Leica Lino L360, L2P5, L2+, L2G+, L2, P5, P3

Transcriptie

1 Leica Lino L360, L25, L2+, L2G+, L2, 5, 3

2 Gebruiksaanwijzing Versie i ederlands Gefeliciteerd et uw aanschaf van de Leica Lino. De veiligheidsvoorschriften staan in het hoofdstuk na de bedieningsinstructies van het instruent. De veiligheidsvoorschriften saen et de gebruiksaanwijzing oeten zorgvuldig worden gelezen alvorens het product in gebruik te neen. nhoud Opstarten...1 Bediening...3 Technische pecificaties...12 Veiligheidsvoorschriften...13 Opstarten nzetten / Vervangen van Batterijen chuif de vergrendeling naar voren o het batterijcopartient los te aken. Open de deksel van het batterijcopartient en zet de batterijen erin; let op de polariteit. Duw hierna het de deksel van het batterijcopartient naar beneden, totdat het vastklikt. et batterijsybool 9 licht op als de batterijspanning te laag is. De batterijen oeten zo snel ogelijk worden vervangen. Zet de batterijen er in en let op de juiste polariteit. Gebruik uitsluitend alkalinebatterijen of oplaadbare batterijen. Batterijen oeten worden verwijderd als het instruent langere tijd niet zal worden gebruikt (o corrosie te voorkoen). L2, 3, 5 L25, L2+, L2G+ 1 Opstarten de C L RU T

3 de C L RU T Opladen / de eerste keer De accu oet worden opgeladen, voordat hij in gebruik wordt genoen, odat deze et een iniale lading wordt afgeleverd. Opladen is uitsluitend toegestaan bij teperaturen tussen 0 C en +40 C/+32 en Voor een optiale lading adviseren wij de accu, indien ogelijk, op te laden bij een lage ogevingsteperatuur van +10 C tot +20 C/+50 tot +68. et is noraal, dat de accu war wordt tijdens het opladen. L Aansluiting voor acculader Opstarten Lino L360 7 h 2 Opslag van L360 im accu's Let er op, dat het instruent wordt opgeslagen in een droge ogeving bij een teperatuur tussen 0 C en 20 C (32 en 68 ) o zelfontladen van de accu te inialiseren. Laadt de accu op indien de bewaarperiode langer is. Bij de aanbevolen opslagteperatuur kunnen de accu's tot circa 6 aanden worden opgeslagen. Daarna oeten de acu's volledig worden opgeladen. a langdurige opslagperioden de accu's opladen alvorens deze te gebruiken.

4 Bediening Toetsenbord en bedieningseleenten 1 LAR toets 2 UL/OWRMODU toets 3 Lock schakelaar Bedieningspaneel 4 Laserkruisdraden 5 orizontale laserlijn 6 Verticale laserlijn 7 Lock 8 uls/owerodus AA 9 Batterijspanning te laag AT Loodlijn en kruisdraadsnijpunt AK Loodlijnpunt AL Laser uitgeschakeld Lino L Lino L Lino L Leica Lino L Bediening Lino L2G+ Lino L Leica Lino 3 de C L RU T

5 de C L RU T Aan/Uitschakelen Lino L360, L25, L2+, L2G+, L2: AA: Druk kort op de LAR toets 1. UT: oudt de LAR toets 1 ingedrukt. Laserfuncties ndrukken van de LAR toets 1 activeert de onderstaande laserfuncties: Actie 2x 3x 4x Bediening L360 L360 L25 L25 niet gelockt wel gelockt niet gelockt wel gelockt horizontaal en verticaal alleen horizontaal alleen verticaal hetzelfde als alleen horizontaal alleen verticaal hetzelfde als 5x horizontaal en verticaal alle lijnen en punten alle punten alleen loodlijnpunt hetzelfde als alleen horizontaal alleen verticaal hetzelfde als - 4 Lino 3 en Lino 5: AA: chuif de Lock schakelaar 3 naar rechts. O: chuif de Lock schakelaar 3 naar links. L2 L2+ L2G+ 3 5 horizontaal en verticaal alleen horizontaal alleen verticaal hetzelfde als horizontaal en verticaal alleen horizontaal alleen verticaal hetzelfde als horizontaal en verticaal alleen horizontaal alleen verticaal hetzelfde als alle 3 punten alleen schietloodpunt hetzelfde als alle 5 punten alleen schietloodpunt loodlijnpunt en rechts/ links hetzelfde als

6 Zelfstellen en Lockfuncties et instruent stelt zichzelf autoatisch waterpas binnen het opgegeven hellingbereik (Zie hoofdstuk "Technische gegevens"). Druk op de Lock schakelaar 3 o het hellingsbereik te vervoeren of schuin te zetten buiten het hellingbereik. n gelockte stand staat de pendule vast en is het zelfstelechanise uitgeschakeld. uls/owerodus (alleen Lino L360, L25, L2+, L2) et instruent is uitgerust et een ower save stand. Als bijzonder goede zichtbaarheid van de laserlijn niet noodzakelijk is en als u de batterijen wilt sparen, dan kunt u de ulsodus aan en uitschakelen door indrukken van de UL/OWRMODU toets 2. O de laserlijnen over grotere afstanden (> 15 ) te kunnen detecteren, of bij ongunstig ogevingslicht, kan een laserdetector worden gebruikt. De detector kan de laserstraal in ulsodus lokaliseren, zelfs over langere afstanden. (Laserdetector, zie hoofdstuk accessoires) De L2G+ gebruikt altijd pulsen o de zicht- en de levensduur van de accu te optiali- baarheid seren en daaro heeft de L2G+ geen uls/ower- Modus-toets. 5 Bediening de C L RU T

7 de C L RU T Toepassingen Bediening 6

8 Gebruik van de wandontagebeugel: Lino L360 7 Bediening de C L RU T

9 de C L RU T Controleren van de nauwkeurigheid van de Leica Lino. Controleer de nauwkeurigheid van uw Leica Lino regelatig en vooral bij belangrijke etingen. Controleren van de nauwkeurigheid van het zelfstellen. A1 tel het instruent op een statief op halverwege tussen twee wanden (A+B) et circa 5 onderlinge afstand. Zet de Lock schakelaar 3in de stand "Vrij" ( ). Richt het instruent op wand A en schakel het instruent in. Activeer de horizontaal laserlijn of laserspot en arkeer de positie van de lijn of de spot op wand A (-> A1). Draai het instruent 180 en arkeer de horizontaal laserlijn of de laserspot op exact dezelfde wijze op wand B (-> B1). Bediening B1 8 A1 A2 5 B1 B2 laats vervolgens het instruent op dezelfde hoogte zo dicht ogelijk bij wand A en arkeer opnieuw de laser op wand A (-> A2). Draai het instruent 180 en arkeer de laser op wand B (-> B2). Meet de afstanden tussen de gearkeerde punten A1-A2 en B1-B2. Bepaal het verschil tussen de twee etingen. Als het verschil niet groter is dan 2, dan is de nauwkeurigheid van de Leica binnen de toleranties. (A1 - A2) - (B1 - B2) 2

10 Controle van de nauwkeurigheid van de horizontale lijn: (alleen Lino L360, L25, L2+, L2G+, L2) ax. 3 Zet de Lock schakelaar 3 in de stand "Vrij" ( ). laats het instruent circa 5 vanaf de wand. Richt het instruent op de wand en schakel het in et de LAR toets 1. Activeer de laserlijn et de LAR toets 1 en arkeer het snijpunt van de laserkruisdraad op de wand. Draai het instruent naar rechts en daarna naar links. Let op een verticale afwijking van de horizontale lijn ten opzichte van de arkering. Als het verschil niet groter is dan 3, dan is de nauwkeurigheid van de Leica Lino binnen de toleranties. Controle van de nauwkeurigheid van de verticale lijn: (alleen Lino L360, L25, L2+, L2G+, L2) ax Zet de Lock schakelaar 3 in de stand "Vrij" ( ). Gebruik een schietlood als referentie en hang deze zo dicht ogelijk tegen een wand van circa 3 hoog. laats het instruent op een afstand van circa 1,5 van de wand en op een hoogte van circa 1,5. Richt het instruent op de wand en schakel het instruent in et de LAR toets 1. Activeer de verticale laserlijn et de LAR toets 1. Draai het instruent totdat de verticale laserlijn vlak boven de vloer op het schietlood staat. Bepaal nu de axiale afwijking van de laserlijn ten opzichte van het schietlood over de gehele lengte van de lijn. Als het verschil niet groter is dan 3, dan is de nauwkeurigheid van de Leica Lino binnen de toleranties. 9 Bediening de C L RU T

11 de C L RU T Controle van de nauwkeurigheid van de verticale lijn: (alleen Lino 3, Lino 5 en Lino L25) Zet de Lock schakelaar 3 in de stand "Vrij" ( ). Controle van het bovenste loodlijnpunt: B1 B2 ax. 2 Controle van het onderste loodlijnpunt: A1 B1 B2 ax. 2 De laser opstellen op een statief of wandontagebeugel in de buurt van punt A1 op een iniale afstand van 1,5 vanaf punt B1. De horizontale laser is uitgelijnd in richting 1. Markeer de laserspots A1 en B1 et een speld. Bediening A Draai het instruent 180 zodat in de richting 2 kijkt tegenover 1. Verplaats het instruent zodat de laserstraal exact op punt A1 valt. Als de afstand tussen punt B1 en B2 niet groter is dan 2, dan is de Leica Lino binnen de toleranties. Als de nauwkeurigheid van uw Leica Lino buiten de toleranties valt, nee dan contact op et een geautoriseerde dealer of et Leica Geosystes. outindicaties Teperatuur onder of boven het toegestane bereik: De laser schakelt uit en alle sybolen knipperen. Buiten bereik van het zelfstellende verogen: De laser schakelt uit en het lapje bij het sybool van de geselecteerde functie gaat knipperen (voor L2), of de lijn of het punt gaat knipperen en het lapje bij het sybool van de geselecteerde functie gaat knipperen (voor 3, 5, L2+, L2G+ en L25). endule gelockt: (alleen Lino L360, L25, L2+, L2G+, L2) De laserstraal is niet waterpas en het Lock sybool 7 licht op.

12 Verzorging en advies voor gebruik iet onderdopelen in water. Vuil en vocht afvegen et een vochtige zachte doek. Geen agressieve schoonaakiddelen of oplossingen gebruiken. Behandel de optische oppervlakken et dezelfde zorg, als brillenglazen en lenzen van fotocaera's. et instruent kan beschadigd raken door vallen of heftige trillingen. Controleer het instruent op ogelijke beschadigingen voordat u het inschakelt. Controleer regelatig de nauwkeurigheid van het instruent. Vervoer O het instruent veilig te vervoeren oet de Lock schakelaar 3in de stand "Lock" ( ) worden gezet. Garantie Levenslange fabrieksgarantie Garantiedekking gedurende de gehele gebruiksperiode van het product volgens de Leica Geosystes nternationale Beperkte Garantie. Gratis reparatie of vervanging van alle producten, die defect raken als gevolg van ateriaal- of fabricagefouten, gedurende de gehele levensduur van het product. 3 aar Gratis Gegarandeerde service zonder extra kosten, als het product defect raakt en herstel vereist onder norale gebruiksostandigheden, zoals beschreven in de handleiding. Voor de drie jaar gratis garantie, oet het product binnen acht weken na aanschaf worden geregistreerd op Als het product niet wordt geregistreerd, dan geldt twee jaar garantie. 11 Bediening de C L RU T

13 de C L RU T Technische pecificaties L360 L25 L2 L2+ L2G+ 3 5 Bereik tot 30 * Zelfinstelnauwkeurigheid et detector tot 60 - Zelfstelnauwkeurigheid op 5 ± 1.5 ± 1 ± 1.5 Zelfinstelbereik 3.5 ± ± 0.5 auwkeurigheid van loodlijnpunt op 5 - ± ± 1.5 auwkeurigheid van horizontale lijn op 5 ± auwkeurigheid van verticale lijn op 3 ± 0.75 ± traaldivergentie (horizontaal) <180 <120 <180 - Aantal laserspots Aantal laserlijnen 2 - Richting laserstraal Technische pecificaties verticaal & horizontaal verticaal & horizontaal, ohoog, olaag, rechts, links 12 verticaal & horizontaal ohoog, olaag, vooruit ohoog, olaag, naar voren, rechts, links Lasertype 635 n, laser klasse n, 635 n, laser klasse 2 laser klasse 2 Batterijen im accupack Type AA Type AA Type AA Type AA (oplaadbaar) 4 x 1.5 V 3 x 1.5 V 4 x 1.5 V 3 x 1.5 V Bescheringsklasse spatwater / stof Werkteperatuur -10 C tot 40 C 0 C tot 40 C -10 C tot 40 C Opslagteperatuur -25 C tot 70 C Afetingen ( x D x B) x 145 x x x 96 x 91 x x x x x 59.3 Gewicht zonder batterijen 1009 g (et batterijen) 370 g 321 g 370 g 370 g 310 g 320 g tatiefschroefdraad 1/4" Vochtigheidsbereik axiale relatieve vochtigheid 80 % voor teperaturen tot 31 C lineair afneend tot 50 % RV bij 40 C oogte < 3500 Bestede ogeving riair voor gebruiks binnenshuis * afhankelijk van ogevingslicht Alle rechten voorbehouden voor wijzigingen (in illustraties, beschrijvingen en technische gegevens).

14 im accupack L360 (oplaadbaar, artnr ) ngangsspanning trooverbruik Oplaadtijd Veiligheidsvoorschriften De beheerder van het instruent oet er zorg voor dragen, dat alle gebruikers deze aanwijzingen begrijpen en opvolgen. Gebruikte sybolen De gebruikte sybolen in de veiligheidsvoorschriften hebben de onderstaande betekenis: WAARCUWG: Gebruiksgevaar of gebruik in strijd et de bepalingen, welke ernstige schade aan personen of de dood tot gevolg kan hebben. VOORZCTG: Gebruiksgevaar of gebruik in strijd et de bepalingen, dat slechts geringe schade voor personen et zich eebrengt, aar aanzieijke schade aan ateriaal, bezittingen of ilieu kan veroorzaken. Belangrijke inforatie, die de gebruiker helpt, het product technisch juist en efficiënt te gebruiken. 7.5 V 1 A 7 u Toepassingsdoel et projecteren van horizontale en verticale laserlijnen en laserspots Gebruik in strijd et de bepalingen Gebruik van het product zonder instructie Gebruik buiten de toepassingsgrenzen Uitschakelen van veiligheidsinrichtingen en verwijderen van aanwijzings- en waarschuwingsetiketten Openen van het product et gereedschap (schroevendraaier etc.), voor zover niet nadrukkelijk voor bepaalde gevallen is toegestaan et aanbrengen van odificaties of aanpassingen aan het product Opzettelijke verblinding van derden; ook in het donker Onvoldoende veiligheidsaatregelen op de eetlocatie. Toepassingsgrenzen Zie hoofdstuk "Technische pecificaties". De Leica Lino is ontwikkeld voor toepassing in gebieden, die geschikt zijn voor peranente enselijke bewoning. Gebruik het product niet gebieden et explosiegevaar of in agressieve ogevingen. 13 Veiligheidsvoorschriften de C L RU T

15 de C L RU T Verantwoordelijkheidsgebieden Verantwoordelijkheden van de fabrikant van de oorspronkelijke apparatuur Leica Geosystes AG, C eerbrugg (kort Leica Geosystes): Leica Geosystes is verantwoordelijke voor de veiligheidstechnische onberispelijke levering van het product inclusief gebruiksaanwijzing. Leica Geosystes is niet verantwoordelijk voor accessoires van derden. Verantwoordelijkheden van de beheerder: Voor de beheerder gelden de volgende verplichtingen: ij begrijpt de veiligheidsinforatie voor het product en de instructies in de gebruiksaanwijzing. ij kent de plaatselijke voorschriften ter preventie van ongevallen en leeft deze na. Gebruiksrisico's VOORZCTG: as op voor foutieve etingen als het instruent defect is of nadat het is gevallen, isbruikt of geodificeerd. Verricht periodiek controleetingen. Vooral na overbelasting van het product, en voor, tijdens en na belangrijke eettaken. Zie hoofdstuk "Controle van de nauwkeurigheid van de Leica Lino". Veiligheidsvoorschriften 14 WAARCUWG: Lege batterijen ogen niet et het huisvuil worden weggegooid. Denk aan het ilieu en lever ze in bij verzaelpunten in overeensteing et de nationale of plaatselijke regelgeving. et product ag niet bij het huisvuil worden weggegooid. Verwijder het product op de juiste wijze in overeensteing et de nationale regelgeving van uw land. Voorko steeds toegang tot het product door onbevoegden. pecifieke inforatie et betrekking tot behandeling en afvalverwerking van dit product kan worden gedowoad vanaf de Leica Geosystes hoe page op of worden verkregen via uw Leica Geosystes dealer. WAARCUWG: et gebruik van niet door Leica Geosystes aanbevolen acculaders kan de accu's vernielen. Dit kan brand of explosie veroorzaken. Voorzorgsaatregelen: Gebruik alleen acculaders, die door Leica Geosystes worden aanbevolen o de accu's te laden. lektroagnetische copatibiliteit (MC) WAARCUWG: De Leica Lino voldoet aan de strengste eisen van de relevante noren en regelgeving. Desondanks kan de ogelijkheid niet volledig worden uitgesloten dat storing wordt veroorzaakt in andere apparatuur.

16 Laserclassificatie produceert een zichtbare laserstraal, die aan de voorzijde van het apparaat naar buiten kot: Lino L360 et product kot overeen et de laserklasse 2 volgens: C : 2007 "Veiligheid van laserinrichtingen". Lino L2G+ : C :2014 Laser Klasse 2 producten: Kijk niet in de laserstraal en richt niet onnodig op andere personen. De beschering van het oog wordt gewooijk bewerkstelligd door afwendingreacties inclusief knipperreflex. WAARCUWG: Direct in de laserstraal kijken et optische hulpiddelen (zoals bijv. verrekijkers, telescopen) kan gevaarlijk zijn. VOORZCTG: et kijken in de laserstraal kan gevaarlijk zijn voor het oog. 15 Veiligheidsvoorschriften de C L RU T

17 de C L RU T Labeling L25 L2 L2+ 3/5 Laser traling Kijk niet in de laserstraal Laser Klasse 2 in overeensteing et C :2007 Max. uitgezonden verogen: <1.0 W c.w. Laser golflengte: n traaldivergentie <180 Laser traling Kijk niet in de aserstraal Laser Klasse 2 in overeensteing et C :2007 Max. uitgezonden verogen: <1.0 W c.w. Laser golflengte: n traaldivergentie <120 Laser traling Kijk niet in de laserstraal Laser Klasse 2 in overeensteing et C :2007 Max. uitgezonden verogen: <1.0 W c.w. Laser golflengte: n traaldivergentie <180 Laser traling Kijk niet in de laserstraal Laser Klasse 2 in overeensteing et C :2007 Max. uitgezonden verogen: <1.0 W c.w. Laser golflengte: n traaldivergentie <1.5 rad Veiligheidsvoorschriften Laser traling Kijk niet in de laserstraal Laser Klasse 2 in overeensteing et C :2007 Max. uitgezonden verogen: <1.0 W c.w. Laser golflengte: n traaldivergentie <1.5 rad 16 L2G+ L360 Laser traling Kijk niet in de laserstraal Laser Klasse 2 in overeensteing et C :2007 Max. uitgezonden verogen: <0.7 W Laser golflengte: n traaldivergentie <180 ulsfrequentie: 10 kz ulsduur: 50 μs Laser traling Kijk niet in de laserstraal Laser Klasse 2 in overeensteing et C :2007 Max. uitgezonden verogen: <1.0 W c.w. Laser golflengte: n traaldivergentie <360

18 ositie van het etiket: Lino L Veiligheidsvoorschriften de C L RU T

19 Leica Geosystes AG, eerbrugg, Zwitserland, is gecertificeerd als zijnde te beschikken over een kwaliteitssystee, dat voldoet aan de internationale noren voor kwaliteitsanageent en kwaliteitssysteen (O nor 9001) en ilieubeheersysteen (O nor 14001). Copyright Leica Geosystes AG, eerbrugg, Zwitserland 2014 Vertaald uit de originele tekst (757665i ) Leica Geosystes AG C-9435 eerbrugg (witzerland)