Samenvatting Natuurkunde Examenstof (zonder formules!)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Samenvatting Natuurkunde Examenstof (zonder formules!)"

Transcriptie

1 Samenvatting Natuurkunde Examenstof (zonder formules!) Samenvatting door C woorden 26 mei keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde Voor de gemiddelde snelheid geldt: is de verplaatsing in meter. is de benodigde tijd van de verplaatsing in seconde. Een beweging langs een rechte lijn met een constante snelheid heet een eenparige rechtlijnige beweging (ook wel eenparige beweging). De verplaatsing is gelijk aan de oppervlakte onder een (v,t)-grafiek. In formule: s = v * t Een beweging waarbij de snelheid gelijkmatig toeneemt heet een eenparig versnelde beweging. De versnelling is gelijk aan de steilheid van de grafieklijn in het (v,t)-diagram. De versnelling (m/s 2 ) bereken je met: Een vrije val is een beweging waarbij voorwerpen naar beneden vallen zonder last te hebben van lucht. De valversnelling is een eenparig versnelde beweging. De gravitatieversnelling = valversnelling = g = 9,81 m/s 2. Om te berekenen met welke snelheid een voorwerp op de grond valt moet je het aantal seconden dat een voorwerp onderweg is om naar de grond vermenigvuldigen met 9,81. Als bijvoorbeeld een mobiel er 1,5 seconden doet om de grond te bereiken is zijn snelheid 1,5 x 9,81 = 15 m/s = (15x3,6) = 53 km/u. De eenheid van kracht (F) is Newton (N). Zwaartekracht = De richting van de normaalkracht is altijd loodrecht op het ondersteunend vlak. De veerkracht bereken je met:. is de veerconstante in N/m. u is de afstand waarover de veer vervormt in m. Hoe groter de veerconstante, hoe stugger de veer. Krachten die in dezelfde richting zijn als de werklijn mag je bij elkaar optellen of aftrekken, afhankelijk of de vector van de kracht dezelfde kanten zijn opgericht of tegengesteld wijzen. De resulterende kracht construeer je met de parallellogrammethode. Pagina 1 van 11

2 De rek is de uitrekking van een kabel per meter. In formule: is de uitrekking in meter en is de oorspronkelijke lengte van de draad in m. Om kabels met verschillende diameter goed te kunnen vergelijken, kijk je naar de kracht per vierkante meter. Die noem je spanning met symbool. In formule: is de spanning in N/m 2. is de oppervlakte in m 2. De spanning waarbij de lijn van een (spanning, rek)-diagram overgaat van recht in krom noem je de evenredigheidsgrens. Tot aan de evenredigheidsgrens is het verband tussen de spanning en de rek dus recht evenredig. De evenredigheidsconstante heet de elasticiteitsmodules. In formule: BINAS 8,9 en 10 staat de elasticiteitsmodulus van een aantal stoffen. is de elasticiteitsmodulus in N/m 2. In KRACHTWETTEN De eerste wet van Newton = Als een voorwerp met constante snelheid langs een rechte lijn beweegt of in rust is, is de resulterende kracht op dat voorwerp gelijk aan 0 N. De tweede wet van Newton = Verband tussen de resulterende kracht op een voorwerp, de massa van dat voorwerp en de versnelling die dat voorwerp heeft. De kleinste afstand tussen de werklijn van de kracht en het draaipunt heet de arm van een kracht. Hoe groter het moment, hoe gemakkelijker een voorwerp gaat draaien. Formule moment(in Nm): is de kracht in Newton, is de arm in meter. De hefboomwet zegt dat een hefboom (voorwerp dat om een kas kan draaien) in evenwicht is als de krachtmomenten in tegengestelde richting even groot zijn dus M 1 =M 2. Hefboomwet: F 1 * r 1 = F 2 * r 2 De hoeveelheid verplaatste energie noem je warmte. Het symbool van warme is Q met als eenheid J (Joule). Warmte verplaatst zich altijd van een stof met een hoge temperatuur naar een stof met een lage temperatuur, nooit andersom! Het absolute nulpunt: -273 C = 0 K (Kelvin). Temperatuur in Kelvin = temperatuur in C + temperatuur in Kelvin De soortelijke warmte van een stof is de hoeveelheid warmte die nodig is om één kilogram van die stof één kelvin in temperatuur te laten stijgen. Het symbool is c met eenheid J kg -1 K - Pagina 2 van 11

3 De soortelijke warmte neemt af naarmate de dichtheid toeneemt. Als er minder atomen per kg zijn, is de soortelijke warmte van de stof kleiner. Dit komt omdat de soortelijke warmte per atoom ongeveer hetzelfde is. De warmtestroom is de hoeveelheid warmte die per tijdseenheid door een dwarsdoorsnede van de staaf gaat/door een wand gaat. De warmtestroom het symbool P met eenheid W (ook wel J/s). Formule warmtestroom= is de hoeveelheid verplaatste warmte in J en de verstreken tijd in s. De thermische geleidbaarheid is een eigenschap van een stof. Dit is de warmtestroom van een stof met een dwarsdoorsnede van 1 m 2 en een dikte van 1 m. Het symbool is λ met eenheid W m -1 K -1. Stoffen met een hoge thermische geleidbaarheid geven de warmte goed door. In Binas 8 t/m 12 is de thermische geleidbaarheid λ te vinden van een aantal stoffen in de kolom warmtegeleidingscoëfficiënt. is de dikte van het materiaal in m. is het temperatuurverschil tussen beide zijden van het materiaal in K. Elektriciteit Het symbool voor lading is Q met als eenheid coulomb met symbool C. De lading van een elektron is 1,602x10-19 C (zie Binas 7) Elektronen gaan van de minpool naar de pluspool. De elektrische stroom loopt volgens natuurkundige afspraak van de pluspool naar de minpool. Het symbool voor elektrische stroomsterkte is I met als eenheid ampère (A) Q is de hoeveelheid lading die de dwarsdoorsnede van de draad passeert in C. t is de tijd waarin dat gebeurt is. Het symbool voor elektrische spanning is U met de eenheid volt (V). Een ampèremeter sluit je in serie aan en een voltmeter sluit je parallel aan. Vermogen is P met de eenheid W (=J/s) is de hoeveelheid omgezette energie in J. Voor het vermogen van een apparaat geldt: 1 kwh = 3,6 * 10 6 J. Voor het rendement geldt: Elektrische energie = E = P * t Pagina 3 van 11

4 Elektronen ondervinden meer weerstand in een dunne draad. Het symbool van weerstand is met als symbool ohm (Ω). Als de weerstand groot is geleidt een draad slecht. De geleidbaarheid is dan klein. Het symbool van geleidbaarheid is G met eenheid S De wet van ohm is: U = I * R Bij veel materialen neemt de weerstand toe naarmate de temperatuur van de draad stijgt. Bij een ohmse weerstand neemt de weerstand niet toe bij een hogere temperatuur. De soortelijke weerstand van een metaal is de weerstand van een draad met een lengte van 1 m en een doorsnede van 1 m 2. Het symbool voor soortelijke weerstand is met eenheid ohmmeter (Ωm). is de lengte in m. Metalen hebben een positieve weerstandstemperatuurcoëfficiënt (PTC) wat betekent dat de weerstand toeneemt naarmate de temperatuur stijgt. Stoffen met een negatieve weerstandstemperatuurcoëfficiënt (NTC) krijgen een kleinere weerstand naarmate de temperatuur stijgt. Een LDR is een lichtgevoelige weerstand. De weerstand van een LDR wordt kleiner naarmate de LDR sterker wordt belicht. Een diode is een schakelelement die zorgt voor één richtingsverkeer in een stroomkring. Als de diode in sperrichting staat heeft de diode een grote weerstand terwijl bij doorlaatrichting een geringe weerstand is. Een LED is een diode die licht geeft als hij in doorlaatrichting staat in de stroomkring. Een transformator is een apparaat waarmee je een hoge spanning in een lage spanning omzet of andersom. Arbeid en energie Een kracht verricht arbeid. De grootte ervan hangt af van de kracht en de verplaatsing. Arbeid = W = F * s. W is de arbeid in Nm (J), F is de kracht in N en s is de verplaatsing in m. Bij het berekenen van de arbeid door de zwaartekracht kijk je alleen naar de verplaatsing in verticale richting. Voor de arbeid die de zwaartekracht heeft verricht geldt: W = ±F zw * h h is het hoogte verschil in meter. Als het voorwerp naar beneden gaat is de zwaartekracht positief, als het naar boven gaat negatief. Bij berekening Pagina 4 van 11

5 van de arbeid door de wrijvingskracht (-F) moet je uitgaan van de totaal afgelegde afstand. De arbeid van de wrijvingskracht is altijd tegengesteld aan de richting waarin een voorwerp beweegt dus W w = -F w * s. s is de totaal afgelegde afstand in m. Bij wrijvingskracht komt warmte vrij dus je kunt ook de formule Q = F * s gebruiken om de warmte (J) te berekenen. Voor apparaten die energie gebruiken geldt: E nuttig = F * s Alles wat in beweging is bezit energie, dat noem je bewegingsenergie of kinetische energie hangt af van de massa en de snelheid (in m/s) van het voorwerp). de kinetische energie Zwaarte energie bereken je met: in meter. De zwaarte energie (in Joule) hangt af van de massa in kg en het hoogteverschil Wet van arbeid en kinetische energie = De arbeid die door alle krachten samen op een voorwerp wordt verricht, is gelijk aan de verandering van de kinetische energie van dat voorwerp. Dus W totaal = E k Vermogen is de hoeveelheid energie die per tijdseenheid door een apparaat wordt gebruikt. Omdat de verandering van energie gelijk is aan de arbeid die een kracht heeft verricht geldt de formule: Bij een constante snelheid geldt voor het vermogen: P = F * v Wet van behoud van energie: E tot, in = E tot, uit Uit E tot, in = E tot, uit volgt: E zw, A + E k,a = E zw. B + E k. B (+Q) Trillingen en golven Een periodieke beweging is een beweging die zich herhaalt. De herhaalde tijd heet de periode met symbool T. Het aantal herhalingen in één seconde heet de frequentie met symbool en eenheid hertz (Hz). Formule: Een periode beweging om een evenwichtsstand heet een trilling. Een uitwijking boven de evenwichtsstand noem je positief, en een uitwijking onder de evenwichtsstand negatief. De maximale uitwijking heet de amplitude. Een trilling waarvan het (u,t)-diagram een sinusgrafiek heeft, heet een harmonische trilling. De trillingstijd van een harmonische trilling bereken je met: is de trillingstijd in s, m is de massa in kg, C is de veerconstante in N/m. Pagina 5 van 11

6 Resonantie is het verschijnsel dat voorwerpen gaan meetrillen. Als de uitwijking van de trilling loodrecht beweegt op de richting van de golf, spreek je van een (lopende) transversale golf. Als de richting waarin de trilling beweegt, dezelfde richting is waarin de golf beweegt spreek je van een longitudinale golf. De lengte van een golfberg en een golfdal samen, gemeten in rechte lijn, noem je de golflengte met symbool λ. Voor de golfsnelheid/geluidssnelheid geldt: Een staande golf heeft een golflengte λ want bij een hele golflengte is er een knoop, buik, knoop, buik, knoop (KBKBK). De afstand tussen twee knopen of twee buiken is gelijk aan een ½ λ. De afstand tussen een knoop en een naastgelegen buik is de helft van die afstand: ¼ λ. De staande golf met de grootst mogelijke golflengte noem je de grondtoon. Staande golven met de bijschriften n=2, n=3 hebben meer knopen en een kleinere golflengte en daardoor een grotere eigenfrequentie. Deze golven heten boventonen. Bij boventonen neemt de frequentie telkens met dezelfde hoeveelheid toe. De snelheid van radiogolven is de lichtsnelheid. De lichtsnelheid is 3,0 x 10 8 m/s. Een radiogolf dient als draaggolf waarbij de eigenschappen van de golf worden veranderd (gemoduleerd). Er zijn twee soorten modulatie: amplitudemodulatie (AM) en frequentiemodulatie (FM) Medische beeldvorming Bij echografie wordt een transducer gebruikt die geluidsgolven met frequenties tussen de 1MHz en 10 MHz uitzendt. Het geluid kun je niet horen en is dus ultrasoon geluid. De baby reflecteert de geluidsgolven waarbij de transducer de geluidsgolven weer opvangt. Hoe langer het geluid erover doet om terug te keren naar de transducer, des te groter is de afstand van de baby tot de transducer. Met deze gegevens berekent een computer het beeld van de baby. Voor geluidsgolven geldt. Tijdens een onderzoek ligt de frequentie van de geluidsgolf vast. De geluidssnelheid is afhankelijk van het soort weefsel. Zie BINAS 15A. Bij de onderzoeksmethode echografie hadden we te maken met frequenties tussen de 1MHz en 10MHz, dit is gelijk aan 10 6 tot 10 7 Hz. Andere onderzoeksmethoden maken gebruik van elektromagnetische golven om het lichaam in beeld te brengen waarbij de golfsnelheid gelijk is aan de lichtsnelheid. Bij MRI zijn dat microgolven. In BINAS 19B Pagina 6 van 11

7 staat informatie over de frequenties en golflengtes. In BINAS 19B zie je dat MRI valt onder de frequenties van 10 8 Hz, dit is gelijk aan de orde van grote van de lichtsnelheid van 3, m/s. Röntgenstraling hoort bij Hz. Elektromagnetische straling bestaat uit energiepakketjes die fotonen heten. In BNAS 19B zie je: hoe hoger de frequentie, des te hoger is de energie. Er geldt:. is de energie van een foton in Joule (J). is de constante van Planck in Joule seconden (J s). is de frequentie in Hz. De constante van Planck in J s ( ) is te vinden in BINAS 7A. De constante van Planck = 6, J s. De energie van één foton is erg klein. Daarom is het handig om in plaats van joule een andere eenheid te gebruiken voor energie: de elektronvolt. 1,0000 ev = 1, J. Zie BINAS 5. Bij het maken van een MRI-scan ligt de patiënt in een soort tunnel. Het is gebaseerd op de magnetiseerbaarheid van waterstofkernen. De belangrijkste onderdelen van een MRI-apparaat zijn: In een MRI-apparaat is een grote elektromagneet die zorgt voor een magnetisch veld dat overal in de tunnel even grot is. Waterstofkernen worden gemagnetiseerd. In een MRI-apparaat zijn spoelen met een verschillend aantal windingen. Door een spoel wordt het magnetisch veld vergroot. In een MRI-apparaat zendt een spoel microgolven uit met een frequentie van ongeveer 50MHz. Waterstofkernen gaan resoneren waardoor zo n kern een foton opneemt en later weer uitzendt. In een MRI-apparaat zijn detectoren die fotonen registreren die door gemagnetiseerde waterstofkernen worden uitgezonden. De frequentie waarbij een waterstofkern resoneert, noem je de eigenfrequentie. Deze frequentie hangt af van de sterkte van het magnetisch veld en het soort weefsel. Hoelang het duurt voordat een waterstofkern een foton uitzendt, is afhankelijk van het weefsel waarin de waterstofkern zich bevindt. De eigenfrequentie van waterstofkernen hangt af van het type weefsel waarin ze zich bevinden en van de sterkte van het magnetisch veld. Het MRI-apparaat moet dus meerdere frequenties gebruiken om alle waterstofkernen te kunnen detecteren. Bij het maken van een röntgenfoto wordt gedurende een korte periode röntgenstraling uitgezonden door een röntgenbron. Een detector aan de andere kant van het lichaam registreert hoeveel straling doorgelaten wordt. Waar veel straling wordt doorgelaten is de foto donker. Waar veel straling wordt tegenhouden is de foto wit. Hoe witter de foto, hoe kleiner de halveringsdikte. De grafiek die de intensiteit van doorgelaten straling weergeeft als functie van de dikte noem je een doorlatingskromme. Op de y-as staat de intensiteit in % en op de x-as staat de dikte in mm. De halveringsdikte is Pagina 7 van 11

8 de dikte van een bepaald materiaal waarbij de straling is gehalveerd, dus als de intensiteit van 100% naar 50% is gedaald of van 50% naar 25%. De halveringsdikte is de dikte van een materiaal dat je nodig hebt om de helft van de straling tegen te houden Je berekent de intensiteit van de straling die wordt doorgelaten met: 0 n met n =. is de intensiteit die wordt doorgelaten in W/m 2. 0 is de intensiteit die op het materiaal valt in W/m 2. is de dikte van het materiaal tussen de bron en de ontvanger in m. is de halveringsdikte in m. n is het aantal halveringsdiktes met n als een heel getal. Hoe kleiner de halveringsdikte ( ) hoe meer röntgenstraling wordt tegengehouden. Want dan wordt bij een kleinere dikte al meer straling tegen gehouden. Het principe van röntgenfoto s is gebaseerd op de verschillende halveringsdikten van weefsels. Een röntgenfoto maakt een tweedimensionaal beeld. Een driedimensionaal beeld is te maken met een CT-scan. Röntgenstraling is een van de bekendste voorbeelden van ioniserende straling. Deze soort straling wordt opgewekt met een röntgenbuis. Dat apparaat zet elektrische energie om in röntgenstraling. Een röntgenbuis is een voorbeeld van een kunstmatige stralingsbron. Radioactieve stoffen zijn stoffen die van nature straling uitzenden zoals uranium en radium. Radioactieve stoffen en bijvoorbeeld het heelal zijn natuurlijke stralingsbronnen. Vanuit het heelal komen geladen en ongeladen deeltjes richting de aarde, genaamd kosmische straling. Het totaal aan natuurlijke stralingsbronnen heet achtergrondstraling. Bij de onderzoeksmethode scintigrafie krijgt een patiënt een radioactieve stof toegediend die zich ophoopt op de plaats van het lichaamsdeel dat de radioloog wil onderzoeken. Met een gammacamera wordt vervolgens een foto van de afgegeven straling gemaakt. Zo n foto noem je een scintigram. De radioloog beoordeelt bijvoorbeeld of er plaatsen met botkanker zijn. Een atoom heeft evenveel elektronen in de elektronenwolk als protonen in de kern. Een atoom is dus elektrisch neutraal. Het aantal protonen heet het atoomnummer met symbool Z. Het aantal protonen en neutronen in de kern noem je het massagetal met symbool A uitgedrukt in atomaire massa, u. Het aantal neutronen geef je weer met het symbool N. A = N +Z. A is aantal kerndeeltjes, N is het aantal neutronen, Z is het aantal protonen. Het atoomnummer = het aantal protonen van een bepaald atoom vind je in BINAS 99. Het massagetal vind je in BINAS Pagina 8 van 11

9 25A.. X is het symbool van een atoom. Als voorbeeld: het atoom koolstof heeft als symbool C en is volgens BINAS 99 nummer 6. Een koolstofatoom met 6 protonen en 8 neutronen geef je dus weer als: 14/6 C. Het atoom heeft 6 protonen en dus ook 6 elektronen en 8 neutronen. De kernen van sommige isotopen zijn instabiel en vertonen radioactief verval. Hierbij ontstaat straling die radioactieve straling heet. Soorten straling: : bestaat uit geladen deeltjes opgebouwd uit twee protonen en twee neutronen, dus atoomnummer 2 = He en massagetal 4. Dus 4/2He : bestaat uit snel bewegende elektronen. Het massagetal is 0 omdat een elektron zeer klein. Het atoomnummer is -1 omdat het elektron in tegenstelling tot een proton een negatieve lading heeft dus 0/-1e : bestaat uit fotonen. Deze straling heeft geen lading en geen massa. Je geeft daarom weer met 0/0 Als in BINAS 25A in de laatste kolom een streepje staat betekent het dat de stof stabiel is. In BINAS 25A staan allerlei isotopen van bepaalde atomen, dat zijn atomen met hetzelfde atoomnummer maar met verschillende massagetallen doordat de isotopen wel hetzelfde aantal protonen hebben maar niet hetzelfde aantal neutronen. Verval van kernen geef je weer met een vervalvergelijking. Voor de pijl staat de instabiele kern. Dit kan bijvoorbeeld koolstof-14 zijn. In de laatste kolom van koolstof-14 staat dat het vervalt als en daarom wordt het dus: Koolstof-14 à stikstof /-1e. Het massagetal is altijd gelijk links en rechts van de pijl. De som van de atoomnummers is ook altijd gelijk aan de rechter en linkerkant van de pijl. Ioniserende straling kan door (on)doorzichtige stoffen heengaan en ze kunnen atomen ioniseren. Het doordringend vermogen verschilt per ioniserende straling. dringt maar enkele centimeters in de lucht door, terwijl bètastraling enkele meters haalt. De afstand die de deeltjes afleggen in een bepaalde stof, noem je de dracht. Alfastraling kan per mm veel meer atomen ioniseren dan bètastraling. Het ioniserend vermogen van alfastraling is dan ook groter. Gammastraling en röntgenstraling hebben allebei een groot doordringend vermogen maar een klein ioniserend vermogen. 0 n met n =. In BINAS 25 staat in de zesde kolom de halveringstijd van instabiele isotopen die kunnen vervallen. Erg instabiele isotopen vervallen snel. Deze hebben een kleine halveringstijd. Het aantal deeltjes dat per seconde vrijkomt noem je de activiteit. De eenheid van activiteit is becquerel met symbool Bq. Pagina 9 van 11

10 De gemiddelde activiteit: A gem = is de verandering van het aantal deeltjes. is de tijdsduur in s. In een (N,t)- diagram volgt de gemiddelde activiteit uit de steilheid van snijlijn. Omdat de steilheid een negatieve waarde heeft, is in de formule een minteken nodig om de activiteit een positieve waarde te geven. Om de activiteit op een tijdstip te bepalen gebruik je de raaklijnmethode. Er geld: A = raaklijn. Als het aantal kernen halveert na één halveringstijd, halveert ook de activiteit na één halveringstijd. Er geldt dus: 0 n met n =. A is de activiteit op een bepaald tijdstip in Bq. De halveringstijd hangt niet af van de hoeveelheid van een stof. Als de hoeveelheid van een stof toeneemt, neemt ook de activiteit van een stof toe waardoor meer deeltjes kunnen vervallen. Ioniserende straling kan gevaarlijk zijn. De stralingsdosis met symbool D is een maat voor de schade die kan ontstaan. Stralingsdosis druk je uit in gray met symbool Gy. Je berekent de stralingsdosis met: geabsorbeerde energie in J. m is de bestraalde massa in kg. E is de In BINAS 27D1 kun je zien wat er gebeurt bij bepaalde stralingsdosis (Gy). Alfastraling kan tot wel 20 keer schadelijker zijn dan alle andere soorten straling. Je zegt dat de weegfactor van alfastraling gelijk is aan 20. De effectieve dosis of equivalente dosis houdt rekening met de weegfactor. Het symbool van effectieve dosis is H. De eenheid is sievert met symbool Sv. Er geldt:. De weegfactoren staan in BINAS 27D3. Voor bèta, gamma en röntgenstraling is de weegfactor 1. Voor alfastraling 20. Om de kans op schadelijke effecten zo klein mogelijk te houden, zijn er stralingsbeschermingsnormen vastgesteld, ook wel dosislimieten genoemd. Patiënten met kanker kunnen worden bestraald, dit noem je radiotherapie. Een dosimeter is een apparaatje dat de hoeveelheid geabsorbeerde straling meet. De geiger-müllerteller(gm-teller) is één van de meest gebruikte stralingsdetectoren bij radioactieve stoffen. In de GM bevindt zich een gas. Dat gas wordt geïoniseerd als ioniserende straling in die buis komt. Dan ontstaat er een Pagina 10 van 11

11 kleine stroom door de weerstand die weer een spanningspuls geeft over de weerstand. Elke puls wordt geteld door de teller. Op de teller is een luidspreker aangesloten. Bij elke puls hoor je een tik. De GM-teller geeft informatie over de activiteit van een bron. Pagina 11 van 11

Samenvatting Natuurkunde Domein B2

Samenvatting Natuurkunde Domein B2 Samenvatting Natuurkunde Domein B2 Samenvatting door R. 1964 woorden 2 mei 2017 7,1 4 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Domein B. Beeld- en geluidstechniek Subdomein B2. Medische beeldvorming 1. Uitzending,

Nadere informatie

5,5. Samenvatting door een scholier 1429 woorden 13 juli keer beoordeeld. Natuurkunde

5,5. Samenvatting door een scholier 1429 woorden 13 juli keer beoordeeld. Natuurkunde Samenvatting door een scholier 1429 woorden 13 juli 2006 5,5 66 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Natuurkunde samenvatting hoofdstuk 3 ioniserende straling 3. 1 de bouw van de atoomkernen. * Atoom: - bestaat

Nadere informatie

Hoofdstuk 9: Radioactiviteit

Hoofdstuk 9: Radioactiviteit Hoofdstuk 9: Radioactiviteit Natuurkunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 9: Radioactiviteit Natuurkunde 1. Mechanica 2. Golven en straling 3. Elektriciteit en magnetisme 4. Warmteleer Rechtlijnige

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie

Samenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie Samenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie Samenvatting door R. 2564 woorden 31 januari 2018 10 2 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Subdomein C1. Kracht en beweging Specificatie De kandidaat

Nadere informatie

Samenvatting H5 straling Natuurkunde

Samenvatting H5 straling Natuurkunde Samenvatting H5 straling Natuurkunde Deze samenvatting bevat: Een begrippenlijst van dikgedrukte woorden uit de tekst Belangrijke getallen en/of eenheden (Alle) Formules van het hoofdstuk (Handige) tabellen

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 5 Straling Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 5.1 Straling en bronnen Eigenschappen van straling RA α γ β 1) Beweegt langs rechte lijnen vanuit een bron. 2) Zwakker als ze verder

Nadere informatie

LANDSEXAMEN HAVO

LANDSEXAMEN HAVO Examenprogramma NATUURKUNDE H.A.V.O. LANDSEXAMEN HAVO 2017-2018 1 Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het commissie-examen. Het centraal examen wordt afgenomen in één zitting

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 5 Straling Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 5.1 Straling en bronnen Eigenschappen van straling RA α γ β 1) Beweegt langs rechte lijnen vanuit een bron. ) Zwakker als ze verder

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 t/m 3

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door C. 2009 woorden 16 januari 2014 7,2 6 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Hoofdstuk 1 Elektriciteit 1.1 Er bestaan twee soorten elektrische lading

Nadere informatie

Aandachtspunten voor het eindexamen natuurkunde vwo

Aandachtspunten voor het eindexamen natuurkunde vwo Aandachtspunten voor het eindexamen natuurkunde vwo Algemeen Thuis: Oefen thuis met Binas. Geef belangrijke tabellen aan met (blanco) post-its. Neem thuis Binas nog eens door om te kijken waar wat staat.

Nadere informatie

Ioniserende straling - samenvatting

Ioniserende straling - samenvatting Ioniserende straling - samenvatting Maak eerst zélf een samenvatting van de theorie over ioniserende straling. Zorg dat je samenvatting de volgende elementen bevat: Over straling: o een definitie van het

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde H7 elektriciteit

Samenvatting Natuurkunde H7 elektriciteit Samenvatting Natuurkunde H7 elektriciteit Samenvatting door een scholier 1150 woorden 22 april 2016 8,3 8 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Samenvatting Natuurkunde H7 Elektriciteit/Elektrische schakelingen

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Samenvatting 4 Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen

Samenvatting Natuurkunde Samenvatting 4 Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen Samenvatting Natuurkunde Samenvatting 4 Hoofdstuk 4 rillingen en cirkelbewegingen Samenvatting door Daphne 1607 woorden 15 maart 2019 0 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Samenvatting

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Ioniserende straling

Samenvatting Natuurkunde Ioniserende straling Samenvatting Natuurkunde Ioniserende straling Samenvatting door een scholier 1947 woorden 26 augustus 2006 6,5 102 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Samenvatting Natuurkunde VWO

Nadere informatie

Wetenschappelijke Begrippen

Wetenschappelijke Begrippen Wetenschappelijke Begrippen Isotoop Als twee soorten atoomkernen hetzelfde aantal protonen heeft (en dus van hetzelfde element zijn), maar een ander aantal neutronen (en dus een andere massa), dan noemen

Nadere informatie

formules havo natuurkunde

formules havo natuurkunde Subdomein B1: lektriciteit De kandidaat kan toepassingen van het gebruik van elektriciteit beschrijven, de bijbehorende schakelingen en de onderdelen daarvan analyseren en de volgende formules toepassen:

Nadere informatie

Examentraining 2015. Leerlingmateriaal

Examentraining 2015. Leerlingmateriaal Examentraining 2015 Leerlingmateriaal Vak Natuurkunde Klas 5 havo Bloknummer Docent(en) Blok IV Medische beeldvorming (B2) WAN Domein B: Beeld- en geluidstechniek Subdomein B2: Straling en gezondheid

Nadere informatie

Examentraining Natuurkunde havo Subdomein B2. Straling en gezondheid

Examentraining Natuurkunde havo Subdomein B2. Straling en gezondheid Examentraining Natuurkunde havo 2015 Subdomein B2. Straling en gezondheid Ioniserende straling Verschillen tussen α-, β- en γ-straling α-straling 4 2 Het bestaat uit He-kernen Groot ioniserend vermogen

Nadere informatie

natuurkunde havo 2018-I

natuurkunde havo 2018-I Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Scheepsradar maximumscore uitkomst: s =,9 0 4 m Elektromagnetische golven bewegen met de lichtsnelheid. De afstand die 8 4 het signaal

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 8, Bewegen in functies

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 8, Bewegen in functies Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 8, Bewegen in functies Samenvatting door een scholier 1016 woorden 19 januari 2003 5,6 80 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Samenvatting hoofdstuk

Nadere informatie

natuurkunde havo 2015-II

natuurkunde havo 2015-II natuurkunde havo 05-II Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Vleugel maimumscore antwoord: vier knopen en drie buiken, afwisselend afstand KB = afstand BK B maimumscore,70

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2002-I

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2002-I Eindexamen natuurkunde -2 havo 2002-I Opgave Binnenverlichting Maximumscore 4 uitkomst: R tot = 4 Ω voorbeelden van een berekening: methode Het totale vermogen van de twee lampjes is gelijk aan 25,0 =

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Materialen

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Materialen Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Materi Samenvatting door een scholier 1210 woorden 6 april 2015 6,9 35 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Hoofdstuk 3: Materi Eigenschappen van moleculen: -Ze verschillen

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 7.1 Fasen en dichtheid Een stukje scheikunde 1. Intermoleculaire ruimte 2. Hogere temperatuur, hogere snelheid 3.

Nadere informatie

Opgave 1 Millenniumbrug

Opgave 1 Millenniumbrug Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Opgave Millenniumbrug maximumscore antwoord: resonantie maximumscore uitkomst: v =, 6 0 m s voorbeeld van een berekening: Er geldt:

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 7.1 Fasen en dichtheid Een stukje scheikunde 1. Intermoleculaire ruimte 2. Hogere temperatuur, hogere snelheid 3.

Nadere informatie

Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5)

Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5) Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5) 2.1 Inleiding 1. a) Warmte b) Magnetische Energie c) Bewegingsenergie en Warmte d) Licht (stralingsenergie) en warmte e) Stralingsenergie 2. a) Spanning (Volt),

Nadere informatie

ELEKTROMAGNETISCHE STRALING

ELEKTROMAGNETISCHE STRALING ELEKTRODYNAMICA 1. INLEIDING... 3 2. SPANNING... 5 3. DE STROOMSTERKTE... 6 4. DE WEERSTAND... 7 5. STROOMSCHEMA'S... 8 6. WEERSTANDEN SCHAKELEN...11 7. ENERGIE EN VERMOGEN... 13 7.1. ENERGIE EN JOULE-EFFECT...13

Nadere informatie

Examentraining Natuurkunde havo Subdomein B1. Informatieoverdracht

Examentraining Natuurkunde havo Subdomein B1. Informatieoverdracht Examentraining Natuurkunde havo 2015 Subdomein B1. Informatieoverdracht Een trilling is een periodieke beweging rond een evenwichtsstand Kenmerkende grootheden: trillingstijd T (in s). Uit T is de frequentie

Nadere informatie

Examentraining Leerlingmateriaal

Examentraining Leerlingmateriaal Examentraining 2015 Leerlingmateriaal Vak Natuurkunde Klas 5 havo Bloknummer Docent(en) Blok V Informatieoverdracht (B1) WAN Domein B: Beeld- en geluidstechniek Subdomein B1. Informatieoverdracht Eindterm

Nadere informatie

Opgave 4 Het atoomnummer is het aantal protonen in de kern. Het massagetal is het aantal protonen plus het aantal neutronen in de kern.

Opgave 4 Het atoomnummer is het aantal protonen in de kern. Het massagetal is het aantal protonen plus het aantal neutronen in de kern. Uitwerkingen 1 protonen en neutronen Opgave negatief positief neutraal positief neutraal Een atoom bevat twee soorten geladen deeltjes namelijk protonen en elektronen. Elk elektron is evenveel negatief

Nadere informatie

Naam: Klas: Repetitie Radioactiviteit VWO (versie A)

Naam: Klas: Repetitie Radioactiviteit VWO (versie A) Naam: Klas: Repetitie Radioactiviteit VWO (versie A) Aan het einde van de repetitie vind je de lijst met elementen en twee tabellen met weegfactoren voor het berekenen van de equivalente en effectieve

Nadere informatie

Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt. Oefentoets schoolexamen 5 Vwo Natuurkunde Leerstof: Hoofdstukken 3, 5, 6 en 7 Tijdsduur: Versie: 90 minuten A Vragen: 20 Punten: Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk Opmerking: Let

Nadere informatie

Natuurkunde Hoofdstuk 12 & 13 VWO 5 / SE IV

Natuurkunde Hoofdstuk 12 & 13 VWO 5 / SE IV Natuurkunde Hoofdstuk 12 & 13 VWO 5 / SE IV 12.1 Een deel van het elektromagnetische spectrum is infrarood, dit zit naast het zichtbare licht en wordt vaak warmtestraling genoemd. Alle voorwerpen zenden

Nadere informatie

Groep 1 + 2 (klas 5), deel 1 Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5

Groep 1 + 2 (klas 5), deel 1 Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5 Groep 1 + 2 (klas 5), deel 1 Meerkeuzevragen + bijbehorende antwoorden aansluitend op hoofdstuk 2 paragraaf 1 t/m 3, Kromlijnige bewegingen (Systematische Natuurkunde) Vraag 1 Bij een horizontale worp

Nadere informatie

4,1. Samenvatting door L. 836 woorden 21 november keer beoordeeld. Natuurkunde. Natuurkunde samenvattingen Havo 4 periode 2.

4,1. Samenvatting door L. 836 woorden 21 november keer beoordeeld. Natuurkunde. Natuurkunde samenvattingen Havo 4 periode 2. Samenvatting door L. 836 woorden 21 november 2012 4,1 51 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Pulsar Natuurkunde samenvattingen Havo 4 periode 2. Hoofdstuk 3 Stroom, spanning en weerstand. * Elektrische

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2000-II

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2000-II Eindexamen natuurkunde -2 havo 2000-II 4 Antwoordmodel Opgave Slijtage bovenleiding uitkomst: m =,87 0 6 kg Het afgesleten volume is: V = (98,8 78,7) 0-6 5200 0 3 2 = 2,090 0 2 m 3. Hieruit volgt dat m

Nadere informatie

toelatingsexamen-geneeskunde.be

toelatingsexamen-geneeskunde.be Fysica juli 2009 Laatste update: 31/07/2009. Vragen gebaseerd op het ingangsexamen juli 2009. Vraag 1 Een landingsbaan is 500 lang. Een vliegtuig heeft de volledige lengte van de startbaan nodig om op

Nadere informatie

1 Uit welke deeltjes is de kern van een atoom opgebouwd? Protonen en neutronen.

1 Uit welke deeltjes is de kern van een atoom opgebouwd? Protonen en neutronen. SO Straling 1 Uit welke deeltjes is de kern van een atoom opgebouwd? Protonen en neutronen. 2 Waaruit bestaat de elektronenwolk van een atoom? Negatief geladen deeltjes, elektronen. 3 Wat bevindt zich

Nadere informatie

De hoeveelheid lucht die elke dag onderzocht wordt bedraagt 5,0 cm 3. Op dag 40

De hoeveelheid lucht die elke dag onderzocht wordt bedraagt 5,0 cm 3. Op dag 40 berekend. De meetresultaten zijn verwerkt in figuur. figuur De hoeveelheid lucht die elke dag onderzocht wordt bedraagt 5,0 cm 3. Op dag 40 3 vond men daarin 3,6 0 atomen radon. 8 Bereken het volume van

Nadere informatie

Opgave 4 Het atoomnummer is het aantal protonen in de kern. Het massagetal is het aantal protonen plus het aantal neutronen in de kern.

Opgave 4 Het atoomnummer is het aantal protonen in de kern. Het massagetal is het aantal protonen plus het aantal neutronen in de kern. Uitwerkingen 1 Opgave 1 protonen en neutronen Opgave negatief positief neutraal positief neutraal Opgave 3 Een atoom bevat twee soorten geladen deeltjes namelijk protonen en elektronen. Elk elektron is

Nadere informatie

Golven. 4.1 Lopende golven

Golven. 4.1 Lopende golven Golven 4.1 Lopende golven Samenvatting bladzijde 158: Lopende golf Transversale golf http://www.pontes.nl/~natuurkunde/vwogolf164/transversale_golfsimulation.html Longitudinale golf http://www.pontes.nl/~natuurkunde/vwogolf164/longitudinale_golfsimulation.html

Nadere informatie

1 Een lichtbron zendt licht uit met een golflengte van 589 nm in vacuüm.

1 Een lichtbron zendt licht uit met een golflengte van 589 nm in vacuüm. Domein F: Moderne fysica Subdomein: Atoomfysica 1 Een lichtbron zendt licht uit met een golflengte van 589 nm in vacuüm. Bereken de energie van het foton in ev. E = h c/λ (1) E = (6,63 10-34 3 10 8 )/(589

Nadere informatie

J De centrale draait (met de gegevens) gedurende één jaar. Het gemiddelde vermogen van de centrale kan dan berekend worden:

J De centrale draait (met de gegevens) gedurende één jaar. Het gemiddelde vermogen van de centrale kan dan berekend worden: Uitwerking examen Natuurkunde1 HAVO 00 (1 e tijdvak) Opgave 1 Itaipu 1. De verbruikte elektrische energie kan worden omgerekend in oules: 17 = 9,3 kwh( = 9,3 3, ) = 3,3 De centrale draait (met de gegevens)

Nadere informatie

6,9. Samenvatting door een scholier 833 woorden 13 december keer beoordeeld. Natuurkunde 1.1

6,9. Samenvatting door een scholier 833 woorden 13 december keer beoordeeld. Natuurkunde 1.1 Samenvatting door een scholier 833 woorden 13 december 2014 6,9 35 keer beoordeeld Vak Natuurkunde 1.1 Sommige materialen kunnen stroom doorlaten > geleiders. Isolatoren laten geen stroom door. De grootte

Nadere informatie

natuurkunde vwo 2019-II

natuurkunde vwo 2019-II Pariser Kanone maximumscore 3 uitkomst: L = 34 m (met een marge van m) voorbeeld van een bepaling: De lengte van de loop is gelijk aan de door de granaat afgelegde weg. Deze volgt uit de oppervlakte onder

Nadere informatie

Formules voor Natuurkunde Alle formules die je moet kennen voor de toets. Eventuele naam of uitleg

Formules voor Natuurkunde Alle formules die je moet kennen voor de toets. Eventuele naam of uitleg Formules voor Natuurkunde Alle formules die je moet kennen voor de toets. Formule Eventuele naam of uitleg m # = m%# Machten van eenheden: regel m # m ( = m #)( Machten van eenheden: regel 2 m # m ( =

Nadere informatie

TENTAMEN NATUURKUNDE

TENTAMEN NATUURKUNDE CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN NATUURKUNDE TENTAMEN NATUURKUNDE datum : vrijdag 28 april 2017 tijd : 13.30 tot 16.30 uur aantal opgaven : 5 aantal antwoordbladen : 1 (bij opgave 1) Iedere opgave dient

Nadere informatie

methode 2: Voor de vervangingsweerstand van de twee parallel geschakelde lampen geldt:

methode 2: Voor de vervangingsweerstand van de twee parallel geschakelde lampen geldt: Uitwerkingen natuurkunde Havo 1999-I Opgave 1 Accu 3p 1. Het vermogen van de lampen wordt gegeven door P = VI. Dus de accu moet een stroom leveren van I = P/V = 100/12 = 8,33 A. De "capaciteit" wordt berekend

Nadere informatie

Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt. Oefentoets schoolexamen 5 Vwo Natuurkunde Leerstof: Hoofdstukken 3, 5, 6 Tijdsduur: Versie: A Vragen: 24 Punten: Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk Opmerking: Let op dat je alle

Nadere informatie

H7+8 kort les.notebook June 05, 2018

H7+8 kort les.notebook June 05, 2018 H78 kort les.notebook June 05, 2018 Hoofdstuk 7 en Materie We gaan eens goed naar die stoffen kijken. We gaan steeds een niveau dieper. Stoffen bijv. limonade (mengsel) Hoofdstuk 8 Straling Moleculen water

Nadere informatie

1. Een karretje op een rail

1. Een karretje op een rail Natuurkunde Vwo 1986-II 1. Een karretje op een rail Een rail, waarvan de massa 186 gram is, heeft in het midden een knik. De beide rechte stukken zijn even lang. De rail wordt. slechts in de twee uiterste

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde pilot havo I

Eindexamen natuurkunde pilot havo I Beoordelingsmodel Opgave Tsjernobyl, ruim 0 jaar later maximumscore 3 uitkomst: Het percentage Cs-37 dat in het gebied terechtkwam, is 7,%. voorbeelden van een berekening: methode 3 6 6 5 De totale activiteit

Nadere informatie

Compex natuurkunde 1-2 havo 2003-I

Compex natuurkunde 1-2 havo 2003-I Compex natuurkunde -2 havo 2003-I 4 Antwoordmodel Opgave Verwarmingslint voorbeeld van een antwoord: Ook bij hoge buitentemperaturen (waarbij geen gevaar voor bevriezing is) geeft het lint warmte af. Je

Nadere informatie

Bestaand (les)materiaal. Loran de Vries

Bestaand (les)materiaal. Loran de Vries Bestaand (les)materiaal Loran de Vries Database www.adrive.com Email: ldevries@amsterdams.com ww: Natuurkunde4life NiNa lesmateriaal Leerlingenboekje in Word Docentenhandleiding Antwoorden op de opgaven

Nadere informatie

Een snaar vertoont de bovenstaande staande trilling. Met welke toon hebben we hier te maken? 1. De grondtoon; 2. De vijfde boventoon; 3. De zesde bove

Een snaar vertoont de bovenstaande staande trilling. Met welke toon hebben we hier te maken? 1. De grondtoon; 2. De vijfde boventoon; 3. De zesde bove Een snaar vertoont de bovenstaande staande trilling. Met welke toon hebben we hier te maken? 1. De grondtoon; 2. De vijfde boventoon; 3. De zesde boventoon; 4. De zevende boventoon. Een snaar vertoont

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 scorepunt toegekend.

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 scorepunt toegekend. Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Opgave SPECT-CT-scan B maximumscore 3 antwoord: 99 99 Mo Tc + 0 e + ( γ) of 99 99 Mo Tc + e + ( γ ) 4 43 het elektron

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2006-I

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2006-I Opgave 1 Itaipu Op de grens van Brazilië en Paraguay ligt de waterkrachtcentrale van Itaipu. Zie figuur 1. De stuwdam is een van de grootste ter wereld. In de dam zijn 18 generatoren aangebracht (zie figuur

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2004-II

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2004-II Eindexamen natuurkunde vwo 004-II 4 Beoordelingsmodel Opgave Brachytherapie Maximumscore voorbeeld van een antwoord: De -straling, want deze heeft het grootste ioniserend vermogen / een zeer korte dracht

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1 havo I

Eindexamen natuurkunde 1 havo I Opgave 1 Tsjernobyl, ruim 20 jaar later In 1986 ontplofte in Tsjernobyl een kernreactor. Grote hoeveelheden radioactieve stoffen werden bij dit ongeluk de lucht in geblazen. Door de wind verspreidden de

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1 vwo II

Eindexamen natuurkunde 1 vwo II Opgave 1 Defibrillator Een defibrillator wordt gebruikt om het hart van mensen met een acute hartstilstand te reactiveren. Zie figuur 1. figuur 1 electroden De borstkas van de patiënt wordt ontbloot, waarna

Nadere informatie

Rendement: percentage energie die daadwerkelijk voor de functie van het apparaat gebruikt wordt (licht bij een lamp).

Rendement: percentage energie die daadwerkelijk voor de functie van het apparaat gebruikt wordt (licht bij een lamp). Samenvatting door M. 2578 woorden 1 december 2015 6 11 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Hoofdstuk 1: elektriciteit 4vwo 2. Elektrisch vermogen: wat een apparaat per seconde (J/s of W) omzet. Rendement:

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal U (V) 4.1 Eigenschappen van trillingen Harmonische trilling Een electrocardiogram (ECG) gaf het volgende

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2003-I

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2003-I 4 Antwoordmodel Opgave Verwarmingslint voorbeeld van een antwoord: Ook bij hoge buitentemperaturen (waarbij geen gevaar voor bevriezing is) geeft het lint warmte af. Je bespaart energie / het lint gaat

Nadere informatie

Inleiding stralingsfysica

Inleiding stralingsfysica Inleiding stralingsfysica Historie 1896: Henri Becquerel ontdekt het verschijnsel radioactiviteit 1895: Wilhelm Conrad Röntgen ontdekt Röntgenstraling RadioNucliden: Inleiding Stralingsfysica 1 Wat maakt

Nadere informatie

Inhoud. 1 Inleiding 13. 1 energie 19

Inhoud. 1 Inleiding 13. 1 energie 19 Inhoud 1 Inleiding 13 1 onderzoeken van de natuur 13 Natuurwetenschappen 13 Onderzoeken 13 Ontwerpen 15 2 grootheden en eenheden 15 SI-stelsel 15 Voorvoegsels 15 3 meten 16 Meetinstrumenten 16 Nauwkeurigheid

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 (elektriciteit)

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 (elektriciteit) Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 (elektriciteit) Samenvatting door een scholier 1671 woorden 2 december 2012 5,6 55 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Natuurkunde H2 elektriciteit

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2004-I

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2004-I - + Eindexamen natuurkunde vwo 2004-I 4 Beoordelingsmodel Opgave Valentijnshart Maximumscore 4 uitkomst: b 2,9 mm Bij het fotograferen van een voorwerp in het oneindige geldt: b f Bij het fotograferen

Nadere informatie

Exact Periode 5. Dictaat Licht

Exact Periode 5. Dictaat Licht Exact Periode 5 Dictaat Licht 1 1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is een elektromagnetische

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2004-II

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2004-II 4 Beoordelingsmodel Opgave Natuurlijke kernreactor voorbeeld van een antwoord: Bij een splijting van een uraniumkern (door een neutron) ontstaan enkele nieuwe neutronen. Een kernreactor wordt kritisch

Nadere informatie

Opgave 1 Koolstof-14-methode

Opgave 1 Koolstof-14-methode Eindexamen havo natuurkunde pilot 04-II Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Opgave Koolstof-4-methode maximumscore 3 antwoord: aantal aantal aantal massa halveringstijd

Nadere informatie

Geleider: (metaal) hierin kunnen elektronen bewegen, omdat de buitenste elektronen maar zwak aangetrokken worden tot de kern (vrije elektronen)

Geleider: (metaal) hierin kunnen elektronen bewegen, omdat de buitenste elektronen maar zwak aangetrokken worden tot de kern (vrije elektronen) Boekverslag door B. 1240 woorden 16 juni 2015 7.6 10 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Pulsar Hoofdstuk 3, Elektriciteit 1 1 Lading en stroom Elektrische lading kan positief of negatief zijn. Gelijke

Nadere informatie

Elektro-magnetisme Q B Q A

Elektro-magnetisme Q B Q A Elektro-magnetisme 1. Een lading QA =4Q bevindt zich in de buurt van een tweede lading QB = Q. In welk punt zal de resulterende kracht op een kleine positieve lading QC gelijk zijn aan nul? X O P Y

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2001-I

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2001-I Eindexamen natuurkunde -2 havo 200-I 4 Antwoordmodel Opgave Rolweerstand Maximumscore 5 voorbeeld van een juiste grafiek: F rol (N) 40 20 00 80 60 40 20 0 0 200 400 600 800 000 200 m (kg) de schaalverdeling

Nadere informatie

Opgave 1 Millenniumbrug

Opgave 1 Millenniumbrug Opgave Millenniumbrug maximumscore antwoord: resonantie maximumscore uitkomst: v =, 6 0 m s voorbeeld van een berekening: Er geldt: λ = vt met λ = 44 m en T = 0,90 s. De golfsnelheid in het λ 44 wegdek

Nadere informatie

Examen VWO. natuurkunde. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. natuurkunde. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VWO 212 tijdvak 2 woensdag 2 juni 13.3-16.3 uur natuurkunde Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 75 punten te behalen. Voor elk

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde havo I

Eindexamen natuurkunde havo I Opgave 1 Accu In een auto wordt bij de elektriciteitsvoorziening een accu gebruikt. Op zo n accu staan gegevens vermeld. Zie figuur 1. figuur 1 Behalve de spanning van 12 V vermeldt men ook de zogenaamde

Nadere informatie

TENTAMEN NATUURKUNDE

TENTAMEN NATUURKUNDE CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN NATUURKUNDE TENTAMEN NATUURKUNDE tweede voorbeeldtentamen CCVN tijd : 3 uur aantal opgaven : 5 aantal antwoordbladen : 1 (bij opgave 2) Iedere opgave dient op een afzonderlijk

Nadere informatie

In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur).

In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). 2.1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is een elektromagnetische golf. Andere voorbeelden

Nadere informatie

Radioactiviteit werd ontdekt in 1898 door de Franse natuurkundige Henri Becquerel.

Radioactiviteit werd ontdekt in 1898 door de Franse natuurkundige Henri Becquerel. H7: Radioactiviteit Als een bepaalde kern van een element te veel of te weinig neutronen heeft is het onstabiel. Daardoor gaan ze na een zekere tijd uit elkaar vallen, op die manier bereiken ze een stabiele

Nadere informatie

Lees dit voorblad goed! Trek op alle blaadjes kantlijnen

Lees dit voorblad goed! Trek op alle blaadjes kantlijnen NATUURKUNDE Havo. Lees dit voorblad goed! Trek op alle blaadjes kantlijnen Schoolexamen Havo-5: SE4: Na code:h5na4 datum : 11 maart 2009 tijdsduur: 120 minuten. weging: 30%. Onderwerpen: Systematische

Nadere informatie

Parate-kennis-toets natuurkunde HAVO5. m V ρ = dichtheid (kg/m 3 ) m = massa (kg) V = volume (m 3 )

Parate-kennis-toets natuurkunde HAVO5. m V ρ = dichtheid (kg/m 3 ) m = massa (kg) V = volume (m 3 ) . Wat is de standaardeenheid van massa? kilogram (kg). Hoe luidt de formule voor de dichtheid? Geef ook een symboolverklaring. 3. Twee krachten F en F zijn tegengesteld gericht; F = 0 N (naar voren gericht)

Nadere informatie

Eindexamen havo natuurkunde pilot II

Eindexamen havo natuurkunde pilot II Eindexamen havo natuurkunde pilot 0 - II Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden scorepunten toegekend. Opgave Parasaurolophus maximumscore antwoord: resonantie maximumscore Voor de grondtoon

Nadere informatie

Exact Periode 5 Niveau 3. Dictaat Licht

Exact Periode 5 Niveau 3. Dictaat Licht Exact Periode 5 Niveau 3 Dictaat Licht 1 1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is

Nadere informatie

- KLAS 5. c) Bereken de snelheid waarmee een elektron vrijkomt als het groene licht op de Rbkathode

- KLAS 5. c) Bereken de snelheid waarmee een elektron vrijkomt als het groene licht op de Rbkathode NATUURKUNDE - KLAS 5 PROEFWERK H7 --- 26/11/10 Het proefwerk bestaat uit 3 opgaven; totaal 32 punten. Opgave 1: gasontladingsbuis (4 p) In een gasontladingsbuis (zoals een TL-buis) zijn het gassen die

Nadere informatie

natuurkunde vwo 2017-II

natuurkunde vwo 2017-II natuurkunde vwo 07-II Rookmelder maximumscore 3 38 39 9 0 9 U+ n U 4 4 0 94 95 Pu Am+ e inzicht dat in de eerste reactie een neutron links van de pijl staat inzicht dat in de tweede reactie een elektron

Nadere informatie

H8 straling les.notebook. June 11, 2014. Straling? Straling: Wordt doorgelaten of wordt geabsorbeerd. Stralingsbron en straling

H8 straling les.notebook. June 11, 2014. Straling? Straling: Wordt doorgelaten of wordt geabsorbeerd. Stralingsbron en straling Stralingsbron en straling Straling? Bron Soorten straling: Licht Zichtbaarlicht (Kleuren violet tot rood) Infrarood (warmte straling) Ultraviolet (maakt je bruin/rood) Elektromagnetische straling Magnetron

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde pilot havo II

Eindexamen natuurkunde pilot havo II Eindexamen natuurkunde pilot havo 0 - II Beoordelingsmodel Vraag Antwoord Scores Opgave Vooruitgang maximumscore 4 uitkomst: (met een marge van 5 m) s = 8 (m) voorbeeld van een bepaling: De afstand s die

Nadere informatie

1. 1 Wat is een trilling?

1. 1 Wat is een trilling? 1. 1 Wat is een trilling? Een trilling is een beweging die steeds wordt herhaald. Bijvoorbeeld een massa m dat aan een veer hangt. In rust bevindt m zich in de evenwichtsstand. Als m beweegt noemen we

Nadere informatie

Examen VWO. natuurkunde 1. tijdvak 2 woensdag 24 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. natuurkunde 1. tijdvak 2 woensdag 24 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VWO 2009 tijdvak 2 woensdag 24 juni 13.30-16.30 uur natuurkunde 1 Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 24 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 76 punten te behalen. Voor

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde havo I

Eindexamen natuurkunde havo I Beoordelingsmodel Opgave Lord of the Flies maximumscore voorbeelden van een antwoord: methode Alleen een bolle lens kan licht concentreren in één punt (zodat de temperatuur kan stijgen). De bril van de

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN VWO 2015

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN VWO 2015 MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR VAK : NATUURKUNDE DATUM : VRIJDAG 19 JUNI 2015 TIJD : 07.45 10.45 UNIFORM EXAMEN VWO 2015 Aantal opgaven: 5 Aantal pagina s: 6 Controleer zorgvuldig of alle

Nadere informatie

Als de lijn een sinusvorm heeft spreek je van een harmonische trilling of een zuivere toon.

Als de lijn een sinusvorm heeft spreek je van een harmonische trilling of een zuivere toon. muziek; trillingen en golven Geluidsbron: alles dat geluid maakt. Een geluidsbron maakt geluid door te trillen. Periodieke beweging: een heen en weer beweging van een geluidsbron. Een zo een heen en weer

Nadere informatie

1 f T De eenheid van trillingstijd is (s). De eenheid van frequentie is (Hz).

1 f T De eenheid van trillingstijd is (s). De eenheid van frequentie is (Hz). 1. 1 Wat is een trilling? Een trilling is een beweging die steeds wordt herhaald. Bijvoorbeeld een massa m dat aan een veer hangt. In rust bevindt m zich in de evenwichtsstand. Als m beweegt noemen we

Nadere informatie

natuurkunde vwo 2016-I

natuurkunde vwo 2016-I natuurkunde vwo 06-I Gekleurde LED s maximumscore uitkomst: R =, 0 Ω voorbeeld van een bepaling: Bij een stroom door de LED van 0,60 ma is de spanning over de LED,64 V. Voor de spanning over de weerstand

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 5

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 5 Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 5 Samenvatting door Fleur 1005 woorden 10 oktober 2017 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Pulsar Natuurkunde 5.1 Een schema van de elektrische installatie van

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal U (V) 4.1 Eigenschappen van trillingen Harmonische trilling Een electrocardiogram (ECG) gaf het volgende

Nadere informatie