Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Rijkswaterstaat. Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Rijkswaterstaat. Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ"

Transcriptie

1 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ

2 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ Menselijke belasting Waddenzeegebied door scheepvaart en atmosferische depositie Inventarisatie van beschikbare informatie voor kwantificering stofstromen vanuit scheepvaart en atmosferische depositie Juli 2004 E.G. Bellert, J.E. Åkerman, M.P. Koopmans en C.L.M. van de Ven Werkdocument RIKZ/AB/

3 Inhoudsopgave INLEIDING ACHTERGROND BRONNEN EN AANVOERROUTES DOEL WERKDOCUMENT LEESWIJZER SCHEEPVAART SCHEEPVAART IN HET WADDENZEEGEBIED Algemeen Scheepvaartintensiteit vaarroutes Beroepsvaart Recreatievaart RELEVANTE ACTOREN EMISSIES SCHEEPVAART Emissies naar land Emissies naar lucht Emissies naar water Relevante afvalstromen scheepvaart STOFFEN ONZEKERHEDEN INSCHATTING SCHEEPVAARTEMISSIES PRIORITERING RELEVANTE STOFFEN I.R.T. SCHEEPVAARTEMISSIES KENNISLACUNES ATMOSFERISCHE DEPOSITIE ALGEMEEN ATMOSFERISCHE DEPOSITIE IN HET WADDENGEBIED RELEVANTE ACTOREN EN BELEID TYPE ATMOSFERISCHE DEPOSITIE EN MEETNET Depositie als einde van de route...31 Meten van atmosferische depositie VRACHTBEREKENINGEN Modellen Emissiegegevens uit Europese en Nederlandse emissieregistraties Integratie van model, metingen en emissiegegevens Atmosferische deposities inschatten voor waterkwaliteitsbeheerders STOFFEN Stoffen in regulier meetprogramma Niet-regulier gemeten stoffen BRON ACHTER BRON Onderscheid tussen bron en transportroute Belangrijkste bronnen Subbronnen achter bronnen achterhalen RELEVANTIE STOFFENLIJST EN BRONNEN BIJ KIEZEN SELECTIECRITERIA Uitgangspositie stoffenlijst Selectie relevante stofgroep(en) atmosferische depositie KENNISLACUNES CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN CONCLUSIES AANBEVELINGEN...49 Belasting WZ-gebied: scheepvaart en atmosferische depositie

4 LITERATUUR...51 BIJLAGEN...57 BIJLAGE 1 PRIORITAIRE STOFFENLIJST KADERRICHTLIJN WATER..58 BIJLAGE 2 METHODE ONZEKERHEIDSANALYSE...59 BIJLAGE 3 STOFFEN IN LUCHTMEETPROGRAMMA S EN STOFFENLIJSTEN...61 Belasting WZ-gebied: scheepvaart en atmosferische depositie

5 1 Inleiding Met het project Bronnenstudies Waddenzeegebied zal een kwantitatieve beschrijving van bronnen en belangrijke antropogene stofstromen in de Waddenzee en het Eems-Dollardgebied worden gegenereerd. Hierbij gaat de aandacht in eerste instantie uit naar die bronnen die tot op heden onvoldoende gekwantificeerd zijn, om de relatieve bijdrage van de bronnen ten opzichte van de totale emissie van een stof in te kunnen schatten. 1.1 Achtergrond De reden voor de uitvoering van het onderzoek is drieledig, namelijk het stofgerichte beleid rondom het beheer van de Waddenzee en het Eems- Dollardgebied, het Emissiebeheersplan en de uitvoering van de Europese Kaderrichtlijn Water. Het totale beheersgebied zal in het werkdocument worden aangeduid als Waddenzeegebied. Beheer Waddenzeegebied Voor het beheer van de Waddenzee zijn de directies Noord-Nederland (DNN) en Noord-Holland (DNH) verantwoordelijk, en voor het Nederlandse deel van het Eems-Dollardgebied DNN. Hoewel officieel DNN en DNH beiden een deel van de Waddenzee beheren, ligt het beheer in de praktijk voornamelijk bij DNN. Zij voeren conform de vierde Nota Waterhuishouding (NW4) een stofgericht beleid (Rijkswaterstaat, 1998). Emissiebeheersplan In de vierde Nota Waterhuishouding (NW4) (Rijkswaterstaat, 1998) is voor de planperiode het Nederlandse waterbeleid geformuleerd, waaronder het emissiebeleid. De NW4 noemt hiervoor onder andere een nieuwe uitvoeringsstrategie: Emissiekader NW4. Deze strategie is erop gericht emissies naar het watersysteem met behulp van gebiedsgericht integraal waterbeheer zoveel mogelijk te voorkomen en te beperken. Het gaat erom strategische beleidsdoelstellingen te vertalen naar operationele doelen voor uitvoering (Rijkswaterstaat, 1999). Om dit te realiseren worden verschillende projecten en activiteiten opgestart, waaronder het opstellen van de Emissiebeheersplannen (EBP) door de Regionale Directies (RD s) van Rijkswaterstaat. Voor het gehele Nederlandse Waddenzeegebied wordt er één Emissiebeheersplan Waddenzeegebied opgesteld (Boon, in prep.). Europese Kaderrichtlijn Water Op internationaal niveau speelt voor de waterkwaliteit vooral de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) een belangrijke rol (EU, 2000b). Deze richtlijn maakt gebruik van een stroomgebiedsbenadering, waarbij de verschillende waterlichamen (zoet en zout oppervlaktewater, grondwater) binnen de EU ingedeeld worden in stroomgebieden. Voor Nederland zijn er vier stroomgebieden, namelijk de Rijn, Maas, Schelde en Eems (Arcadis, 2002b). Verder maakt de Waddenzee deel uit van het KRW-stroomgebied Rijn, deelstroomgebied Rijn-Noord. Het Eems-Dollardgebied is een deelstroomgebied van het stroomgebied de Eems. Het doel van de KRW is dat de stroomgebieden zich in 2015 in een goede toestand bevinden, zowel ecologisch als chemisch gezien. De chemische Belasting WZ-gebied: scheepvaart en atmosferische depositie 5

6 kwaliteitstoestand is vooral gericht op het terugdringen van specifieke antropogene verontreinigingen. De lijst van prioritaire stoffen (KRW, zie bijlage 1) speelt hierbij een belangrijke rol (EU, 2001). Voor die stoffen die aangewezen zijn als prioritair gevaarlijk is in de KRW het streven neergelegd naar een totale beëindiging van de emissies in een periode van 20 jaar. Voor prioritaire stoffen geldt als doelstelling het nastreven van een geleidelijke vermindering van de lozingen tot minimaal de in EU-verband vast te stellen milieukwaliteitdoelstelling. Voor alle overige stoffen geldt als streven het voorkomen van verslechtering (is stand-still ) of een geleidelijke vermindering van de lozingen tot tenminste de op nationaal niveau vastgestelde milieukwaliteitdoelstellingen (EU, 2000b). Om de doelen van de KRW te bereiken vinden er in de komende jaren allerlei activiteiten plaats, waaronder een beschrijving van de huidige (chemische en ecologische) toestand van de (deel)stroomgebieden, een risicoanalyse voor het behalen van de doelen in 2015 en het opstellen van maatregelenpakketten om de doelstellingen te behalen. Hiervoor dient een goed overzicht en beeld verkregen te worden van de relevante menselijke activiteiten, onder andere kwantificering van de bronnen, binnen de stroomgebieden. 1.2 Bronnen en aanvoerroutes In 2001 is er door het RIKZ een inventarisatie uitgevoerd van de emissies van stoffen naar het Waddenzeegebied voor de periode (Marijnissen et al., 2001). Het doel van het rapport was het beschrijven van de vrachten van verontreinigende stoffen en nutriënten naar de Waddenzee en het Eems- Dollardgebied wat betreft grootte en trend. Hierbij is de gebruikte stoffenlijst gebaseerd op stoffen die genoemd worden op verschillende lijsten zoals de EUstoffenlijst (EU, 2001) en de OSPAR-lijst (OSPAR, 2002). Bij de inventarisatie zijn de volgende bronnen en aanvoerroutes meegenomen: industriële en communale lozingen, zoetwaterspuien (waaronder de rivier de Eems), Noordzee en atmosferische depositie. Indeling van bronnen Bronnen kunnen op verschillende manieren ingedeeld worden, waarvan de meest bekende indeling 'puntbronnen' en 'diffuse bronnen' is. Een puntbron is relatief makkelijk aan te duiden, maar er bestaat een grijs gebied tussen een duidelijke puntbron en een diffuse bron. Daarom is er gekozen voor een indeling, zoals die gehanteerd wordt in het Emissiebeheersplan Waddenzeegebied (EBP) van DNN (Boon, in prep.). De indeling onderscheidt directe bronnen, indirecte bronnen en aanvoerroutes. De indeling is gemaakt op basis van de mogelijkheid om uitvoering te kunnen geven aan reductie van emissies uit de directe bronnen middels het opstellen van maatregelen door de beheerder. Directe bronnen zijn bronnen die aanwezig zijn in het gebied of er net buiten en direct lozen op het (Waddenzee-)gebied. Indirecte bronnen bevinden zich buiten het gebied en lozen indirect op het gebied via één of meerdere aanvoerroutes. Aanvoerroutes zijn die routes via welke de stoffen vanuit indirecte bronnen in het beheersgebied terechtkomen, zoals bijvoorbeeld de Noordzee en atmosferische depositie. In figuur 1.1 zijn de belangrijkste bronnen en aanvoerroutes en hun onderlinge relatie ten aanzien van het Waddenzeegebied in schema gezet. Belasting WZ-gebied: scheepvaart en atmosferische depositie 6

7 Indirecte bronnen Aanvoerroutes Atmosferische depositie Oeverbescherming Verkeer Grote industrie Scheepvaart (zoet) Landbouw Bouwmaterialen Huishoudens Kleine industrie Directe bronnen Noordzee IJsselmeer Overige zoetwaterspuien Eems Overstorten RWZI s W a d d e n z e e & E e m s - D o l l a r d Grote industrie Scheepvaart (zout) Militiaire activiteiten Baggeractiviteiten Figuur 1.1 Bronnen en aanvoerroutes en hun onderlinge relatie voor het Waddenzeegebied Voor Rijkswaterstaat (RWS) is een deel van de emissies vanuit bronnen, o.a. de industrie (WVO-vergunning), al kwalitatief en kwantitatief in beeld gebracht. Hiernaast heeft RWS instrumenten in handen om de emissies uit deze bronnen ook daadwerkelijk onder beheer te brengen. Andere bronnen, zoals de scheepvaart, zijn nog niet goed in beeld gebracht. Aan de hand van een korte inventarisatie bij medewerkers van DNN, DNH en het Rijksinstituut voor Kust en Zee (RIKZ) is de volgende lijst met bronnen en aanvoerroutes voor de Waddenzee en het Eems-Dollardgebied aangeduid als relevant voor de huidige studie: Scheepvaart 1 : beroepsvaart en recreatievaart; Atmosferische depositie; 1 Indeling scheepvaartsectoren volgens Scheepvaart op de Waddenzee (Rooke, 2003). Belasting WZ-gebied: scheepvaart en atmosferische depositie 7

8 Waterbodem: nalevering, resuspensie door baggeren, visserij, storten baggerspecie; Havens; Visserij; Zoetwaterspuien (o.a. IJsselmeer); Eems; Noordzee; Offshore activiteiten; Militaire activiteiten en; Beschoeiing/Oeverbescherming. In het Emissiekader NW4 (deel A) wordt aangegeven dat de aanpak van diffuse bronnen, in het bijzonder landbouw, bouwmaterialen, scheepvaart en atmosferische depositie, een hoge prioriteit heeft (Rijkswaterstaat, 1999). DNN heeft aangegeven dat met name voor de bronnen scheepvaart en atmosferische depositie een kwantificering voor de Waddenzee en het Eems- Dollardgebied gewenst is. 1.3 Doel werkdocument In het kader van zowel het Emissiebeheersplan Waddenzeegebied (Boon, in prep.) als de Europese Kaderrichtlijn Water wil directie Noord-Nederland een inventarisatie maken van de beschikbare informatie omtrent de belangrijkste antropogene bronnen in de Waddenzee. Hierbij gaat het in dit werkdocument om die bronnen, waarvan tot op heden de stofstromen onvoldoende gekwantificeerd zijn. De prioriteit ligt bij de bron Scheepvaart en de aanvoerroute Atmosferische depositie. De inventarisatie van de informatie zal zich beperken tot het Waddenzeegebied. Er zal een set van relevante stoffen worden geselecteerd, waarvoor in een later stadium de kwantificatie van de belangrijke stofstromen plaats zal vinden. 1.4 Leeswijzer Binnen het Thema Waterkwaliteit Waddenzeegebied heeft DNN het RIKZ de opdracht gegeven de inventarisatie van informatie van de belangrijkste bronnen uit te voeren. Het RIKZ is in 2003 begonnen met de voorbereiding hiervan in de vorm van het voorliggende werkdocument. In dit werkdocument wordt de huidige kennis met betrekking tot emissies vanuit de scheepvaart (hoofdstuk 2) en atmosferische depositie (hoofdstuk 3) voor het Waddenzeegebied beschreven. Op basis hiervan worden vervolgens aanbevelingen gedaan voor de uiteindelijke uitvoering van de inventarisatie van de emissies (hoofdstuk 4). Belasting WZ-gebied: scheepvaart en atmosferische depositie 8

9 2 Scheepvaart Voor het kwantificeren en prioriteren van de belangrijke emissies en stofstromen vanuit de scheepvaart in het Waddenzeegebied dient een inventarisatie uitgevoerd te worden van meerdere variabelen die hierbij een rol spelen. In dit hoofdstuk zullen deze variabelen beschreven worden, beginnend met de verschillende typen scheepvaart in en rondom het Waddenzeegebied en de vaarintensiteit daarvan ( 2.1). Het type scheepvaart is van belang, omdat de emissies van bepaalde stoffen variëren in soort en kwantiteit tussen de verschillende typen. In het verlengde hiervan geeft de vaarintensiteit aanvullende informatie over de kwantiteit van de emissie van verschillende stoffen. Vervolgens worden in dit hoofdstuk kort een aantal nationale en internationale actoren benoemd op het gebied van scheepvaart en milieu ( 2.2), gevolgd door een beschrijving van de verschillende soorten van emissies vanuit de scheepvaart ( 2.3). Voor de prioritering speelt de kwantiteit van de emissie een belangrijke rol, maar ook de aard van de geëmitteerde stoffen. Een geringere emissie van een schadelijke stof, zoals een moeilijk afbreekbare toxische stof, kan een beduidend hogere prioriteit hebben voor de beheerder dan een grote emissie van een minder schadelijke stof. De verschillende stoffen die vrijkomen bij de emissies en de aard van deze stoffen, zoals toxiciteit en milieuchemische eigenschappen ( gedrag in milieu ), dienen daarom meegenomen te worden in de inventarisatie ( 2.4). Aan het einde van het hoofdstuk wordt een onzekerheidsanalyse beschreven ( 2.5), gevolgd door de selectiecriteria voor de relevante bronnen en stoffen binnen de functie scheepvaart die in aanmerking komen voor een kwantitatieve stofstroomanalyse ( 2.6). Dit gebeurt op basis van de informatie uit voorgaande paragrafen. 2.1 Scheepvaart in het Waddenzeegebied Algemeen In deze paragraaf wordt informatie gegeven over het aantal vaaruren, het aantal vaarkilometers en de ruimtelijke spreiding van de scheepvaart. Scheepvaart vindt plaats in het hele Waddenzeegebied. In 2003 is de scheepvaartintensiteit voor de eerste maal op een rij gezet in het werkdocument Scheepvaart op de Waddenzee (Rooke, 2003). De gehanteerde definities en intensiteiten voor de (beroeps-)scheepvaart uit dit werkdocument worden hierbij als basis gebruikt voor de voorliggende inventarisatie van de bron scheepvaart. De scheepvaart is ingedeeld in twee categorieën: beroepsscheepvaart en recreatievaart. Onder beroepsscheepvaart wordt hier verstaan: alle scheepvaart die beroepsmatig in het Waddenzeegebied aanwezig is. Binnen de beroepsscheepvaart zijn een aantal subcategorieën te onderscheiden, te weten: a. Chartervaart b. Defensie c. Visserij d. Dienstvaart e. Veerdiensten f. Vrachtvaart Belasting WZ-gebied: scheepvaart en atmosferische depositie 9

10 Chartervaartuigen zijn de bruine vloot. Dat zijn overwegend nostalgische schepen die voornamelijk zeilen. Ze varen met betalende gasten en daarom vallen ze onder beroepsvaart. Ze hebben echter qua (milieu)-effecten meer overeenkomsten met recreatievaart; daarom worden ze daar soms ook onder gerekend. Defensievaartuigen worden voornamelijk gebruikt bij oefeningen op de Waddenzee. Visserij is onder beroepsscheepvaart gerekend en wordt apart behandeld, omdat er weinig bekend is over de ruimtelijke verspreiding van de schepen en omdat over het aantal vaarbewegingen dat ze maken weinig harde gegevens zijn. Dienstvaartuigen zijn vaartuigen ten behoeve van onderhoud, handhaving en andere overheidsvaartuigen. Veerdiensten vinden plaats tussen het vaste land en de Waddeneilanden (op vaste tijden en routes) en tussen de eilanden. Op de Waddenzee vindt vrachtvervoer vooral plaats op het westelijk wad en de Eems-Dollard en dan alleen op de hoofdvaarroutes. Het oostelijk deel van de Waddenzee wordt vooral gebruikt voor recreatie, chartervaart en visserij Scheepvaartintensiteit vaarroutes In deze paragraaf is de intensiteit van de scheepvaart op de verschillende routes op de Waddenzee beschreven. Bron is de WATIS database (2001). Daarin worden meldingen van schepen geregistreerd. Figuur 2.1: De drie VTS gebieden in de Waddenzee. Niet alle schepen zijn verplicht zich te melden. Verplicht zich te melden zijn beroepsschepen langer dan 40 meter die binnen een zgn. Vessel Traffic Service (VTS) gebied komen (zie figuur 2.1). De drie VTS-gebieden liggen tussen Texel en Den Helder, tussen Vlieland en Terschelling en in het Eemsmondgebied. Schepen met een gevaarlijke lading aan boord moeten zich op de gehele Waddenzee melden. Uit de WATIS-database kan een verdelingsgrafiek afgeleid worden naar subcategorieën beroepsscheepvaart (a.-f. zie hierboven), voor de afzonderlijke gebieden. De verdeling kan gemaakt worden voor zowel de drie VTS-gebieden, als voor Waddenzee-west en Waddenzee-oost. De verdelingsgrafieken voor de VTS-gebieden zijn het meest betrouwbaar. Buiten de VTS-gebieden wordt het anders, omdat van deze gebieden niet bekend is welk percentage schepen zich meldt en of er bepaalde subcategorieën beroepsscheepvaart zijn die de neiging hebben zich vaker te melden dan andere, bijv. charter- vs. vissersschepen. Uit de gegevens van de database blijkt duidelijk dat het aantal meldingen afneemt buiten een VTS-gebied. Het aantal gevaren kilometers door de verschillende Belasting WZ-gebied: scheepvaart en atmosferische depositie 10

11 subcategorieën beroepsscheepvaart is berekend aan de hand van het toewijzen van een afstand, gemeten op de kaart, aan de verschillende routes. De vijf deelgebieden van de Waddenzee (de drie VTS-gebieden, en de westelijke- en oostelijke Waddenzee) zijn opgebouwd uit deze routes. De cijfers van scheepvaart in de niet-vts gebieden zijn geschat op basis van havencijfers, sluispassages, schattingen op basis van een logisch verloop van de aantallen over de route (schepen verdwijnen niet zomaar), en expert judgement. Het aantal bewegingen gemaakt door veerboten is vrij nauwkeurig te berekenen aan de hand van de dienstregelingen, die te vinden zijn op Internet. Voor wat betreft visserij is het niet mogelijk gebleken om de intensiteit per route te benaderen omdat deze gegevens niet vrijgegeven worden. Daarom is er een schatting gemaakt van het aantal vaaruren op basis van het aantal schepen dat is ingezet en het geschatte aantal vaaruren per vaardag. In tabel 2.1 is het aantal vaarbewegingen per subcategorie beroepsscheepvaart en per deelgebied gegeven. Uit het aantal geregistreerde vaarbewegingen is door het meten van de verschillende trajecten afgeleid met hoeveel gevaren kilometers dat overeenkomt, zie tabel 2.2. Tabel 2.1: Aantal vaarbewegingen beroepsscheepvaart per deelgebied per subcategorie in 2001 (bron: WATIS database, 2001). Categorie DHVTS WW TVTS WO EemsVTS Totaal Chartervaart Defensievaart Visserij niet bekend Dienstvaart Veerdienst Vrachtvaart Totaal DHVTS = VTS gebied Den Helder WW = Westelijke Waddenzee (ten westen van de lijn Harlingen-Terschelling) TVTS= VTS gebied Terschelling WO = Oostelijke Waddenzee (ten oosten van de lijn Harlingen-Terschelling) EemsVTS = VTS gebied Eemsmond N.B. Het betreft hier de scheepsreizen die geregistreerd zijn. Dat betekent met name voor Waddenzee Oost en West dat de cijfers waarschijnlijk hoger liggen. Cijfers voor visserij in de Eems-Dollard ontbreken. Tabel 2.2: Aantal gevaren kilometers beroepsscheepvaart per deelgebied per subcategorie in 2001 (bron: WATIS database, 2001). Categorie DHVTS WW TVTS WO EemsVTS Totaal Chartervaart Defensievaart Visserij Niet bekend Dienstvaart Veerdienst Vrachtvaart Totaal DHVTS = VTS gebied Den Helder WW = Westelijke Waddenzee (ten westen van de lijn Harlingen-Terschelling) TVTS= VTS gebied Terschelling WO = Oostelijke Waddenzee (ten oosten van de lijn Harlingen-Terschelling) EemsVTS = VTS gebied Eemsmond N.B. Het betreft hier de scheepsreizen die geregistreerd zijn. Dat betekent met name voor Waddenzee Oost en West dat de cijfers waarschijnlijk hoger liggen. Cijfers voor visserij in de Eems-Dollard ontbreken. Belasting WZ-gebied: scheepvaart en atmosferische depositie 11

12 2.1.3 Beroepsvaart Voor het maken van de kaart Intensiteit Beroepsvaart is gebruik gemaakt van de WATIS-database (2001), havencijfers, logisch verloop en expert judgement. Beroepsschepen (exclusief visserij!) maakten in 2001 (minimaal) geregistreerde vaarbewegingen, ca. 1,54 miljoen kilometers (zie tabel 2.1 en 2.2). Zoals al aangegeven is dit cijfer waarschijnlijk nog een onderschatting, omdat niet exact bekend is wat niet geregistreerd wordt, zoals de kilometers gemaakt door de visserij op de oostelijke Waddenzee en in het Eems- Dollardgebied. In figuur 2.2 staat de intensiteit van de beroepsvaart weergegeven voor het jaar Figuur 2.2: Kaart met scheepvaartbewegingen beroepsvaart voor 2001 (bron: WATIS database, 2001) In figuur 2.3 is het aantal berekende kilometers per subcategorie beroepsscheepvaart per deelgebied weergegeven. In figuur 2.3 is te zien dat chartervaart niet of nauwelijks voorkomt in de drukke gebieden bij Den Helder en de Eemsmond. In de oostelijke Waddenzee zie je in de cijfers niet veel chartervaart, wat komt doordat daar geen meldplicht is. De eigenlijke aantallen liggen daar hoger. Verder valt duidelijk op dat de Eemsmond vooral voor vrachtvaart gebruikt wordt, naast veerdiensten. Over visserij zijn in de Eems-Dollard geen gegevens opgenomen, maar uit havencijfers blijkt dat de gegevens er wel zijn. Belasting WZ-gebied: scheepvaart en atmosferische depositie 12

13 Kilometers Den Helder VTS Westelijke Waddenzee Terschelling VTS Oostelijke Waddenzee Eems VTS Vrachtvaart Visserij Veerdiensten Recreatievaart Dienstvaart Defensie Chartervaart Figuur 2.3: Aantal berekende kilometers per subcategorie beroepsscheepvaart per deelgebied (bron: WATIS database, 2001). Voor de oostelijke en westelijke Waddenzee betreft het geschatte waarden. Voor het Eems-Dollardgebied is het aandeel vanuit de visserij niet bekend. Veerverbindingen Tussen de Waddeneilanden en de vaste wal varen geregeld veerboten. De frequentie daarvan is te vinden in de dienstregeling op het Internet en zodoende kan bepaald worden om hoeveel scheepsbewegingen het per jaar gaat. In tabel 2.3 en figuur 2.4 staat het aantal veerdiensten tussen de vaste wal en de eilanden weergegeven. Figuur 2.4: Kaart met veerbootroutes en aantallen in 2001 Belasting WZ-gebied: scheepvaart en atmosferische depositie 13

14 Deze aantallen veerdiensten zijn berekend aan de hand van de vaarschema s. Ook tussen Vlieland en Terschelling varen jaarlijks nog 912 veerdiensten. Deze aantallen schommelen licht met de seizoenen, maar gaan wel het hele jaar door. De veerdiensten in het Eems-Dollardgebied varen naar Borkum vanuit de Eemshaven en Emden. Opvallend zijn de verschillen met de cijfers uit de WATIS database (2001), zie tabel 2.1. Voor een deel kan dit verklaard worden doordat niet alle veerdiensten tussen de eilanden zijn meegerekend. Maar de reden waarom het aantal vaarbewegingen in het Marsdiep hoger zijn in de WATISdatabase dan via een berekening volgens de dienstregeling is niet bekend. Den Helder Texel Tabel 2.3: Aantal veerdiensten tussen de vaste wal en de eilanden in 2001 Harlingen Vlieland * Vlieland Terschelling Harlingen Terschelling** Holwerd - Ameland Lauwersoog - Schiermonnikoog Eemsgebied * Harlingen - Vlieland : gewone veerdiensten en sneldiensten ** Harlingen - Terschelling : gewone veerdiensten en sneldiensten Visserij Bij vissersschepen is dus niet bekend waar ze hoelang varen, maar valt wel iets te zeggen over hun algehele verblijftijd op het wad. Afgeleid uit het aantal dagen dat ze wekelijks onderweg zijn en de maanden waarin ze actief zijn kan tabel 2.4 gemaakt worden met het aantal vaaruren per type visserij voor de Waddenzee. Tabel 2.4: Overzicht aantal vaaruren per type visserij voor het Waddenzeegebied. Visserij type Aantal vaaruren Garnalenvisserij Mosselvisserij Kokkelvisserij Overige visserij Totaal Recreatievaart De intensiteitkaart recreatievaart, zie figuur 2.5, laat de intensiteit zien per vaarroute van pleziervaartuigen, gebaseerd op drie momentopnamen. Een groot getal betekent dat er gedurende een lange periode gerecreëerd wordt. Een klein getal betekent ofwel dat de route minder gebruikt wordt, of dat de schepen er niet lang aanwezig zijn, zoals bijv. in een havenmond. Figuur 2.5 geeft een kaart waarop de geschatte vaardruk per route in 2001 is weergegeven. De bruine vloot valt in het luchttellingenonderzoek onder recreatievaart, in tegenstelling tot de gestelde definitie in dit onderzoek! Het gaat om rond de 100 chartervaartuigen (bruine vloot) die hun thuishaven aan of nabij de Waddenzee hebben. De kaart voor de scheepsbewegingen voor de recreatievaart moet anders geïnterpreteerd worden dan de kaarten die gemaakt zijn op basis van de WATIS-data en dienstregelingen, omdat de recreatiekaart een momentopname is, op basis van luchtfoto s. Deze geeft hogere cijfers op plaatsen waar het beter recreëren is, terwijl op plaatsen waar het onaantrekkelijker is om te varen lagere cijfers te vinden zijn, bijvoorbeeld in Belasting WZ-gebied: scheepvaart en atmosferische depositie 14

15 havenmondingen, waar vanzelfsprekend de meeste bewegingen te vinden zouden moeten zijn, in aantallen passages gerekend. De kaarten op basis van WATIS nemen de hele reis mee, voor zover gemeld. Figuur 2.5: Kaart recreatievaart met aantal vaarbewegingen per route, gemiddeld voor het jaar 2001 Recreanten passeren in totaal zo n keer een sluis naar de Waddenzee waarbij er een heel duidelijke seizoensinvloed te zien is (zie figuur 2.6). Het aantal sluispassages op een dag is een redelijke maat voor het aantal schepen op het Wad op die dag als rekening wordt gehouden met een vermenigvuldigingsfactor 1, Aantal passages recreatievaart (incl Charter) Week Figuur 2.6: Sluispassages rondom de Waddenzee in 2000 (Bron: Provincie Fryslan, 2001) Belasting WZ-gebied: scheepvaart en atmosferische depositie 15

16 Uit luchttellingen van de Provincie Fryslân blijkt dat de populairste routes onder waterrecreanten op de Westelijke Waddenzee de routes Harlingen Terschelling / Vlieland (bijna 30%), Kornwerderzand Harlingen (14%), Kornwerderzand Texel (9%) en Den Helder Texel (6%) zijn. Het soort recreatievaart is als volgt verdeeld: 68% zeiljachten, 13% motorjachten, 12% charters, 1% sportvissers, 6% overig (Provincie Fryslan, 2001). 2.2 Relevante actoren Buiten het RIKZ bestaan verschillende actoren, zowel nationaal als internationaal, die actief zijn op het gebied van scheepvaartemissies. Dit zijn onder andere: Nationaal Adviesdienst Verkeer en Vervoer (AVV): is een adviesdienst van Rijkswaterstaat voor het ministerie van Verkeer en Waterstaat, dat medeverantwoordelijk is voor het verbeteren van het verkeers -en vervoersysteem in Nederland, waaronder de scheepvaart. Directoraat-Generaal Goederenvervoer (DGG): is binnen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (Ministerie van V&W) verantwoordelijk voor een veilig, concurrerend en kwalitatief hoogwaardig goederenvervoersysteem, waaronder de scheepvaart. Regionale directies van Rijkswaterstaat. Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling (RIZA). Internationaal Europese Unie (EU). European Environment Agency (EEA). Oslo and Paris Commision (OSPAR): de internationale commissie voor de bescherming zeemilieu in het kader van het Verdrag inzake de Bescherming van het Mariene Milieu in het Noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (Parijs, 1992). International Maritime Organization (IMO): Het IMO heeft het internationale Marine Polution-verdrag (MARPOL) opgesteld (sinds 1973 van kracht), ter voorkoming van verontreiniging van het mariene milieu door schepen. 2.3 Emissies scheepvaart Een beschrijving van de emissies vanuit de scheepvaart in het Waddenzeegebied is uit de aard der zaak complex. Ten eerste is er de variatie in type scheepvaart, zoals beschreven in 2.1. Deze variatie wordt mede bepaald door de verschillende transportfuncties in het Waddenzeegebied, waarbij de laatste bijv. ook dient voor het bulkvervoer van gevaarlijke stoffen. Ten tweede is er de temporele variatie die zich waarschijnlijk vooral laat gelden bij de recreatievaart, die intensiever is in het zomer- dan in het winterseizoen (zie figuur 2.6). Tenslotte zijn er enkele soorten afvalstromen per schip (bijv. afvalolie, motoremissies en uitloging van scheepscoatings), die natuurlijk weer afhangen van het type scheepvaart. Calamiteuze lozingen worden hier buiten beschouwing gelaten. Belasting WZ-gebied: scheepvaart en atmosferische depositie 16

17 Naast deze inventarisatie van de bron scheepvaart in het Waddenzeegebied is AVV, binnen het Ministerie van V&W, actief met de landelijke inventarisatie van scheepvaartemissies. AVV voert in opdracht van DGG het project Emissieregistratie en Monitoring Scheepvaart (EMS) uit (AVV, 2003). In dit project wordt gewerkt aan het verbeteren van de registratie van emissies van zee- en binnenvaartschepen (recreatievaart wordt niet meegenomen). Eén van de doelen van EMS is om effectieve beleidsinstrumenten te bedenken om emissies terug te dringen, en om de effectiviteit van dit beleid te kunnen meten. Het resultaat van EMS staat beschreven in een aantal protocollen die hierna, waar toepasselijk, kort besproken zullen worden. In sommige gevallen is geen sprake van een protocol maar wordt gesproken van een Inventarisatie. De volgende emissies worden in deze paragraaf nader beschreven: 1. Emissies naar land; 2. Emissies naar de lucht (verbrandingsmotoren, koudemiddelen ) en 3. Emissies naar water (anodes, coatings en afvalstoffen) Emissies naar land Met betrekking tot emissies naar land is er voor de scheepvaart sprake van twee afvalstromen, namelijk de afgifte van scheepsafval in havens en de sloop van oude schepen. Om te voorkomen dat de zee als een onuitputtelijk afvalvat wordt gebruikt, is via het internationale MARPOL verdrag van het IMO bepaald welke stoffen in welke hoeveelheden onder strenge condities geloosd mogen worden, en dat havens moeten beschikken over havenontvangstinstallaties (HOI). Het verdrag is in Nederland vertaald in de Wet Voorkoming Verontreiniging door Schepen (WVVS). HOI voor afvalstoffen van de scheepvaart zijn noodzakelijk als men de legale en illegale lozingen op de Noordzee wil terugdringen. In Nederland zijn op grond van de WVVS 35 zeehavens aangewezen die dienen te voorzien in voldoende ontvangstvoorzieningen voor afvalstoffen van de scheepvaart ( Schepen worden aan het einde van hun economische leven gesloopt. Vroeger gebeurde dit ook in Europa, maar wegens de strenge milieu- en arbeidseisen is dit tegenwoordig financieel niet aantrekkelijk. Het slopen en recyclen van schepen gebeurd tegenwoordig vooral in Azië en dan vaak onder zowel voor mens als milieu slechte omstandigheden ( Emissies naar land vanuit de scheepvaart zullen in dit werkdocument niet verder behandeld worden, vanwege de geringe gevolgen hiervan voor de regionale waterkwaliteit Emissies naar lucht Op schepen vinden er meerdere emissies plaats van stoffen naar de atmosfeer. De voornaamste bron hiervan zijn de verbrandingsprocessen van motoren zoals voor de aandrijving van het schip, energieopwekking en koeling van schepen en containers. Een andere bron is verdamping van scheepslading, die vooral bij grotere schepen zoals olie- en chemicaliëntankers aanzienlijk kan zijn. Verder vormen lekkende koel- en brandblusinstallaties een bron voor de emissie van stoffen naar de atmosfeer. De verschillende bronnen op schepen zullen in 2.4 verder besproken per stof of stofgroep die geëmitteerd worden naar de atmosfeer. Belasting WZ-gebied: scheepvaart en atmosferische depositie 17

18 EMS-protocollen Verbrandingsmotoren Scheepsmotoren produceren vanzelfsprekend uitlaatgassen. Voor het milieu schadelijke stoffen die hier in zitten zijn o.a. CO 2, NO x, CO, fijn stof (PM 10 ), vluchtige organische verbindingen en SO 2, alle afkomstig van de verbranding van diesel die de voornaamste energiebron vormt (althans voor het Waddenzeegebied). Het EMS-protocol Motoremissies bestaat uit drie delen die resp. binnenvaartschepen, varende zeeschepen en stilliggende zeeschepen in havens behandelen. Emissies van vissersboten en personenvervoer maken geen deel uit van het protocol. In het protocol worden emissies berekend waarbij o.a. rekening wordt gehouden met het motortype (tweetakt of viertakt), de brandstof (diesel of zware stookolie), het bouwjaar van de motor en de bedrijfstoestand (het percentage van het maximum vermogen). Geconcludeerd wordt dat met name de emissies van NO x, fijn stof (PM 10 ) en SO 2 door zeeschepen aanzienlijk zijn t.o.v. het Nederlandse landelijke emissietotaal (AVV, 2003). EMS-inventarisatie Emissies van koudemiddelen Schepen die koel- en/of vriessystemen aan boord hebben (denk aan vissersboten en charters) kunnen door lekkage synthetische koudemiddelen zoals CFK, HCFK en HFK naar de lucht emitteren. Deze stoffen leveren een bijdrage aan het broeikaseffect en aan de afbraak van de ozonlaag. De EMSinventarisatie Emissies van koudemiddelen bestaat uit twee delen die de emissie van koudemiddelen naar de lucht door resp. zeeschepen en binnenvaartschepen behandelen. Eén van de resultaten van een nulmeting die in 2000 is uitgevoerd (de Bode, 2002) is dat van alle Nederlandse zeeschepen ca. 50% van de koudemiddelen gebruikt wordt door een zeer klein aantal trawlers (grote vissersboten). Het lekpercentage (bepaald aan de hand van koudemiddelenlogboeken) is voor trawlers ook relatief hoog, zodat van het totale geschatte lekvolume van alle Nederlandse zeeschepen maar liefst 54% voor rekening komt van trawlers. Het is echter onwaarschijnlijk dat deze schepen ook op de Waddenzee actief zijn (informatie van De inventarisatie geeft verder de hoeveelheid koudemiddel die gemiddeld per type schip aan boord is, en het gemiddelde lekpercentage per schip (AVV, 2003). EMS-protocol Ladingdampemissie Schepen die in hun tanks restladingsdampen hebben, en die nieuwe stoffen moeten gaan laden die vereisen dat de oude ladingdampen of resten verwijderd zijn, maken gebruik van ontluchting (dus emissie naar lucht) om deze ladingdampen kwijt te raken. Het protocol concentreert zich op de emissie van vluchtige organische stoffen (VOS), waarbij specifiek is gekeken naar ontgassing van acht soorten lading, waaronder benzine, aardoliederivaten, benzeen, methanol en diesel. Deze acht soorten lading dekken ca. 90% van de relevante emissie. Het protocol bestaat uit twee delen die emissies door resp. zeeschepen en binnenvaartschepen behandelen. Emissies van brandstofdampen uit bunkertanks worden niet behandeld in het protocol. De totale emissie van ontluchting van alle beschouwde lading in de binnenvaart in 2002 was 1,9 kton. Voor de zeescheepvaart was dit 12kton (AVV, 2003) Emissies naar water Er bestaan meerdere emissies van de scheepvaart naar het water. Eén bron is lozingen, legaal of illegaal, zoals van olie of oliehoudend water, schadelijke vloeistoffen en sanitair afvalwater. Andere bronnen zijn uitloging van schadelijke stoffen uit scheepsverf en opofferingsanodes, emissie van scheepsmotoren, dumpen van vast scheepsafval en uitlekken van stoffen uit schroefasdichtingen en hennegatskokers. Belasting WZ-gebied: scheepvaart en atmosferische depositie 18

19 EMS-protocol Anodes Anodes van een zink- of aluminiumlegering worden aangebracht op scheepswanden om corrosie van de (metalen) huid van schepen te voorkomen. Deze anodes zijn gevoeliger voor corrosie dan de scheepshuid, waardoor ze eerder corroderen. Bij dit proces komt zink of aluminium vrij uit de anodes. Verder kunnen uit zinklegeringen andere metalen zoals cadmium vrij komen. Het EMS-protocol Anodes bestaat uit twee rapporten die de omvang van de anode-emissies van de zeescheepvaart en visserijvloot beschrijven op het Nederlands Continentaal Plat (NCP) en in de (zee)havens. De Waddenzee en Eems-Dollard zijn dus niet meegenomen. Het protocol behandelt een aantal zaken zoals (AVV, 2003): Beleid ten aanzien van gebruik anodes; Berekeningswijze emissie anodes; Emissiefactoren (corrosiesnelheid) anodes voor zink en aluminium; Emissie anodes (zink, aluminium & cadmium) in 2002 (in ton/jaar); Betrouwbaarheid van berekende gegevens; Verbeterpunten voor gebruikte berekeningswijze. EMS-protocol Coatings Scheepswanden worden beschilderd met aangroeiwerende verf (antifouling) om aangroei van algen en andere organismen zoals pokken en mosselen te voorkomen. Aangroei op scheepswanden veroorzaakt namelijk een lagere vaarsnelheid en dus een hoger brandstofverbruik van schepen. De verf bevat één of meer stoffen die giftig zijn voor de desbetreffende organismen. Het EMS-protocol Coatings bestaat uit twee rapporten die de omvang van de antifouling-emissies van de zeescheepvaart en visserijvloot beschrijven op het NCP en in de (zee)havens. De Waddenzee en Eems-Dollard zijn dus niet meegenomen. Het protocol behandelt niet de werkingsmechanismen van antifouling, maar wel een aantal andere zaken zoals (AVV, 2003): Beleid ten aanzien van gebruik antifouling; Berekeningswijze emissie antifouling; Verschillende emissiefactoren (uitlogsnelheden) antifoulings uit de literatuur; Emissie antifoulings (koper, TBT & biocides) sinds 1990 (in ton/jaar); Betrouwbaarheid van berekende gegevens; Verbeterpunten voor gebruikte berekeningswijze. EMS-inventarisatie Afvalstoffen De inventarisatie Afvalstoffen is gebaseerd op een rapport dat de volgende afvalstromen behandelt (Heidbuurt et al., 2003); emissies van: sludge naar water (afvaltanks voor olie en vethoudende stoffen); bilgewater (vervuild machinekamerwater); afgewerkte olie naar water; ladinggebonden afval naar water; huishoudelijk afvalwater (inclusief reinigingsmiddelen) huishoudelijk afval naar water; ballastwater. De eerste vijf emissiestromen van afvalstoffen lijken het meest relevant als het gaat om emissies van (mogelijke) probleemstoffen naar het Waddenzeegebied. Hierbij moet worden aangetekend dat de emissie van sludge in het Waddenzeegebied waarschijnlijk niet erg belangrijk zal zijn, omdat dit een afvalproduct is bij het gebruik van zware stookolie als brandstof, waarvan het onwaarschijnlijk is dat deze in het Waddenzeegebied gebruikt wordt. Heidbuurt Belasting WZ-gebied: scheepvaart en atmosferische depositie 19

20 et al. (2003) maken schattingen van de hoeveelheid olie in geëmitteerd bilgewater voor verschillende scheepsgroottes. Voor afgewerkte olie konden bij gebrek aan gegevens geen schattingen worden gemaakt, terwijl voor ladinggebonden afval door de veelheid aan mogelijk vervoerde stoffen geen specifieke getallen konden worden genoemd. Voor de emissie van huishoudelijk afvalwater worden getallen genoemd voor geproduceerde volumes afvalwater en concentraties van metalen en olie daarin Relevante afvalstromen scheepvaart Resumerend zijn de voor het Waddenzeegebied relevante afvalstromen uit de scheepsvaart als volgt (in willekeurige volgorde): bilgewater afgewerkte olie motoremissies ladinggebonden afval huishoudelijk afvalwater (inclusief reinigingsmiddelen) zink en aluminium uit anodes aangroeiwerende middelen uit scheepshuid De verschillende bronnen op schepen zullen in 2.4 verder besproken worden per stof of stofgroep die geëmitteerd wordt naar het oppervlaktewater of de atmosfeer. 2.4 Stoffen De stoffen die geëmitteerd worden door de scheepvaart kunnen worden onderscheiden in zogenaamde probleemstoffen en prioritaire stoffen. Dit is een indeling op basis van nationaal (NW4) of internationaal (KRW/OSPAR) gevoerd waterkwaliteitsbeleid. Er is sprake van een probleemstof indien de nationale norm voor deze stof overschreden wordt in het water, zwevende stof of sediment. Als nationale norm voor zoute wateren geldt de streefwaarde (Tweede Kamer, 2001). Zowel de Kaderrichtlijnwater (KRW) (EU, 2000b) als OSPAR (OSPAR, 2002) hebben een lijst met prioritaire stoffen, waarvoor het doel is dat de emissie van deze stoffen teruggedrongen wordt. Er zijn stoffen die niet in de bovenstaande categorieën van stoffen vallen, maar die toch relevant kunnen zijn om mee te nemen (zie tabel 2.5). Dit zijn stoffen of stofgroepen die niet de norm overschrijden of waarvan onbekend is of ze de norm overschrijden (geen probleemstof), omdat ze niet gemeten zijn en/of omdat er geen norm voor bestaat. In onderstaande tabel zijn stoffen (stofgroepen) of mengsels van stoffen (b.v. olie) weergegeven die (gedeeltelijk) door de scheepvaart geëmitteerd worden. Er wordt in de tabel onderscheid gemaakt tussen emissies naar water en lucht en verder wordt aangegeven of het een probleemstof betreft voor het Waddenzeegebied 2002 en/of het een prioritaire stof is voor de KRW of OSPAR. Belasting WZ-gebied: scheepvaart en atmosferische depositie 20

21 Stof of stofgroep Aangroeiwerende middelen: Tabel 2.5: Stoffen of stofmengsels geëmitteerd door scheepvaart naar oppervlaktewater ( water ) en/of atmosfeer ( lucht ) Emissie naar Probleemstof W zee Prioritaire stof KRW 2 Prioritaire stof OSPAR 3 Water Lucht & Eems-Dollard Tributyltin (TBT) X X X X Dichlofluanide Zineb (bevat zink) Irgarol 1051 X X X X Diuron X X X PCB s & HCB: PCB28, 52, 153 X X X Hexachloorbenzeen (HCB) X X X Olie Niet-gealkyleerde PAK s: X Benzo[a]pyreen X X X X X Antraceen X X X X X Benzo[a]antraceen X X X X Fenantreen X X X X Fluorantheen X X X X X Benzo[k]fluorantheen X X X X X Indenopyreen X X X X X Benzo[ghi]peryleen X X X X X Chryseen X X X X Naftaleen X X X X Gealkyleerde PAK s X X Metalen: Koper X X X Zink X X X Kwik X X X X X Lood X X X X Cadmium X X X X X Chroom X X X Nikkel X X X X Nutrienten: Stikstof X X (X) 5 Fosfaat X X (X) 5 Persistent Floaters: Palmolie X Nonylfenol ethoxylaat X X X Poly-isobutyleen Paraffine Halonen: Halon 1211 Halon 1301 Fluorkoolwaterstoffen: CFK s HFK s HCFK s Stikstofoxiden (NO X ) Koolstofdioxide (CO 2 ) Zwaveldioxide (SO 2 ) VOS 4 (o.a.): X X Benzeen X X X X X X X X X X X Belasting WZ-gebied: scheepvaart en atmosferische depositie 21

22 Etheen Tolueen Fijne stof (PM 10 ) X X X 1: Inventarisatie probleemstoffen in de Waddenzee en Eems-Dollard: meetjaar 2002 (Frederiks en van de Ven, 2004). 2: Betreft zowel de Priority Hazardous Substances en de Priority Substances; bijlage X, Kaderrichtlijn Water (EU, 2001). 3: Betreft alleen de prioritaire stoffen, de Chemicals for Priority Action (OSPAR, 2002), en niet de aandachtstoffen, de Substances of Possible Concern ( 4: Vluchtige Organische Stoffen. 5: Nutriënten gelden niet als prioritaire stof binnen de KRW, maar zitten wel in de ecologische doelstelling voor de KRW verdisconteerd. Van de bovenstaande stoffen worden alleen TBT, Irgarol 1051 en dichlofluanide uitsluitend geëmitteerd door de scheepvaart, terwijl de anderen stoffen of stofmengsels ook andere bronnen hebben. Enkele stoffen en stofmengsels in tabel 2.5 zullen nu kort verder toegelicht worden. Antifoulings Als werkzame stof in aangroeiwerende verf of antifouling wordt vaak een combinatie van twee of soms drie stoffen gebruikt. Dit geldt vooral voor de scheepvaart in zoute wateren. De zoete scheepvaart kan meestal voldoen met één werkzame stof. Stoffen die als werkzame stof in antifoulings toegepast worden zijn zoal koper, Zineb (zink), TBT(organotinverbindingen), diuron, Irgarol 1051 en dichlofluanide. Olie Olie bestaat maar voor een relatief klein deel uit PAK s (ruwe olie circa 0,5-1,0 %; raffinageproducten zoals diesel en stookolie tot ca. 10 %; Compaan en Laane, 1992). Andere componenten in olie zijn bijv. lagere aromaten (BTEX; benzeen, tolueen, ethylbenzeen en xylenen), onvertakte, vertakte en cyclische alkanen en verbindingen die één of meer S-, O- of N-atomen bevatten. Deze vallen niet onder de probleemstoffen. Het is onbekend in welke mate deze stoffen voorkomen in het Waddenzeegebied. (Gealkyleerde) PAK s In de lijst met probleemstoffen Waddenzee en Eems-Dollard (zie tabel 2.5) staan negen PAK s. Dit zijn in feite de tien zogenaamde VROM-PAK s behalve naftaleen. De tien VROM-PAK s zijn alle niet-gealkyleerde PAK s. Dergelijke PAK s (in het bijzonder de vier- en vijfrings PAK s) zijn typisch het product van verbrandingsprocessen, m.a.w. de VROM-PAK s vormen een goede maat voor het voorkomen van PAK s die zijn ontstaan bij verbrandingsprocessen (pyrogene PAK s). Het is belangrijk om op te merken dat de PAK-samenstelling in olie en gerelateerde producten hiervan sterk verschilt, in die zin dat olie juist relatief veel gealkyleerde PAK s bevat (petrogene PAK s; Compaan en Laane, 1992; GESAMP, 1993). Dit heeft als belangrijke consequentie dat monitoring van VROM-PAK s de bijdrage van petrogene PAK s aan het aquatische milieu waarschijnlijk sterk onderschat. Compaan en Laane (1992) zeggen hierover: The traditional sets of PAH used in analysis and legislation ( ) seem unfit to describe the PAH pollution by oil losses and possibly other sources. Hoewel de beheerder zich waarschijnlijk in eerste instantie druk zal maken over het voorkomen van niet-gealkyleerde PAK s (want probleemstoffen) in het Waddenzeegebied, is het van belang om in het achterhoofd te houden dat PAK s uit olie hiermee niet goed in beeld zijn. Belasting WZ-gebied: scheepvaart en atmosferische depositie 22

23 Uit de literatuur (Yunker et al., 2002) zijn zogenaamde PAK-ratio s bekend die een aanwijzing kunnen geven over de bronnen van ongealkyleerde PAK s. Het gaat hierbij bijv. om petrogene versus pyrogene bronnen, en zelfs verschillende pyrogene bronnen zoals verbranding van olie versus verbranding van hout kunnen in principe onderscheiden worden. Stoffen uit verbrandingsprocessen Stoffen, zoals PAK s, metalen, PCB s en stikstofoxiden (NO x ), komen voornamelijk vrij tijdens verbrandingsprocessen op schepen (Baan et al., 1998). Koolstofdioxide en zwaveldioxide ontstaan tijdens verbrandingsprocessen door motoren voor de voortstuwing/manoeuvreren van schepen, energieopwekking en de koeling van koelschepen en containers. Verder komen er bij deze processen en door andere processen zoals de verdamping van scheepslading van olie- en chemicaliëntankers vluchtige organische stoffen (VOS) vrij zoals benzeen, etheen, methanol en tolueen. Indirect ontstaat Fijne Stof (PM 10 ) door verbrandingsprocessen uit de chemische omzetting in lucht van stoffen (SO 2, NO x, VOS) van verzurende bronnen. Stoffen uit lekkende koel- en brandblusinstallaties Door lekkende koelinstallaties op schepen kunnen stoffen zoals chloorfluorkoolwaterstoffen (CFK), hydrofluorkoolwaterstoffen (HFK) en hydrochloorfluorkoolwaterstoffen (HCFK) vrij komen. Bij lekkages en gebruik van brandblusinstallaties kunnen halonen (Halon 1301, Halon 1211) vrijkomen. Haloninstallaties mogen sinds 1 januari 2003 niet meer bijgevuld worden en per 1 januari 2004 mogen halonen niet meer aan boord zijn (EU, 2000a). Persistent Floaters Persistent Floaters (PF) is een verzamelnaam gekozen voor lipofiele, moeilijk afbreekbare (bulk)vloeistoffen die vrijkomen bij het reinigen van tankers en booreilanden op zee. Voorbeelden van bekende PF s zijn palmolie, nonylfenol ethoxylaat, poly-isobutyleen en paraffine. De stoffen vormen bij een lozing een drijflaag op het wateroppervlak. Dit kan voor zeevogels ernstige gevolgen hebben, doordat ze besmeurd worden en het verendek ernstig aangetast wordt zoals bij besmeuring door stookolie. In combinatie met schoonmaakmiddelen, gebruikt bij de reiniging, nemen de schadelijke gevolgen voor de vogels toe door inname van de stoffen. De laatste jaren zijn er meerdere gevallen geweest van aangespoelde hoeveelheden PF en vogels, als gevolg hiervan, langs de Nederlandse kust, waaronder in de Waddenzee (Stichting de Noordzee, 2000). 2.5 Onzekerheden inschatting scheepvaartemissies Zoals uit voorgaande paragrafen blijkt zijn veel gegevens die nodig zijn voor het kwantificeren van de vracht aan diffuse verontreiniging vanuit de scheepvaart onzeker. Hiervoor zijn verschillende oorzaken aan te wijzen. De WATISdatabase (2001) waarin meldingen van schepen worden geregistreerd dekt niet het hele Waddenzeegebied af, zodat over beroepsvaart buiten de VTSgebieden geen informatie is. Er zijn daarom schattingen gemaakt (o.a. gebaseerd op havencijfers en sluispassages) van het aantal kilometers dat de beroepsvaart aflegt buiten de VTS-gebieden. Over de vaarintensiteit van de visserij konden geen gegevens worden verkregen. De data in tabel 2.1 zijn daarom een schatting (gebaseerd op het aantal vissersboten en het geschatte aantal vaaruren per dag). De recreatievaart is niet opgenomen in WATIS (2001), en de intensiteit moest daarom voor wat betreft het aantal schepen geschat worden op basis van sluispassages en luchtfoto s. Het aantal vaarkilometers en met name het gebruik van de motor in de recreatievaart blijft daarmee echter onbekend. Hoewel de verschillende soorten emissies vanuit de scheepvaart wel bekend zijn, is de relatieve grootte van de verschillende Belasting WZ-gebied: scheepvaart en atmosferische depositie 23

abcdefgh Rijkswaterstaat X Verkeer en vervoer zeescheepvaart

abcdefgh Rijkswaterstaat X Verkeer en vervoer zeescheepvaart abcdefgh Rijkswaterstaat X Verkeer en vervoer zeescheepvaart Contactpersoon: Joan Meijerink December 2003 Inhoudsopgave........................................................................................

Nadere informatie

Afwenteling en probleemstoffen voor de KRW in het Waddengebied

Afwenteling en probleemstoffen voor de KRW in het Waddengebied Afwenteling en probleemstoffen voor de KRW in het Waddengebied Inleiding De KRW is een resultaatsverplichting. Het kader gaat uit van een prioritaire stoffenlijst (voor de beschrijving van de Goede Chemische

Nadere informatie

Bijdrage afwenteling Waddengebied adviesnota Rijn-Noord

Bijdrage afwenteling Waddengebied adviesnota Rijn-Noord Bijdrage afwenteling Waddengebied adviesnota Rijn-Noord Proces Op 14 september 2007 is bij Rijkswaterstaat Noord-Nederland met ondersteuning van de Waterdienst een werksessie afwenteling georganiseerd.

Nadere informatie

Bert Bellert, Waterdienst. 5 september 2011

Bert Bellert, Waterdienst. 5 september 2011 Ammonium in de Emissieregistratie?! Natuurlijke processen, antropogene bronnen en emissies in de ER Bert Bellert, Waterdienst Ammonium als stof ook in ER??: In kader welke prioritaire stoffen, probleemstoffen,

Nadere informatie

Emissies door de zeescheepvaart,

Emissies door de zeescheepvaart, Indicator 26 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het betreft hier de feitelijke

Nadere informatie

Belasting van het oppervlaktewater door verkeer en vervoer,

Belasting van het oppervlaktewater door verkeer en vervoer, Belasting van het oppervlaktewater door verkeer en vervoer, 1990-2016 Indicator 27 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere

Nadere informatie

Belasting van het oppervlaktewater door verkeer en vervoer,

Belasting van het oppervlaktewater door verkeer en vervoer, Belasting van het oppervlaktewater door verkeer en vervoer, 1990-2013 Indicator 7 oktober 2015 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

abcdefgh Rijkswaterstaat XV De waterkwaliteit voor stoffen afkomstig van diffuse bronnen

abcdefgh Rijkswaterstaat XV De waterkwaliteit voor stoffen afkomstig van diffuse bronnen abcdefgh Rijkswaterstaat XV De waterkwaliteit voor stoffen afkomstig van diffuse bronnen Contactpersoon: Peter Vermij December 2003 Inhoudsopgave........................................................................................

Nadere informatie

Stroomgebiedsafstemming Rijnwest. ER in combinatie met meetgegevens

Stroomgebiedsafstemming Rijnwest. ER in combinatie met meetgegevens Stroomgebiedsafstemming Rijnwest ER in combinatie met meetgegevens Stroomgebiedsafstemming Rijn-West 2 Opdrachtgever: Rijn West Begeleidingsgroep / beoordelingsgroep: Provincies, RAO, KRW-Kernteam Rijn

Nadere informatie

Verkennend onderzoek naar Irgarol in de westelijke W addenzee

Verkennend onderzoek naar Irgarol in de westelijke W addenzee Ministerie van Verkeer en Waterstaat j k l m n o p q Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ Verkennend onderzoek naar Irgarol in de westelijke W addenzee juli 2003 Ministerie van Verkeer en Waterstaat j

Nadere informatie

abcdefgh Rijkswaterstaat IX Verkeer en vervoer beroepsbinnenvaart

abcdefgh Rijkswaterstaat IX Verkeer en vervoer beroepsbinnenvaart abcdefgh Rijkswaterstaat IX Verkeer en vervoer beroepsbinnenvaart Contactpersoon: Joan Meijerink December 2003 Inhoudsopgave........................................................................................

Nadere informatie

Belasting per OWL met KRW-Verkenner. Nanette van Duijnhoven Christophe Thiange Gerlinde Roskam

Belasting per OWL met KRW-Verkenner. Nanette van Duijnhoven Christophe Thiange Gerlinde Roskam Belasting per OWL met KRW-Verkenner Nanette van Duijnhoven Christophe Thiange Gerlinde Roskam Doel Berekenen van de belasting per waterlichaam: - Actualisatie in tijd - KRW broncategorieën - Nederlandse

Nadere informatie

Inleiding. Oefeningen. Oefeningen workshop 1. Weergave grafieken. Emissie Symposium Water 11 april 2019

Inleiding. Oefeningen. Oefeningen workshop   1. Weergave grafieken. Emissie Symposium Water 11 april 2019 Oefeningen workshop www.emissieregistratie.nl Emissie Symposium Water 11 april 2019 Inleiding In deze korte cursus wordt vooral ingezoomd op het maken van grafieken, kaarten en het exporteren van gegevens.

Nadere informatie

Werkdocument Kd-waarden van zware metalen in zoetwatersediment[riza nr.96.180.x]

Werkdocument Kd-waarden van zware metalen in zoetwatersediment[riza nr.96.180.x] Ministerie van Verkeer en WalersUai Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling RIZA doorkiesnummer 0320 298498 Werkdocument Kd-waarden van

Nadere informatie

De rol van modellen in het beheer van de waterkwaliteit case WEISS. Colloquium Duurzaam ruimtegebruik In Vlaanderen Antwerpen 23/03/2018

De rol van modellen in het beheer van de waterkwaliteit case WEISS. Colloquium Duurzaam ruimtegebruik In Vlaanderen Antwerpen 23/03/2018 De rol van modellen in het beheer van de waterkwaliteit case WEISS Colloquium Duurzaam ruimtegebruik In Vlaanderen Antwerpen 23/03/2018 Inhoud Proloog Waterkwaliteitsbeleid in Vlaanderen Rol van modellen

Nadere informatie

Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq. Zonewateren. 28 juli 2004

Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq. Zonewateren. 28 juli 2004 Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Zonewateren 28 juli 2004 Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Zonewateren 28 juli 2004 Inhoudsopgave........................................................................................

Nadere informatie

L 328/32 Publicatieblad van de Europese Unie BIJLAGE A

L 328/32 Publicatieblad van de Europese Unie BIJLAGE A L 328/32 Publicatieblad van de Europese Unie 6.12.2008 BIJLAGE A Lijst van communautaire wetgeving vastgesteld overeenkomstig het EG-Verdrag waarvan schending een wederrechtelijk handelen in de zin van

Nadere informatie

EMS ontwerp-protocol Emissies door Zeescheepvaart van koudemiddelen

EMS ontwerp-protocol Emissies door Zeescheepvaart van koudemiddelen EMS ontwerp-protocol Emissies door Zeescheepvaart van koudemiddelen Versie 2, 24.11.2003 24 november 2003 Auteur: Ernst Bolt Adviesdienst Verkeer en Vervoer afdeling Scheepvaart ......... Colofon Uitgegeven

Nadere informatie

Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté

Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté Overzicht presentatie Waarom luchtmetingen in Vlaanderen? Evolutie van de laatste decennia Toetsen van de luchtkwaliteit aan de heersende

Nadere informatie

Kenmerk 1204148-003-ZWS-0014. Doorkiesnummer +31 (0)6 10 39 95 34. Oplegnotitie 2: herberekening PAK effluenten EmissieRegistratie

Kenmerk 1204148-003-ZWS-0014. Doorkiesnummer +31 (0)6 10 39 95 34. Oplegnotitie 2: herberekening PAK effluenten EmissieRegistratie Memo Aan Rob Berbee Datum Van Nanette van Duijnhoven Kenmerk Doorkiesnummer +31 (0)6 10 39 95 34 Aantal pagina's 10 E-mail nanette.vanduijnhoven @deltares.nl Onderwerp PAK effluenten EmissieRegistratie

Nadere informatie

Toezicht op de Waddenzee. Informatie

Toezicht op de Waddenzee. Informatie Toezicht op de Waddenzee Inleiding De handhaving van de regels die gelden voor de Waddenzee ligt in handen van zowel de gemeenten, de provincies als de landelijke overheid. De provincies krijgen steeds

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Situatiebeschrijving

1. Inleiding. 2. Situatiebeschrijving MEMO Onderwerp: Aanvullend luchtonderzoek KBC Electrabel Maasvlakte ARCADIS Ruimte & Milieu BV Beaulieustraat 22 Postbus 264 6800 AG Arnhem Tel 026 3778 911 Fax 026 4457 549 www.arcadis.nl Arnhem, 1 juni

Nadere informatie

sectorplan 27 Industrieel afvalwater

sectorplan 27 Industrieel afvalwater sectorplan Industrieel afvalwater 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Industriële afvalwaterstromen (niet reinigbaar in biologische afvalwaterzuiveringsinstallaties) 2. Belangrijkste bronnen

Nadere informatie

Belasting van het oppervlaktewater vanuit riolering en rioolwaterzuivering,

Belasting van het oppervlaktewater vanuit riolering en rioolwaterzuivering, Belasting van het oppervlaktewater vanuit riolering en rioolwaterzuivering, 1990-2016 Indicator 1 oktober 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met

Nadere informatie

Uitgangspunten depositieberekeningen

Uitgangspunten depositieberekeningen Passende Beoordeling Verruiming Vaarweg Eemshaven Noordzee 3 december 2013 Bijlage E. Uitgangspunten depositieberekeningen 177 van 181 Passende Beoordeling Verruiming Vaarweg Eemshaven Noordzee 3 december

Nadere informatie

Uitgangspunten onderzoek luchtkwaliteit

Uitgangspunten onderzoek luchtkwaliteit Verruiming Vaarweg Eemshaven-Noordzee Milieueffectrapport 9 december 2013 Bijlage F Uitgangspunten onderzoek luchtkwaliteit Inleiding In deze bijlage worden de methodiek en uitgangspunten beschreven zoals

Nadere informatie

Inhoud lezing uitvoeringsprogramma diffuse bronnen waterverontreiniging (UP)

Inhoud lezing uitvoeringsprogramma diffuse bronnen waterverontreiniging (UP) Inhoud lezing uitvoeringsprogramma diffuse bronnen waterverontreiniging (UP) 1. Enkele uitgangspunten 2. Criteria probleemstoffen 3. Belangrijkste sectoren en hun probleemstoffen 4. Drie-deling in aanpak

Nadere informatie

Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC),

Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC), Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC), 1990-2009 Indicator 26 mei 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt

Nadere informatie

Hoe proper is onze zee?

Hoe proper is onze zee? Hoe proper is onze zee? Colin Janssen Medewerking van M. Claessens en P. Roose Laboratorium voor Milieutoxicologie en Aquatische Ecologie Universiteit Gent Vervuiling een vlag die vele ladingen dekt? Vele

Nadere informatie

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009 Gemeente Ridderkerk Rapportage Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Monitoring 3 1.2 Berekenen versus meten 3 1.3 NO 2 en PM 10 3 1.4 Tot slot 3 2 Berekende

Nadere informatie

Nieuwe ontwikkelingen en cijfers in de EmissieRegistratie. Sacha de Rijk

Nieuwe ontwikkelingen en cijfers in de EmissieRegistratie. Sacha de Rijk Nieuwe ontwikkelingen en cijfers in de EmissieRegistratie Sacha de Rijk Inhoud presentatie Nieuwe cijfer reeks; tot 2010 opvallende zaken Emissiecijfers en KRW proces Activiteiten EmissieRegistratie Wat

Nadere informatie

14. OVERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE BRONNEN VAN

14. OVERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE BRONNEN VAN 1.Inleiding 14. OVERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE BRONNEN VAN WATERVERONTREINIGING IN HET BRUSSELS GEWEST Het Brussels Gewest ligt voor het grootste deel in het subbekken van de Zenne. Deze waterloop en zijn

Nadere informatie

Stoffen en normen in waterbeleid: de meest gebruikte termen uitgelegd.

Stoffen en normen in waterbeleid: de meest gebruikte termen uitgelegd. Stoffen en normen in waterbeleid: de meest gebruikte termen uitgelegd. Waarom staan stoffen op verschillende stoffenlijsten? Het Nederlandse waterbeleid heeft als doel: een ecologisch gezond oppervlaktewater

Nadere informatie

Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit Open Teelt en Veehouderij (LOTV) op de waterkwaliteit.

Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit Open Teelt en Veehouderij (LOTV) op de waterkwaliteit. Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling/RIZA Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit

Nadere informatie

Effluenten RWZI s (gemeten stoffen)

Effluenten RWZI s (gemeten stoffen) Industriële en communale bronnen Emissieregistratie Effluenten RWZI s (gemeten stoffen) Versie mei 2015 RIJKSWATERSTAAT Water, Verkeer en Leefomgeving (WVL) in samenwerking met CENTRAAL BUREAU VOOR DE

Nadere informatie

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010 Gemeente Ridderkerk Rapportage Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Monitoring 3 1.2 Berekenen versus meten 3 1.3 NO 2 en PM 10 3 1.4 Tot slot 3 2 Berekende

Nadere informatie

Kwaliteit oppervlaktewater, 2009

Kwaliteit oppervlaktewater, 2009 Indicator 6 maart 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste waterlichamen voldoen

Nadere informatie

Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen,

Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen, Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen, 1990-2016 Indicator 27 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere

Nadere informatie

Lozingen vanuit tandartspraktijken

Lozingen vanuit tandartspraktijken Emissieschattingen Diffuse bronnen EmissieRegistratie Lozingen vanuit tandartspraktijken Versie mei 2016 De gepresenteerde methode voor emissieberekening van de genoemde emissieoorzaken in deze factsheet

Nadere informatie

AANBEVELINGEN EN INFORMATIE VOOR DE BINNENVAART ALS HULPMIDDEL VOOR EEN CORRECTE TOEPASSING VAN DE VOORSCHRIFTEN OVER DE AFVALVERWIJDERING

AANBEVELINGEN EN INFORMATIE VOOR DE BINNENVAART ALS HULPMIDDEL VOOR EEN CORRECTE TOEPASSING VAN DE VOORSCHRIFTEN OVER DE AFVALVERWIJDERING 2 Bijlage AANBEVELINGEN EN INFORMATIE VOOR DE BINNENVAART ALS HULPMIDDEL VOOR EEN CORRECTE TOEPASSING VAN DE VOORSCHRIFTEN OVER DE AFVALVERWIJDERING Op grond van het CDNI-Verdrag en de daarop gebaseerde

Nadere informatie

Aanvullende metingen arseen op de Waddenzee i.v.m. calamiteit Andinet

Aanvullende metingen arseen op de Waddenzee i.v.m. calamiteit Andinet Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Aanvullende metingen arseen op de Waddenzee i.v.m. calamiteit Andinet Resultaten aanvullende metingen van arseen in de Waddenzee i.v.m. het verlies van houtverduurzaammiddel

Nadere informatie

Anodes zeescheepvaart en visserij

Anodes zeescheepvaart en visserij Emissieschattingen Diffuse bronnen Emissieregistratie Anodes zeescheepvaart en visserij Versie mei 2015 RIJKSWATERSTAAT WVL in samenwerking met DELTARES en TNO Anodes zeescheepvaart en visserij 1 Omschrijving

Nadere informatie

Coatings zeescheepvaart en visserij

Coatings zeescheepvaart en visserij Emissieschattingen Diffuse bronnen Emissieregistratie Coatings zeescheepvaart en visserij Versie mei 2015 In opdracht van RIJKSWATERSTAAT WATERDIENST Uitgevoerd door DELTARES en TNO Coatings zeescheepvaart

Nadere informatie

Milieueffecten van antifouling

Milieueffecten van antifouling Milieueffecten van antifouling op zoek naar milieuvriendelijke middelen voor de recreatievaart Els Smit RIVM Centrum voor Veiligheid van Stoffen en Producten Inhoud 1. Wie zijn wij 2. Toegelaten biociden

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest Overzicht presentatie Luchtkwaliteit getoetst aan de normen Impact van deze luchtkwaliteit op onze gezondheid Bespreking van stikstofdioxide en fijn stof De nieuwste

Nadere informatie

Emissies naar lucht door huishoudens,

Emissies naar lucht door huishoudens, Indicator 1 mei 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissies van kooldioxide, stikstofoxiden

Nadere informatie

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma

Nadere informatie

In de volgende figuur is het aandeel in de stikstofdepositie van verkeer en industrie rood omcirkeld.

In de volgende figuur is het aandeel in de stikstofdepositie van verkeer en industrie rood omcirkeld. Achtergrondinformatie voor achterbanberaad milieubeleid regio Eemsdelta Het milieubeleid omvat veel onderwerpen. Teveel om in één keer allemaal te behandelen. Op basis van onze ervaringen in de regio en

Nadere informatie

Curaçao Carbon Footprint 2015

Curaçao Carbon Footprint 2015 Willemstad, March 2017 Inhoudsopgave Inleiding 2 Methode 2 Dataverzameling 3 Uitstoot CO2 in 2010 3 Uitstoot CO2 in 2015 4 Vergelijking met andere landen 5 Central Bureau of Statistics Curaçao 1 Inleiding

Nadere informatie

Werkt kwaliteitsbaggeren ook voor de chemische toestand van de KRW? Wat is de chemische toestand?

Werkt kwaliteitsbaggeren ook voor de chemische toestand van de KRW? Wat is de chemische toestand? Werkt kwaliteitsbaggeren ook voor de chemische toestand van de KRW? Dr. Jaap Postma Wat is de chemische toestand? Er zijn meerdere beschermingsdoelen voor oppervlaktewater i) Normen voor microverontreinigingen

Nadere informatie

Zuivering van stedelijk afvalwater: zware metalen,

Zuivering van stedelijk afvalwater: zware metalen, Indicator 22 juni 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De afgelopen dertig jaar is voor

Nadere informatie

European Pollutant Release and Transfer Register (E-PRTR) Gevolgen van deze nieuwe EU wetgeving. Nanette van Duijnhoven en Sacha de Rijk

European Pollutant Release and Transfer Register (E-PRTR) Gevolgen van deze nieuwe EU wetgeving. Nanette van Duijnhoven en Sacha de Rijk European Pollutant Release and Transfer Register (E-PRTR) Gevolgen van deze nieuwe EU wetgeving Nanette van Duijnhoven en Sacha de Rijk E-PRTR Verordening Per 1 januari 2007 in werking 65 bedrijfsactiviteiten

Nadere informatie

Impact van. emissienormen op de. maritieme sector. Jaap Kolpa, beleidsmedewerker Ministerie van IenM, afd. Zeevaart

Impact van. emissienormen op de. maritieme sector. Jaap Kolpa, beleidsmedewerker Ministerie van IenM, afd. Zeevaart Impact van emissienormen op de maritieme sector Jaap Kolpa, beleidsmedewerker Ministerie van IenM, afd. Zeevaart Earnewald, 11 september 2013 Luchtemissies door zeeschepen: Kort overzicht van begrippen

Nadere informatie

Verslagen van de vier workshops tijdens het Emissiesymposium 2 februari 2010

Verslagen van de vier workshops tijdens het Emissiesymposium 2 februari 2010 Verslagen van de vier workshops tijdens het Emissiesymposium 2 februari 2010 Pagina 1 Stoffen en bronnen; welke stoffen zijn relevant om in de EmissieRegistratie opgenomen te worden. Pagina 2 Omgaan met

Nadere informatie

Emissies naar lucht door de industrie,

Emissies naar lucht door de industrie, Indicator 25 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De industrie levert voor alle

Nadere informatie

Morsingen binnenwateren

Morsingen binnenwateren Emissieschattingen Diffuse bronnen Emissieregistratie Morsingen binnenwateren Versie mei 2016 In opdracht van RIJKSWATERSTAAT WVL Uitgevoerd door DELTARES en TNO Morsingen binnenwateren 1 Omschrijving

Nadere informatie

Emissies naar lucht door huishoudens,

Emissies naar lucht door huishoudens, Indicator 25 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissies van kooldioxide (CO

Nadere informatie

Corrosie waterleidingen kantoorgebouwen

Corrosie waterleidingen kantoorgebouwen Emissieschattingen Diffuse bronnen EmissieRegistratie Corrosie waterleidingen kantoorgebouwen Versie mei 2015 In opdracht van RIJKSWATERSTAAT - WVL Uitgevoerd door DELTARES in samenwerking met TNO Corrosie

Nadere informatie

Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen,

Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen, Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen, 1990-2015 Indicator 2 oktober 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting Samenvatting De kwaliteitsdoelstellingen voor het Nederlandse oppervlaktewater zijn in het merendeel van de wateren en voor veel stoffen niet bereikt. Na grote verbeteringen in de jaren 1970 1995 is de

Nadere informatie

Bijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling

Bijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling Bijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling........................................................................................ H. Mulder, RIKZ, juni

Nadere informatie

Basisdocumentatie probleemstoffen KRW

Basisdocumentatie probleemstoffen KRW Basisdocumentatie probleemstoffen KRW De bronnenanalyse Hannie Maas RWS-WVL Emissiesymposium 5 april 2018 Project In opdracht van I&W en RWS Projectleiding RWS-WVL Hannie Maas, John Hin Uitvoerders: Deltares

Nadere informatie

Belasting van het oppervlaktewater door huishoudens,

Belasting van het oppervlaktewater door huishoudens, Belasting van het oppervlaktewater door huishoudens, 1990-2016 Indicator 27 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Verbetering schatting effluentvrachten

Verbetering schatting effluentvrachten Verbetering schatting effluentvrachten Dick Bakker, Nanette van Duijnhoven (Deltares) Rob Berbee (RWS WD) Barry Pieters, Mattijs Hehenkamp (Grontmij) 1 Introductie Voor V&W voert Deltares onderzoeksprogramma

Nadere informatie

Sanitair afval Olie Huisvuil Chemicaliën AFGIFTE SCHEEPSAFVAL IN. zeehavens Amsterdam. 1 november 2004 start uitvoering Haven Afvalstoffen Plan (HAP)

Sanitair afval Olie Huisvuil Chemicaliën AFGIFTE SCHEEPSAFVAL IN. zeehavens Amsterdam. 1 november 2004 start uitvoering Haven Afvalstoffen Plan (HAP) Sanitair afval Olie Huisvuil Chemicaliën AFGIFTE SCHEEPSAFVAL IN zeehavens Amsterdam 1 november 2004 start uitvoering Haven Afvalstoffen Plan (HAP) Schonere zee, goed geregeld Een schonere zee via een

Nadere informatie

Actuele Werkzaamheden van de CCR

Actuele Werkzaamheden van de CCR Actuele Werkzaamheden van de CCR Actuele werkzaamheden van de CCR ter reductie van emissies 11 april 2006 Drs. ing. R.F.E. Weekhout RV Senior adviseur Gevaarlijke Stoffen Deze presentatie Onderwerpen Scheepsafvalstoffenverdrag

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten. Joost Wesseling

Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten. Joost Wesseling Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten Joost Wesseling Inhoud: Doorsneden door de luchtkwaliteit Concentraties: de laatste decennia; EU normen; Nederland in de EU. Luchtkwaliteit en gezondheid.

Nadere informatie

LUCHTVERONTREINIGING EN -ZUIVERING

LUCHTVERONTREINIGING EN -ZUIVERING INHOUD Voorwoord 13 Inleiding 15 Indeling van milieuproblemen 19 Indeling van dit boek 19 Inleiding tot de Vlaamse milieuwetgeving voor bedrijven 19 Deel 1. LUCHTVERONTREINIGING EN -ZUIVERING 21 1. Inleiding

Nadere informatie

Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten

Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten Kostenterugwinning van Waterdiensten Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten Sterk Consulting en Bureau Buiten Leiden, november 2013 1 2 Inhoudsopgave 1 Achtergrond en doel

Nadere informatie

Uitbreiding olieopslagterminal VOPAK te Rotterdam Europoort Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Uitbreiding olieopslagterminal VOPAK te Rotterdam Europoort Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Uitbreiding olieopslagterminal VOPAK te Rotterdam Europoort Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 18 mei 2009 / rapportnummer 2054-74 1. OORDEEL OVER HET MER Vopak Terminal Europoort B.V. (verder

Nadere informatie

Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ

Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ Werkdocument Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ Aan Projectgroep Veerse Meer Contactpersoon Doorkiesnummer K. Wolfstein 118-672349

Nadere informatie

WORKSHOP: Bronnenanalyse: een uitdaging voor de regio!

WORKSHOP: Bronnenanalyse: een uitdaging voor de regio! WORKSHOP: Bronnenanalyse: een uitdaging voor de regio! Welke vragen dienen beantwoord te worden in de regio voor de volgende generatie SGBP s? Hoe worden beschikbare informatie en kennis zo goed mogelijk

Nadere informatie

1. Bent u ermee bekend dat sinds 6 januari 2007 enkele tientallen dode vogels zijn aangespoeld op de Noord-Hollandse stranden?

1. Bent u ermee bekend dat sinds 6 januari 2007 enkele tientallen dode vogels zijn aangespoeld op de Noord-Hollandse stranden? abcdefgh De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Contactpersoon - Datum 2 februari 2007 Ons kenmerk RWS/SDG/NW2007/112/43233 Onderwerp Aangespoelde vogels Doorkiesnummer

Nadere informatie

Impact rioolwaterzuivering op de belasting van het oppervlaktewater, 2016

Impact rioolwaterzuivering op de belasting van het oppervlaktewater, 2016 Impact rioolwaterzuivering op de belasting van het oppervlaktewater, 2016 Indicator 1 oktober 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere

Nadere informatie

EMS - inventarisatie Emissies door Zeescheepvaart: Afvalstoffen

EMS - inventarisatie Emissies door Zeescheepvaart: Afvalstoffen EMS - inventarisatie Emissies door Zeescheepvaart: Afvalstoffen Versie 1, 20.11.2003 20 november 2003 Auteur: Ernst Bolt Adviesdienst Verkeer en Vervoer afdeling Scheepvaart ......... Colofon Uitgegeven

Nadere informatie

Emissie-aanpak en biologisch goed afbreekbare (potentieel) zwarte lijst-stoffen.

Emissie-aanpak en biologisch goed afbreekbare (potentieel) zwarte lijst-stoffen. Emissie-aanpak en biologisch goed afbreekbare (potentieel) zwarte lijst-stoffen. Aan: Van: Bibliotheek S.v.p.../.. keer kopieeren (^KELZIJDIG^Dt^ELZIJPTG VpQrkant/achterkant orfdlkz (W> papier daai-ria^nde-te^)/

Nadere informatie

Waterkwaliteit KRW, 2015

Waterkwaliteit KRW, 2015 Indicator 12 januari 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste waterlichamen voldoen

Nadere informatie

MIRA 2011 VERSPREIDING VAN ZWARE METALEN. Emissie van zware metalen naar lucht.

MIRA 2011 VERSPREIDING VAN ZWARE METALEN. Emissie van zware metalen naar lucht. MIRA 211 VERPREIDING VAN ZWARE METALEN Emissie van zware metalen naar lucht P index emissie lucht (1995=1) 12 1 8 6 4 2 1995 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 21* doel 21 * voorlopige cijfers Doel (niet) gehaald

Nadere informatie

algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen

algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen 2. Waterkwaliteit De zomergemiddelden voor 2008 van drie waterkwaliteitsparameters

Nadere informatie

1 Inleiding en verantwoording 2. 2 Beschrijving van de organisatie 2. 3 Verantwoordelijke 2. 4 Basisjaar en rapportage 2.

1 Inleiding en verantwoording 2. 2 Beschrijving van de organisatie 2. 3 Verantwoordelijke 2. 4 Basisjaar en rapportage 2. 3.A.1-2 Inhoudsopgave 1 Inleiding en verantwoording 2 2 Beschrijving van de organisatie 2 3 Verantwoordelijke 2 4 Basisjaar en rapportage 2 5 Afbakening 2 6 Directe en indirecte GHG-emissies 3 6.1 Berekende

Nadere informatie

L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit

L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit 73 Bijlage L Indicatieve bepaling effect alternatieven N 377 op luchtkwaliteit Inleiding De provincie Overijssel is voornemens de N 377 Lichtmis Slagharen (verder

Nadere informatie

EMS ontwerp-protocol Emissies door binnenvaart van koudemiddelen

EMS ontwerp-protocol Emissies door binnenvaart van koudemiddelen EMS ontwerp-protocol Emissies door binnenvaart van koudemiddelen Versie 2, 24.11.2003 24 november 2003 Auteur: Ernst Bolt Adviesdienst Verkeer en Vervoer afdeling Scheepvaart ......... Colofon Uitgegeven

Nadere informatie

6.1 Bodemonderzoek Haven Hedel

6.1 Bodemonderzoek Haven Hedel 6.1 Bodemonderzoek Haven Hedel MEMO Aan Niba projecten BV Van Toon van Mierlo Kopie - Datum 5 januari 2009 Betreft Bodemkwaliteit Haven Hedel en Hedelse Benedenwaarden Projectnummer 2880 In het kader van

Nadere informatie

Remote sensing in perspectief. Van kenniscyclus naar beleidscyclus. Roeland Allewijn. Rijksinstituut voor Kust en Zee

Remote sensing in perspectief. Van kenniscyclus naar beleidscyclus. Roeland Allewijn. Rijksinstituut voor Kust en Zee Remote sensing in perspectief Van kenniscyclus naar beleidscyclus Roeland Allewijn Rijksinstituut voor Kust en Zee Van jonge onderzoeker naar iets oudere manager De informatie- en kenniscyclus Van RS data

Nadere informatie

2018D Lijst van vragen

2018D Lijst van vragen 2018D01559 Lijst van vragen De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de PAS Monitoringsrapportage

Nadere informatie

Emissies naar lucht door de energievoorziening,

Emissies naar lucht door de energievoorziening, Indicator 1 mei 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissies van vrijwel alle belangrijke

Nadere informatie

ACTUALISATIE BODEMKWALITEITSKAART

ACTUALISATIE BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE NUENEN C.A. ACTUALISATIE BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE NUENEN C.A. In opdracht van Gemeente Nuenen c.a. Opgesteld door Auteur Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant Keizer Karel V Singel 8 Postbus 8035

Nadere informatie

RBOI-Rotterdam B.V. Stikstofdepositieonderzoek. bedrijventerrein Oosteind

RBOI-Rotterdam B.V. Stikstofdepositieonderzoek. bedrijventerrein Oosteind RBOI-Rotterdam B.V. Stikstofdepositieonderzoek bedrijventerrein Oosteind INHOUDSOPGAVE blz. 1. ACHTERGROND 1 2. UITGANGSPUNTEN 3 2.1. Beoordelingsmethode 3 2.2. Beoordelingslocaties 5 3. RESULTATEN

Nadere informatie

~ Stroomgebied KAARTENATLAS. beheerplan. 0abcdefgh

~ Stroomgebied KAARTENATLAS. beheerplan. 0abcdefgh ~ Stroomgebied beheerplan KAARTENATLAS 0abcdefgh Colofon Het ontwerp-stroomgebiedbeheerplan Schelde is een uitgave van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. De totstandkoming is mogelijk geworden dankzij

Nadere informatie

5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2015 H1 + H2. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.

5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2015 H1 + H2. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B. 5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2015 H1 + H2 Conform Co₂-prestatieladder 3.0 Verantwoording Titel Voortgangsrapportage CO₂-emissies Periode Januari 2015 t/m december 2015 Revisie 1.0 Datum

Nadere informatie

Z Naast de gegevens uit het E-PRTR is er gebruik gemaakt van de gegevens uit de vigerende vergunning.

Z Naast de gegevens uit het E-PRTR is er gebruik gemaakt van de gegevens uit de vigerende vergunning. Notitie Aan Van Onafhankelijk Papendrecht OZHZ Dossier Nedstaal Zaaknummer Kenmerk Datum 14 december 2016 Onderwerp Beantwoording vragen Z-16-313511 BEANTWOORDING VRAGEN EX ARTIKEL 40 REGLEMENT VAN ORDE

Nadere informatie

Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen,

Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen, Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen, 1990-2008 Indicator 29 september 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere

Nadere informatie

ADVIES VOOR DE M.E.R.-BEOORDELING OVER DE PRODUCTIE VAN PRIMAIR ALUMINIUM BIJ ALUMINIUM DELFZIJL 28 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE

ADVIES VOOR DE M.E.R.-BEOORDELING OVER DE PRODUCTIE VAN PRIMAIR ALUMINIUM BIJ ALUMINIUM DELFZIJL 28 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE ADVIES VOOR DE M.E.R.-BEOORDELING OVER DE PRODUCTIE VAN PRIMAIR ALUMINIUM BIJ ALUMINIUM DELFZIJL 28 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...1 2. ADVIES VAN DE COMMISSIE OVER DE M.E.R.-BEOORDELING...2 2.1

Nadere informatie

Uitvoeringsdocument Scheepscoatings

Uitvoeringsdocument Scheepscoatings abcdefgh Rijkswaterstaat Uitvoeringsdocument Scheepscoatings abcdefgh Rijkswaterstaat Uitvoeringsdocument Scheepscoatings 1 april 2003 FWVO-nota 03.02 Auteur: B.M. Verhoeven Rijkswaterstaat Directie Zeeland

Nadere informatie

POR II - Op weg naar schonere baggerspecie. Project onderzoek Rijn - POR II. Op weg naar schonere baggerspecie

POR II - Op weg naar schonere baggerspecie. Project onderzoek Rijn - POR II. Op weg naar schonere baggerspecie 1 Project onderzoek Rijn - POR II Op weg naar schonere baggerspecie Introductie 3 Via een nieuwe impuls aan het Project Onderzoek Rijn POR II genaamd wil de gemeente Rotterdam de kwaliteit van de baggerspecie

Nadere informatie

=287(/$1'(karakterisering dorpskern voor bodemkwaliteitszone s

=287(/$1'(karakterisering dorpskern voor bodemkwaliteitszone s =287(/$1'(karakterisering dorpskern voor bodemkwaliteitszone s Stap 2. Stap 2.1 en 2.2 Gebruikshistorie en ontwikkeling wijken Kenmerken gebieds indeling versie 01-06-2002 Toelichting bouwperiode tot 1945

Nadere informatie

- 1 - april mei juni juli augustus september maand

- 1 - april mei juni juli augustus september maand - 1 - ER Smog in zomer In dit bulletin wordt een overzicht gegeven van de smogsituatie in de periode april tot en met september voor de stoffen O 3, PM, SO 2, en NO 2. In de zomerperiode van zijn er 7

Nadere informatie

Vermesting in meren en plassen,

Vermesting in meren en plassen, Indicator 18 mei 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren en plassen

Nadere informatie

Emissies naar lucht door de energievoorziening,

Emissies naar lucht door de energievoorziening, Indicator 29 april 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissies van een aantal belangrijke

Nadere informatie