Examenvragen Gewapend en voorgespannen beton II

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Examenvragen Gewapend en voorgespannen beton II"

Transcriptie

1 Examenvragen Gewapend en voorgespannen beton II AJ Wieland Wuyts

2 Inhoud Voorgespannen liggers 1 Bespreek tijdsafhankelijk voorspanverliezen (relaxatie + afleiding op einde) Rusch & Kupfer + Hoyer Bespreek wrijvingsverliezen bij nagerekt staal Centrische voorspanning, systeem voorgerekt staal: spanningen (H1;par7) en verband indringing - overdrachtslengte Bespreek ogenblikkelijk voorspanverlies bij aanspannen meerdere kabels Twee symmetrische voorspankrachten: bepaal de splijtkrachten. Leg eveneens de link met de equivalente symmetrische prisma's en de afwijkingen hiervan, lineaire verdeling van de voorspankrachten Oefening gelijkaardig aan voorbeeld Platen 8 Pons, begrip, weerstandbiedende krachten, nazicht Bespreek de methode Leitz a.k.a drukstang voor de berekening van de wapening van platen. Bijvraag: zowel boven als onderwapening t.p.v hoek? waarom wapenen ze niet zo ( schuin of loodrecht op bissectrice ) Methode dubbele buiging De drie randvoorwaarden bij de plaatvergelijking Bespreek de weerstandbiedende momenten in een voorgespannen betondoorsnede... 29

3 Voorgespannen liggers 1 Bespreek tijdsafhankelijk voorspanverliezen (relaxatie + afleiding op einde) Tijdsafhankelijke verliezen (van de initiële waarde naar de waarde en ) Krimp- en kruip verkorting van het beton Relaxatie van het voorspanstaal Interactie van deze verschijnselen onderling en anderzijds met de passieve wapening In het geval van voorgerekt staal wordt de initiële waarde reeds beïnvloed door de tijdsafhankelijke verliezen, met name relaxatie van het voorspanstaal en krimp van het beton. In het algemeen wordt er een forfaitaire waarde aangenomen voor de tijdsafhankelijke verliezen, meestal 15% of 20% van de initiële voorspankracht (respectievelijk binnen en buitenklimaat). Kruip De kruipverkorting (creep) wordt gegeven door: Waarin de kruipcoëfficiënt is, is kleiner dan 0,45f ck. Krimp De krimpvervorming is afhankelijk van de vochtigheidsgraad, hoe droger hoe meer krimp. Relaxatie Relaxatie 1 van het voorspanstaal aanvangsspanning. wordt meestal relatief uitgedrukt ten opzichte van de Relaxatie kan schematisch en vereenvoudigd voorgesteld worden door een onderstaande figuur: diagram zoals in Curve 1 komt overeen met een kortstondige trekproef (zonder relaxatie), curve 2 stemt overeen met een langzame trekproef. Van A naar A 1 zakt de spanning bij constante rek, dit is pure kruip. In realiteit treed er interactie tussen krimp en kruip op en krijgt men eerder een verloop van A naar A 3. meestal verondersteld men dat na een initiële stabilisatieperiode het verloop van de relaxatie lineair verloopt in een dubbellogaritmisch diagram. 1 Het voorspanstaal wordt aan een bepaalde spanning voorgespannen en de lengte wordt constant gehouden, dan neemt de spanning af in de tijd. 1

4 Men maakt onderscheid tussen relaxatieklassen op basis van de relaxatie na 1000h. Klasse 1: normale relaxatie van draden en strengen Klasse 2: lage relaxatie van draden en strengen Klasse 3: relaxatie van staven Algemeen geldt dat de mobiliteit van de dislocaties exponentieel toenemen met de temperatuur. Een kortstondige warmte-cyclus heeft in principe geen invloed op de uiteindelijke relaxatie. Interactie tussen de tijdsafhankelijke vervormingen In theorie zou men de spanningsafname in het voorspanstaal kunnen berekenen als: [ ] Maar dit zou een overschattin geven van de tijdsafhankelijke verliezen. Ten gevolge van krimp en kruip treed relaxatie niet op over een constante lengte maar over een geleidelijk afnemende lengte. En omgekeerd treed de kruipvervorming niet op onder constante spanning maar onder afnemende spanning. Meestal neemt men voor de betonvervorming een verouderingsfactor gelijk aan 0,8. Voor de berekening van de voorspanverliezen beperken we ons tot doorsneden met een verwaarloosbare passieve langswapening. De rekverandering is: ( ) * + 1ste term is kruip, 2de krimp (GGT quasi-perm), 3de term verlenging van het beton t.g.v. de verminderde voorspankracht. is de spanningsvariatie in de voorspanwapening t.g.v. krimp en kruip van het beton. is de spanning in het beton ter hoogte van de voorspanwapening t.g.v. de quasi-permanente belastingen. is de spanning in het beton ter hoogte van de voorspanwapening op tijdstip ten gevolge van de voorspankracht (na aftrek van de ogenblikkelijke verliezen). is de spanning in de voorspanwapening op het tijdstip (van het voorspannen) na aftrek van de ogenblikkelijke verliezen. is de positief gerekende spanningsafname in het beton ter hoogte van de voorspanwapening corresponderend met de verlenging van het beton t.g.v. de verminderde voorspankracht. We bepalen nu uit de volgende vergelijkingen: * + * + Als we dit invoeren in de vergelijking vinden we: ( ) * + 2

5 We werken dit uit naar ( * +) ( ) En met ( ) [ ] We zien dat de teller de afzonderlijke invloeden van krimp en kruip bevat terwijl de noemer een correctie groter dan 1 is die de wederzijdse beïnvloeding voorstelt. Men kan benaderend rekening houden met de invloed van de relaxatie van de voorspankabels door de formule als volgt uit te breiden: ( ) [ ] De bijgevoegde term vertegenwoordigd de relaxatie van de voorspankabels. 3

6 2 Rusch & Kupfer + Hoyer Rusch & Kupfer Volgens de korte liggeranalogie wordt de grootste dwarskracht bepaald (horizontale doorsnijding in de verankeringszone juist boven de grootste groep voorspanwapening. Verder bepaald men in de verticale snede aan het eind van de verankeringszone (naar het midden toe)de normaalkracht die op elk deel werkt. Deze normaalspanningen zijn gelijk aan het verschil van de staal en beton spanningsresultanten. Beide normaalkrachten zijn bovendien gelijk in richting en grootte aangezien er geen normaalkracht op de ligger aangrijpt. De normaalkrachten zijn in evenwicht met de schuifkracht en het buigend moment. Indien we dit buigend moment verwaarlozen geeft dit: en zijn de resultanten van de in het onderste en bovenste deel gelegen voorspanwapening. Indien de betonspanning is ter hoogte van het zwaartepunt van dan kan men dit vereenvoudigen tot: Aan de hand van deze schuifkracht wordt door de door de wapening op te nemen splijtkracht benaderend berekend, zie onderstaande figuur. helling 1/2 a Momentenevenwicht in A bij een horizontale doorsnijding: 4

7 Momentenevenwicht in A bij een horizontale doorsnijding: Voor tussenliggende gevallen interpoleert men tussen deze waarden. De verticale wapening wordt gelijkmatig verdeeld over: Hoyer-effect Ten gevolge van de spanningsafname aan het balkuiteinde gaat door het poissoneffect deze spanningsafname met een dwarse uitzetting gepaard. Hierdoor krijgt het voorspanelement een soort wigvormig verloop. Door deze dwarse uitzetting van het voorspanelement ontstaan radiale drukken tussen de streng en het beton die gunstig zijn voor de ontwikkeling van de wrijvingskrachten. Dit levert een belangrijke bijdrage aan de krachtsoverdracht van het voorspanelement naar het beton. Men kan dan de spanning berekenen met formules die voor krimppassing gebruikt worden. Men vindt dat er theoretisch zeer hoge ringtrekspanningen optreden in het beton die aanleiding zouden geven tot dwarse scheuren in het beton. In het echt zijn de spenningen een stuk lager omdat er mircoscheuren optreden in het beton rond de streng en er treed verbrijzeling op van het omhullende mortelmatrix. Ten gevolge van het wandeffect bezit deze zone een minder dichte structuur dan de massa. 5

8 3 Bespreek wrijvingsverliezen bij nagerekt staal In het algemeen heeft men de volgende spanningsverliezen bij voorgespannen elementen. Ogenblikkelijke verliezen (van de aanspankracht naar de initiële waarde ) Verliezen t.g.v. wrijving tussen de voorspankabel en de kabelkoker (nagerekt staal) Slip in de vervorming van de verankeringen na de aanspanprocedure Ogenblikkelijke verkorting van het beton t.g.v. de drukspanningen opgewekt door de voorspanning Tijdsafhankelijke verliezen (van de initiële waarde naar de waarde en ) Krimp- en kruip verkorting van het beton Relaxatie van het voorspanstaal Interactie van deze verschijnselen onderling en anderzijds met de passieve wapening In het geval van voorgerekt staal wordt de initiële waarde reeds beïnvloed door de tijdsafhankelijke verliezen, met name relaxatie van het voorspanstaal en krimp van het beton. In het algemeen wordt er een forfaitaire waarde aangenomen voor de tijdsafhankelijke verliezen, meestal 15% of 20% van de initiële voorspankracht (respectievelijk binnen en buitenklimaat). Wrijvingsverliezen Als een kabel aangespannen wordt aan de actieve verankering dan neemt deze kracht gaandeweg af naarmate men zich verder van de verankering verwijdert t.g.v. de wrijving tussen de kabel en de kabelkoker. De spanningsvariatie kan bepaald worden door het uitschrijven van het evenwicht van een elementair stukje kabel : Uitdrukking van het rotatie-evenwicht rond het krommingsmiddelpunt 0 leidt tot: 6

9 En met wordt dit: Nu stellen we de wrijvingscoëfficiënt tussen de kabel en de koker gelijk aan, dan geldt er: Hierin kunnen we de normale component nog schrijven als: Invullen in de vergelijking geeft: Substitueren in de vergelijking van het evenwicht geeft: Nu integreren we deze vergelijking over een boogsegment s met openingshoek : In de praktijk is het kabelverloop eerder hobbelig omdat de koker op een beperkt aantal punten is vastgemaakt aan de wapeningskorf. Men noemt dit het hobbeleffect (wobble effect) wat men in 7

10 rekening brengt door een parasitaire hoekafwijking k per lengte eenheid (rad/m). Voor een kromlijnig segment kan men dus globaal schrijven: Voor een rechtlijnig segment is de formule ook geldig, men stelt dan gelijk aan 0. Indien de helling van de kabel t.o.v. de aslijn klein is kan men s vervangen door x. Voor een parabolisch segment is benaderend evenredig met x zodat de vergelijking geschreven worden als: Meestal kan men dit nog vereenvoudigen door enkel de eerste twee termen van de reeksontwikkeling van de exponentiële functie uit te voeren. Om de wrijvingsverliezen deels te compenseren is het toegelaten om de spanning in de voorspanelementen bij het aanspannen hoger te nemen dan de uiteindelijke spanning. Men spent tijdelijk hoger aan tot 0,8f pk en vervolgens verminderd men tot 0,75f pk. Hierbij rekent men erop dat tijdens het ontlasten de wrijvingskrachten in de andere zin even groot zijn als tijdens het aanspannen. Een voorbeeld van een mogelijk aanspanprocedure is gegeven in onderstaande figuur. 8

11 4 Centrische voorspanning, systeem voorgerekt staal: spanningen (H1;par7) en verband indringing - overdrachtslengte Spanningen We beschouwen een prisma dat centrisch voorgespannen wordt tussen twee landhoofden zoals op onderstaande figuur. Het voorspanelement wordt aangespannen tot een kracht. Dan stort men het beton en laat dit uitharden tot dat een voldoende sterkte is bereikt. Dan knipt of brand men de strengen door. Daardoor worden de voorspanelementen buiten de betondoorsnede spanningsloos ( ). In het betonnen element heerst vanaf een zeker afstand van de eindvlakken heerst er een betonspanning en is de voorspanning. In de eindzones varieert de spanning van 0 tot in het beton. In deze zones zijn de klassieke buigingsformules niet mogelijk. We bepalen de spanningen in en de middendoorsnede. De verkorting voorspanstaal corresponderend met het spanningsverschil moet gelijk zijn aan de verkorting van het beton corresponderend met : Vermenigvuldigen met geeft: En : Nu schrijven we het langsevenwicht uit bij een verticale doorsnijding: Substitueren van geeft: ( ) ( ) 9

12 De initiële betonspanning wordt dus bekomen door de aanspankracht te laten aangrijpen op de homogene betondoorsnede. De spanningsafname in het voorspanstaal is gelijk aan : ( ) Indringing in het eindvlak De indringing van een streng of draad staat in rechtstreeks verband met de overdrachtslengte : Uit het langsevenwicht van een prisma met lengte is volgt: Waarbij een constante betonspanning over de doorsnede wordt aangenomen. De indringing eindvlak is gelijk aan het verschil in verkorting tussen het voorspanstaal en het beton. in het [ ] [ ] [ ] Het blijkt dat de glijding gegeven wordt door de in de onderstaande figuur gearceerde oppervlakte: 10

13 Als is er geen glijding meer tussen het staal en het beton zodat We kunnen de formule ook anders schrijven als: De overdrachtlengte is dus evenredig met en, hoe hoger de aanspanning hoe kleiner de overdrachtslengte. is afhankelijk van het verloop van en (afhankelijk van de wrijving). 11

14 5 Bespreek ogenblikkelijk voorspanverlies bij aanspannen meerdere kabels In het geval van aanspannen van meerdere kabels veroorzaakt het aanspannen van kabel i een verlies in de i-1 vorige aangespande kabels. Dit gezien het betonelement telkens bijkomend verkort en alle kabels verankerd zijn aan de uiteinden van dit betonelement. Het spanningsverlies in kabel j t.g.v. de betonverkorting veroorzaakt door het aanspannen van de n-j volgende kabels kan geschreven worden als: ( ) Waarin de equivalentiecoëfficiënt is op het ogenblik van het voorspannen en is de toename van de betondrukspanning ter hoogte van kabel j ten gevolge van het aanspannen van kabel k. De vergelijking drukt uit dat het voorspanstaal evenveel verkort als het beton op hetzelfde niveau. Dit is slechts benaderend geldig voor een kabelbeloop met veranderlijke excentriciteit. We beschouwen voor het gemak n identieke kabels met dwarsdoorsnede en gelijke excentriciteit. We noemen het krachtsverlies in 1 kabel t.g.v. het aanspannen van een volgende kabel. Het totale verlies in een kabel is dus gelijk aan: Nu kan geschreven worden als: Nu geldt benaderend voor de spanningsvariatie in 1 kabel t.g.v. het aanspannen van 1 andere kabel: ( ) Met de betonspanning ter hoogte van het zwaartepunt van de voorspankabels. Dit geeft voor : En dit in steken geeft: Nu kunnen we de totale gemiddelde spanningsafname definiëren als: Voor n vindt men als limiet: Globaal genomen blijven deze verliezen vrij beperkt tot enkele procenten. Indien nodig kan men de eerste kabel iets meer opspannen om dit te compenseren. 12

15 6 Twee symmetrische voorspankrachten: bepaal de splijtkrachten. Leg eveneens de link met de equivalente symmetrische prisma's en de afwijkingen hiervan, lineaire verdeling van de voorspankrachten Korte ligger analogie Op onderstaande figuur is de korte ligger analogie weergegeven in het geval van twee symmetrische voorspankrachten. Waarin: c is de grootte van het eindblok h is de hoogte van de ligger De buigende momenten veroorzaken scheuren zoals aangegeven op de figuur. Het maximum moment treed op in de doorsnede opeen afstand x van de uiteinden van de korte ligger. De waarde van x wordt bepaald door het krachtenevenwicht van het deel in figuur c uit te schrijven: Uit het rotatie-evenwicht volgt : Het maximum moment in de middendoorsnede te schrijven van het deel op figuur d: wordt bepaald door het momentenevenwicht uit ( ) De trekkracht kan benaderend berekend worden uit door als inwendige hefboomsarm en ( ) ( ) Op een analoge manier berekenen is niet aangewezen. De zone waarin de splijtspanningen optreden langs de werklijn van de voorspankracht is sterk afhankelijk van de afmetingen van de verdeelplaten en van de afstand van de voorspankracht een andere voorspankracht of tot de rand van het eindblok. bepalen door een inwendige hefboomsarm 0,5h in te voeren zou een 13

16 onderschatting van de trekkracht betekenen en ook de werklijn in een verkeerde zone plaatsen. Dit probleem kan opgelost worden door gebruik te maken van equivalente symmetrische prisma's. Equivalente symmetrische prisma's Er wordt verondersteld dat de dwarse trekspanningen in de verankeringszones dezelfde zijn als in een equivalent concentrisch belast prisma symmetrisch ten opzichte van de voorspankracht en met hoogte gelijk aan tweemaal de afstand van de werklijn tot de dichtstbijzijnde de gelegen rand van de verankeringszone. Op dit equivalente prisma kan dan de korte ligger analogie toegepast worden. Men kan dan berekenen door als hefboomsarm in te voeren. In het geval van meerdere voorspankrachten de hoogte van de equivalente prisma's bepaald als de kleinste waarde van: de afstand tussen de voorspankrachten tweemaal de afstand tot de meest nabijgelegen rand van de verankeringingszone Lineair verdeling van de voorspankrachten In het geval dat het aantal voorspankrachten groter is dan twee of ze in grootte niet gelijk zijn kan men een meer geschikte verdeling in equivalente prisma's bekomen door niet symmetrische prisma's in te voeren. De lijnlast om de onderrand van de korte liggers wordt verdeeld in zones waar van de resultante telkens overeenkomt met de grootte van de voorspankrachten. Deze equivalente prisma's kan men dan verder verdelen in symmetrische prisma's of een trapeziumvormige lijn last invoeren die evenwicht maakt met de voorspankrachten en de korte ligger analogie toepassen. In het algemeen bekomen en een gunstige krachtsverdeling indien de werklijnen van de krachten door de zwaartepunten van de corresponderende spanningsblokken gaan aan de onderkant van de korte liggers. Dit is de zogenaamde lineaire verdeling van de voorspankrachten. In 14

17 de scheidingsvakken tussen de prisma's zijn dan zowel het buigende moment als de dwarskracht gelijk aan nul. Men krijgt dus de minst verstorende krachtsindeling. Alhoewel de prisma's niet symmetrisch zijn kan men de krachten Berekening op basis van de formule voor een symmetrisch prisma. Een lineaire verdeling van de voorspankabels wordt aanbevolen. 15

18 7 Oefening gelijkaardig aan voorbeeld 7.2 Hier: links inklemming, rechts eenvoudige oplegging. Overspaning is L en ecentriciteit links ter plaatse van de inklemming is e s en op L/4 naar de oplegging toe is deze e m gevraagd: bepaal Mp,hyp; fictieve excentriciteiten ter plaatse inklemming en op L/4 (e s,f en e m,f ); voorwaarde zodat concorderend kabelbeloop; verhouding es,f/em,f voor die verhouding kwam ik -1/3 uit en iemand anders 1/3, terwijl het iets zou moeten zijn van 28/11 ofzo...( gehoord van andere student ) bijvraag: wat geeft die verhouding? ik zei uit die verhouding zie je hoeveel keer es in em kan bv es/em = 3 dan is es driemaal groter dan em wa ook logisch is dan vroeg hij, wat als es nog groter wordt, teken dan kabelbeloop. Dan gewoon es en em verschuiven volgens die verhouding maar met nog steeds zelfde snijpunten op langsas! 1ste methode Omvormen naar een statisch systeem Hyperstatische constructies : zelfde ligger als in toepassingsvb 7.1 maar langs beide zijden een extra uitkragend deel over een afstand l/3. De ligger is prismatisch en over volledige lengte belast met uniforme last p. Gevraagd over gans de lengte een uniforme opwaartse belasting tgv de voorspanning : 1. Schets geidealiseerd kabelbeloop 2. Schets realistisch kabelbeloop 3. Verloop van de hyperstatische momenten tgv voorspanning (opm. : geen berekeningen gevraagd enkel schetsen en verklaren waarom die vorm) Vraag over hyperstatische voorgespannen liggers Een hyperstatische ligger met 3 overspanningen alle gelijk aan L. De excentriciteitenlijn van de kabel is gegeven. e=0 op het linkersteunpunt, e=e op het 2de steunpunt, e=-e op het 3de steunpunt, e=0 op het rechtersteunpunt. Tussendoor verlopen alle momenten lineair (dit is een ingewikkelde manier om te zeggen maar bespaart me gewoon de figuur te tekenen) Vraag: bepaal Mp,hyperstatisch. ==> Dit is dus een verdekte vorm om linaire transformatie te vragen maar dat hadden een aantal van ons (onder wie ik) niet door. Mp,eff is 0 bij linaire transformatie! Dus Mp,hyperstatisch= -P.e. Zeer simpel maar je moet erop komen... Gelukkig kregen we een tweede kans om erover na te denken en toen daagde het plots... Voor die eerste vraag misschien dit: Hoewel het systeem hyperstatisch is ken je onmiddellijk de reacties op de tussensteunpunten omdat deze identiek zijn aan de krachten die door het gebogen trace in deze punten opgewekt worden. Uit een momenten vgl om de randpunten haal je dan de reacties in de randpunten. Tegengesteld omwille van de symmetrie. En zo ken je het verloop van je hyperstatische momenten. Precies tegengesteld aan de momenten opgewekt door de excentriciteiten. Zodat overal in de ligger het moment nul is en dus de voorspanning enkel een herverdeling van de reacties over de steunpunten teweegbrengt. 16

19 Platen 8 Pons, begrip, weerstandbiedende krachten, nazicht Een kritisch punt bij vlakke plaatvloeren is de draagkracht van de plaat* rondom de kolom*. De plaatselijke combinatie van zeer hoge schuifspanningen en normaaldrukspanningen (uit de buigende momenten*) kan tot bezwijken van het beton* leiden. Deze vorm van bezwijken wordt met de term pons aangeduid. Toetsing van de omtrekdoorsnede, de omtrek u wordt bepaald zoals op de onderstaande figuur is aangegeven. In het algemeen is een kortere omtrek meer nadelig, dan is de dwarskracht groter. In het geval van een kolomplaat moet men 1 doorsnede controleren: In het geval van een paddestoelvloer moet men 2 doorsneden controleren: 17

20 Langsheen de omtrek van de belaste kolom (loaded area) wordt nagekeken of: Langs de omtrek u wordt de aangrijpende schuifspanning berekend door: Waarin de aangrijpende dwarskracht is rekening houdend met het gunstige effect van P (de verticale component). kan exact berekend worden of vereenvoudigd indien de lateral stabiliteit niet door de kolommen geleverd moet worden. Er is geen ponswapening nodig indien: Indien hier niet aan voldaan is kan men de ponswapening bepalen zodat voor alle omtrekken voldaan wordt aan: Vanaf een bepaalde omtrek mag de ponswapening niet meer in rekening gebracht worden (daar is ook geen ponswapening vereist is). 18

21 Voorbeeld van een ponswapening met stiftdeuvels: 19

22 9 Bespreek de methode Leitz a.k.a drukstang voor de berekening van de wapening van platen. Bijvraag: zowel boven als onderwapening t.p.v hoek? waarom wapenen ze niet zo ( schuin of loodrecht op bissectrice ) We bespreken deze methode enkel voor een orthogonaal net. In onderstaande figuur beschouwen we een gewapende schijf volgens de x- en y-richting waarvan de snedevlakken onderworpen zijn aan ( ). Er wordt verondersteld dat de wapening ( ) alleen de krachten opneemt corresponderend met ( ). Om de krachten ten gevolge van en op te nemen voegt Leitz een staafwerksysteem in bestaande uit een trekstaaf volgens de wapeningsrichting loodrecht op de beschouwde schuifkracht ( of ) en een drukstaaf waarvan de oriëntatie (identiek voor beide ontbindingen) min of meer arbitrair gekozen kan worden. De krachtenontbinding geeft aanleiding tot de volgende betrekkingen: 20

23 De trekkracht in de wapening is dan gelijk aan de rechtstreekse trek ten gevolge van en plus de trek afkomstig van de vervangkrachten voor en, dit zijn en. wordt bepaald door wordt bepaald door Keuze oriëntatie van de drukstang De keuze van k (en dus van is min of meer vrij te kiezen zolang er in de drukstang effectief druk optreed. Indien men dit toch zou doen bekomt men dat er drie wapeningslagen nodig zijn wat natuurlijk niet de bedoeling is. Dit wordt duidelijk als we een rechthoekige maas van het wapeningsnet beschouwen. Om te vermijden dat deze maas zich als een mechanisme zou gedragen moet een bijkomende diagonaal aangebracht worden. Naargelang de oriëntatie wordt deze diagonaal op druk of trek belast. Het totale wapeningsgebruik is proportioneel met: Deze uitdrukking wordt minimaal voor: Wapeningsmomenten voor platen Door de analogie tussen de spanningen,, en de momenten kan men de volgende dimensioneringsmomenten schrijven: Met als bijzonder geval k=1. In een opgelegde plaathoek heeft men ( : 21

24 Dit betekend dat in de opgelegde hoek er zowel onder als bovenwapening aanwezig moet zijn in de richtingen x en y. De wapening wordt bepaald door het wringmoment. 22

25 10 Methode dubbele buiging Er worden afzonderlijke plaatstroken beschouwd evenwijdig met de randen van de plaat. Deze stroken worden belast met de deellasten en bepaald door de volgende voorwaarden: De doorbuiging in het midden van de plaat is dezelfde voor de beide plaatstroken. Algemeen kan men de uitdrukking voor de doorbuiging schrijven als: Waarin en factoren zijn afhankelijk van de randvoorwaarden. Met kunnen we dit schrijven als: ( ) ( ) Analoog voor. Waarden voor en voor de randvoorwaarden zijn af te lezen in grafieken in de cursus. Het nadeel van de methode dubbele buiging is dat men geen exact beeld geeft van het plaatgedrag, in het echt gedragen de plaatstroken zich niet onafhankelijk van elkaar. Zo heeft de doorbuiging in plaatstrook x de wringing van plaatstrook y tot het gevolg in het punt A (en omgekeerd). 23

26 Men kan zeggen dat de wringstijfheid van de plaatstroken y de doorbuiging van de plaatstrook x afremt. In werkelijkheid zijn de buigende momenten dus kleiner dan deze die voortvloeien uit de dubbele buiging methode. Er doen zich daarentegen wel wringmomenten voor die in de dubbele buiging niet beschouwd worden. Berekening van de reacties De berekening van de oplegreacties is belangrijk voor de berekeningen van de ondersteuningen (vaak balken) waarvan de belasting gelijk is aan de plaatreacties met het omgekeerde teken. De plaatreactie heeft in het algemeen geen eenvoudig verloop zoals op de onderstaande figuur is gegeven. Daarom gaat men meestal op benaderende wijze te werk volgens één van de onderstaande methodes: De last q wordt in de x en y richting verdeeld volgens de theorie van dubbele buiging. De reacties vormen de plaatreacties, afhankelijk van het type bevestiging van de plaatranden. Men verdeelt de plaat op te splitsen in driehoeken en trapezia volgens de voorschriften van de gebruikte norm. Zo is de hoek tussen twee gelijkaardige ondersteuningen 45 en voor twee ongelijke ondersteuningen (oplegging + inklemming) bv volgens DIN norm 30 /60 (60 met de inklemming. 24

27 25

28 11 De drie randvoorwaarden bij de plaatvergelijking De plaatvergelijking kan slechts opgelost worden indien de vervormingstoestand langs de randen vastligt. Dit zijn: De verticale verplaatsing langs de rand Het raakvlak lang de rand en Het raakvlak wordt bepaald door de raaklijn loodrecht op de rand ( ) en parallel met de rand (rico ). Deze laatste waarde ligt feitelijk vast als zodra langs de rand vastligt. Zodat 2 voorwaarden de randvoorwaarden uitmaken voor het vervormde middenvlak. Anderzijds kunnen voor de snedekrachten in de randdoorsnede algemeen drie grootheden (buigmoment), (wringmoment) en (dwarskracht) gedefinieerd worden. Indien in de randvoorwaarden de randbelasting opgenomen wordt dan komt men in een conflict doordat er 3 voorwaarden ingevoerd worden terwijl er slechts 2 mogelijk zijn. Men kan dit oplossen door in de opbouw van de plaatvergelijking de vervorming t.g.v. de schuifspanning in rekening te brengen. In de klassieke benadering die hier gegeven is blijft het aantal voorwaarden aan de rand tot twee beperkt. De werkwijze (Kirchhoff) wordt geïllustreed voor de sitiaties: inklemming, oplegging en vrije rand. Een aantal formules uit een deel dat niet gekend moet zijn: ( ) Inklemming Men heeft de geometrische voorwaarden: Men kan hier verder uit afleiden dat: Daaruit volgt dat: Er treed dus geen wringmoment op langs een ingeklemde rand. Oplegging Men heeft de volgende voorwaarden: Men kan hier verder uit afleiden dat: 26

29 De grootheden en zijn dan gelijk aan: Deze situatie correspondeert in feite met een plaatpaneel uit een oneindige plaat op een orthogonaal balkenrooster waarvan de velden volgens een dambordpatroon belast worden. Door de aard van de belasting is het overgangs buigmoment op de tussensteunpunten gelijk aan nul. Er treden dan wel horizontale schuifspanningen langs de rand op in tegenstelling tot een enkele opgelegde plaat waar de oplegging natuurlijk geen horizontale schuifspanningen kan opwekken, enkel verticale schuifspanningen. Om dit probleem op te lossen steld Kirchhoff het volgende voor. We beschouwen een we langs de opgelegde rand een dwarskracht en een wringmoment (theoretisch afkomstig van de horizontale schuifspanningen ). Op een element met lengte dt werkt een wringmoment, men verondersteld dat dit tot stand gebracht wordt door een gelijkwaardig koppel van verticale krachten die aangrijpen langs de rand van het element. Men beschouwd nu een aaneenschakeling van deze elementen zoals op onderstaande figuur. We zien dan langs de randondersteuning een variabele opwaartse kracht werkt gelijk aan: 27

30 Deze verticale belasting wordt gecombineerd met de dwarskracht eventueel nog verder uitgewerkt worden. (de onderstaande formule kan In de plaathoek gevormd door twee opgelegde randen treden er 2 neerwaarts gerichte krachten op ( ). M.a.w. de opgelegde plaathoeken moeten verankerd worden opdat het systeem van statisch equivalente krachten beschouwd zou kunnen worden. In realiteit blijft de verstoorde zone beperkt to ongeveer een afstand van gelijk aan de helft van de plaatdikte. Vrije rand In dit geval zijn er enkel voorwaarden voor de randbelasting gekend: Aangezien slecht twee voorwaarden vastgelegd kunnen worden vervangen we en door één enkele waarbij gecombineerd wordt met de statisch gelijkwaardige vervangbelasting : Aan de uiteinden van de vrije rand blijven wel waarden bestaan die door de aanliggende ondersteuning opgenomen kunnen worden. Maar ook deze verstoring blijft beperkt tot een smalle strook. 28

31 12 Bespreek de weerstandbiedende momenten in een voorgespannen betondoorsnede Gedrag ven een voorgespannen betonelement onder toenemende belasting In onderstaande figuur is een typisch verband moment-kromming van de kritieke doorsnede van een voorgespannen betonelement weergegeven. 1. De theoretische kromming van de gewichtsloze balk onderworpen aan de initiële voorspankracht. 2. De theoretische kromming van de gewichtsloze balk onderworpen aan de definitieve voorspankracht. 3. Eigengewicht + definitieve voorspankracht. 4. De kromming is gelijk aan nul, er treed een uniforme spanningsverdeling op. 5. De nulspanning aan de ondervezel wordt bereikt. 6. De buigtreksterkte wordt bereikt in de ondervezel, beton scheurt. 7. De wapening verlaat het elastische gebied. 8. De conventionele elasticiteitsgrens 0,2% wordt bereikt 9. Het maximum moment wordt bereikt In het geval van niet-hechtende kabels ligt de kromme lager en zal eventueel de conventionele elasticiteitsgrens niet overschreden worden bij het bereiken van het maximum moment. Het zonet beschreven gedrag is gewenst omdat het voorgespannen element dan een grote ductiliteit bezit. Algemeen kan men drie bezwijktypes aan buiging onderscheiden: 29

32 A. Er treed plotse breuk op van het staal onmiddellijk na het scheuren van het beton. Dit doet zich voor bij een te lage wapeningshoeveelheid. B. Er treed verbrijzeling van het beton op als het staal zich reeds in het plastisch gebied bevindt. Dit geval werd zonet besproken. C. Er treed verbrijzeling op van het beton terwijl het staal zich nog in het elastisch gebied bevindt. Het bezwijken is opnieuw een plots verschijnsel zonder veel ductiliteit. Dit geval treed op bij hoge wapeningsberhoudingen. Weerstandbiedend moment in UGT Men verondersteld dat: De vervormingshypothese van Navier-Bernoulli geldt. Door de hechting ondergaat het voorspanstaal dezelfde vervorming als het beton op dezelfde hoogte. Beton neemt geen trek op. Men verwaarloost meestal de vervorming tot aan het punt dat het beton scheurt (kleine doorbuigingen) Voor het beton wordt een parabolisch-rechthoekig rekendiagram gebruikt, voor het voorspanstaal een bilineair diagram. De spanningen en vervormingen in de bezwijkgrenstoestand zijn gegeven in onderstaande figuur: Naargelang het geval zal één van de volgende vervormingsgrenzen bepalend zijn: 30

33 Momentenevenwicht rond het zwaartepunt van de voorspanwapening: ( ) ( ) ( ) Langsevenwicht: We kunnen stellen, dan dient er na te gaan of waarbij de som is van het moment t.g.v. het eigengewicht en de nuttige belastingen en de hyperstatische momenten t.g.v. de voorspanning. Dan wordt de voorspanwapening als weerstandbiedend element beschouwd. Men kan ook het effect van de voorspanning opsplitsen in aangrijpende krachtswerkingen en een weerstandbiedend element door de voorspanning als een uitwendige actie te beschouwen. Dan wordt en wordt in rekening gebracht bij. Als weerstandbiedend element blijft enkel nog ( ) met ( is de verlenging van het staal van de voorspanwapening t.g.v. de voorspanning). Drukzone met constante breedte 31

34 Krachtenevenwicht: Momentenevenwicht: ( ) ( ) ( ) Indien er enkel voorspanwapening aanwezig is kan men deze formules omvormen tot formules die analoog zijn met deze van enkelvoudig gewapend beton. Men kan dan met de tabellen iteratief de wapening berekenen. Indien er wel gewone wapening aanwezig is worden de formules wat uitgebreider maar we kunnen dan ook een globale wapeningsverhouding definiëren en opnieuw de tabel gebruiken om, en te bepalen. Daarna kan berekend worden. Men gebruikt gewone onderwapeningwapening om: Een bijdrage te leveren tot het draagvermogen De scheuropeningen te beperken Ter vervanging van korte, dure voorspankabels in zones met belangrijke buigende momenten Men gebruikt gewone onderwapeningwapening om: De ductiliteit te verhogen De tijdsafhankelijk doorbuiging t.g.v. kruip van het beton te verminderen Om samen met de beugels een stevige wapeningskorf te vormen 32

Mechanica van Materialen: Voorbeeldoefeningen uit de cursus

Mechanica van Materialen: Voorbeeldoefeningen uit de cursus Mechanica van Materialen: Voorbeeldoefeningen uit de cursus Hoofdstuk 1 : Krachten, spanningen en rekken Voorbeeld 1.1 (p. 11) Gegeven is een vakwerk met twee steunpunten A en B. Bereken de reactiekrachten/momenten

Nadere informatie

Controle: Bekijk nu of aan het evenwicht wordt voldaan voor het deel BC, daarvoor zijn immers alle scharnierkracten bekend

Controle: Bekijk nu of aan het evenwicht wordt voldaan voor het deel BC, daarvoor zijn immers alle scharnierkracten bekend Hints/procedures voor het examen 4Q130 dd 25-11-99 ( Aan het einde van dit document staan antwoorden) Opgave 1 Beschouwing vooraf: De constructie bestaat uit twee delen; elk deel afzonderlijk vrijgemaakt

Nadere informatie

Module 5 Uitwerkingen van de opdrachten

Module 5 Uitwerkingen van de opdrachten Module 5 Uitwerkingen van de opdrachten Opdracht 1 Deze oefening heeft als doel vertrouwd te raken met het integreren van de diverse betrekkingen die er bestaan tussen de belasting en uiteindelijk de verplaatsing:

Nadere informatie

Colofon. Dycore B.V. (1.19), Kees Quartel, Spanbeton (1.20, 1.21 en 1.24), Dywidag-Systems International B.V. (1.25 en 1.27)

Colofon. Dycore B.V. (1.19), Kees Quartel, Spanbeton (1.20, 1.21 en 1.24), Dywidag-Systems International B.V. (1.25 en 1.27) Colofon Constructieleer Voorgespannen Beton is een onderdeel van de Cement en Beton-reeks en is een uitgave van Æneas, uitgeverij van vakinformatie bv in samenwerking met het Cement&BetonCentrum. Auteur:

Nadere informatie

Vraag 1. F G = 18500 N F M = 1000 N k 1 = 100 kn/m k 2 = 77 kn/m

Vraag 1. F G = 18500 N F M = 1000 N k 1 = 100 kn/m k 2 = 77 kn/m Vraag 1 Beschouw onderstaande pickup truck met de afmetingen in mm zoals gegeven. F G is de massa van de wagen en bedraagt 18,5 kn. De volledige combinatie van wielen, banden en vering vooraan wordt voorgesteld

Nadere informatie

Module 8 Uitwerkingen van de opdrachten

Module 8 Uitwerkingen van de opdrachten Module 8 Uitwerkingen van de opdrachten Opdracht 1 Analyse De constructie bestaat uit een drie keer geknikte staaf die bij A is ingeklemd en bij B in verticale richting is gesteund. De staafdelen waarvan

Nadere informatie

Piekresultaten aanpakken op platen in Scia Engineer

Piekresultaten aanpakken op platen in Scia Engineer Piekresultaten aanpakken op platen in Scia Engineer Gestelde vragen en antwoorden 1. Kan er ook een webinar gegeven worden op het gebruik van een plaat met ribben. Dit voorstel is doorgegeven, en al intern

Nadere informatie

Basismechanica. Blok 2. Spanningen en vervormingen

Basismechanica. Blok 2. Spanningen en vervormingen Blok 2 2.01 Een doorsnede waarin de neutrale lijn (n.l.) zich op een afstand a onder de bovenrand bevindt. a = aa (mm) De coordinaat ez van het krachtpunt (in mm). 2 2.02 Uit twee aan elkaar gelaste U-profielen

Nadere informatie

Module 3 Uitwerkingen van de opdrachten

Module 3 Uitwerkingen van de opdrachten 1 Module Uitwerkingen van de opdrachten Hoofdstuk 2 Normaalspanningen Opdracht 1 a De trekkracht volgt uit: F t = A f s = (10 100) 25 = 25 000 N = 25 kn b De kracht kan als volgt worden bepaald: l F Δl

Nadere informatie

Module 2 Uitwerkingen van de opdrachten

Module 2 Uitwerkingen van de opdrachten Module Uitwerkingen van de opdrachten Hoofdstuk 3 Inwendige krachten in lineaire constructiedelen Opdracht Statisch bepaalde constructie. Uitwendig evenwicht te bepalen met evenwichtsvoorwaarden. Daarna

Nadere informatie

VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK

VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK Proeftoets Beschikbare tijd: 100 minuten Instructies voor het invullen van het antwoordblad. 1. Dit open boek tentamen bestaat uit 10 opgaven.. U mag tijdens het tentamen

Nadere informatie

M-V-N-lijnen Nadruk op de differentiaalvergelijking. Hans Welleman 1

M-V-N-lijnen Nadruk op de differentiaalvergelijking. Hans Welleman 1 M-V-N-lijnen Nadruk op de differentiaalvergelijking Hans Welleman 1 Uitwendige krachten 50 kn 120 kn 98,49 kn 40 kn 40 kn 30 kn 90 kn 4,0 m 2,0 m 2,0 m werklijnen van de reactiekrachten Hans Welleman 2

Nadere informatie

Productontwikkeling 3EM

Productontwikkeling 3EM Vragen Productontwikkeling 3EM Les 8 Sterkteleer (deel 1) Zijn er nog vragen over voorgaande lessen?? Paul Janssen 2 Doel van de sterkteleer Berekenen van de vereiste afmetingen van constructieonderdelen

Nadere informatie

SAMENSTELLEN EN ONTBINDEN VAN SNIJDENDE KRACHTEN

SAMENSTELLEN EN ONTBINDEN VAN SNIJDENDE KRACHTEN II - 1 HOODSTUK SAMENSTELLEN EN ONTBINDEN VAN SNIJDENDE KRACHTEN Snijdende (of samenlopende) krachten zijn krachten waarvan de werklijnen door één punt gaan..1. Resultante van twee snijdende krachten Het

Nadere informatie

Module 2 Uitwerkingen van de opdrachten

Module 2 Uitwerkingen van de opdrachten Module Uitwerkingen van de opdrachten Hoofdstuk 3 Inwendige krachten in lineaire constructiedelen Opdracht Analyse Statisch bepaalde constructie. Uitwendig evenwicht te bepalen met evenwichtsvoorwaarden.

Nadere informatie

BETONSTAAL GERIBDE en GEDEUKTE STAVEN GERIBDE en GEDEUKTE DRAAD met hoge ductiliteit

BETONSTAAL GERIBDE en GEDEUKTE STAVEN GERIBDE en GEDEUKTE DRAAD met hoge ductiliteit OCBS Vereniging zonder winstoogmerk Keizerinlaan 66 B 1000 BRUSSEL www.ocab-ocbs.com TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN PTV 302 Herz. 7 2015/6 PTV 302/7 2015 BETONSTAAL GERIBDE en GEDEUKTE STAVEN GERIBDE en GEDEUKTE

Nadere informatie

Construerende Technische Wetenschappen

Construerende Technische Wetenschappen Faculteit: Opleiding: Construerende Technische Wetenschappen Civiele Techniek Oefententamen Module I Mechanica Datum tentamen : 14-1-2015 Vakcode : 201300043 Tijd : 3:00 uur (18:15-21:15) Studenten met

Nadere informatie

Module 6 Uitwerkingen van de opdrachten

Module 6 Uitwerkingen van de opdrachten 1 Module 6 Uitwerkingen van de opdrachten Opdracht 1 De in figuur 6.1 gegeven constructie heeft vier punten waar deze is ondersteund. A B C D Figuur 6.1 De onbekende oplegreacties zijn: Moment in punt

Nadere informatie

POEREN. ir. R.H.G. Roijakkers ABT Antwerpen

POEREN. ir. R.H.G. Roijakkers ABT Antwerpen POEREN ir. R.H.G. Roijakkers ABT Antwerpen ABT b.v. Sinds 1953 Vestigingen: Velp, Delft, Antwerpen Adviesgroepen: Constructies Civiele techniek Bouwmanagement Bouwkunde Installaties ABT België n.v. Sinds

Nadere informatie

Vraagstuk 1 (18 minuten, 2 punten)

Vraagstuk 1 (18 minuten, 2 punten) P.C.J. Hoogenboom OPMERKINGEN : Het tentamen bestaat uit 4 bladzijden. : Alle studiemateriaal en aantekeningen mogen tijdens het tentamen worden geraadpleegd. : Na afloop kunt u de uitwerking vinden op

Nadere informatie

Het versterken en verstijven van bestaande constructies

Het versterken en verstijven van bestaande constructies Het versterken en verstijven van bestaande constructies ir.m.w. Kamerling, m.m.v. ir.j.c. Daane 02-02-2015 Onderstempeling voor de renovatie van een kozijn in een gemetselde gevel, Woerden 1 Inhoudopgave

Nadere informatie

zwaartekracht (N of kn) Dus moeten we Fz bepalen dat kan alleen als we de massa weten. Want

zwaartekracht (N of kn) Dus moeten we Fz bepalen dat kan alleen als we de massa weten. Want Sterkteberekening Dissel berekenen op afschuiving. Uitleg over de methode Om de dissel te berekenen op afschuiving moet men weten welke kracht de trekker kan uitoefenen op de bloemkoolmachine. Daarvoor

Nadere informatie

UITWERKING. Tentamen (TB 138) SPM1360 : STATICA 25 augustus Opgave 1. Onderdeel a)

UITWERKING. Tentamen (TB 138) SPM1360 : STATICA 25 augustus Opgave 1. Onderdeel a) Opgave Onderdeel a) UITWERKING a) onstructie I is vormvast en plaatsvast, constructie II is plaatsvast maar niet vormvast. ij deze constructie kan er een mechanisme ontstaan. onstructie III is plaatsvast

Nadere informatie

THEMA IS BEZWIJKEN HET BEREIKEN VAN DE VLOEIGRENS?

THEMA IS BEZWIJKEN HET BEREIKEN VAN DE VLOEIGRENS? CTB3330 : PLASTICITEITSLEER THEMA IS BEZWIJKEN HET BEREIKEN VAN DE VLOEIGRENS? M M - N N + + σ = σ = + f f BUIGING EXTENSIE Ir J.W. Welleman bladnr 0 kn Gebruiksfase met relatief geringe belasting WAT

Nadere informatie

Module 4 Uitwerkingen van de opdrachten

Module 4 Uitwerkingen van de opdrachten Module 4 Uitwerkingen van de opdrachten Opdracht 1 Analyse Constructie bestaat uit scharnierend aan elkaar verbonden staven, rust op twee scharnieropleggingen: r 4, s 11 en k 8. 2k 3 13 11, dus niet vormvast.

Nadere informatie

Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS versie C - OPGAVEN en UITWERKINGEN.doc 1/16

Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS versie C - OPGAVEN en UITWERKINGEN.doc 1/16 VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK Set Proeftoets 07-0 versie C Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS- 07-0-versie C - OPGAVEN en UITWERKINGEN.doc 1/16 DIT EERST LEZEN EN VOORZIEN VAN NAAM EN LEERLINGNUMMER!

Nadere informatie

DOORBUIGING VAN BETONCONSTRUCTIES

DOORBUIGING VAN BETONCONSTRUCTIES DOORBUIGING VAN BETONCONSTRUCTIES 1. De buigstijfheid EI 1.1 Inleiding 1.2 De relatie tussen moment en kromming: EI 1.3 Tension Stiffening 1.4 M-κ diagrammen voor de UGT en de BGT 1.4.1 Berekening van

Nadere informatie

I y y. 2 1 Aangezien er voor de rest geen andere krachtswerking is op de staaf, zijn alle overige spanningen nul.

I y y. 2 1 Aangezien er voor de rest geen andere krachtswerking is op de staaf, zijn alle overige spanningen nul. Oplossing deel 1 Staaf BC is een staaf tussen twee scharnierpunten, zonder dat er tussen de scharnierpunten een kracht ingrijpt. Bijgevolg ligt de kracht volgens BC en grijpt er in B enkel een verticale

Nadere informatie

Examen Klassieke Mechanica

Examen Klassieke Mechanica Examen Klassieke Mechanica Herbert De Gersem, Eef Temmerman 2de bachelor burgerlijk ingenieur en bio-ingenieur 14 januari 2008, academiejaar 07-08 NAAM: RICHTING: vraag 1 (/3) vraag 2 (/5) vraag 3 (/5)

Nadere informatie

Productontwikkeling 3EM

Productontwikkeling 3EM Vragen Productontwikkeling 3EM Les 10 Sterkteleer (deel 2) Zijn er nog vragen over voorgaande lessen?? Paul Janssen 2 Inleiding Inleiding Sterkteberekening van liggers (en assen) Voorbeelden Berekening

Nadere informatie

UITWERKING. Tentamen SPM1360 : STATICA 24 maart Opgave 1. Onderdeel a) Zie boek. Onderdeel b)

UITWERKING. Tentamen SPM1360 : STATICA 24 maart Opgave 1. Onderdeel a) Zie boek. Onderdeel b) Opgave Onderdeel a) Zie boek. Onderdeel b) UITWERKING Evenwicht betekent een gesloten krachtenveelhoek en krachten die allen door één punt gaan. Met een krachten veelhoek kan R worden bepaald. ieronder

Nadere informatie

UITWERKINGSFORMULIER. Tentamen CT1031 CONSTRUCTIEMECHANICA 1 2 november 2009, 09:00 12:00 uur

UITWERKINGSFORMULIER. Tentamen CT1031 CONSTRUCTIEMECHANICA 1 2 november 2009, 09:00 12:00 uur Opleiding BSc iviele Techniek Vermeld op bladen van uw werk: onstructiemechanica STUDIENUMMER : NM : UITWERKINGSFORMULIER Tentamen T1031 ONSTRUTIEMEHNI 1 2 november 2009, 09:00 12:00 uur Dit tentamen bestaat

Nadere informatie

ONGESCHOORDE RAAMWERKEN

ONGESCHOORDE RAAMWERKEN ONGESCHOORDE RAAMWERKEN Géén stabiliserende elementen aanwezig. De ongeschoorde constructie moet zelf de stabiliteit verzorgen en weerstand bieden tegen de erop werkende horizontale krachten. Dit resulteert

Nadere informatie

Voorgespannen beton: opvatting, historiek en ontwerpbeginselen

Voorgespannen beton: opvatting, historiek en ontwerpbeginselen Voorgespannen beton: opvatting, historiek en ontwerpbeginselen Prof. Dr. ir. Luc Taerwe Gewoon hoogleraar Betonconstructies UGent Directeur Labo Magnel voor Betononderzoek MAGNEL LABORATORY FOR CONCRETE

Nadere informatie

Holle vloerplaten van spanbeton. Holle vloerplaten zijn onmisbaar bij het ontwerpen van een modern huis!

Holle vloerplaten van spanbeton. Holle vloerplaten zijn onmisbaar bij het ontwerpen van een modern huis! Holle vloerplaten van spanbeton Holle vloerplaten zijn onmisbaar bij het ontwerpen van een modern huis! 1. Algemeen Betonnen vloeren, die men holle vloerplaten noemt, zijn tegenwoordig onmisbare elementen

Nadere informatie

Niet-lineaire mechanica datum: Algemeen 2 Vraag 1 3 Vraag 2 8 Vraag 3 11 Vraag 4 14 Vraag 5 17 Vraag 6 19

Niet-lineaire mechanica datum: Algemeen 2 Vraag 1 3 Vraag 2 8 Vraag 3 11 Vraag 4 14 Vraag 5 17 Vraag 6 19 Naam: Patrick Damen Datum: 17 juni 2003 INHOUDSOPGAVE Algemeen 2 Vraag 1 3 Vraag 2 8 Vraag 3 11 Vraag 4 14 Vraag 5 17 Vraag 6 19 pagina: 1 van 20 Algemeen Om de zestal vragen van de opgave niet-lineaire

Nadere informatie

RFEM Nederland Postbus 22 6865 ZG DOORWERTH

RFEM Nederland Postbus 22 6865 ZG DOORWERTH Pagina: 1/12 CONSTRUCTIE INHOUD INHOUD Constructie 1 Graf. Staven - Snedekrachten, Beeld, -Y, 6 1.3 Materialen 1 qp (M-y) 6 1.7 Knoopondersteuningen 1 Graf. Staven - Snedekrachten, Beeld, -Y, 7 1.13 Doorsnedes

Nadere informatie

05-11-12. Gedrag bij brand van staal-beton vloersystemen. Eenvoudige ontwerpmethode. Doel of van de ontwerpmethode. Inhoud van de presentatie

05-11-12. Gedrag bij brand van staal-beton vloersystemen. Eenvoudige ontwerpmethode. Doel of van de ontwerpmethode. Inhoud van de presentatie 05-11-1 Doel of van de Gedrag van staal-beton vloersystemen Achtergrond van de eenvoudige Inhoud van de presentatie Achtergrond van de eenvoudige van gewapend betonplaten bij 0 C Vloerplaatmodel Bezwijkvormen

Nadere informatie

Oplossing examenoefening 2 :

Oplossing examenoefening 2 : Oplossing examenoefening 2 : Opgave (a) : Een geleidende draad is 50 cm lang en heeft een doorsnede van 1 cm 2. De weerstand van de draad bedraagt 2.5 mω. Wat is de geleidbaarheid van het materiaal waaruit

Nadere informatie

S3 Oefeningen Krachtenleer Hoofdstuk VII VII-1. a) steunpuntreacties. massa balk m b = b * h * l * ρ GB = 0.5 * 0.5 * 10 * 2500 = 6250 kg

S3 Oefeningen Krachtenleer Hoofdstuk VII VII-1. a) steunpuntreacties. massa balk m b = b * h * l * ρ GB = 0.5 * 0.5 * 10 * 2500 = 6250 kg S3 Oefeningen Krachtenleer Hoofdstuk VII VII-1. Een gewapend-betonbalk ligt op planken met een grondoppervlak van 1000 x 50 mm². De volumemassa van gewapend beton is 500 kg/m³. Gevraagd : a) de steunpuntsreacties

Nadere informatie

==== Technische Universiteit Delft ==== Vermeld rechts boven uw werk Instellingspakket Toegepaste Mechanica

==== Technische Universiteit Delft ==== Vermeld rechts boven uw werk Instellingspakket Toegepaste Mechanica ==== Technische Universiteit Delft ==== Vermeld rechts boven uw werk Instellingspakket Toegepaste Mechanica NM Tentamen STTIC STUDIENUMMER STUDIERICHTING ls de kandidaat niet voldoet aan de voorwaarden

Nadere informatie

CTB3330 : ConstructieMechanica 4

CTB3330 : ConstructieMechanica 4 CTB3330 COLLEGE 13 CTB3330 : Constructieechanica 4 13-14 Niet-smmetrische en/of inhomogene doorsneden Inleiding lgemene theorie voor etensie en buiging Niet-smmetrische doorsneden Voorbeelden kromming

Nadere informatie

Domein A: Inzicht en handelen

Domein A: Inzicht en handelen Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo Preambule Domein A is een overkoepeld domein dat altijd in combinatie met de andere domeinen wordt toegepast (of getoetst). In domein A wordt benoemd: Vaktaal: het

Nadere informatie

Verzameling oud-examenvragen

Verzameling oud-examenvragen Verzameling oud-examenvragen Achim Vandierendonck Vraag 1 (6 punten) Beschouw een zeer goede thermische geleider (k ) in de vorm van een cilinder met lengte L en straal a 1. Rond deze geleider zit een

Nadere informatie

EEM goed alternatief voor staafwerkmodellen. Inleiden krachten in betondoorsnede

EEM goed alternatief voor staafwerkmodellen. Inleiden krachten in betondoorsnede 1 EEM goed alternatief voor staafwerkmodellen Inleiden krachten in betondoorsnede 64 2 2016 Inleiden krachten in betondoorsnede ing. Bart Vosslamber MSEng RC Heijmans Infra 1 Voorspanningskabels foto:

Nadere informatie

Werkstuk Natuurkunde Trekproef, buigproef en de afschuifproef

Werkstuk Natuurkunde Trekproef, buigproef en de afschuifproef Werkstuk Natuurkunde Trekproef, buigproef en de afschuifproef Werkstuk door een scholier 2017 woorden 30 juni 2004 6,8 79 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Inhoud Doel van de proeven De trekproef De buigproef

Nadere informatie

: Vermeld op alle bladen van uw werk uw naam. : Het tentamen bestaat uit 3 bladzijden inclusief dit voorblad.

: Vermeld op alle bladen van uw werk uw naam. : Het tentamen bestaat uit 3 bladzijden inclusief dit voorblad. POST HBO-OPLEIDINGEN Betonconstructeur BV Staalconstructeur BmS Professional master of structural engineering Toegepaste mechanica Materiaalmodellen en niet-lineaire mechanica docent : dr. ir. P.C.J. Hoogenboom

Nadere informatie

Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo

Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo Domein A: Inzicht en handelen Subdomein A1: Vaktaal wiskunde 1. vmbo passende vaktaal voor wiskunde herkennen en gebruiken voor het ordenen van het eigen denken

Nadere informatie

Productontwikkeling 3EM

Productontwikkeling 3EM Vragen Productontwikkeling 3EM Les 10 Sterkteleer (deel 3) Zijn er nog vragen over voorgaande lessen?? Paul Janssen 2 Schuifspanning Schuifspanning Schuifspanning (afschuiving) Dwarskrachten of afschuifkrachten

Nadere informatie

Doelstellingen van dit hoofdstuk

Doelstellingen van dit hoofdstuk HOOFDSTUK 1 Spanning Doelstellingen van dit hoofdstuk In dit hoofdstuk worden enkele belangrijke principes van de statica behandeld en wordt getoond hoe deze worden gebruikt om de inwendige resulterende

Nadere informatie

IJkingstoets burgerlijk ingenieur juni 2014: algemene feedback

IJkingstoets burgerlijk ingenieur juni 2014: algemene feedback IJkingstoets burgerlijk ingenieur 30 juni 2014 - reeks 1 - p. 1 IJkingstoets burgerlijk ingenieur juni 2014: algemene feedback In totaal namen 716 studenten deel aan de ijkingstoets burgerlijk ingenieur

Nadere informatie

Vlakke meetkunde. Module 6. 6.1 Geijkte rechte. 6.1.1 Afstand tussen twee punten. 6.1.2 Midden van een lijnstuk

Vlakke meetkunde. Module 6. 6.1 Geijkte rechte. 6.1.1 Afstand tussen twee punten. 6.1.2 Midden van een lijnstuk Module 6 Vlakke meetkunde 6. Geijkte rechte Beschouw een rechte L en kies op deze rechte een punt o als oorsprong en een punt e als eenheidspunt. Indien men aan o en e respectievelijk de getallen 0 en

Nadere informatie

gedeeltelijk voorgespannen beton

gedeeltelijk voorgespannen beton gedeeltelijk voorgespannen beton STICHTING COMMISSIE VOOR UITVOERING VAN INGESTELD DOOR DE BETO N V E R E N IGI N G RESEARCH ONDERZOEKINGSCOMMISSIES (1977) COMMISSIE A 7 Onderzoek naar het plastische gedrag

Nadere informatie

woensdag 6 augustus 2008, u Code: 8W020, BMT 1.3 Faculteit Biomedische Technologie Technische Universiteit Eindhoven

woensdag 6 augustus 2008, u Code: 8W020, BMT 1.3 Faculteit Biomedische Technologie Technische Universiteit Eindhoven Tentamen Biomechanica woensdag 6 augustus 2008, 9.00-12.00 u Code: 8W020, BMT 1.3 Faculteit Biomedische Technologie Technische Universiteit Eindhoven Dit examen bestaat uit 6 opgaven. Het aantal punten

Nadere informatie

Mechanica, deel 2. Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven

Mechanica, deel 2. Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven Mechanica, deel 2 Daniël Slenders Faculteit ngenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven Academiejaar 21 211 Voorwoord Dit is een samenvatting gemaakt door Gert Heirman. k heb de verschillende

Nadere informatie

BEZWIJKBELASTING VAN RAAMWERKEN ^ BOVENGRENSBENADERING. Gevraagd: 6.3-1t/m 4 Als opgave 6.2, maar nu met F 1 ¼ 0 en F 2 ¼ F.

BEZWIJKBELASTING VAN RAAMWERKEN ^ BOVENGRENSBENADERING. Gevraagd: 6.3-1t/m 4 Als opgave 6.2, maar nu met F 1 ¼ 0 en F 2 ¼ F. 6.3 Vraagstukken Opmerking vooraf: Tenzij in de opgave anders is aangegeven hebben alle constructies overal hetzelfde volplastisch moment M p. 6.2-1 t/m 4 Gegeven vier portalen belast door een horizontale

Nadere informatie

AFIX Durmelaan 20 B-9880 Aalter Tel: 0(032) 9 / Fax: 0(032) 9 /

AFIX Durmelaan 20 B-9880 Aalter Tel: 0(032) 9 / Fax: 0(032) 9 / AFIX Durmelaan 20 B-9880 Aalter Tel: 0(032) 9 / 381.61.01 Fax: 0(032) 9 / 381.61.00 http://www.afixgroup.com BEREKENIINGSNOTA STEIGER EN 12810 2N SW12 / 257 H2 A - LA WERKHOOGTE = 38,,50 M Berekeningsnota

Nadere informatie

Module 6 Uitwerkingen van de opdrachten

Module 6 Uitwerkingen van de opdrachten 1 Module 6 Uitwerkingen van de opdrachten Hoofdstuk 2 Statisch onbepaald Opdracht 1 De in figuur 6.1 gegeven constructie heeft vier punten waar deze is ondersteund. Figuur 6.1 De onbekende oplegreacties

Nadere informatie

GEWAPEND BETONSTAAL GERIBDE KOUDVERVORMDE DRAAD

GEWAPEND BETONSTAAL GERIBDE KOUDVERVORMDE DRAAD OCBS Vereniging zonder winstoogmerk Keizerinlaan 66 B 1000 BRUSSEL www.ocab-ocbs.com TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN PTV 303 Herz. 4 2013/12 PTV 303/4 2013 GEWAPEND BETONSTAAL GERIBDE KOUDVERVORMDE DRAAD HERZIENING

Nadere informatie

1BK2 1BK6 1BK7 1BK9 2BK1

1BK2 1BK6 1BK7 1BK9 2BK1 Kern Subkern Leerdoel niveau BK begrippen vmbo waar in bettermarks 1.1.1. Je gebruikt positieve en negatieve getallen, breuken en decimale getallen in hun onderlinge samenhang en je ligt deze toe binnen

Nadere informatie

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica september 2017: algemene feedback

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica september 2017: algemene feedback IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 18 september 017 - reeks 1 - p. 1/14 IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica september 017: algemene feedback Positionering ten opzichte van andere deelnemers

Nadere informatie

Normale Verdeling Inleiding

Normale Verdeling Inleiding Normale Verdeling Inleiding Wisnet-hbo update maart 2010 1 De Normale verdeling De Normale Verdeling beschrijft het gedrag van een continue kansvariabele x. Om kansen te berekenen, moet de dichtheidsfunctie

Nadere informatie

toelatingsexamen-geneeskunde.be Gebaseerd op nota s tijdens het examen, daarom worden niet altijd antwoordmogelijkheden vermeld.

toelatingsexamen-geneeskunde.be Gebaseerd op nota s tijdens het examen, daarom worden niet altijd antwoordmogelijkheden vermeld. Wiskunde juli 2009 Laatste aanpassing: 29 juli 2009. Gebaseerd op nota s tijdens het examen, daarom worden niet altijd antwoordmogelijkheden vermeld. Vraag 1 Wat is de top van deze parabool 2 2. Vraag

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 Het schakelen van weerstanden.

Hoofdstuk 4 Het schakelen van weerstanden. Hoofdstuk 4 Het schakelen van weerstanden.. Doel. Het is de bedoeling een grote schakeling met weerstanden te vervangen door één equivalente weerstand. Een equivalente schakeling betekent dat een buitenstaander

Nadere informatie

5.6. Boekverslag door R woorden 7 april keer beoordeeld

5.6. Boekverslag door R woorden 7 april keer beoordeeld Boekverslag door R. 2435 woorden 7 april 2003 5.6 217 keer beoordeeld Vak Wiskunde Inleiding: De boogbrug is één van de oudste type brug. De Grieken hebben het bedacht. De Romeinen hebben de constructie

Nadere informatie

Bouwen in Beton BOUBIBdc1. Scheurvorming in beton Docent: M.Roos

Bouwen in Beton BOUBIBdc1. Scheurvorming in beton Docent: M.Roos Bouwen in Beton BOUBIBdc1 Scheurvorming in beton Docent: M.Roos Scheurvorming Toetsing scheurwijdte Stromingschema scheurwijdte Scheurvorming Op buiging belaste gewapende betonelementen scheuren onder

Nadere informatie

Antwoordformulier CTB1310 Constructiemechanica 2 ~ ~ 5 ECTS ^^^^'^

Antwoordformulier CTB1310 Constructiemechanica 2 ~ ~ 5 ECTS ^^^^'^ Tentamen CTB 1310 Constructiemechanica 2 Antwoordformulier CTB1310 Constructiemechanica 2 ~ ~ 5 ECTS ^^^^'^ Maak alle opgaven op dit antwoordformulier. Lever dit formulier in. Kladpapier wordt niet ingenomen.

Nadere informatie

IJkingstoets september 2015: statistisch rapport

IJkingstoets september 2015: statistisch rapport IJkingstoets burgerlijk ingenieur 4 september 05 - reeks 4 - p. IJkingstoets september 05: statistisch rapport In totaal namen 33 studenten deel aan deze toets. Hiervan waren er 06 geslaagd. Verdeling

Nadere informatie

IJkingstoets september 2015: statistisch rapport

IJkingstoets september 2015: statistisch rapport IJkingstoets burgerlijk ingenieur 4 september 05 - reeks - p. IJkingstoets september 05: statistisch rapport In totaal namen 33 studenten deel aan deze toets. Hiervan waren er 06 geslaagd. Verdeling van

Nadere informatie

1. Orthogonale Hyperbolen

1. Orthogonale Hyperbolen . Orthogonale Hyperbolen a + b In dit hoofdstuk wordt de grafiek van functies van de vorm y besproken. Functies c + d van deze vorm noemen we gebroken lineaire functies. De grafieken van dit soort functies

Nadere informatie

Schriftelijk examen: theorie en oefeningen Fysica: elektromagnetisme

Schriftelijk examen: theorie en oefeningen Fysica: elektromagnetisme Schriftelijk eamen: theorie en oefeningen 2010-2011 Naam en studierichting: Aantal afgegeven bladen, deze opgavebladen niet meegerekend: Gebruik voor elke nieuwe vraag een nieuw blad. Zet op elk blad de

Nadere informatie

Een bal wegschoppen Een veer indrukken en/of uitrekken Een lat ombuigen Een wagentjes voorduwen

Een bal wegschoppen Een veer indrukken en/of uitrekken Een lat ombuigen Een wagentjes voorduwen - 31 - Krachten 1. Voorbeelden Een bal wegschoppen Een veer indrukken en/of uitrekken Een lat ombuigen Een wagentjes voorduwen 2. Definitie Krachten herken je aan hun werking, aan wat ze veranderen of

Nadere informatie

OPGAVEN. Tentamen CT1031 CONSTRUCTIEMECHANICA 1 5 november 2010, 09:00 12:00 uur

OPGAVEN. Tentamen CT1031 CONSTRUCTIEMECHANICA 1 5 november 2010, 09:00 12:00 uur Subfaculteit iviele Techniek Vermeld op bladen van uw werk: onstructiemechanica STUDIENUMMER : NM : OPGVEN Tentamen T1031 ONSTRUTIEMEHNI 1 5 november 2010, 09:00 12:00 uur Dit tentamen bestaat uit 5 opgaven.

Nadere informatie

( ) Hoofdstuk 4 Verloop van functies. 4.1 De grafiek van ( ) 4.1.1 Spiegelen t.o.v. de x-as, y-as en de oorsprong

( ) Hoofdstuk 4 Verloop van functies. 4.1 De grafiek van ( ) 4.1.1 Spiegelen t.o.v. de x-as, y-as en de oorsprong Hoofdstuk 4 Verloop van functies Met DERIVE is het mogelijk om tal van eigenschappen van functies experimenteel te ontdekken. In een eerste paragraaf onderzoeken we het verband tussen de grafieken van

Nadere informatie

UITWERKINGSFORMULIER. Tentamen CTB1110 CONSTRUCTIEMECHANICA 1 3 november :00 12:00 uur (180 min)

UITWERKINGSFORMULIER. Tentamen CTB1110 CONSTRUCTIEMECHANICA 1 3 november :00 12:00 uur (180 min) Opleiding Civiele Techniek Constructiemechanica ermeld op bladen van uw werk: STUDIEUMMER : oornaam AAM : Achternaam UITWERKIGSFORMULIER Tentamen CTB1110 COSTRUCTIEMECHAICA 1 3 november 014 09:00 1:00

Nadere informatie

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l Opgave 1 Een kompasnaald staat horizontaal opgesteld en geeft de richting aan van de horizontale r component Bh van de magnetische veldsterkte van het aardmagnetische veld. Een spoel wordt r evenwijdig

Nadere informatie

Uitgebreide uitwerkingen deeltentamen A; 4Q134 dd

Uitgebreide uitwerkingen deeltentamen A; 4Q134 dd 1 Uitgebreide uitwerkingen deeltentamen A; 4Q134 dd 99-10-04 N.B.Het werken in symbolen is noodzakelijk voor het beoordelen van (tussen-)resultaten. Na het bereiken van een antwoord in symbolen is het

Nadere informatie

Samenvatting Wiskunde Aantal onderwerpen

Samenvatting Wiskunde Aantal onderwerpen Samenvatting Wiskunde Aantal onderwerpen Samenvatting door een scholier 2378 woorden 4 juni 2005 5,1 222 keer beoordeeld Vak Wiskunde Gelijkvormigheid Bij vergroten of verkleinen van een figuur worden

Nadere informatie

De trekproef. De trekproef - inleiding. De trekproef - inleiding. De trekproef - inleiding. Principe. Bepalen van materiaaleigenschappen

De trekproef. De trekproef - inleiding. De trekproef - inleiding. De trekproef - inleiding. Principe. Bepalen van materiaaleigenschappen De trekproef Principe Materiaal inklemmen tussen klemmen welke met een constante snelheid uit elkaar bewegen Hoe belangrijk is het om materiaaleigenschappen te kennen? Uitvoering: volgens genormaliseerde

Nadere informatie

scheve platen puntlasten temperatuur dwarscontractiecoëfficiënt verende ondersteuningen

scheve platen puntlasten temperatuur dwarscontractiecoëfficiënt verende ondersteuningen scheve platen puntlasten temperatuur dwarscontractiecoëfficiënt verende ondersteuningen COMMISSIE VOOR UITVOERING VAN RESEARCH INGESTELD DOOR DE BETONVEREN IGI NG ONDERZOEKINGSCOMMISSIES (1973) COMMISSIE

Nadere informatie

Overgangsverschijnselen

Overgangsverschijnselen Hoofdstuk 5 Overgangsverschijnselen Doelstellingen 1. Overgangsverschijnselen van RC en RL ketens kunnen uitleggen waarbij de wiskundige afleiding van ondergeschikt belang is Als we een condensator of

Nadere informatie

7 Hoeken. Kern 3 Hoeken. 1 Tekenen in roosters. Kern 2 Hoeken meten Kern 3 Hoeken tekenen Kern 4 Kijkhoeken. Kern 1 Tegelvloeren. Kern 3 Oppervlakte

7 Hoeken. Kern 3 Hoeken. 1 Tekenen in roosters. Kern 2 Hoeken meten Kern 3 Hoeken tekenen Kern 4 Kijkhoeken. Kern 1 Tegelvloeren. Kern 3 Oppervlakte 1 Tekenen in roosters Kern 1 Tegelvloeren Kern 2 Oppervlakte Kern 3 Het assenstelsel Kern 4 Rechthoeken 2 Rekenen Kern 1 De rekenmachine Kern 2 Voorrangsregels Kern 3 Afronden Kern 4 Afronden 3 Grafieken

Nadere informatie

VOORSPANSTAAL - STRENGEN

VOORSPANSTAAL - STRENGEN OCBS Vereniging zonder winstoogmerk Ravensteinstraat 4 B 1000 BRUSSEL www.ocab-ocbs.com TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN PTV 311 Herz. 5 2012/6 PTV 311/5 2012 VOORSPANSTAAL - STRENGEN HERZIENING 5 BENOR vzw Goedgekeurd

Nadere informatie

3. Beschouw een zeer goede thermische geleider ( k ) in de vorm van een cilinder met lengte L en straal a

3. Beschouw een zeer goede thermische geleider ( k ) in de vorm van een cilinder met lengte L en straal a 1. Op een vierkantig substraat bevinden zich 4 IC s (warmtebronnen), zoals op de bijgevoegde figuur. Als een van de warmtebronnen een vermogen van 1W dissipeert als warmte (en de andere geen vermogen dissiperen),

Nadere informatie

BÏBLIOTHEEK Buuwdienst Rijkswatertaai Postbus LA I1trch

BÏBLIOTHEEK Buuwdienst Rijkswatertaai Postbus LA I1trch BÏBLIOTHEEK Buuwdienst Rijkswatertaai Postbus 20.000 3502 LA I1trch BEREKENING VAN DE GRENSWAARDE VAN DE DWARSKRACHT VOLGENS RAFLA EN BLUME ing. P.J.G. Merks BSW nr. 84-01 YIROUWELIJJ aheen binnen öo BOUWflENST

Nadere informatie

4 -paalspoer met staafwerkmodellen inclusief controle scheurwijdte,dekking verankeringslengte, ombuigen wapening en dwarskracht.

4 -paalspoer met staafwerkmodellen inclusief controle scheurwijdte,dekking verankeringslengte, ombuigen wapening en dwarskracht. Gebruikslicentie COMMERCIELE-versie tot 1-5-2013 printdatum : 05-12-2011 4 -paalspoer met staafwerkmodellen inclusief controle scheurwijdte,dekking verankeringslengte, ombuigen wapening en dwarskracht

Nadere informatie

Checklist Wiskunde B HAVO HML

Checklist Wiskunde B HAVO HML Checklist Wiskunde B HAVO 4 2014-2015 HML 1 Hoofdstuk 1 Lineaire vergelijkingen en lineaire ongelijkheden oplossen. Wanneer klapt het teken om? Haakjes en breuken wegwerken. Ontbinden in factoren: x buiten

Nadere informatie

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2)

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Snelheid en gemiddelde snelheid Met de grootheid snelheid geef je aan welke afstand een voorwerp in een bepaalde tijd aflegt. Over een langere periode is de snelheid

Nadere informatie

1. Langere vraag over de theorie

1. Langere vraag over de theorie . Langere vraag over de theorie. Bereken het magneetveld dat veroorzaakt wordt door een lange, cilindervormige stroomvoerende geleider met straal R en stroom (uniforme stroomdichtheid) en dit zowel binnen

Nadere informatie

IJkingstoets september 2015: statistisch rapport

IJkingstoets september 2015: statistisch rapport IJkingstoets burgerlijk ingenieur 4 september 05 - reeks - p. IJkingstoets september 05: statistisch rapport In totaal namen studenten deel aan deze toets. Hiervan waren er 06 geslaagd. Verdeling van de

Nadere informatie