Nota van toelichting. Nummer.: 14Tl065 Kerkrade, 17 november 2014

Transcriptie

1 Nota van toelichting Nummer.: 14Tl065 Kerkrade, 17 november 2014 Behorend bij ontwerpbesluit nummer 14Rb101. Onderwerp Buitenring Parkstad Limburg Beslispunten Aan de raad wordt voorgesteld om in te stemmen met het totaalbesluit dat bestaat uit de volgende punten: 1 In te stemmen met de oplossingen voor de genoemde knelpunten; 2 In te stemmen met de overeenkomst Natuur; 3 In te stemmen met het van toepassing verklaren van de Regelingen Planschade en Nadeelcompensatie van de provincie; 4 In te stemmen met de nieuwe voorwaarden m.b.t. de grondinbreng en de Financieringsovereenkomst; 5 in te stemmen met overdracht van de benodigde tracégronden, direct nadat het Inpassingsplan voor het desbetreffende wegdeel onherroepelijk is geworden; 6 Kennis te nemen van de uitvoeringsovereenkomst; 7 Kennis te nemen van het feit dat ons college vergunningstrajecten, onder voorbehoud van de uitspraak van de Raad van State afhandelt en omkeerbare voorbereidende werkzaamheden toestaat, zodat vergunningen vigeren en voorbereidende werkzaamheden (zoveel mogelijk) hebben plaatsgevonden op het moment dat de Raad van State uitspraak doet. De vergunningen treden in werking indien er sprake is van een onherroepelijk Inpassingsplan voor het desbetreffende wegdeel: 8 In te stemmen met het labelen van de meeropbrengsten ter hoogte van voor de (voorbereidings)werkzaamheden die de gemeente nog zal moeten doen in dit project. Echter, onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat dit slechts in werking treedt, indien er door de uitspraak van de Raad van State sprake is van een onherroepelijk Inpassingsplan voor het desbetreffende wegdeel. Ten behoeve van de aanleg van de natuur zullen de daartoe benodigde gronden per direct beschikbaar gesteld moeten worden en zal per direct medewerking verleend worden aan vergunningentrajecten en werkzaamheden ten behoeve van de natuurcompensatie. Inleiding De provincie Limburg heeft voor het project Buitenring Parkstad Limburg (hierna BPL) een Provinciaal Inpassingsplan (hierna PIP) in procedure gebracht. De Raad van State heeft de uitspraak over dit PIP aangehouden, in afwachting van een uitspraak van het Europese Hof over een ander soortgelijkvraagstuk. De zittingsdatum over het PIP heeft de Raad van State vastgesteld op 18 december De provincie verwacht de definitieve uitspraak rond 1 februari Indien er door de uitspraak van de Raad van State een onherroepelijk PIP is voor het betreffende wegdeel, wil de provincie c.q. de aannemer meteen kunnen starten met de aanlegwerkzaamheden. Hiertoe is het noodzakelijk dat de benodigde gronden op dat moment beschikbaar zijn en dat de benodigde vergunningen bruikbaar zijn. Voor de gemeente Kerkrade heeft dit betrekking op het in eigendom overdragen van haar gronden ten behoeve van het tracé en het in gebruik geven van de gronden voor de natuurcompensatie. Tevens zal de gemeente een aantal vergunningen, zoals kapvergunningen, moeten afgeven, zodat de aannemer kan starten.

2 Tevens dient de gemeente Kerkrade in te stemmen met de Financieringsovereenkomst, de Overeenkomst Natuur en de Uitvoeringsovereenkomst. De provincie heeft de noodzaak aangegeven van het feit, dat men hierover in december 2014 zekerheid dient te hebben. Om die reden ligt onderhavig ontwerpbesluit nu voor bij uw raad. Echter, onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat dit slechts in werking treedt, indien er door de uitspraak van de Raad van State geen obstakels meer zijn. Uitzondering hierop vormt de grondinbreng voor de natuurcompensatie (zie onder natuurcompensatie ). De overige convenantpartners hebben reeds aan de voorwaarden voldaan en de overeenkomsten ondertekend. Gemeente Kerkrade dient nu ook een besluit te nemen. In de voorbereiding naar dit ontwerp-raadsbesluit is veelvuldig overleg gevoerd tussen de gemeente en de provincie. Er is afgesproken om een totaaloverzicht te maken van alle aspecten die spelen tussen de provincie en Kerkrade, het zgn. Masterplan. Dit overzicht treft u aan als bijlage 1.: Masterplan. Overall kan worden gesteld, dat de provincie veel begrip heeft getoond voor de situatie en standpunten van Kerkrade en voor bijna alle knelpunten een oplossing (inclusief financiering) heeft aangereikt. Enkele knelpunten staan nog in de wacht, omdat hierover met alle betreffende gemeenten dezelfde afspraken zijn gemaakt, of omdat er (nog) geen middelen zijn gevonden. Belangrijk om te vermelden is dat het totaaloverzicht een integraal pakket van afspraken is, waarover ook als zodanig een totaalbesluit zal moeten worden genomen. De items in het overzicht worden in deze nota van toelichting aan de orde gesteld. Knelpunten en oplossingen 1. Wegvak Roderlandbaan (N299). Dit weggedeelte komt te vervallen door de gewijzigde knooppuntaansluiting van de Roderlandbaan op de BPL. Voor dit weggedeelte was in het eerste ontwerp geen nieuwe bestemming aangegeven. Na overleg met de Provincie is voor dit gedeelte afgesproken dat op dit gedeelte een groene zone wordt aangelegd. Hierdoor ontstaat er tussen de Hopel en de BPL een extra groene buffer.

3 2. Afrit Nachtegaalstraat De Nachtegaalstraat wordt middels een rotonde aangesloten op de Roderlandbaan waardoor het verkeer van en naar Eygelshoven in twee richtingen wordt aangesloten. Dit weggedeelte was in het eerste ontwerp niet voorzien van een gescheiden fietspad maar van fietssuggestiestroken op de rijbaan, waardoor een minder veilige situatie zou ontstaan. Door de aanwezige ruimte te optimaliseren wordt alsnog een gescheiden fietspad aangelegd. 3. Parallelwegen BPL a. Langs de BPL zullen op 2 locaties over een gedeelte parallelwegen worden aangelegd nl. langs de Dentgenbachweg en langs de Hamstraat. Deze weggedeelten sluiten de BPL aan op de industrieterreinen Dentgenbach en Willem Sophia. Over deze weggedeelten zal daardoor meer vrachtverkeer rijden dan normaal op een parallelweg. De breedte van deze parallelwegen was in het eerste ontwerp beperkt tot 6 meter. Met de provincie is afgesproken dat de breedte van deze wegen verder wordt vergroot. b. In het eerste ontwerp was het fietsverkeer op de rijbaan gepositioneerd middels fietssuggestiestroken. Door de beperkte breedte van de weg en het hoge aandeel vrachtverkeer ontstaat er volgens de gemeente Kerkrade een gevaarlijke situatie. Met de provincie is afgesproken dat er op de gedeelten waar voldoende ruimte aanwezig is, gescheiden fietspaden worden aangelegd. Op enkele punten is nog nader onderzoek nodig. c. Langs de parallelweg Hamstraat t.h.v. de Gracht kwam de parallelweg in het eerste ontwerp op gelijke hoogte met de aangrenzende percelen te liggen. Met de Provincie is afgesproken dat de parallelweg daar waar mogelijk verlaagd zal worden aangelegd. Dit biedt voor de aangrenzende percelen met name visuele voordelen, omdat er een hoogteverschil ontstaat tussen de parallelweg en de aangrenzende percelen.

4 d. De parallelweg Dentgenbach sluit in het eerste ontwerp aan slechts aan één zijde aan op de BPL via het knooppunt GaiaZOO. Deze éénzijdige aansluiting veroorzaakt enerzijds extra omrijkilometers voor het verkeer richting Landgraaf, anderzijds het industrieterrein erg kwetsbaar is in het geval van calamiteiten. Met de provincie is afgesproken dat het industrieterrein in het geval van calamiteiten van 2 zijden bereikbaar is. Hiervoor zal een calamiteitenontsluiting worden gerealiseerd aan de noordzijde van het industrieterrein die aansluit op het knooppunt de Hopel. 4. Dwarsverbinding Gravenrode/Anstelerbeekdal De huidige verbinding van de Anstelerbeekdal met Gravenrode loopt via de Mercuriusstraat. Deze verbinding wordt door de BPL onderbroken. Hierdoor is hoeve Nieuw-Erenstein niet meer direct bereikbaar. Een onderdoorgang voor langzaam verkeer ter hoogte van de Jupiterstraat onder BPL is een oplossing. Dit is echter een erg kostbare oplossing. Financieringsmogelijkheden worden verder nagegaan.

5 5. Herhuisvesting verenigingen a. Voor de Volkstuinvereniging Dentgenbach wordt op de bestaande locatie een herinrichtingsplan uitgewerkt. Door een optimalisatie in het knooppunt GaiaZOO en de bestaande ruimte binnen het complex zal voldoende ruimte worden gecreëerd om een herinrichting uit te kunnen voeren. Hiertoe dient de gemeente een groenstrook beschikbaar te stellen en zich in te spannen hierop de bestemming volkstuin te leggen. b. Voor de hondenvereniging PVH Kerkrade is een nieuwe locatie gevonden nabij het voormalige terrein van FC Gracht. Dit terrein zal daartoe geschikt worden gemaakt. c. Voor de kruisboogvereniging St. Hubertus wordt een nieuwe locatie gezocht. De inrichting van het terrein wordt momenteel uitgewerkt en de haalbaarheid wordt hiervan bekeken. 6. Parkeervoorziening GaiaZOO De parkeervoorziening van GaiaZOO was in het eerste ontwerp onvoldoende groot om het totaal aantal benodigde parkeerplaatsen te realiseren. Naar aanleiding hiervan is een tweede parkeerlocatie, gelegen direct naast het huidige politiebureau aan de Kerkradersteenweg, toegevoegd. Deze tweedeling van de parkeervoorziening werd door zowel GaiaZOO als de gemeente Kerkrade als ongewenst beschouwd, omdat deze oplossing voor veel logistieke problemen zorgde. Middels een aanvullende studie is een ontwerp tot stand gekomen waarbij deze tweedeling niet meer noodzakelijk is. Het huidige parkeerterrein biedt voldoende capaciteit en zal worden aangesloten op de toerit van de BPL en de Kerkradersteenweg. Daarbij zal de aansluiting op de Kaalheidersteenweg worden voorzien van een rotonde.

6 7. Viaduct Kaalheidersteenweg De Kaalheidersteenweg zal middels een viaduct over de BPL heen gaan. De totale breedte van het viaduct was beperkter dan de breedte van het overige wegprofiel, waardoor voetgangers slechts aan één zijde over het viaduct konden passeren.door optimalisatie zal op het viaduct toch het volledige wegprofiel worden doorgezet, zodat alle verkeersdeelnemers daar veilig kunnen passeren. Dit houdt in dat er aparte voorzieningen komen aan beide zijden van de weg in de vorm van gescheiden fietspaden en voetpaden. 8. Kruispunt Heiveldstraat De bestaande kruising Kerkradersteenweg/Dentgenbachweg/Heiveldstraat zal in de nieuwe situatie sterk veranderen. De Dentgenbachweg zal dan niet meer aansluiten op deze kruising. Door deze wijziging zal de inrichting van de totale situatie moeten worden herzien. Deze aanpassing zal binnen het project in 2016 aan de orde zijn. 9. Herinrichting Vauputsdal en situatie Habets Een belangrijk knelpunt vormde de inpassing van de BPL ter hoogte van het Vauputsdal. Het Vauputsdal zal heringericht worden waarbij het bedrijf Habets op de bestaande locatie blijft gehandhaafd. Voor deze herinrichting is een studie verricht door bureau H+N+S. De inrichting (scenario 1) zal tot een goede inpassing van de BPL in het Vauputsdal leiden. Ten behoeve van dit scenario zal de gemeente zich moeten inspannen om in het bestemmingsplan een bouwvlak ten behoeve van de bouw van een loods op het perceel Habets te verschuiven.

7 10. Natuurcompensatie De inrichting van natuur in de gemeente Kerkrade zal op diverse locaties plaatsvinden maar voornamelijk direct gelegen langs het tracé van de BPL. Dit gebeurt o.a. in het Anstelerbeekdal, het Vauputsdal en het Hamdal. Deze plannen zijn in goed overleg met de provincie tot stand gekomen en leiden tot een versterking van de natuur- en groenzones in de gemeente. Dit bedraagt in het totaal ca. 25 ha op gronden van de gemeente Kerkrade. In totaal landt zelfs 38 ha in Kerkrade. Dit betreft 30% van de totale natuurcompensatie in de regio. 11. Herinrichting Anstelerbeekdal De herinrichting van het Anstelerbeekdal sluit direct aan op de gebieden die voor de natuurcompensatie worden ingericht. Door een provinciale bijdrage kan het gebiedsplan Anstelvallei, dat bestaat uit revitalisering van de hoeves en opwaardering van het landschap, worden uitgevoerd. Samen met de natuurcompensatie wordt een totaaloplossing voor het gehele gebied gerealiseerd. 12. Dwarsverbinding Wauwelpad Het is niet mogelijk gebleken om het Wauwelpad ter plaatse van de BPL op dezelfde locatie te handhaven. Hierdoor is gekozen het Wauwelpad om te leggen langs de BPL en via de Vauputsweg weer aan te sluiten. 13. Aansluiting Manege De Groene Vallei De manege De Groene Vallei was in het eerste ontwerp via de Baamstraat en een steile toegang aangesloten aan de achterkant van het bedrijf. Door deels gebruik te maken van de bestaande Baamstraat is de manege weer aangesloten via de voorkant en is de toegankelijkheid van de Baamstraat verbeterd.

8 14. Dwarsverbinding Hamstraat De huidige verbinding tussen de wijk de Gracht en het Crombacherbeekdal wordt door de BPL verbroken. Momenteel is de Hamstraat oversteekbaar. Omdat, na aanleg van de BPL, ter plaatse van de Gracht geen verbindingen meer aanwezig zijn, is een dwarsverbinding noodzakelijk. Voor de realisatie van deze ter plaatse van de Grachterstraat, wordt de bestaande fiets/voetgangersbrug GaiaZOO ingezet. Om deze verbinding door te zetten en zo ook het Duitse gebied bereikbaar te maken is inmiddels de Katzenpolgasse weer opengesteld waardoor de Katzenpolweg weer direct bereikbaar is. 15. Onderliggend wegennet Ter plaatse van de Hamstraat/Stationsstraat is een voorontwerp gemaakt om het verkeer op deze rotonde als gevolg van de toekomstige toename van het verkeer op de Hamstraat te kunnen verwerken. Dit ontwerp bestaat uit een turbo-rotonde met ongelijkvloerse fiets/voetgangersverbindingen. De verdere uitwerking van dit plan heeft nog niet plaatsgevonden, omdat op dit moment de exacte uitgangspunten voor dit ontwerp nog niet zijn vast te stellen. De provincie heeft aangegeven dat de doorstroming en veiligheid van het verkeer op dit kruispunt belangrijk is in relatie tot de ontwikkelingen rond C City. Derhalve is de provincie bereid dit knelpunt op te lossen. Planologie en vergunningen Voor een aantal van de verbeterpunten is het nodig om een aantal bestemmingen te wijzigen. Een inspanningsverplichting hiertoe is derhalve onderdeel van de afspraken. De planologische procedures en de eventuele gevolgen hiervan (bijv. planschade) worden voor rekening en risico van de verzoeker gevoerd. Dit geldt eveneens voor de benodigde vergunningen waarvoor de gemeente verantwoordelijk is. Het voorstel luidt om in te stemmen met de oplossingsrichtingen van de knelpunten zoals deze hiervoor zijn omschreven.

9 Beschikbaar stellen van gronden voor natuurcompensatie Voor de BPL zijn via het provinciale inpassingsplan (PIP) gebieden aangewezen die in eigendom zijn van de gemeente Kerkrade waarop natuur moet worden aangelegd. De aanleg van deze natuur is wettelijk noodzakelijk voor de BPL om de aantasting van de natuur door de weg van het wegtracé te compenseren. Van de totale natuurcompensatie van de BPL (125 ha) zal 30 %(= 38 ha) binnen de gemeentegrenzen van Kerkrade worden gerealiseerd. Voor het inrichten van natuurcompensatie op een aantal aangewezen percelen heeft de Raad van State op 16 november 2012 toestemming verleend. Dit onder de voorwaarde dat voor gronden die niet in eigendom zijn van de Provincie, de Provincie toestemming krijgt van de betreffende grondeigenaar. In het raadsbesluit van 30 oktober 2013 is m.b.t. de Natuurcompensatie het volgende besluit genomen: - betreffende de natuurcompensatie in overleg met de provincie duidelijkheid te krijgen en de resultaten van dit overleg in het najaar aan de raad voor te leggen. Inmiddels is deze duidelijkheid aanwezig. (Zie onderdeel financiering) Daarnaast ligt er momenteel voor deze gronden een totaalplan voor de in te richten natuurcompensatiegronden. Indien er wordt ingestemd met het huidige raadsvoorstel kan er in het plantseizoen 2014/2015 nog gestart worden met de inrichting van de percelen. De totale waarde van het door de provincie inrichten van de gronden met landschappelijke elementen wordt geschat op circa à De afspraken m.b.t. de natuurcompensatie zijn verwoord in de Overeenkomst Natuur. Deze is als bijlage bijgevoegd. Voorgesteld wordt om in te stemmen met de Overeenkomst Natuur. Planschade en nadeelcompensatie Onderdeel van de Overeenkomst Natuur is het aspect Planschade en Nadeelcompensatie. Om tot een eenduidige afhandelingswijze te komen is het toepassen van één behandelingsmethodiek noodzakelijk. Voorgesteld wordt om in te stemmen met het van toepassing verklaren van de Regelingen Planschade en Nadeelcompensatie van de provincie; Convenant, Financiën en Grondinbreng Bestuursconvenant 2005 Met de ondertekening van het Bestuursconvenant Binnen- en Buitenring Parkstad Limburg 2005/1.0 en het Realiseringsconvenant Buitenring Parkstad Limburg 2006 is de samenwerking tussen 6 Parkstadgemeenten, Parkstad Limburg en de Provincie Limburg gestart om tot de aanleg van de Binnenen een Buitenring te komen. Hoewel de Buitenring in samenwerking wordt gerealiseerd, betreft het een provinciale weg en is de Provincie Limburg derhalve het bevoegd gezag en verantwoordelijk voor de aanleg. De gemeenten dragen financieel bij (behalve Nuth, Onderbanken en Schinnen), brengen hun gronden en belangen in en zorgen -daar waar zij bevoegd gezag zijn- voor besluiten en vergunningen. De partijen betrokken bij het convenant hebben een resultaatverplichting op zich genomen die ertoe strekt in gezamenlijkheid te komen tot aanleg van onder meer de Buitenring. Partijen, dus ook Kerkrade, hebben zich daarbij overigens ook verbonden om bij zich aandienende (onvoorziene) situaties en/of omstandigheden op constructieve wijze met elkaar in overleg te treden en al het mogelijke te doen om nakoming van het convenant en daarmee de komst en realisatie van de Buitenring toch te kunnen bewerkstelligen.

10 Financiële bijdrage aan het project In het Bestuursconvenant 2005 zijn afspraken gemaakt over het beheersen van de financiën van het project. Belangrijk daarbij is dat budgetoverschrijdingen voorkomen dienen te worden. Mochten er toch budgetoverschrijdingen of onderschrijdingen optreden, dan worden die volgens het Bestuursconvenant naar rato van het aandeel van partijen in het budget verdeeld (met uitzondering van de middelen voor de aansluiting Nuth). Dat samen trap op, samen trap af principe heeft een ongewenst open einde. Er heeft daarom nader overleg plaats gevonden tussen de partijen om deze risico s terug te brengen teneinde daarover nadere, sluitende, financiële afspraken te maken. Deze zijn onderstaand beschreven en zijn verwoord in de Financieringsovereenkomst. (Zie bijlage Financieringsovereenkomst) In de financiering van de Buitenring wordt door Parkstad Limburg en de Parkstadgemeenten bijgedragen overeenkomstig het Bestuursconvenant 2005, dat uitgaat van een 2x2 autoweg volgens een destijds aangenomen voorkeurstracé, met een maximumsnelheid van 100 km/u, voor een taakstellend budget van 135 miljoen. Gemeenten en Parkstad nemen hiervan 67,5 miljoen voor hun rekening. De bijdragen van de gemeenten Brunssum, Heerlen, Kerkrade en Landgraaf zijn geregeld in het Realiseringsconvenant De gemeente Kerkrade draagt ,- bij. Hiervan is opgenomen in de gemeentelijke begroting en dient ,- gefinancierd te worden uit inbreng van gemeentelijke gronden (zie onder grondinbreng ) In 2009 hebben betrokken gemeenten, Parkstad en Provincie in het RBO, mede op basis van zienswijzen en wensen van gemeenten, het Bestuurlijk Voorkeurstracé 2009 bepaald. Vervolgens heeft er nog een verdere optimalisatie plaatsgevonden op verzoek van omwonenden, Provincie en de betrokken gemeenten. Hierdoor is de raming in 2009 opgehoogd naar 240 miljoen. Volgens het Bestuursconvenant 2005 dienen partijen bij budgetoverschrijding met elkaar in overleg te treden. Dit is in 2009 via diverse overleggen in RBO-verband gebeurd. Dat heeft uiteindelijk geleid tot de overeenkomst tussen Provincie en Parkstad Limburg van 15 juli 2009, die daarna door het Dagelijks Bestuur van Parkstad en het Regionaal Bestuurlijk Overleg is bevestigd. In de overeenkomst zijn aanvullende afspraken gemaakt tussen Provincie en Parkstad Limburg over de verdeling van de meerkosten. Kerkrade heeft steeds aangegeven deze overeenkomst niet te erkennen en Landgraaf heeft de voorwaarde van evenredigheid tussen de gemeenten in bijdragen en condities gesteld. Na 2009 hebben er nog meerdere verhogingen van de investeringskosten plaatsgevonden. Ter dekking van die meerkosten heeft de regio (waaronder Kerkade) een inspanningsverplichting van 7,7 miljoen. Een overzicht van alle (meer)kosten en de dekking daarvan, is als bijlage Financiële kosten en dekking bijgevoegd. Daarin geeft de groene kolom de definitieve afspraken over de verplichtingen van de regio weer. Deze sluiten op 100,2 miljoen. Het totale projectbudget bedraagt nu 441,06. De belangrijkste oorzaken voor de verhogingen ten opzichte van het oorspronkelijke projectbudget van 135 miljoen uit het Bestuursconvenant 2005 tot de huidige 441,06 miljoen zijn: Optimalisaties wegontwerp en aansluitingen Aangepaste kostenramingen en indexeringen Aansluiting Nuth en verdiepte ligging Vaesrade toegevoegd aan project Buitenring Extra kosten door vernietiging PIP Raad van State, waaronder stifstof- en natuurmaatregelen De extra inbreng van Parkstad Limburg en betrokken gemeenten ten opzichte van de inbreng, zoals neergelegd in het Bestuursconvenant 2005, is verwoord in de financieringsovereenkomst en is als volgt:

11 - Resultaatsverplichting van 10 miljoen: Deze wordt gedekt door het overschot van de Binnenring ( 2 miljoen), het doorvoeren van versoberingen die leiden tot kostenreducties ( 2 miljoen), EFRO/Interregsubsidie voor de aansluiting bij Avantis ( 3,4 miljoen) en BDU-gelden ( 3 miljoen). Daarmee is voor de resultaatsverplichting geen extra geldelijke bijdrage van de gemeenten vereist. - Inspanningsverplichting van 15 miljoen voor de regio, als volgt samengesteld: 7,5 miljoen door de regio o.b.v. de overeenkomst d.d. 15 juli miljoen door gebiedsontwikkeling van provincie en regio gezamenlijk (derhalve 7,5 miljoen per partij). Voor de inspanningsverplichting van 7,5 miljoen en de gezamenlijke gebiedsontwikkeling met de Provincie van 15 miljoen is een plan van aanpak opgesteld. Hieraan wordt in overleg met de Provincie uitvoering gegeven. Indien deze inspanningsverplichting van de regio onverhoopt niet mocht slagen, treden provincie en regio in overleg (zonder dat dit zal leiden tot een vraag voor aanvullend contant geld). Indien er geen of onvoldoende onderuitputting is op het projectbudget, wordt, onder voorbehoud van goedkeuring door PS, de resterende inspanningsverplichting van de regio overgenomen door de provincie, op voorwaarde dat er geen verwijtbaar gedrag van de regio is. - Bijdrage regio aan meerkosten Inpassingsplan 2012 van maximaal 7,7 miljoen In de kosten van de stikstofmaatregelen en de kwaliteitsimpuls natuur heeft de regio in het RBO een bijdrage toegezegd door werk met werk te maken; Provincie en regio zullen zich hiervoor gezamenlijk inspannen (zonder contant geld). In totaal is de bijdrage van de regio en gemeenten in het projectbudget BPL derhalve definitief begrensd op maximaal 100,2 miljoen. De kosten en de dekking van de kosten is door Deloitte getoetst en akkoord bevonden. Onderliggend wegennet Provincie en regio zullen nadere afspraken maken over de aanpak van het onderliggend wegennet en de te nemen maatregelen tijdens en na de realisatie van de BPL. Deze afspraken gelden voor alle convenantgemeenten. Buiten de scope van het project BPL heeft het college van GS een inspanningsverplichting op zich genomen om een bedrag van maximaal 4,265 miljoen excl. BTW bij te dragen aan de door de regio beschreven drie zwaarste knelpunten. Aan de gemeente Kerkrade is uit dit budget toegekend. De overige knelpunten (plm. 120 voor de hele regio) worden nu niet opgepakt. De provincie heeft besloten eerst de BPL uit te voeren, en daarna te bezien welke knelpunten optreden en of en hoe hier iets aan gedaan kan resp. moet worden. Kortom, hierover wordt nu geen definitieve toezegging gedaan door de provincie. Dit geldt voor alle gemeenten. Dit zal volgens de prognose van de uitgevoerde verkeersstudie er toe leiden dat er na openstelling van de BPL knelpunten kunnen ontstaan die niet (geheel) door de provincie worden opgepakt en derhalve (deels) voor rekening van de betreffende gemeente komen. Andere mogelijkheden zijn financiering door middel van cofinanciering door de regio, dan wel onderuitputting van het budget BPL.

12 Grondinbreng Uw gemeenteraad dient een besluit te nemen over de in het Bestuursconvenant 2005 afgesproken inbreng van de tracégronden voor de Buitenring, omdat met de toepassing van marktconforme prijzen wordt afgeweken van hetgeen in het Bestuursconvenant 2005 is vastgelegd met betrekking tot de financiële vergoeding voor gemeentelijke gronden. Dit geldt, zowel voor de aanleg van de weg als voor de gronden voor de natuurcompensatie. Het Bestuursconvenant 2005 is destijds goedgekeurd door uw gemeenteraad. Eén van de uitgangspunten c.q. voorwaarden is dat alle gemeenten met de aangepaste afspraken over de gronden instemmen, vanuit het principe gelijke monniken, gelijke kappen. Er gelden voor alle gemeenten gelijke aanbiedingen c.q. prijzen. De afspraken, die zijn verwerkt in de financieringsovereenkomst, zijn door de overige convenantpartners al ondertekend. Hierdoor heeft de provincie de regionale resultaatsverplichting destijds verlaagd van 15 naar 10 miljoen (zie onder financiële bijdrage ). In artikel 6 lid 4 van het Bestuursconvenant 2005 is vastgelegd dat gronden aan elkaar worden overgedragen tegen prijzen zoals opgenomen in de budgetraming Grontmij 2002 (citaat: Gronden in eigendom van gemeenten en de Provincie, die voor de realisatie van de Binnen- en Buitenring Parkstad Limburg nodig zijn (zoals o.a. voor natuurcompensatie of kabels en leidingen), worden aan elkaar overgedragen en beschikbaar gesteld tegen de prijzen zoals vermeld in de Budgetraming ten behoeve van buitenring Parkstad Limburg van de Grontmij d.d. 17 april 2002). Het blijkt echter dat de prijzen uit het Bestuursconvenant nu te hoog zijn en niet overeenkomen met huidige marktwaardes van gronden. Dat betekent dat de afspraak uit het Bestuursconvenant tot niet marktconforme en dus te hoge vergoedingen en kosten zou leiden. Dat geeft een behoorlijke druk op het budget voor de Buitenring en een onevenwichtige situatie, in vergelijking met de gronden, waarvoor de huidige marktwaarden worden gehanteerd. De provincie heeft de prijzen naar marktconforme bedragen bijgesteld, dit in afwijking van de bestuursconvenant. De nieuwe voorwaarden zijn verwerkt in de voorliggende financieringsovereenkomst. Tracégronden De raming van Grontmij 2002 sloot voor Kerkrade destijds op De Provincie heeft voor de benodigde gronden inmiddels een concrete aanbieding per gemeente gedaan, gebaseerd op de actuele economische waarde van de gronden. Bij de vergelijking van de waarden uit 2002 en nu dienen de factoren percelen, hoeveelheden en prijzen betrokken te worden, daar die alle anders zijn voor de vergeleken situaties. Als gevolg van het gewijzigde PIP 2012 zijn de grondwaarden in 2012 ook nog marginaal aangepast. De waardevergoeding op basis van de huidige bieding is dan als volgt: Bedragen Kerkrade Huidige bieding van provincie voor tracégronden: Natuurcompensatiegronden Tevens heeft de Provincie de gemeenten aanbiedingen gedaan voor de vergoeding van de waardedaling bij het in gebruik nemen van gronden voor natuurcompensatie en het vergoeden van gronden die worden aangekocht van gemeenten voor stikstofcompensatie. Gemeenten behouden het eigendom en de inrichting en het beheer/onderhoud van de natuurgronden wordt acht jaar na inrichting door de Provincie uitgevoerd. Voor de onderhoudsperiode n a deze acht jaar zal de Provincie een onderhoudsbijdrage leveren zodat Kerkrade het beheer kostenneutraal kan uitvoeren. In de bestuursconvenant is uitgegaan van verkoop van de gronden tegen de prijzen van de budgetraming Grontmij. Nu is het voorstel deze gronden ter beschikking te stellen en tegen een vergoeding van de waardevermindering door een andere bestemming. Indien aan de orde, worden de kosten van pachtvrij maken hierop in mindering gebracht.

13 Opbrengst gronden natuurcompensatie: Huidige bieding van provincie voor ingebruikname tracégronden (incl. pachtvrij maken): Als percelen K4 en K6 (percelen Habets die in de juridische procedure zijn verwikkeld) alsnog op basis van vrije waarde kunnen worden ingebracht, zijnde niet regulier verpacht, zal de provincie een nabetaling doen van ca ,- In februari 2014 heeft de raad ingestemd met het verlenen van medewerking ten behoeve van de no regretmaatregel nabij Avantis. Door de verkoop van een aantal percelen, is een grondopbrengst vastgesteld van , waar na aftrek van procedurekosten ca overblijft. De totale grondopbrengsten voor de gemeente zijn derhalve: Tracégronden Natuurgronden (excl. Eventuele nabetaling percelen Habets t.h.v. plm ) Wegvak (te weten grondopbrengst procedurekosten) Totaal Dit is voldoende om de raming uit de gemeentebegroting, te weten in te vullen. Dit bedrag maakt onderdeel uit van de gemeentelijke bijdrage aan de BPL (zie boven). Het voorstel luidt om de meeropbrengsten ter hoogte van te labelen voor de (voorbereidings)werkzaamheden die de gemeente nog zal moeten doen in dit project. Resumerend kan met betrekking tot de items convenant, financiën en grondinbreng het volgende worden gesteld: - Bestuursconvenant 2005 betreft een resultaatsverplichting m.b.t. de in de convenant genoemde zaken; - De grondopbrengsten zijn lager dan conform de voorwaarden in het convenant, maar wel veel realistischer. De in de gemeentebegroting geraamde grondopbrengsten worden behaald; - De extra regionale bijdrage vloeit voor uit het bestuursconvenant en is relatief beperkt, afgezet tegen de meerkosten die de provincie alsmede het rijk voor hun rekening nemen. De regionale bijdrage is deels al gedekt uit regionale middelen en deels ligt het eindrisico bij de provincie; - De andere convenantpartners zijn al akkoord met de voorwaarden en overeenkomsten; - Tijdige grondinbreng tegen de aangepaste voorwaarden maakt onderdeel uit van en is daarmee een voorwaarde voor het totaalpakket. Tevens waren de nieuwe voorwaarden uitgangspunt voor de verlaging van de regionale bijdrage. - Als Kerkrade vasthoudt aan convenantuitgangspunten m.b.t. de grondinbreng, zou de provincie ook kunnen vasthouden aan het convenantprincipe samen trap op, samen trap af. - Indien de gronden niet tijdig beschikbaar zijn voor de aannemer, treedt er vertraging met bijbehorende kosten op. De gemeente kan dan door de convenantpartners worden aangesproken als veroorzaker van deze vertraging. Het voorstel luidt om in te stemmen met de nieuwe voorwaarden m.b.t. de grondinbreng met de Financieringsovereenkomst.

14 Uitvoeringsovereenkomst In de Uitvoeringsovereenkomst zijn (proces)afspraken opgenomen over allerlei aspecten m.b.t. de uitvoering van de Buitenring. De bevoegdheid tot ondertekening van deze overeenkomst ligt bij het college van B&W. De afspraken behelzen de taken en verantwoordelijkheden tijdens de uitvoering tussen provincie en gemeenten en de rol van de marktpartij (MNO Vervat) daarbij. Ook worden afspraken vastgelegd over de situatie na de aanleg van de BPL. Onderwerpen waarover in de Uitvoeringsovereenkomst afspraken worden gemaakt zijn: - het ontwerpproces en de oplevering - vergunningen en bevoegd gezag - te verrichten onderzoeken - gemeenschappelijke welstandscommissie - het verleggen van kabels en leidingen - het aanpassen van gemeentelijke rioleringen - verkeerscirculatie - planschade en nadeelcompensatie (deze zal worden toegepast conform de regeling planschade en nadeelcompensatie van de provincie Limburg) - het ruimen van explosieven - waardevolle beeldbepalende objecten - beheerregeling - communicatie - onderliggend wegennet - bewegwijzering. Over het aspect welstand heeft vooraf afstemmingsoverleg plaats gevonden met de gemeentelijke welstandcommissies. Deze uitvoeringsovereenkomst biedt tevens extra ondersteuning voor het in uitvoering zijnde wegvak tussen de Hamstraat en Avantis.