STUDIEOPDRACHT AKKERVOGELS REGIO NOORDWEST VLAAMS-BRABANT. In opdracht van Regionaal Landschap Groene Corridor Uitgevoerd door Econet Vlaams-Brabant

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "STUDIEOPDRACHT AKKERVOGELS REGIO NOORDWEST VLAAMS-BRABANT. In opdracht van Regionaal Landschap Groene Corridor Uitgevoerd door Econet Vlaams-Brabant"

Transcriptie

1 STUDIEOPDRACHT AKKERVOGELS REGIO NOORDWEST VLAAMS-BRABANT In opdracht van Regionaal Landschap Groene Corridor Uitgevoerd door Econet Vlaams-Brabant 1

2 Foto s voorblad van boven naar onder: vlucht kneus, Bruine Kiekendief, juveniele Veldleeuwerik ( Axel Smets). Auteurs: Axel Smets en Anke Geeraerts. Econet Vlaams-Brabant, De Bavaylei 116, 1800 Vilvoorde. Inl@nlnetwerk.be 2

3 INHOUDSTABEL 1. Inleiding en kader Situering van de context en de noodzaak van een akkervogelproject Overzicht mogelijke maatregelen ten voordele van akkervogels Inleiding: voorwaarden voor goede maatregelen Oplijsting van akkervogel maatregelen uit de literatuur Nestgelegenheid en dekking Voedsel Maatregelen in graslanden Onverharde wegen Bijvoederen Overzicht van bestaande initiatieven Methode De bestudeerde soorten Het studiegebied Inventarisatiemethode Resultaten Resultaten inventarisatie per soort Geelgors Emberiza citrinella Graspieper Anthus pratensis Grauwe Gors Miliaria calandra Kneu Carduelis cannabina Kwartel Coturnix coturnix Patrijs Perdix perdix Putter Carduelis carduelis Ringmus Passer montanus Veldleeuwerik Alauda arvensis 23 3

4 Zomertortel Streptopelia turtur Resultaten inventarisatie per prioritaire gebied Kruiskouter en relictzones Kouter Peizegem-Steenhuffel Dorenveld Steenokkerzeel Akkers Grimbergen Plateau van Moorsel Overzicht maatregelen ter bescherming van akkervogels Opsomming van de maatregelen Voorgestelde acties voor de regio Aandachtszones Maatregelentabel Conclusies Literatuuroverzicht Bijlagen 39 Bijlage 1. Beheersovereenkomst ter bescherming van akkervogels. 40 Bijlage 2. Lijst akkervogelprojecten in Nederland en Vlaanderen in Bijlage 3. Voorstelling prioritaire regio s. 46 Bijlage 4. Lijst geïnventariseerde soorten: datum, aantal, gedrag, vindplaats en GPS locatie. 52 Bijlage 5. Verspreidingsgegevens van de geïnventariseerde soorten in het studiegebied NW Vlaams-Brabant 64 4

5 1. INLEIDING EN KADER 1.1 Situering van de context en de noodzaak van een akkervogelproject Vele vogelsoorten gaan er de laatste dertig jaar sterk op achteruit. Van alle groepen broedvogels zijn de akkervogels het meest bedreigd. Akkervogels, zoals de Veldleeuwerik (Alauda arvensis) en de Geelgors (Emberiza citrinella), zijn vogels die broeden of overwinteren in open (OLA of open landschap akkervogels), half-open (HOLA of half-open landschap akkervogels) of kleinschalige (KLA of kleinschalig landschap akkervogels) akkerlandschappen (Vermeersch et al., 2004) (zie figuur 1). Inventarisatie studies in Europa, voornamelijk in Engeland, tonen een afname van naar schatting 80% bij deze vogelsoorten (Birdlife International, 2004; Newton, 2004; Vermeersch et al., 2004). Andere soorten zoals de Ortolaan, Korhoen, Grauwe Klauwier en Kuifleeuwerik, zijn reeds verdwenen uit onze akkerlanden. Opportunisten (bijvoorbeeld kraaiachtigen, Houtduiven en exoten) profiteren dan weer van bijvoorbeeld de maïsteelt en nemen sterk toe. Deze trend ziet men ook bij andere dieren en planten sterk gebonden aan gecultiveerde landschappen, zoals vele soorten vlinders, amfibieën, sprinkhanen, insecten en akkeronkruiden. Figuur 1. (links) open akkerlandschap (OL), (rechts) kleinschalig akkerlandschap (KL) ( Axel Smets). Akkervogels zijn voor hun reproductie en overleven sterk gebonden en zelfs afhankelijk van akkerlanden. Eén van de voornaamste oorzaken van de achteruitgang van deze vogelsoorten is dan ook de intensivering van de landbouw, waaronder de sterke toename van het gebruik van agro-chemicaliën, zowel pesticiden als meststoffen, het verwijderen van houtkanten ten voordele van de akkeroppervlakte en dus hogere productie, de overstap van ploegen in de lente naar ploegen in de late zomer na de oogst, de extensieve drooglegging van het land, het vermeerderd gebruik van monoculturen, de trend naar vroegere oogst data, het intensievere grasland beheer en de uitbreiding van de veestapel (Newton, 2004; Vickery et al., 2004). De twee voornaamste oorzaken zijn het overschakelen naar wintergraan en de schaalvergroting van de landbouw inclusief de opkomst van monoculturen (Shrubb, 2003). Deze intensivering had voornamelijk een impact op de beschikbaarheid van zaden en insecten, en op de nestmogelijkheden van akkervogels. Schommelingen in de akkervogel populaties zijn echter niet nieuw en volgden achter elke veranderingen in de landbouw die de vogel habitat of hun voedselvoorraad beïnvloedde (Schrubb, 2003). 5

6 Specifiek voor Vlaanderen werd in 2004 een grootscheepse studie afgewerkt rond broedvogels (Vermeersch et al., 2004). Een beperkte hoeveelheid recentere waarnemingen is te vinden op Deze studies maken duidelijk dat ook in Vlaanderen de situatie schrijnend is voor de typische akkervogels. Kijken we enkel naar NW Vlaams-Brabant, zien we dat in 2000 maar liefst 73% van de - nog resterende - akkervogels in deze regio bedreigd waren (EU-status kwetsbaar of achteruitgaand, zie tabel 1). Volgens de rode lijst van Vlaanderen lag het aantal op 54% in 2004 (zie tabel 1). Hoewel deze resultaten zeer gedetailleerd en wetenschappelijk onderbouwd zijn, vormen ze slechts een aanzet tot verder onderzoek en verouderen ze snel. Het is dan ook belangrijk dat onderzoek rond akkervogels continueert en zich toespitst op drie vlakken. Ten eerste is er een grote nood aan een doorlopende inventarisatie om een correct beeld te krijgen van de resterende populaties. Ten tweede, om goede maatregelen te treffen, is niet alleen een kennis over de aantallen nodig, maar moeten de oorzaken van de achteruitgang gekend zijn. Ten derde is het noodzakelijk de maatregelen te testen en de effecten op te volgen, opnieuw door herhaalde inventarisaties uit te voeren (Bradbury & Kirby, 2006). Het voorliggend project focust op de regio Groene Corridor (Asse, Opwijk, Merchtem, Londerzeel, Meise, Wemmel, Kapelle-op-den-Bos, Grimbergen, Zemst, Vilvoorde en Steenokkerzeel). In dit gebied is er momenteel een gebrek aan inventarisatie en bijgevolg kennis over akkervogels. Dit gebrek aan waarnemingen kan leiden tot een foutief negatief beeld over de waarde van dit gebied wat akkervogels betreft. Een vlucht over het landschap toont namelijk onmiddellijk dat er nog vele interessante potentiële open, half-open en kleinschalige landschappen en dus akkervogel habitats aanwezig zijn in deze regio (bijvoorbeeld, de Kruiskouters in Merchtem, kansrijke gebieden in Steenokkerzeel). Bovendien is de ligging van vele gebieden boven Brussel een voordeel als vestigingsplaats voor trekkende vogels. Dit benadrukt de meerdere mogelijkheden van deze regio voor verscheidene soorten. Bovendien werd de laatste monitoring uitgevoerd ten tijde van de Broedvogelatlas (2004). Ondertussen werden er nochtans op zeer beperkte schaal enkele geïsoleerde initiatieven genomen in deze regio, al dan niet bewust gericht op de bescherming van akkervogels (bijvoorbeeld, de haag- en houtkanten actie van RLGC en meerdere initiatieven door gemeenten i.s.m. Econet Vlaams-Brabant). De resultaten van deze initiatieven werden tot op heden nog niet geëvalueerd. Het akkervogelproject NW Vlaams-Brabant vormt een eerste stap naar een meer volledige en diepgaande kennis over akkervogels in NW Vlaams-Brabant en is een basis voor verder inventarisatie en voor het opzetten van maatregelen en overige acties ter bescherming van akkervogels in deze regio. Deze studie draagt ook meer specifiek bij tot de identificatie van kansrijke gebieden die in aanmerking komen voor subsidies ten voordele van akkervogels. 6

7 Tabel 1. Overzicht van de nog resterende akkervogels in het gebied NW Vlaams-Brabant met de status van bedreiging in Europa sinds 1970 en Vlaanderen in 2004 (Rode Lijst) en 2009 (status volgens Brakona). Nederlandse soortnaam Type akkervogel (OLA, HOLA, KLA) Latijnse soortnaam EU trend als broedvogel EU trend als broedvogel EU status als broedvogel Rode Lijst Vlaanderen (2004) PPS lijst Brakona (2009) Broedvogels Geelgors KLA (HOLA) Emberiza citrinella Stabiel Gematigde achteruitgang Achteruitgaand Bedreigd (2a) Prioritaire soort Gele Kwikstaart (HOLA) OLA Motacilla flava Gematigde achteruitgang Gematigde achteruitgang Achteruitgaand Achteruitgaand (A)? Graspieper (HOLA) OLA Anthus pratensis Stabiel Gematigde achteruitgang Achteruitgaand Bedreigd (2c)? Grauwe Gors (HOLA) OLA Miliaria calandra Stabiel Gematigde achteruitgang Achteruitgaand Bedreigd (2c) Prioritaire soort Groenling KLA Carduelis chloris Stabiel Stabiel Niet bedreigd Niet bedreigd (N)? Kievit (HOLA) OLA Vanellus vanellus Sterke achteruitgang Sterke achteruitgang Kwetsbaar Niet bedreigd (N) Aandachtssoort Kneu KLA (HOLA) Carduelis cannabina Stabiel Gematigde achteruitgang Achteruitgaand Achteruitgaand (A) Symboolsoort Kwartel OLA Coturnis coturnix Stabiel Stabiel Niet bedreigd Onvoldoende gekend Symboolsoort Patrijs KLA (HOLA, OLA) Perdix perdix Sterke achteruitgang Achteruitgang Kwetsbaar Kwetsbaar (3b) Prioritaire soort Putter KLA (HOLA) Carduelis carduelis Stabiel Stabiel Niet bedreigd Niet bedreigd (N)? Ringmus KLA Passer montanus Stabiel Gematigde achteruitgang Achteruitgaand Achteruitgaand (A) Symboolsoort Torenvalk (KLA) HOLA (OLA) Falco tinnunculus Gematigde achteruitgang Gematigde achteruitgang Achteruitgaand Niet bedreigd (N) Aandachtssoort Veldleeuwerik (HOLA) OLA Alauda arvensis Sterke achteruitgang Gematigde achteruitgang Achteruitgaand Kwetsbaar (3a) Prioritaire soort/symboolsoort Zomertortel KLA (HOLA) Streptopelia turtur Sterke achteruitgang Sterke achteruitgang Kwetsbaar Bedreigd Symboolsoort Wintergasten Blauwe kiekendief (HOLA) OLA Circus cyaneus Stabiel Gematigde achteruitgang Achteruitgaand (geen broedvogel) Prioritaire soort Rietgors (HOLA) OLA Emberiza schoeniclus Gematigde achteruitgang Gematigde achteruitgang Achteruitgaand Bedreigd (2b)? Smelleken OLA Falco columbarius Gematigde achteruitgang Stabiel Stabiel (geen broedvogel)? 7

8 1.2 Overzicht mogelijke maatregelen ten voordele van akkervogels Inleiding: voorwaarden voor goede maatregelen De intensivering van de landbouw is geen eenduidig proces. Verschillende aspecten treffen verschillende soorten en interageren onderling (Newton, 2004). Bij het zoeken naar maatregelen is het dan ook belangrijk zowel soortgericht als systeemgericht te werken (de Snoo, 2006). Akkervogels verschillen sterk in hun ecologie wat vaak aangepaste maatregelen per soort vereist. Deze soortbenadering was in het verleden vaak de meest dominante benadering. Van de meeste soorten is geweten waar het probleem ligt. Onderzoek in Engeland toonde aan dat de Kneu, bijvoorbeeld, voornamelijk een probleem heeft tijdens het broedseizoen (Siriwardena et al., 2000; Moorcroft & Wilson, 2000). De meeste soorten hebben het echter vooral moeilijk om voedsel te vinden tijdens de winter (bijvoorbeeld de Gele en Grauwe Gors, zie Hens, 2006). Maatregelen moeten dus met deze verscheidenheid rekening houden. Daarom wordt er vaak gepleit voor een landschapsmozaïek waarin al deze elementen aanwezig zijn (Evans, 2004). Tegenwoordig kiest men ook steeds vaker voor een systeemgerichte benadering (de Snoo, 2006). Deze benadering richt zich op het stimuleren van natuurlijke processen in, op en rond de akkers en graslanden, nodig om natuur een kans te geven. Het accent ligt dan op de randvoorwaarden voor natuur op landbouwbedrijven. Een recent voorbeeld vindt men in het principe van de habitatboerderijen, landbouwbedrijven waar de boer specifieke maatregelen treft om de habitat van typische agrarische soorten te beschermen of te verbeteren. Welke benadering men ook kiest, het is aangeraden deze te combineren met een sterke sensibiliseringscampagne. Een mooi voorbeeld hiervan is de akkervogel campagne van het regionale landschap Zenne, Zunne en Zoniën (zie De hoofdzaak is echter een goede kennis van het gebied en daarin voorkomende soorten. Zo kunnen specifieke maatregelen geselecteerd worden volgens de intrinsieke mogelijkheden van de gebieden zelf (Evans & Green, 2007). Maatregelen moeten dus genomen worden op maat van de soort en op maat van het gebied en de landbouw die erin voorkomt. Bovendien moet men zich richten op zogenaamde kansrijke gebieden of kerngebieden waar zich de bronpopulaties bevinden (Engels source populations ; voor meer uitleg, zie bijvoorbeeld Pulliam, 1988). De VLM selecteerde reeds meerdere gebieden binnen dewelke beheersovereenkomsten voor akkervogels gesloten kunnen worden. 8

9 Figuur 2. Overzicht van de kansrijke gebieden in Vlaanderen aangeduid door de VLM. Dit zijn beheergebieden kerngebieden waarbinnen beheerovereenkomsten kunnen worden gesloten voor de diverse beheerspakketten akkervogelbeheer (zie De gemeenten in groen maken deel uit van het werkingsgebied van het regionale landschap Groene Corridor. Het Dorenveld te Steenokkerzeel (zie pijl) is het enige gebied dat binnen deze beheersovereenkomsten valt Oplijsting van akkervogel maatregelen uit de literatuur Maatregelen voor akkervogels moeten gericht zijn op drie zaken: (1) creëren van nestgelegenheid, (2) voorzien van zomervoedsel (granen) en (3) voorzien van wintervoedsel (insecten). (Newton, 2004; Dochy & Hens, 2005; zie ook de brochure akkervogels van RLZZZ). Dochy & Hens (2005) vermelden bovendien nog enkele bijkomende mogelijke maatregelen zoals: maatregelen in graslandgebieden, onverharde wegen en bijvoederen. In de volgende paragraaf worden deze maatregelen kort toegelicht. Predatoren worden over het algemeen minder aangewezen als oorzaak van de snelle achteruitgang van akkervogels. Wel moet men aandacht schenken aan het principe van de ecologische val zoals uitgebreid besproken in Dochy & Hens (2005).Aangezien Dochy & Hens (2005) een uitgebreide bespreking geven van mogelijke maatregelen wordt er in deze tekst niet dieper op ingegaan. De onderstaande bespreking van maatregelen is enkel een korte samenvatting met aanpassingen volgens meer recente literatuur. Voor een lijst van deze maatregelen verwijzen we naar tabel Nestgelegenheid en dekking Dochy & Hens (2005) vermelden de volgende ingrepen. Aanleg van bufferstroken van gras langs hagen. Het voorzien van onbespoten, kruiden- en dus insectenrijke ruigten naast de akkers is een basismaatregel voor alle soorten (zie figuur 3). Dit is een maatregel die enkel in OLA gebied kan toegepast worden vermits de grasranden minstens 50 meter lang 9

10 moeten zijn. Deze stroken mogen vanzelfsprekend niet langs drukke wegen gelegen zijn. Stroken van 6 tot 9 meter kunnen ook als grasland worden aangelegd indien de maatregel dient als compensatie van ruigtestroken. Deze stroken kunnen dienen als nest- en voedselplaats mits een aangepast maaibeheer wordt toegepast. De stroken dienen gedeeltelijk kort gehouden te worden door tweemaal te maaien (april mei en aug sept) en een gedeelte ongemaaid te laten, deze stroken hebben de naam gekregen van duostrook of triostrook. Dit zijn randen waarvan een gedeelte (maaibreedte = breedte maaibalk) kort gehouden wordt (door 2x te maaien in april/mei en juni/juli ) en een gedeelte ongemaaid te laten tijdens het broedseizoen, die dan extra natuurwinst opleveren door schuil- en nestgelegenheid (niet-gemaaide stukken) en foerageergebied (gemaaide delen) gecombineerd aan te bieden. In Nederland werd deze trioranden reeds met succes toegepast ter bescherming van de Grauwe Kiek (zie Deze maatregel zou ook zeer gunstig zijn voor Patrijs. Figuur 3. Voorbeeld van een grasbufferstrook tussen de houtkant en de akker ( Axel Smets). Aanleg van keverbanken (= licht verhoogde banken dwars door een akker ingezaaid met pollenvormende grassen). Deze maatregel bevordert de introductie van predatoren van plaaginsecten, verhoogt het aantal voedsel- en broedplaatsen voor o.a. Patrijs en OLA vogels, en is positief als erosiebestrijding. 10

11 Ontwerpen van Leeuwerikenvlakjes (OLA vlakjes) Bij het inzaaien worden vlakjes van minstens 10m² open gelaten als nestplaats voor Veldleeuwerik. Ook Grauwe Gors en Patrijs profiteren mee van deze vlakjes. Er zijn enkele vereisten voor de aanleg van deze Leeuwerikenvlakjes. Zo moeten deze op minstens 100m van bebouwing of bomen worden aangelegd, er mag niet over gereden worden en ze mogen niet bespoten worden. Dit is een maatregel voor OLA soorten. Heraanleg van hagen en houtkanten (zie figuur 4). Kleine landschapselementen (KLE s) zijn onontbeerlijk voor KLA vogels zoals Geelgors, Ringmus en Zomertortel. De aanplant van KLE s (en eventueel zelfs hoge bomen) spreekt vele soorten aan als dekking of rustplaats (bijvoorbeeld voor Grauwe Gorzen in de winter). Het stimuleren voor de aanplant van meidoorn is belangrijk voor akkervogels. Met deze ingreep zou dan ook meer rekening kunnen gehouden worden bij landinrichtingsprojecten. Figuur 4. Voorbeeld van een kleinschalig akkerlandschap. ( Axel Smets). Telen van zomergraan (vb. zomergerst), liefst in combinatie met een verlaagd gebruik van bestrijdingsmiddelen. Zomergraan is minder dens en hoog gewas dan wintergraan. Bovendien warmt de 11

12 bodem sneller op waardoor er meer insecten aanwezig zijn. Door deze voordelen is het gewas meer geschikt als broedplaats met een gunstiger broedsucces. De jongen kunnen zich ook gemakkelijker verplaatsen (bijvoorbeeld Patrijzenkuikens). Zomergraan levert ook meer graanstoppels in de winter (Dochy & Hens, 2005). Uitgraven van zonneranden (= strook naakte aarde tussen akker en houtkant): Akkervogels hebben niet enkel nood aan dekking maar ook aan open plaatsen waar ze kunnen drogen na een plensbui, waar voldoende insecten aanwezig zijn en waar sommige soorten zoals Patrijzen soms een stofbad nemen. Tot slot, uitvoeren van actieve nestbescherming door nesten op te sporen en individueel te beschermen, alternatieve oogstroutes te voorzien, een wildredder te gebruiken of door de nesten te verplaatsen is een meer intensieve maar zeer effectieve maatregel Voedsel Door het gebruik van insecticiden en herbiciden, het overschakelen naar mechanisch oogsten en minder geschikte voedselteelten komen vele akkervogels in de problemen. Maatregelen moeten dus ofwel insecticiden of herbiciden beperken, de omstandigheden voor insecten verbeteren of voorzien in graan of andere geschikte voedselgewassen. Opnieuw geven Dochy & Hens (2005) een opsomming van deze maatregelen. Recentere studies bevestigen meestal deze resultaten (vb. Gillings et al., 2005). Al de vermelde maatregelen kunnen ook toegepast worden op perceelsranden. Hieronder volgt een korte opsomming. Onbespoten faunaranden of wendakkers verbeteren de voedselvoorziening voor meerdere soorten. Het enige nadeel is een moeilijkere verwerking van het geoogste gewas omdat er veel onkruidzaad tussen zit. Deze ingreep is minder geschikt voor onkruidgevoelige gewassen, zoals bieten. Onderzaaien van het zomergraan met gras/klaver wordt reeds frequent toegepast in biologische landbouw en heeft een aangetoond gunstig effect voor broedsucces van akkervogels omdat er meer ongewervelden voorkomen op deze akkers. Vlakjes voor Veldleeuweriken in zomergewas bieden niet enkel een geschikte broedplaats maar bovendien foerageermogelijkheden voor meerdere akkervogelsoorten (Vickery et al., 2004). Hetzelfde geldt voor vlakjes voor Veldleeuweriken en andere vogels in winterse groenbedekker. Graanranden zijn een populaire maatregel omdat hierdoor een grote hoeveelheid voedsel beschikbaar komt voor meerdere soorten, voornamelijk echter voor KLA soorten. Men laat gewoon een strook graan, vlas of koolzaad staan doorheen de winter. Deze strook wordt selectief uitgekozen aangezien de aanwezigheid van een haagrand, een ruigte en/of een grasland van groot belang is. Deze stroken worden liefst niet gespoten en mogen niet als doorgang worden gebruikt. Het succes van deze maatregel werd uitgetest in West-Vlaanderen. Voorlopige resultaten zijn veelbelovend (Dochy, 2005). 12

13 Maatregelen buiten het gewas zijn vaak meer praktisch. Zo kan er buiten het gewas een vogelvriendelijk gewas (vogelvoedselgewas) worden ingezaaid. Dit belemmert de groei van onkruiden en levert dus ook voordeel op voor de landbouwer. Verschillende systemen van braak zorgen voor dekking en een verhoogde voorraad aan zaden en insecten (figuur 5) (zie akkervogelactie Groningen Nederland, zie Het laten staan van graanstoppels is echter één van de meest besproken en effectieve maatregelen (Gillings et al., 2005; Evans & Green, 2007). Dit kan enkel gedurende de wintermaanden gebeuren na de oogst. Deze maatregel is van zeer groot belang als wintervoedsel voor vele soorten, maar kan eventueel voor een volledig jaar worden doorgevoerd. Vanaf de maand mei zijn deze stoppelakkers namelijk uitstekende percelen om dienst te doen als nestplaats. De voorkeur gaat uit naar stoppelvelden van graansoorten zoals tarwe, haver of gerst. Gedurende de periode van braaklegging wordt er helemaal niets gedaan. Deze maatregel is vooral van nut voor OLA soorten. Figuur 5. Een braakrand naast een akker ( Axel Smets). 13

14 Maatregelen in graslanden Graslanden, insectenrijke ruigten, zijn alternatieve plaatsen om aan voedsel te geraken voor vele akkervogels. De Veldleeuwerik bijvoorbeeld leeft nog in grote aantallen in de polders in West-Vlaanderen. Voornamelijk door intensieve bemesting en drooglegging is de diversiteit aan planten en bijgevolg ook aan dieren in deze graslanden sterk achteruitgegaan de laatste jaren. Dit heeft indirect een invloed op de populaties akkervogels en natuurlijk ook op het aantal weidevogels. Maatregelen in graslanden ter bescherming van akkervogels zijn vrij gelijklopend met de maatregelen in de akkerlanden, maar moeten natuurlijk ook rekening houden met de weidevogels Onverharde wegen De middenstrook van onverharde wegen wordt niet bespoten met insecticiden of pesticiden, en wordt niet bemest. Daardoor kan deze strook, analoog aan perceelsranden, een bron zijn van vele soorten onkruiden. De stroken waar wel auto s passeren kan dienen als zonnerand (Dochy & Hens, 2005) Bijvoederen Bijvoederen is een vrij effectieve, maar niet natuurlijke en dus niet aan te raden maatregel. Het kan wel als laatste redmiddel gebruikt worden voornamelijk in de winter. Het voedsel moet dan voorzien worden op de juiste plaats rekening houdend met de voedingsgewoonte van de te beschermen soort. Bijvoorbeeld, indien men KLA vogels wil beschermen, is het best het graan te verspreiden in de onmiddellijke nabijheid van de houtkant. 14

15 Tabel 2. Overzicht van geschikte maatregelen ter bescherming van akkervogels met vermelding van de doelgroep (KLA=kleinschalig landschap akkervogels, HOLA=half-open landschap akkervogels, OLA=open landschap akkervogels). Maatregel Doelgroep 1. Nestgelegenheid en dekking Grasbufferstroken (vb. gemengde grasstroken, duo- of trioranden)(bh) Keverbanken Leeuwerikenvlakjes (OLA vlakjes)(bh) Telen zomergraan Hagen en Houtkanten Zonneranden Nestbescherming door andere oogsten Actieve nestbescherming KLA (slecht voor OLA) KLA, OLA (KLA) OLA KLA, OLA KLA (slecht voor OLA) KLA, OLA KLA, OLA OLA 2. Voedsel 2.1 Binnen een gewas Onbespoten faunaranden (BH) Onderzaaien van gras-klavermengsels Veldleeuwerikvlakjes in zomergewas (BH) Veldleeuwerik e.a. vogels vlakjes in winterse groenbedekker Graanranden (BH) Maïsstroken laten overwinteren Perceelshoeken KLA, OLA KLA (neutraal voor OLA) OLA OLA KLA (neutraal voor OLA) geen goede maatregel KLA, OLA 2.2 Maatregelen buiten het gewas Behoud van graanstoppels in de winter (BH) Braak laten van stoppel tot begin zomer Spontane ontwikkeling: éénjarige braak Spontane ontwikkeling: tweejarige braak Vogelvoedselgewassen KLA, OLA KLA, OLA KLA, OLA KLA, OLA KLA, OLA 3. Maatregelen in graslandgebieden KLA, OLA 4. Onverharde wegen KLA, OLA 5. Bijvoederen KLA, OLA 15

16 1.3 Overzicht van bestaande initiatieven Voor de bespreking van bestaande initiatieven, beperken we ons tot Europa. Buiten België vinden de voornaamste acties rond akkervogels plaats in Engeland en Nederland. Een overzicht van enkele acties in Nederland vindt men terug in bijlage 2, opgesteld door INBO in In Engeland zijn de meest recente studies over akkervogels verwerkt in zogenaamde agri-environment schemes, gelijkend op onze beheerovereenkomsten (zie website van Department of Environment, Food and Rural affairs (DEFRA) op Sinds dit jaar heeft ook Vlaanderen een beheerovereenkomst ter bescherming van de akkervogels (zie bijlage 1). De volgende maatregelen komen hierin aan bod: gemengde grasstroken, vogelvoedselgewassen, Leeuwerikenvlakjes, faunaranden, winterstoppels en graanranden. In bijlage 2 vindt men een lijst terug met een opsomming van initiatieven voor akkervogels in Vlaanderen en Nederland. Deze lijst zal binnen enkele maanden door het INBO worden geactualiseerd en op hun website gepubliceerd (O. Dochy, pers. comm.) (zie: Op grotere schaal loopt momenteel de Algemene Broedvogelmonitoring Vlaanderen (INBO, Natuurpunt Studiegroep en Vogelwerkgroep), een doorlopende inventarisaties sinds de samenstelling van de Broedvogelatlas in De meeste kleinere recente acties worden getrokken door de regionale landschappen en Natuurpunt. Enkele voorbeelden van acties in Vlaams-Brabant zijn de aanleg van akkerreservaatjes (vb. Graan voor Gorzen project van Natuurpunt, afdeling Velpe-Mene: en het project In de bres voor akkervogels van Regionaal Landschap Zenne, Zunne & Zoniën met zowel inventarisatie als terreinmaatregelen en sensibilisering ( In het studiegebied bestaan tot op heden nog geen concrete acties. Voorlopig zijn de noordwest Brabantse akkergebieden niet als prioritaire gebied aangeduid door de VLM en INBO voor akkervogels waardoor de plaatselijke landbouwers nog niet kunnen genieten van bestaande beheersovereenkomsten met de VLM. Hopelijk worden deze prioritaire gebieden in de toekomst uitgebreid. Een deel akkergebied op grondgebied Steenokkerzeel ligt net binnen het subsidiegebied dus hier zouden bepaalde maatregelen wel kunnen. 16

17 2. METHODE 2.1 De bestudeerde soorten Tabel 1 geeft een overzicht van de akkervogelsoorten die voorkomen in het studiegebied van de Groene Corridor. Tijdens de inventarisatie werd voornamelijk aandacht geschonken aan de soorten die bedreigd zijn. De niet-bedreigde soorten uit tabel 1 (Groenling, Kievit en Torenvalk) werden dus niet geïnventariseerd. Voor Putter werd een uitzondering gemaakt aangezien uit eigen observaties in het verleden blijkt dat deze soort niet algemeen is in het studiegebied. Vorige observaties toonden bovendien aan dat Gele Kwikstaart vrij algemeen is in deze regio. Deze soort werd daarom niet als prioritair beschouwd en verder niet geïnventariseerd. In totaal werden dus tien akkervogelsoorten geïnventariseerd: Geelgors, Graspieper, Grauwe Gors, Kneu, Kwartel, Patrijs, Putter, Ringmus, Veldleeuwerik, Zomertortel. Tabel 3 geeft meer informatie over deze soorten. Wintergasten werden niet geïnventariseerd omdat deze niet relevant zijn voor de studie. Tabel 3. Overzicht van de elf geïnventariseerde akkervogels met meer informatie over landschapstype (KLA=kleinschalig landschap akkervogels, HOLA=half-open landschap akkervogels, OLA=open landschap akkervogels), stand- of trekvogel, broedplaats, voornaamste voedsel en belangrijkste oorzaak van de achteruitgang volgens recente literatuur. Nederlandse soortnaam Type akkervogel (OLA, HOLA, KLA) Stand/Trekvogel Broedplaats Voedsel Belangrijkste oorzaak achteruitgang Geelgors KLA (HOLA) standvogel haag/houtkant zaden/broedtijd ook wormen en insecten intensivering landbouw + ontbreken wintervoedsel + verdwijnen broedbiotoop Graspieper (HOLA) OLA trekvogel/overwinteraar grondbroeder ongewervelden/soms zaden opwarming en verdroging Grauwe Gors (HOLA) OLA standvogel grondbroeder zaden/broedtijd ook wormen en insecten intensivering landbouw + ontbreken wintervoedsel Kneu KLA (HOLA) standvogel haag/houtkant zaden akkeronkruiden, granen verwijnen voedsel (onkruidzaden) en broedbiotoop Kwartel OLA trekvogel grondbroeder ongewervelden/zaden Patrijs KLA (HOLA, OLA) standvogel grondbroeder ongewervelden/zaden intensivering landbouw+verdwijnen broedbiotoop Putter KLA (HOLA) standvogel haag/houtkant zaden, granen, vruchten Ringmus KLA standvogel holebroeder/nestkast zaden/broedtijd ook insecten herbiciden/verdwijnen broedbiotoop Veldleeuwerik (HOLA) OLA trekvogel/overwinteraar grondbroeder den akkeronkruiden/broedtijd ook insec herbiciden, intensivering landbouw Zomertortel KLA (HOLA) trekvogel haag/houtkant zaden akkeronkruiden herbiciden/verdwijnen broedbiotoop 2.2 Het studiegebied Het studiegebied omvat alle gemeenten van de Groene Corridor (zie inleiding voor een opsomming). Omwille van de korte tijdsduur van de studie was het echter onmogelijk om heel het gebied te inventariseren. Daarom werden prioritaire gebieden aangeduid waarop de inventarisatie werd toegespitst. Deze gebieden zijn uitgekozen op basis van oppervlakte en beschikbare gegevens ten tijde van de Vlaamse Broedvogelatlas ( ). Er werd van uit gegaan dat deze gebieden de hoogste dichtheid aan akkervogels zouden hebben. Het is ook zo dat in een deel van de gekozen prioritaire gebieden, de Grauwe Gors en/of Geelgors als broedvogel kon worden waargenomen waardoor de keuze voor volgende gebieden vanzelfsprekend leek. In één gekozen gebied is de Geelgors als broedvogel nog aanwezig. Deze prioritaire 17

18 akkergebieden beschikken over soortenpopulaties met de hoogste dichtheidsgraad en dienen als uitvalsbasis voor uitbreiding naar kleinere nabij gelegen akkergebieden. De volgende gebieden werden aangeduid als prioritair: Kruiskouter en relictzones (Asse, Wemmel, Merchtem), Kouter Peizegem (Peizegem), Dorenveld (Steenokkerzeel, Zaventem), vier akkergebieden in Grimbergen en het plateau van Moorsel (Zaventem) (zie bijlage 3 voor kaartjes van deze gebieden). In een volgende fase zouden de kleinschaligere, versnipperde akkergebieden kunnen geïnventariseerd worden. Deze akkergebieden zijn namelijk van groot belang voor KLA soorten. 2.3 Inventarisatiemethode Als inventarisatiemethode werd territoriumkartering gebruikt (Hustings et al., 1989). Bij deze methode wordt meermaals het te inventariseren gebied bezocht. Elke waarneming van een soort, welke territoriaal gedrag vertoont zoals zang, balts en rondvliegen met nestmateriaal of voedsel, wordt genoteerd en aangeduid op een kaart. Enkel waarnemingen na 15 mei werden opgenomen in deze studie. Vogels die worden waargenomen voor deze datum, kunnen doortrekkers zijn. De aantallen vermeld in deze studie zijn minimum aantallen aangezien bij gebruik van deze methode de aantallen vaak onderschat worden. Deze gegevens werden aangevuld met waarnemingen van andere waarnemers (zie 18

19 3. RESULTATEN 3.1 Resultaten inventarisatie per soort Hieronder geven we een kort overzicht van de geïnventariseerde broedvogelsoorten in het werkingsgebied. Een gedetailleerd overzicht van de waarnemingen is gegeven in bijlage 4. Van de tien geïnventariseerde soorten zijn enkel voor volgende zes akkervogelsoorten waarnemingoverzichten opgemaakt (zie bijlage 3): Patrijs (Perdix perdix), Kwartel (Coturnix coturnix), Veldleeuwerik (Alauda arvensis), Ringmus (Passer montanus), Kneu (Carduelis cannabina), Putter (Carduelis carduelis)). Voor Graspieper (Anthus pratensis) is er een andere reden voor de achteruitgang van de soort (zie bij soortenoverzicht). Volgende soorten zijn niet waargenomen in de geïnventariseerde akkergebieden: Zomertortel (Streptopelia turtur) en Grauwe Gors (Miliara calandra). Geelgors (Emberiza citrinella) is enkel waargenomen op het plateau van Moorsel. In bijlage 5 vindt men de verspreidingskaarten voor de geïnventariseerde soorten terug GEELGORS Emberiza citrinella De Geelgors (figuur 6) is enkel nog sterk vertegenwoordigd in het oosten van Vlaanderen (Zuid en Noord- Limburg en het Hageland), de Vlaamse Ardennen, het Pajottenland en het uiterste Zuidwesten van West- Vlaanderen (KLA soort). In het werkingsgebied is nog slechts één populatie aanwezig en dat is op het Plateau van Moorsel te Sterrebeek (Zaventem). Deze vogels maken deel uit van de Dijlelandse populatie. Buiten deze gekende plek wordt de soort slechts op enkele plaatsen in het voorjaar binnen het werkingsgebied waargenomen. Dit zijn meestal eerstejaars mannetjes op zoek naar geschikt broedgebied. De achteruitgang van deze soort is te wijten aan de intensivering van de landbouw. Het is een typische soort van Figuur 6. Geelgors. kleinschalig cultuurlandschap en ze is sterk afhankelijk van bieden/pagina/midden_geb_maho.htm onkruidrijke graslanden en akkerranden die niet behandeld zijn met bestrijdingsmiddelen. De aanwezigheid van hagen en houtkanten is zeer belangrijk voor de soort. Vermits dit type biotoop nog aanwezig is in het werkingsgebied en vermits jaarlijks in de winter - en niet jaarlijks in het voorjaar - Geelgorzen worden gezien (bijv. op de Kruiskouter) is de kans reëel deze vogel als broedvogel terug te winnen op sommige plaatsen indien er adequate maatregelen worden getroffen. 19

20 3.1.2 GRASPIEPER Anthus pratensis De Graspieper (figuur 7) is een middellange afstandstrekker waarvan de achteruitgang niet zozeer te wijten is aan het huidige landbouwbeleid maar eerder aan de opwarming van het klimaat. De Graspieper is immers een broedvogel van de koelere, nattere zones zoals natte weilanden, opgespoten terreinen en brede bermen in West-Europa. De soort is echter ook te vinden in akkergebieden waar ook graslanden aanwezig zijn (OLA soort). Figuur 7. Graspieper. hoto/pdrvfcwzt_dotjcaut-yhg In het studiegebied is de soort op slechts drie plaatsen zingend waargenomen tijdens de inventarisatieperiode, namelijk in het akkergebied tussen Peizegem en Steenhuffel, in Rossem en in Nieuwenrode GRAUWE GORS Miliaria calandra In tegenstelling tot de Geelgors is de Grauwe Gors (figuur 8) te vinden in open akkergebied maar is wel, net als zijn soortgenoot, afhankelijk van granen en zaden (OLA soort). De aanwezigheid van insecten en ongewervelden in de broedperiode (voedsel voor de jongen) is belangrijk, maar ook voedsel in de winter is zeer belangrijk voor het overleven deze soort. Het is al gebleken dat de aanwezigheid van wintervoedsel in geschikt akkergebied bepalend is of de soort blijft hangen in het voorjaar om er te Figuur 8. Grauwe Gors. broeden. Op akkerreservaatjes in het Haspengouwse worden QoGJq1IJ9vNA Geelgors en Grauwe Gors samen foeragerend waargenomen in de winter. De aantallen kunnen dan oplopen tot honderden exemplaren. Dat bewijst de belangrijkheid van dergelijke akkers in een regio. Tot voor kort werd de soort nog als broedvogel aangetroffen op sommige akkergebieden (Grimbergen, Steenokkerzeel, Asse). Vandaag is ze volledig verdwenen als broedvogel. Als belangrijkste maatregel voor deze soort is het behouden van enkele tarwestroken in geschikt broedgebied absoluut noodzakelijk. 20

21 3.1.4 KNEU Carduelis cannabina De Kneu (figuur 9) is zoals de Distelvink een soort die afhankelijk is van akkeronkruiden (KLA soort). De soort is enorm achteruit gegaan omwille van het verloren gaan van geschikte broedplaatsen, gebrek aan wintervoedsel en pesticidengebruik. Slechts 20 territoria zijn geteld in het werkingsgebied. Rekening houdend met het feit dat er sommige gemeenten Figuur 9. Kneu. niet voldoende bezocht zijn, blijft dit bijzonder weinig. De aanwezigheid van braakliggende percelen bevordert de ken/soorten_vogels?bid=656 aanwezigheid van deze soort in het akkergebied. Dit geldt trouwens voor de meeste akkervogelsoorten. De Kneu komt niet enkel voor in kleinschalige akkergebieden maar ook in allerlei type halfopen en open landschappen. De soort is bijvoorbeeld ook talrijk aanwezig in duingebieden en langs spoorwegen en kanalen waar de bermen niet zo intensief gemaaid worden. In de winter vormen vogels grote groepen op zoek naar geschikte voedselakkers. Wanneer deze akkers ontbreken, zijn ze genoodzaakt zich naar andere gebieden te verplaatsen waardoor de soort verdwijnt uit eigenlijk geschikt biotoop. Zowel de aanwezigheid van wintervoedsel als zomervoedsel in een regio is dan ook noodzakelijk om de toestand van de Kneu terug op peil te brengen KWARTEL Coturnix coturnix Deze lange afstandstrekker is een zomervogel in het werkingsgebied en heeft zich zoals de meeste akkervogels kunnen aanpassen aan de moderne landbouw. Hij verkiest open landbouwgebied met onkruidrijke teelten en braakliggende terreinen met een rijke flora (OLA soort). De Kwartel (figuur 10) is geen honkvaste broedvogel en de aantallen wisselen sterk van jaar tot jaar. Graan, luzerne, klaver, enz worden zeer Figuur 10. Kwartel. op prijs gesteld en bepalen meestal de aanwezigheid van de soort in een gebied. Ook de aanwezigheid van braakliggende, vegetatierijke akkers in combinatie met extensieve graslanden is een vereiste voor de soort. Jaren met hoge percentages maïsteelt, forse afname van insecten en onkruiden, vroege maaitijden van hooiland zijn nadelig. Het jaar 2009 lijkt een goed jaar te zijn voor deze soort met op meerdere plaatsen zingende vogels. Op slechts vier plaatsen echter is de soort meerdere keren waargenomen. 21

22 3.1.6 PATRIJS Perdix perdix De Patrijs (figuur 11) is een hoendersoort die oorspronkelijk steppen en natuurlijke graslanden als biotoop verkoos. Reeds eeuwen geleden maakte hij de overstap naar agrarisch landschap. Patrijzen verkiezen doorgaans akkergebieden met braakliggende stukken, extensieve graslanden, bermen en de aanwezigheid van hagen en houtkanten (KLA soort). Patrijzen zijn heel het jaar door afhankelijk van beschikbaar voedsel vermits Figuur 11. Patrijs. ze standvogels zijn. Ze voeden zich met granen en zaden en blaadjes van onkruiden. Voor de kuikens zijn in de zomer ongewervelden als voedsel zeer belangrijk. Het veelvuldig gebruik van herbiciden en pesticiden in de zomer, en het verdwijnen van onbewerkte stoppelakkers in de winter zijn de belangrijkste redenen voor de achteruitgang van de soort. Het verdwijnen van kleine landschapselementen (KLE s) die dienen als schuilplaats en/of broedplaats, zorgt ervoor dat de soort gemakkelijker blootgesteld is aan predators. In totaal (inclusief vorige inventarisaties) zijn er 24 verschillende territoria vastgesteld maar dit kan een lichte onderschatting zijn door de verborgen levenswijze van de soort PUTTER Carduelis carduelis De Putter of Distelvink (figuur 12) is een soort die zich heeft weten aan te passen aan de veranderingen in de omgeving en leeft nu o.a. in extensieve landbouwgebieden (KLA soort). De aanwezigheid van onkruidzaden is van groot belang voor de soort. Braakliggende of ongemaaide akkerranden hebben een positief effect op de aanwezigheid van de soort. Figuur 12. Putter. Axel Smets Tijdens de inventarisatieperiode is de soort meerdere malen waargenomen, de Distelvink is zeker geen algemene soort maar wordt regelmatig in de meeste gemeenten geobserveerd. Door het creëren van wildakkers kan deze soort mee profiteren van het aanwezige wintervoedsel RINGMUS Passer montanus De ringmus (figuur 13) is een broedvogel van kleinschalige cultuurlandschappen (KLA soort). Dit type landschap maakt voor een groot deel uit van de akkergebieden in het werkingsgebied. Deze soort is echter slechts op enkele plaatsen waargenomen tijdens de inventarisatieperiode en is Figuur 13. Ringmus. daarmee de minst php?pic_id=6782& waargenomen soort van de typische KLA 22

23 broedvogelsoorten. Een combinatie van ontbreken van wintervoedsel en het intensief gebruik van bestrijdingsmiddelen zijn de mogelijke factoren die de afname van de soort bepalen. Het aanleggen van voedselakkers nabij de broedplaatsen zal zeker een positieve invloed hebben op de plaatselijke populatie. In de winter kunnen de aantallen dan sterk oplopen door het feit dat de plaatselijke populatie wordt aangevuld met vogels van andere regio s. Zoals voor alle soorten van het KLA type zijn aanplantingen van KLE s binnen het akkerlandschap absoluut noodzakelijk. Ringmussen zijn bovendien holenbroeders dus kan het ophangen van nestkasten in de buurt van bestaande kolonies ook een hulpmiddel zijn VELDLEEUWERIK Alauda arvensis Men kan gerust stellen dat de Veldleeuwerik (figuur 14) de symboolsoort is van het open landschap akkergebied (OLA soort). Als grondbroeder van het open landschap is hij enorm gevoelig aan de huidige veranderingen in de landbouw. Het steeds vroeger oogsten van graangewassen en het vroeger hooien heeft natuurlijk een negatief effect op de populatiedynamiek. De Veldleeuwerik vraagt een voldoende afwisseling van natuurlijke Figuur 14. Juveniele veldleeuwerik. vegetaties en akkers om aan voedsel te geraken. Hij overwintert hier Axel Smets in hoge aantallen en is dan soms in grote groepen waar te nemen op geschikte voedselakkers. Er bestaan verschillende gekende maatregelen waarvan de Veldleeuwerik zou kunnen profiteren. Nestgelegenheid, foerageerterrein tijdens broedseizoen en wintervoedsel zijn belangrijke actiepunten. Met een minimum van ongeveer honderd territoria in het werkingsgebied is de soort vrij stabiel. Een oorzaak hiervoor zou de aanwezigheid van grote aantallen graanakkers in het gebied dit jaar kunnen zijn ZOMERTORTEL Streptopelia turtur Figuur 15. Zomertortel. Axel Smets De zomertortel (figuur 15) broedt niet uitsluitend in akkergebied maar is wel vaak te vinden in gebieden met extensieve landbouw met bomenrijen, brede hagen en houtkanten (KLA soort). Het is een lange afstandstrekker en het jaarlijks afschieten van duizenden vogels boven Frankrijk is vanzelfsprekend een belangrijke reden waarom de soort zo sterk achteruit gaat. Ook het verdwijnen van brede hagen en houtkanten en het intensief gebruik van bestrijdingsmiddelen heeft ingrijpende gevolgen voor de soort in Vlaanderen. De achteruitgang van deze soort als broedvogel is dramatisch. Er zijn geen waarnemingen vastgesteld tijdens de inventarisatieperiode. Ondanks het feit dat in het werkingsgebied nog heel wat kleinschalige akkerlandschappen te vinden zijn, ontbreekt de soort broedend in heel het gebied. Het verder aanplanten 23

24 van KLE s is een eerste stap maar vermoedelijk zijn er meer ingrijpende maatregelen noodzakelijk. De jachtdruk op deze soort is enorm in Frankrijk o.a. en moet volledig verboden worden. Dit is, samen met het intensief gebruik van pesticiden en herbiciden, wellicht de belangrijkste oorzaak voor de achteruitgang van deze soort. Het is immers absurd om hier bijvoorbeeld beschermende maatregelen te treffen in België en dat ten zuiden van ons de jacht op deze soort blijft bestaan. 24

25 3.2 Resultaten inventarisatie per prioritair gebied. Zie bijlage 3 voor kaarten van de geïnventariseerde gebieden Kruiskouter en relictzones De Kruiskouter is een groot akkergebied dat regelmatig wordt bezocht voor vogelinventarisatie en dus redelijk goed wordt opgevolgd. Het gebied ligt verspreid over drie gemeenten. De kern van het gebied ligt op grondgebied Asse met uitlopende zones te Wemmel en Merchtem. Het akkergebied bestaat voor het overgrote deel uit open tot half open akkergebied maar enkele zones, vooral langs de aanwezige dorpen, worden gekenmerkt door de aanwezigheid van KLE s. Dat maakt het gebied zeer interessant voor zowel OLA als KLA soorten. Met minimum veertien zangposten Veldleeuwerik is de soort hier nog relatief goed vertegenwoordigd. Ringmus is aanwezig in de dorpskern van Hamme, Mollem en vermoedelijk van Kobbegem en Brussegem. Patrijs en Kwartel zijn hier ook aanwezig met respectievelijk vijf en twee territoria. De Kneu is met slechts één waargenomen territorium zeer slecht vertegenwoordigd. Een eenmalige waarneming van Zomertortel (na 15 mei) kan betekenen dat de soort in het gebied broedt maar dit is niet zeker Kouter Peizegem-Steenhuffel De Kouter te Peizegem is een open kouter. Alle akkervogelsoorten zijn hier aanwezig. Daarom kan dit gebied als basis dienen voor de noordelijke regio van het werkingsgebied. De rand van dit akkergebied is van groot belang voor de Ringmus en Kneu. In het gebied zijn minstens zeven zangposten Veldleeuwerik geteld. Kneu is op meerdere plaatsen in het akkergebied waargenomen. Voorzichtig wordt gesteld dat er minsten drie broedparen aanwezig moeten zijn. Ringmus is waargenomen aan de noordelijke rand van het akkergebied met slechts één territorium. Kwartel is meerdere malen gehoord en heeft er vermoedelijk gebroed. In minstens twee territoria werd Patrijs waargenomen. In Peizegem zijn tevens twee territoria Graspieper waargenomen. Met nog twee territoria Graspiepers te Rossem en Nieuwenrode (niet-prioritaire gebieden), zijn er dus in totaal vier territoria Graspieper Dorenveld Steenokkerzeel Het Dorenveld/Molenveld is een uitgestrekt open akkergebied waarvan slechts een deel is gelegen op grondgebied Steenokkerzeel en een heel klein deel op grondgebied Zaventem. Door de zeer hoge dichtheden van Veldleeuwerik, Gele Kwikstaart en Kwartel is dit gebied het belangrijkste akkergebied in Figuur 16. Ideaal grasland waar Kiekendief zich broedend kan vestigen. de regio voor de OLA Axel Smets 25

26 soorten. Tot over twee jaar was de Grauwe Gors hier nog als broedvogel aanwezig maar is er verdwenen door gebrek aan wintervoedsel. Op het gedeelte van Steenokkerzeel zijn minstens tien zangposten Veldleeuwerik genoteerd. Minstens één zangpost van Kwartel werd meermaals gehoord. Kneu is hier ook aanwezig met vermoedelijk enkel koppeltjes. In het vroege voorjaar leek een koppeltje Bruine Kiekendieven hier een stuk perceel met gerst als broedplaats te kiezen, maar dat is ten slotte niet doorgegaan. Dit wijst wel op het feit dat de mogelijkheid bestaat (figuur 16) Akkers Grimbergen Er zijn nog heel wat akkergebieden aanwezig te Grimbergen. Deze gebieden zijn onderbroken door bebouwing, maar het geheel vormt een omvangrijk akkergebied deels open, deels kleinschaliger. Deze combinatie maakt dat alle akkervogels in dit gebied zijn waargenomen. Het gebied kan daarom ook als één van de kerngebieden worden beschouwd. Tot 2008 was Grauwe Gors hier nog als broedvogel aanwezig (één zangpost). Akkergebied tussen Humbeek en Verbrande brug (I) Dit gebied ligt aan de vaart van Willebroek. Veldleeuwerik is hier, met vier zangposten, goed aanwezig. Kwartel en Patrijs zijn hier ook waargenomen. In het verleden is hier Grauwe Gors aangetroffen. Molenveld (II) Minstens twee zangposten Veldleeuwerik, één koppel Patrijs en een koppeltje Kneus zijn hier waargenomen tijdens de periode van inventarisatie. Het molenveld is een hoger gelegen akkergebied met potentieel. Er zijn twee grote braakliggende percelen(toevallig?) aanwezig wat het akkergebied zeker aantrekkelijker maakt. Deze akkers bieden nestgelegenheid en voedsel voor akkervogels. Het demonstreert opnieuw het belang van percelen met opgaande akkervegetatie voor akkervogels. Hier zijn waarnemingen van Kneu en Patrijs. Akkerzone aan het Lintbos (Vliegveld Grimbergen) (III) Een aantal jaren geleden bestond dit gebied nog uit uitgestrekt grasland, weide- en akkergebied. Een groot gedeelte van het grasland is vandaag omgezet in bos (ANB) waardoor er heel wat akker- en weidevogels zijn verdwenen. Zo broedde hier Grauwe gors en Graspieper enkele jaren terug. Patrijs, Kneu en Ringmus zijn nog aanwezig. Ook één tot twee zangposten Veldleeuwerik zijn hier waargenomen tijdens de periode van inventarisatie. 26

27 Westelijke akkerzone (IV) Dit akkergebied strekt zich uit over drie gemeenten (Grimbergen, Meise en Nieuwenrode) en kan een belangrijk akkergebied vormen en als uitbreidingsgebied functioneren. Zo bevond er zich tijdens het onderzoek een uitgestrekte braakliggende akker aan de zuidrand van het gebied waar de aanwezigheid van Kneu, Patrijs, Kwartel en twee zangposten Veldleeuwerik kon worden geconstateerd, alleen al in de buurt van dit perceel. Opnieuw wordt hier de enorme waarde aangetoond van dergelijke percelen of perceelsranden Plateau Van Moorsel Dit is een glooiend akkergebiedje in de Zuidoosthoek van het werkingsgebied gelegen op grondgebied Zaventem. Geelgors is hier de symboolsoort. Met een minimum van vijf zangposten (de vogelwerkgroep had hier op 5 juli elf zangposten!) is de soort hier goed vertegenwoordigd. Veldleeuwerik, Kneu, Ringmus zijn hier in het verleden waargenomen. Tijdens de inventarisatierondes werden enkel vier zangposten Veldleeuwerik genoteerd. Dit gebied kan als uitbreidingsgebied voor Geelgors beschouwd worden. Tabel 4 geeft een samenvatting van de bovenstaande resultaten. Tabel 4. Waarnemingen van de tien geïnventariseerde soorten per gebied. Kruiskouter+ relictzones Geelgors Graspieper Grauwe Gors Kneu Kwartel Patrijs Putter Ringmus Veldleeuwerik Zomertortel Peizegem Grimbergen Dorenveld Plateau van Moorsel

28 4. OVERZICHT MAATREGELEN TER BESCHERMING VAN AKKERVOGELS. 4.1 Opsomming van de maatregelen De volgende maatregelen worden aangeraden voor de regio. 1. Stoppelvelden braak laten liggen 2. Braakranden 3. Graanranden 4. Aanplant kleine landschapselementen (KLE s) 5. Grasranden 6. Leeuwerikenvlakjes 7. Akkerreservaatjes De laatste maatregel werd nog niet vernoemd in de literatuurstudie. Het gaat hier om een combinatie van drie maatregelen op één akker, namelijk zomertarwe, braak en aanleg KLE (zie figuur 17). Figuur 17. Voorbeeld van een akkerreservaatje op het Plateau van Leefdaal ( Axel Smets). 28

Biotoopverbetering voor Patrijs en andere akkervogels. Olivier Dochy Provincie West-Vlaanderen

Biotoopverbetering voor Patrijs en andere akkervogels. Olivier Dochy Provincie West-Vlaanderen Biotoopverbetering voor Patrijs en andere akkervogels Olivier Dochy Provincie West-Vlaanderen Wat zijn akkervogels? volledig gebonden aan landbouwgebied = de echte weidevogels = de akker- en weidevogels

Nadere informatie

akkerbouw. Meest verbouwde gewassen zijn granen (vooral wintertarwe), aardappels, suikerbieten en uien. Bij het selecteren van de bedrijven voor deze

akkerbouw. Meest verbouwde gewassen zijn granen (vooral wintertarwe), aardappels, suikerbieten en uien. Bij het selecteren van de bedrijven voor deze Samenvatting Intensivering van de landbouw heeft ertoe geleid dat populaties van boerenlandvogels sterk zijn afgenomen sinds de jaren 60. Ooit veelvoorkomende soorten als patrijs (Perdix perdix) veldleeuwerik

Nadere informatie

Een enthousiaste bedrijfsvoering

Een enthousiaste bedrijfsvoering Maatwerk voor akkervogels EEN INTEGRAAL VERHAAL Vandaag zijn er veel minder akkervogels dan vroeger. Daarom gaan we samen aan de slag. Iedereen draagt zijn steentje bij: landbouwers, jagers, de Vlaamse

Nadere informatie

AGRARISCH NATUUR- EN LANDSCHAPSCOLLECTIEF MIDDEN-GRONINGEN BEHEERPAKKETTEN AKKERVOGELBEHEER. Versie 24 maart 2015

AGRARISCH NATUUR- EN LANDSCHAPSCOLLECTIEF MIDDEN-GRONINGEN BEHEERPAKKETTEN AKKERVOGELBEHEER. Versie 24 maart 2015 AGRARISCH NATUUR- EN LANDSCHAPSCOLLECTIEF MIDDEN-GRONINGEN BEHEERPAKKETTEN AKKERVOGELBEHEER Aangepast landelijk pakket 2 Kuikenvelden Veldleeuwerik Naam beheerpakket Kuikenvelden Veldleeuwerik op grasland

Nadere informatie

BEHEERPAKKETTEN OPEN AKKER Onderdeel akker COLLECTIEF MIDDEN OVERIJSSEL 2019

BEHEERPAKKETTEN OPEN AKKER Onderdeel akker COLLECTIEF MIDDEN OVERIJSSEL 2019 BEHEERPAKKETTEN OPEN AKKER Onderdeel akker COLLECTIEF MIDDEN OVERIJSSEL 2019 Overzicht beheerpakketten Binnen het leefgebied Open AKKER zijn er in het werkgebied van Collectief Midden Overijssel enkele

Nadere informatie

BEHEERPAKKETTEN OPEN AKKER Onderdeel akker COLLECTIEF MIDDEN OVERIJSSEL

BEHEERPAKKETTEN OPEN AKKER Onderdeel akker COLLECTIEF MIDDEN OVERIJSSEL BEHEERPAKKETTEN OPEN AKKER Onderdeel akker COLLECTIEF MIDDEN OVERIJSSEL 2018-2019 Overzicht beheerpakketten Binnen het leefgebied Open AKKER zijn er in het werkgebied van Collectief Midden Overijssel enkele

Nadere informatie

Beheerpakketten akkerfaunabeheer Collectief Midden Groningen 2017

Beheerpakketten akkerfaunabeheer Collectief Midden Groningen 2017 Beheerpakketten akkerfaunabeheer Collectief Midden Groningen 2017 11 Rietzoom en klein rietperceel Met een rietzoom kunnen verbindingen worden gelegd tussen (beheerde) elementen of percelen. Tevens kan

Nadere informatie

Waar chante le gele bruant nog?

Waar chante le gele bruant nog? Waar chante le gele bruant nog? Resultaten van een Frans-Belgische akkervogelinventarisatie in 2013 Akkervogels krijgen al langer aandacht in de Westhoek, met de Geelgors op kop. Heel wat soorten van landbouwgebied

Nadere informatie

2013 wordt het jaar van de Patrijs.

2013 wordt het jaar van de Patrijs. 2013 wordt het jaar van de Patrijs. 1 Waarom? De soort kwam vroeger in grote aantallen voor in NL; er werd zelfs op gejaagd (en in sommige landen nog steeds) Bijna iedereen heeft de vogel wel eens gezien

Nadere informatie

Coöperatie Gebiedscollectief Noordoost-Twente U.A. Oldenzaalsedijk PD Deurningen.

Coöperatie Gebiedscollectief Noordoost-Twente U.A. Oldenzaalsedijk PD Deurningen. Coöperatie Gebiedscollectief Noordoost-Twente U.A. Oldenzaalsedijk 14 7562 PD Deurningen info@gebiedscollectiefnot.nl www.gebiedscollectiefnot.nl Programma 19.45 uur Inloop met koffie 20.00 uur Opening

Nadere informatie

Buijtenland van Rhoon

Buijtenland van Rhoon Buijtenland van Rhoon Evaluatie winterseizoen 2018/2019 Het eerste winterseizoen na de oprichting van de gebiedscoöperatie Buijtenland van Rhoon is achter de rug. Dit document bespreekt de wintervogeltellingen

Nadere informatie

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Open akkerland

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Open akkerland Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Open akkerland 15 Wintervoedselakker Beschrijving Wintervoedselakkers zijn belangrijk voor in Nederland overwinterende vogels. Niet geoogste zaden

Nadere informatie

Akkervogelmaatregelen in Waarbeke/Galmaarden in de winter 2013-2014 resultaten

Akkervogelmaatregelen in Waarbeke/Galmaarden in de winter 2013-2014 resultaten CINEREA-RAPPORT nr. 2014-1 Akkervogelmaatregelen in Waarbeke/Galmaarden in de winter 2013-2014 resultaten Datum: april 2014 Auteur: Wouter Faveyts Een rapport van Natuurpunt-Vogelwerkgroep Cinerea (Dendervallei)

Nadere informatie

13.3 Meerkoet (Fulica atra)

13.3 Meerkoet (Fulica atra) 13.3 Meerkoet (Fulica atra) 1 Samenvatting Aantal en verspreiding Landelijk is het aantal broedvogels vanaf 199 niet significant veranderd, over de laatste 1 jaren is een significante afname van

Nadere informatie

WELKOM! Eerste studieavond kennisverbreding Akkernatuur 30 januari 2017 Obdam

WELKOM! Eerste studieavond kennisverbreding Akkernatuur 30 januari 2017 Obdam WELKOM! Eerste studieavond kennisverbreding Akkernatuur 30 januari 2017 Obdam Programma 20.00 uur Opening door Johan van Nieuwenhuyzen, bestuurslid 20.10 uur Toelichting op ANV Hollands Noorden door Ellen

Nadere informatie

Milieuraad Roeselare. Advies Natuurpunt Mandelstreke. Inzaaiadviezen akkervogels en bijen

Milieuraad Roeselare. Advies Natuurpunt Mandelstreke. Inzaaiadviezen akkervogels en bijen Milieuraad Roeselare Advies Natuurpunt Mandelstreke Inzaaiadviezen akkervogels en bijen http://www.boerenlandvogels.nl/sites/default/files/akkerranden.jpg?142010975 6 INHOUD 1 motivatie 3 2 adviezen 4

Nadere informatie

VAN DE STAKKERS VAN DE AKKERS NAAR DE HELDEN VAN DE VELDEN Beschermingsmaatregelen voor akkervogels. Olivier Dochy Maarten Hens

VAN DE STAKKERS VAN DE AKKERS NAAR DE HELDEN VAN DE VELDEN Beschermingsmaatregelen voor akkervogels. Olivier Dochy Maarten Hens VAN DE STAKKERS VAN DE AKKERS NAAR DE HELDEN VAN DE VELDEN Olivier Dochy Maarten Hens Instituut voor Natuurbehoud i.s.m. provinciebestuur West-Vlaanderen Rapport IN.R.2005.01 instituut voor natuurbehoud

Nadere informatie

S108. VELDLEEUWERIK Alauda arvensis. Beschermingsstatus. Belangrijke leefgebieden. Korte soortbeschrijving. Soortkenmerken.

S108. VELDLEEUWERIK Alauda arvensis. Beschermingsstatus. Belangrijke leefgebieden. Korte soortbeschrijving. Soortkenmerken. VELDLEEUWERIK Alauda arvensis (foto Daniele Occhiato / Buiten-Beeld) Beschermingsstatus Rode lijstcategorieën /? Beschermingsstatus ja nee Habitatrichtlijnsoort II IV Vogelrichtlijnsoort ja nee N A K Z

Nadere informatie

WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD

WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD 214 Er is goed nieuws en er is slecht nieuws WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD 214: ER IS GOED NIEUWS EN ER IS SLECHT NIEUWS Sinds 211 telt DNatuur voor ANV Lopikerwaard hoeveel Grutto

Nadere informatie

Natuurakkers in Nederland - achtergrond en dilemma s in beheer. Henk Kloen. Natuurakkers in Nederland - achtergrond en dilemma s in beheer

Natuurakkers in Nederland - achtergrond en dilemma s in beheer. Henk Kloen. Natuurakkers in Nederland - achtergrond en dilemma s in beheer Werken aan duurzame landbouw en een aantrekkelijk platteland Natuurakkers in Nederland - achtergrond en dilemma s in beheer Henk Kloen Natuurakkers in Nederland - achtergrond en dilemma s in beheer Wat

Nadere informatie

Monitoringsnieuwsbrief 1 mei 2016

Monitoringsnieuwsbrief 1 mei 2016 Monitoringsnieuwsbrief 1 mei 2016 Monitoring akkerranden in Zeeland Afgelopen winter (2015 2016) is er een start gemaakt met het monitoren van akkervogels. Poldernatuur Zeeland was hiermee één van de eerste

Nadere informatie

Overzicht Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer 2016. SCAN versie 1.5d. FAC versie 1.2

Overzicht Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer 2016. SCAN versie 1.5d. FAC versie 1.2 Bijlage 2. Overzicht Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer 2016 SCAN versie 1.5d 1 december 2015 FAC versie 1.2 14 december 2015 ANLb Opbouw van de beheerpakketten De pakketten zijn opgebouwd

Nadere informatie

Advies voor een akkervogelproject in de zoekzone voor beheerovereenkomsten voor akkervogels te Zwevegem (West-Vlaanderen)

Advies voor een akkervogelproject in de zoekzone voor beheerovereenkomsten voor akkervogels te Zwevegem (West-Vlaanderen) Advies voor een akkervogelproject in de zoekzone voor beheerovereenkomsten voor akkervogels te Zwevegem (West-Vlaanderen) Nummer: INBO.A.2010.109 Datum: 07/04/2010 Auteur(s): Contact: Olivier Dochy, Niko

Nadere informatie

Fauna-akkers in Rivierenland

Fauna-akkers in Rivierenland fauna-akkers 1 Fauna-akkers in Rivierenland REGIONAAL LANDSCHAP RIVIERENLAND Langs Nete, Dijle, Zenne & Rupel v z w 2 Regionaal Landschap Rivierenland Wat is een fauna-akker? Fauna-akkers zijn akkers en

Nadere informatie

BEHEEROVEREENKOMSTEN. Sebastiaan Hanoulle Bedrijfsplanner Heuvelland-Poperinge-Vleteren

BEHEEROVEREENKOMSTEN. Sebastiaan Hanoulle Bedrijfsplanner Heuvelland-Poperinge-Vleteren BEHEEROVEREENKOMSTEN Sebastiaan Hanoulle Bedrijfsplanner Heuvelland-Poperinge-Vleteren LANDBOUW + NATUUR i.p.v. landbouw vs. natuur 13/03/2017 2 Beheerovereenkomsten Wat? Vrijwillig Overeenkomst VLM -

Nadere informatie

Projectplan. Maatregelen voor de Patrijs Versterking van het leefgebied, landsdeel Zuid

Projectplan. Maatregelen voor de Patrijs Versterking van het leefgebied, landsdeel Zuid Projectplan Maatregelen voor de Patrijs Versterking van het leefgebied, landsdeel Zuid A. Wieland & J. Sloothaak september 2012 Projectplan Project: Maatregelen voor de Patrijs Periode: 1 januari 2013

Nadere informatie

2Bconnect Ecologie en bedrijventerreinen

2Bconnect Ecologie en bedrijventerreinen CURSUS 2Bconnect Ecologie en bedrijventerreinen Masterclass adviseurs Rollin Verlinde Inverde Welke rol kunnen bedrijventerreinen spelen? Illustratie: Wilfried Jansen Of Lorkeers, illustrator/designer

Nadere informatie

Vogels van weide/boerenland en plas-dras

Vogels van weide/boerenland en plas-dras Vogels van weide/boerenland en plas-dras Vogelherkenningscursus 2017 Bert Geelmuijden Waarnemen en kennis Kun je iets waarnemen dat je niet kent? (5 e symfonie van Beethoven als ezelsbrug voor zang van

Nadere informatie

Japanse haver goed voor bodem en vogel

Japanse haver goed voor bodem en vogel Japanse haver goed voor bodem en vogel Japanse haver (Avena strigosa) Avena strigosa, in het Nederlands Evene genoemd en in de volksmond vooral gekend als Japanse haver, is een graangewas afkomstig uit

Nadere informatie

Grauwe kiekendieven houden stand in het intensieve Oost Groningse akkerland

Grauwe kiekendieven houden stand in het intensieve Oost Groningse akkerland Grauwe kiekendieven houden stand in het intensieve Oost Groningse akkerland Oost-Groningen Populatieontwikkeling Nederland EU-braak Agrarisch Natuurbeheer Vestiging tijdens grootschalige braaklegging EU

Nadere informatie

Leidraad Boerenlandvogels. Als je niets doet, verdwijnen ze vanzelf

Leidraad Boerenlandvogels. Als je niets doet, verdwijnen ze vanzelf Leidraad Boerenlandvogels Als je niets doet, verdwijnen ze vanzelf 1 Deze Leidraad is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van de Provincie Zeeland In het kader van het soortenbeleid. 2 Inhoud 1. Inleiding...

Nadere informatie

2Bconnect Ecologie en bedrijventerreinen. Kennisdag Rollin Verlinde Inverde

2Bconnect Ecologie en bedrijventerreinen. Kennisdag Rollin Verlinde Inverde CURSUS 2Bconnect Ecologie en bedrijventerreinen Kennisdag Rollin Verlinde Inverde Heeft dit zin? Welke rol kunnen bedrijventerreinen hebben? Illustratie: Wilfried Jansen Of Lorkeers, illustrator/designer

Nadere informatie

Nieuwsbrief Jaar van de Patrijs in Zeeland

Nieuwsbrief Jaar van de Patrijs in Zeeland Nieuwsbrief Jaar van de Patrijs in Zeeland 2013 is door Vogelbescherming Nederland en Sovon uitgeroepen tot het Jaar van de Patrijs. Deze fraaie vogel is de laatste decennia sterk afgenomen (-95%).Ten

Nadere informatie

Actualisering akker- en weidevogelkerngebieden Feys S. & Vermeersch G.

Actualisering akker- en weidevogelkerngebieden Feys S. & Vermeersch G. Actualisering akker- en weidevogelkerngebieden Feys S. & Vermeersch G. INBO.R.2014.1501602 Dankwoord/Voorwoord Bij de actualisering van zowel de akker- als weidevogelkaarten waren verschillende mensen

Nadere informatie

De landbouwer als landschapsbouwer. 4. De landbouwer als landschapsbouwer ICT-opdracht ehorizon

De landbouwer als landschapsbouwer. 4. De landbouwer als landschapsbouwer ICT-opdracht ehorizon 4. De landbouwer als ICT-opdracht ehorizon Bedrijf: Steven Vanhecke - Oude Burkelslag 10-9990 Maldegem 4.1 Richtlijnen voor de begeleidende leerkracht Een belangrijk doel in de derde graad van het secundair

Nadere informatie

Advies betreffende de jacht op houtduiven in het Vlaamse gewest

Advies betreffende de jacht op houtduiven in het Vlaamse gewest Advies betreffende de jacht op houtduiven in het Vlaamse gewest Nummer: INBO.A.2010.197 Datum: 20/07/2010 Auteur(s): Contact: Frank Huysentruyt, Jim Casaer lon.lommaert@inbo.be Kenmerk aanvraag: e-mail

Nadere informatie

Kraaiachtigen een bedreiging voor weidevogels? Attie F. Bos Pim Vugteveen

Kraaiachtigen een bedreiging voor weidevogels? Attie F. Bos Pim Vugteveen Rijksuniversiteit Groningen Wetenschapswinkel Biologie Rapport 67 Kraaiachtigen een bedreiging voor weidevogels? Een literatuuronderzoek naar de rol van kraaiachtigen als predator en de invloed daarvan

Nadere informatie

Overzicht Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer SCAN versie 1.5d 1 december FAC versie december 2016 ANLb

Overzicht Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer SCAN versie 1.5d 1 december FAC versie december 2016 ANLb Bijlage 2. Overzicht Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer 2016 SCAN versie 1.5d 1 december 2015 FAC versie 1.3 14 december 2016 ANLb Opbouw van de beheerpakketten De pakketten zijn opgebouwd

Nadere informatie

Bescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen

Bescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen Bescherming Weidevogels Zuid-Holland 2018 Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen Dit jaarverslag is tot stand gekomen in samenwerking met 17 actieve weidevogelgroepen

Nadere informatie

Neonicotinoïden: opnieuw een dode lente op het boerenland? Frank Berendse Wageningen University

Neonicotinoïden: opnieuw een dode lente op het boerenland? Frank Berendse Wageningen University Neonicotinoïden: opnieuw een dode lente op het boerenland? Frank Berendse Wageningen University Veranderingen in de dichtheid van vogelsoorten van het boerenland in Eemland en Gelderse Vallei tussen

Nadere informatie

Hoe kunt u meedoen? Help

Hoe kunt u meedoen? Help Agrariërs Weidevogelwerkgroepen snest Gemeenten Weidevogelwerkgroep Binnenveld-Oost, Weidevogelwerkgroep Binnenveld-West, de initiatiefnemers van het Weidevogelplan WERV-gemeenten Wageningen, Ede, Rhenen

Nadere informatie

Verspreiding en beheer

Verspreiding en beheer 44 Brakona jaarboek 2011 Verspreiding en beheer Iwan Lewylle Lange tijd bleef de vraag hoe het met de Geelgors in Vlaams-Brabant was gesteld onbeantwoord. In de regio Tienen-Hoegaarden waren er sterke

Nadere informatie

Agro-beheersgroepen. gebiedsgericht samenwerken voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer

Agro-beheersgroepen. gebiedsgericht samenwerken voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer Agro-beheersgroepen gebiedsgericht samenwerken voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer Agro-beheersgroepen Lokale samenwerkingsverbanden van landbouwers m.b.t. agrarisch natuur- en landschapsbeheer

Nadere informatie

VERGROENING ECOLOGISCH AANDACHTSGEBIED

VERGROENING ECOLOGISCH AANDACHTSGEBIED DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ VERGROENING ECOLOGISCH AANDACHTSGEBIED Campagne 2019 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Projectvoorstel. Maatregelen voor de Patrijs Uitwerking kerngebied Struikwaard

Projectvoorstel. Maatregelen voor de Patrijs Uitwerking kerngebied Struikwaard Projectvoorstel Maatregelen voor de Patrijs Uitwerking kerngebied Struikwaard J. Sloothaak Januari 2013 Projectvoorstel Project: Maatregelen voor de Patrijs Periode: 1 januari 2013 1 november 2014 Inleiding

Nadere informatie

broedwaarde. Wilde eend - 1 zeker broedgeval. 9.05 : 1 w. met 3 pulli - regelmatig worden ongepaarde ex.

broedwaarde. Wilde eend - 1 zeker broedgeval. 9.05 : 1 w. met 3 pulli - regelmatig worden ongepaarde ex. Kleiputten 't Hoge 1983 2013 (2014) In deze kolom krijgen sommige soorten een andere kleur en dus een andere Broedende of waarschijnlijk broedende soorten broedwaarde. Wilde eend - 1 zeker broedgeval.

Nadere informatie

Een terugblik op 10 jaar akkervogelbeheer. Olivier Dochy

Een terugblik op 10 jaar akkervogelbeheer. Olivier Dochy Een terugblik op 10 jaar akkervogelbeheer Olivier Dochy Leuven, 21 oktober 2017 Wat zijn akkervogels? volledig gebonden aan landbouwgebied = de echte weidevogels = de akker- en weidevogels gedeeltelijk

Nadere informatie

Veldwerkplaats Kwartelkoning 20 juni 2017, Zwolle Ecologie van - en maatregelen voor- de Kwartelkoning

Veldwerkplaats Kwartelkoning 20 juni 2017, Zwolle Ecologie van - en maatregelen voor- de Kwartelkoning Veldwerkplaats Kwartelkoning 20 juni 2017, Zwolle Ecologie van - en maatregelen voor- de Kwartelkoning Kees Koffijberg & Jan Schoppers (Sovon Vogelonderzoek Nederland) VWP Kwartelkoning 20 jun. 2017 2/22

Nadere informatie

Weidevogelnieuws. Landbouwkundige situatie vroeger en nu. Rijswijkse Veld

Weidevogelnieuws. Landbouwkundige situatie vroeger en nu. Rijswijkse Veld Landbouwkundige situatie vroeger en nu Weidevogelnieuws Het Zoelense en Rijswijkse Veld vind je in het meest westelijke deel van het werkgebied van onze VANL. De bodem bestaat er overwegend uit laaggelegen

Nadere informatie

Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven

Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe. 2017 Walter Van Kerkhoven Tijdens het broedseizoen van 2017 werd onderzoek gedaan naar het voorkomen, broedgedrag

Nadere informatie

1-1. f e bruari INVENTARISATIE BROEDVOGELS OP DE GRASLANDKAVELS W 29, W 32. EN W 36 IN OOSTELIJK FLEVOLAND, VOORJAAR door. H.

1-1. f e bruari INVENTARISATIE BROEDVOGELS OP DE GRASLANDKAVELS W 29, W 32. EN W 36 IN OOSTELIJK FLEVOLAND, VOORJAAR door. H. BIBLIOTHEEK IJS~tl Mi: :l,.;(:,loehs...... W E R K D O C U M E N T INVENTARISATIE BROEDVOGELS OP DE GRASLANDKAVELS W 29, W 32. EN W 36 IN OOSTELIJK FLEVOLAND, VOORJAAR 1980 door H. van Elburg 198127 Abw

Nadere informatie

Tabel doelen agrarisch natuur- en landschapsbeheer

Tabel doelen agrarisch natuur- en landschapsbeheer Tabel doelen agrarisch natuur- en landschapsbeheer AGRARISCHE AGRARISCHE AGRARISCHE LIMBURGS AANDEEL in NATUURTYPEN en LANDSCHAPSELEMENTTYPEN DEELGEBIEDEN CLUSTERS VAN BEHEERACTIVITEITEN volgens catalogus

Nadere informatie

OPKOMST VAN DE HALSBANDPARKIET IN NEDERLAND EN UTRECHT André van Kleunen

OPKOMST VAN DE HALSBANDPARKIET IN NEDERLAND EN UTRECHT André van Kleunen OPKOMST VAN DE HALSBANDPARKIET IN NEDERLAND EN UTRECHT André van Kleunen De halsbandparkiet (Psittacula krameri) komt van oorsprong voor in Afrika, in een gordel ten zuiden van de Sahara en op het Indisch

Nadere informatie

Het lot van de akkervogel ligt in handen van de boer OPERATIE AKKERVOGEL

Het lot van de akkervogel ligt in handen van de boer OPERATIE AKKERVOGEL Het lot van de akkervogel ligt in handen van de boer OPERATIE AKKERVOGEL Het gaat niet goed met de akkervogel. Monitoringprojecten tonen alarmerende afnames in hun aantallen. Om de dieren te redden, rekenen

Nadere informatie

Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven

Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe. 2018 Walter Van Kerkhoven In het kader van de volledige broedvogelinventarisatie werd tijdens het broedseizoen

Nadere informatie

BEHEEROVEREENKOMSTEN 2018 IN CIJFERS

BEHEEROVEREENKOMSTEN 2018 IN CIJFERS BEHEEROVEREENKOMSTEN 2018 IN CIJFERS Figuur 1. Verdeling van de lopende beheerovereenkomsten volgens oppervlakte per beheerdoelstelling.... 2 Figuur 2. Verdeling van het aantal dossiers in 2018, weergegeven

Nadere informatie

Weidevogels Liedeweg te Haarlemmerliede

Weidevogels Liedeweg te Haarlemmerliede Weidevogels Liedeweg te Haarlemmerliede Weidevogels Liedeweg te Haarlemmerliede Auteur P.J.H. van der Linden Opdrachtgever Projectnummer Ingen Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude 10.036 juni 2010 foto

Nadere informatie

1. Patrijzenproject WBE West-Twente

1. Patrijzenproject WBE West-Twente 1. Patrijzenproject WBE West-Twente 1.1. Aanleiding Sinds de jaren zeventig is de patrijzenstand landelijk met ruim 95% afgenomen. Binnen het werkgebied van WBE West-Twente zal dat niet veel anders zijn.

Nadere informatie

Beheerovereenkomsten PDPOIII: Onder voorbehoud van goedkeuring PDPOIII door EU

Beheerovereenkomsten PDPOIII: Onder voorbehoud van goedkeuring PDPOIII door EU Beheerovereenkomsten PDPOIII: 2014-2020 Onder voorbehoud van goedkeuring PDPOIII door EU Algemeen Wat is een beheerovereenkomst? Vrijwillige overeenkomst tussen landbouwer en VLM Doel: behouden en verbeteren

Nadere informatie

Hof ten Berg. Tasseniersstraat Galmaarden 054/ (tussen 18:00 en 20:00 uur) André Prové

Hof ten Berg. Tasseniersstraat Galmaarden 054/ (tussen 18:00 en 20:00 uur) André Prové Hof ten Berg Tasseniersstraat 1 1570 Galmaarden 054/58 92 17 (tussen 18:00 en 20:00 uur) André Prové andreprove@hotmail.com Coxiestraat 11 2800 Mechelen Tel: 015-29 72 20 fax: 015-42 49 21 Info@natuurpunt.be

Nadere informatie

BEHEEROVEREENKOMSTEN. Katrien Neudt Bedrijfsplanner

BEHEEROVEREENKOMSTEN. Katrien Neudt Bedrijfsplanner BEHEEROVEREENKOMSTEN Katrien Neudt Bedrijfsplanner Uitdaging LANDBOUW + NATUUR i.p.v. landbouw vs. natuur 31/08/2018 3 Beheerovereenkomsten Wat? Vrijwillig Overeenkomst VLM - landbouwer 5 jaar Start 1

Nadere informatie

Inhoudsopgave: natuur- en landbouwwaarde akkers bodemfauna akkerplanten akkervogels. natuurlijke vijanden

Inhoudsopgave: natuur- en landbouwwaarde akkers bodemfauna akkerplanten akkervogels. natuurlijke vijanden AKKERS Hoofdstuk 2 Inhoudsopgave: natuur- en landbouwwaarde akkers bodemfauna akkerplanten akkervogels natuurlijke vijanden akkerranden akkerflora akkervogels erosie agro-biodiversiteit natuur- en landbouwwaarde

Nadere informatie

Onderzoek flora en fauna

Onderzoek flora en fauna Onderzoek flora en fauna 1. Conclusie Geconcludeerd wordt dat voor de beoogde functieveranderingen geen ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet vereist is. Hierbij dient wel gewerkt te worden

Nadere informatie

Agrarisch Natuurbeheer: wat kost het, wat levert het op, hoe kan het beter? David Kleijn

Agrarisch Natuurbeheer: wat kost het, wat levert het op, hoe kan het beter? David Kleijn Agrarisch Natuurbeheer: wat kost het, wat levert het op, hoe kan het beter? David Kleijn Landbouwgebied Productie van voedsel en grondstoffen Natuur op boerenland Intensivering van landbouw Agrarisch natuurbeheer

Nadere informatie

Versie Doelsoorten Zeeland Patrijs, veldleeuwerik, graspieper kwikstaart. Meetellen mestplaatsingsruimte

Versie Doelsoorten Zeeland Patrijs, veldleeuwerik, graspieper kwikstaart. Meetellen mestplaatsingsruimte Pakketvoorwaarden A19c3 Versie 2019 Keverbanken Beschrijving Insecten zijn van groot belang als voedselbron voor akker- en weidevogels, speciaal voor de jonge vogels. De sleutel tot succesvol insectenbeheer

Nadere informatie

Teelt van vlinderbloemigen in kader van GLB en PDPOIII

Teelt van vlinderbloemigen in kader van GLB en PDPOIII Teelt van vlinderbloemigen in kader van GLB en PDPOIII Alex De Vliegher In samenwerking met K. Nijs, H. Hernalsteen en G. Rombouts (Dept LV Vlaanderen) Juni 2016 Alex De Vliegher tel 09 272 26 95 alex.devliegher@ilvo.vlaanderen.be

Nadere informatie

Terug een topjaar voor de bruine kiekendieven in de Westkustpolders

Terug een topjaar voor de bruine kiekendieven in de Westkustpolders Terug een topjaar voor de bruine kiekendieven in de Westkustpolders Net zoals bij onze kerkuilen beleefden we vorig jaar ook bij de bruine kiekendieven een topjaar met een totaal van maar liefst 38 broedgevallen.

Nadere informatie

Aanpassingen Toelichting bij de verzamelaanvraag 2015

Aanpassingen Toelichting bij de verzamelaanvraag 2015 Aanpassingen Toelichting bij de verzamelaanvraag 2015 Inhoudstafel: - Mestdecreet Algemeen moet onder titel Mestbankaspecten komen - Paginanummer van Mestbankaspecten is 79 i.p.v. 80 Fiche Verzamelaanvraag

Nadere informatie

Foeragerende kiekendieven nabij de Lage Knarsluis in 2015 A&W-rapport 2156

Foeragerende kiekendieven nabij de Lage Knarsluis in 2015 A&W-rapport 2156 Foeragerende kiekendieven nabij de Lage Knarsluis in 2015 A&W-rapport 2156 in opdracht van Foeragerende kiekendieven nabij de Lage Knarsluis in 2015 A&W-rapport 2156 N. Beemster Foto Voorplaat Het optimale

Nadere informatie

Vogels van het boerenland,

Vogels van het boerenland, Indicator 18 januari 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Door veranderingen in de landbouw

Nadere informatie

Grote vos Nymphalis polychloros

Grote vos Nymphalis polychloros Nymphalis polychloros Jan Goedbloed Soortbeschrijving De is een grote bruinrode vlinder, behorend tot de familie van de schoenlappers Nymphalidae waar ook, Atalanta, Dagpauwoog, Gehakkelde aurelia en Distelvlinder

Nadere informatie

Versie bij voorkeur breder

Versie bij voorkeur breder Pakketvoorwaarden A19c2 Versie 2019 Patrijzenrand Beschrijving Deze rand biedt dekking, foerageer- en nestelmogelijkheden voor de patrijs en andere akkervogels. De rand bestaat uit 3 stroken. Eén strook

Nadere informatie

Natuurpunt vogelwerkgroep Cinerea - Denderstreek. Jaarrapport 2011. Een overzicht van de werking van vogelwerkgroep Cinerea. Cinerea-rapport 2012/1

Natuurpunt vogelwerkgroep Cinerea - Denderstreek. Jaarrapport 2011. Een overzicht van de werking van vogelwerkgroep Cinerea. Cinerea-rapport 2012/1 Natuurpunt vogelwerkgroep Cinerea - Denderstreek Jaarrapport 2011 Een overzicht van de werking van vogelwerkgroep Cinerea Cinerea-rapport 2012/1 Wouter Faveyts & Christophe Bert Januari 2012 Colofon Een

Nadere informatie

Aanvullende informatie mitigatie Steenuil en Huismus IJsseldelta-Zuid, FF/75C/2012/0341

Aanvullende informatie mitigatie Steenuil en Huismus IJsseldelta-Zuid, FF/75C/2012/0341 Notitie Concept Contactpersoon Benjamin Flierman Datum 8 mei 2013 Aanvullende informatie mitigatie Steenuil en Huismus IJsseldelta-Zuid, FF/75C/2012/0341 In het kader van de Flora- en faunawet ontheffingsaanvraag

Nadere informatie

Wat feitjes rond de duizendste Eempoldertelling

Wat feitjes rond de duizendste Eempoldertelling AANTAL. Wat feitjes rond de duizendste Eempoldertelling Sinds 1973 worden elke veertien dagen de vogels in de westelijke Eempolders geteld. Dat is nu dus al ruim 38 jaar. Wat rekenwerk levert op dat op

Nadere informatie

Natuur en landschap van Witharen in 2008

Natuur en landschap van Witharen in 2008 Natuur en landschap van Witharen in 2008 C. Zoon Versie 5 8 augustus 2008 Inleiding Witharen is een buurtschap in het noorden van de gemeente Ommen. In het zuidwesten wordt het begrensd door het Varsenerveld

Nadere informatie

Thema 1: Werken aan biodiversiteit op het Vlaamse platteland (Agrobiodiversiteit) Context

Thema 1: Werken aan biodiversiteit op het Vlaamse platteland (Agrobiodiversiteit) Context Thema 1: Werken aan biodiversiteit op het Vlaamse platteland (Agrobiodiversiteit) Context Onder biodiversiteit verstaan we de verscheidenheid van levende organismen en ecologische processen. In de landbouw

Nadere informatie

Bijlagen Beheerovereenkomsten, nieuwe sporen voor het beleid. Kennis en ervaringen uit het SOLABIO project

Bijlagen Beheerovereenkomsten, nieuwe sporen voor het beleid. Kennis en ervaringen uit het SOLABIO project Bijlagen Beheerovereenkomsten, nieuwe sporen voor het beleid. Kennis en ervaringen uit het SOLABIO project 1 Inhoudstabel bijlage 1. Voorwaarden beheerovereenkomst vogelvoedselgewas 2 2. Situering, aanleg

Nadere informatie

Selectief maar voortvarend investeren in effectief agrarisch natuurbeheer

Selectief maar voortvarend investeren in effectief agrarisch natuurbeheer Selectief maar voortvarend investeren in effectief agrarisch natuurbeheer De breedte van het speelveld Betaald beheer (SNL): 179.000 ha, 64 mln. (excl. ganzen) 13.500 bedrijven = 27% van grondgebonden

Nadere informatie

Algemeen. De actuele kennis over de specifieke oorzaken van de achteruitgang van de patrijs in Vlaanderen is slechts zeer beperkt.

Algemeen. De actuele kennis over de specifieke oorzaken van de achteruitgang van de patrijs in Vlaanderen is slechts zeer beperkt. Voorstel tot maatregelen in het kader van de verbetering van de staat van instandhouding van patrijs, in uitvoering van artikel 4 3 3 van het openingsbesluit. Algemeen De patrijs komt tegenwoordig in Vlaanderen

Nadere informatie

Beheerovereenkomsten PDPOIII: Onder voorbehoud van goedkeuring PDPOIII door EU

Beheerovereenkomsten PDPOIII: Onder voorbehoud van goedkeuring PDPOIII door EU Beheerovereenkomsten PDPOIII: 2014-2020 Onder voorbehoud van goedkeuring PDPOIII door EU Algemeen Wat is een beheerovereenkomst? Vrijwillige overeenkomst tussen landbouwer en VLM Doel: behouden en verbeteren

Nadere informatie

Methodehandleiding bij het project Algemene Broedvogelmonitoring Vlaanderen (ABV)

Methodehandleiding bij het project Algemene Broedvogelmonitoring Vlaanderen (ABV) Methodehandleiding bij het project Algemene Broedvogelmonitoring Vlaanderen (ABV) Glenn Vermeersch, Hannes Ledegen, Simon Feys 1. Inleiding Voor je ligt de herziene handleiding bij het project Algemene

Nadere informatie

Versie Een gehele akker max 5 ha. Meetellen mestplaatsingsruimte. 4 blokken met een verschillend mengsel. Patrijs, gele kwikstaart, bijen

Versie Een gehele akker max 5 ha. Meetellen mestplaatsingsruimte. 4 blokken met een verschillend mengsel. Patrijs, gele kwikstaart, bijen Pakketvoorwaarden A16a1 Versie 2018 Vogelakker (voor Patrijzen) Beschrijving Deze vogelakker biedt dekking, foerageer- en nestelmogelijkheden voor de patrijs en andere akkervogels. De vogelakker bestaat

Nadere informatie

Vogels van het boerenland

Vogels van het boerenland Indicator 6 maart 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Door veranderingen in de landbouw

Nadere informatie

Weidevogelbeheer 2016

Weidevogelbeheer 2016 Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer 2016 Versie 1.5, 1 Oktober 2015 (Wijzigingen voorbehouden) 1 Grasland met rustperiode - De beheereenheid is ten minste 0,5 hectare groot. - Cumulatie

Nadere informatie

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse memo aan: van: OG ZAND/ZON/130372 c.c.: datum: 22 augustus 2013 betreft: Achterweg 48, Lisse INLEIDING Bij alle ruimtelijke ingrepen moet rekening gehouden worden met de aanwezige natuurwaarden in en om

Nadere informatie

Melk van Hier, kansen voor landbouw en natuur?

Melk van Hier, kansen voor landbouw en natuur? Melk van Hier, kansen voor landbouw en natuur? NATUUR EN LANDBOUW// VORSELAAR// 14 maart 2012 Draagvlakverbredingsproject Melk van Hier 1/1/2013 31/12/2013 Dit initiatief kadert binnen een overkoepelend

Nadere informatie

Broedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn 2015

Broedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn 2015 Broedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn 2015 Martin Heinen Vogelwerkgroep Oost-Veluwe, Apeldoorn 1 1. Inleiding De gemeente Apeldoorn heeft Vogelwerkgroep Oost-Veluwe gevraagd een inventarisatie

Nadere informatie

memo gemeente Lingewaard, Dion Steenbergen , hoofdlijnen mitigatieplan kleine wolfsmelk Houtakker II, Bemmel

memo gemeente Lingewaard, Dion Steenbergen , hoofdlijnen mitigatieplan kleine wolfsmelk Houtakker II, Bemmel memo aan: van: gemeente Lingewaard, Dion Steenbergen SAB, Eric Verkaik c.c.: datum: 15 september 2017 betreft: 160472, hoofdlijnen mitigatieplan kleine wolfsmelk Houtakker II, Bemmel INLEIDING Aan de Houtakker

Nadere informatie

INTERREG-PROJECT GRENSPARK GROOT-SAEFTINGHE

INTERREG-PROJECT GRENSPARK GROOT-SAEFTINGHE INTERREG-PROJECT GRENSPARK GROOT-SAEFTINGHE Boeren & Natuur in het Grenspark Groot Saeftinghe Infodag 22 februari Mischa Indeherberg & Alex Wieland In een notendop: Grenspark Groot Saeftinghe = kansen

Nadere informatie

Milieutrefdag 4 juni 2009. Gemeenten in de bres voor een dier- of plantensoort

Milieutrefdag 4 juni 2009. Gemeenten in de bres voor een dier- of plantensoort Milieutrefdag 4 juni 2009 Gemeenten in de bres voor een dier- of plantensoort Biodiversiteit in jouw gemeente Grote resultaten met kleine (?) acties Inhoud Voormiddag: charters In charters aandacht voor

Nadere informatie

Boerenbuitengebied Muntendam Project Grauwe Klauwier

Boerenbuitengebied Muntendam Project Grauwe Klauwier Boerenbuitengebied Muntendam Project Grauwe Klauwier Inleiding In januari 2015 is de Werkgroep Boerenbuitengebied in Muntendam opgericht. De initiatiefnemer is een akkerbouwer die al jarenlang actief is

Nadere informatie

Zot van patrijs. Patrijzengroep Oost-West. WBE De Hazebeek WBE De Mandelvallei WBE Driekoningen WBE t Veld

Zot van patrijs. Patrijzengroep Oost-West. WBE De Hazebeek WBE De Mandelvallei WBE Driekoningen WBE t Veld Zot van patrijs Patrijzengroep Oost-West WBE De Hazebeek WBE De Mandelvallei WBE Driekoningen WBE t Veld Indien jij geen jager was, dan was jij de hardste groene! Historiek Jaren 90: oprichting Wildbeheereenheden

Nadere informatie

Leeswijzer internationale doelen binnen het gebiedsproces van agrarisch natuurbeheer Versie 0.1 16 mei 2014

Leeswijzer internationale doelen binnen het gebiedsproces van agrarisch natuurbeheer Versie 0.1 16 mei 2014 Leeswijzer internationale doelen binnen het gebiedsproces van agrarisch natuurbeheer Versie 0.1 16 mei 2014 Inleiding In deze leeswijzer vindt u een uitgebreidere uitleg over de het gebruik en interpretatie

Nadere informatie

Advies voor de projectmatige inzet van beheerovereenkomsten akkervogelbescherming in de zoekzone Weterbeek

Advies voor de projectmatige inzet van beheerovereenkomsten akkervogelbescherming in de zoekzone Weterbeek Advies voor de projectmatige inzet van beheerovereenkomsten akkervogelbescherming in de zoekzone Weterbeek Nummer: INBO.A.2010.257 Datum advisering: 15 februari 2011 Auteur(s): Contact: Kenmerk aanvraag:

Nadere informatie

ffi SrnTEN '?",iffhorrand ETf,E Lid Gedeputeerde Staten 2,0 MEI 1016 Nulmeting Aan Provinciale Staten

ffi SrnTEN '?,iffhorrand ETf,E Lid Gedeputeerde Staten 2,0 MEI 1016 Nulmeting Aan Provinciale Staten Lid Gedeputeerde Staten SrnTEN Mr. J.F. (Han) Weber Contact 070 441 61 96 jf.weber@pzh.nl '?",iffhorrand Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Aan Provinciale

Nadere informatie

Aantal gevonden legsels in 2008

Aantal gevonden legsels in 2008 10 1 Broedpaaraantallen 2. Reproductie Na terugkomst van weidevogels in hun broedgebied vormen zich paren en kiezen de vogels een plek om te gaan broeden: de vestiging. Daarna komen twee belangrijke reproductiefasen:

Nadere informatie

Monitoring op natuurboerenerven. Uitleg over de systematiek van het monitoren

Monitoring op natuurboerenerven. Uitleg over de systematiek van het monitoren Monitoring op natuurboerenerven Uitleg over de systematiek van het monitoren Inleiding Boerenzwaluwen op het erf, korenbloemen in de akkers, fladderende citroenvlinders tussen de schuren. Al dat pracht

Nadere informatie

Naar een goed weidevogelbeheer. Cees Witkamp Senior beleidsmedewerker boerenlandvogels Vogelbescherming Nederland

Naar een goed weidevogelbeheer. Cees Witkamp Senior beleidsmedewerker boerenlandvogels Vogelbescherming Nederland Naar een goed weidevogelbeheer Cees Witkamp Senior beleidsmedewerker boerenlandvogels Vogelbescherming Nederland 1 Even iets over Vogelbescherming o Opgericht 1899 o C. 140.000 leden o C. 65 werknemers

Nadere informatie

Broedpopulatie van de Geelgors in West-Vlaanderen

Broedpopulatie van de Geelgors in West-Vlaanderen Broedpopulatie van de Geelgors in West-Vlaanderen Indicatorgegevens Naam Definitie Meeteenheid Situering Beleidsdomein Bekommernis Relatie tot de SO Situering in het lokaal beleid Provinciaal beleid/bron

Nadere informatie