnen bedienen. Een andere opvallende trend is de flexibilisering: Met name UDs krijgen steeds vaker een tijdelijke aanstelling (in 1 was 11,1% van de UDs in tijdelijke dienst, in 1 was,% van de UDs in tijdelijke dienst). Ondanks de forse toename in het aantal studenten (en het aantal PhDs), nam in dezelfde periode 11 het aantal UDs en UHDs af (respectievelijk 11,% en 8,8%). Het aantal hoogleraren steeg licht (8,8%). In totaal moet een studentenpopulatie die ruim % gestegen is het dus met ca 1% minder structurele staf doen (UDs; UHDs, HLs). Wie verzorgen er anno 1 het onderwijs? Een groot deel van de onderwijslast lijkt gedrn te worden door de tijdelijke docenten en PhDs. Geen wonder dat het thema werkdruk met regelmaat de kop opsteekt. Vooral onder PhDs en UDs blijkt de werkdruk zorgwekkend hoog. De absolute aantallen OBP blijven tamelijk constant maar we zien hier een verschuiving naar de hogere schalen optreden: De Manrsuniversiteit lijkt een feit. De flexibilisering onder het OBP blijft relatief laag: van 1,8% in 1 naar 1,1% in 1. De invoering van een flexibele schil lijkt eenzijdig het WP te treffen. Het aandeel tijdelijke aanstellingen onder het WP (exclusief promovendi) bedraagt momenteel 1%.

2 De academische loopbaan trends in leeftijdsopbouw 1; ; 8; 1 O BP 1 W P 1 a a n ta l stu d e n te n 1 1 O BP W P a a n ta l stu d e n te n 187. O BP 8 W P 8 a a n ta l stu d e n te n 8 7. O BP 1 W P 1 a a n ta l stu d e n te n 1 P o std o c (O W P O Z ) D o c e n t (O W P O W ) P h D (A io ) 8. U n iv e r s it a ir D o c e n t (U D ) U n iv e r s it a ir H o o fd D o c e n t (U H D ) H o o g le r a a r (H L ) O B P ; v ro u w e n O B P ; m annen

3 Ligt het aan de promovendi? Als er gekeken wordt naar de academische loopbaan blijf je al snel hangen bij de promovendi. Als cohort van het WP springt deze groep er dan het hardste uit. De aantallen zijn gigantisch gestegen en voor het overgrote gedeelte is voor deze groep geen academische carrière weggelegd. Maar zelfs als we de promovendi buiten beschouwing laten is er sprake van een buiten proportionele toename van de flexibilisering. O BP 1 W P 1 a a n ta l stu d e n te n 1 1 O BP W P a a n ta l stu d e n te n 187. O BP 8 W P 8 a a n ta l stu d e n te n 8 7. O BP 1 W P 1 a a n ta l stu d e n te n 1 P o std o c (O W P O Z ) D o c e n t (O W P O W ) U n iv e r s it a ir D o c e n t (U D ) U n iv e r s it a ir H o o fd D o c e n t (U H D ) 8. H o o g le r a a r (H L ) O B P ; v ro u w e n O B P ; m annen De leeftijdsopbouw onder het OBP blijk stabiel in de periode 11, bij het WP verschuift de leeftijdsopbouw dramatisch naar zowel jongere leeftijden als lre functies. Dit itt tot het OBP waar de hogere schalen (dus functies) toenemen: de manrsuniversiteit.

4 Universiteiten zijn bedrijven geworden met enerzijds een toplaag van manrs die een cohort goedkope, jonge productiemedewerkers (het WP) onder leiding van een tamelijk stabiele laag voormannen (Hoogleraren) het merendeel van de academische kerntaken (onderwijs en onderzoek) laten uitvoeren. O n t w i k k e l i n g e n O B P 1 1 n a a r s c h a a l S c h a a l 1 S c h a a l 1 1 S c h a a l > 1 T o t a l O B P =. 1 f t e T o t a l O B P = f t e T o t a l O B P = f t e T o t a l O B P = f t e 1 % i n t i j d e l i j k e d i e n s t 1 1 % i n t i j d e l i j k e d i e n s t 1 % i n t i j d e l i j k e d i e n s t 1 7 % i n t i j d e l i j k e d i e n s t O n t w i k k e l i n g e n W P 1 1 n a a r f u n c t i e P h D + o v e r i g W P U D U H D H L T o t a l W P = 1. 7 f t e T o t a l W P = 1. 8 f t e T o t a l W P =. 8 f t e T o t a l W P =. 7 f t e % i n t i j d e l i j k e d i e n s t * 7 % i n t i j d e l i j k e d i e n s t * % i n t i j d e l i j k e d i e n s t * 1 % i n t i j d e l i j k e d i e n s t * O n t w i k k e l i n g e n s t u d e n t / s t a f r a t i o s t u d e n t e n * 1 O W ( H L, U H D, U D, d o c e n t e n ) O Z ( P r o m o v e n d i, p o s t d o c s )

5 De academische loopbaan het glazen plafond 1; ; 8; 1 De afgelopen 1 jaar is er veel aandacht geweest voor manvrouw verschillen in de academische loopbaan. Een mooi artikel dat de scheefheid probeert te verklaren is het artikel The academic jungle, van O Brien & Hapgood ( Als ik naar de trendontwikkeling in het WP functiehuis bekijk voor vrouwen en mannen apart dan vraag ik me af of we de VSNU niet voor de rechter moeten dn. (Grafieken exclusief promovendi). 1 v r o u w e n 1 m a n n e n 1 1 > > v r o u w e n m a n n e n 1 1 > > 8 v r o u w e n 8 m a n n e n 1 1 > > 1 v r o u w e n 1 m a n n e n 1 1 > >

6 Inhaalslag voor vrouwen 1; ; 8; 1 Ten aanzien van het achterblijven van het aandeel vrouwen in met name de hogere academische functies wordt vaak verweten dat vrouwen nu nog bezig zijn aan een inhaalslag: men stelt dat het aandeel vrouwelijke promovendi ca 1 jaar geleden lr was en de instroom van vrouwen voor hogere functies daardoor te beperkt. Bekijken we de grafieken inclusief de promovendi dan blijkt sedert (1 jaar geleden) de instroom ruim voldoende. Veel treuriger is dat ook na het e jaar / en of een functie van postdoc/ud de vrouwen uit blijven stromen terwijl mannen na het nemen van de postdoc hobbel een zeer goede kans op een succesvolle carrière lijken te hebben. 1 v r o u w e n 1 m a n n e n 1 1 > > v r o u w e n m a n n e n 1 1 > > 8 v r o u w e n 8 m a n n e n 1 1 > > 1 v r o u w e n 1 m a n n e n 1 1 > >