BrandVeilig Leven Evolutie of Revolutie?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BrandVeilig Leven Evolutie of Revolutie?"

Transcriptie

1 BrandVeilig Leven Evolutie of Revolutie? Op weg naar een andere brandweer Rapportage verkenning BrandVeilig Leven Léon Haver Han van Bussel april 2010 definitief

2 Managementsamenvatting De brandweer heeft in een toekomstverkenning de Brandweer over morgen, strategische reis voor vernieuwingen de contouren geschetst voor een nieuw bedrijfsmodel. Speerpunten hierbij zijn een veiliger maatschappij, een financieel beheersbare organisatie en meer sturen op risico s. De NVBR heeft, met subsidie van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het project Veilig Leven, een verkenning naar Community Safety in Nederland uitgevoerd. Dit project is een belangrijke stap bij het invullen van een nieuwe strategische doctrine brandveiligheid. Deze rapportage geeft inzicht in de uitkomsten van de verkenning van de activiteiten in het kader van BrandVeilig Leven (voorheen Community Safety genoemd). In een onderzoek is geïnventariseerd welke activiteiten brandweerkorpsen in Nederland en in het buitenland uitvoeren om de fysieke en sociale veiligheid van verschillende doelgroepen in hun eigen omgeving te verbeteren. Daarnaast is met een grote klankbordgroep een analyse gemaakt van de huidige aanpak en de mogelijkheden bepaald om brandveiligheid te vergroten. De inventarisatie van huidige activiteiten leert dat een groot deel van de regionale en gemeentelijke brandweerkorpsen wel activiteiten in het kader van BrandVeilig Leven uitvoert, maar dat de focus nog steeds ligt op het beperken van het effect en dat de impact bovendien beperkt is doordat er nog weinig gerichte activiteiten zijn naar doelgroepen. Er is nog veel ruimte voor ontwikkeling. En hier kan geleerd worden van de activiteiten en ontwikkelingen bij buitenlandse brandweerkorpsen (met name Grootevolutie gaande is, waarbij brandweerkorpsen invulling geven aan het vergroten van de brandveiligheid. De rapportage laat ook zien dat de gewenste aanpak soms sterk afwijkt van de huidige aanpak en dat er een revolutie, een nieuwe visie op BrandVeilig Leven, nodig is om de kans op risico s te verkleinen. In de rapportage worden vijf hoofdaanbevelingen gedaan voor de invulling van BrandVeilig Leven. Brittannië), die vaak al een stap verder zijn. BrandVeilig Leven: evolutie of revolutie? De rapportage toont aan dat er al een Samenwerking De brandweer moet meer samenwerken met externe partners. Samenwerken om beter de verschillende doelgroepen te kunnen bereiken. Samenwerken om kennis en ervaring te benutten in de gedragsverandering die nodig is. Samenwerken om bestuurlijk draagvlak te creëren voor een andere aanpak binnen de brandweer met meer zelfredzaamheid en gedeelde verantwoordelijkheid. Aanpak In de aanpak moet de focus meer liggen op het verkleinen van de kans op incidenten. De effectiviteit is het grootste door activiteiten te richten op specifieke doelgroepen met de grootste risico s (particulieren) en de meeste impact (jongeren). Hiervoor is het wenselijk om per regio een risicoprofiel te maken waarmee de juiste doelgroep kan worden bepaald. In de aanpak gaat het naast de gebruikelijke voorlichting vooral om programma s om het gedrag te veranderen. Ook hier is het belangrijk om de aanpak goed te laten aansluiten bij de doelgroep. Jongeren vragen bijv. om andere programma s waarbij de nieuwe media kan worden ingezet. Wij pleiten, naast een aanpak op korte/middellange termijn, voor een specifieke aanpak voor de lange termijn, gericht op de nieuwe generatie. Dit om een andere paradigma op het organiseren van veiligheid ter realiseren. Deze andere aanpak kost tijd en vraagt om een lange adem. De aanbevolen aanpak vraagt om meer samenwerking met gespecialiseerde partners en om een andere invulling van de brandweer (andere competenties). Bewustwording Invulling geven aan meer brandveiligheid vraagt om een groter brandveiligheidbewustzijn bij burgers en bedrijven. Door bewustwording van de risico s kan de verantwoordelijkheid beter worden gedeeld en kan er acceptatie ontstaan voor acceptabele restrisico s. Ontwikkeling van een nieuwe aanpak vraagt ook om bewustwording van het eigen en nieuw personeel en draagvlak voor de verandering. 2/43

3 Ontwikkeling en ondersteuning Vanuit de brandweerkorpsen is een duidelijke behoefte aan een landelijk beleidskader en middelen om de veranderingen te implementeren. Daarnaast wordt de aanbeveling gedaan om met pilots en leerkringen te werken om een nieuwe aanpak te ontwikkelen en van elkaar te leren. Meetbaarheid BrandVeilig Leven heeft als doelstelling om het maatschappelijk rendement te verhogen. Op dit moment is het meten van dit rendement is echter beperkt ontwikkeld terwijl zichtbaar rendement wel nodig is om draagvlak bij het bestuur en de samenleving te verwerven. De aanbeveling is om een (landelijke) methode voor meetbaarheid te ontwikkelen en dit in de pilots te toetsen. 3/43

4 Inhoudsopgave Managementsamenvatting Inleiding Aanleiding Doelstelling en onderzoeksvragen Leeswijzer Kaders en samenhang Wat is BrandVeilig Leven? Koppeling met andere NVBR-projecten Implementatiebegeleiding Dekkingsplannen Brandweer (IBDB) Terugdringen nodeloze uitrukken Actieprogramma Brandveiligheid BrandVeilig Leven in de praktijk Onderzoeksaanpak Uitkomsten Nederland Juridische toets Uitkomsten buitenland Conclusies en aanbevelingen Samenwerking Aanbevelingen samenwerking Aanpak Aanbevelingen aanpak Bewustwording Aanbevelingen bewustwording Ontwikkeling en ondersteuning Aanbevelingen ontwikkeling en ondersteuning Meetbaarheid Aanbevelingen meetbaarheid Bijlage 1: Bronnen Bijlage 2: Verandering gedrag Bijlage 3: Mogelijke regionale aanpak Bijlage 4: Vragenlijsten Bijlage 5: Beschrijving landelijke e projecten /43

5 1. Inleiding Deze rapportage geeft inzicht in de uitkomsten van de verkenning van de activiteiten in het kader van BrandVeilig Leven (voorheen Community Safety genoemd) bij brandweerkorpsen in Nederland en in het buitenland. Preventieve activiteiten die het veiligheidsbewustzijn, de verantwoordelijkheidsverdeling en de zelfredzaamheid bevorderen. De verkenning is uitgevoerd door het NVBR project Veilig Leven, een verkenning naar Community Safety in Nederland onder alle gemeentelijke en regionale brandweerkorpsen van Nederland en een selectie van verschillende buitenlandse korpsen. De uitkomsten moeten een handvat bieden om BrandVeilig Leven binnen Nederland verder vorm te geven en te ontwikkelen in de lijn van de strategische toekomstverkenning die de brandweer de afgelopen jaren heeft uitgevoerd onder de naam, de Strategische Reis. Meer informatie over de Strategische Reis en de achtergronden hiervan zijn terug te vinden in het boek De Brandweer over morgen, strategische reis als basis voor vernieuwing. In deze rapportage wordt verder geen verdieping gegeven op de strategische reis behalve daar waar het voor de keuzes in deze rapportage van belang is. 1.1 Aanleiding De Strategische Reis is de basis voor nagenoeg alle huidige belangrijke bewegingen binnen het brandweerveld. De Strategische Reis geeft een beeld hoe de brandweer er in de toekomst (2040) uit kan zien en schetst de contouren van een nieuw bedrijfsmodel. Deze Strategische Reis is daarom ook een belangrijke basis voor beleidsinitiatieven van Risicobeheersing (proactie en preventie) in de komende jaren. Wat is het probleem? Vanuit de Strategische Reis is een uitgebreide analyse gemaakt naar de rol, het functioneren en de effecten van de inzet van de brandweer in relatie tot de veranderende maatschappij. Speerpunten binnen het nieuwe bedrijfsmodel zijn een veiliger maatschappij, een financieel beheersbare organisatie atie en meer sturen op risico s. Belangrijke constateringen uit de Strategische Reis zijn: Er is een maatschappelijke verandering aan de gang waarbij: de overheid de bureaucratie en regelgeving probeert te beperken; verantwoordelijkheden gedeeld worden tussen overheid en burgers/bedrijven. De huidige activiteiten van de brandweer richten zich primair op het beperken van het effect van incidenten en minder op het verkleinen van de kans op een incident; Risicobeheersingactiviteiten worden vooral ingevuld door adviseren vanuit en handhaven van regelgeving. De effectiviteit hiervan is niet inzichtelijk en er is een sterke tendens naar minder regels, mede vanuit het oogpunt van administratieve lastenverlichting. Nieuwe trends en ontwikkelingen leiden in het bestaande bedrijfsmodel tot een eindeloze lijst van verbeterprojecten en tot kostenverhoging. Daarom wordt in de Strategische Reis gekozen voor het ontwikkelen van een nieuw bedrijfsmodel met een hoger maatschappelijk rendement. In dit bedrijfs- model ligt de aandacht nog sterker op de voorkant van de veiligheidsketen, het verkleinen van de kans op incidenten. Dit kan bereikt worden door meer samenwerking en een verscherping van de verantwoordelijkheidsverdeling van de betrokken partijen binnen de keten van brandveiligheid. En door een toename van het brandveiligheidbewustzijn en de eigen verantwoordelijkheid van burgers en bedrijven. 5/43

6 Met BrandVeilig Leven is de brandweer op weg naar een nieuwe strategische doctrine brandveiligheid. BrandVeilig Leven kan het gat vullen tussen de huidige proactie- en preventieactiviteiten die vooral door wet- en regelgeving zijn ingegeven, zie figuur 1. BrandVeilig Leven is ook een logische ontwikkeling die voortkomt uit tal van (lokale) initiatieven die nu al worden genomen om de brandveiligheid te vergroten (zie voor voorbeelden bijlage 5). BrandVeilig Leven wil deze beweging eging inspireren en faciliteren om samen te reizen op weg naar een brandveiligere samenleving. figuur 1: BrandVeilig Leven als onderdeel van de Strategische Reis 6/43

7 1.2 Doelstelling en onderzoeksvragen De laatste jaren zijn veel initiatieven in het land ontstaan onder verschillende noemers als Meer Rood op Straat, Community Safety en Veilig Wonen. Deze initiatieven zijn zeer divers van invulling, maar streven allen een vergelijkbaar doel na dat aansluit bij de doelstelling van BrandVeilig Leven. Om meer zicht te krijgen op de mogelijkheden en wenselijkheid van BrandVeilig Leven in Nederland heeft de NVBR, met subsidie van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het project Veilig Leven, een verkenning naar Community Safety in Nederland gestart. Deze rapportage bevat de uitkomsten van deze verkenning. De belangrijkste onderzoeksvragen voor deze verkenning waren: Wat verstaan we onder BrandVeilig Leven? Wat doet de brandweer aan BrandVeilig Leven initiatieven in Nederland? Hoe kan de (brand)veiligheid met deze activiteiten worden vergroot? Hoe kan het rendement van interventies vergroot worden? Hoe kan de brandweer bijdragen aan een betere verantwoordelijkheidsverdeling die past in het beleid van de overheid? 1.3 Leeswijzer Hoofdstuk 2 geeft een en definitie voor BrandVeilig Leven en de samenhang hiervan met andere (strategische) ontwikkelingen in het beleidsveld. Hoofdstuk 3 beschrijft de onderzoeksmethode en de resultaten van de verkenning naar de verschillende initiatieven op het gebied van Brandveilig leven zoals deze is uitgevoerd onder de Nederlandse brandweerkorpsen en in het buitenland. Tevens is een juridische toets gedaan. Hoofdstuk 4 verbindt de resultaten van de binnenlandse en buitenlandse verkenning en relateert dit daar waar mogelijk is aan theoretische kaders. Hieruit worden conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan voor de toekomst. 7/43

8 2. Kaders en samenhang 2.1 Wat is BrandVeilig Leven? Veel partijen houden zich bezig met veiligheid. Samen met verschillende partijen die zowel bij fysieke als sociale veiligheid betrokken zijn is een aanzet gegeven om tot een eenduidige definitie te komen voor BrandVeilig Leven. Deze partijen waren het CCV, de Nederlandse Brandwondenstichting, NIFV, Taakgroep Handicap en Samenleving, Verbond van Verzekeraars en de ministeries van VROM en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, NVBR Netwerk LNB en Risicobeheersing. Uit de dialogen met deze verschillende partijen kwam een aantal wezenlijke aspecten naar voren, die van belang werden geacht voor een definitie van BrandVeilig Leven: BrandVeilig Leven beperkt zich niet tot de fysieke veiligheid, maar betreft ook de sociale veiligheid Brandveiligheid is de eerste focus, mede door het sterke en betrouwbare imago van brandweer. Dit maakt het makkelijker het publiek te bereiken. De meeste effectiviteit is te bereiken door in de directe (woon)omgeving te starten 1. Dit, aangevuld met de uitkomsten van de verkenning, leidt tot de volgende definitie: BrandVeilig Leven omvat de activiteiten die tot doel hebben de fysieke en sociale veiligheid van verschillende doelgroepen in hun eigen omgeving te verbeteren. Dit gebeurt door het veiligheidsbewustzijn, en hun rol in het organiseren van de (eigen) veiligheid en de zelfredzaamheid te vergroten. Dit in samenwerking met andere partijen in die omgeving. Kortom BrandVeilig Leven is de verzamelnaam van activiteiten om de veiligheid in de directe leefhet veiligheidsbewustzijn en de zelfredzaamheid, door de eigen verantwoordelijkheid van de burger bij zijn/haar eigen veiligheid te stimuleren (gedragsverandering). De effectiviteit wordt bepaald door de mate waarin en de wijze omgeving te verbeteren. Deze activiteiten zijn gericht op het vergroten van waarop een burger wordt aangesproken 2. Hoe specifieker, des te groter het effect. Doelgroepbenadering is daarom van groot belang. Hierbij is het belangrijk om de samenwerking met andere partijen te verbeteren, om de toegankelijkheid tot de doelgroep(en) te vergroten en de focus te verbreden naar meer dan alleen brandveiligheid. Omdat de focus breder er is, is het belangrijk dat de term Brand op termijn uit de titel verdwijnt en het Veilig Leven gaat heten. 2.2 Koppeling met andere NVBR-projecten BrandVeilig Leven staat niet op zichzelf. BrandVeilig Leven heeft een relatie met veel van andere projecten, die spelen in het brandweerveld. Hieronder een globaal overzicht van een aantal van deze projecten en hun relatie met BrandVeilig Leven. Dit overzicht is niet-limitatief Implementatiebegeleiding Dekkingsplannen Brandweer (IBDB). In het Besluit Veiligheidsregio 's (art ) zijn de opkomsttijden voor de brandweer vastgelegd, inclusief de mogelijkheid om hier beargumenteerd van af te wijken. Dit heeft een relatie met het dekkingsplan en met het regionaal risicoprofiel, waarin ook een inventarisatie en analyse van de brandrisico's moet worden opgenomen. Doel van dit project is om een landelijk kader of handreiking te ontwikkelen om - vanuit het vak beredeneerd - een antwoord te kunnen geven op de vragen hoe en waarom gemotiveerd afgeweken kan worden van de gestelde normen. Relatie met BrandVeilig Leven Als door regio's afgeweken wordt van de opkomsttijden, is het de bedoeling dat dit gepaard gaat met voorzieningen die het niveau van brandveiligheid op peil houden. Zo wordt in Drenthe gekeken of de 1 Bijna 90% van de brandslachtoffers (2008) valt in de woonomgeving, betrokkenheid bij eigen omgeving vergroot de bereidheid gedrag aan te passen 2 Zie ook bijlage 2 8/43

9 lagere opkomsttijden gecompenseerd kunnen worden door bijvoorbeeld rookmelders aan te brengen. Ook in Rotterdam en Amsterdam zijn wijken uitgerust met rookmelders, omdat de dichtstbijzijnde kazerne werd gesloten. Het doel van het artikel in het Besluit Veiligheidsregio 's is niet om kazernes te sluiten, maar om in situaties, waarbij wordt afgeweken van de opkomsttijden, de bestuurders op de mogelijkheid van compenserende maatregelen te wijzen. De keuze voor afwijken en welke maatregelen als compensatie dienen, moeten goed beargumenteerd en gelegitimeerd zijn (immers de opkomsttijden worden vastgelegd in het dekkingsplan dat onderdeel is van het beleidsplan dat voorligt bij alle gemeenteraden). Het is van belang dat de bestuurder dit actief communiceert aan de burgers, hoewel dit geen vereiste is in de wet of het besluit. In de wet staat wel een verplichting om te communiceren over mogelijke rampen en crises, maar niet over andere veiligheidsrisico s. In ieder geval is het duidelijk dat BrandVeilig Leven bij deze communicatie een belangrijke rol kan spelen Terugdringen nodeloze uitrukken Loze meldingen komen geregeld bij de brandweerprofessie en de bestuurders onder de aandacht. Dit project onderzoekt hoe op de middellange termijn het aantal nodeloze uitrukken door de brandweer substantieel (meer dan de helft) verlaagd kan worden. Een drastische verlaging vraagt een onconwat wel en wat niet door ventionele aanpak: aanpassing van wet- en regelgeving met andere criteria te melden en daarmee de verantwoordelijkheden anders te beleggen. Relatie met BrandVeilig Leven Om het aantal nodeloze uitrukken drastisch terug te dringen, wordt onderzocht bij welke categorieën" gebruiksfuncties doormelden van alarmeringen achterwege kan blijven. Ook hierbij staat de eigen verantwoordelijkheid van de gebruiker/eigenaar voor ontvluchting voorop. Hier ligt de relatie met BrandVeilig Leven, in het bijzonder de bewustwording bij bedrijven en brancheorganisaties waarbij meer een beroep op hun eigen verantwoordelijkheid wordt gedaan. Het beeld dat mensen hebben over de brandweer en over hun eigen verantwoordelijkheid moet worden bijgesteld. De gedachte dat de brandweer/overheid alles oplost, moet verschuiven naar het nemen van bewustwording en eigen verantwoordelijkheid. In dit kader is het interessant dat bedrijven reageren met: "als het niet meer doorgemeld orgemeld kan worden, krijgen we zelf intern allerlei loze meldingen. Dit maakt onze interne organisatie minder alert, omdat er dus velen loos blijken te zijn." Actieprogramma Brandveiligheid 3 Eén van de bereikte resultaten van het Actieprogramma Brandveiligheid is een gezamenlijk gedragen Visie op Brandveiligheid, die de basis vormt voor toekomstig beleid van zowel het kabinet, de decentrale overheden als het bedrijfsleven. Een betere verdeling van de verantwoordelijkheid voor de veiligheid is een van de belangrijke onderdelen van de visie. Brandveiligheid is gezamenlijke verantwoordelijkheid, die goede samenwerking tussen burgers, bedrijven en overheid vraagt. De visie bepleit een omslag van denken en handelen vanuit regelgeving naar risicogericht denken en handelen, benaderd vanuit vast te stellen doelgroepen. De burger moet zich meer bewust zijn van zijn verantwoordelijkheid voor zijn eigen veiligheid en het feit dat de overheid niet in staat is een risicoloze maatschappij te creëren. Relatie met BrandVeilig Leven Ook voor BrandVeilig Leven is het Actieprogramma een belangrijk kader en de Visie op Brandveiligheid sluit daarop aan. De omslag van regelgericht denken en handelen naar risicogericht denken en handelen en een doelgroepenbenadering met situatiespecifieke en risicogerichte aanpak zijn belangrijke leidraden voor BrandVeilig Leven. 3 Het Actieprogramma Brandveiligheid is in januari 2009 aangeboden aan de Tweede Kamer en had een looptijd van januari 2007 tot januari /43

10 3. BrandVeilig Leven in de praktijk 3.1 Onderzoeksaanpak Om de onderzoeksvragen van BrandVeilig Leven te kunnen beantwoorden is het onderzoek als volgt aangepakt 4 : Binnenland Er is gestart met een verkennende inventarisatie bij alle brandweerkorpsen in Nederland in de vorm van een elektronische vragenlijst. 156 Brandweerkorpsen (35,9 %) hebben deze vragenlijst ingevuld; Vervolgens is een verdiepend onderzoek uitgezet bij de brandweerkorpsen die aangaven activiteiten te ontplooien en de verdiepingsvragenlijst te willen invullen. 25 Brandweerkorpsen hebben deze vragenlijst teruggestuurd; Parallel zijn diepte-interviewsinterviews uitgevoerd met actief betrokkenen en specialisten uit het veiligheidsveld en andere relevante domeinen. Tevens is diverse documentatie bestudeerd (bijlage 1); Ook is een juridische toets op de concept Wet Veiligheidsregio s uitgevoerd; Buitenland Via de internationale brandweerorganisatie CTIF/EFA is een verkennende inventarisatie bij brandweerkorpsen in het buitenland gedaan, met een vragenlijst die afgeleid is van de Nederlandse vragenlijst. Daarnaast is via internet nog een aantal extra internationale brandweerorganisaties uitgenodigd om de vragenlijst in te vullen. Uiteindelijk zijn 21 ingevulde vragenlijsten teruggestuurd. Alle resultaten en de voorlopige conclusies van dit onderzoek zijn met een klankbordgroep van 30 actieve e korpsen uit het land en leden van het Landelijk Netwerk Brandpreventie (LNB) besproken, wat tot een verdieping heeft geleid. De resultaten van dit onderzoek geven een representatief beeld van de huidige activiteiten in het kader van BrandVeilig Leven door Nederlandse brandweerkorpsen, hun wensen voor de verdere ontwikkeling hiervan en een vergelijking met de aanpak van enkele buitenlandse brandweerkorpsen. Door de diepte- interviews, een vergelijking van de Nederlandse resultaten met de inzichten uit het buitenland en de bestudeerde documentatie is een analyse gemaakt van deze huidige aanpak. Dit leidt tot aanbevelingen voor de verdere ontwikkeling van BrandVeilig Leven. Hieronder vindt u de resultaten van het onderzoek. In hoofdstuk 4 staan conclusies en aanbevelingen. 3.2 Uitkomsten Nederland Van de 435 regionale of gemeentelijke korpsen (CBS, 2008) in Nederland hebben 156 korpsen (35,9%) deelgenomen. De respondenten waren 78% gemeentelijk brandweerkorpsen en 22% regionale korpsen (zie grafiek 3). De onderzoeksgroep bestaat verder uit een vrijwilligerskorps (54%), een gemengd korps (38%) of een beroepskorps (8%) (zie grafiek 4). Type korps I Type korps II 22% 78% Gemeente Regionaal 38% 8% 54% Beroeps Vrijwillig Gemengd grafiek 3: verdeling deelnemende e korpsen naar organisatorische inbedding grafiek 4: verdeling deelnemende korpsen naar organisatiegraad 4 De gebruikte vragenlijsten zijn terug te vinden in bijlage 4. 10/43

11 De meerderheid van de brandweerkorpsen (103: 66%) geeft aan extra preventieve (voorlichtings) activiteiten uit te voeren in het kader van Veilig Wonen, Community Safety en/of Meer Rood op Straat of als onderdeel van hun reguliere taak (preventie/voorlichting). Dit betekent dat 53 korpsen (34%) aangeeft geen activiteiten in dit kader uit te voeren. Redenen om niet aan BrandVeilig leven te doen 5 In 70% van de korpsen die nog geen BrandVeilig Leven activiteiten doen wordt aangegeven dat hun de tijd ontbreekt. Enkele korpsen wachten de regionalisering af (5x) of missen nog een beleid (5x). Een meerderheid (61%) van deze korpsen geeft aan dat ondersteuning/facilitering van de activiteiten en implementatie helpt om wel aandacht te besteden aan BrandVeilig Leven. Van de 53 korpsen geeft een ruime meerderheid (64%) aan wel dit soort activiteiten te willen uitvoeren in de toekomst. In de meeste gevallen gaat het dan om preventieve voorlichtingsactiviteiten. De meest gekozen doelgroep voor deze toekomstige activiteiten zijn scholen (26%). Activiteiten en doelgroepen De activiteiten die de brandweerkorpsen uitvoeren in het kader van BrandVeilig Leven zijn te verdelen over meerdere categorieën. De meeste tijd wordt besteed aan advisering (grafiek 5). Wanneer echter de toelichting van de activiteiten wordt geanalyseerd, blijken erg veel activiteiten hiervan (ruim 52%) algemene voorlichtingsactiviteiten te zijn. Dit betekent dat in totaal 45% van de activiteiten bestaat uit algemene voorlichting. De uitgevoerde activiteiten zijn dus op verschillende ende manieren te interpreteren. Het merendeel van de korpsen (77%) dat nu Huidige activiteiten activiteiten ontplooit in het kader van BrandVeilig Leven geeft aan dit te willen blijven doen. Er is geen opvallend verschil gevonden in huidige 21% 21% Voorlichting activiteiten en ideeën voor de toekomst op dit punt. 0% Kennisoverdracht 47% 11% Advisering Opleiding Overig grafiek 5: verdeling huidige BrandVeilig Leven-activiteiten 54% Van de activiteiten is gericht op bedrijven en overheid en 13% op particulieren (woonhuizen en studenten), terwijl daar de meeste branden ontstaan en slachtoffers vallen. In sommige gevallen zijn de doelgroepen specifieker ingekaderd, zoals Objecten buiten de 15 en 18 minuten opkomsttijd, Wijken waar in de afgelopen 5 jaar de meeste woningbranden hebben plaatsgevonden of Huishoudens met een 'krappe beurs', hoofdzakelijk ingeschreven bij de sociale dienst. In sommige gevallen is de doelgroep dus specifiek afgebakend. 18% 11% 8% 7% 6% De keuze voor deze indelingen hebben we niet nader onderzocht. Bij de meerderheid van de activiteiten is de doelgroep echter algemeen vastgesteld. 11% 12% De doelgroepen voor deze activiteiten zijn af te lezen in grafiek 6. De doelgroepen zijn divers. De grootste doelgroep betreft scholen (22%). Studenten is met 5% de kleinste doelgroep waar de activiteiten op gericht zijn. Doelgroepen 5% 22% Woonhuizen Bedrijven Overheidsorganisaties Scholen Studenten Gebruiksvergunnings plichtige panden BHV Horeca grafiek 6: verdeling activiteiten naar doelgroepen 5 Er is geen significant verschil in de typologie tussen korpsen die wel of niet activiteiten uitvoeren in het kader van BrandVeilig Leven. 11/43

12 Samenwerking en activiteiten Bijna 65% van de ondervraagden voert de activiteiten in samenwerking uit. 57% van de samenwerkingsde activiteiten breidt de samenwerking zich uit naar de sociale veiligheid. In 62% van de samenwerkingsverbanden komen de partners van buiten de brandweer. Uit de toelichting van de samenwerkende partners is een onderverdeling gemaakt in vijf verbanden is gericht op de fysieke veiligheid. Bij 8% van typologieën (tabel 1). Bij de indeling van de typologieën is gekeken naar de functie van de samenwerking: 0. korps voert de activiteiten zelfstandig uit; 1. de samenwerking wordt uitgevoerd met interne partners (binnen de gemeente, binnen de brandweer en/of binnen de regio) om de eigen activiteiten makkelijker uit te voeren en/of mogelijk te maken; 2. Partners, van buiten de brandweer/gemeente, die het makkelijker en/of mogelijk maken de eigen activiteiten uit te voeren. Denk aan woningcorporaties, Verenigingen van Eigenaren, etc. 3. Partners die een nieuwe functie in de fysieke veiligheid toevoegen aan de activiteiten van de brandweer. Denk bijvoorbeeld aan de politie die een bijdrage levert over criminaliteitspreventie; 4. Idem als 3, maar dan partners die een functie toevoegen in de sociale veiligheid; 5. Een mix van de voorgaande partners. Type samenwerking 0. Geen samenwerking 1. Gemeente, regio of een ander korps 2. Functionele partners binnen de fysieke veiligheid (partners die nodig zijn om de eigen activiteiten uit te voeren) 3. Partners binnen de fysieke veiligheid 4. Partners binnen de sociale veiligheid 5. Een mix van fysieke en sociale veiligheidspartners Totaal tabel 1: samenwerkingstypologieën Aantal activiteiten Ook de type activiteiten zijn geanalyseerd. Gekeken is naar welke activiteiten en uitgevoerd worden in de samenwerking. De 115 activiteiten zijn onderverdeeld in focus en impact 6 : Focus: Zijn de activiteiten gericht op: Verkleinen van de kans dat een incident zich voordoet? Een voorbeeld hiervan is een schooltraject voor kinderen n dat gericht is op het voorkomen van brand. Beperken van de effecten van een incident Denk hierbij aan activiteiten die gericht zijn op het voorkomen van branduitbreiding, rookmelders en voorlichting over vluchten. Impact: de mate van impact van de activiteit op de burger, wordt o.a. bepaald door: De mate van aansluiting van de benadering, activiteiten en voorbeelden bij de doelgroep; De mate van actieve betrokkenheid van de doelgroep bij de activiteiten; Hoe meer sprake is van actieve betrokkenheid van de doelgroepen en hoe specifieker de informatie/activiteit, des te groter en langer is de impact. De investeringen in tijd en energie 7 zijn daarbij echter wel vaak groter Tell me and I will forget, show me and I may not remember, Involve me and I will understand. Confucius, BC gebaseerd op aantal gangbare gedragskundige en psychologische modellen. 7 Om tot een gedragsverandering te komen is het belangrijk dat zowel de attitude (de houding van burgers t.o.v. risico s), de sociale norm (hoe denken relevante anderen hierover) en de eigen effectiviteit (ben ik in staat om me veiliger te gedragen). Zie voor meer uitleg bijlage 2 12/43

13 In figuur 2 zijn deze typeringen tegenover elkaar uitgezet. In deze figuur is op de verticale as het type samenwerking uiteengezet. Op de horizontale as is een verdeling gemaakt tussen activiteiten gericht op vóór het incident (links) en na het incident (rechts) en de mate van impact. De activiteiten verkleinen kans zijn onderverdeeld in: A. Actieve participatie van de doelgroep (ervaren) B. Activiteiten gericht op opdoen/verbeteren van vaardigheden C. Gerichte kennisoverdracht op de specifieke situatie van de burger D. Algemene informatie gericht op de situatie voor het incident De activiteiten beperken effect zijn onderverdeeld in: E. Algemene informatie gericht op de situatie na het incident F. Activiteiten voor de burger op initiatief van een derde e (bijvoorbeeld de woningbouwvereniging of vanuit bepaalde wet- en regelgeving) G. Activiteiten op initiatief itiatief van de burger zelf H. Actieve participatie van de doelgroep (de burger/klant doet) figuur 2: activiteiten verdeling naar focus/impact en samenwerking Hierbij is nog op te merken: Activiteiten die niet helder te positioneren waren omdat ze zowel het verkleinen van de kans als beperken van het effect in zich hebben, zijn op de middenas geplaatst. De mate van impact is onafhankelijk van het feit of het op actie voor of na het incident gericht is en neemt aan beide kanten vergelijkbaar toe. Opvallend is dat 94% van de activiteiten is gericht op het beperken van effecten. Er zijn geen activiteiten die zich richten op actieve participatie van burgers en/of gerichte opleidingen met een focus op verkleinen kans. Vanuit een aantal gangbare gedragskundige en psychologische modellen is te leren dat hoe meer de activiteiten zich aan de buitenkanten van de figuur bevinden, des te groter de impact van de activiteit, waarbij ook een grotere mate van samenwerking de kracht van de activiteiten bevordert. De meest impactvolle activiteiten bevinden zich dan ook in de rechter en linker bovenhoeken van de figuur, hiervan zijn echter geen voorbeelden in de praktijk gevonden. 13/43

14 Ondersteuning De korpsen die actief zijn met BrandVeilig Leven is gevraagd of zij behoefte hebben aan specifieke ondersteuning bij hun activiteiten (tabel). Hierop antwoordde 52% positief, waarbij diverse partijen werden aangegeven (meerdere antwoorden mogelijk). In 61% van de gevallen werd de NVBR genoemd als partner van wie de korpsen ondersteuning verwachten. Ook de Veiligheidsregio en NIFV zijn veel genoemde ondersteuningspartners. NVBR 33 NIFV 12 De Veiligheidsregio 12 Ministeries 6 Andere korpsen 4 Overig 5 tabel 2: partijen voor ondersteuning Ondersteunend materiaal Voorbeelden/ leren van elkaar Financiële middelen Beleidskader Bestuursfase 0 Organisatiefase 7 Uitvoeringsfase Ondersteuning bij opzet/ontwikkeling 3 tabel 3: gewenste ondersteuning De meeste korpsen geven vooral aan ondersteunend materiaal (zoals flyers, folders, checklists e.d.) voor de uitvoeringsfase te willen ontvangen en is een sterke behoefte aan meer van en met elkaar leren. Respondenten vragen om handvatten in de vorm van beleidskaders, leerkringen en ondersteunend materiaal (tabel 3). Deze ondersteuning wordt vooral verwacht van centraal (NVBR, NIFV, ministeries) en vanuit de regio s. Knelpunten en succesfactoren In het vervolgonderzoek is aan de 25 korpsen gevraagd naar de knelpunten en succesfactoren waar de korpsen mee te maken hebben. Deze zijn onderverdeeld naar de drie niveaus van intern organiseren. Niveau van intern organiseren 1. Bestuurlijk niveau bestuursfase Knelpunten De meeste deelnemers zien hier geen knelpunten (5x) of hebben deze vraag niet beantwoord (10x). Wel is het vrijmaken van financiën een veelgenoemd knelpunt op dit niveau (6x). Succesfactoren Enthousiasme en betrokkenheid van bestuurders voor het project of de activiteit is in kwart van de gevallen genoemd als succesfactor. Uiteindelijk leidt dit namelijk tot (het toekennen van) budget. 2. Organisatieniveau ontwikkelfase Ook hier worden door de diverse korpsen relatief weinig knelpunten ervaren (5x). De kwaliteit en beschikbaarheid van de eigen mensen wordt als belangrijkste (7x) knelpunt ervaren. Zoals door een deelnemer wordt beschreven als: De waan van de dag bepaalt vaak de beschikbaarheid om organisatie in te richten en uit te voeren. Het enthousiasme van zowel vrijwillige als beroepsbrandweerrandweer wordt genoemd als belangrijke succesfactor. Enthousiasme bij repressief personeel nadat blijkt dat deze Community Safety werkzaamheden leuk zijn om uit te voeren. Ook het zichtbaar maken van resultaten en de hulp van externe partners zijn in enkele gevallen genoemd. 3. Operationeel niveau uitvoeringsfase Ook hier ervaart een aantal korpsen geen probleem (5x). Beschikbare tijd en capaciteit worden echter in 30% van de gevallen genoemd als knelpunt. Als succesfactor wordt de betrokkenheid, waardering, herkenbaarheid, binding, aansluiting en het enthousiasme van de burger genoemd. Suggesties richting andere korpsen zijn met name gericht op het uitwisselen van ervaringen en documentatie. Er worden ook adviezen gegeven als focus je vooral op de echte risico's en kies een specifieke doelgroep om het effect te vergroten, betrek betrokkenen uit de wijken voor brainstorming en zorg dat het in het beleid wordt opgenomen. Meetbaarheid, doelen en effecten Op de vraag Op welke manier meet je het resultaat van de activiteit?,, zijn de antwoorden erg verschillend. Zes korpsen hebben deze vraag niet beantwoord. Negen korpsen geven aan op de een of andere manier invulling te geven aan het meten van doelen en effecten. De andere korpsen geven aan 14/43

15 dat het resultaat niet gemeten wordt of slechts incidenteel. Het registreren van de activiteiten en inspanning wordt door vier korpsen gedaan. Wanneer gemeten wordt, gebeurt dat op verschillende manieren en richt zich dat vooral op het meten van inspanningen en activiteiten en bijna niet op het meten van doelen en effecten. Dit gaat van enquêtes tot steekproeven en tevredenheidkaartjes. Ook de indicatoren waarop gemeten wordt zijn niet eenduidig. De respondenten geven aan erg lastig te vinden te bepalen waarop en hoe men moet meten. In veel gevallen wordt het resultaat gemeten aan de hand van reacties, of de uitvoering/inspanningsaantallen aantallen (bijvoorbeeld aantal rookmelders, aantal huisbezoeken, aantal huishoudens e.d.). Bij het meten van doelen en effecten kijkt men bijvoorbeeld naar tevredenheid van de betrokkenen, aantal bezoeken of opgehangen rookmelders. Ook schadecijfers, incidentregistraties en andere gevolgen worden genoemd als onderwerp waarop gemeten wordt. Deze indicatoren zijn echter niet (alleen) direct toe te wijzen aan de BrandVeilig Leven-activiteiten. Ondersteuning hierbij en meer eenduidigheid over meerdere korpsen/regio s heen is hierbij vinden de respondenten gewenst Juridische toets Er is een toets gedaan of de nieuwe Wet Veiligheidsregio s van invloed is op BrandVeilig Leven. Een aantal juristen van verschillende Veiligheidsregio s is verzocht onderzoek hiernaar te doen. Daarbij werden de volgende vragen gesteld: 1. Welke aanknopingspunten biedt de Wet Veiligheidsregio s voor BrandVeilig Leven? 2. Kent de wet beperkingen voor BrandVeilig Leven? 3. Zijn er handvatten: a) waarmee BrandVeilig Leven een impuls gegeven kan worden? b) hoe BrandVeilig Leven bestuurlijk een plek kan krijgen? Artikel 3 lid 1 sub a van de Wet Veiligheidsregio s stelt het volgende: tot de brandweerzorg behoort het voorkomen,, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt. Daarnaast is het college van B&W op basis van artikel 2 van de Wet Veiligheidsregio s belast met de organisatie van de brandweerzorg. Brandweerzorg is o.a. het voorkomen van brand, dus in die zin zou het bestuurlijke aandacht moeten hebben/kunnen krijgen. Dit zou echter dan wel vanuit de brandweer geïnitieerd moet worden middels projecten. Vervolgens stelt lid 2 dat de gemeenteraad in een brandbeveiligingsverordening regels kan stellen over de in het eerste lid, onder a, bedoelde taak. In de Wet Veiligheidsregio 's (met het bijbehorende besluit) worden opkomsttijden genormeerd. In lijn met de reactie van de NVBR en de VNG zou afwijking van de normen mogelijk moeten zijn, mits een gelijk niveau van brandveiligheid wordt bereikt door maatregelen in de sfeer van risicobeheersing. Brandweerzorg en risicobeheersing hebben ben daarmee dus een duidelijke invloed op elkaar. BrandVeilig Leven kan onder meer bijdragen om hieraan invulling te geven. Verder zijn geen artikelen gevonden die BrandVeilig Leven een impuls kunnen geven of kunnen beperken. Geconcludeerd kan worden dat de wetgeving ruimte biedt om meer activiteiten te ontwikkelen aan de voorkant van de keten en dat de verantwoordelijkheid voor activiteiten primair bij de overheid ligt. 3.3 Uitkomsten buitenland Van de 21 ingevulde vragenlijsten zijn 11 afkomstig uit Groot-Brittannië en 3 uit Canada. De overige korpsen zijn afkomstig uit Denemarken, Griekenland, Oostenrijk, Portugal, Tsjechië, Zweden en Ierland. Hieruit zijn de volgende resultaten gehaald: Activiteiten Het type activiteit is redelijk uiteenlopend, van algemene ene voorlichting tot specifieke educatieprogramma s met oefeningen en ervaringen. Wat opvalt is dat veel van de activiteiten met name gericht zijn op kinderen en kwetsbare groepen (75%). Er zijn diverse educatieprogramma s 15/43

16 ontwikkeld, maar ook het ophangen van rookmelders en home safety checks zijn veel voorkomende activiteiten. Meetbaarheid De meeste brandweerorganisaties in het buitenland geven aan dat activiteiten worden gemeten aan de hand van aantallen branden, aantallen ongelukken, aantal doden en gewonden en aantal loze meldingen. Ook worden enkele zaken activiteitgericht gemeten, zoals aantallen huisbezoeken en aantal rookmelders. Enkelen geven aan dat ze de verandering in kennis en gedrag meten. Hoe ze dat doen, is daarbij niet aangegeven. Samenwerking Inmiddels werken 95% van de buitenlandse korpsen, op het gebied van Community Safety, samen met andere organisaties. Voor een enkeling is dit een ander brandweerkorps, maar in de meeste gevallen gaat het veel verder dan dit. Dit is echter niet zo gestart, maar heeft zich in de loop van de jaren zicht zo ontwikkeld. Vooral in Groot-Brittannië is de samenwerking inmiddels breed opgezet. Een tweetal toelichtingen hiervoor zijn; We believe that we all have a part to play in making our community safer en ( ) partnership protocol with a large number of other partners ( ) we believe we have shared aims and ambitions. Het bewustzijn dat Community Safety meer is dan alleen brandweer/fysieke veiligheid wordt door deze antwoorden onderschreven. Ook valt het op dat enkele respondenten (15%) aangeven met commerciële partijen samen te werken. Ondermeer om financiële middelen aan te trekken. Ontwikkelingen Opvallend is dat veel activiteiten op initiatief van verschillende korpsen zijn ontstaan. Dit is uiteindelijk opgepakt door de landelijke politiek. Dit bracht een versnelling met zich mee en de activiteiten werden op die manier verankerd. Inmiddels ondersteunt en stimuleert men steeds meer centraal de lokale initiatieven. Een voorbeeld hiervan is het opnemen van zes uur educatie over brandveiligheid in de schoolprogramma s. Enkele herkenbare ontwikkelingen over de afgelopen jaren zijn: Van algemene voorlichting naar doelgroepgerichte voorlichting; Van algemene huisbezoeken naar doelgroepspecifieke aanpak; Van alleen de brandweer en gericht op brandveiligheid naar een collectieve aanpak met diverse partners gericht op zowel fysieke als sociale veiligheid. Beleid Zoals ook hierboven is aangegeven, zijn veel activiteiten door de korpsen op eigen initiatief ontwikkeld. Inmiddels zijn veel van deze initiatieven geborgd in nationaal en regionaal beleid. Enkele punten die genoemd zijn om het ook op beleidsniveau aandacht te geven zijn: Laat resultaten zien die de activiteiten opleveren Betrek meerdere partijen om de activiteiten en resultaten meer zichtbaar te maken (meerdere perspectieven) Leg verantwoording af over de bestede gelden. 16/43

17 4. Conclusies en aanbevelingen In dit hoofdstuk worden de uitkomsten van de binnenlandse en buitenlandse verkenningen in relatie gebracht tot elkaar en tot theoretische inzichten. Vanuit deze vergelijkingen worden conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan voor het vervolg. Hierbij moet de kanttekening gemaakt worden dat het inzicht in de ontwikkelingen in het buitenland slechts beperkt is en zich dan nog voornamelijk toespitst op Groot-Brittannië. Het aantal respondenten is te klein om van representatief onderzoek te spreken. Toch zijn de ontwikkelingen herkenbaar en waardevol om in de Nederlandse situatie van te leren. Een verdere verdieping van de uiteindelijke resultaten die in het buitenland worden geboekt en de weg die ze hebben bewandeld kan helpen om de Nederlandse situatie verder vorm te geven en mogelijk te versnellen. We onderscheiden vijf hoofdthema s voor de conclusies en aanbevelingen. Sommige conclusies en/of aanbeveling hebben echter betrekking op meerdere thema s. 4.1 Samenwerking Het aantal korpsen dat in het buitenland op het gebied van Community Safety samenwerkt is beduidend hoger dan dat bij de ondervraagde korpsen in Nederland. De huidige samenwerking in Nederland is vooral gericht op de bekende partners (gemeente, regio, andere korpsen of een functionele partner binnen de fysieke veiligheid) en richt zich vooral op de fysieke veiligheid. Sociale veiligheid id wordt nog weinig opgepakt, dit is voor velen nog een stap te ver. Men wil eerst vanuit de eigen expertise ervaring opbouwen met deze veelal nieuwe activiteiten. In het buitenland is ook gestart met een samenwerking vanuit de fysieke veiligheid. Dit omdat de vertrouwdheid groter is en daarmee ook de gedragenheid bij de uitvoerenden. Inmiddels werken de korpsen in het buitenland met veel verschillende partijen samen (bijvoorbeeld sportverenigingen, (hobby)lessen, rijscholen, verslavingszorg etc.). Deze brede samenwerking in de uitvoering draagt bij aan een grote verscheidenheid aan benadering van de verschillende doelgroepen. In verschillende contexten en situaties worden doelgroepen met veiligheid geconfronteerd. Zowel de veranderkunde als de communicatiewetenschap leert dat de kracht van de herhaling van de boodschap en de diversiteit ervan bijdraagt aan een vergroting van het veiligheidsbewustzijn. Het valt op dat wanneer aan de respondenten wordt gevraagd naar samenwerking, dit voornamelijk wordt beantwoord vanuit de uitvoering van activiteiten (uitvoeringsfase). Wel wordt onderkend dat samenwerking met externe partners een belangrijke succesfactor is in de organisatiefase. Opvallend is dat in elke fase vooral de doelgroep van die fase wordt genoemd als succesfactor: de bestuurders in de bestuursfase, de brandweer zelf in de ontwikkelfase en de burgers in de uitvoeringsfase. Hieruit blijkt dat samenwerking met verschillende partners in alle fasen blijkbaar nog niet als een belangrijke succesfactor wordt ervaren voor het opzetten en/of uitvoeren van BrandVeilig Leven. Wanneer de brandweer daadwerkelijk wil inzetten op gedragsveranderingprogramma s als aanvulling aan de voorkant van de veiligheidsketen dan is de brandweer daartoe nu onvoldoende in staat om dat zelfstandig te kunnen realiseren, omdat daar over het algemeen nog geen ervaring mee is opgebouwd Aanbevelingen samenwerking 1. Ontwikkel samenwerkingsvormen en verbanden met partners die een bijdrage kunnen leveren aan het versterken van de doelstellingen van de activiteiten en/of het bereiken van de verschillende doelgroepen. Start daarbij bij partners die dichtbij de huidige taken staan voor een goede gedragenheid bij uitvoerenden. Stel wel een duidelijk ontwikkelpad op hoe de samenwerking zich kan ontwikkelen en welke meerwaarde dit biedt voor de doelen van de activiteiten. Dit is dan tevens een punt waarop het effect gemeten dient te worden. 2. Een diversiteit in samenwerkingspartners kan worden gevonden door bijvoorbeeld per doelgroep de leefpatronen te analyseren en de huidige partners die daarin een rol spelen in kaart te brengen. 17/43

18 3. Investeer in samenwerking tussen partners en benut de ingezette ketenbenadering om tot veranderingen te komen. Zoek samenwerking met geëquipeerde partners die de brandweer kunnen helpen met de ontwikkeling en uitvoering van de nieuwe gedragsveranderende rol (ontwikkelingsfase). Hierbij kan gedacht worden aan (gedrags)wetenschappelijke en educatieve partners, maar ook aan organisaties die zich momenteel al met gedragsveranderingprogramma s bezighouden zoals de Nederlandse Brandwondenstichting en Consument en Veiligheid. 4. Samenwerkingspartners kunnen ook andere mogelijkheden bieden tot incidentele en structurele financiële bronnen. Een gezamenlijke aanpak met verslavingszorg szorg of GGD kan mogelijk ingang bieden bij verzekeraars. Ook zijn worden dan diverse subsidiemogelijkheden toegankelijk. Dit punt vraagt verdere verkenning en uitwerking. 4.2 Aanpak Focus op effectiviteit Uit de verkenning blijkt dat veel van de huidige activiteiten (45%) bestaan uit algemene voorlichtings- activiteiten. Daarbij is in de aanpak veelal niet een bewuste keuze gemaakt voor een specifieke doelgroep. Wel zien we dat 54% van de activiteiten worden uitgevoerd bij bedrijven/overheid en 13% bij particulieren ieren (incl. studenten). Uit het rapport Fatale woningbranden 2008 van het NIFV blijkt dat 90% van de branden en de meeste slachtoffers juist in de woonomgeving bij particulieren voorkomen. De effectiviteit van de activiteiten kan dus verbeterd worden door juist te richten op de particulieren en verminderd zelfredzame groepen. Gedragsveranderingprogramma s vanuit doelgroepbenadering In de Visie op Brandveiligheid, een van de resultaten van het Actieprogramma Brandveiligheid, wordt de keuze gemaakt voor verschuiving van regelgericht denken en handelen naar risicogericht denken en handelen vanuit doelgroepen. Deze keuze vormt de leidraad voor al het huidige beleid, Ook in diverse andere projecten en bewegingen is dit herkenbaar, zoals bij IBDB en Terugdringen Nodeloze Uitrukken. Een betere verdeling van verantwoordelijkheid voor (eigen) veiligheid is hiervan een resultante die ook bevestigd wordt door de analyses van de Strategische Reis. Immers de huidige aanpak met primaire focus op repressie en risicobeheersing ing gestuurd vanuit de regelgeving levert geen substantiële verbetering op. Daarnaast blijkt uit diverse onderzoeken dat vooral de sociaal zwakkere doelgroepen niet of nauwelijks preventieve maatregelen zoals brandblussers en rookmelders (kunnen) nemen in hun woning. Daardoor zijn er ook relatief meer slachtoffers in deze doelgroepen te betreuren. Hieruit kan worden geconcludeerd dat brand discrimineert. Een ander resultaat vraagt dus om een andere c.q. aanvullende aanpak. Ook bleek uit de analyse van de Strategische Reis dat dit juist gezocht moet worden aan de voorkant van de veiligheidsketen, in de aanvulling op de huidige meer regelgerichte preventieve aanpak. Dus wanneer gekozen wordt voor stimulering van meer eigen verantwoordelijkheid en dit minder vanuit de regelgeving moet worden ingegeven, vraagt dat om verandering van attitude en gedrag bij burgers en bedrijven. Uit de verkenning blijkt dat volgens de actieve korpsen, betrokkenheid van, aansluiting bij en herkenning door de burger als belangrijke succesbepalende factor is genoemd. Dit wordt ondersteund vanuit de gedragswetenschappen etenschappen en de psychologie. Hieruit kan een aantal lessen worden geleerd 8 die van belang zijn bij het opzetten en uitvoeren van gedragsveranderingprogramma s. Het gedragsveranderend effect van BrandVeilig Leven activiteiten kan o.a. vergroot worden door: de activiteiten zoveel mogelijk de persoonlijke situatie te laten raken; informatie en voorbeelden te gebruiken die zo veel mogelijk aansluiten bij de situatie, kenmerken en belevingswereld van de doelgroep(en). Eigen achtergrond, kenmerken, sociaaleconomische factoren etc. bepalen of de geboden informatie en activiteiten effect hebben op de doelgroep en of de bereidheid verandert om ander gedrag te vertonen; de personen uit de doelgroep zelf een actieve rol te laten vervullen bij de activiteiten; 8 Zie ook bijlage 2, Verandering gedrag 18/43

19 wenselijke gedrag te laten zien, ervaring op te laten doen met het gewenste gedrag (direct toepassen) en de eigen situatie te laten beoordelen en directe alternatieven te bieden (handelingsperspectief); partners te betrekken die relevant zijn voor de betreffende doelgroep. Zowel in de bereikbaarheid, maar vooral ook relevante beïnvloeders 9. Aansluiting bij de persoonlijke situatie zorgt voor een optimale herkenbaarheid. Uiteraard is een individuele aanpak daarbij het summum, maar logistiek en capacitair niet haalbaar. Daarom is het belangrijk om homogene doelgroepen te identificeren. De doelgroepen dienen voldoende gemeenschappelijke kenmerken te vertonen zodat de herkenning met de activiteiten en voorbeelden groot is. Daarbij is het tevens van belang dat de uitvoering dichtbij kan plaatsvinden, terwijl toch, door een goede schaalgrootte, enige mate van standaardisatie mogelijk is om het behapbaar te houden. Wat de juiste doelgroepen zijn, is mogelijk per regio verschillend. Daarom is het van belang dat iedere regio zelf een eigen doelgroepbepaling maakt. Hierbij kan mogelijk worden aangesloten bij het regionaal risicoprofiel (zie 2.2.1). Een goede bepaling van de juiste doelgroepen blijkt nu echter nog geen gemeengoed binnen de brandweer. Hoe het regionale proces tot doelgroepbepaling kan werken en hoe dit zich doorvertaalt in keuze voor activiteiten en aanpak is te vinden in bijlage 3. Lange termijn aanpak Een fundamenteel andere kijk op de eigen verantwoordelijkheid bij het organiseren van (de eigen) veiligheid vraagt een lange adem. Verwachtingen dat de overheid de risico s in de maatschappij oplost of tot een minimum beperkt zijn daarbij hardnekkig en worden gevoed door huidig beleid. In diverse buitenlandse situaties zien we dat die verwachting van de overheid ontbreekt en men zelf een actievere rol speelt in de organisatie van de eigen veiligheid. Diverse gebieden in de Scandinavische landen, Australië en Canada kennen lange opkomsttijden van hulpdiensten. Bij een brand kan men daar niet uitgaan dat de brandweer tijdig aanwezig is om te blussen. Hier zie je dan ook dat zelf diverse maatregelen worden genomen om de kans op brand te verkleinen en, veelal in gezamenlijkheid met de omgeving, maatregelen worden getroffen om eventuele effecten te beperken. De meeste activiteiten in Nederland zijn vooral van algemene aard en slechts beperkt gericht op verschillende doelgroepen. In het buitenland zijn de activiteiten inmiddels wel meer doelgroepgericht. Zo heeft de algemene voorlichting zich ontwikkeld tot doelgroepgerichte programma s en kennen de algemene huisbezoeken nu een doelgroepgerichte aanpak. Jongeren en kwetsbare groepen zijn in het buitenland inmiddels de belangrijkste doelgroep. Om deze fundamentele verandering in het denken en handelen in Nederland te realiseren is het van belang om de activiteiten te richten op de nieuwe generatie. Kinderen zijn nog zeer bevattelijk voor andere waarden en normen. Daarnaast staan zij nog aan het begin van hun leven en nemen zij het fundament dat zij in hun kinderjaren opbouwen mee in de rest van hun leven. In zowel woon-, werk- als recreatiesituatie. Wanneer kinderen een andere visie ontwikkelen op hun eigen verantwoordelijkheid, zal dat tevens de basis zijn voor hetgeen zij aan hun kinderen overbrengen. Een andere belangrijke doelgroep voor de lange termijn betreft jonge ouders. Ook zij zijn bevattelijker voor andere waarden en normen die de veiligheid en dus een goede toekomst voor hun kinderen vergroten. Er kan geconcludeerd worden dat jongeren een belangrijke doelgroep zijn voor BrandVeilig Leven, vooral voor fundamentele verandering op langere termijn. Een legitieme vraag is echter wel of de brandweer de juiste partij is om invulling te geven aan deze gedragsveranderingprogramma s? En zo ja, is ze daartoe in staat? Kijkend naar de voorgenomen beweging waar de brandweer voor staat, de kennis die binnen de brandweer aanwezig is die als input kan dienen en het sterke imago van de brandweer waarvoor de burger open staat, zou de rol wel passen bij de toekomstige brandweer. Nemen we echter de huidige ervaringen, worstelingen, de huidige personeelopbouw en de competenties die daarbij gevraagd, ingezet en ontwikkeld worden dan kan geconcludeerd worden dat de brandweer op dit moment niet (voldoende) in staat is om deze rol te vervullen. Wanneer de 9 Gezaghebbende personen of helden van de doelgroep, van binnen of buiten de directe omgeving van de doelgroep. Brandweer zelf kan deze rol ook mede invullen dankzij het sterke en betrouwbare imago 19/43

20 brandweer kiest voor invulling van de nieuwe rol op deze wijze, dan is de consequentie dat ook fundamentele keuzes gemaakt moeten worden voor de werving en ontwikkeling van de juiste kwaliteiten binnen de brandweer Aanbevelingen aanpak 1. De brandweer ontwikkelt zich naar een nieuw bedrijfsmodel met nieuwe rollen, taken en verantwoordelijkheden. De verschuiving naar de voorkant van de veiligheidsketen is al enkele jaren geleden ingezet, maar zal de komende jaren alleen maar worden versterkt. Verbeteren van de maatschappelijke effecten van de huidige activiteiten/interventies en gericht nieuwe effectieve activiteiten/interventies ontwikkelen vraagt een echter een andere focus binnen deze verschuiving: Meer richten op activiteiten die de kans op incidenten verkleinen Meer aandacht voor interventies t.b.v. gedragsverandering 2. Een lange termijn aanpak kan de focus van het locale c.q. regionale bestuur voorbij gaan. Toch is deze doelgroep, de nieuwe generatie, voor een fundamentele e verandering essentieel. Om de juiste aandacht voor deze doelgroep te garanderen past een landelijke opdracht, door bijvoorbeeld het ministerie van BZK aan de regio s hiervoor. Deze landelijke aanpak, regionaal en lokaal uitgevoerd, zou landelijk ontwikkeld keld kunnen worden, met gebruikmaking van de diverse goede voorbeelden die op dit moment al in verschillende regio s aanwezig zijn. De verschuiving van repressieve naar preventieve taken is een lange weg en levert mogelijk pas op langere tijd middelen op. Bij een landelijke opdracht past dan ook een landelijke financiële ondersteuning, bijvoorbeeld vanuit het ministerie van BZK. Dit zou het veelgenoemde knelpunt van de financiële dekking bij de korpsen beperken. Ook kan dit een impuls bieden aan de nu nog niet actieve korpsen om met BrandVeilig Leven aan de slag te gaan. 3. Ontwikkel een eenduidige aanpak voor het bepalen van de juiste doelgroepen per regio op basis van een risicofoto. Zo mogelijk dit (landelijk) standaardiseren zodat ook bovenlokale informatie benut kan worden; Maak daarbij de koppeling met de (maatschappelijke) kosten per doelgroep; Verbind hierbij de fysieke risicogegevens (op termijn) met de sociale risicogegevens; 4. Maak bij het bepalen van doelgroep onderscheid tussen directe doelgroepen (bij wie een (gedrags)effect te bereiken?) en indirecte doelgroepen (via wie zijn de directe doelgroepen te bereiken). Deze indirecte doelgroepen kunnen belangrijke samenwerkingspartners zijn om de activiteiten (mee) uit te voeren. Denk hierbij aan bijvoorbeeld aan thuiszorg t.b.v. minder zelfredzamen of imams t.b.v. allochtone doelgroepen. Indirecte doelgroepen zijn feitelijk (functionele) samenwerkingspartners (zie ook figuur 2, pag. 13). 5. Een aantal specifieke doelgroepen die speciale aandacht vragen: particulieren, omdat hiermee de grootste maatschappelijke effectiviteit is te bereiken jongeren, omdat zij op de lange termijn voor een fundamenteel andere kijk op veiligheids- bewustzijn kunnen zorgen. Leer hierbij vooral ook van de voorbeelden uit het buitenland. 6. De brandweer is op dit moment zelf onvoldoende in staat om gedragsveranderingprogramma s op te zetten en uit te voeren. Om deze rol uit te voeren: Zoek landelijke samenwerking met gespecialiseerde partners op dit terrein die de brandweer kunnen helpen dergelijke programma s op te zetten en (gezamenlijk) uit te voeren; Een nieuwe rol vraagt veelal een ander type mens. Uiteraard zijn binnen het huidige personeelsbestand ook mensen te vinden die prima deze nieuwe rol kunnen vervullen; Ontwikkel, mede in de lijn van de Strategische Reis, een profiel voor de BrandVeilig Leven adviseur : functionarissen die de BrandVeilig Leven-activiteiten kunnen uitvoeren. Dit profiel kan gebruikt worden voor bestaande functionarissen, maar ook voor het werven van bijvoorbeeld nieuw type vrijwilligers/burgerparticipanten die zich voor deze rol willen inzetten; Ontwikkel een specifieke talentscan (competentie- en gedragsanalyse) dat zichtbaar maakt of bestaande mensen (in potentie) in deze rol passen. Dit kan ook worden ingezet voor kandidaten ten behoeve van de 2 e loopbaan. 20/43

Community Safety aanpak & ontwikkelingen

Community Safety aanpak & ontwikkelingen Community Safety aanpak & ontwikkelingen Bijeenkomst Brandveiligheid voor en door de burger 7 mei 2011 Community Safety aanpak & ontwikkelingen Belang van Community Safety Ontwikkelingen in Nederland Aanpak

Nadere informatie

Naar een nieuwe doctrine voor brandveiligheid. 12 april 2011 Jan Kuyvenhoven NVBR

Naar een nieuwe doctrine voor brandveiligheid. 12 april 2011 Jan Kuyvenhoven NVBR Naar een nieuwe doctrine voor brandveiligheid 12 april 2011 Jan Kuyvenhoven NVBR 1 Programma Korte intro: Brandweer over Morgen Nieuwe doctrine Brandveiligheid Visie Brandveiligheid en Actieprogramma Mythes

Nadere informatie

Brandweerzorg in samenhang en Regionaal Dekkingsplan Veiligheidsregio Groningen / advies zienswijze

Brandweerzorg in samenhang en Regionaal Dekkingsplan Veiligheidsregio Groningen / advies zienswijze Onderwerp Brandweerzorg in samenhang en Regionaal Dekkingsplan Veiligheidsregio Groningen 2016-2020/ advies zienswijze Steller J. de Vegt De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Telefoon

Nadere informatie

FSE in de Brandweer over mor en

FSE in de Brandweer over mor en FSE in de Brandweer over mor en Ricardo Weewer NVBR Projectgroep Strategische Reis Derde Nationale Congres Fire Safety Engineering 9 en 10 juni 2010 Programma Intro: Nieuwe visie brandweer over morgen

Nadere informatie

Ferwert, 28 mei 2013.

Ferwert, 28 mei 2013. AAN: de raad van de gemeente Ferwerderadiel Sector : I Nr. : 15/36.13 Onderwerp : Brandrisicoprofiel Veiligheidsregio Fryslân Ferwert, 28 mei 2013. 1. Inleiding Op 1 oktober 2010 is de Wet veiligheidsregio

Nadere informatie

Brandweer pleit voor realistische wetgeving opkomsttijden

Brandweer pleit voor realistische wetgeving opkomsttijden pagina 1 van 5 Ga naar content Brandweer pleit voor realistische wetgeving opkomsttijden Nederland 23 mei 2018 Vandaag verscheen het rapport Inrichting repressieve brandweerzorg van de Inspectie Justitie

Nadere informatie

Concept-raadsvoorstel. Onderwerp: Brandrisicoprofiel veiligheidsregio Fryslân. Aan: de Raad

Concept-raadsvoorstel. Onderwerp: Brandrisicoprofiel veiligheidsregio Fryslân. Aan: de Raad Concept-raadsvoorstel Plaats X, Datum X Onderwerp: Brandrisicoprofiel veiligheidsregio Fryslân Aan: de Raad 1. Inleiding Op 1 oktober 2010 is de Wet veiligheidsregio s (Wvr) met het daaraan gekoppelde

Nadere informatie

dekken. Het veiligheidsniveau geeft dus weer WAT het bestuur van de organisatie verwacht. De bestuurlijke uitgangpunten geven hier invulling aan.

dekken. Het veiligheidsniveau geeft dus weer WAT het bestuur van de organisatie verwacht. De bestuurlijke uitgangpunten geven hier invulling aan. dekken. Het veiligheidsniveau geeft dus weer WAT het bestuur van de organisatie verwacht. De bestuurlijke uitgangpunten geven hier invulling aan. Veiligheidszorg geeft invulling aan de HOE-vraag en is

Nadere informatie

Brandweer Haaglanden Bestuurlijke aansturing en Contouren brandweerorganisatie

Brandweer Haaglanden Bestuurlijke aansturing en Contouren brandweerorganisatie C O N C E P T R A A D S V O O R S T E L Veiligheidregio Haaglanden Brandweer Haaglanden Bijlage 5.3 C O N C E P T R A A D S V O O R S T E L Brandweer Haaglanden Bestuurlijke aansturing en Contouren brandweerorganisatie

Nadere informatie

De Brandweer over Morgen. Risico Beheersing in verandering

De Brandweer over Morgen. Risico Beheersing in verandering De Brandweer over Morgen Risico Beheersing in verandering Beeld van de brandweer? De brandweer Kan het nog beter? Klaar voor de toekomst of aanpassen? De omgeving verandert Knelpunten: Snel veranderde

Nadere informatie

ECCvA/U Lbr: 07/40

ECCvA/U Lbr: 07/40 Brief aan de leden T.a.v. het college en gemeenteraad informatiecentrum tel. (070) 3738020 uw kenmerk bijlage(n) onderwerp Brandweerontwikkelingen Samenvatting ons kenmerk ECCvA/U200700611 Lbr: 07/40 datum

Nadere informatie

Het Nieuwe denken van de brandweer. Ook úw nieuwe denken?

Het Nieuwe denken van de brandweer. Ook úw nieuwe denken? Naar een brandveiliger samenleving.. Met minder brand, minder slachtoffers én minder schade Het Nieuwe denken van de brandweer. Ook úw nieuwe denken? Ricardo Weewer, Strategisch Centrum NVBR René Hagen,

Nadere informatie

Beantwoording reacties bestuurders op tweede bestuursrapportage Schriftelijke ronde, oktober 2018

Beantwoording reacties bestuurders op tweede bestuursrapportage Schriftelijke ronde, oktober 2018 Beantwoording reacties bestuurders op tweede bestuursrapportage Schriftelijke ronde, oktober 2018 Gemeente Vragen/reactie Reactie Gereed/ verstuurd Dantumadiel Tweede berap Veiligheid: PPMO: waarom urinetest,

Nadere informatie

Bijlage. Uitvoeringsplan. Deel 1: Wat gaat er veranderen?

Bijlage. Uitvoeringsplan. Deel 1: Wat gaat er veranderen? Uitvoeringsplan Deel 1: Wat gaat er veranderen? Binnen Brandweer GNL gaan er een aantal zaken structureel veranderen op het gebied van taken, verantwoordelijkheden en cultuur. In deze paragraaf wordt hier

Nadere informatie

Brandveilig Leven Toepassing op de woonomgeving

Brandveilig Leven Toepassing op de woonomgeving Brandveilig Leven Toepassing op de woonomgeving Inhoudsopgave Inleiding 6 Deel A: Brandveilig leven in de maatschappelijke context 11 1 Wat is brandveilig leven? 12 1.1 Inleiding 12 1.2 Aanleiding en achtergrond

Nadere informatie

MOED brandweer VNOG T.b.v. de 22 gemeenteraden

MOED brandweer VNOG T.b.v. de 22 gemeenteraden MOED brandweer VNOG T.b.v. de 22 gemeenteraden ü Aanleiding MOED ü Algemene informatie brandweer in de veiligheidsregio ü Inhoud MOED ü Samenvatting uitspraken algemeen bestuur 1. Aanleiding MOED De wereld

Nadere informatie

Het nieuwe denken van de brandweer.. Ook uw nieuwe denken?

Het nieuwe denken van de brandweer.. Ook uw nieuwe denken? Naar een brandveiliger samenleving.. Met minder brand, minder slachtoffers én minder schade Het nieuwe denken van de brandweer.. Ook uw nieuwe denken? Ricardo Weewer, Strategisch Centrum NVBR Netwerkdag

Nadere informatie

Pilot Brandveilig Leven in Meerzicht

Pilot Brandveilig Leven in Meerzicht Pilot Brandveilig Leven in rzicht Evaluatie huisbezoeken VERSIEBEHEER Versie Datum Auteur 1. juni 212 RP 1.1 2 juni 212 RP 1 Samenvatting Dit is de evaluatie van de pilot Brandveilig leven in rzicht, die

Nadere informatie

Brandveilig Leven: Bedreven in Brandveilig Leven kennis opdoen en delen op de netwerkdag

Brandveilig Leven: Bedreven in Brandveilig Leven kennis opdoen en delen op de netwerkdag Brandveilig Leven: Bedreven in Brandveilig Leven kennis opdoen en delen op de netwerkdag Netwerkdag 27 april 2011 Rob Frek Portefeuillehouder verantwoordelijkheidsverdeling en veiligheidsbewustzijn Directeur

Nadere informatie

Begeleidende samenvatting en advies behorende bij de. Concept Rapportage Regionaal Risicoprofiel

Begeleidende samenvatting en advies behorende bij de. Concept Rapportage Regionaal Risicoprofiel Begeleidende samenvatting en advies behorende bij de Concept Rapportage Regionaal Risicoprofiel 1. Inleiding 1.1 Veiligheidsregio Drenthe en het Regionaal risicoprofiel De Veiligheidsregio Drenthe heeft

Nadere informatie

Brandweer Nederland Samen sterk, samen veilig

Brandweer Nederland Samen sterk, samen veilig Brandweer Nederland Samen sterk, samen veilig Met hart en ziel Brandweer Nederland staat voor 31.000 brandweermensen die zich met hart en ziel inzetten voor hun medemens. Die 24 uur per dag en 7 dagen

Nadere informatie

Hoe brandveilig is uw bedrijf?

Hoe brandveilig is uw bedrijf? EXPEDITIE BRANDVEILIGHEID Hoe brandveilig is uw bedrijf? Beantwoord de vragen en ontdek of er verbeterpunten zijn. Ontdek welke punten u en uw medewerkers helpen bij het verbeteren van de brandveiligheid

Nadere informatie

Notitie Informatie. BRANDVEILIG LEVEN van én voor iedereen

Notitie Informatie. BRANDVEILIG LEVEN van én voor iedereen Notitie Informatie BRANDVEILIG LEVEN van én voor iedereen 1 In de vergadering van 27 september 2013 heeft het AB zijn goedkeuring gegeven aan het Jaarverslag Brandveilig Leven 2012 2013. Activiteiten voor

Nadere informatie

Rotterdam-Rijnmond. NVBR bijeenkomst 07.03.12. Jan Boonekamp

Rotterdam-Rijnmond. NVBR bijeenkomst 07.03.12. Jan Boonekamp Rotterdam-Rijnmond NVBR bijeenkomst 07.03.12 Jan Boonekamp Hoe het begon. Maart 2009 Uitgangspunten: - RR was sedert 1 januari 2008 geregionaliseerd - We waren klaar om onze organisatie verder te ontwikkelen

Nadere informatie

Brandweerzorg in samenhang

Brandweerzorg in samenhang Brandweerzorg in samenhang Presentatie voor het Algemeen Bestuur op 20 mei 2016 Dekkingsplan Brandrisicoprofiel Wettelijk kader Art. 14 Wet Vr: het bestuur van een veiligheidsregio stelt minimaal eens

Nadere informatie

Hans Wijnbergen CCZ. Adviseur Veiligheid. Afdeling Advies & Monitoring

Hans Wijnbergen CCZ. Adviseur Veiligheid. Afdeling Advies & Monitoring Hans Wijnbergen CCZ Adviseur Veiligheid Afdeling Advies & Monitoring 1 Doelstelling van de afdeling Advies & Monitoring Ondersteunen van regiodirecteuren op het gebied van naleving van normen die s Heeren

Nadere informatie

Brandweerzorg in samenhang

Brandweerzorg in samenhang Brandweerzorg in samenhang Wettelijk kader Art. 14 Wet Vr: het bestuur van een veiligheidsregio stelt minimaal eens per 4 jaar een beleidsplan vast, waarin ten minste de operationele prestaties van de

Nadere informatie

Cijfers over fatale woningbranden

Cijfers over fatale woningbranden Cijfers over fatale woningbranden Cijfers over fatale woningbranden De Brandweeracademie van het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) verzamelt structureel data over fatale woningbranden in Nederland. Daarbij

Nadere informatie

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

De eerste stapjes: Social media: bewustwording. Rob Baardse, april 2012 tot 21 november 2013

De eerste stapjes: Social media: bewustwording. Rob Baardse, april 2012 tot 21 november 2013 De eerste stapjes: Social media: bewustwording gedrag Rob Baardse, april 2012 tot 21 november 2013 Samenvatting oktober 2013: hoe kan dit? 1 voorbeeld uit de campagne 2013 1-177.437 Effect: 110.903 - >

Nadere informatie

Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs

Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs Van 24 t/m 28 maart vond de Week van Passend Onderwijs plaats. De Week is een initiatief van het ministerie van OCW en 22 onderwijsorganisaties,

Nadere informatie

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 januari 2004

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 januari 2004 No: 5.4/260204 Onderwerp: Verordening brandveiligheid en hulpverlening De Raad van de gemeente Noordenveld; - gelet op artikel 1, tweede lid, en artikel 12 van de brandweerwet 1985 - gelet op artikel 8,

Nadere informatie

Project NUT. Onderzoek, conclusies en aanbevelingen. Congres NUT 17 november René Hagen, projectuitvoerder

Project NUT. Onderzoek, conclusies en aanbevelingen. Congres NUT 17 november René Hagen, projectuitvoerder Project NUT Onderzoek, conclusies en aanbevelingen Congres NUT 17 november 2011 René Hagen, projectuitvoerder Onderzoeksvraag In het kader van het verminderen van de regeldruk heeft BZK een voorstel ontwikkeld

Nadere informatie

Bijlage A Taken op het gebied van de brandveiligheid en hulpverlening

Bijlage A Taken op het gebied van de brandveiligheid en hulpverlening Bijlage A Taken op het gebied van de brandveiligheid en hulpverlening (Behorende bij bestuursafspraken gemeente Beverwijk met de Veiligheidsregio Kennemerland i.o.*) * De Veiligheidsregio Kennemerland

Nadere informatie

De Brandweermedewerker over nu Hoe de huidige situatie (organisatie, management en HRM) wordt beleefd door de medewerkers

De Brandweermedewerker over nu Hoe de huidige situatie (organisatie, management en HRM) wordt beleefd door de medewerkers De Brandweermedewerker over nu Hoe de huidige situatie (organisatie, management en HRM) wordt beleefd door de medewerkers Inleiding De NVBR is in 2010 gestart met het ontwikkelen van een Visie op HRM en

Nadere informatie

Veiligheidszorg op Maat. Samen naar een nieuw dekkingsplan

Veiligheidszorg op Maat. Samen naar een nieuw dekkingsplan Veiligheidszorg op Maat Samen naar een nieuw dekkingsplan Veiligheidszorg op Maat In deze brochure staan de bestuurlijke uitgangspunten voor het nog op te stellen dekkingsplan veiligheidszorg, waarover

Nadere informatie

Wabo kans of bedreiging

Wabo kans of bedreiging Wabo kans of bedreiging Charles Meijer Workshop NVBR Congres 24-09-2010 Waar gaan we het over hebben? 1 Regio s niet uniform Kans of bedreiging? 2 Doelen Wabo Integraal Klantgerichter Kredietcrisis Effecten

Nadere informatie

Managementsamenvatting adviesrapport

Managementsamenvatting adviesrapport Managementsamenvatting adviesrapport Onderzoek succesfactoren, knelpunten en ondersteuningsbehoeften van Nederlandse Gemeenten rond MVO-stimulering, verduurzaming van de bedrijfsvoering en duurzaam inkopen

Nadere informatie

Plan van aanpak Onderzoek Kwaliteit Brandweerzorg 2015

Plan van aanpak Onderzoek Kwaliteit Brandweerzorg 2015 Plan van aanpak Onderzoek Kwaliteit Brandweerzorg 2015 Februari 2015 Inhoudsopgave 1 Inleiding en aanleiding onderzoek... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Aanleiding... 3 1.3 Scope van het onderzoek... 4 2 Doel-

Nadere informatie

Fatale woningbranden 2003 en 2008 t/m 2011: een vergelijking

Fatale woningbranden 2003 en 2008 t/m 2011: een vergelijking Fatale woningbranden 2003 en 2008 t/m 2011: een vergelijking Managementsamenvatting Inzicht in kritische factoren bij fatale woningbranden is onontbeerlijk om gericht en effectief brandveiligheidsbeleid

Nadere informatie

Afbakening Het onderzoek richt zich op de fatale woningbranden in 2011. De niet-fatale woningbranden zijn in het onderzoek niet meegenomen.

Afbakening Het onderzoek richt zich op de fatale woningbranden in 2011. De niet-fatale woningbranden zijn in het onderzoek niet meegenomen. Fatale woningbranden 2011 Managementsamenvatting Het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid (NIFV) heeft onderzoek verricht naar de oorzaken, omstandigheden en het verloop van woningbranden met dodelijke

Nadere informatie

Brandweer Bedum. Commissie Algemene Bestuurlijke Zaken. Rapportage en voortgang van de lokale Brandweer Bedum

Brandweer Bedum. Commissie Algemene Bestuurlijke Zaken. Rapportage en voortgang van de lokale Brandweer Bedum Brandweer Bedum Commissie Algemene Bestuurlijke Zaken Rapportage en voortgang van de lokale Brandweer Bedum Koos Poelma Commandant Brandweer 10 mei 2012 Programma Prestaties brandweerzorg Bedum 2011 Risico

Nadere informatie

Raadsstuk. Aan de Raad der gemeente Haarlem. Datum: 7 oktober 2008 Raadsvragen ex art 38 RvO Onderwerp: Brandveiligheid woningen

Raadsstuk. Aan de Raad der gemeente Haarlem. Datum: 7 oktober 2008 Raadsvragen ex art 38 RvO Onderwerp: Brandveiligheid woningen Raadsstuk Raadsstuk B&W datum Sector/Afd Reg.nr(s) Onderwerp 239/2008 2 december 2008 VVH/vh 08/181913 Beantwoording vragen van de heer J. Fritz en mevrouw H. Koper inzake brandveiligheid woningen Aan

Nadere informatie

REGIONAAL BELEIDSPLAN VRGZ

REGIONAAL BELEIDSPLAN VRGZ MET 4 BELANGRIJKE VRAGEN AAN U Gespreksnotitie bij REGIONAAL BELEIDSPLAN VRGZ 2016-2019 VRGZ 2.0 - Integraal werken aan veiligheid in Gelderland-Zuid VEILIGHEID, DAAR ZIJN WE SÁMEN VERANTWOORDELIJK VOOR

Nadere informatie

Onderwerp Consultatie incidentrisicoprofiel en dekkingsplan brandweer

Onderwerp Consultatie incidentrisicoprofiel en dekkingsplan brandweer Onderwerp Consultatie incidentrisicoprofiel en dekkingsplan brandweer Portefeuillehouder van der Zwan Datum collegebesluit 1 maart 2016 Opsteller H. Tanja Registratie GF16.20022 Agendapunt 14 Voorstel

Nadere informatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de perceptie van medewerkers in sociale (wijk)teams bij gemeenten - Yvonne Zuidgeest

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Directoraat-generaal Veiligheid Fysieke Veiligheid en Bestuur Schedeldoekshaven

Nadere informatie

Private instrumenten. Misschien iets te vroeg? Charles Meijer. Voorzitter Vakgroep Brandveilig leven Brandweer Nederland

Private instrumenten. Misschien iets te vroeg? Charles Meijer. Voorzitter Vakgroep Brandveilig leven Brandweer Nederland Private instrumenten Misschien iets te vroeg? Charles Meijer Voorzitter Vakgroep Brandveilig leven Brandweer Nederland 4/23/2013 Relevante Ontwikkelingen Actieprogramma brandveiligheid Visie brandweer:

Nadere informatie

Uw imago onder uw regionale belanghouders. Resultaten imago-onderzoek Heuvelrug Wonen

Uw imago onder uw regionale belanghouders. Resultaten imago-onderzoek Heuvelrug Wonen Uw imago onder uw regionale belanghouders Resultaten imago-onderzoek Heuvelrug Wonen Over het onderzoek Heuvelrug Wonen heeft in oktober 2017 deelgenomen aan het imago-onderzoek dat KWH uitvoerde onder

Nadere informatie

Bestuurlijke keuzes en brandveiligheid: wat is veilig (genoeg)? Marco Zannoni NIBHV congres, 10 november 2014

Bestuurlijke keuzes en brandveiligheid: wat is veilig (genoeg)? Marco Zannoni NIBHV congres, 10 november 2014 Bestuurlijke keuzes en brandveiligheid: wat is veilig (genoeg)? Marco Zannoni NIBHV congres, 10 november 2014 COT: 25 jaar ervaring in oefeningen, onderzoek en advies 1 Ontwikkelingen Van regelgestuurd

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement p. Functie medewerker brandpreventie Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub p Besluit personeel veiligheidsregio

Nadere informatie

Resultaten online enquête Kennisknooppunt Stadslandbouw

Resultaten online enquête Kennisknooppunt Stadslandbouw Resultaten online enquête Kennisknooppunt Stadslandbouw 7 oktober 2015, Jan Eelco Jansma Samenvatting Dit document doet verslag van een online enquête (voorjaar-zomer 2015) onder betrokkenen bij stadslandbouw.

Nadere informatie

Visie op naleving regelgeving brandveiligheid

Visie op naleving regelgeving brandveiligheid Visie op naleving regelgeving brandveiligheid Petro van Bergen Robert Luinge Programma Inhoud Tijd Opening (G. Verhoeven) 10.00 10.15 Presentatie over de visie (P. van Bergen en R. Luinge) Hoe is de visie

Nadere informatie

van toezicht en handhaving

van toezicht en handhaving 1 inleiding voor beslissers veiligheid door samenwerken Effecten van toezicht en handhaving meten Een inleiding 2 inleiding voor beslissers Na elke calamiteit neemt de roep om strenger toezicht en harder

Nadere informatie

Samenwerken aan Brandveiligheid

Samenwerken aan Brandveiligheid Gemeente Leiderdorp Gemeente Leiderdorp Wie zijn wij als Brandweer Hollands Midden? Wat mag u van ons verwachten en hoe zijn we aan elkaar verbonden? Samenwerken aan Brandveiligheid Missie Brandweer Hollands

Nadere informatie

Brandweer, meer dan een vliegende keep?! Welkom op Papendal! Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding

Brandweer, meer dan een vliegende keep?! Welkom op Papendal! Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding Brandweer, meer dan een vliegende keep?! Welkom op Papendal! Voetbalwijsheden Aanval is de beste verdediging Totaal voetbal Risico s afwegen & keuzes maken Marc Lammers, bondscoach van de Nederlandse hockeyvrouwen,

Nadere informatie

Kortom: Een schaatsvereniging is er dóór leden en vóór leden. De vereniging is intern gericht, waarbij de leden bepalen wat er gebeurt.

Kortom: Een schaatsvereniging is er dóór leden en vóór leden. De vereniging is intern gericht, waarbij de leden bepalen wat er gebeurt. Vrijwilligersbeleid binnen de schaatsvereniging Van beleid tot uitvoering in de praktijk Schaatsverenigingen en de vrijwilligersproblematiek De doorsnee schaatsvereniging in Nederland is een vrijwilligersorganisatie:

Nadere informatie

VOORSTEL VOOR HET AB. Datum vergadering: 7 november Agendapunt: 11. Portefeuillehouder: de heer Swillens

VOORSTEL VOOR HET AB. Datum vergadering: 7 november Agendapunt: 11. Portefeuillehouder: de heer Swillens VOORSTEL VOOR HET AB Datum vergadering: 7 november 2011 Agendapunt: 11 Datum: 17-10-11 Contactpersoon: P. van der Vlist en A.M. Buitink Telefoon: 030 240 4462/ 2404551 E-mail: p.van.der.vlist@vru.nl; a.buitink@vru.nl

Nadere informatie

Uw imago onder uw regionale belanghouders. Resultaten imago-onderzoek Elan Wonen

Uw imago onder uw regionale belanghouders. Resultaten imago-onderzoek Elan Wonen Uw imago onder uw regionale belanghouders Resultaten imago-onderzoek Elan Wonen Over het onderzoek Elan Wonen heeft in oktober 2017 deelgenomen aan het imago-onderzoek dat KWH uitvoerde onder de regionale

Nadere informatie

Bijlagen. 1. Persbericht oktober 2012. 2. Artikelen: Brandpreventieweek in het nieuws. 3. (Stopper) advertenties

Bijlagen. 1. Persbericht oktober 2012. 2. Artikelen: Brandpreventieweek in het nieuws. 3. (Stopper) advertenties Bijlagen 1. Persbericht oktober 2012 2. Artikelen: Brandpreventieweek in het nieuws 3. (Stopper) advertenties 4. Alle materialen: poster, folder, pen etc. 5. Consumentensite www.watdoejijbijbrand.nl 6.

Nadere informatie

Uitruk op Maat. In deze uitgave. Project Uitruk op Maat van start in veiligheidsregio Zuidoost-Brabant. Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost

Uitruk op Maat. In deze uitgave. Project Uitruk op Maat van start in veiligheidsregio Zuidoost-Brabant. Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost Uitruk op Maat Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost Nieuwsbrief 1 november 2010 In deze uitgave Project Uitruk op Maat van start in veiligheidsregio Zuidoost-Brabant 2 3 Aanleiding van het project Uitruk

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directie nationale veiligheid NVROO Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den

Nadere informatie

Brandveiligheid in de Zorg

Brandveiligheid in de Zorg Brandveiligheid in de Zorg Er gebeurt veel, maar er verandert niets Charles Meijer Voorzitter vakgroep Brandveilig leven Symposium IFV 15 mei 2014 Hoofdconclusie: Brandveiligheid niet of nauwelijks verbeterd

Nadere informatie

2012D Is er een rol voor cliëntenraden bij deze problematiek en zo ja, wat is deze?

2012D Is er een rol voor cliëntenraden bij deze problematiek en zo ja, wat is deze? 2012D08796 1 Is er een rol voor cliëntenraden bij deze problematiek en zo ja, wat is deze? 2 Welke maatregelen heeft de rijksoverheid sinds 2003, toen voor het eerste bleek dat de brandveiligheid bij zorginstellingen

Nadere informatie

Visie op crisismanagement in de zorgsector en de toegevoegde waarde van een Integraal Crisisplan. All hazard voorbereid zijn (1 van 3)

Visie op crisismanagement in de zorgsector en de toegevoegde waarde van een Integraal Crisisplan. All hazard voorbereid zijn (1 van 3) Visie op crisismanagement in de zorgsector en de toegevoegde waarde van een Integraal Crisisplan All hazard voorbereid zijn (1 van 3) Versie 1.0 11 november 2014 Voorwoord Zorginstellingen zijn vanuit

Nadere informatie

Handreiking 'Geen Nood Bij Brand'!

Handreiking 'Geen Nood Bij Brand'! Handreiking 'Geen Nood Bij Brand'! Een positieve verschuiving op attitude, risicoperceptie en bewustwording van brandveiligheid binnen de zorginstelling Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Geen Nood Bij Brand!

Nadere informatie

DE INRICHTING VAN HET BELEIDSTERREIN PREVENTIE IN DE REGIO GRONINGEN DE PRODUCTEN

DE INRICHTING VAN HET BELEIDSTERREIN PREVENTIE IN DE REGIO GRONINGEN DE PRODUCTEN HULPVERLENINGSDIENST GRONINGEN BRANDWEER STAD EN REGIO GRONINGEN DE INRICHTING VAN HET BELEIDSTERREIN PREVENTIE IN DE REGIO GRONINGEN DE PRODUCTEN Opstellers : Mike de Laat, Jan Timmer en Roelf Knoop Datum

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 000 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2019 Nr. 116 BRIEF

Nadere informatie

Verbetercheck ongewenst gedrag VVT Workshop ongewenst gedrag

Verbetercheck ongewenst gedrag VVT Workshop ongewenst gedrag Verbetercheck ongewenst gedrag VVT Workshop ongewenst gedrag Vul deze verbetercheck in om zicht te krijgen op waar uw organisatie staat met de aanpak rond ongewenst gedrag. Aan de hand van de scores kunt

Nadere informatie

Programma Transport en veiligheid Zuid-Holland

Programma Transport en veiligheid Zuid-Holland Programma Transport en veiligheid Zuid-Holland Resultaten en lessen voor de toekomst drs. A.A.M. Brok Voorzitter veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, portefeuillehouder jaar van transport en veiligheid

Nadere informatie

Samenvatting Integrale Handhaving

Samenvatting Integrale Handhaving Samenvatting Integrale Handhaving Openbare inrichtingen als hotels, cafés en discotheken worden geconfronteerd met verschillende gemeentelijke, regionale en landelijke handhavers. Voorbeelden van handhavers

Nadere informatie

Veilig omgaan met waterstof

Veilig omgaan met waterstof Veilig omgaan met waterstof Hans Spobeck Programmamanager Lectoraat Transportveiligheid, Instituut Fysieke Veiligheid Netwerkevent H2 Platform 13 december 2018 Wat is en wat doet het IFV? Landelijke ondersteuningsorganisatie

Nadere informatie

Analyse vragenlijst gemeentelijke kolom. Onderdeel zelfevaluatie

Analyse vragenlijst gemeentelijke kolom. Onderdeel zelfevaluatie Analyse vragenlijst gemeentelijke kolom Onderdeel zelfevaluatie Autorisatie OPSTELLERS: Grooten-Leus,Annelies BIJDRAGE IN DE WERKGROEP*: [Opmerkingen] Versiegegevens VERSIE: DATUM: OMSCHRIJVING: 0.2 18-5-2017

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 26 956 Beleidsnota Rampenbestrijding 2000 2004 28 325 Bouwregelgeving 2002 2006 Nr. 66 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Nadere informatie

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem Eind juli is de eerste ronde afgerond voor de besteding van het regionale Innovatiebudget Sociaal Domein. In deze ronde is niet het volledige beschikbare budget

Nadere informatie

opdrachtformulering subsidiëring MEE 2017

opdrachtformulering subsidiëring MEE 2017 opdrachtformulering subsidiëring MEE 2017 Aanleiding Met ingang van 1 januari 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de cliëntondersteuning voor alle inwoners, voorheen was dit een verantwoordelijkheid

Nadere informatie

VEILIGE LEEFOMGEVING

VEILIGE LEEFOMGEVING Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond Samen werken aan een VEILIGE LEEFOMGEVING Continuïteit van de samenleving Veilige leefomgeving Zelfredzame samenleving Veilige bouwwerken Effectieve hulpverlening Beschermen

Nadere informatie

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem Eind juli is de eerste ronde afgerond voor de besteding van het regionale Innovatiebudget Sociaal Domein. In deze ronde is niet het volledige beschikbare

Nadere informatie

Resultaten Onderzoek September 2014

Resultaten Onderzoek September 2014 Resultaten Onderzoek Initiatiefnemer: Kennispartners: September 2014 Resultaten van onderzoek naar veranderkunde in de logistiek Samenvatting Logistiek.nl heeft samen met BLMC en VAViA onderzoek gedaan

Nadere informatie

Collegebesluit. Onderwerp: Verbetering aanpak mensen met verward gedrag BBV nr: 2017/85459

Collegebesluit. Onderwerp: Verbetering aanpak mensen met verward gedrag BBV nr: 2017/85459 Collegebesluit Onderwerp: Verbetering aanpak mensen met verward gedrag BBV nr: 2017/85459 1. Inleiding De afgelopen twee jaar staat het onderwerp van personen met verward gedrag prominent op de landelijke

Nadere informatie

mêê^w9êêsěľb^ėě Brandweer

mêê^w9êêsěľb^ėě Brandweer mêê^w9êêsěľb^ėě Brandweer veiligheidsregio Noord- en Oost- Gelderland Postbus 234 7300 AE Apeldoorn Colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten die T^^A^Apddoorn deel uitmaken van de Veiligheidsregio

Nadere informatie

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding CVDR Officiële uitgave van Leek. Nr. CVDR54284_1 1 juni 2016 Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding De raad van de gemeente Leek; gelet op: - artikel 1, tweede lid, artikel 12

Nadere informatie

WHITEPAPER TRANSFORMATIE SOCIAAL DOMEIN

WHITEPAPER TRANSFORMATIE SOCIAAL DOMEIN WHITEPAPER TRANSFORMATIE SOCIAAL DOMEIN Transformatie als uitdaging Met ingang van 1 januari zijn de gemeenten verantwoordelijk geworden voor de gedecentraliseerde taken op het gebied van jeugdzorg, begeleiding

Nadere informatie

Handreiking relatiebeheer hoofdwerkgever

Handreiking relatiebeheer hoofdwerkgever Handreiking relatiebeheer hoofdwerkgever VNG, 2009 (De inhoud van deze handreiking was voorheen te raadplegen op www.vrijwilligebrandweer.nl. In augustus 2012 is deze tekst gebundeld in een handreiking)

Nadere informatie

Breda s Toetsingskader

Breda s Toetsingskader Breda s Toetsingskader Inleiding De organisaties die samenwerken in Zorg voor elkaar Breda delen het uitgangspunt dat welzijn en zorg in de eerste plaats van mensen zelf zijn. Zij hebben als doel dat kwetsbare

Nadere informatie

Monitor VRBZO na 2 e Berap 2015

Monitor VRBZO na 2 e Berap 2015 Monitor VRBZO na 2 e Berap 2015 In de tweede Bestuurlijke rapportage 2015 rapporteren we tussentijds over een aantal onderwerpen: - de voortgang van de werkzaamheden zoals benoemd in het VRBZO jaarplan

Nadere informatie

Onderzoek naar de werking van het coalitieprogramma

Onderzoek naar de werking van het coalitieprogramma Rekenkamer Weert Onderzoek naar de werking van het coalitieprogramma 2 april 2009 Achtergrond en aanleiding onderzoek De rekenkamer van de gemeente Weert richt zich op het perspectief leren en verbeteren.

Nadere informatie

Agendapunt: 6.2/17042013 Documentor.: RV12.0825 Raad d.d. I. Aan de gemeenteraad. Roden, 10 april 2013. Bask*

Agendapunt: 6.2/17042013 Documentor.: RV12.0825 Raad d.d. I. Aan de gemeenteraad. Roden, 10 april 2013. Bask* Aan de gemeenteraad Roden, 10 april 2013 G E M E E N T E t N O O R D E N V E L D Agendapunt: 6.2/17042013 Documentor.: RV12.0825 Raad d.d. I Bask* Onderwerp Experiment "Met de post Peize naar de brandweer

Nadere informatie

Rapportage Compliance-Assistance-activiteiten stimulering vervanging open verbrandingstoestellen. Datum 15 september 2010

Rapportage Compliance-Assistance-activiteiten stimulering vervanging open verbrandingstoestellen. Datum 15 september 2010 Rapportage Compliance-Assistance-activiteiten stimulering vervanging open verbrandingstoestellen Datum 15 Colofon VROM-Inspectie Directie Uitvoering Programma Bouwen aan kwaliteit Rijnstraat 8 Postbus

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement cc. Functie strategisch manager Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub cc Besluit personeel veiligheidsregio

Nadere informatie

SAMENVATTING. Succes verzekerd!?

SAMENVATTING. Succes verzekerd!? SAMENVATTING Succes verzekerd!? Onderzoek naar de succes- en faalfactoren bij gemeentelijke samenwerking op gebied van lokale sociale zekerheid en de rol van de gekozen samenwerkingvorm daarin Universiteit

Nadere informatie

GIDS-gemeenten die de JOGGaanpak & GIDS combineren

GIDS-gemeenten die de JOGGaanpak & GIDS combineren GIDS-gemeenten die de JOGGaanpak & GIDS combineren Notitie versie 1.0 September 2016 Door Frea Haker (Gezond in ) Eveline Koks (Jongeren Op Gezond Gewicht) Anneke Meijer (Coördinatie Gezond Gewicht Fryslân

Nadere informatie

Ontwikkelingen in de vrijwillige inzet. Resultaten onderzoek onder lidorganisaties Mezzo

Ontwikkelingen in de vrijwillige inzet. Resultaten onderzoek onder lidorganisaties Mezzo Ontwikkelingen in de vrijwillige inzet Resultaten onderzoek onder lidorganisaties Mezzo Aanleiding In de ledenraadsvergadering van 22 september 2015 is met de ledenraad van Mezzo de afspraak gemaakt dat

Nadere informatie

Functiefamilie ET Thematische experten

Functiefamilie ET Thematische experten Functiefamilie ET Thematische experten DOEL Expertise in een materie* en verstrekken aan de administratieve en politieke instanties teneinde hen te ondersteunen bij de besluitvorming en de uitvoering van

Nadere informatie

Terug naar de toekomst!

Terug naar de toekomst! Terug naar de toekomst! Innovatiecongres Veiligheid 2010 Stephan Wevers Commandant brandweer Twente Bestuurslid NVBR De innovatiemomenten en het zoeken naar samenhang 1. Bidden en breken 25 v.chr. 1393

Nadere informatie

Informatienotitie AB Veiligheidsregio Utrecht

Informatienotitie AB Veiligheidsregio Utrecht Informatienotitie AB Veiligheidsregio Utrecht Betrokkenheidsonderzoek brandweervrijwilligers Datum vergadering 9 november 2015 Agendapunt 10 Portefeuillehouder Directeur Bijlagen De heer Molkenboer De

Nadere informatie

De stand van mediation

De stand van mediation De stand van mediation Onderzoek bij gemeenten naar de stand van zaken rond mediation 30 november 2007 1 Inleiding Steeds meer gemeenten ontdekken mediation als manier om conflictsituaties op te lossen.

Nadere informatie

Begrijpen Verbinden Meedoen communicatieplan transities sociaal domein Rivierenland

Begrijpen Verbinden Meedoen communicatieplan transities sociaal domein Rivierenland september 13 Begrijpen Verbinden Meedoen communicatieplan transities sociaal domein Rivierenland Als je doet wat je altijd deed, krijg je wat je altijd kreeg. (Albert Einstein, 1879-1955) M e r k c o a

Nadere informatie

Registratienummer: GF Datum collegebesluit: 16 april 2013 Agendapunt: 12

Registratienummer: GF Datum collegebesluit: 16 april 2013 Agendapunt: 12 Aan de gemeenteraad Registratienummer: GF13.20020 Datum collegebesluit: 16 april 2013 Agendapunt: 12 Portefeuillehouder: De heer T.J. van der Zwan Behandelend ambtenaar: Mevrouw R. Hogeterp Onderwerp:

Nadere informatie

Toelichting Effectenanalyse wijkverpleegkundige niettoewijsbare

Toelichting Effectenanalyse wijkverpleegkundige niettoewijsbare Toelichting Effectenanalyse wijkverpleegkundige niettoewijsbare zorg Regio Arnhem Toelichting Effectenanalyse wijkverpleegkundige niet-toewijsbare zorg Dit is een toelichting bij het instrument Effectenanalyse

Nadere informatie