Een operatie voor het verwijderen van de blaas

Transcriptie

1 Binnenkort wordt u opgenomen in het MCL voor het verwijderen van uw blaas en het aanleggen van een urinestoma. Meestal wordt dit gedaan volgens de zogenaamde Brickermethode. In deze brochure kunt u lezen over deze operatiemethode, over de voorbereiding, de opname in het ziekenhuis en de periode na de operatie. Heeft u na het lezen van de brochure nog vragen? Stel deze dan aan de uroloog of verpleegkundige. De Bricker-methode De uroloog heeft met u besproken dat hij/zij uw blaas verwijdert tijdens de operatie. Deze operatie wordt meestal gedaan bij patiënten met een kwaadaardig gezwel (tumor) in de blaas. Tijdens de operatie wordt de blaas helemaal verwijderd. Hierna maakt de uroloog een nieuwe afvoermogelijkheid voor de urine via een kunstmatige uitgang. Dit heet een stoma. De stoma wordt gemaakt van een stukje dunne darm. Nadat het stukje darm is verwijderd, worden de twee uiteinden weer met elkaar verbonden zodat de ontlasting weer normaal door de darm heen kan. De beide urineleiders worden ingeplant in het stukje dunne darm. Het uiteinde van dit stuk wordt als een stoma in de buikwand gehecht. De urine loopt uit uw nieren, via de urineleiders en de stoma naar buiten, waar het in een opvangzakje wordt verzameld MCL Patiënteninformatie

2 nieren urineleiders stukje dunne darm stoma Er zijn meerdere technieken voor het aanleggen van een stoma. In overleg met u is gekozen voor het aanleggen van een zogenaamd incontinent stoma. Dat wil zeggen: de urine loopt continu in het opvangzakje zonder dat u hier controle over hebt MCL Patiënteninformatie

3 Voorbereiding voor operatie Het en het aanleggen van een stoma is een grote operatie. Daarom is een goede voorbereiding belangrijk. Gesprek met de anesthesioloog De anesthesioloog bespreekt met u de narcose en de pijnbestrijding. Deze operatie vindt plaats onder algehele narcose. Daarnaast krijgt u een epidurale katheter voor pijnbestrijding. Dit is een slangetje die voor de operatie in de rug wordt ingebracht om pijn tijdens en de eerste dagen na de operatie te voorkomen. Door dit slangetje worden medicijnen toegediend om de pijn te verminderen, zie folder Epidurale pijnbestrijding. Verpleegkundig spreekuur Voor of na het gesprek met een anesthesioloog gaat u naar de afdeling Urologie voor een opnamegesprek met de verpleegkundige. Hier krijgt u alle informatie over uw opname en operatie. U kunt hier ook terecht met al uw vragen. Na de gesprekken met de verpleegkundige en de anesthesioloog kunt u naar huis. Medicijngebruik Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, bespreekt de anesthesioloog met u hoeveel dagen voor de operatie u moet stoppen met deze medicijnen. Als dit niet met u besproken is, belt u dan met de polikliniek anesthesiologie om dit te bespreken. Telefoonnummer De stomaverpleegkundige U heeft een afspraak met de stomaverpleegkundige. De stomaverpleegkundige informeert u over de operatietechniek, de aanleg van de stoma, de plaats van de stoma, het stomamateriaal, de dagelijkse verzorging en het leven met een stoma. Tijdens de opname zal de stoma verpleegkundige regelmatig langskomen. Zij leert u om de urinestoma te verzorgen MCL Patiënteninformatie

4 Verpleegkundig consulent urologische oncologie De verpleegkundig consulent urologische oncologie begeleidt patiënten ziet patiënten die te maken hebben met kanker. Deze geeft ondersteuning en begeleiding tijdens de ziekte en behandeling. Het eerste gesprek is op de polikliniek, wanneer de arts met u de uitslag van de onderzoeken bespreekt. Ook bezoekt zij u op de afdeling als u bent opgenomen. Zij is ook aanwezig bij de vervolgcontroles op de polikliniek na de operatie. De opname U wordt een dag voor de operatie opgenomen op de afdeling Urologie. Op deze dag van wordt er bij u een voedingssonde ingebracht. Deze sonde wordt via de neus ingebracht en opgeschoven tot in de dunne darm. U krijgt deze sonde zodat u tijdens de eerste dagen na de operatie voldoende voedingsstoffen binnenkrijgt. De fysiotherapeut komt bij u langs voor ademhalingsoefeningen. Doordat u een buikwond krijgt kunt u moeite krijgen met doorademen. Dit verhoogt de kans op een longontsteking. Dit willen we voorkomen met deze ademhalingsoefeningen. Voor de operatie is het nodig dat u nuchter bent. Dit betekent dat u vanaf een bepaald tijdstip niet meer mag eten en drinken. Meer informatie hierover krijgt u van de anesthesioloog of verpleegkundige. Op de operatiedag mag u voor de operatie nog douchen. U krijgt een operatiejasje aan. U doet eventuele sieraden af en als u een gebitsprothese heeft doet u deze ook uit. De verpleegkundige brengt u in bed naar de operatieafdeling. Na de operatie gaat u een nacht naar de Intensive Care afdeling. Op deze afdeling worden uw lichaamsfuncties continue in de gaten gehouden. Als u wilt kunt u de dag voor de operatie een kijkje nemen op deze afdeling MCL Patiënteninformatie

5 Na de operatie Na de operatie wordt uw contactpersoon gebeld. Meestal doet de uroloog dit zelf. Na de operatie heeft u: Een infuus in uw arm. Een voedingssonde. Door deze sonde krijgt u de medicijnen toegediend. Ook krijgt u via dit slangetje de eerste dagen na de operatie sondevoeding toegediend. Een stomazakje op uw buik. In dit stomazakje zitten twee witte slangetjes (splints genoemd) die voorkomen dat uw urineleiders verkleven. Een drain. Dit is een slangetje dat ervoor zorgt dat wondvocht uit de buik naar een opvangzak stroomt. Een epiduraalpomp voor de pijnbestrijding. Een slangetje in uw neus waardoor u zuurstof krijgt. Mogelijk een maagslang, om te voorkomen dat u misselijk wordt. Meestal gaat u de dag na de operatie weer terug naar de gewone verpleegafdeling. Uw spullen liggen hier nog steeds. Deze worden niet meegenomen naar de Intensive Care. De eerste dagen na de operatie Na de operatie wordt er regelmatig bloed bij u afgenomen. De verpleegkundige controleert regelmatig de bloeddruk, hartritme en temperatuur. Iedere dag wordt de wond verzorgd. Wij proberen u zo snel mogelijk weer in beweging te krijgen. De verpleegkundige zal u helpen om uit bed te komen, dit wordt langzaam opgebouwd. Het weer bewegen is belangrijk voor de bloedsomloop en voor de longen. De eerste dagen krijgt u sondevoeding via de voedingssonde. Dit is nodig omdat u de eerste dagen nog niet mag eten en om de darmwerking op gang te laten komen. Om die reden krijgt u ook na de operatie elke dag één of twee maal een laxeermiddel MCL Patiënteninformatie

6 De uroloog komt regelmatig langs ( visite lopen ). Tijdens de visite wordt afgesproken wanneer de drain, de splints, de sonde en het infuus verwijderd mogen worden. Verder wordt er besproken wanneer uw dieet mag worden uitgebreid. Als de darmen en de stoelgang op gang zijn mag u weer met wat eten beginnen. U begint met een paar slokjes water. Dit wordt langzaam uitgebreid naar vloeibaar en normaal eten. De verpleegkundige van het pijnteam (POP-team) komt twee keer per dag langs. Hij/zij regelt de pijnbestrijding en het afbouwen hiervan. Na ongeveer vier dagen wordt de epiduraalkatheter verwijderd. De afdelingsverpleegkundige maakt elke dag de stoma schoon. Bij ontslag regelt de stomaverpleegkundige met u dat de materialen op tijd bij u thuis worden bezorgd. Complicaties Net zoals bij iedere operatie zijn er ook bij deze operatie risico s op complicaties. Complicaties kunnen zijn: infectie en nabloeding. Om alert te zijn op een mogelijke bloeding of ontsteking meten de verpleegkundigen regelmatig uw bloeddruk, temperatuur en verzorgen de wond. Om een longontsteking te voorkomen heeft u ademhalingsoefeningen gekregen. Er is een kleine kans dat er urinelekkage optreed bij de aanhechting van de urineleider in de darm. Bij de man zitten de zenuwen die zorgen voor een erectie vlakbij het operatiegebied. Deze weefsels kunnen tijdens het opereren beschadigen. Hierdoor kan tijdelijke of blijvende impotentie ontstaan. Gevolgen van de operatie Bij de vrouw ligt de baarmoeder direct achter de blaas. Voor de operatie kan worden besloten om ook de baarmoeder tijdens de operatie te verwijderen. Als de baarmoeder niet verwijderd wordt is het krijgen van kinderen in principe nog mogelijk MCL Patiënteninformatie

7 Naar huis Als alles goed verloopt, mag u na ongeveer drie weken het ziekenhuis verlaten. Bij uw ontslag krijgt u een afspraak mee voor een controlebezoek bij de uroloog. Daarnaast krijgt u een afspraak mee voor de stomaverpleegkundige. Binnen een week na het ontslag wordt u gebeld door een verpleegkundige van de afdeling, om na te gaan hoe het thuis gaat. Heeft u vragen? Dan kunt u die stellen. U hebt een grote operatie ondergaan en daarom duurt het lang voor u hersteld bent. De eerste weken kunt u erg moe zijn, al na een kleine inspanning. We adviseren u daarom niet al te hoge eisen aan uzelf te stellen. Activiteiten kunt u het beste rustig opbouwen en rust nemen als u moe wordt. Om de kans op complicaties te verkleinen adviseren wij u de eerste zes weken na de operatie de volgende leefregels op te volgen: Luister naar uw lichaam. Neem op tijd rust. Til de eerste twee maanden niet zwaar. Drink ongeveer twee liter per dag. Gebruik alcohol alleen in beperkte mate. Ga nog niet sporten. Ga alleen in bad als de wond genezen is. Wanneer u weer aan het werk kunt hangt af van het soort werk dat u doet en hoe u herstelt. Overleg dit daarom met uw uroloog MCL Patiënteninformatie

8 Polikliniek urologie MCL juni 2012 MCL-URO-FOL-017 / MCL Patiënteninformatie