Aan de Algemene Kerkenraad GKE Ermelo, 21 april Geachte kerkenraad,

Transcriptie

1 Aan de Algemene Kerkenraad GKE Ermelo, 21 april 2012 Geachte kerkenraad, Wijkkerkenraad Noord heeft met grote interesse kennis genomen van het rapport van Commissie Toekomst 2. Dit leidde tot niet minder dan 33 schriftelijke reacties van ambtsdragers en pastoraal medewerkers en enkele uitgebreide mondelinge besprekingen van dit rapport. Hij deelt de zorg omtrent de huidige ontwikkelingen met name wat betreft de afname van betrokkenheid bij het gemeenteleven. De noodzaak van nadenken over de toekomst van onze kerk wordt (h)erkend. Gelet hierop bestaat er grote waardering voor het commissierapport. Wij gaan uit van ongedeelde Gereformeerde Kerk van Ermelo, niet alleen omdat veel leden van Noord en Oost kerken in de Immanuëlkerk en leden uit andere wijken in de Maranathakerk, maar vooral omdat wij ons door vele banden met elkaar verbonden voelen. De wezenlijke opdracht van de Kerk en onze verantwoordelijkheid als lid van onze kerk zien wij als volgt: Als gemeente van Christus dragen wij zorg in onze kerk uiting te geven aan Zijn opdracht aan ons: Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde. Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb. En houd dit voor ogen: ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld. Deze elementaire (pastorale en diaconale) opdracht is de enige, maar dan ook alles omvattende opdracht voor ons Kerk zijn. Daar staan we voor als gemeente van onze Heer, gemeenschap in Christus waar we als kerk in Ermelo deel van mogen uitmaken. Ieder van ons draagt als lid van die gemeenschap mede de verantwoordelijkheid voor die kerk. Die kerk zijn wij. Daar staan we voor. Deze opdracht is onze identiteit. Staan we met deze opdracht aan de zijlijn in de samenleving? Als dat zo is, dan moeten we niet alleen als kerkleden betrokken beleven en omzien naar elkaar zoals Thea Deinum dat duidelijk formuleerde in de Antenne, en moeten we ons niet alleen richten op lidcategorieën (jeugd, jonge gezinnen en ouderen) en op het pastoraat (en diaconaat) naar de individuele leden gericht op concrete vragen, maar zullen we ons ook moeten bezinnen op hoe we Christen kunnen en moeten zijn in de samenleving. Hoe kunnen onze kerk en haar leden Jezus Christus uitdragen in onze samenleving. Daar ligt ten diepste de basis voor onze opdracht en uitdaging. Niet alleen naar binnen gericht, maar ook naar buiten. Dat is niet alleen een opdracht voor vrijwilligers, maar voor ons allemaal als leden van Zijn Kerk. Het is de opdracht aan de ambtsdragers, direct ondersteund door de professionaliteit van de predikant, de leden van onze gemeente zich bewust te maken van deze eigen verantwoordelijkheid voor de gemeenschap, niet alleen ja zelfs niet primair binnen onze eigen kerk, maar ook en vooral in de samenleving buiten de eigen kerk. Dat is dus voor kerk en samenleving, naar binnen en naar buiten. Als we ons die opdracht niet voldoende bewust zijn of daar niet voortdurend concreet invulling aan proberen te geven maar onze zorg en aandacht primair intern

2 gericht blijft dan is de kerk ten dode opgeschreven en, erger, voldoen we in steeds geringere mate aan onze primaire opdracht van kerk zijn in de wereld. Die verantwoordelijkheid ligt dus op ons allen, die deel uitmaken van de ene grote algemene Kerk van onze Heer Jezus Christus. Zo mogen wij als Christen Gods liefde uitdragen in deze wereld en daarmee zijn kerk dragen. Deze kerk vraagt om verantwoord bestuur, waarbij niet het in stand houden van het instituut het enige doel is. In feite draagt het bestuur alleen zorg voor het voldoen aan de basale opdracht van onze kerk in de wereld. Dat vraagt om een levende kerkelijke gemeenschap waarbinnen we ons geloof kunnen belijden en waarin we de inspiratie vinden zuurdesem te zijn in de wereld. Daarom zal in onze kerk dat bestuur zeer dicht bij de gemeenteleden moeten staan en zullen deze gemeenteleden zich bewust moeten zijn van hun persoonlijke verantwoordelijkheid voor dit bestuur. Een zeer platte organisatie dus waar het besturen zo dicht mogelijk bij de basis wordt georganiseerd zodat ouderlingen binnen de secties waar zij pastoraal actief zijn ook direct en desgevraagd te allen tijde verantwoording over hun bestuurlijke taken af kunnen leggen. Voor ambtsdragers betekent dit dat pastoraat en bestuurlijke verantwoordelijkheid niet van elkaar te scheiden zijn. Het betekent dat de ambtsdragers de gemeenteleden die aan hun pastorale zorg zijn toevertrouwd nauw zullen moeten betrekken bij het kerkelijk bestuur, enerzijds om op die wijze vorm te kunnen geven aan de gewenste medeverantwoordelijkheid van alle gemeenteleden (ambt aller gelovigen)voor het kerkelijk bestuur, anderzijds om zich steeds bewust te zijn van de eigen persoonlijke verantwoordelijkheid voor pastorale zorg binnen de kerk en in de wereld om je heen. Praktisch betekent dit voor onze kerk in Ermelo dat het vormen van twee wijkgemeenten is aan te bevelen rondom respectievelijk de Maranathakerk en de Immanuëlkerk. Iedere wijkgemeente een eigen wijkkerkenraad, met het meest optimale democratische gehalte vanuit de eigen wijkgemeenten. Ook ondersteunend professioneel pastoraat zal om deze reden aan de wijkgemeenten verbonden moeten zijn. In deze situatie is een AKR een kerkordelijk gegeven waarbij de verhouding tot de wijkkerkenraden als volgt omschreven wordt: De verdeling van de taken en bevoegdheden over enerzijds de algemene kerkenraad en anderzijds de wijkkerkenraden wordt aangegeven in een door de algemene kerkenraad in overleg met de wijkkerkenraden vast te stellen regeling, met dien verstande dat de taken en bevoegdheden van de wijkkerkenraden alles omvatten wat tot de taken en bevoegdheden van de kerkenraad behoort, met uitzondering van datgene wat nadrukkelijk wordt toevertrouwd aan de algemene kerkenraad, waaronder, voor zover in de orde van de kerk niet anders is bepaald: het overleg met de wijkkerkenraden over de taak en de samenwerking van de delen in het geheel van de gemeente en de uitvoering van het werk dat in dat overleg aan de algemene kerkenraad wordt toevertrouwd; het treffen van voorzieningen ten behoeve van de gemeente in haar geheel, waar dat nodig is om recht te doen aan de binnen de gemeente voorkomende kerkelijke verscheidenheid; de vermogensrechtelijke aangelegenheden; datgene wat te maken heeft met de rechtspositie van de predikanten en de gesalarieerde medewerkers. Op deze wijze is goed gestalte te geven aan onze opdracht kerk te zijn in de wereld waarin we boodschapper mogen zijn van de liefde van God. De Kerk staat niet meer in het centrum van de macht. Lid zijn van een kerkgenootschap wordt steeds meer uitzondering in plaats van regel. De aanpassingen die dit vraagt roepen bij veel gemeenteleden weerstanden op die zelfs kunnen lijden tot weglopen naar kerkgenootschappen die zich meer afsluiten voor die veranderingen.

3 De veranderingsbereidheid van de gemeenteleden moet daarom niet meer op de proef gesteld worden dan noodzakelijk is voor de komende jaren. Daarentegen kan een verandering van mentaliteit, een aanpassen aan de veranderde positie van de kerk in de samenleving, een heel positieve uitwerking hebben. Structuurverbetering kan, net als een goede huisvesting, bijdragen aan dat nieuw elan. De structuur die nodig is moet de mogelijkheid bieden om als Gemeente van de Heer zo met elkaar om te gaan, Hem zo te dienen, dat de wereld om ons heen benieuwd wordt wat ons drijft. Gelet op het vorenstaande zal u duidelijk zijn dat de belangrijkste conclusies van de meerderheid van de commissie door de meerderheid van wijkkerkenraad Noord niet worden onderschreven. Noord spreekt zich uit voor: 1. 2 wijkgemeentes rond de beide kerkgebouwen. (Hieruit volgt: 2 wijkkerkenraden, cf. kerkorde Ordinantie IV Artikel 9, lid 1) 2. de professionals dienen zoveel mogelijk wijk gebonden te blijven werken. 3. zwaartepunt aansturing professioneel pastoraat blijft liggen bij wijkkerkenraden. 4. De wijkkerkenraad heeft voorkeur voor het invullen van de vacature ds.hoogstrate met een predikant. De wijkkerkenraad verzoekt de AKR deze mogelijkheid nadrukkelijk te onderzoeken. Voor de volgende punten vraagt de wijkkerkenraad aandacht: 5. Duidelijk maken aan de gemeente wat de voorgestelde veranderingen gaan betekenen in de praktijk. 6. Meer onderzoek naar de veranderende behoeftes van jarigen. 7. Het meerderheidsadvies van de commissie is deels gebaseerd op aannames en veronderstellingen waarvan volgens wkr Noord nog geenszins vaststaat dat deze reëel zijn. 8. In plaats van het geplande gemeenteberaad, wijkgemeenteberaden te organiseren. Toelichting bij de verschillende punten: Ad1 Bestuur dicht bij gemeente en secties c.q. pastorale werkers en diakenen. Wijk van 3200 mensen die bovendien in 2 kerkgebouwen kerken, wordt te massaal. Centralisatie leidt tot vluchtgedrag, wie is verantwoordelijk, c.q. wie neemt of draagt verantwoordelijkheid? Een kerkbestuur moet zo breed zijn dat de stem van de leden daarin duidelijk gehoord wordt. Dat kost menskracht, maar is een wezenlijk onderdeel van het gemeente zijn, zeker in het licht van de kerkorde van de PKN. Een betrokken gemeente zal mee moeten kunnen praten over hoe zij haar taken wil uitvoeren, de structuur daarvoor moet drempelvrij zijn. Nu al vluchten in een structuur, zoals voorgesteld door meerderheid van de commissie, die vooruitloopt op, veronderstelde, toekomstige noodzaak, werpt voor de basis eerder drempels op. Zolang een kerk meer dan leden en meer dan 1 kerkgebouw heeft verdient het voorkeur een wijkgemeente in te richten met een eigen bestuur (wijkkerkenraad), die voor een aantal zg. bovenwijkse taken een AKR heeft. Ad 2 De consequentie van bovenstaande is, om ook professionele theologen zo dicht mogelijk bij de basis te situeren en dus aan de wijkgemeente te koppelen (dit betekent bij 2 wijkgemeenten 1,5 fte theologen per wijk) en daarom niet te kiezen voor pastoraal centrum dat naar onze mening niet een

4 wezenlijke meerwaarde heeft (voor beleidsontwikkeling en pastorale toerusting kunnen we zo nodig beroep doen op landelijke toerusters via PKN). Continuïteit in zorg voor elkaar zowel als bestuur in belangrijke mate afhankelijk van professionals. Pastoraat moet aanbod gestuurd blijven. Ad 3 Beleidsplan Noord spreekt zich uit voor 3.0 FTE predikanten. Inzetbaarheid predikant is breder. Hoewel een predikant een groter financieel offer van de gemeente vraagt dan een pastoraal werker, leert de praktijk dat de actieve betrokkenheid van een predikant bij haar/zijn wijkgemeente de offerbereidheid van leden kan doen toenemen. Dit vraagt om korte lijnen tussen wijkpredikant en wijkgemeente. Noord erkent dat 3.0 fte moeilijk is te verdelen over 2 wijkgemeenten, ook gelet op de wens om aan taakgroep Jeugd ca. 0.3 fte professionele theoloog te koppelen. Noord stelt voor in nader overleg met wkr en en taakgroep Jeugd te bepalen op welke wijze de beschikbare professionele formatie van minimaal 3 fte het best verdeeld kan worden. Ad 4 Kwaliteit als voorganger Eredienst is een belangrijke factor. Deze lijkt beter gewaarborgd bij een academische opleiding. De wijkkerkenraad heeft de overtuiging dat de huidige financiële positie ruimte biedt om nog een aantal jaren 3.0 FTE predikantsplaatsen te handhaven. Ad 5 Communicatie over dit veranderingstraject is van groot belang. Dat betekent niet alleen zenden maar ook ontvangen/luisteren. Hoe ver reikt de veranderingsbereidheid van de gemeente? Ga daar niet achteloos aan voorbij. Ad 6 Onderzoek naar wensen en behoeften van m.n. de groep jongvolwassenen (20 40) niet alleen binnen maar ook buiten onze kerk op religieus gebied is erg belangrijk Als die niet met traditionele erediensten e.d. bereikt worden maar wel open staan voor andere activiteiten dan moeten we daarop proberen in te spelen. Ad 7 De wijkkerkenraad deelt o.a. de volgende uitgangpunten in het rapport niet: Wkr ziet de pastorale vraag nog steeds meer aanbod gestuurd dan vraag gestuurd. Wkr ziet voldoende financiële ruimte voor een volledige vervulling van de vacature ds. Hoogstrate. De vergaderbereidheid schat wkr Noord hoger in dan waar het rapport van uitgaat. De wkr acht de bereidheid van de gemeenteleden om als vrijwilliger deel te nemen aan de kerkelijke activiteiten nog groter dan die al is, als de gemeenteleden meer direct bij het kerkelijk beleid betrokken worden. Ad 8 Het opheffen van de 4 bestaande wijkgemeenten heeft primair gevolgen voor de leden van die wijkgemeenten. Het is dan ook van belang dat zij daarover (eerst) een mening kunnen ventileren. Het verdient daarom aanbeveling de leden per wijkgemeente uit te nodigen hun mening over een voorgenomen besluit kenbaar te maken. Wij vertrouwen erop u met dit advies te dienen en spreken de hoop en verwachting uit dat het zal bijdragen aan een zodanige besluitvorming over de toekomst van onze kerk dat deze met nieuw elan en vervuld met de inspirerende kracht van Gods Geest haar opdracht in de wereld de komende jaren zal blijven vervullen. Verwijderd:

5 De Wijkkerkenraad Noord van de Gereformeerde Kerk Ermelo, Namens deze, Y.G.Vellenga, scriba