Projectnummer: 9173 In opdracht van: Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus GL Amsterdam 1000 AR Amsterdam

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Projectnummer: 9173 In opdracht van: Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658. 1012 GL Amsterdam 1000 AR Amsterdam"

Transcriptie

1 Inzicht in het sportgedrag van Amsterdammers in 2009 Projectnummer: 9173 In opdracht van: Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling drs. Manuel Chiou dr. Willem Bosveld Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus GL Amsterdam 1000 AR Amsterdam Telefoon Fax Amsterdam, januari 2010

2 2

3 Inhoud Inleiding 5 Samenvatting 7 1 Sportdeelname in Amsterdam Aandeel sporters in Amsterdam afgenomen Amsterdamse sporter beoefent gemiddeld 2,8 sporten Aantal sportminuten op zelfde niveau als Fitness en zwemmen populairder % van de Amsterdammers kan niet zwemmen 20 2 Organisatieverband en kosten Sporten steeds meer in sportschool Sporten gebeurt veelal in trainingsverband Veel Amsterdammers sporten in eigen stadsdeel Zeventig procent tevreden over sportvoorzieningen in Amsterdam Kosten sportbeoefening met 9% gestegen Stadspas door een kwart gebruikt om te sporten 29 3 Attitude ten aanzien van sport Amsterdammers vinden sporten goed voor de gezondheid Attitude verschilt naar leeftijd en etniciteit Nog steeds beweegt driekwart van de Amsterdammers dagelijks Kwart sporters ziet zichzelf als sporter 34 4 Non-participatie Eén op tien heeft nog nooit gesport Geen tijd, andere bezigheden reden om niet meer te sporten Helft niet-sporters heeft zin om (weer) te sporten 39 5 Sportdeelname allochtone jeugd Aandeel sporters onder jeugd licht gedaald Turkse en Marokkaanse jongens voetballen, meisjes zwemmen Stijging van lidmaatschap sportclub onder allochtone jeugd Jongeren vinden sporten gezond en leuk 44 6 Amsterdam vergeleken met Nederland Aandeel Amsterdamse sporters lager dan landelijk Amsterdam wijkt niet af van landelijke trends 46 Bijlage 1 Vragenlijst 47 Bijlage 2 Respons en methodiek 59 3

4 4

5 Inleiding In opdracht van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) heeft O+S onderzoek gedaan naar het sportgedrag van Amsterdammers. Hoeveel Amsterdammers sporten er? Welke sporten zijn er anno 2009 het meest populair en op welke manier worden deze sporten beoefend? Deze vragen zullen worden beantwoord in deze rapportage. In 1999, 2003 en 2006 heeft O+S ook het sportgedrag van Amsterdammers in beeld gebracht. Daar waar mogelijk zal in deze rapportage een vergelijking met deze eerdere monitoren worden gemaakt en zal worden gekeken welke eventuele verschuivingen of trends zich de afgelopen jaren hebben voorgedaan. In deze rapportage wordt in het bijzonder aandacht gegeven aan het sportgedrag van de jongere Amsterdammers in de leeftijd 6-17 jaar. Speciale aandacht zal hierbij uitgaan naar jonge Amsterdammers met een niet-nederlandse herkomst. Werkwijze De is gebaseerd op een enquête onder Amsterdammers van 6 jaar en ouder. De enquêtes zijn zowel telefonisch, schriftelijk, face-to-face als online afgenomen. Om een goede vergelijking te kunnen maken met de eerdere monitoren en met landelijk onderzoek sluit de vragenlijst nauw aan bij de eerdere onderzoeken en bij de richtlijnen voor sportonderzoek die de RSO heeft opgesteld. 1 Bij de trekking van de steekproef is uitgegaan van de nieuwe indeling in zeven stadsdelen. Verder is de steekproef getrokken naar leeftijd en etniciteit. Tijdens de voorbereiding op het onderzoek en voorafgaand aan de analyse en rapportage is er meerdere malen contact geweest met het W.J.H. Mulier Instituut. Bij deze willen wij hen bedanken voor hun adviezen. Leeswijzer In het eerste hoofdstuk staat sportdeelname centraal. Er wordt een overzicht gepresenteerd van het aandeel Amsterdammers dat sport, welke sporten zij doen en hoe vaak zij sporten. Het tweede hoofdstuk richt zich de wijze waarop Amsterdammers sporten: bij een sportvereniging, sportschool of ongeorganiseerd. In hoofdstuk drie wordt gekeken naar de attitude ten aanzien van sport. Deze vragen zijn in 2006 voor het eerst opgenomen en zijn in 2009 herhaald. Dit hoofdstuk geeft een beeld van hoe de Amsterdammers tegen sport aankijken. Hoofdstuk vier gaat in op de niet-sporters: hoe is de groep niet-sporters samengesteld? Valt er daarbij een bepaald patroon te ontdekken? Zoals gezegd wordt in deze monitor bijzonder de aandacht gericht op allochtone jongeren. In alle hoofdstukken zal hier kort aandacht aan worden besteed en in hoofdstuk vijf zal op een overzichtelijke wijze een totaalbeeld worden geschetst. In het zesde hoofdstuk wordt voor enkele kerngegevens een vergelijking gemaakt van het sportgedrag in Amsterdam met het landelijke beeld. 1 RSO = Nationale richtlijn sportdeelname onderzoek (W.J.H. Mulier Instituut in opdracht van VWS). 5

6 6

7 Samenvatting In 2009 heeft de (O+S) in opdracht van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) voor de vierde keer het sportgedrag van Amsterdammers onderzocht. In totaal zijn Amsterdammers gevraagd naar hun sportgedrag. Hieronder volgen de belangrijkste resultaten. Aandeel sporters in Amsterdam afgenomen Zes op de tien Amsterdammers (61%) sporten minimaal één keer per maand. Dit aandeel is hoger dan in 2003 (56%), maar lager dan in 2006 (65%). Het landelijk gemiddelde ligt op 68% (SportersMonitor 2008, W.J.H. Mulier Instituut). Deze daling wordt voornamelijk veroorzaakt door een geringer aantal jarige Amsterdamse sporters in vergelijking met In deze leeftijdsgroep zijn mensen vooral minder aan wandelsport gaan doen. Procentueel gezien mogen minder Amsterdammers zich sporter noemen, maar het aantal sporten dat zij doen, verschilt nauwelijks van de vorige meting (gemiddeld 2,8 om 2,7). Amsterdamse sporters sporten gemiddeld 1 uur en 43 minuten per keer. Dit is exact hetzelfde als in 2003 en iets minder dan in 2006, toen er gemiddeld 1 uur en 48 minuten per keer gesport werd. Fitness en zwemmen populairder Fitness is nog steeds de meest populaire sport onder Amsterdamse sporters. Tevens heeft het de afgelopen jaren behoorlijk aan populariteit gewonnen: van 19% in 2003 en 26% in 2006 naar 32% in Op plaats twee staat zwemmen met 15% (was 13% in 2006). Voetbal is uit de top 3 weggevallen en hardlopen is ervoor in de plaats gekomen. Verder is het aandeel dat aan wandelsport doet, teruggelopen van 7% in 2006 naar 3% in Hiermee is het weer op het niveau van Deze afname kan verklaard worden door het feit dat nordic walking in 2006 erg populair was. Bij Amsterdammers onder de 18 jaar is voetbal nog steeds de populairste sport. Bij kinderen (tot 12 jaar) is zelfs de gehele top 5 ongewijzigd, bij jeugdigen (13 t/m 17 jaar) neemt fitness in populariteit toe (van plek 5 naar plek 2). Sporten steeds meer in sportschool Naar verhouding steeds meer Amsterdammers sporten in de sportschool. In zes jaar tijd is het aandeel gestegen van 20% in 2003 naar 28% dit jaar. Hiermee staat het bijna gelijk met het percentage dat bij een sportvereniging sport (29%). Het aandeel dat ongeorganiseerd individueel sport en dat ongeorganiseerd met vrienden sport (beide 23%) is in vergelijking met 2006 iets afgenomen. 7

8 Jeugd vaker lid sportvereniging De Amsterdamse jeugd die aan sport doet, sport voornamelijk bij een sportvereniging. Verder is het lidmaatschap van een sportvereniging onder 6-12 jarigen gestegen van 45% naar 50% en onder de jarigen van 39% naar 47%. De stijging onder jeugdigen wat betreft lidmaatschap van een sportvereniging is ook terug te zien onder voetballende jongens van Turkse en Marokkaanse komaf. Voetbal is bij deze groep net als in 2006 de populairste sport en 75% van de voetballers doet dit als lid van een sportvereniging tegen 64% in Tevredenheid sportvoorzieningen in de buurt toegenomen In totaal vier van de tien (41%) sportende Amsterdammers sporten in de eigen woonbuurt. Een kwart (23%) sport elders in Amsterdam. Naar verhouding veel Amsterdammers van 35 jaar en ouder sporten in de eigen buurt. Jongeren in de leeftijd 6-12 jaar sporten veelal in het eigen stadsdeel. In vergelijking met het Amsterdamse gemiddelde sporten jongeren in de leeftijd jaar vaak elders in Amsterdam (28% om 23% gemiddeld). Over de sportvoorzieningen in de eigen woonbuurt is gemiddeld genomen 63% van de sporters tevreden. Dit percentage is gestegen ten opzichte van 2006 (58%). Bewoners uit stadsdeel Zuideramstel zijn het meest tevreden over de voorzieningen in de eigen buurt, bewoners uit stadsdeel Centrum het minst. Kende stadsdeel Bos en Lommer in 2006 nog het laagste aandeel tevreden Amsterdammers, in 2009 is een kleine zeven op de tien inwoners van dit stadsdeel tevreden over de sportvoorzieningen in de eigen buurt (plaats 5). Ook de tevredenheid met de sportvoorzieningen in het stadsdeel (van 58% naar 61%) en de tevredenheid met de sportvoorzieningen in de stad (van 68% naar 71%) zijn gestegen. Kosten sporten met 9% gestegen Gemiddeld kost het sporten de Amsterdamse sporter 424,- per jaar tegen 389,- in 2006, een stijging van 9%. Sporters zijn 237,- kwijt aan contributie voor de meest beoefende sport. Aan bijkomende kosten, zoals kleding, schoeisel en consumpties, spenderen Amsterdamse sporters 187,-. Iets minder dan een kwart van de sportende stadspasbezitters (23%) gebruikt de pas ook daadwerkelijk om te sporten. De dalende lijn van de afgelopen jaren lijkt zich ook dit jaar door te zetten. In de vorige metingen gebruikte respectievelijk 25% (2006), 28% (2003) en 33% (1999) de stadspas om te sporten. Sporten is goed voor de gezondheid en leuk Veel Amsterdammers vinden sporten goed voor de gezondheid. Daarnaast zijn veel Amsterdammers van mening dat sporten leuk en ontspannend is en vinden maar weinig Amsterdammers sporten echt vervelend of saai. Er zijn weinig Amsterdammers die vanwege hun geloof niet sporten. Iets vaker komt het voor dat men niet met mensen van de andere sekse mag sporten vanwege het geloof. Deze geloofskwesties doen zich alleen bij de allochtone Amsterdammers voor en binnen deze groep geldt dit vaker voor vrouwen dan voor mannen. 8

9 Wanneer naar verschillen tussen leeftijd gekeken wordt, valt op dat het percentage dat sporten leuk vindt onder jongeren hoger is dan gemiddeld (88% om 74%). Ook zijn naar verhouding veel jongeren van mening dat het sporten voor hen een manier is om mensen of vrienden te ontmoeten (63% om 43%) en dat ze via de sport mensen van een andere etnische afkomst hebben leren kennen (51% om 32%). Naar verhouding weinig Amsterdammers onder de 18 jaar vinden dat sport veel tijd kost (30% om 41%). Driekwart Amsterdammers beweegt dagelijks Ruim zeven op de tien Amsterdammers (72%) zeggen dat ze (zeker) voldoende bewegen. In 2006 was dit 67%. In totaal 14% vindt dat ze (zeker) onvoldoende bewegen, tegen 17% in Ook het aantal minuten dat Amsterdammers aangeven per dag te bewegen is toegenomen ten opzichte van Destijds bewoog de Amsterdammer gemiddeld 1 uur en 40 minuten tegen 2 uur en 3 minuten in Het aandeel dat zegt dagelijks te bewegen is hetzelfde als in 2006 (75%). 14% van de Amsterdammers kan niet zwemmen Evenals in 2006 heeft 68% van alle Amsterdammers zwemdiploma A, 32% heeft geen zwemdiploma. Het totale percentage Amsterdammers dat niet kan zwemmen bedraagt 14%. In 2003 en 2006 was dit 11%. Het aandeel jongeren dat een zwemdiploma heeft (77%), is gestegen ten opzichte van 2006 (70%). Eén op de tien heeft nog nooit gesport Tien procent van alle Amsterdammers heeft nog nooit gesport. Dit percentage is ongewijzigd ten opzichte van 2006 en net als toen zijn het naar verhouding vaak vrouwen, Amsterdammers van Turkse of Marokkaanse komaf en ongeschoolden. Amsterdammers die in het verleden wel hebben gesport maar dat nu niet meer doen, geven als reden hiervoor dat ze er geen tijd meer voor hebben. Fysieke problemen en geen zin/interesse worden ook genoemd. Helft niet-sporters heeft zin om (weer) te sporten De helft van de niet-sporters is bereid om (weer) te gaan sporten. Het percentage dat geen zin heeft om weer te gaan sporten is met name hoog onder de 55-plussers (62%). Onder de jeugd die op dit moment niet sport, is de animo relatief hoog. Zo geeft van de kinderen tot 12 jaar 80% aan (weer) te willen gaan sporten en 64% van de jarigen. Ook onder de jarigen is dit percentage naar verhouding hoog (65%). Onder nietsporters die in het verleden hebben gesport is de animo groter om weer te beginnen dan onder niet-sporters die nooit hebben gesport (57% om 36%). Net als in 2006 zijn tijd en geld de twee zaken die genoemd worden om het sporten al dan niet (weer) op te pakken. Vaak wordt genoemd dat sporten (te) duur is en dat het goedkoper zou moeten worden. Aandeel sporters onder jeugd licht gedaald Zowel onder de autochtone als allochtone jeugd zijn er volgens de definitie van RSO minder sporters dan in Evenals in 2006 sport de niet-westerse allochtone jeugd ook in 2009 minder dan autochtone en westerse allochtone jongeren. In totaal mogen twee van de drie niet-westerse allochtone jongeren zich een sporter noemen (66%). Bij Turkse jongeren is dit 57% en bij Marokkaanse jongeren 60%. Van de Amsterdamse jeugd als geheel is 75% sporter. Daarnaast beoefenen Turkse (2,2) en Marokkaanse (2,1) 9

10 sportende jongeren gemiddeld minder sporten dan de autochtone en westerse allochtone jeugd (beide 2,8). In vergelijking met het stedelijk gemiddelde is het aandeel niet-sporters hoog in de stadsdelen Nieuw-West (28%) en West (29%). Dit zijn de stadsdelen waar veel Turkse en Marokkaanse jongeren wonen. De Turkse en Marokkaanse jeugd sport overigens vaker dan de Turkse en Marokkaanse volwassenen; het lage aandeel sporters binnen deze groep wordt voornamelijk verklaard door een relatief gering aantal sportende ouderen. Amsterdam in vergelijking met de rest van Nederland Het aandeel Amsterdammers dat zich volgens de definitie van de RSO sporter mag noemen (61%) is lager dan in de provincie Noord-Holland (71%) en lager dan het Nederlands gemiddelde (68%). Het aantal sporten dat Amsterdamse sporters beoefenen daarentegen is vergelijkbaar met de aantallen voor Nederland als geheel. Zo doet 38% van de Amsterdammers 1 sport (Nederland 37%). Een kwart (26%) doet 2 sporten tegen 28% voor Nederland als geheel. Amsterdamse sporters zijn minder vaak lid van een sportvereniging (29%) dan sporters van Nederland als geheel of sporters in de provincie Noord-Holland (beide 35%). 10

11 1 Sportdeelname in Amsterdam In dit hoofdstuk komen enkele kerngegevens rondom sport in Amsterdam aan bod. Zo wordt uiteengezet welk deel van de bevolking sport, hoe vaak dit gebeurt, welk deel helemaal niet sport en hoe deze zaken zich verhouden naar leeftijd, herkomst en stadsdeel. Verder wordt uiteengezet hoeveel sporten Amsterdammers die sporten beoefenen, hoeveel tijd er aan sport besteed wordt en welke sporten populair zijn in Amsterdam. Tot slot wordt nog gekeken hoeveel Amsterdammers er kunnen zwemmen. 1.1 Aandeel sporters in Amsterdam afgenomen Ruim een derde (35%) van alle Amsterdammers heeft in 2009 geen enkele sport gedaan (2006: 33%). Voor 64% geldt dat zij minimaal één keer of vaker hebben gesport (2006: 67%). Deze Amsterdammers mogen zich volgens de definitie van de RSO (Richtlijn Sportdeelname Onderzoek) echter nog geen sporter noemen. Pas als minimaal één keer per maand (12 keer per jaar) gesport is, is men volgens de definitie van de RSO een sporter. Dit geldt voor 61% van de Amsterdammers. In totaal 57% van de Amsterdammers sport iedere week. In vergelijking met landelijke cijfers uit de SportersMonitor 2008 van het W.J.H. Mulier Instituut, waarbij 68% van de Nederlanders sporter is, scoort Amsterdam onder het landelijk gemiddelde. In vergelijking met de vorige meting zijn Amsterdammers minder gaan sporten. Mocht in % zich sporter noemen, in 2009 geldt dit voor 61%. 2 Het aandeel sporters in 2009 is wel hoger dan in 2003, toen mocht 56% van de Amsterdammers zich een sporter noemen (zie tabel 1.1). De recente daling wordt voornamelijk veroorzaakt door een geringer aantal jarigen dat zich sporter mag noemen. Uit nadere analyse blijkt dat mensen in deze leeftijdsgroep vooral minder aan wandelsport zijn gaan doen. Deze afname kan mogelijk verklaard worden door het feit dat de populariteit van nordic walking in 2006 op zijn hoogtepunt was en daarna weer is afgenomen (zie ook paragraaf 1.4). Van alle Amsterdammers is 19% lid van een sportvereniging. Dit percentage is vergelijkbaar met de vorige metingen van 2006 en Voor de Amsterdamse sporters geldt dat in totaal 29% lid is van een sportvereniging. Voor Nederland als geheel ligt dit percentage op 35%. 2 In De Staat van de Stad V (, 2009) wordt een stijging van sportdeelname onder Amsterdammers gesignaleerd: van 51% in 2006 naar 56% in Het onderzoek van De Staat van de Stad verschilt echter op twee wezenlijke punten van de Sportmonitor. Ten eerste rapporteert de Sportmonitor over de populatie van 6 jaar en ouder, terwijl De Staat van de Stad zich beperkt tot de populatie van 18 jaar en ouder. Ten tweede zijn er enkele methodologische verschillen tussen de twee onderzoeken. De vragenlijst van De Staat van de Stad behandelt een breed scala aan onderwerpen en hanteert voor sport een enge definitie (denksporten worden expliciet buitengesloten). De Sportmonitor is geheel op sport gefocust en hanteert juist een ruime definitie van sport (inclusief denksporten en sporten als toerfietsen, wandelsport, bergwandelen, biljart, bowling, jeu de boules, karting etc.). 11

12 Tabel 1.1 Aandeel van de Amsterdammers dat sport (procenten, ) >= 1 keer per jaar >= 1 keer per maand (sporter volgens RSO) >= 1 keer per week >= 2 keer per week geen sport bij sportvereniging * * Dit percentage is gebaseerd op alle respondenten, en niet alleen op de sportende Amsterdammers. Het aandeel sporters neemt af met de leeftijd. Kinderen en jeugdigen sporten het meest (aandeel sporters van respectievelijk 76% en 73%). Van volwassenen in de leeftijd van 18 t/m 34 jaar mag 69% zich sporter noemen, bij de jarigen en 55-plussers ligt dit aandeel op respectievelijk 57% en 51%. Tabel 1.2 Aandeel van de Amsterdammers dat sport naar leeftijdscategorie (procenten, ) plussers >= 1 keer per jaar >= 1 keer per maand (def. sporter RSO) >= 1 keer per week >= 2 keer per week geen sport bij sportvereniging * * Dit percentage is gebaseerd op alle respondenten, en niet alleen op de sportende Amsterdammers. Net als in 2006 varieert het aandeel sporters tussen de verschillende etnische groepen in Amsterdam (zie tabel 1.3). 4 Turkse (46%) en Marokkaanse (48%) Amsterdammers sporten minder vaak in vergelijking met de overige herkomstgroepen. Onder autochtonen zijn de meeste sporters te vinden (68%). Ten opzichte van 2006 is het aandeel sporters zowel onder autochtonen als allochtonen enkele procentpunten gedaald. Het aandeel sporters is alleen onder de Turkse Amsterdammers stabiel gebleven. 3 Op aanraden van het W.J.H. Mulier Instituut is de weegmethode van 2009 enigszins aangepast ten opzichte van 2006 (zie ook bijlage 2). Als de cijfers van 2006 zouden worden berekend volgens de gecorrigeerde weegmethode van 2009, dan laten de uitkomsten van 2006 kleine afwijkingen zien ten opzichte van de percentages in deze tabel. De sportdeelname in 2006 onder met name de leeftijdsgroepen 6-12 jaar en jaar vallen dan iets hoger uit. 4 Bij de etnische groepen worden alleen allochtonen van de eerste en tweede generatie tot de categorie allochtoon gerekend. De derde generatie (kinderen die in Nederland zijn geboren en wiens ouders ook in Nederland zijn geboren) wordt niet tot de categorie allochtoon gerekend. Allochtonen worden onderverdeeld in mensen met een Surinaamse, Antilliaanse, Turkse, Marokkaanse, overige niet-westerse en westerse achtergrond. Als criterium wordt gehanteerd dat ten minste één van de ouders in het buitenland is geboren. 12

13 Tabel 1.3 Aandeel van de bevolking dat sport naar etniciteit (procenten, 2009) Sur./Ant. Tur. Mar. ov. n-westers westers aut. >= 1 keer per jaar >= 1 keer per maand (sporter volgens RSO) >= 1 keer per week >= 2 keer per week geen sport sport bij sportvereniging * * Dit percentage is gebaseerd op alle respondenten, en niet alleen op de sportende Amsterdammers. Verschillen tussen stadsdelen Vooruitlopend op de nieuwe indeling in stadsdelen in 2010 wordt het aandeel sporters in deze subparagraaf uitgesplitst naar nieuw stadsdeel. Stadsdeel Zuid kent een hoger aandeel sporters dan gemiddeld. In Amsterdam-Noord mogen naar verhouding weinig Amsterdammers zich sporter noemen net als in Zuidoost. De overige stadsdelen zitten dicht tegen het gemiddelde van de stad aan. Figuur 1.4 Aandeel sporters per stadsdeel (procenten, 2009) Zuid Centrum Oost Amsterdam gemiddeld West Nieuw-West Zuidoost Amsterdam-Noord % Ook wanneer een onderscheid wordt gemaakt tussen sporters jonger dan 18 jaar en sporters van 18 jaar en ouder springt stadsdeel Zuid er uit (zie tabel 1.5). In beide leeftijdsgroepen kent het stadsdeel naar verhouding meer sporters dan gemiddeld. De stadsdelen West (67%) en Nieuw-West (68%) scoren wat betreft sporters onder de 18 jaar onder het stadsgemiddelde (74%). Stadsdeel Amsterdam-Noord heeft naar verhouding weinig sporters van 18 jaar en ouder (48%). Dit aandeel is lager dan in 2006, toen 57% van de volwassenen in Amsterdam-Noord zich sporter mocht noemen. In tabel 1.5 is ook voor de oude indeling in stadsdelen het percentage sporters naar leeftijdsgroep gegeven. 13

14 Tabel 1.5 Aandeel sporters per leeftijdsgroep naar stadsdeel (procenten, 2009) < totaal stadsdelen nieuwe indeling Zuid Centrum Oost West Nieuw-West Zuidoost Noord stadsdelen oude indeling Oud-Zuid Zeeburg Oud-West Zuideramstel Osdorp Centrum Westerpark Slotervaart Bos en Lommer Oost-Watergraafsmeer Zuidoost Amsterdam-Noord De Baarsjes Geuzenveld-Slotermeer Amsterdam gemiddeld Amsterdamse sporter beoefent gemiddeld 2,8 sporten Het aantal sporten dat Amsterdammers beoefenen, verschilt nauwelijks van de vorige meting in 2006 (zie figuur 1.6). Ook toen deed een kwart van de Amsterdamse bevolking van 6 jaar en ouder aan één sport en 17% aan twee sporten. In totaal een op de tien Amsterdammers beoefent vijf sporten of meer. Op basis van het aantal sporten dat men beoefent, kan een kengetal voor de sportintensiteit worden berekend. Dit cijfer wordt berekend voor personen die minimaal één keer per maand aan sport doen en die op basis hiervan volgens de RSO zich sporter mogen noemen. De sportintensiteit is het gemiddeld aantal sporten dat ze beoefenen. De sportintensiteit voor Amsterdam is 2,8. Dit houdt in dat de sportende Amsterdammer gemiddeld 2,8 sporten beoefent. In 2006 lag de sportintensiteit op hetzelfde niveau (2,7) en in 2003 was dit gemiddeld 2,0. 14

15 Figuur 1.6 Aantal sporten dat de Amsterdammers beoefenen (procenten, ) % geen sport 1 sport 2 sporten 3 sporten 4 sporten 5 of meer sporten Tabel 1.7 Gemiddelde sportintensiteit 5 naar achtergrondvariabelen, 2009 man 2,8 vrouw 2, jaar 2, jaar 2, jaar 3, jaar 2,3 55-plussers 2,2 Surinamers/Antillianen 2,3 Turken 1,9 Marokkanen 1,8 overige niet-westerse allochtonen 2,6 westerse allochtonen 3,6 autochtonen 3,0 ongeschoold (18+) 1,7 laag (18+) 2,1 middelbaar (18+) 3,2 hoog (18+) 3,1 Amsterdam 2,8 5 Sportintensiteit is gemeten als het gemiddeld aantal sporten dat Amsterdamse sporters (Amsterdammers die minimaal één keer per maand sporten, RSO-definitie) beoefenen. 15

16 In tabel 1.7 is voor verschillende bevolkingsgroepen de gemiddelde sportintensiteit gegeven. Mannen en vrouwen verschillen niet in het gemiddeld aantal sporten dat ze doen, wel is er een verschil tussen de vijf leeftijdsgroepen. Bij Amsterdammers in de leeftijd van jaar is de sportintensiteit het hoogst: zij doen gemiddeld 3,7 sporten. De intensiteit is het laagst bij de 55-plussers, met 2,2 sporten gemiddeld. Wanneer naar etnische achtergrond gekeken wordt, valt op dat Marokkaanse (1,8) en Turkse Amsterdammers (1,9) gemiddeld het minst aantal sporten beoefenen. Autochtone sporters doen gemiddeld 3,0 sporten en de sportintensiteit ligt het hoogst onder westerse allochtonen (3,6). Amsterdamse volwassen sporters met een middelbare (3,2) en hoge opleiding (3,1) beoefenen meer sporten dan Amsterdammers met een lage opleiding (2,1) en ongeschoolden (1,7). 1.3 Aantal sportminuten op zelfde niveau als 2003 Amsterdammers die zich volgens de RSO-definitie sporter mogen noemen (minimaal 12 keer per jaar aan sport), sporten gemiddeld 1 uur en 43 minuten per keer. Dit is exact hetzelfde als in Uit de vorige meting van 2006 bleek dat de Amsterdammer gemiddeld 1 uur en 48 minuten per keer sportte. Figuur 1.8 Aantal minuten dat per keer aan sporten besteed wordt (procenten, ) 45 % minuten of minder minuten minuten minuten minuten meer dan 180 minuten Mannelijke sporters besteden per keer meer tijd aan de sport dan vrouwen. Zagen we eerder dat Amsterdammers in de leeftijd en gemiddeld de meeste sporten beoefenen, ook besteden zij het meeste tijd per keer aan de sport. Verder is te zien dat Surinaamse/Antilliaanse sporters gemiddeld meer tijd besteden per keer aan de sport. Turkse en Marokkaanse sporters besteden per keer de minste tijd aan sport. Zagen we eerder dat hoog opgeleide volwassen Amsterdammers wat betreft het aantal sporten dat zij beoefenen boven het Amsterdamse gemiddelde uitkwamen, qua tijd die zij per keer aan de sport besteden, zitten ze onder het gemiddelde. 16

17 Figuur 1.9 Gemiddelde tijd in minuten aan sport besteed naar achtergrondkenmerken (2009) minuten tijd in minuten gemiddeld man vrouw plus Sur./Ant. Tur. Mar. ov. n-westers westers aut. ongeschoold laag middelbaar hoog 1.4 Fitness en zwemmen populairder Onder Amsterdammers die zich sporter mogen noemen, is fitness de meest populaire sport. Een op de drie (32%) doet aan fitness. Op plaats twee en drie staan zwemmen (15%) en hardlopen (13%). Uit de top drie is voetbal weggevallen. In 2006 stond deze sport nog op de tweede plaats met 14%, in 2009 is het te vinden op plaats vier met 12%. Fitness staat niet alleen op de eerste plaats als meest beoefende sport, ook heeft het behoorlijk aan populariteit gewonnen de afgelopen jaren. In 2003 deed een vijfde (19%) van de Amsterdammers aan fitness. In 2006 was dit aandeel gestegen tot een kwart (26%) en dit jaar is het aandeel verder gestegen tot een op de drie (32%). Zwemmen lijkt iets populairder geworden ten opzichte van 2006 (toen 13%, nu 15%). Verder is het opvallend dat de wandelsport minder populair is. Deed in 2006 nog 7% hieraan, in 2009 is het weer op het niveau van 2003 met 3%. De stijging van 2006 zou toe te schrijven kunnen zijn aan het destijds populaire nordic walking. Verder doen in vergelijking met voorgaande metingen minder mensen aan aerobic/steps. In 2006 en 2003 deed 6% van de Amsterdammers hieraan, in 2009 is dit 3%. De landelijke top drie ziet er iets anders uit. Net als in Amsterdam bezetten fitness en zwemmen de eerste twee plaatsen, gevolgd door wandelsport. 6 6 Bron: SportersMonitor 2008, W.J.H. Mulier Instituut (2009). 17

18 Figuur 1.10 Meest beoefende sporten (procenten, ) fitness zwemmen trimmen, hardlopen, joggen voetbal tennis wielrennen, toerfietsen, moutainbiking danssport wandelsport 2003 vechts porten 2006 hockey 2009 gymnastiek, turnen aerobics, steps watersport roeien volleybal, beachvolleybal squash skeeleren, in-line skaten schaatsen paardensport golf basketbal badminton atletiek % Voetbal is de populairste sport bij zowel de 6-12 jarigen als de jarigen. Bij de kinderen t/m 12 jaar is de top vijf ongewijzigd ten opzichte van Opvallend is dat fitness aan populariteit wint bij de jarigen. Stond fitness in 2006 bij deze leeftijdscategorie nog op de vijfde plaats, in 2009 is fitness de op één na populairste sport en geeft 15% van de jarigen aan, aan fitness te doen. Hierbij moet bij worden vermeld dat het voornamelijk gaat om de conditievariant van fitness (12%) en in beperkte mate om kracht fitness (3%). Verder is er geen verschil te bespeuren tussen jongens en meisjes of afkomst. Bij de volwassenen staat fitness op de eerste plaats en is bij alle volwassen leeftijdsgroepen gestegen in populariteit in vergelijking met Stond de wandelsport bij de 55- plussers in 2006 op de tweede plaats, nu is het gezakt naar plek 5. Het zwemmen heeft bij deze leeftijdsgroep aan populariteit gewonnen. 18

19 Figuur 1.11 Top vijf van meest beoefende sporten naar leeftijdsgroep, plus jaar jaar jaar 6-12 jaar voetbal zwemsport vecht- verdediging danssport gymnastiek/turnen voetbal fitness danssport zwemsport vecht- verdediging fitness hardlopen voetbal zwemsport wielrennen fitness hardlopen zwemsport voetbal wielrennen fitness zwemsport tennis hardlopen wandelsport % Eenzelfde overzicht is gemaakt voor de verschillende etnische groepen. Bij alle groepen, behalve bij Marokkaanse Amsterdammers, is fitness de meest beoefende sport. Marokkanen doen het meest aan voetbal. Tijdens de vorige meting in 2006 was ook bij Turkse Amsterdamse sporters voetbal de meest beoefende sport. Net als in 2006 is fitness bij Surinaamse en Antilliaanse sporters met afstand het meest populair. Wel is het aandeel dat de sport doet in vergelijking met 2006 verder gestegen. Figuur 1.12 Top vijf van meest beoefende sporten naar etniciteit (procenten, 2009) Suri/Ant. Tur. Mar. ov.n-w west. Aut. fitness zwemsport hardlopen tennis voetbal fitness hardlopen voetbal zwemsport danssport fitness zwemsport voetbal hardlopen aerobics voetbal fitness zwemsport hardlopen vechtsport fitness voetbal zwemsport hardlopen gymnastiek/ turnen fitness voetbal zwemsport aerobics vechtsport %

20 1.5 14% van de Amsterdammers kan niet zwemmen Evenals in 2006 heeft 68% van alle Amsterdammers zwemdiploma A, 32% heeft geen zwemdiploma. Autochtonen en Amsterdammers met een westerse achtergrond hebben vaker een zwemdiploma dan allochtone Amsterdammers. Vooral onder oudere nietwesterse allochtone Amsterdammers is het aandeel mensen met een zwemdiploma laag. Figuur 1.13 Aandeel Amsterdammers met een zwemdiploma naar leeftijd en etniciteit (procenten, 2009) % Sur./Ant. Tur./Mar. niet-westers alloch. autochtoon/westers 6-12 jaar plussers Binnen de groep mensen zonder een diploma kan 56% wel zwemmen en 40% niet. Het totale percentage Amsterdammers dat niet kan zwemmen bedraagt 14%. In 2003 en 2006 was dit 11%. Het aandeel niet-zwemmers is het grootst onder de Turkse en Marokkaanse Amsterdammers. Ongeveer een derde van hen kan niet zwemmen. Van de Amsterdammers die niet kunnen zwemmen, heeft 7% op dit moment zwemles, dit is gelijk aan het percentage in In totaal hebben acht op de tien Amsterdammers (81%) wel eens zwemles gehad. De meest genoemde reden waarom men geen zwemles heeft gehad, is dat er geen schoolzwemmen is of was (18%). Op de tweede plaats staan dat men niet in Nederland is opgegroeid en dat daar geen zwemles bestond (13%). 20

21 Figuur 1.14 Redenen waarom men geen zwemles heeft (gehad), 2009 geen schoolzwemmen niet in NL opgegroeid geen zwembad in de buurt zelf leren zwemmen te duur geen zin vanwege lichamelijk gebrek hoefde niet te zwemmen niet leuk bang voor water om religieuze/culturele redenen niet geen tijd mag, mocht niet van ouders nog te jong sta op wachtlijst andere reden weet niet % Bij de verschillende etnische groepen komt het feit dat men geen zwemles heeft gehad, vaak doordat er geen schoolzwemmen was. Turkse en Marokkaanse Amsterdammers noemen vaak het feit dat ze niet in Nederland zijn opgegroeid als reden waarom ze geen zwemles hebben gehad. Tabel 1.15 Top drie van redenen waarom men geen zwemles heeft (gehad), 2009 Surinamers/Antillianen Turken/Marokkanen overig niet-westers autochtoon/westers geen schoolzwemmen (15%) niet in NL opgegroeid (20%) geen schoolzwemmen (25%) geen schoolzwemmen (24%) bang voor water (10%) hoefde niet te zwemmen (12%) niet in NL opgegroeid (17%) geen zwembad in de buurt (13%) zelf leren zwemmen (8%) geen schoolzwemmen (10%) geen zwembad in de buurt (11%) zelf leren zwemmen (13%) Het aandeel jongeren dat een zwemdiploma heeft (77%), is gestegen ten opzichte van Het aandeel dat nu op zwemles zit, kent een dalende lijn vanaf Tabel 1.16 Aandeel 6-17 jarigen dat op zwemles zit, zwemles heeft gehad of geen zwemles heeft gehad, zit nu op zwemles heeft zwemles gehad (bezit diploma) geen zwemles en geen zwemles gehad

22 22

23 2 Organisatieverband en kosten In dit hoofdstuk wordt gekeken hoe de Amsterdammers sporten: doen zij dit bij een sportvereniging, bij een sportschool of op een andere manier? Tevens wordt ingegaan op de manier waarop ze aan sport doen, bijvoorbeeld in de vorm van wedstrijden of trainingen. Tot slot worden de kosten van sport uiteengezet, waarbij wordt gekeken naar de contributie en andere kosten voor het beoefenen van sport. 2.1 Sporten steeds meer in sportschool Naar verhouding steeds meer Amsterdamse sporters sporten in de sportschool. In zes jaar tijd is dit aandeel gestegen van 20% in 2003 naar 28% dit jaar. Deze stijging loopt parallel met de stijging van de populariteit van fitness die in het vorige hoofdstuk te zien was. Het sporten in de sportschool staat hiermee bijna gelijk met het percentage dat sport bij een sportvereniging (29%). Het aandeel dat ongeorganiseerd individueel sport (23%) en dat ongeorganiseerd met vrienden sport (16%) is in vergelijking met 2006 iets afgenomen. Figuur 2.1 Organisatieverband waarin gesport wordt (meest beoefende sport), 2009 sportvereniging sportschool ongeorganiseerd, individueel ongeorganiseerd, met vrienden % Amsterdammers onder de 18 jaar sporten voornamelijk bij een sportvereniging. Verder neemt het aandeel dat bij een sportvereniging sport af naar leeftijd. Het individueel sporten neemt juist toe met leeftijd. Ongeveer drie op de tien volwassenen sporten bij een sportschool. 23

24 Figuur 2.2 Organisatieverband waarin gesport wordt naar leeftijdsgroep (procenten, 2009) % sportvereniging sportschool met vrienden individueel jaar jaar jaar jaar 55+ Zowel allochtone als autochtone jongens sporten vaak bij een sportvereniging. Opvallend is dat vooral allochtone jongens naar verhouding vaak met vrienden sporten. Allochtone meisjes sporten minder vaak bij een sportvereniging dan autochtone meisjes. Allochtone meisjes sporten naar verhouding vaak via schoolsport dat buiten de gymnastiekles om wordt gegeven (niet weergegeven in grafiek). Figuur 2.3 Organisatieverband waarin 6-17 jarigen sporten naar geslacht en etniciteit (procenten, 2009) % sportvereniging sportschool met vrienden individueel autochtone jongens 6-17 autochtone meisjes 6-17 allochtone jongens 6-17 allochtone meisjes 6-17 Noot: In deze grafiek worden onder allochtonen verstaan: Surinaamse, Antilliaanse, Turkse, Marokkaanse en overige niet-westerse Amsterdammers. Onder autochtonen vallen de Nederlandse Amsterdammers en de westerse allochtonen. 24

25 2.2 Sporten gebeurt veelal in trainingsverband Van alle sportende Amsterdammers (volgens RSO-definitie) doet 55% dit in trainingsverband en 29% in competitie of toernooien. Net als in 2006 sporten zowel mannen als vrouwen veel in trainingsverband, mannen doen dit iets vaker dan vrouwen. Groter is het verschil bij competitieverband: mannen participeren veel meer in competities dan vrouwen. Ouderen sporten minder in trainings- en competitieverband dan jongeren. Surinaamse/Antilliaanse Amsterdammers sporten naar verhouding vaak via lessen en trainingen. Tabel 2.4 Verband waarin gesport wordt (procenten, 2009) lessen, trainingen competitie, toernooien man vrouw jaar jaar jaar jaar plussers Surinamers/Antillianen Turken Marokkanen overige niet westerse allochtonen westerse allochtonen autochtonen totaal Amsterdam Veel Amsterdammers sporten in eigen stadsdeel In totaal vier van de tien (41%) sportende Amsterdammers sporten meestal in de eigen woonbuurt. Een kwart (23%) sport elders in Amsterdam. Stadsdelen waar vaak naar uitgeweken wordt om te sporten zijn Centrum, Oud-Zuid en Oost-Watergraafsmeer. 7 Amsterdammers die op gevarieerde plekken sporten, geven voornamelijk aan te sporten buiten Amsterdam, maar ook in de eigen buurt, in Oud-Zuid en elders in het eigen stadsdeel. Net als in 2006 bestaan er ook dit jaar duidelijke verschillen tussen de inwoners van de verschillende stadsdelen. Inwoners uit Zuidoost sporten het meest in de eigen woonbuurt, inwoners uit Bos en Lommer en Oud-West het minst. 7 De steekproefomvang is te klein om per stadsdeel te kijken in welk stadsdeel men sport indien dit niet in het eigen stadsdeel is. 25

26 Figuur 2.5 Plek waar gesport wordt naar stadsdeel (procenten, 2009) Zuidoost Slotervaart Oost-Watergraafsmeer Zeeburg Zuideramstel Westerpark Amsterdam-Noord Oud-Zuid Amsterdam gemiddeld De Baarsjes in woonbuurt elders in eigen stadsdeel elders in Amsterdam buiten Amsterdam buitenland dit varieert weet niet Osdorp Centrum Geuzenveld-Slotermeer Oud-West Bos en Lommer % Naar verhouding veel Amsterdammers van 35 jaar en ouder sporten in de eigen woonbuurt. Jongeren in de leeftijd 6-12 jaar sporten veelal in het eigen stadsdeel (zowel woonbuurt als stadsdeel opgeteld). In vergelijking met het Amsterdamse gemiddelde sporten jongeren in de leeftijd jaar vaak elders in Amsterdam (28% om 23% gemiddeld). Figuur 2.6 Plek waar gesport wordt naar leeftijd (procenten, 2009) in woonbuurt elders in eigen stadsdeel elders in Amsterdam buiten Amsterdam buitenland dit varieert weet niet 55 + %

27 2.4 Zeventig procent tevreden over sportvoorzieningen in Amsterdam In totaal zeven op de tien sportende Amsterdammers (71%) is (zeer) tevreden over de sportvoorzieningen in de stad, vier procent is (zeer) ontevreden, bijna een op de vijf (18%) weet het niet. Het aandeel tevreden Amsterdammers is gestegen ten opzichte van Destijds was 68% (zeer) tevreden met de sportvoorzieningen in de stad en vijf procent was hier niet tevreden over. Over de sportvoorzieningen in de eigen woonbuurt is gemiddeld genomen 63% van de sporters tevreden. In 2006 lag dit lager; 58%. Bewoners uit stadsdeel Zuideramstel zijn het meest tevreden over de voorzieningen in de eigen buurt, bewoners uit stadsdeel Centrum het minst. Kende stadsdeel Bos en Lommer in 2006 nog het laagste aandeel tevreden Amsterdammers, in 2009 is een kleine zeven op de tien inwoners van dit stadsdeel tevreden over de sportvoorzieningen in de eigen buurt. Figuur 2.7 Oordeel over sportvoorzieningen in de woonbuurt, naar stadsdeel (procenten, 2009) Zuideramstel Zeeburg Osdorp Slotervaart Bos en Lommer Oost-Watergraafsmeer Westerpark Oud-Zuid Amsterdam gemiddeld (zeer) tevreden neutraal (zeer) ontevreden geen in de buurt weet niet Zuidoost De Baarsjes Oud-West Geuzenveld-Slotermeer Amsterdam-Noord Centrum % Een vergelijkbaar beeld komt naar voren bij het oordeel over de sportvoorzieningen in het eigen stadsdeel. In totaal is gemiddeld 61% van de Amsterdammers zeer tevreden tegen 58% in Wederom zijn bewoners uit stadsdeel Zuideramstel het meest tevreden, bewoners uit de Baarsjes het minst. 27

28 2.5 Kosten sportbeoefening met 9% gestegen Gemiddeld zijn de sporters in ,- kwijt aan contributie voor de meest beoefende sport. In 2003 was dit 218,-, dit is een stijging van 19,- oftewel 9%. Ook de andere kosten, zoals kosten voor kleding, schoeisel en consumpties, zijn toegenomen van 171,- naar 187,- (een stijging van 9%). Tabel 2.8 Overzicht kosten van Amsterdamse sporters per jaar voor sportbeoefening ( ) euro euro euro euro euro euro of meer weet niet totaal gemiddelde contributie andere kosten gemiddeld totale kosten gemiddeld Indien we de contributie en de bijkomende kosten samen nemen dan kost het sporten gemiddeld 424,- per jaar tegen 389,- in Dit komt overeen met een stijging van 9%. De totale kosten voor de meest beoefende sport verschillen per tak van sport. Tennis is de duurste sport, gevolgd door aerobics/steps en hockey. De kosten voor gymnastiek/ turnen zijn het laagst. In de tabel zijn alleen die sporten weergegeven die door minimaal 20 respondenten het meest worden beoefend. 8 De cijfers in de rapportages van 2006 en 2003 zijn gebaseerd op een andere rekenmethode dan de cijfers die in tabel 2.8 zijn gepresenteerd. In 2003 en 2006 is bij het berekenen van de totale kosten de kosten voor contributie en andere kosten bij elkaar opgeteld en gedeeld door het totaal aantal respondenten dat óf bij contributie óf bij andere kosten een bedrag had ingevuld. Net als in 2009 hebben niet alle respondenten destijds een bedrag ingevuld bij beide items. De gemiddelden voor de afzonderlijke items contributie en andere kosten werden alleen gedeeld door het aantal mensen dat het betreffende item had ingevuld. Hierdoor kwam het totale gemiddelde lager uit (het werd immers gedeeld door een hoger aantal respondenten) dan wanneer de afzonderlijke items contributie en andere kosten zouden zijn opgeteld. Om dit recht te zetten is er in 2009 voor gekozen om ook de gemiddelden van contributie en andere kosten te berekenen door ze te delen door het totaal aantal respondenten dat óf bij contributie of bij andere kosten en bedrag heeft ingevuld. De cijfers voor 2003 en 2006 zijn dan ook op deze manier herberekend. 28

29 Figuur 2.9 Totale kosten (contributie en aanvullende kosten) van de meest beoefende sport, tennis aerobics, steps hockey roeien fitness conditie fitness kracht wielrennen/toerfietsen vecht- en verdediging veldvoetbal zwemsport danssport wandelsport hardlopen gymnastiek, turnen Net als in 2006 vinden drie van de tien Amsterdammers de contributie die zij moeten betalen hoog (28%), 40% vindt het bedrag normaal, 15% vindt het laag en 16% weet hier geen antwoord op te geven. 2.6 Stadspas door een kwart gebruikt om te sporten De stadspas is er voor Amsterdammers die van een uitkering moeten rondkomen, voor mensen van 65 jaar en ouder en voor Amsterdammers die een inburgeringstraject volgen. Met de stadspas kunnen ze gebruik maken van kortingsregelingen die sommige sportaanbieders hanteren. Iets minder dan een kwart van de sportende stadspasbezitters (23%) gebruikt de pas ook daadwerkelijk om te sporten. De dalende lijn van de afgelopen jaren lijkt zich ook dit jaar door te zetten. In vorige metingen gebruikte respectievelijk 25% (2006) 28% (2003) en 33% (1999) de stadspas om te sporten. Twaalf procent van de 65-plussers met een stadspas gebruikt de pas om te sporten (2006; 13%). Onder de uitkeringsgerechtigden gebeurt dat wat vaker (25%). Van alle Amsterdammers met een stadspas kan 50% tot de sporters gerekend worden. In 2006 was dit 59%. Stadspasbezitters sporten dan ook minder dan in 2006: toen sportte 59% minimaal een keer per maand en 56% minimaal één keer per week. In 2009 is dit respectievelijk 52% en 49%. 29

30 30

31 3 Attitude ten aanzien van sport Nieuw in de Sportmonitor van 2006 en dit jaar herhaald zijn vragen die zich richten op de attitude ten aanzien van sport. Aan de hand van verschillende stellingen is bekeken hoe Amsterdammers aankijken tegen sport: vinden zij sporten leuk of juist saai? Of vindt de Amsterdammer dat hij/zij al genoeg beweegt en dus niet hoeft te sporten? Ook wordt gekeken of de attitude ten aanzien van sport verschilt tussen verschillende groepen Amsterdammers. 3.1 Amsterdammers vinden sporten goed voor de gezondheid Om de attitude ten aanzien van sport te meten, zijn de volgende stellingen aan de respondenten voorgelegd: Sporten is goed voor mijn gezondheid Ik vind sporten leuk Sporten is voor mij een manier om te ontspannen Sporten is voor mij een manier om mensen of vrienden te ontmoeten Sporten kost veel tijd De kosten om te sporten zijn te hoog Via het sporten heb ik mensen met een andere etnische achtergrond leren kennen Ik ga liever met vrienden op stap dan dat ik ga sporten Ik hoef niet te sporten, ik beweeg al genoeg Lichamelijke inspanning zoals bij sporten vind ik vervelend Ik vind sporten saai Vanuit mijn geloofsovertuiging mag ik alleen deelnemen aan gescheiden sportactiviteiten (jongens en meisjes apart) Vanuit mijn geloofsovertuiging mag ik niet sporten buiten schooltijd De attitudevragen zijn aan alle ondervraagden gesteld. In figuur 3.1 staan de resultaten weergegeven. 31

32 Figuur 3.1 Meningen over diverse aspecten van sport (procenten van alle Amsterdammers, 2009) sporten is goed voor mijn gezondheid ik vind sporten leuk sporten is een manier om te ontspannen de kosten van sporten zijn te hoog sporten is manier om mensen te ontmoeten sporten kost veel tijd liever met vrienden op stap dan sporten via sporten mensen andere etniciteit leren kennen helemaal van toepassing van toepassing neutraal niet van toepassing helemaal niet van toepassing weet niet, geen antwoord ik beweeg al genoeg sporten is saai van geloof alleen gescheiden sporten lichamelijke inspanning is vervelend van geloof niet sporten % De scores op de verschillende stellingen verschillen nauwelijks ten opzichte van de vorige meting in Veel Amsterdammers vinden sporten goed voor de gezondheid. Daarnaast zijn veel Amsterdammers van mening dat sporten leuk en ontspannend is en vinden maar weinig Amsterdammers sporten echt vervelend of saai. Er zijn weinig Amsterdammers die vanwege hun geloof niet sporten. Iets vaker komt het voor dat niet met mensen van de andere sekse gesport mag worden vanwege het geloof. Deze geloofskwesties doen zich alleen bij de allochtone Amsterdammers voor en binnen deze groep geldt dit vaker voor vrouwen dan voor mannen. Bij een aantal stellingen zijn de meningen meer verdeeld, zoals bijvoorbeeld bij de kosten om te sporten, de tijd die er aan besteed wordt en de opvatting dat gesport wordt om mensen te ontmoeten. Sporters hebben in het algemeen een positievere attitude ten aanzien van sporten dan mensen die niet sporten. Ook mannen zijn vaak positiever tegenover sporten dan vrouwen. 3.2 Attitude verschilt naar leeftijd en etniciteit Leeftijd Op verschillende stellingen is duidelijk een effect van leeftijd te zien. Zo neemt de mate waarin sport leuk gevonden wordt af met leeftijd. Van de 6-12 jarigen vindt 90% sporten leuk, dit percentage loopt af naar 62% voor de 55-plussers. Andersom geldt dat de mate waarin sport als vervelend wordt ervaren, toeneemt met leeftijd (6-12 jaar: 5%, 55-plus: 16%). Naar verhouding veel jeugdigen vinden dat ze via de sport mensen met een andere etnische achtergrond hebben leren kennen en dat sport een manier is om vrienden en andere mensen te ontmoeten. Naar verhouding veel 55-plussers (30%) vinden dat ze niet 32

33 hoeven te sporten omdat ze al genoeg bewegen. De stelling dat sporten veel tijd kost, krijgt vooral bijval onder de jarigen (45%) en jarigen (46%). Etniciteit Ook naar etniciteit zijn er verschillen in de attitude ten opzichte van sport. Zo vinden naar verhouding veel Amsterdammers van Surinaamse, Marokkaanse en overige niet-westerse afkomst de kosten om te sporten te hoog. Relatief weinig westerse allochtonen en autochtonen vinden dit ook. In vergelijking met het Amsterdamse gemiddelde vinden veel autochtonen dat sporten goed is voor de gezondheid. Deze mening is wat minder sterk onder Surinaamse en Marokkaanse Amsterdammers. Met name westerse allochtonen en autochtonen vinden dat sporten veel tijd kost tegen relatief weinig Turkse en Marokkaanse Amsterdammers. Turkse (20% (helemaal) van toepassing) en Marokkaanse Amsterdammers (27%) scoren hoog op het aspect dat vanwege de geloofsovertuiging alleen gescheiden gesport mag worden. Dit geldt niet voor Surinamers (3%) en Amsterdammers van westerse (4%) of autochtone (2%) komaf. Relatief veel Surinaamse, Turkse, Marokkaanse en overige niet-westerse allochtonen hebben via de sport mensen met een andere etnische achtergrond leren kennen. Naar verhouding weinig autochtone Amsterdammers is dezelfde mening toegedaan. 3.3 Nog steeds beweegt driekwart van de Amsterdammers dagelijks Naast het feit of men al dan niet sport, is in de Amsterdamse Sportmonitor ook ingegaan op bewegen in het algemeen. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om beweging in de vorm van fietsen naar het werk, boodschappen doen of traplopen. Aan de Amsterdammers is, net als in 2006, gevraagd of ze van mening zijn dat ze, afgezien van sporten, voldoende bewegen. Ruim zeven op de tien Amsterdammers (72%) zeggen dat ze (zeker) voldoende bewegen. Dit aandeel is hoger dan in 2006, toen 67% dit aangaf. In totaal 14% vindt dat ze (zeker) onvoldoende bewegen, tegen 17% in Jongeren (onder de 18 jaar) vinden vaker dat ze voldoende bewegen dan volwassenen (80% om 71%). Tabel 3.2 Voldoende beweging (procenten, 2006 en 2009) ik beweeg (zeker) voldoende ik beweeg niet voldoende, ook niet onvoldoende ik beweeg (zeker) onvoldoende weet niet, geen antwoord 2 1 totaal In De Staat van de Stad V (, 2009) komt naar voren dat Amsterdammers steeds beter aan de Norm Gezond Bewegen voldoen: op vijf van de zeven dagen ten minste een half uur matig intensief bewegen. In 2008 voldeed 72% van de volwassen Amsterdammers aan deze norm, tegenover 67% in In heel Nederland voldoet slechts 59%. 33

Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Bureau Onderzoek en Statistiek. Sportmonitor 2013. Inzicht in het sportgedrag van Amsterdammers

Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Bureau Onderzoek en Statistiek. Sportmonitor 2013. Inzicht in het sportgedrag van Amsterdammers Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling en Bureau Onderzoek en Statistiek Sportmonitor 2013 Inzicht in het sportgedrag van Amsterdammers Sportdeelname Amsterdam Aandeel sporters in Amsterdam toegenomen 67%

Nadere informatie

Inzicht in het sportgedrag van Amsterdammers. In opdracht van: Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Robert Selten. Jessica Greven.

Inzicht in het sportgedrag van Amsterdammers. In opdracht van: Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Robert Selten. Jessica Greven. Inzicht in het sportgedrag van Amsterdammers In opdracht van: Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Projectnummer: 12287 Robert Selten Jessica Greven Willem Bosveld Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300

Nadere informatie

Project: 6158 In opdracht van Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling

Project: 6158 In opdracht van Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Inzicht in het sportgedrag van Amsterdammers in 2006 Project: 6158 In opdracht van Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Karin Klein Wolt Willem Bosveld Jeroen Slot Weesperstraat 79 Postbus 658 1018 VN

Nadere informatie

[Geef tekst op] Sportmonitor Inzicht in het sportgedrag van Amsterdammers. Onderzoek, Informatie en Statistiek

[Geef tekst op] Sportmonitor Inzicht in het sportgedrag van Amsterdammers. Onderzoek, Informatie en Statistiek [Geef tekst op] Sportmonitor 2017 Inzicht in het sportgedrag van Amsterdammers Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: Sport en Bos Projectnummer: 17086 Nina Holaind Nik Goedemans Willem Bosveld

Nadere informatie

Tabel 25.1b Percentage Leidenaren dat meer dan 12 x per jaar aan sport doet, in % van alle Leidenaren

Tabel 25.1b Percentage Leidenaren dat meer dan 12 x per jaar aan sport doet, in % van alle Leidenaren 25 SPORTDEELNAME De sportdeelname van Leidenaren staat centraal in dit hoofdstuk. Het RSO (Richtlijn Sportdeelname Onderzoek), een landelijk standaardmodel voor onderzoek naar sportdeelname, is als uitgangspunt

Nadere informatie

Dordt sport! Inhoud 2014 DE BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN OP EEN RIJ. 1 Sporten

Dordt sport! Inhoud 2014 DE BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN OP EEN RIJ. 1 Sporten Dordt sport! DE BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN OP EEN RIJ Inhoud Sport en beweging zijn van grote waarde in het sociaal beleid van de gemeente Dordrecht. Uit de door ons uitgevoerde Sportmonitor blijkt dat

Nadere informatie

Sportparticipatie Volwassenen

Sportparticipatie Volwassenen Sportparticipatie 2014 Volwassenen Onderzoek & Statistiek Februari 2015 2 Samenvatting In het najaar van 2014 is de sportparticipatie van de volwassen inwoners van de gemeente s- Hertogenbosch onderzocht.

Nadere informatie

Stadsenquête Leiden 2007

Stadsenquête Leiden 2007 Hoofdstuk 16. Sport Samenvatting Tweederde van de Leidenaren zegt in de afgelopen 12 maanden te hebben gesport. Bijna vier op de tien Leidenaren geeft aan minimaal wekelijks te sporten. Het landelijke

Nadere informatie

Sportdeelname volwassenen 2012

Sportdeelname volwassenen 2012 b In Eindhoven doet ongeveer twee derde deel van de bevolking (15-84 jaar) aan sport. De sportparticipatie ligt op 66%. In 2008 was de sportdeelname 67%. b Sporters voelen zich gezonder dan niet-sporters

Nadere informatie

Sportparticipatie 2016 Volwassenen

Sportparticipatie 2016 Volwassenen Sportparticipatie Volwassenen Onderzoek & Statistiek Februari 2017 2 Samenvatting In het najaar van is de sportparticipatie onderzocht van volwassenen in de gemeente s-hertogenbosch. Het onderzoek is gehouden

Nadere informatie

Stadsenquête Leiden 2005

Stadsenquête Leiden 2005 Hoofdstuk 20. Sport Samenvatting Van de Leidenaren zegt tweederde in de afgelopen 12 maanden te hebben gesport: een kwart van de Leidenaren doet één sport, eenderde twee of drie sporten en 6% zegt zelfs

Nadere informatie

Sportparticipatie 2008

Sportparticipatie 2008 Sportparticipatie 2008 O&S juli 2009 Kort samengevat In het najaar van 2008 is de sportparticipatie van bewoners van de gemeente s-hertogenbosch onderzocht. Het onderzoek is gehouden onder bewoners van

Nadere informatie

SPORTPARTICIPATIE (2014)

SPORTPARTICIPATIE (2014) SPORTPARTICIPATIE (2014) Bijna twee derde deel (64%) van de volwassen Eindhovenaren (18-84 ) doet aan sport, van de jongeren (4-17 ) sport vier vijfde deel (82%). Bij de onderzoeken is gebruik gemaakt

Nadere informatie

Fit en Gezond in Overijssel 2016

Fit en Gezond in Overijssel 2016 Fit en Gezond in Overijssel 2016 Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 Provinciale resultaten sport en bewegen Colofon Fit en Gezond in Overijssel Provinciale resultaten sport en bewegen uit de

Nadere informatie

Sportparticipatie 2012 Tabellenboek

Sportparticipatie 2012 Tabellenboek Sportparticipatie 2012 Tabellenboek Onderzoek & Statistiek April 2013 Wat staat er in het tabellenboek? Het tabellenboek presenteert als eerste de zogenaamde rechte tellingen. Deze tellingen geven de door

Nadere informatie

SPORTPARTICIPATIE (2013)

SPORTPARTICIPATIE (2013) SPORTPARTICIPATIE (2013) 4-11 70% 8-11 93% 12-17 79% 18-23 74% Sportparticipatie 4-11 82% 4-23 79% 12-23 76% 15-84 64% 4-84 67% Het antwoord op de vraag hoeveel Eindhovenaren sporten 1, hangt sterk af

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar JAAROVERZICHT Tot en met meting 35 incl. nov. 15 In opdracht van NOC*NSF GfK December 18, Sportdeelname maandmeting november 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Homoseksuelen in Amsterdam

Homoseksuelen in Amsterdam Homoseksuelen in Amsterdam Projectnummer 9150 In opdracht van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Marlon Nieuwenhuis drs. Marcel Janssen dr. Willem Bosveld Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012

Nadere informatie

Sport 307. 11 Sport 11.2. Recreatie. Amsterdam in cijfers 2014

Sport 307. 11 Sport 11.2. Recreatie. Amsterdam in cijfers 2014 Sport 307 Sport en recreatie..2 Sport Recreatie Amsterdam in cijfers 204 308 Sport en recreatie Rondvaart stijgt in populariteit De troonswisseling en de heropening van de drie belangrijkste musea trokken

Nadere informatie

Rapportage gouden voornemens 2016

Rapportage gouden voornemens 2016 Rapportage gouden voornemens 2016 Extra vragen NOC*NSF Sportdeelname maandmeting december 2015 1 Inhoudsopgave 1 2 3 4 5 Inleiding Management Summary Onderzoeksresultaten Onderzoeksverantwoording Contact

Nadere informatie

Behoeften op het vlak van actieve sportbeoefening bij Nijmegenaren vanaf 50 jaar. meting voorjaar 2003

Behoeften op het vlak van actieve sportbeoefening bij Nijmegenaren vanaf 50 jaar. meting voorjaar 2003 Behoeften op het vlak van actieve sportbeoefening bij Nijmegenaren vanaf 50 jaar meting voorjaar 2003 O&S Nijmegen februari 2004 Inhoudsopgave 1 Samenvatting en conclusies 3 1.1 Inleiding 3 1.2 Sportdeelname

Nadere informatie

Burgerijenquête 2005. Sporten en gebruik gemeentelijke sportaccommodaties

Burgerijenquête 2005. Sporten en gebruik gemeentelijke sportaccommodaties Burgerijenquête 2005 Sporten en gebruik gemeentelijke sportaccommodaties Burgerijenquête 2005 Sporten en gebruik gemeentelijke sportaccommodaties De Oosterhoutse Burgerijenquête is een vorm van onderzoek

Nadere informatie

Rapport. Hagenaars en sport. Onderzoek sportdeelname 2014

Rapport. Hagenaars en sport. Onderzoek sportdeelname 2014 Rapport Hagenaars en sport Onderzoek sportdeelname 2014 December 2014 Hagenaars en sport Onderzoek sportdeelname 2014 Uitgave Gemeente Den Haag Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn Stafgroep Onderzoek,

Nadere informatie

Factsheet Sportparticipatie in Utrecht

Factsheet Sportparticipatie in Utrecht Factsheet Sportparticipatie in Utrecht mei 2015 Overzicht Deze factsheet geeft op hoofdlijnen een beeld van sporten en bewegen in de stad en maakt deel uit van Utrecht Sport, de Utrechtse sportvisie op

Nadere informatie

Sportmonitor In opdracht van Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, gemeente Amsterdam. Colofon

Sportmonitor In opdracht van Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, gemeente Amsterdam. Colofon Sportmonitor 2003 In opdracht van Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, gemeente Amsterdam Colofon Gemeente Amsterdam Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Afdeling Sport en Recreatie Weesperstraat 101

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index NOC*NSF Sportdeelname Index Meting 53 In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 Sportdeelname 2 3 4 6 5 7 8 Sportdeelname schoolgaande jeugd (t/m 18 jaar) Sportdeelname per tak van sport Duurzaamheid sporten

Nadere informatie

Sportdeelname Onderzoek 2014

Sportdeelname Onderzoek 2014 Rapportage Sportdeelname Onderzoek Almere In opdracht van: Contactpersonen: Gemeente Almere Annet van Asselt (O&S) en Anton Spaan (Sportbedrijf Almere) Utrecht, juni DUO Market Research drs. Aart van Grootheest

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname index Sport index t/m 18 jaar

NOC*NSF Sportdeelname index Sport index t/m 18 jaar NOC*NSF Sportdeelname index Sport index t/m 18 jaar Meting 49 januari 2017 In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 2 3 4 6 5 Sportdeelname Index januari 2017 Sportdeelname afgelopen maand Sportdeelname

Nadere informatie

Sportparticipatie 2012 Volwassenen

Sportparticipatie 2012 Volwassenen Sportparticipatie 2012 Volwassenen Onderzoek & Statistiek April 2013 2 Overzicht belangrijkste uitkomsten In het najaar van 2012 is de sportparticipatie van bewoners vann de gemeente s-hertogenbosch onderzocht.

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar Meting 44 augustus 2016 In opdracht van NOC*NSF 1 1 2 3 4 6 5 7 8 Inhoudsopgave Sportdeelname Index augustus 2016 Sportdeelname afgelopen

Nadere informatie

Sport' Omnibus Haarlem Gemeente Haarlem, afdeling Onderzoek en Statistiek

Sport' Omnibus Haarlem Gemeente Haarlem, afdeling Onderzoek en Statistiek Re a ge re n Adre s: nove mbe r 2013 o.e n.s@ha a rle m.nl Grote ma rkt 2 2011 Ha a rle m Gemeente Haarlem, afdeling Onderzoek en Statistiek Omnibus Haarlem 2013 Sport' 1 Twee derde doet regelmatig aan

Nadere informatie

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Fact sheet nummer 1 januari 211 Eigen woningbezit 1e en Aandeel stijgt, maar afstand blijft Het eigen woningbezit in Amsterdam is de laatste jaren sterk toegenomen. De

Nadere informatie

Hoofdstuk 19 Sportdeelname

Hoofdstuk 19 Sportdeelname Hoofdstuk 19 Sportdeelname Samenvatting Driekwart van de Leidenaren zegt in de afgelopen 12 maanden te hebben gesport. Ruim vier op de tien Leidenaren geven aan minimaal wekelijks te sporten. Het landelijke

Nadere informatie

Dordt sport! Inhoud TABELLENBOEK. 2. Sportverenigingen 3. Vrijwilligerswerk 4. Sportevenementen kijken 5. Kinderen 4 t/m 12 jaar

Dordt sport! Inhoud TABELLENBOEK. 2. Sportverenigingen 3. Vrijwilligerswerk 4. Sportevenementen kijken 5. Kinderen 4 t/m 12 jaar Dordt sport! 2018 - TABELLENBOEK Inhoud Voor de Sportmonitor 2018 hebben we een steekproef van 3.500 personen van 4 jaar en ouder getrokken uit de BRP van Dordrecht (bewoners van verzorgings- en verpleeghuizen

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index NOC*NSF Sportdeelname Index Meting 52 il In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 2 3 4 6 5 Sportdeelname Index il Sportdeelname il Sportdeelname schoolgaande jeugd (t/m 18 jaar) Sportdeelname per tak

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar Meting 47 november 2016 In opdracht van NOC*NSF 1 1 2 3 4 6 5 7 8 Inhoudsopgave Sportdeelname Index november 2016 Sportdeelname afgelopen

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index NOC*NSF Sportdeelname Index Meting 54 In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 2 3 4 6 5 Sportdeelname Index Sportdeelname Sportdeelname schoolgaande jeugd (t/m 18 jaar) Sportdeelname per tak van sport

Nadere informatie

SPORTDEELNAME MAANDMEETING. Meting 9 September In opdracht van NOC*NSF

SPORTDEELNAME MAANDMEETING. Meting 9 September In opdracht van NOC*NSF SPORTDEELNAME MAANDMEETING Meting 9 September In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 Sportdeelname afgelopen maand 2 Sportdeelname afgelopen 12 maanden 3 Sportdeelname per tak van sport Maandvraag September

Nadere informatie

Jaaroverzicht Sportdeelname

Jaaroverzicht Sportdeelname Jaaroverzicht Sportdeelname NOC*NSF Sportdeelname maandmetingen: 2013 1 Sportdeelname: jaargemiddelden 2013 2 In sportte gemiddeld minimaal wekelijks, dit komt overeen met ongeveer 10 miljoen Nederlanders

Nadere informatie

NOC*NSF SPORTDEELNAME INDEX 2013 ACHMEA SPORT INDEX 18. Meting 13 Januari In opdracht van NOC*NSF

NOC*NSF SPORTDEELNAME INDEX 2013 ACHMEA SPORT INDEX 18. Meting 13 Januari In opdracht van NOC*NSF NOC*NSF SPORTDEELNAME INDEX ACHMEA SPORT INDEX 18 Meting 13 In opdracht van NOC*NSF GfK Sportdeelname Index 1 Inhoudsopgave 1 Sportdeelname Index Sportdeelname afgelopen maand 3 Sportdeelname afgelopen

Nadere informatie

SPORTUITGAVEN ONDERZOEK

SPORTUITGAVEN ONDERZOEK SPORTUITGAVEN ONDERZOEK Inleiding In de maand oktober heeft het NIBUD in samenwerking met de GPD-bladen en RTL-nieuws een onderzoek gedaan naar de sportuitgaven van consumenten. Het onderzoek is gedaan

Nadere informatie

Jaaroverzicht Sportdeelname

Jaaroverzicht Sportdeelname Jaaroverzicht Sportdeelname NOC*NSF Sportdeelname maandmetingen: 2013 2017 1 Sportdeelname: jaargemiddelden 2013 2017 2 In 2017 sportte gemiddeld 64% minimaal wekelijks, dit komt overeen met bijna 9,9

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index NOC*NSF Sportdeelname Index Meting 55 In opdracht van NOC*NSF GfK August 15, Sportdeelname maandmeting 1 Inhoudsopgave 1 2 3 4 6 5 Sportdeelname Index Sportdeelname Sportdeelname schoolgaande jeugd (t/m

Nadere informatie

Sportparticipatie Kinderen en jongeren

Sportparticipatie Kinderen en jongeren Sportparticipatie 2017 Kinderen en jongeren Onderzoek & Statistiek Juni 2017 Samenvatting Begin 2017 heeft de afdeling Onderzoek & Statistiek een onderzoek uitgezet onder ouders en jongeren uit de gemeente

Nadere informatie

Dordt sport! Inhoud SPORTMONITOR 2018 DE BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN OP EEN RIJ. 1 Conclusies. 2 Sporten

Dordt sport! Inhoud SPORTMONITOR 2018 DE BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN OP EEN RIJ. 1 Conclusies. 2 Sporten Dordt sport! SPORTMONITOR 2018 DE BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN OP EEN RIJ Inhoud 1. Conclusies 2. Sporten 3. Sportverenigingen 4. Vrijwilligerswerk 5. Sportevenementen bezoeken Sport en beweging zijn van

Nadere informatie

Sport biedt veel mensen ontspanning en draagt ook bij aan de gezondheid van mensen en aan de sociale contacten.

Sport biedt veel mensen ontspanning en draagt ook bij aan de gezondheid van mensen en aan de sociale contacten. Hoofdstuk 11 Sport 11.1 Inleiding Sport biedt veel mensen ontspanning en draagt ook bij aan de gezondheid van mensen en aan de sociale contacten. In dit hoofdstuk komen achtereenvolgens aan de orde: 11.2

Nadere informatie

Sport 291. Recreatie

Sport 291. Recreatie Sport 29 Sport en recreatie..2 Sport Recreatie Amsterdam in cijfers 203 292 Sport en recreatie Sportparticipatie in Amsterdam In 203 is de Sportmonitor Amsterdam verschenen, die het sportgedrag van Amsterdammers

Nadere informatie

Onderzoek sportdeelname 2010 HAGENAARS EN SPORT

Onderzoek sportdeelname 2010 HAGENAARS EN SPORT Onderzoek sportdeelname 2010 HAGENAARS EN SPORT Inhoudsopgave SAMENVATTING 5 Den Haag, december 2010 Gemeente Den Haag Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn Productgroep Onderzoek & Integrale Vraagstukken

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

Burgerpanel Zeewolde. Resultaten peiling 7: sportbeleving

Burgerpanel Zeewolde. Resultaten peiling 7: sportbeleving Burgerpanel Zeewolde Resultaten peiling 7: sportbeleving oktober 2013 Inleiding Deze nieuwsbrief beschrijft de resultaten van de 7 e peiling met het burgerpanel van Zeewolde. De peiling ging deze keer

Nadere informatie

LelyStadsGeluiden. De mening van de inwoners gepeild. Sportpeiling 2007

LelyStadsGeluiden. De mening van de inwoners gepeild. Sportpeiling 2007 LelyStadsGeluiden De mening van de inwoners gepeild Sportpeiling 07 De huidige sportnota loopt tot en met 08. De nieuwe nota zal betrekking hebben op de periode tot en met 12. Om tot een goed onderbouwde

Nadere informatie

NOC*NSF SPORTDEELNAME INDEX 2013 ACHMEA SPORT INDEX 18

NOC*NSF SPORTDEELNAME INDEX 2013 ACHMEA SPORT INDEX 18 NOC*NSF SPORTDEELNAME INDEX ACHMEA SPORT INDEX 18 OVERZICHT VAN 1 MAANDMETINGEN In opdracht van NOC*NSF GfK 014 Sportdeelname Index 1 Inhoudsopgave 1 Sportdeelname Index Sportdeelname per maand 3 Sportdeelname

Nadere informatie

Onderzoek Sportparticipatie 2006

Onderzoek Sportparticipatie 2006 Onderzoek Sportparticipatie 2006 O&S April 2007 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 3 Samenvatting 5 1. Inleiding 7 1.1 Aanleiding en doel 7 1.2 Methodiek 7 1.3 Leeswijzer 9 2. Kerncijfers 11 2.1 Sporters 11

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index NOC*NSF Index Meting 62 ruari 2018 In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 ruari 2018 2 schoolgaande jeugd (t/m 18 jaar) 3 per tak van sport 4 5 6 7 Beweeg-, fit- en combinorm Tevredenheid sportbeoefening

Nadere informatie

Ontwikkelingen in de werkloosheid in Amsterdam per stadsdeel tussen 1 januari 2001 en oktober 2003 (%)

Ontwikkelingen in de werkloosheid in Amsterdam per stadsdeel tussen 1 januari 2001 en oktober 2003 (%) Werkloosheid Amsterdam sterk gestegen Volgens de nieuwste cijfers van het CBS steeg de werkloosheid in Amsterdam van bijna 5% in 2002 naar 8,4% in 2003. Daarmee is de werkloosheid in Amsterdam sneller

Nadere informatie

Goede voornemens 2019

Goede voornemens 2019 Goede voornemens 2019 Extra vragen NOC*NSF Goede voornemens Maandmeting December 2018 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Management Summary 3 4 Onderzoeksresultaten Onderzoeksverantwoording 5 Contact 2 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren,

Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren, Fact sheet nummer 1 maart 2004 Concentraties van allochtone ouderen en jongeren, 1994-2003 Waar in Amsterdam wonen allochtone jongeren en ouderen? Allochtonen wonen vaker dan autochtonen in gezinsverband

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index NOC*NSF Index Meting 66 In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 2 schoolgaande jeugd (t/m 18 jaar) 3 per tak van sport 4 Index 5 Onderzoeksverantwoording 6 Contact 2 Overzicht wekelijks gesport 67% Wekelijks

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname index Sport index t/m 18 jaar

NOC*NSF Sportdeelname index Sport index t/m 18 jaar NOC*NSF Sportdeelname index Sport index t/m 18 jaar Meting 48 december 2016 In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 2 3 4 6 5 7 Sportdeelname Index december 2016 Sportdeelname afgelopen maand Sportdeelname

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

TOENAME SPANNINGEN TUSSEN BEVOLKINGSGROEPEN IN AMSTERDAMSE BUURTEN

TOENAME SPANNINGEN TUSSEN BEVOLKINGSGROEPEN IN AMSTERDAMSE BUURTEN TOENAME SPANNINGEN TUSSEN BEVOLKINGSGROEPEN IN AMSTERDAMSE BUURTEN 22 oktober Sinds 2011 meet Bureau O+S met een signaleringsinstrument de spanningen tussen bevolkingsgroepen in Amsterdamse buurten. De

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index NOC*NSF Index Meting 67 In opdracht van NOC*NSF GfK August 30, maandmeting 1 Inhoudsopgave 1 2 schoolgaande jeugd (t/m 18 jaar) 3 per tak van sport 4 Index 5 Onderzoeksverantwoording 6 Contact GfK August

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index NOC*NSF Index Meting 63 maart In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 maart 2 schoolgaande jeugd (t/m 18 jaar) 3 per tak van sport 4 5 Onderzoeksverantwoording Contact 2 Overzicht wekelijks gesport maart

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index NOC*NSF Index Meting 73 januari In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 januari 2 schoolgaande jeugd (t/m 18 jaar) 3 per tak van sport 4 Index januari 5 Onderzoeksverantwoording 6 Contact 2 Overzicht

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index NOC*NSF Index Meting 64 april In opdracht van NOC*NSF GfK May 24, maandmeting april 1 Inhoudsopgave 1 april 2 schoolgaande jeugd (t/m 18 jaar) 3 per tak van sport 4 5 Onderzoeksverantwoording Contact GfK

Nadere informatie

Fact sheet. dat de segregatie in het voortgezet onderwijs

Fact sheet. dat de segregatie in het voortgezet onderwijs Fact sheet nummer 4 juni 2010 Segregatie in het voortgezet onderwijs In Amsterdam worden de zwarte middelbare scholen steeds zwarter en de witte steeds witter. Hoe komt dat? Niet alleen doordat allochtone

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index NOC*NSF Index Meting 74 februari In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 februari 2 schoolgaande jeugd (t/m 18 jaar) 3 per tak van sport 4 Index februari 5 Onderzoeksverantwoording 6 Contact 2 Overzicht

Nadere informatie

Rapportage Ben Bizzie Monitor Basisschool Den Doelhof Meijel. augustus 2018

Rapportage Ben Bizzie Monitor Basisschool Den Doelhof Meijel. augustus 2018 Rapportage Ben Bizzie Monitor Basisschool Den Doelhof Meijel augustus 2018 2 INHOUDSOPGAVE Samenvatting 1. Inleiding 2. Onderzoeksopzet 3. Onderzoeksresultaten 4. Conclusie en aanbevelingen 3 4 5 6 18

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index NOC*NSF Index Meting 70 oktober In opdracht van NOC*NSF GfK December 19, maandmeting oktober 1 Inhoudsopgave 1 oktober 2 schoolgaande jeugd (t/m 18 jaar) 3 per tak van sport 4 Index oktober 5 Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

Sportparticipatie in Aalsmeer Resultaten nulmeting 2008

Sportparticipatie in Aalsmeer Resultaten nulmeting 2008 Sportparticipatie in Aalsmeer Resultaten nulmeting 2008 P.F.M. Boekhoorn T.E.A.M. Speller Nijmegen, april 2009 Inhoud 1. Inleiding 3 1.1 Nulmetingen inzake (op)groeibeleid gemeente Aalsmeer 3 1.2 Nulmeting

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar Meting 41 mei 2016 In opdracht van NOC*NSF 1 1 2 3 4 6 5 7 8 Inhoudsopgave Sportdeelname Index mei 2016 Sportdeelname afgelopen maand

Nadere informatie

Sportdeelname gemeente Amsterdam

Sportdeelname gemeente Amsterdam Sportdeelname gemeente Amsterdam Meting over april 2018 Gemeente Amsterdam / OIS NOC*NSF GfK GfK Juni 2018 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 3 4 5 6 7 8 Management Summary Sportdeelname in Amsterdam Top-10

Nadere informatie

De Amsterdamse Burgermonitor 2005

De Amsterdamse Burgermonitor 2005 De Amsterdamse Burgermonitor 2005 november 2005 Samenvatting van de resultaten Een grotere maatschappelijke en politieke betrokkenheid, maar ook een toenemend gevoel van discriminatie op grond van etnische

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar Meting 29 Mei 2015 In opdracht van NOC*NSF 1 1 2 3 4 5 6 7 8 Inhoudsopgave Sportdeelname Index mei 2015 Sportdeelname afgelopen maand

Nadere informatie

Sportdeelname gemeente Amsterdam

Sportdeelname gemeente Amsterdam Sportdeelname gemeente Amsterdam Meting over november 2017 Gemeente Amsterdam / OIS NOC*NSF GfK GfK november 2017 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 3 4 5 6 7 8 Management Summary Sportdeelname in Amsterdam

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Sportdeelname gemeente Amsterdam

Sportdeelname gemeente Amsterdam Sportdeelname gemeente Amsterdam Meting over november 2016 Gemeente Amsterdam / OIS NOC*NSF GfK GfK Maart 2017 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 3 4 5 6 7 8 Management Summary Sportdeelname in Amsterdam Top-10

Nadere informatie

3 Bewegingsachtergrond van leerlingen

3 Bewegingsachtergrond van leerlingen 112 PEIL.BEWEGINGS ONDERWIJS 113 3 Bewegingsachtergrond van leerlingen Om de bewegingsachtergrond van leerlingen in kaart te brengen, hebben we de leerlingen van de deelnemende scholen gevraagd een vragenlijst

Nadere informatie

Politieke participatie

Politieke participatie 12 Politieke participatie De Tweede Kamerverkiezingen van 17 hebben voor grote verschuivingen gezorgd in Amsterdam. De uitkomsten van deze verkiezingen komen uitgebreid aan bod in dit hoofdstuk. Verder

Nadere informatie

Bos en Lommer: sport, openbare ruimte en verkiezingen

Bos en Lommer: sport, openbare ruimte en verkiezingen Bos en Lommer: sport, openbare ruimte en verkiezingen Van 20 tot en met 28 april 2009 konden de leden van het Digitaal Burgerpanel Bos en Lommer meedoen aan de tweede meting. De enquête betrof drie onderwerpen:

Nadere informatie

Communicatiemiddelen gemeente Amsterdam

Communicatiemiddelen gemeente Amsterdam Communicatiemiddelen gemeente Amsterdam In opdracht van: Bestuursdienst, directie Communicatie, afdeling Media en concerncomm. Projectnummer: 13200 Robert Selten José van Boven Willem Bosveld Bezoekadres:

Nadere informatie

Rapportage Sportonderzoeken Gemeente Beverwijk Juli 2015 INT

Rapportage Sportonderzoeken Gemeente Beverwijk Juli 2015 INT Rapportage Sportonderzoeken Gemeente Beverwijk Juli 2015 INT-15-24426 Inhoudsopgave Samenvatting... 3 1. Inleiding... 5 2. Sportdeelname onderzoek... 6 2.1 Inleiding... 6 2.2 Resultaten... 7 2.3 Conclusie...

Nadere informatie

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011 Sociaal-economische schets van Zuidwest 2011 Zuidwest is onderdeel van het en bestaat uit de buurten Haagwegnoord en -zuid, Boshuizen, Fortuinwijk-noord en -zuid en de Gasthuiswijk. Zuidwest heeft een

Nadere informatie

PEILING 65-PLUSSERS. Gemeente Enkhuizen januari 2015. www.ioresearch.nl

PEILING 65-PLUSSERS. Gemeente Enkhuizen januari 2015. www.ioresearch.nl PEILING 65-PLUSSERS Gemeente Enkhuizen januari 2015 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Telnr. : 0229-282555 Rapportnummer 2015-2080 Datum januari 2015 Opdrachtgever

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Jeugdwerkloosheid Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam 201-201 Factsheet maart 201 De afgelopen jaren heeft de gemeente Amsterdam fors ingezet op het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. Nu de aanpak jeugdwerkloosheid is afgelopen

Nadere informatie

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek Straatintimidatie Amsterdam Factsheet 201 Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: Directie Openbare Orde en Veiligheid Projectnummer: 11 Beek, Eliza van der Smeets, Harry Bezoekadres: Oudezijds

Nadere informatie

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R VOEDING, BEWEGING EN GEWICHT K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Jeugd 2010 6 Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD

Nadere informatie

Sportdeelname gemeente Amsterdam

Sportdeelname gemeente Amsterdam Sportdeelname gemeente Amsterdam Meting over april 2017 Gemeente Amsterdam / OIS NOC*NSF GfK GfK Juli 2017 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 3 4 5 6 7 8 Management Summary Sportdeelname in Amsterdam Top-10

Nadere informatie

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29% 26 DISCRIMINATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het vóórkomen en melden van discriminatie in Leiden en de bekendheid van en het contact met het Bureau Discriminatiezaken. Daarnaast komt aan de orde

Nadere informatie

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Projectnummer: 10203 In opdracht van: Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer drs. Merijn Heijnen dr. Willem Bosveld Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012 GL

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar Meting 45 september 2016 In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 2 3 4 6 5 7 Sportdeelname Index september 2016 Sportdeelname afgelopen

Nadere informatie

Bekendheid Norm Gezond Bewegen

Bekendheid Norm Gezond Bewegen Bewonersonderzoek 2013 gemeente Deventer onderdeel Sport Nationale Norm Gezond Bewegen De Nationale Norm Gezond Bewegen is in 2013 bij 55% van de Deventenaren bekend. Dit percentage was in 2011 licht hoger

Nadere informatie

FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid,

FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid, FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid, @ FORUM, Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling, september 29 Samenvatting De werkloosheid onder de 1 tot 2 jarige Nederlanders is in het 2 e kwartaal van 29 met

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar Meting 42 juni 2016 In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 2 3 4 6 5 7 Sportdeelname Index juni 2016 Sportdeelname afgelopen maand

Nadere informatie

Politieke participatie

Politieke participatie 12 Politieke participatie In dit hoofdstuk komen de interesse en participatie van Amsterdammers in de politiek aan bod. 2014 was in dat opzicht een boeiend jaar, met drie verkiezingen en belangrijke verschuivingen

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013 Fact sheet nummer 5 maart 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs

Nadere informatie

Gewicht en leefstijl van kinderen in Nieuw-West

Gewicht en leefstijl van kinderen in Nieuw-West Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht juni 2017 Gewicht en leefstijl van kinderen in Nieuw- Minder overgewicht Het percentage kinderen * met overgewicht (inclusief obesitas) in Nieuw- is tussen en significant

Nadere informatie

Annet Tiessen-Raaphorst en Remko van den Dool (scp) In dit hoofdstuk zijn de volgende kernindicatoren uitgewerkt:

Annet Tiessen-Raaphorst en Remko van den Dool (scp) In dit hoofdstuk zijn de volgende kernindicatoren uitgewerkt: 4 Sportdeelname Annet Tiessen-Raaphorst en Remko van den Dool (scp) In dit hoofdstuk zijn de volgende kernindicatoren uitgewerkt: kernindicator operationalisatie uitkomst (%) trend in de afgelopen 10 jaar

Nadere informatie

INFOKAART OUDEREN EN LICHAAMSBEWEGING

INFOKAART OUDEREN EN LICHAAMSBEWEGING INFOKAART OUDEREN EN LICHAAMSBEWEGING Inleiding Lichaamsbeweging kan gezien worden als een relatief goedkope manier om het ontstaan van een aantal belangrijke ziekten, zoals hart- en vaatziekten, ouderdomssuiker,

Nadere informatie