Inhoudsopgave. Voorwoord 3. Handleiding 4. Deel 1 Informatieboek 5

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inhoudsopgave. Voorwoord 3. Handleiding 4. Deel 1 Informatieboek 5"

Transcriptie

1 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Handleiding 4 Deel 1 Informatieboek 5 Algemene Informatie 5 Educatie 5 Thuisbehandeling 5 Het kind met diabetes in zijn ontwikkelingsfase 6 Kindercrèche, school en studie 6 Aanbevelingen voor school 7 Groepseducatie en lotgenotencontact 7 Instructie bij het stappenplan 8 Het eerste bezoek aan de polikliniek 9 Psychosociaal 9 Instructie medisch-technische handelingen 10 Controle van de bloedglucose 10 Frequentie van de bloedglucosemeting 10 Tijdstippen voor de bloedglucosemetingen 10 De controle van ketonen in het bloed of de urine 11 Glucagon 11 De insuline injectie 11 Injectieplaatsen 12 Insulineabsorptie 12 Continue subcutane insuline infusie (CSII): insulinepomp 13 Planning 13 Deel 2 Werkboek 14 Het stappenplan 14 Stap 1 t/m 7 14 Checklist diabetesverpleegkundige 21

2

3 Voorwoord In de afgelopen 20 jaar heeft de diabeteszorg een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Niet alleen zijn er steeds meer hulpmaterialen ontwikkeld, maar ook educatie en psychosociale begeleiding van het kind en het gezin zijn een belangrijk onderdeel geworden van de behandeling. De diabetesverpleegkundige heeft hierdoor een eigen functie gekregen in de diabeteszorg. De frequentie van diabetes bij kinderen neemt toe. Een kind met diabetes moet een heel leven verder met diabetes. Dreigende complicaties en de aanpassingen die binnen een gezin nodig zijn waar diabetes net is ontdekt, vragen om onze aandacht en zorg. Diabeteszorg bij kinderen vereist expertise. Kinderen en ouders hebben recht op een diabetesteam, bestaande uit een kinderarts, een diëtist, een kinderdiabetesverpleegkundige, een psycholoog of orthopedagoog en een maatschappelijk werker, met kennis en ervaring. Het uitgangspunt van dit educatieprogramma is dat een nieuw gediagnostiseerd kind met Diabetes Mellitus thuis wordt begeleid. Desondanks kan dit educatieprogramma ook worden gebruikt in een poliklinische setting. Voor het thuis instellen op insuline zijn, naast de klinische situatie van het kind, de volgende dingen belangrijk: Beheersen van de Nederlandse taal door ouders; Een telefoon; Een kinderdiabetesverpleegkundige die huisbezoeken aflegt; 24-uurs bereikbaarheid van het diabetesteam. In dit educatieprogramma wordt gesproken over ouders. Hiermee worden ook verzorgers bedoeld. Omwille van de leesbaarheid wordt bij het kind de mannelijke persoonsvorm gebruikt en bij kinderdiabetesverpleegkundige de vrouwelijke persoonsvorm. Dit educatieprogramma is een initiatief van de Werkgroep Kinder Diabetes Verpleegkundigen. De EADV en VVKV onderschrijven het belang van deze wijze van voorlichten. Mede door de financiële ondersteuning en office support van Novo Nordisk B.V. is dit educatieprogramma tot stand gekomen

4 Handleiding Het educatieprogramma is opgezet voor de eerste periode na het stellen van de diagnose. De duur van deze periode is afhankelijk van verschillende factoren, zoals de gezinssituatie, de leeftijd van het kind, de mogelijkheden van ouders en kind om met de diabetes om te gaan. Gemiddeld duurt deze periode 2-3 weken. Er is een checklist, die na 3 en 6 maanden herhaald wordt, omdat blijkt dat in het begin niet alle informatie wordt opgenomen en omdat herhaling van de educatie een noodzakelijk onderdeel is van de diabetesbehandeling. Het programma start op de dag dat de ouders met het kind op de polikliniek zijn en besloten wordt de behandeling en begeleiding in de thuissituatie of poliklinisch voort te zetten. Het educatieprogramma bestaat uit twee delen: een informatieboek en een werkboek Het informatieboek Het eerste gedeelte van het informatieboek bestaat uit algemene informatie. Hierin worden verschillende onderwerpen met betrekking tot het kind met diabetes en zijn omgeving besproken. In het tweede gedeelte wordt dieper op de genoemde onderwerpen ingegaan en wordt er meer gedetailleerde informatie gegeven. Dit gedeelte is gekoppeld aan het stappenplan van het werkboek. Het werkboek Het werkboek bestaat uit een stappenplan en een checklist. Aan de hand van het stappenplan wordt de educatie samengesteld. Het stappenplan is de kapstok waaronder de onderwerpen die aan de orde moeten komen gerangschikt staan. In principe is alleen de checklist patiënt gebonden. Omdat in de beginfase niet alle informatie goed wordt opgenomen, wordt geadviseerd, na drie maanden en na een halfjaar de behandelde items nogmaals de revue te laten passeren. Zowel het informatieboek als het werkboek met het stappenplan zijn meerdere keren te gebruiken

5 Deel 1 Informatieboek Algemene Informatie Educatie Educatie is de basis van diabeteszorg en diabetesmanagement. Goede zelfregulatie vereist continue en adequate educatie en voortdurende motivatie en ondersteuning. Doel van de educatie: Inzicht in diabetes en behandeling; Goede zelfcontrole en zelfregulatie; Aanleren van medisch-technische handelingen; Zelfstandigheid van het kind met behoud van steun van de ouders; Positief zelfbeeld van het kind. Bij de educatie moet rekening worden gehouden met levensstijl, attitude, geloof en cultuur. Onder de leeftijd van 10 jaar wordt de educatie voornamelijk op de ouders gericht. Jonge kinderen kunnen wel al voor zover dat lukt, bij de praktische handelingen worden betrokken. Het krijgen van tegenstrijdige informatie van de diverse disciplines uit het diabetesteam is verwarrend. Het spreekt dan ook voor zich, dat regelmatig overleg tussen de diverse disciplines voor het afstemmen van zorg en informatie overdracht noodzakelijk is. De kinderdiabetesverpleegkundige geeft educatie en begeleidt het gezin. Daarnaast is zij verantwoordelijk voor het totale educatieproces. De kinderdiabetesverpleegkundige coördineert de werkzaamheden van het diabetesteam. Thuisbehandeling De ervaring van de werkgroep is dat het thuis instellen van de diabetes voordelen heeft ten opzichte van het instellen gedurende een ziekenhuisopname. Voordelen: De integratie van de diabetes in het dagelijks leven wordt vanaf de eerste dag gestimuleerd. Het instellen op insuline gebeurt in een vertrouwde omgeving. Er vindt geen scheiding plaats tussen kind en gezin. De normale activiteiten zoals naar school gaan en sport kunnen vaak snel weer opgepakt worden, waardoor een beter inzicht ontstaat in de koolhydraat- en insulinebehoefte. Ouders hoeven niet te reizen en geen oppas te regelen voor hun andere kinderen, wat de rust in het gezin ten goede komt. De kinderdiabetesverpleegkundige krijgt een goed inzicht in de thuissituatie zoals gezinsinteracties, het gedrag van het kind in zijn omgeving, de pedagogische vaardigheden van de ouders, hoe de diabetes wordt beleefd en welke belasting dit heeft op het gezin. Mogelijke problemen worden sneller gesignaleerd, waardoor er sneller op de problemen kan worden ingespeeld

6 Het hele gezin wordt bij de zorg betrokken, doordat de instructie en educatie in bijzijn van het hele gezin gebeurt. Dit kan voor een beter evenwicht zorgen zodat alle gezinsleden de nodige aandacht blijven krijgen. Het kan wenselijk of zelfs noodzakelijk zijn, te starten met een kortdurende ziekenhuisopname vanwege de grote impact die diabetes heeft op kind en gezin. Dit geeft het kind en het gezin de mogelijkheid om direct deskundigen te kunnen raadplegen bij vragen. Het kind met diabetes in zijn ontwikkelingsfase Kenmerken van het jonge kind met diabetes Moeilijk voorspelbare, sterk wisselende activiteiten. Lange nachtpauze waardoor minder evenredige verdeling van de koolhydraten over de dag. Gevoeligheid voor infecties waardoor regelmatig een tijdelijke verhoging van de insuline nodig is. Magisch denken en scheidingsangst kan de beleving van diabetes beïnvloeden. Sterk wisselende glucosewaarden waardoor ouders de neiging kunnen hebben, het kind te veel te controleren. Kans op eetproblemen. Na de maaltijd injecteren in plaats van ervoor kan helpen een eventuele machtsstrijd te voorkomen. Kenmerken van het basisschool kind met diabetes Abstract begrip wordt gevormd, waardoor het kind beter in staat is te begrijpen, waarom de diabetesbehandeling nodig is. Afhankelijk van leeftijd en emotionele ontwikkeling kan het kind meestal vanaf zijn achtste levensjaar zelf injecteren en bloedglucose waarden bepalen. Voor het bepalen van de insuline hoeveelheden heeft het zeker tot 10 jaar de steun en hulp van zijn ouders nodig. Kenmerken van de tiener met diabetes Hormonale veranderingen en wisselingen waarbij vaak sprake is van niet-adequaat ophogen van insuline. De behoefte aan insuline kan tot meer dan tweemaal toenemen in de tienertijd. Er is een vertrouwde omgeving nodig met begrip voor de puberteit, die uitleg kan geven over de invloed die hormonale veranderingen en wisselingen heeft op de diabetes. Inadequaat gedrag rond eten, waaronder het regelmatig overslaan van insuline injecties. Het is goed dit bespreekbaar te maken en afspraken te maken die recht doen aan zowel een acceptabele situatie voor het welbevinden van de puber als voor de regulatie van de diabetes. Kindercrèche, school en studie De staf/leerkracht van school moet educatie ontvangen en bekend en vertrouwd zijn met de basisprincipes van diabetes en aspecten van begeleiding zoals; - 6 -

7 Diabetes mag het kind niet belemmeren om te leren en zich te ontwikkelen. Diabetes mag nooit een reden zijn om met bepaalde, aan school gerelateerde en andere activiteiten niet deel te kunnen nemen. Aspecten en afspraken rond de regulatie voor sport, schoolexcursies, kamp etc.. Met informatie en educatie moet elke vorm van discriminatie voorkomen worden. Deelname aan activiteiten wordt zo nodig aangemoedigd en ondersteund. Deelname aan de normale gang van zaken zijn van groot belang voor de ontwikkeling van een goed zelfbeeld en vertrouwen in de school. Ouders moeten in samenhang met het diabetesteam met de school afspraken kunnen maken over: Herkenning, vaststelling en behandeling van hypoglykemie. De begeleiding van school en de verantwoordelijkheid van de ouders rond insulinetoediening. Advies hoe te handelen bij ernstige hypoglykemie met bewustzijnsverlies, convulsies. Afspraken over wanneer en hoe contact opnemen met de ouders (telefoonnummers). Geen uitstel van etenstijden en eventueel extra eten in de klas. Afspraken en uitleg over bijzondere situaties aan klasgenoten en het voorkomen van een bijzondere positie in negatieve zin. Afspraken over hoe te handelen bij sport en inspanningen (fysiek, mentaal/repetities, examens etc.). Afspraken over de noodzaak te kunnen eten en bloedglucose te meten tijdens repetities en examens. Aanmoedigen van (jonge) kinderen om de afgesproken snacks/koolhydraten op de juiste tijd te eten. Aanmoedigen van (jonge) kinderen om gevoel van hypo- of hyperglykemie te melden aan de leerkracht. Aanmoedigen om kind, ouders, vrienden en klasgenoten open over diabetes te laten praten. Aanbevelingen voor school Op school en op andere plaatsen (sportzaal, andere lokalen) moet een kind altijd kunnen beschikken over snel opneembare koolhydraten (glucosetabletten/ -drank). Bij een hypoglykemie moet het schoolpersoneel weten hoe te handelen en moet het kind niet alleen gelaten worden of worden weggestuurd naar een andere ruimte. Schoolpersoneel moet weten dat de cognitieve functies door een lage glucosewaarde worden beïnvloed en dat dit nog enkele uren na een hypoglykemie kan voortduren. Het verdient aanbeveling een schema op papier te zetten met de signalen van hypoglykemie, de te verrichten handelingen en het verdere beloop en plan. Groepseducatie en lotgenotencontact Voor zowel ouders als kinderen is het wenselijk groepssessies te organiseren om onderwerpen die bij diabetes horen te kunnen bespreken. Hierbij valt te denken aan onderwerpen als liefde en sexualiteit, uitgaan, roken, alcohol en drugs. Excursies en evenementen van patiëntenverenigingen dienen aanbevolen te worden

8 Instructie bij het stappenplan Iedere stap is een fase in het leerproces en is niet gekoppeld aan het aantal dagen en/of huisbezoeken. Eén stap kan twee of meerdere huisbezoeken of dagen beslaan. Meerdere stappen per dag of per huisbezoek, wordt afgeraden daar veel van de informatie die in de eerste dagen gegeven wordt, wordt vergeten of verkeerd wordt begrepen. Iedere stap is in drie categorieën onderverdeeld; psychosociaal, medisch technische handelingen en een gedeelte theorie. Hieronder volgen enkele richtlijnen betreffende de werkwijze. Het psychosociale deel wordt uiteengezet, gevolgd door richtlijnen over de medisch technische handelingen. Het gedeelte theorie betreft de fasering waarin de educatie dient plaats te vinden en wordt in deze instructie niet verder toegelicht. Geef de informatie gedoseerd. Kijk, luister en stem de informatie af op wat je ziet en hoort. Onder de leeftijd van 10 jaar richt de educator zich daarbij vooral tot de volwassenen. Vanaf de leeftijd van 10 jaar richt men zich ook tot het kind. Het item in de checklist kan pas worden afgetekend, als de informatie begrepen is door kinderen boven de 10 en in elk geval de beide ouders. Tot aan die fase, wordt de informatie en/of instructie elk bezoek herhaald. Op de eerste dag is het aan te raden als kind en ouders kennis maken met tenminste de kinderarts en de diabetesverpleegkundige, als ook de diëtist. De uitleg met betrekking tot de organisatie van de diabeteszorg is van belang. In de dagen die volgen, wordt steeds meer educatie gegeven over de diabetes zelf, en worden de medisch technisch handelingen aangeleerd. De kinderarts: legt de medische aspecten van Diabetes Mellitus uit; geeft uitleg over de organisatie van de zorg; zorgt voor recepten. De diëtist: legt uit wat haar functie inhoudt binnen het team; geeft algemene informatie over de verdeling van koolhydraten over de dag; geeft advies over het drinken van water en light frisdranken als het kind extra wil drinken; maakt een vervolgafspraak met de ouders. De kinderdiabetesverpleegkundige: geeft startpakket mee; legt uit wat haar functie inhoudt binnen het team en wat de ouders van haar kunnen verwachten; legt kort uit wat de consequenties van Diabetes Mellitus zijn voor het dagelijks leven; laat insulinepen en naaldje zien; leert kind been te spannen en te ontspannen; geeft eerst insuline injectie in het bovenbeen; - 8 -

9 observeert hoe kind en ouders op eerste injectie reageren, troost en complimenteert; maakt afspraak voor een eerste huisbezoek; geeft schriftelijke informatie mee met betrekking tot bereikbaarheid van het diabetesteam en over eventueel contact s avonds; geeft startpakket mee, bestaande uit: meter en toebehoren, insulinepen en toebehoren, naaldencontainer, glucosedagboekje en naaldencontainer; geeft advies over maaltijdverdeling en light producten als diëtist op de eerste dag nog geen kennismakingsgesprek heeft gehad met kind en ouders. Het eerste bezoek aan de polikliniek Aan het moment dat de diagnose Diabetes Mellitus gesteld wordt, is vaak een periode van onzekerheid vooraf gegaan. In de praktijk blijkt dat niet veel van de gegeven informatie goed wordt opgenomen. Redenen om de informatie tot een minimum te beperken. Psychosociaal Psychosociale zorg maakt een onlosmakelijk onderdeel uit van de (multidisciplinaire) behandeling van Diabetes Mellitus. Diabetes bij een kind of tiener heeft enorme gevolgen en een grote impact op kind en gezin. Diabetes kan een kind, een gezinslid of een heel gezin ontregelen. Ouders kunnen door emoties geblokkeerd raken, waardoor de informatie niet wordt opgenomen. Dit kan de educatie beïnvloeden. Elk kind moet psychosociale hulp en ondersteuning krijgen die aangepast is aan leeftijd, ontwikkeling en het emotioneel en sociaal welbevinden. Geef de informatie gedoseerd. Kijk, luister en stem de informatie af op wat je ziet en hoort. Stel vragen om informatie in te winnen. Vragen stellen kan ook de ouders en het kind weer uitnodigen tot het stellen van vragen. Informeer hoe de ouders en het kind hebben geslapen. Informeer of het kind s nachts moet plassen. Informeer hoe het kind en de ouders gereageerd hebben op de eerste insuline injectie. Informeer of het kind en de ouders bekend zijn met diabetes en zo ja, wat hebben ze gehoord (fabels uit de lucht halen). Geef eerlijke informatie op het juiste moment en de juiste manier. Na de diagnose worden door het kind, ouders, grootouders en andere verzorgers vaak de bekende verwerkingsstadia doorlopen van verdriet, angst, schuld, woede, ontkenning, verbittering, onderhandeling en depressie voordat berusting en adaptatie aan de nieuwe situatie plaatsvindt. Dergelijke gevoelens kunnen op latere tijdstippen terugkomen, vooral wanneer er problemen zijn zoals hypoglykemie, DKA, ziekte, angsten en tobben over de toekomst (school, gedrag, beroep, huwelijk, etc.). Voor ouders kan het moeilijk zijn om een juiste balans te vinden. Soms ontstaan hierdoor minder gunstige verhoudingen zoals overbezorgdheid, te beschermende opvoeding en remmingen in de zelfstandigheidontwikkeling van een kind/tiener. Door vroegtijdige herkenning van (ernstige) psychosociale problematiek en het aanbieden van gepaste hulp kan een belangrijke bijdrage worden geleverd aan de gezondheid en kwaliteit van leven van mensen met diabetes

10 Instructie medisch-technische handelingen Controle van de bloedglucose Meestal wordt er gestart met een 4x dd insulinepen therapie of insulinepomptherapie. Frequent bloedglucose meten om zo tot een snelle goede regulatie te komen is aan te bevelen. De beschikbaarheid van adequate en voor kinderen bruikbare bloedglucosemeters is essentieel voor de behandeling en een absolute voorwaarde voor diabetesbehandeling. Zonder deze middelen is goede regulatie niet mogelijk. Na de instelperiode kan de frequentie afnemen tot 4x dd (voor de maaltijden en voor het slapen). Afhankelijk van de leeftijd van het kind, wordt het bepalen van glucose zowel aan kind als ouder geleerd. Bij het jonge kind kan het nodig zijn om derden te instrueren (oppas, crèche, school). Naast het aanleren van glucose bepalen, is het aanleren van interpreteren van deze waarde minstens zo belangrijk. Het is van belang om ouders en kind duidelijk te maken dat, naast het bepalen van de glucosewaarden, de interpretatie en registratie ervan belangrijk zijn om tot een goede glucoseregulatie te komen. Het kan stimulerend werken het kind een eigen glucosedagboekje te geven, waarin het zelf de glucosewaarden bij kan houden. Afhankelijk van de leeftijd van het kind, de emotionele ontwikkeling en de steun van de ouders zal het kind op vrij jonge leeftijd vanaf 5 à 6 jaar, zelf in staat zijn de bloedglucose te bepalen. Frequentie van de bloedglucosemeting Afhankelijk van de leeftijd en acceptatie van het kind. Afhankelijk van de behandeling: aantal injecties. Afhankelijk van de levensstijl en activiteiten. Voor adequate regulatie en blijvende controle zijn minimaal 2-4 dagelijkse metingen nodig. Tijdstippen voor de bloedglucosemetingen Bij voorkeur worden metingen op verschillende tijdstippen van de dag verricht zodat de effecten van insuline, voeding en activiteiten zichtbaar worden. Zo kan de behandeling worden aangepast indien van meerdere identieke momenten glucosewaarden voorhanden zijn en patronen herkend kunnen worden. Metingen zijn altijd gewenst bij momenten waarop een hypoglykemie of hyperglykemie wordt vermoed aan de hand van symptomen of gevoel van de patiënt/ ouders. Metingen zijn wenselijk indien de behandeling aanleiding geeft tot klachten van welke aard dan ook. Metingen na het vaststellen van een hypoglykemie/hyperglykemie zijn wenselijk om de effecten van de behandeling direct te evalueren. Bij ziekte is regelmatige meting nodig om ontregeling te voorkomen. Bij intensieve activiteit en sport is extra meting geïndiceerd

11 De controle van ketonen in het bloed of de urine Meting van ketonen in het bloed en de urine is een methode om de ernst van een hyperglykemische periode vast te stellen: ziekte, insuline tekort, op handen zijnde ketoacidose. Meting van ketonen in het bloed kan sneller een dreigende ontregeling opsporen, Het in de beginfase aan kind en ouders uitleg geven over het ketonen meten, kan zinvol zijn, omdat er in het begin altijd ketonen worden gevonden in de urine of het bloed. Zo maak je zichtbaar wat er met deze meting wordt bedoeld. Meting van ketonen wordt geadviseerd bij: Niet te reguleren hyperglykemie Ziekte met koorts Misselijkheid en braken Hangerigheid en sufheid Buikpijn, versnelde ademhaling Nuchter om een eventueel nachtelijk tekort aan insuline aan te tonen. Glucagon Glucagon is een bloedglucose verhogend middel dat helpt bij het vrijmaken van glucose in het bloed vanuit de lever. Het is raadzaam, indien er Glucagon wordt toegediend, het kind met diabetes tevens een middel tegen misselijkheid te geven, omdat Glucagon misselijkheidsklachten kan geven. Voor wie is Glucagon bedoeld? Glucagon wordt gebruikt bij de behandeling van een te laag glucosegehalte in het bloed waarbij het kind buiten bewustzijn is en het niet meer mogelijk is, zelfstandig of met hulp van derden glucose tot zich te nemen. De insuline injectie Kinderen en tieners met diabetes type 1 zijn voor overleving op insulinetoediening aangewezen. Insuline dient dan ook onverkort en zonder voorwaarden te worden gegeven. Insulinebehandeling dient zo spoedig mogelijk na de diagnose te worden gestart om verdere ontregeling en keto-acidose te voorkomen. Alle kinderen moeten de beschikking hebben over kort werkende of direct werkende insulines. Educatie over de werking en het gebruik van insulines in het algemeen en direct werkende insuline in het bijzonder is dan ook essentieel. Voor veel kinderen en ouders blijft het injecteren een vervelende zaak. Men dient hier met de educatie en evaluatie rekening mee te houden. De volgende punten zijn belangrijk: Goede instructie aan het kind en ouders Sommige kinderen van 7 à 8 jaar zijn in staat om het injecteren direct zelf te leren. Voor andere kinderen is het beter het injecteren eerst aan de ouders te leren en pas aan het kind te leren als hij dit zelf aangeeft

12 Goede voorbereiding Het betrekken van het kind bij de voorbereiding hangt af van het type kind en de rust die ouders uitstralen. Rustige omgeving De ouders moeten goed geïnstrueerd zijn, voordat zij het kind injecteren. Zorg voor een prikkelarme omgeving tijdens de eerste keren injecteren. Duidelijkheid en eerlijkheid Als een kind duidelijke en eerlijke uitleg krijgt, zal het kind meer vertrouwen hebben en rustiger zijn. Afleiding Afleiden is niet hetzelfde als stiekem injecteren. Afleiding zorgt ervoor dat het kind zich ergens anders op concentreert tijdens de injectie en zo de injectie als minder pijnlijk ervaart. Tijdlimiet stellen De tijdlimiet geeft een grens aan. Dit kan in de vorm van een ritueel. Het geeft het kind het gevoel het moment van injecteren in eigen hand te hebben. Houding tijdens injecteren Hoe beter het kind kan ontspannen hoe minder pijnlijk de injectie zal zijn. Zoek per kind naar een voor hem prettige houding. Kinderen en tieners spuiten bij voorkeur op dezelfde tijdstippen op dezelfde plaatsen. Hier moet tijdens de educatie ruim aandacht voor zijn om hypertrofie van vetweefsel te voorkomen. Injectieplaatsen De gebruikelijke injectieplaatsen bij kinderen en tieners zijn: Insuline in subcutaan weefsel toedienen Insuline toedienen in onbeschadigde huid Langzaam werkende insuline in laterale zijde bovenbeen en/of billen. Bijvoorkeur snel werkende insuline en direct werkende insuline in buik. (geeft een snellere absorptie dan dij/bil). Alleen te gebruiken indien voldoende vet aanwezig is. Systematisch roteren van injectieplaatsen om huidbeschadiging te voorkomen De huid moet schoon en droog zijn. Desinfecteren is niet noodzakelijk omdat de kans op infecties hierdoor niet wordt verkleind. Dit geldt zowel in de thuissituatie als in een andere setting. De naald dient direct na de injectie te worden verwijderd van de insulinepen. Insulineabsorptie Insuline doet bij kinderen en tieners niet wat het belooft. Dit is een normaal aspect van de behandeling. Ouders en kinderen dienen te leren dit aspect in de behandeling te betrekken. Insulineabsorptie varieert van dag tot dag en de opname kan per dag met 50% verschillen, waardoor er van dag tot dag sprake is van grote verschillen in werkingsduur. Dit probleem is bij kinderen groter dan bij volwassenen. De belangrijkste oorzaken voor de wisselende absorptie en werkingsduur van insuline zijn: Leeftijd: jonge kinderen hebben minder subcutaan vet, dit geeft snellere absorptie. Vetmassa: dikkere vetlaag kan sneller hypertrofie geven, dus tragere absorptie

13 Injectiedosis: kleinere dosis kan sneller geresorbeerd worden. Plaats en diepte van de injectie: zie injectieplaatsen. Beweging en sport: toename door versterkte doorbloeding onderliggend spierweefsel. Insulineconcentratie: lagere concentratie geeft snellere absorptie. Omgevings- en lichaamstemperatuur: snellere opname bij hogere temperatuur. N.B. Snellere absorptie geeft kortere werkingsduur. Regelmatig onderzoek van injectieplaatsen, injectietechniek en hierbij gebruikelijke handelingen blijft een belangrijke verantwoordelijkheid voor ouders, verzorgers en behandelteam. Continue subcutane insuline infusie (CSII): insulinepomp Het gebruik van een insulinepomp neemt toe en geeft ook voor jonge kinderen vaak goede resultaten. Het verdient aanbeveling om jonge kinderen meteen na de diagnose met pomptherapie te laten beginnen vanwege een nauwkeuriger dosering van de insuline. Essentieel voor CSII is adequate instructie, vermogen om bij problemen oplossingen te bedenken en uit te voeren en intensieve training voor en tijdens pompgebruik. Door kleinere depots van insuline (zeker bij gebruik van direct werkende insulines) kan ontregeling en keto-acidose sneller optreden! Pompgebruik dient voorbehouden te blijven aan teams en centra met adequate bemanning voor educatie, motivatie, blijvende training en continue bereikbaarheid van de in pompbehandeling ervaren diabetes teamleden. De overstap naar een pomp is een beslissing die weloverwogen en goed voorbereid genomen dient te worden In deze fase moet goede mondelinge en schriftelijke voorlichting gegeven worden. Indien gewenst kan contact met een andere pompgebruiker worden geregeld. Voorwaarden Voldoende ziekte inzicht (denk aan snellere ontregeling tot keto-acidose). Bereidheid tot 4dd glucosecontrole. Ervaren team met duidelijke protocollen/richtlijnen en 24-uurs bereikbaarheid. Goede communicatie met het team en bereidheid tot het opvolgen van instructies. Voldoende kennis van zelfregulatie. Voldoende kennis van koolhydraten. Voldoende goede schriftelijke uitgevoerde dagcurves en koolhydraatregistratie. Technische beheersing van de pomp. Ten slotte moeten zowel kind, als ouders, als diabetesteam achter de pompbehandeling staan. Planning Voordat er met de pomp gestart kan worden, moet iedereen goed voorbereid zijn. Tijdens deze voorbereiding wordt de pomp uitgelegd en kunnen kind en ouders droog oefenen. Hierna volgt een periode waarin de pomp, klinisch of poliklinisch, ingesteld wordt en kind en ouders vertrouwd worden gemaakt met verschillende situaties

14 Deel 2 Werkboek Het stappenplan Stap 1 Psychosociaal Informeren hoe kind en ouders hebben geslapen Informeren of het kind uit bed geweest is om te plassen Informeren hoe het kind heeft gereageerd op de eerste insulineinjectie Informeren of er dingen zijn gebeurd of gezegd met betrekking tot de diabetes zonder de aanwezigheid van iemand van het diabetesteam Informeren of de ouders, familie, vrienden of kennissen hebben met diabetes Instructie medisch-technische handelingen Controle van de bloedglucose en instructie van de bloedglucosemeter Insuline injectie: houding en ontspanning Klaarmaken van de insulinepen Bloedglucosedagboekje samen met kind en/of ouders invullen Theorie Anatomie en fysiologie Defect B-cellen/antistoffen Verschil DM type 1 en 2 Glucose als energiebron Koolhydraatverdeling over de dag Evenwicht: insuline/glucose/beweging Injectietijden Hypoglykemie: oorzaken/verschijnselen Aandachtspunten: Ouders informatie laten geven op school Tijden van eten Gymnastieklessen Traktaties Machtigingsaanvraag voor ziekenfonds c.q. ziektekostenverzekering

15 Stap 2 Psychosociaal Informeren naar de huidige situatie Informeren of het kind nog veel plast en drinkt Gelegenheid geven tot het stellen van vragen Instructie medisch-technische handelingen Controle van de bloedglucose en instructie van de bloedglucosemeter Ouders en/of kind leren zelf de bloedglucose te meten Insuline injectie Pen klaarmaken en uitleg geven Ontspanningsoefening Uitleg over de prikplaatsen en het prikschema Insuline injectie geven Theorie Anatomie en fysiologie Defect B-cellen/antistoffen Verschil DM type 1 en 2 Glucose als energiebron Koolhydraatverdeling over de dag Evenwicht: insuline/glucose/beweging Injectietijden Hypoglykemie: oorzaken/verschijnselen Nieuw: Normale stofwisseling Insuline is een hormoon/werking Bewaren van insuline Boedglucose normaal/hoog/laag Hypoglykemie: oorzaken/verschijnselen

16 Stap 3 Psychosociaal Informeren naar de huidige situatie Gelegenheid geven tot het stellen van vragen Instructie medisch-technische handelingen Controle van de bloedglucose en instructie van de bloedglucosemeter Ouders en/of kind leren zelf de bloedglucose te meten Insuline injectie Pen klaarmaken en uitleg geven Ontspanningsoefening Uitleg over de prikplaatsen en het prikschema Insuline injectie geven Theorie Normale glucosestofwisseling Insuline is een hormoon/werking Bewaren van insuline Bloedglucose: normaal/hoog/laag Hypoglykemie: oorzaken/verschijnselen Nieuw: Soorten insuline Belang van zelfcontrole Hypoglykemie: preventie

17 Stap 4 Psychosociaal Informeren naar huidige situatie Gelegenheid geven tot het stellen van vragen Instructie medisch-technische handelingen Controle van de bloedglucose Controle kennis over bloedglucosemeter Bloedglucose meten Insuline injectie Insulinepen klaarmaken Ouders en/of kind leren zelf te injecteren Ontspanningsoefening Prikschema Insuline injectie geven Bloedglucosedagboekje Samen met ouders en/of kind invullen Theorie Herhaling van de vorige dag Soorten insuline Belang van zelfcontrole Hypoglykemie: preventie Nieuw: Hypoglykemie: behandeling Aandachtspunten: Inschatting maken van het zelfstandig uitvoeren van de technische handelingen door kind en/of ouders

18 Stap 5 Psychosociaal Informeren naar huidige situatie Gelegenheid geven tot het stellen van vragen Instructie medisch-technische handelingen Controle van de bloedglucose Controle kennis over bloedglucosemeter Bloedglucose meten Insuline injectie Insulinepen klaarmaken Ouders en/of kind leren zelf te injecteren Ontspanningsoefening Prikschema Insuline injectie geven Bloedglucosedagboekje Samen met ouders en/of kind invullen Theorie Herhaling van de vorige dag Hypoglykemie: behandeling Nieuw: Hyperglykemie: ketonen controleren en interpreteren Aandachtspunten: Met ouders de dagelijkse begeleiding tot nu toe bespreken en het verminderen hiervan. Met ouders/kind bespreken of ze de aangeleerde handelingen zonder toezicht denken te kunnen en willen uitvoeren

19 Stap 6 Psychosociaal Informeren naar huidige situatie Gelegenheid geven tot het stellen van vragen Instructie medisch-technische handelingen Controle van de bloedglucose Controle kennis over bloedglucosemeter Bloedglucose meten Insuline injectie Insulinepen klaarmaken Ouders en/of kind leren zelf te injecteren Ontspanningsoefening Prikschema Insuline injectie geven Bloedglucosedagboekje Samen met ouders en/of kind invullen Glucagon injectie Instructie van de Glucagon injectie Theorie Herhaling van de vorige dag Hyperglykemie: oorzaken/verschijnselen/ketonen controleren en interpreteren Nieuw: Hyperglykemie preventie en behandeling Hypoglykemie: Glycogeen en Glucagon

20 Stap 7 Psychosociaal Informeren naar huidige situatie Gelegenheid geven tot het stellen van vragen Instructie medisch-technische handelingen Controle van de aangeleerde handelingen Theorie Herhaling van de vorige dag Hyperglykemie preventie en behandeling Hypoglykemie: Glycogeen en Glucagon Nieuw: Diabetespoli c.q. diabetesteam Ziekte en braken Honeymoonfase Sport: inspanning, gym op school en ontspanning Vakantie, feestje, uitslapen, uit eten SOS-plaatje GlyHb/HbA1C-bepaling DVN

21 Checklist diabetesverpleegkundige aan de hand van het EPD A Regelen bij opname 1 Orthopedagoog / psycholoog Consult aanvraag schrijven 2 Anatomie + fysiologie 3 Defect ß-cellen / antistoffen 4 Verschil type Diabetesteam en bereikbaarheid 6 Informatiemap ouders 7 Samenwerking Stedendriehoek 8 Glucose als energiebron 9 Normale glucosestofwisseling 10 Erfelijkheid 11 Zwangerschap 12 Late complicaties 13 Dieet Besproken/geoefend Herhaald Begrepen B Insuline 1 Hormoon / werking 2 Injectietijden 3 Bewaren 4 Soorten 5 Injectietechniek: loodrecht Injectie door moeder Injectie door vader Injectie door kind 6 Spreiden van de spuitplaatsen 7 Gebruik van de pen Gebruikte naaldlengte 8 Houding en ontspannen bij injectie C Evenwicht 1 Insuline / Glucose / Beweging D Bloedglucose 1 Normaal / Hoog 2 Bloedglucose meten 3 Belang van zelfcontrole 4 Gebruik van bloedglucosemeter Effect omgevingsfactoren op meting 5 Bloedglucose dagboekje 6 HbA1C E Ontregeling Hyperglykemie 1 Oorzaken 2 Verschijnselen 3 Ketonen controleren en interpreteren

22 4 Preventie 5 Behandeling Hypoglykemie 6 Oorzaken 7 Verschijnselen 8 Preventie 9 Behandeling 10 Glycogeen en Glucagon 11 Instructie Glucagen injectie Besproken/geoefend Herhaald Begrepen F Voor ontslag te regelen 1 Vervolgafspraak diabetespoli 2 Machtiging / Verzekering 3 SOS-plaatje / Diabetespas 4 Recept: insuline, Glucagen, diversen 5 Ketonenmeter / Ketosticks 6 Informeren school door ouders Vervolgeducatie Spuitinstructie Penuitleg Spuittechniek Spuitplaats Rotatie Intensieve Insuline Therapie Voordelen / Nadelen Folder Zelfregulatie Ziekte Vakantie Diner / Feest Sport Late complicaties Voetverzorging / wondpreventie Invloed van hoge bloedglucose op bloedvaten Invloed van hoge bloedglucose op zenuwen Specifieke uitleg Hyperglykemie Hypoglykemie Druivensuiker (dextro) Glucagon Informeren school door ouders Spreekbeurt in de klas door kind Ruimte waar insuline gespoten kan worden Informatie Diabetes Jeugd Club DVN Roken / Alcohol / Drugs Maatschappelijke consequenties: verzekering en rijbewijs Beroepsconsequenties: sollicitaties, onregelmatig werk, risicovol werk

23 Aantekeningen

24 Aantekeningen

Insuline pomptherapie. Continu Subcutane Insuline Infusie (CSII)

Insuline pomptherapie. Continu Subcutane Insuline Infusie (CSII) Insuline pomptherapie Continu Subcutane Insuline Infusie (CSII) Deze brochure geeft u informatie over de Continu Subcutane Insuline Infusie (CSII) ook wel insulinepomptherapie genoemd: u leest wie er

Nadere informatie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Kind met diabetes en intensieve therapie. Algemene informatie voor kind en ouders

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Kind met diabetes en intensieve therapie. Algemene informatie voor kind en ouders Kind met diabetes en intensieve therapie Algemene informatie voor kind en ouders KIND MET DIABETES EN INTENSIEVE THERAPIE ALGEMENE INFORMATIE VOOR KIND EN OUDERS INLEIDING Je bent voor de behandeling van

Nadere informatie

www.diabetesopschool.nl

www.diabetesopschool.nl Informatie begeleiding schoolkamp Deze informatie is bestemd voor mensen die een schoolkamp begeleiden waaraan een kind met diabetes deelneemt. Als begeleiders weten hoe zij moeten handelen in bepaalde

Nadere informatie

PATIËNTENINFORMATIE INFORMATIE BIJ OVERWEGING INSULINEPOMPTHERAPIE

PATIËNTENINFORMATIE INFORMATIE BIJ OVERWEGING INSULINEPOMPTHERAPIE PATIËNTENINFORMATIE INFORMATIE BIJ OVERWEGING INSULINEPOMPTHERAPIE 2 INFORMATIE BIJ OVERWEGING INSULINEPOMPTHERAPIE Algemeen Middels deze folder wil Maasstad Ziekenhuis u informeren over insulinepomptherapie.

Nadere informatie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Zelfregulatie bij intensieve therapie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Zelfregulatie bij intensieve therapie Zelfregulatie bij intensieve therapie ZELFREGULATIE BIJ INTENSIEVE THERAPIE INLEIDING Deze folder geeft u algemene richtlijnen over zelfregulatie bij intensieve insulinetherapie. Zelfregulatie is het zelfstandig

Nadere informatie

Diabetes mellitus insulinepomp therapie

Diabetes mellitus insulinepomp therapie Diabetes mellitus insulinepomp therapie Inleiding Deze brochure geeft u informatie over de Continu Subcutane Insuline Infusie (CSII) ook wel insulinepomp therapie genoemd: wie komt er voor in aanmerking,

Nadere informatie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Wat te doen bij ontregeling van een kind met diabetes mellitus en een insulinepomp

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Wat te doen bij ontregeling van een kind met diabetes mellitus en een insulinepomp Wat te doen bij ontregeling van een kind met diabetes mellitus en een insulinepomp WAT TE DOEN BIJ ONTREGELING VAN EEN KIND MET DIABETES MELLITUS EN EEN INSULINEPOMP INLEIDING Het toedienen van de juiste

Nadere informatie

10-12-2012. Diabetes en het ziekenhuis. Diabetesregulatie op de afdeling en in het ziekenhuis. Diabetes en het ziekenhuis. Waarom goede regulatie?

10-12-2012. Diabetes en het ziekenhuis. Diabetesregulatie op de afdeling en in het ziekenhuis. Diabetes en het ziekenhuis. Waarom goede regulatie? Diabetes en het ziekenhuis Diabetesregulatie op de afdeling en in het ziekenhuis 30% van de patienten opgenomen in het ziekenhuis heeft (een) diabetes (gerelateerd) probleem) Henk Bilo Kontakt der Kontinenten,

Nadere informatie

Diabetes mellitus insulinepomp therapie

Diabetes mellitus insulinepomp therapie Diabetes mellitus insulinepomp therapie Inleiding Deze brochure geeft u informatie over de Continu Subcutane Insuline Infusie (CSII) ook wel insulinepomp therapie genoemd: wie komt er voor in aanmerking,

Nadere informatie

Diabetes Mellitus Insulinepomptherapie

Diabetes Mellitus Insulinepomptherapie Diabetes Mellitus Insulinepomptherapie Inleiding Deze brochure geeft u informatie over de Continu Subcutane Insuline Infusie (CSII), ook wel insulinepomptherapie genoemd: wie komt er voor in aanmerking,

Nadere informatie

Insuline pomptherapie. Continu Subcutane Insuline Infusie (CSII)

Insuline pomptherapie. Continu Subcutane Insuline Infusie (CSII) Insuline pomptherapie Continu Subcutane Insuline Infusie (CSII) Deze brochure geeft u informatie over de Continu Subcutane Insuline Infusie (CSII) ook wel insulinepomptherapie genoemd: u leest wie er in

Nadere informatie

Insulinepomptherapie

Insulinepomptherapie Insulinepomptherapie In deze brochure kunt u alles lezen over InsulInepomptherapIe en een goed beeld krijgen van de voor- en nadelen. ook worden begrippen die te maken hebben met InsulInepomptherapIe uitgelegd.

Nadere informatie

Hypo- en hyperglycaemie

Hypo- en hyperglycaemie Hoofdstuk 4 Hypo- en hyperglycaemie 4.1 Inleiding Normaal schommelt het bloedglucosegehalte tussen 4 en 8 mmo/l. Bij mensen met diabetes mellitus is een waarde tussen de 4 en de 10 mmol/l acceptabel. Bij

Nadere informatie

Zelfregulatie voor vrouwen met zwangerschapsdiabetes die één of meerdere malen per dag insuline spuiten

Zelfregulatie voor vrouwen met zwangerschapsdiabetes die één of meerdere malen per dag insuline spuiten Interne Geneeskunde Diabetes Zelfregulatie voor vrouwen met zwangerschapsdiabetes die één of meerdere malen per dag insuline spuiten i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Algemeen Deze folder geeft

Nadere informatie

C Kinderdiabetesteam

C Kinderdiabetesteam Kinderdiabetesteam Algemeen Kinderen en jongeren met diabetes mellitus hebben specifieke behandeling en begeleiding nodig. Zij doorlopen verschillende ontwikkelings- en levensfases en in alle fases is

Nadere informatie

INTENSIEVE INSULINETHERAPIE

INTENSIEVE INSULINETHERAPIE INTENSIEVE INSULINETHERAPIE Op de diabetespolikliniek van het Sint Franciscus Gasthuis wordt gewerkt met verschillende insulinetherapieën. In deze folder wordt de intensieve insulinetherapie besproken.

Nadere informatie

Handleiding voor de insulinepomp Voor kinderen

Handleiding voor de insulinepomp Voor kinderen Handleiding voor de insulinepomp Voor kinderen Albert Schweitzer ziekenhuis maart 2013 pavo 0953 Inleiding Jij gaat starten met je insulinepomptherapie. Je hebt inmiddels al veel informatie en adviezen

Nadere informatie

Diabetespatiënt. adviezen na een hernia-operatie. leefregels bij gebruik van insulinepomp. ZorgSaam

Diabetespatiënt. adviezen na een hernia-operatie. leefregels bij gebruik van insulinepomp. ZorgSaam Diabetespatiënt adviezen na een hernia-operatie leefregels bij gebruik van insulinepomp ZorgSaam 1 2 Leefregels bij het gebruik van een insulinepomp Wat u moet weten bij insulinepomptherapie. U heeft van

Nadere informatie

Zelfcontrole bij diabetes

Zelfcontrole bij diabetes Zelfcontrole bij diabetes Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding De arts heeft met u gesproken over het belang om zelf uw bloedglucosewaarden te controleren en zo nodig

Nadere informatie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Zelfregulatie bij pomptherapie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Zelfregulatie bij pomptherapie Zelfregulatie bij pomptherapie ZELFREGULATIE BIJ POMPTHERAPIE INLEIDING Deze folder geeft u algemene richtlijnen over zelfregulatie. Zelfregulatie is het zelfstandig aanpassen van de bolusinsuline aan

Nadere informatie

Nieuwe technologie bij pomptherapie, wat biedt het ons meer? Agaath Zeinstra & Jolanda Hensbergen Diabetesverpleegkundigen

Nieuwe technologie bij pomptherapie, wat biedt het ons meer? Agaath Zeinstra & Jolanda Hensbergen Diabetesverpleegkundigen Nieuwe technologie bij pomptherapie, wat biedt het ons meer? Agaath Zeinstra & Jolanda Hensbergen Diabetesverpleegkundigen Ontwikkelingen in diabeteshulpmiddelen Insulinepomptherapie Insulinepomp met sensor

Nadere informatie

Maak kennis met het diabetesteam van Maasziekenhuis Pantein

Maak kennis met het diabetesteam van Maasziekenhuis Pantein Maak kennis met het diabetesteam van Maasziekenhuis Pantein Diabetes mellitus (kortweg diabetes) is een chronische ziekte. Dat betekent dat u voor langere tijd voor deze ziekte behandeld moet worden. Bij

Nadere informatie

Diabetesregulatie op de afdeling en in het ziekenhuis. Henk Bilo Zoete broodjes bakken Utrecht, 9 april 2013

Diabetesregulatie op de afdeling en in het ziekenhuis. Henk Bilo Zoete broodjes bakken Utrecht, 9 april 2013 Diabetesregulatie op de afdeling en in het ziekenhuis Henk Bilo Zoete broodjes bakken Utrecht, 9 april 2013 Diabetes en het ziekenhuis 30% van de patienten opgenomen in het ziekenhuis heeft (een) diabetes

Nadere informatie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Diabetes mellitus en zwangerschap. Begeleiding in het Refaja ziekenhuis

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Diabetes mellitus en zwangerschap. Begeleiding in het Refaja ziekenhuis Diabetes mellitus en zwangerschap Begeleiding in het Refaja ziekenhuis DIABETES MELLITUS EN ZWANGERSCHAP BEGELEIDING IN HET REFAJA ZIEKENHUIS INLEIDING U heeft diabetes en bent zwanger of wilt zwanger

Nadere informatie

Diabetes en ketonen. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

Diabetes en ketonen. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op Diabetes en ketonen Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Mensen met diabetes type 1 hebben een grotere kans op het krijgen van een zogeheten ketoacidose. Bij een

Nadere informatie

Insulinepomp- therapie bij kinderen

Insulinepomp- therapie bij kinderen Insulinepomp- therapie bij kinderen Algemene informatie voor ouders en kind Insulinepomptherapie Insulinepomptherapie is één van de behandelmethodes van diabetes mellitus. Het moet gezien worden als een

Nadere informatie

Zelfregulatie voor mensen met diabetes die combinatieinsuline

Zelfregulatie voor mensen met diabetes die combinatieinsuline Interne Geneeskunde Diabetes i Zelfregulatie voor mensen met diabetes die combinatieinsuline gebruiken Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Algemeen Deze folder geeft u algemene en veilige richtlijnen

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 Hypo- en hyperglycemie

Hoofdstuk 4 Hypo- en hyperglycemie Hoofdstuk 4 Hypo- en hyperglycemie 4.1 Inleiding Normaal gesproken schommelt het bloedglucosegehalte tussen 4 en 8 mmo/l. Bij mensen met Diabetes Mellitus is een waarde tussen de 4 en de 10 mmol/l acceptabel.

Nadere informatie

Insulinepomptherapie Adviezen en instructies.

Insulinepomptherapie Adviezen en instructies. Insulinepomptherapie Adviezen en instructies www.nwz.nl Inhoud Bereikbaarheid diabetesteam 3 Pomp met infusie-set of pod met PDM 4 Hypoglykemie - hypo 4 Hyperglykemie - hyper 5 Wat doet u bij een defecte

Nadere informatie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Insulinepomptherapie bij diabetes mellitus

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Insulinepomptherapie bij diabetes mellitus Insulinepomptherapie bij diabetes mellitus INSULINEPOMPTHERAPIE BIJ DIABETES MELLITUS VOORBEREIDING OP DE INSULINEPOMPTHERAPIE WAT IS EEN INSULINEPOMP? Een insulinepomp is een klein apparaatje met snelwerkende

Nadere informatie

Kinderen met diabetes samen onze zorg! vzw Hippo & Friends

Kinderen met diabetes samen onze zorg! vzw Hippo & Friends Kinderen met diabetes samen onze zorg! vzw Hippo & Friends www.hippoandfriends.com Informatie voor leraren en zorgverleners Leerkrachten en zorgverleners komen waarschijnlijk op een bepaald punt in aanraking

Nadere informatie

Dit is een korte beschrijving van de insulinetherapie. Voor uitwerking en verdere informatie zie de bijlage met het volledige protocol.

Dit is een korte beschrijving van de insulinetherapie. Voor uitwerking en verdere informatie zie de bijlage met het volledige protocol. Insuline protocol Auteur: Kaderhuisarts diabetes Daniel Tavenier Datum: September 2014 Dit is een korte beschrijving van de insulinetherapie. Voor uitwerking en verdere informatie zie de bijlage met het

Nadere informatie

Informatie over het toedienen van insuline

Informatie over het toedienen van insuline Informatie over het toedienen van insuline Persoonlijk spuitschema van : zonder/met huidplooi loodrecht/schuin buik: (tijdstip) been: (tijdstip) bil: (tijdstip) arm: (tijdstip) 4/5/6 mm naald De diabetesverpleegkundige

Nadere informatie

Kinderdiabetes Het kinderdiabetesteam geeft antwoord op uw vragen

Kinderdiabetes Het kinderdiabetesteam geeft antwoord op uw vragen Help, mijn kind heeft diabetes! Dan komen vele vragen naar voren: Mag ik nu nog wel een ijsje geven? Hoe kun je een kind leren spuiten? Mijn kind durft het niet in de klas te vertellen. Kan ik mijn kind

Nadere informatie

Diabetesvoorlichting Flexibele Insuline Therapie

Diabetesvoorlichting Flexibele Insuline Therapie Diabetesvoorlichting Flexibele Insuline Therapie (met Humalog of Novorapid als maaltijdinsuline) Voordelen van Flexibele insuline therapie Er wordt een natuurlijk ritme nagestreefd van extra insuline aanbod

Nadere informatie

De poliklinische instelling van de insulinepomp

De poliklinische instelling van de insulinepomp De poliklinische instelling van de insulinepomp Inleiding. Je hebt Diabetes mellitus en gaat hiervoor een insulinepomp gebruiken. De kinderdiabetesverpleegkundige heeft je informatie gegeven over de instellingsfase

Nadere informatie

Eerste hulp bij ketonen

Eerste hulp bij ketonen Eerste hulp bij ketonen Wat zijn Ketonen Wat is Keto-Acidose? Bij een tekort aan aanwezige insuline in het lichaam kunnen de koolhydraten of suikers niet in de lichaamscellen. Gevolg is dat het lichaam

Nadere informatie

Insulinepomp- therapie bij kinderen

Insulinepomp- therapie bij kinderen Insulinepomp- therapie bij kinderen Algemene informatie voor ouders en kind Insulinepomptherapie Insulinepomptherapie is één van de behandelmethodes van diabetes mellitus. Het moet gezien worden als een

Nadere informatie

ORALE GLUCOSE TOLERANTIE TEST FRANCISCUS GASTHUIS

ORALE GLUCOSE TOLERANTIE TEST FRANCISCUS GASTHUIS ORALE GLUCOSE TOLERANTIE TEST FRANCISCUS GASTHUIS Inleiding Binnenkort krijgt u een suikerbelastingtest, oftewel orale glucose tolerantie test (OGTT). U krijgt deze test omdat gedacht wordt aan een afwijking

Nadere informatie

Het Diabetesteam. Meenemen voor de controle: Een dagboekje met recente dagcurves. Een lijst van de medicijnen die u gebruikt.

Het Diabetesteam. Meenemen voor de controle: Een dagboekje met recente dagcurves. Een lijst van de medicijnen die u gebruikt. Het Diabetesteam Vanwege uw diabetes bent u onder behandeling bij de internist. De internist werkt nauw samen met de diabetesverpleegkundige. In deze folder wordt beschreven wat het doel is van de behandeling

Nadere informatie

Individueel Transitieplan voor Ouders

Individueel Transitieplan voor Ouders Individueel Transitieplan voor Ouders Datum: vader / moeder van Patiëntgegevens A. De diabetes 1. Mijn kind kan uitleggen wat, ik wil hier diabetes is. 2. Mijn kind begrijpt wat de behandelaars (arts,

Nadere informatie

Interne Geneeskunde Diabetesverpleegkundigen

Interne Geneeskunde Diabetesverpleegkundigen Zelfregulatie voor mensen die drie keer per dag kortwerkende insuline voor de maaltijd en één keer (middel)langwerkende insuline spuiten en zo nodig bloedglucose verlagende tabletten gebruiken Zelfregulatie

Nadere informatie

Jaarcontrole voor mensen met diabetes mellitus

Jaarcontrole voor mensen met diabetes mellitus Jaarcontrole voor mensen met diabetes mellitus Afdeling interne geneeskunde U krijgt deze folder omdat er voor u afspraken zijn gemaakt voor een jaarcontrole. Mensen met Diabetes Mellitus type 1 en 2 (suikerziekte)

Nadere informatie

Diabetes bij kinderen: behandeling en instructies

Diabetes bij kinderen: behandeling en instructies Diabetes bij kinderen: behandeling en instructies Als uw kind de diagnose diabetes heeft gekregen, heeft dit grote invloed op zijn dagelijkse leven. Zo zal uw kind zijn bloedglucose moeten meten, insuline

Nadere informatie

juli 2010, V7 PROTOCOL VOOR GLUCOSEREGULATIE BIJ DIABETES MELLITUS PRE-, PER- EN POSTOPERATIEF

juli 2010, V7 PROTOCOL VOOR GLUCOSEREGULATIE BIJ DIABETES MELLITUS PRE-, PER- EN POSTOPERATIEF juli 2010, V7 PROTOCOL VOOR GLUCOSEREGULATIE BIJ DIABETES MELLITUS PRE-, PER- EN POSTOPERATIEF Aanvulling op de losse protocollen: 20100722 informatie voor tabletgebruikers 2010722 informatie voor insulinegebruikers

Nadere informatie

Diabetes en zelfregulatie. Werkboek

Diabetes en zelfregulatie. Werkboek Informatie Diabetes en zelfregulatie Werkboek Inleiding Dit werkboek is bedoeld voor diabetespatiënten die in overleg met hun diabetesverpleegkundige gaan werken met zelfregulatie. Het doel van zelfregulatie

Nadere informatie

Diabetes weet en doe doelen

Diabetes weet en doe doelen Informatiebrochure Diabetes doe en weet doelen Items: 6 7 jaar 8 9 jaar 10 11 jaar 12 13 jaar 14 15 jaar 16 17 jaar Diabetes weet en doe doelen Voor de ouder(s)/verzorger(s) Diabetes weet & doe doelen

Nadere informatie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Kind met diabetes

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Kind met diabetes Kind met diabetes KIND MET DIABETES INLEIDING Bij uw kind is diabetes mellitus geconstateerd door de kinderarts. Uw kind zal in de meeste gevallen een paar dagen worden opgenomen op de kinderafdeling.

Nadere informatie

Zelfregulatie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Zelfregulatie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Zelfregulatie U heft suikerziekte (diabetes mellitus) en gebruikt daarvoor twee of vier maal per dag insuline. In overleg met uw arts heeft u besloten dat u zelf uw diabetes mellitus gaat regelen (zelfregulatie).

Nadere informatie

VOORBEREIDEN POMPTHERAPIE

VOORBEREIDEN POMPTHERAPIE VOORBEREIDEN POMPTHERAPIE 1176 Inhoudsopgave Starten met een pomp... 3 Voor- en nadelen van een insulinepomp... 3 Insulinepomptherapie... 4 Voorwaarden... 4 Gang van zaken: start pomptraject... 5 Dagelijks

Nadere informatie

Diabetesvoorlichting Spuitinstructie bij diabetes mellitus

Diabetesvoorlichting Spuitinstructie bij diabetes mellitus Diabetesvoorlichting Spuitinstructie bij diabetes mellitus Waarom insuline Uw internist heeft met u besproken dat u behandeld gaat worden met insuline. Insuline zorgt ervoor dat uw bloedglucosespiegel

Nadere informatie

INSULINEPOMPTHERAPIE. Richtlijnen

INSULINEPOMPTHERAPIE. Richtlijnen INSULINEPOMPTHERAPIE Richtlijnen 1 MD Richtlijnen insulinepomptherapie.indd 1 03-12-2008 10:10:14 IN DEZE RICHTLIJNEN KUNT U ALLES LEZEN OVER INSULINEPOMPTHERAPIE EN EEN GOED BEELD KRIJGEN VAN DE VOOR-

Nadere informatie

Zelfregulatie bij Diabetes Mellitus

Zelfregulatie bij Diabetes Mellitus Zelfregulatie bij Diabetes Mellitus Zelfregulatie voor mensen met diabetes die: drie keer per dag (ultra)kortwerkende insuline spuiten voor de maaltijd en één keer langwerkende insuline voor de nacht.

Nadere informatie

Werkboek Diabetes en zelfregulatie

Werkboek Diabetes en zelfregulatie Werkboek Diabetes en zelfregulatie Inleiding Dit werkboek is bedoeld voor diabetespatiënten die in overleg met hun diabetesverpleegkundige gaan werken met zelfregulatie. Het doel van zelfregulatie is het

Nadere informatie

INSULINEPOMP OMNIPOD. Het infuussysteem:

INSULINEPOMP OMNIPOD. Het infuussysteem: INSULINEPOMP OMNIPOD De insulinepomp Het Omnipod systeem bestaat uit 2 delen, nl de pod en een Personal Diabetes Manager (hierna genoemd als PDM) De PDM is tevens de bloedsuikermeter. In de pod zit een

Nadere informatie

DIABETESVERPLEEGKUNDIGE EN DIËTIST LOCATIE OOGZIEKENHUIS ROTTERDAM

DIABETESVERPLEEGKUNDIGE EN DIËTIST LOCATIE OOGZIEKENHUIS ROTTERDAM DIABETESVERPLEEGKUNDIGE EN DIËTIST LOCATIE OOGZIEKENHUIS ROTTERDAM 683 DE DIABETESVERPLEEGKUNDIGE Diabetes mellitus In Nederland lijden naar schatting ongeveer 650.000 mensen aan diabetes mellitus, oftewel

Nadere informatie

Voorlichting insulinepomptherapie

Voorlichting insulinepomptherapie Voorlichting insulinepomptherapie Van oriëntatie tot start Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Samen met uw internist en diabetesverpleegkundige heeft u besloten

Nadere informatie

Diabetes mellitus. De behandeling van diabetes mellitus

Diabetes mellitus. De behandeling van diabetes mellitus Diabetes mellitus Diabetes mellitus (suikerziekte) is een ziekte van de stofwisseling; hierbij zit er te veel glucose in het bloed Dat kan twee oorzaken hebben: bil type 1 diabetes maakt het lichaam niet

Nadere informatie

Zelfregulatie voor mensen met diabetes die één keer per dag insuline spuiten

Zelfregulatie voor mensen met diabetes die één keer per dag insuline spuiten Interne Geneeskunde Diabetes Zelfregulatie voor mensen met diabetes die één keer per dag insuline spuiten i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Algemeen Deze folder geeft u algemene en veilige richtlijnen

Nadere informatie

Zwangerschapsdiabetes. Diabetesteam IJsselland Ziekenhuis

Zwangerschapsdiabetes. Diabetesteam IJsselland Ziekenhuis Zwangerschapsdiabetes Diabetesteam IJsselland Ziekenhuis Zwangerschapsdiabetes ontstaat tijdens de zwangerschap; meestal rondom de 30 e week. Wat is zwangerschapsdiabetes? Bij diabetes is het glucosegehalte

Nadere informatie

Kinderdiabetes. Het kinderdiabetesteam geeft antwoord op uw vragen. Inleiding. Het kinderdiabetesteam. De verpleegkundig consulent kinderdiabetes

Kinderdiabetes. Het kinderdiabetesteam geeft antwoord op uw vragen. Inleiding. Het kinderdiabetesteam. De verpleegkundig consulent kinderdiabetes Kinderdiabetes Het kinderdiabetesteam geeft antwoord op uw vragen Inleiding Help, mijn kind heeft diabetes! Dan komen vele vragen naar voren: Mag ik nu nog wel een ijsje geven? Hoe kun je een kind leren

Nadere informatie

Zelfregulatie voor mensen met diabetes die meerdere malen per dag insuline spuiten

Zelfregulatie voor mensen met diabetes die meerdere malen per dag insuline spuiten Interne Geneeskunde Diabetes Zelfregulatie voor mensen met diabetes die meerdere malen per dag insuline spuiten i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Algemeen Deze folder geeft u algemene en veilige

Nadere informatie

Met diabetes naar school

Met diabetes naar school Geconventioneerd Centrum voor Kinderen en Adolescenten met Diabetes Mellitus RIZIV-identificatienummer Centrum: 7.86.712.55 Campus Virga Jesse Stadsomvaart 11, 3500 Hasselt Tel. afspraken: 011 30 98 90

Nadere informatie

Diabetespoli. Zelfregulatie bij Diabetes Mellitus

Diabetespoli. Zelfregulatie bij Diabetes Mellitus Diabetespoli Zelfregulatie bij Diabetes Mellitus 1 Zelfregulatie is voor mensen met diabetes die: drie keer per dag (ultra)kortwerkende insuline spuiten voor de maaltijd en één keer langwerkende insuline

Nadere informatie

Heb je na het lezen van het boekje nog vragen? Stel die vragen dan aan je ouders, de kinderarts of de kinderdiabetesverpleegkundige.

Heb je na het lezen van het boekje nog vragen? Stel die vragen dan aan je ouders, de kinderarts of de kinderdiabetesverpleegkundige. Wat moet je doen bij een hypo of hyper? Deze folder is geschreven voor kinderen met diabetes en hun ouders/ verzorgers. Als je diabetes hebt, dan zijn er een aantal belangrijke regels waar je naar moet

Nadere informatie

Zwangerschapsdiabetes

Zwangerschapsdiabetes Zwangerschapsdiabetes In deze folder krijgt u informatie over zwangerschapsdiabetes. Deze vorm van diabetes kan bij vrouwen ontstaan tijdens de zwangerschap, meestal rondom de 20e week. Als je zwanger

Nadere informatie

Diabetesverpleegkundige

Diabetesverpleegkundige Interne Geneeskunde Diabetes Diabetesverpleegkundige i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Algemeen Een diabetesverpleegkundige is een verpleegkundige die gespecialiseerd is in diabetes. Zij begeleidt

Nadere informatie

Zwangerschapsdiabetes

Zwangerschapsdiabetes Zwangerschapsdiabetes In deze folder krijgt u informatie over zwangerschapsdiabetes. Deze vorm van diabetes kan bij vrouwen ontstaan tijdens de zwangerschap, meestal rondom de 20e week. Hoe ontstaat zwangerschapsdiabetes

Nadere informatie

Hoe kan ik voorkomen dat er ketonen ontstaan? Er zijn een aantal dingen die u kunt doen om te helpen verhoogde ketonenniveaus en DKA te voorkomen:

Hoe kan ik voorkomen dat er ketonen ontstaan? Er zijn een aantal dingen die u kunt doen om te helpen verhoogde ketonenniveaus en DKA te voorkomen: Ketonen en diabetes Wat zijn ketonen? Ketonen zijn een bepaald type zuur. Ketonen blijven over wanneer het lichaam een deel van zijn eigen vet verbrandt, dit gebeurt als er niet genoeg glucose aanwezig

Nadere informatie

Diabetescentrum voor volwassenen

Diabetescentrum voor volwassenen Diabetescentrum voor volwassenen In de behandeling van diabetes mellitus speelt u als patiënt een centrale rol. Immers, u draagt dag in dag uit zorg voor de regulatie van uw diabetes. Van belang is dan

Nadere informatie

INTERNE GENEESKUNDE. De diabetesverpleegkundige

INTERNE GENEESKUNDE. De diabetesverpleegkundige INTERNE GENEESKUNDE De diabetesverpleegkundige De diabetesverpleegkundige In het St. Antonius Ziekenhuis werken op de poli Interne Geneeskunde diverse diabetesverpleegkundigen. Zij zijn gespecialiseerd

Nadere informatie

Diabetesvoorlichting FLEXIBELE INSULINETHERAPIE

Diabetesvoorlichting FLEXIBELE INSULINETHERAPIE Diabetesvoorlichting FLEXIBELE INSULINETHERAPIE WAT IS FLEXIBELE INSULINETHERAPIE? Bij flexibele insulinetherapie spuit u vier keer per dag insuline. Een keer langwerkende insuline en drie keer snelwerkende

Nadere informatie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. De diabeteszorg in het Refaja ziekenhuis

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. De diabeteszorg in het Refaja ziekenhuis De diabeteszorg in het Refaja ziekenhuis DE DIABETESZORG IN HET REFAJA ZIEKENHUIS INLEIDING Diabetes mellitus is een veel voorkomende chronische ziekte die gekenmerkt wordt door een te hoge bloedglucosewaarde.

Nadere informatie

Insulinepomptherapie. Adviezen en instructies. gemini-ziekenhuis.nl

Insulinepomptherapie. Adviezen en instructies. gemini-ziekenhuis.nl Insulinepomptherapie Adviezen en instructies gemini-ziekenhuis.nl Inhoudsopgave Bereikbaarheid diabetesteam 3 Pomp met infusie-set of pod met PDM 3 Hypoglykemie - hypo 4 Hyperglykemie - hyper 4 Geen effect

Nadere informatie

Voor overleg met het Diabetesteam kunt u op werkdagen contact opnemen met: Tussen uur en uur en uur en uur

Voor overleg met het Diabetesteam kunt u op werkdagen contact opnemen met: Tussen uur en uur en uur en uur DIABETES DAGBOEK E I G E N A A R D I A B E T E S D A G B O E K Naam Adres Contactpersoon Telefoon E-mail O V E R L E G Voor overleg met het Diabetesteam kunt u op werkdagen contact opnemen met: Naam huisarts

Nadere informatie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Zwangerschapsdiabetes. Begeleiding in het Refaja ziekenhuis

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Zwangerschapsdiabetes. Begeleiding in het Refaja ziekenhuis Zwangerschapsdiabetes Begeleiding in het Refaja ziekenhuis ZWANGERSCHAPSDIABETES BEGELEIDING IN HET REFAJA ZIEKENHUIS INLEIDING waar het ziekenhuis, omdat tijdens heeft ontwikkeld. Zwangerschapsdiabetes

Nadere informatie

SCHOOLEDUCATIE DIABETES MELLITUS TYPE I. Informatie voor leerkrachten uit onze voorlichtingsavonden.

SCHOOLEDUCATIE DIABETES MELLITUS TYPE I. Informatie voor leerkrachten uit onze voorlichtingsavonden. SCHOOLEDUCATIE DIABETES MELLITUS TYPE I Informatie voor leerkrachten uit onze voorlichtingsavonden. Welkom Een kind met diabetes in de klas/groep Programma Over Diabeter Wat is Diabetes Mellitus type I

Nadere informatie

VLAAMSE DIABETESCENTRA VOOR KINDEREN EN ADOLESCENTEN

VLAAMSE DIABETESCENTRA VOOR KINDEREN EN ADOLESCENTEN VLAAMSE DIABETESCENTRA VOOR KINDEREN EN ADOLESCENTEN NAAM KIND:.............. CONTACTNUMMERS Mama..................... Papa....................... Andere..................... Behandelende arts.........

Nadere informatie

PATIËNTEN INFORMATIE. Reizen met diabetes. Vakantietips en paklijst

PATIËNTEN INFORMATIE. Reizen met diabetes. Vakantietips en paklijst PATIËNTEN INFORMATIE Reizen met diabetes Vakantietips en paklijst Vakantietips 1. Advies voor de diabetesmaterialen Neem voor de vakantieperiode ruim voldoende materiaal mee (zie paklijst). Verdeel uw

Nadere informatie

Ik ben voel ziek me niet lekker

Ik ben voel ziek me niet lekker Diabetesstrip Ik ben voel ziek me niet lekker Ik voel Ik me ben niet ziek lekker. Ik voel me moe, moet vaak plassen en veel drinken, zie wazig en val af. 2 Gluky heeft diabetes Naar het ziekenhuis Naar

Nadere informatie

INSULINEPOMP MEDTRONIC (Smart Guard 640G)

INSULINEPOMP MEDTRONIC (Smart Guard 640G) INSULINEPOMP MEDTRONIC (Smart Guard 640G) 1. De insulinepomp Een insulinepomp is een klein, draagbaar apparaatje dat 24 uur per dag snelwerkende insuline afgeeft. Het heeft ongeveer de afmetingen van een

Nadere informatie

Diabetes. Inhoud. In Nederland hebben ongeveer 750.000 mensen diabetes. Van die 750.000 weten 200.000 personen niet dat ze de ziekte hebben.

Diabetes. Inhoud. In Nederland hebben ongeveer 750.000 mensen diabetes. Van die 750.000 weten 200.000 personen niet dat ze de ziekte hebben. Zorg bij diabetes Inhoud Vormen van diabetes 4 Klachten en symptomen 5 Oorzaken 6 Behandeling 7 Leven met diabetes 8 Meer informatie 9 Wat kan Kring-apotheek voor jou betekenen? 10 Diabetes Diabetes is

Nadere informatie

Belangrijke veiligheidsinformatie over dapagliflozine alleen voor diabetes type 1

Belangrijke veiligheidsinformatie over dapagliflozine alleen voor diabetes type 1 Belangrijke veiligheidsinformatie over dapagliflozine alleen voor diabetes type 1 Let op bij het gebruik van dapagliflozine. Dapagliflozine is het werkzame bestanddeel in het medicijn. Uw medicijn kan

Nadere informatie

Patiënteninformatie locatie Blaricum. Diabetes mellitus bij kinderwens. Informatie over erfelijkheid en zwangerschap bij diabetes

Patiënteninformatie locatie Blaricum. Diabetes mellitus bij kinderwens. Informatie over erfelijkheid en zwangerschap bij diabetes Patiënteninformatie locatie Blaricum Diabetes mellitus bij kinderwens Informatie over erfelijkheid en zwangerschap bij diabetes Inhoudsopgave Bladzijde Welke soorten diabetes zijn er? 4 Is diabetes erfelijk?

Nadere informatie

www.diabetesopschool.nl

www.diabetesopschool.nl Afsprakenbrief insulinepomp Beste leerkracht en/of begeleider*, Ons kind,, heeft diabetes type 1. Het is belangrijk dat ons kind op school goed begeleid wordt. In bijgaande documenten staat de belangrijkste

Nadere informatie

Diabetesconventie voor kinderen en adolescenten

Diabetesconventie voor kinderen en adolescenten Diabetesconventie voor kinderen en adolescenten informatie voor patiënten INLEIDING 3 VOORSTELLING VAN HET DIABETESTEAM 5 Artsen Verpleegkundigen Diëtisten Psychologe Sociaal werkster Secretariaatsmedewerkster

Nadere informatie

Individueel Transitieplan voor Jongeren

Individueel Transitieplan voor Jongeren Individueel Transitieplan voor Jongeren Datum: Patiëntgegevens A. Mijn diabetes 1. Ik kan uitleggen wat diabetes is. 2. Ik begrijp wat mijn behandelaars (arts, verpleegkundige, psycholoog en diëtist) vertellen.

Nadere informatie

Diabetescentrum voor kinderen. Agnes Clement de Boers Boudewijn Bakker 17 september 2014

Diabetescentrum voor kinderen. Agnes Clement de Boers Boudewijn Bakker 17 september 2014 Agnes Clement de Boers Boudewijn Bakker 17 september 2014 Routeplanner 1. Wat verstaan we onder diabetes? 2. Gevolgen voor Kind en Gezin 3. Ontwikkelingen diabetes bij kinderen 4. Onze patiëntenpopulatie

Nadere informatie

UMCG Centrum voor Revalidatie Locatie Beatrixoord. Diabetesrevalidatie

UMCG Centrum voor Revalidatie Locatie Beatrixoord. Diabetesrevalidatie UMCG Centrum voor Revalidatie Locatie Beatrixoord Diabetesrevalidatie UMCG Centrum voor Revalidatie Locatie Beatrixoord Inleiding U heeft diabetes en bent onder behandeling van een internist, huisarts,

Nadere informatie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Zwangerschapsdiabetes. Begeleiding in het Refaja ziekenhuis

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Zwangerschapsdiabetes. Begeleiding in het Refaja ziekenhuis Zwangerschapsdiabetes Begeleiding in het Refaja ziekenhuis ZWANGERSCHAPSDIABETES BEGELEIDING IN HET REFAJA ZIEKENHUIS INLEIDING U bent verwezen naar het ziekenhuis, omdat u tijdens uw zwangerschap diabetes

Nadere informatie

Diabetes. Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies. Jouw gezondheid is onze zorg

Diabetes. Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies. Jouw gezondheid is onze zorg Diabetes Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies Jouw gezondheid is onze zorg Inhoud Diabetes 3 Vormen van diabetes 4 Type1 4 Type2 4 Klachten en symptomen 5 Type1 5 Type2 5 Oorzaken 6 Behandeling

Nadere informatie

Insulinepomptherapie Adviezen bij ontregeling

Insulinepomptherapie Adviezen bij ontregeling In deze brochure worden punten beschreven waarop u moet letten als u een insulinepomp gebruikt. De diabetesverpleegkundige heeft dit met u besproken. In deze brochure kunt u de informatie nalezen. Hoge

Nadere informatie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Kind met diabetes en insulinepomp. Algemene informatie voor kind en ouders

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Kind met diabetes en insulinepomp. Algemene informatie voor kind en ouders Kind met diabetes en insulinepomp Algemene informatie voor kind en ouders KIND MET DIABETES EN INSULINEPOMP ALGEMENE INFORMATIE VOOR KIND EN OUDERS INLEIDING Een insulinepomp is een apparaatje dat gebruikt

Nadere informatie

Kinderen met diabetes die een operatie ondergaan. Instructie voor ouders

Kinderen met diabetes die een operatie ondergaan. Instructie voor ouders Kinderen met diabetes die een operatie ondergaan Instructie voor ouders Inhoudsopgave Instructie voor ouders van kinderen met diabetes die een operatie ondergaan...4 Contact diabetesteam...4 Afspraak

Nadere informatie

Diabetes en zwanger worden

Diabetes en zwanger worden Diabetes en zwanger worden Inhoudsopgave Inleiding... 1 Meld de (wens tot) zwangerschap aan uw arts... 1 Goede voorbereiding... 1 Foliumzuur... 2 Zelfcontrole... 2 De zwangerschap in vogelvlucht... 2 Medicijngebruik...

Nadere informatie

Zwangerschapsdiabetes

Zwangerschapsdiabetes Zwangerschapsdiabetes 2 Inleiding Je hebt een orale glucose tolerantietest gedaan een daaruit blijkt dat je zwangerschapsdiabetes hebt. Deze folder geeft antwoord op de volgende vragen: Wat is zwangerschapsdiabetes?

Nadere informatie

INFORMATIE OVER DIABETES

INFORMATIE OVER DIABETES INFORMATIE OVER DIABETES 1126 DIABETES MELLITUS In Nederland lijden naar schatting ongeveer 650.000 mensen aan diabetes mellitus (suikerziekte). Van de Nederlandse bevolking heeft 3,9 procent nu of binnenkort

Nadere informatie

Inleiding. Wat kunt u verwachten?

Inleiding. Wat kunt u verwachten? Het diabetesteam Inleiding Vanwege uw diabetes bent u onder behandeling bij de internist. De internist werkt nauw samen met de diabetesverpleegkundige. In deze folder wordt beschreven wat het doel is

Nadere informatie

Toptips. Diabetes OP DE SCHOOLBANKEN

Toptips. Diabetes OP DE SCHOOLBANKEN Toptips Diabetes OP DE SCHOOLBANKEN Intro Overstappen naar de middelbare school betekent een nieuwe fase in je leven. De één kijkt er reikhalzend naar uit, de ander is een beetje bang voor het onbekende.

Nadere informatie

Hoofdstuk 6B Lichaamsbeweging en sport

Hoofdstuk 6B Lichaamsbeweging en sport Hoofdstuk 6B Lichaamsbeweging en sport 6B.1 Inleiding Regelmatig bewegen heeft een positieve invloed op de gezondheid. Daarnaast zorgt het voor ontspanning en plezier. Dit geldt voor iedereen, dus ook

Nadere informatie