Geachte leden van de raad,

Transcriptie

1 Samenleving Advies bezoekadres: Stationsplein BV Delft IBAN NL21 BNGH t.n.v. gemeente Delft Retouradres : Postbus 78, 2600 ME Delft Gemeenteraad Behandeld door MLGJ Robben Telefoon mrobben@delft.nl Internet Telefoon Onderwerp Jaarverslag Financiële Winkel 2017 Uw brief van Uw kenmerk Bijlage Geachte leden van de raad, Op 1 januari 2015 is de beleidsnota Schuldhulpverlening en budgetbeheer ingegaan, Jaarlijks informeren wij u over de behaalde resultaten. Om te beginnen bespreken wij deze resultaten, samen met de landelijke ontwikkelingen. Daarna gaan wij in op het gebruikte instrumentarium, gevolgd door een overzicht van de samenwerking met ketenpartners en een kijkje in de toekomst. Resultaten en landelijke ontwikkelingen Uit landelijke cijfers 1 blijkt dat het aantal aanmeldingen voor een schuldbemiddelingstraject in 2017 ten opzichte van 2016 licht is gestegen, van naar De gemiddelde totale schuld is eveneens licht gestegen van , - naar , -, het aantal schuldeisers per schuldenaar gedaald van 15 naar 13. In Delft is het aantal aanmeldgesprekken voor een schuldbemiddelingstraject gedaald van 591 in 2016 naar 483 in De oorzaak van deze daling in Delft, in tegenstelling tot de landelijke ontwikkeling, is onbekend. In 2017 is door de Nationale Ombudsman een onderzoek gedaan naar de toegankelijkheid van schuldhulpverlening. Delft is één van de onderzochte gemeenten 2. Op basis van de aanbevelingen in het rapport hebben we verschillende acties ondernomen. Een aantal daarvan is al geïmplementeerd, een aantal onderzoeken we verder. De acties zijn uitgebreid omschreven in de brief die op 11 april 2018 aan de Gemeenteraad is verstuurd 3. In Delft is het gemiddeld aantal schuldeisers gelijk gebleven op 16, en daarmee boven het landelijk gemiddelde. De gemiddelde schuld is in Delft, 1 Jaarverslag 2017 Vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren (NVVK) 2 Een open deur, een onderzoek naar de toegang tot de gemeentelijke schuldhulpverlening; Nationale Ombudsman, 19 januari Uitwerkingen aanbevelingen van de ombudsman inzake de toegang tot gemeentelijke schuldhulpverlening, 11 april 2018, kenmerk

2 in tegenstelling tot de landelijke trend, gedaald van , - naar , -. Tabel 1: Algemene cijfers Financiële Winkel van Delft Omschrijving Unieke aanmeldingen FWvD Kenmerken schuldenaar - Alleenstaand 56% 50% 54% - Alleenstaand 21% 25% 26% ouder - Paar met kinderen 19% (schatting) 19% 15% - Paar zonder kinderen 5% (schatting) 6% 5% Gemiddeld aantal schuldeisers Gemiddelde schuld , , , - Uit de algemene cijfers blijkt dat het aantal aanmeldingen wederom is gedaald, in tegenstelling tot de landelijke trend. Hier is geen duidelijke reden voor te geven. In 2018 zorgen we voor een nog laagdrempeligere toegang tot schuldhulpverlening. Waar eerst alleen digitaal een afspraak gemaakt kon worden, is het nu mogelijk om telefonisch of aan de balie een afspraak te maken voor een eerste gesprek bij de Financiële Winkel. Daarnaast communiceren we vaker en via meer kanalen (website, gemeentepagina, nieuwsbrief en social media) over het hebben van schulden en de hulp die we daarbij bieden. In 2017 zijn 427 trajecten beëindigd (een klant kan hierbij meerdere trajecten in een jaar doorlopen). Er bestaan diverse trajecten, van een informatie- en adviesgesprek tot een complete schuldbemiddeling. Het succesvol beëindigen van een traject kan ook betekenen dat een fase is afgerond en iemand aan de volgende fase van een traject gaat beginnen (intake is afgerond, iemand start met stabilisatie). In de volgende drie tabellen noemen we aantallen en uitstroomredenen. Tabel 2: succesvol beëindigde trajecten Uitstroom Traject Aantal uitstroom succesvol Geslaagd schuldbemiddelingstraject (3 jaar) 46 Geslaagde sanering (eenmalige afkoop) 17 Geslaagde schuldregeling GKB 1 Klant en schuld bemiddelbaar 1 Kort begeleidingstraject 16 Op verzoek van cliënt 2 Toegelaten tot de WSNP 23 Verwezen overig 62 Geheel - Totaal 168 (39%) Uit tabel 2 kan worden afgeleid dat ongeveer 40% van de gestarte trajecten succesvol wordt beëindigd. Een traject kan zijn het opstarten van schuldbemiddeling, maar ook de voorbereiding daarop of de doorverwijzing naar andere vormen van ondersteuning zoals een vrijwilligersorganisatie of budgetbeheerder. 2/11

3 We zijn bezig de definities van de verschillende trajecten en uitstroomredenen zo universeel mogelijk te maken. Op dit moment gebruiken de consulenten verschillende uitstroomredenen op verschillende manieren. In het jaarverslag van 2018 zijn de definities operationeel. In het nu voorliggend dit jaarverslag geven de tabellen al wel een goed beeld van de resultaten. Tabel 3: niet succesvol beëindigde trajecten Uitstroom Traject Aantal uitstroom niet succesvol Bemiddeling mislukt 1 Klant en schuld niet bemiddelbaar 5 Klant niet bemiddelbaar 58 Niet toegelaten tot de WSNP 3 Op verzoek van cliënt 2 Schuld niet bemiddelbaar 2 Verhuizing naar een ander gemeente 1 Verwezen overig 14 Geheel - Totaal 86 (20%) 20% van de trajecten wordt niet succesvol beëindigd. Een traject is dan wel van begin tot eind uitgevoerd (bijvoorbeeld een aanmelding voor een Wsnp traject) maar heeft niet tot het vooraf gedefinieerde gewenste resultaat geleid. Bij de beëindiging kijken we naar de mogelijkheid van een vervolgtraject, of bijvoorbeeld een doorverwijzing naar andere hulpverlening. Uit de cijfers wordt duidelijk dat het niet bemiddelbaar (klaar voor schuldbemiddeling) zijn van de klant de belangrijkste reden is voor het niet succesvol beëindigen van een traject. Niet bemiddelbare schulden waren de afgelopen jaren een groot probleem. Dit zijn vorderingen die niet kwijtgescholden kunnen worden (o.a. schadevergoedingen en een deel van de fraudevorderingen en boetes). Daardoor kan geen schuldregeling worden opgestart. Steeds meer organisaties werken inmiddels mee aan de totstandkoming van een schuldregeling, zoals bijvoorbeeld het CJIB. Fraudevorderingen mogen niet meegenomen worden in de regeling, maar wel bijvoorbeeld worden bevroren tot de schuldregeling is afgesloten. In Delft is mede hierdoor het aantal niet bemiddelbare schulden gedaald met 53%, van 16 in 2016 naar 5 in Naast niet bemiddelbare schulden kan er ook sprake zijn van niet bemiddelbare klanten. Het gaat dan om mensen die vanwege omstandigheden of psychische/sociale beperkingen niet in staat zijn zich aan de voorwaarden van een schuldregeling te houden. Landelijk gezien zijn er geen cijfers bekend, in Delft is een daling te zien met 9 klanten (7,7%). Dit betreft dus mensen die niet voor schuldbemiddeling in aanmerking komen. De gemeente ondersteunt deze burgers zoveel mogelijk op andere manieren, door bijvoorbeeld budgetbeheer aan te bieden. 3/11

4 Tabel 4: voortijdig afgebroken trajecten Uitstroom Traject Aantal uitstroom voortijdig afgebroken Klant en schuld niet bemiddelbaar 3 Klant niet bemiddelbaar 50 Kort begeleidingstraject 6 Niet toegelaten tot de WSNP 3 Nieuwe schulden 2 Onvoldoende medewerking 1 beschermingsbewindvoerder Op verzoek van cliënt 16 Overlijden 4 Schuld niet bemiddelbaar 3 Verhuizing naar een ander gemeente 2 Verwezen overig 83 Geheel - Totaal 173 (41%) Ongeveer 40% van het totaal aantal trajecten in 2017 is voortijdig beëindigd. Dit betekent dat een traject gestart is, maar ergens gedurende de looptijd is afgesloten. Hiervoor is een aantal redenen genoemd. Ongeveer 30% van de cliënten is niet bemiddelbaar. Dit houdt in dat iemand nog niet zover is dat een schuldbemiddelingstraject tot een goed eind gebracht kan worden. In deze situaties zetten we zoveel mogelijk andere hulpverlening en budgetbeheer in. Dit om te voorkomen dat schulden oplopen en problematiek verergert. Zodra iemand stabiel is kan dan alsnog een schuldbemiddelingstraject in gang gezet worden. Prestatie-indicatoren In de beleidsnota is een drietal prestatie-indicatoren opgenomen. Per indicator laten we de resultaten in 2017 zien, met daarbij een terugblik tot Niet alle vastgestelde doelstellingen zijn behaald, wel zijn er stijgende lijnen te zien. Het algemene beeld is dat Delft, in vergelijking met de landelijke cijfers, goede resultaten heeft behaald. De nu volgende grafieken geven, in tegenstelling tot de hierboven genoemde resultaten, een overzicht van het resultaat per eerder gedefinieerde indicator. Het gaat dan inwoners die een bepaalde fase in het proces succesvol afronden. Resultaat 1: Vergroten financiële redzaamheid van inwoners. Doel/indicator: 89% van de trajecten bij de Financiële Winkel van Delft is na de adviesfase succesvol beëindigd (inwoner is door naar de volgende fase, succesvol doorverwezen naar een sociaal partner of afdoende geholpen met het advies). In de adviesfase komt de inwoner voor het eerste contact bij de Financiële Winkel. In een informatie- en adviesgesprek krijgt de schuldhulpverlener een indruk van de situatie. Op basis van de situatie zijn er verschillende mogelijkheden, afhankelijk van de aard van de schulden en de persoonlijke omstandigheden van de inwoner. Een inwoner kan verwezen worden naar een ketenpartner als hij of zij bijvoorbeeld de administratie nog niet op orde heeft, of wanneer er in de persoonlijke levenssfeer zaken spelen die ervoor zorgen dat iemand nog niet in staat is om een traject richting schuldbemiddeling in te gaan. Er vindt dan zoveel mogelijk een warme overdracht plaats naar bijvoorbeeld een 4/11

5 vrijwilligersorganisatie, maatschappelijk werk of verslavingszorg. Dit resultaat wordt gezien als geslaagd, de inwoner is geholpen bij de stap naar een eerste vorm van hulp. Een aantal inwoners is na dit gesprek zelfstandig in staat de financiële problemen op te lossen. Ook dit resultaat zien we als geslaagd. In een aantal gevallen kan de inwoner instromen in een traject richting schuldbemiddeling, waarbij de eerste fase de stabilisatiefase is. Bij grafiek 2 omschrijven wij deze fase uitgebreider. Grafiek 1: percentage succesvol afgesloten trajecten na adviesfase 94% 92% 90% 88% 86% 84% 82% 80% 78% 76% Succesvol afgeronde trajecten na adviesfase Het percentage succesvol afgeronde trajecten in de adviesfase is ten opzichte van voorgaande jaren gestegen naar 93%. Het gestelde doel uit de beleidsnota is daarmee behaald. Resultaat 2: Hanteerbaar maken van schuldensituaties. Doel/indicator: 80% van de trajecten bij de Financiële Winkel van Delft in de stabilisatiefase wordt succesvol afgerond (het aantal succesvol afgesloten intakes; de financiële situatie van de inwoner is gestabiliseerd en de schuldbemiddeling kan worden opgestart). De stabilisatiefase is het startpunt van schuldhulpbemiddeling. De hulpverlener zorgt ervoor dat er in het schuldenpakket van een belanghebbende een (tijdelijk) stabiele schuldensituatie ontstaat. Daarvoor brengt hij inkomen, vermogen en schulden in kaart, optimaliseert het inkomen (bijvoorbeeld door niet gebruikte toeslagen aan te (laten) vragen), voorkomt een toename van schulden en zorgt ervoor dat de vaste lasten worden betaald. Vanuit deze stabiele situatie kan vervolgens de schuldhulpbemiddeling verder worden opgestart. 5/11

6 Grafiek 2: percentage succesvol afgesloten trajecten na de stabilisatiefase 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Succesvol afgeronde trajecten na stabilisatie Doelstelling Na een forse stijging in 2016 is er in 2017 sprake van een lichte daling van het aantal succesvolle stabilisatietrajecten, van 95 naar 89%. Dit wil zeggen dat 89% van de inwoners die starten met de stabilisatiefase ook daadwerkelijk starten met een schuldbemiddelingstraject. Het gestelde doel uit de beleidsnota is ruimschoots gehaald. Resultaat 3: Inwoners werken aan een schuldenvrije toekomst. Doel/indicator: 65% van de opgestarte bemiddelingen die leiden tot een schuldregeling slaagt (er is overeenkomst bereikt met de schuldeisers, er is een saneringskrediet afgesloten of iemand is toegeleid naar de wettelijke schuldsanering (WSNP)). Grafiek 3: percentage geslaagde schuldregelingen 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Geslaagde schuldregelingen Doelstelling Na de stabilisatiefase zijn alle inkomsten en schulden van de inwoner in beeld. Op basis van deze gegevens doet de schuldhulpverlener een voorstel voor een aflossingspercentage aan de schuldeisers. Dit aflossingspercentage is het bedrag dat een schuldeiser in de drie jaar dat de regeling loopt krijgt. Wanneer alle schuldeisers akkoord zijn met het voorstel gaat de regeling daadwerkelijk in. Het aantal geslaagde bemiddelingen naar een schuldregeling is gestegen, van 50 in 2016 naar ruim 60% in In de beleidsnota is het doel gesteld op 65%. 6/11

7 In het jaarverslag van de NVVK van wordt dit gegeven niet meer genoemd waardoor een vergelijking met landelijke cijfers niet mogelijk is. In 2016 was het landelijk percentage 41. Waar de stijging door wordt veroorzaakt valt niet met zekerheid te zeggen. Een van de factoren kan zijn dat schuldeisers meer en sneller meewerken aan het tot stand komen van een regeling. Series als Schuldig 5 en Vergeef me mijn schulden 6 bereikten een groot publiek, waardoor meer begrip ontstaat voor mensen met schulden. Daarnaast zijn er in de afgelopen jaren meerdere studies gepubliceerd waaruit blijkt dat mensen met schulden op een andere manier denken en beslissingen nemen. Dit besef wordt langzaam ook bij de schuldeisers duidelijk. De vraag is of alle door Delft gestelde doelen realistisch en actueel zijn. Bij de voorbereidingen voor de nota Schuldhulpverlening onderzoeken we of onze doelen moeten worden bijgesteld, zowel qua onderwerp als qua resultaten. Instrumentarium Budgetbeheer Budgetbeheer houdt in dat de financiën van een inwoner tijdelijk worden beheerd door een professionele budgetbeheerder. Budgetbeheer loopt totdat betrokkene in staat is zijn financiën (weer) zelfstandig te beheren. Hiermee kan de financiële situatie worden gestabiliseerd en wordt voorkomen dat iemand (meer) schulden maakt. Voor mensen met een laag inkomen en noodzaak voor budgetbeheer vergoedt de gemeente de kosten vanuit de bijzondere bijstand. In de beleidsnota is opgenomen dat wanneer na 18 maanden verlenging van bijzondere bijstand voor budgetbeheer noodzakelijk blijkt een eigen bijdrage geheven zou gaan worden. Van het invoeren van deze eigen bijdrage is om diverse redenen afgezien 7 Voor inwoners met financiële problemen die niet in een schuldbemiddelingstraject zitten was de duur van de bijzondere bijstand vastgesteld op 18 maanden met de mogelijkheid tot verlengen van maximaal 18 maanden. Gedurende 2017 is dit beleid aangepast. Uit de praktijk bleek dat een groot deel van de inwoners die budgetbeheer ontving slecht in staat was om zelfstandig hun financiën te beheren. Om te voorkomen dat inwoners opnieuw in de schulden zouden raken, of de bestaande schulden hoger zouden worden, werden deze inwoners aangemeld voor bewindvoering. De kosten voor deze voorziening zijn daardoor significant gestegen. In het nieuwe beleid mogen mensen gebruik maken van budgetbeheer zolang zij dit nodig hebben. Het kan zijn dat iemand levenslang begeleiding van de budgetbeheerder nodig heeft. Als inwoners hierdoor zonder financiële problemen hun leven kunnen leiden is dit een goede oplossing Jaarverslag schuldhulpverlening /11

8 Het budgetbeheer is per 1 januari 2016 aanbesteed. Met drie partijen, te weten Schwarz Sociaal Budgetbeheer, Stichting Budgethulp en Westerbeek is een overeenkomst gesloten. Hiervan zijn nog twee partijen actief, Westerbeek bleek niet aan de gestelde kwaliteitseisen te kunnen voldoen. Voor budgetbeheer voor de doelgroep met zware en meervoudige psychiatrische problematiek is een contract gesloten met Fivoor (voorheen Palier). Met het aangaan van deze contracten voert de gemeente meer regie op de kwaliteit van dienstverlening. Met deze partijen zijn naast afspraken over budgetbeheer ook afspraken gemaakt over het leiden van hun klanten naar financiële zelfredzaamheid. In 2018 zijn we een nieuwe aanbesteding gestart. Gezien de (verwachte) groei van het aantal klanten dat budgetbeheer nodig heeft willen we extra aanbieders contracteren. Budget-coaching In de beleidsnota staat beschreven dat gemeente Delft meer in gaat zetten op budgetcoaching. Budget-coaching zet in op gedragsverandering, zodat iemand leert zelfstandig de financiële administratie te beheren. De gecontracteerde partijen voor budgetbeheer bieden veel instrumenten aan voor hun klanten om hen te begeleiden naar financiële zelfredzaamheid, onder andere klassikale workshops en cursussen, e-learning, individuele gesprekken, oefenen met budgetteren, weekgeld en maandgeld. Naast het trainen en begeleiden op het gebied van de financiële administratie is het belangrijk in te zetten op coachen op houding en gedrag om structurele financiële zelfredzaamheid te bereiken. Ook hier blijkt dat lang niet alle klanten in staat zijn deze structurele zelfredzaamheid te bereiken. Bewindvoering Gedurende het schuldbemiddelingstraject en/of budgetbeheer kan blijken dat inwoners ook op termijn niet in staat zijn hun financiën te beheren. Om het ontstaan van financiële problemen te voorkomen kan beschermingsbewind worden aangevraagd. Deze aanvraag moet gemotiveerd ingediend worden bij de Rechtbank. Bij het toekennen van de bewindvoering wijst de Rechtbank een bewindvoerder aan. Afhankelijk van de hoogte van het inkomen en vermogen kan bijzondere bijstand voor deze kosten worden toegekend. Tabel 5: aantal huishoudens met bewindvoering of budgetbeheer Bewindvoering Budgetbeheer De kosten voor bewindvoering zijn de afgelopen jaren aanzienlijk gestegen. De beperking van de maximale toekenning van bijzondere bijstand voor budgetbeheer is hier een van de oorzaken van. In de periode zijn 186 personen van budgetbeheer naar bewindvoering gegaan. De stijging van de inzet van beschermingsbewind is een landelijke trend. In 2016 stonden mensen onder beschermingsbewind (bewind vanwege financiële redenen). In 2017 waren dat er Door de branchevereniging van bewindvoerders is het project Samen Verder gestart. Het doel van dit project is de samenwerking tussen bewindvoerders en gemeenten 8/11

9 verbeteren en te onderzoeken of er alternatief aanbod ontwikkeld kan worden voor beschermingsbewind. In 2017 besloten we om budgetbeheer weer voor een langere periode toe te kennen aan inwoners die deze ondersteuning nodig blijven hebben. In een aantal gevallen kan het basispakket van budgetbeheer volstaan om het ontstaan van schulden te voorkomen, in andere is meer ondersteuning nodig om ervoor te zorgen dat inwoners schuldenvrij blijven. Deze oplossing is niet alleen goedkoper ten opzichte van de inzet van bewindvoering, maar ook minder ingrijpend voor de inwoner. Bovendien houdt de gemeente dan meer zicht op de voortgang. Kosten In 2015 en 2016 was al te zien dat de uitgaven voor budgetbeheer daalden, maar de uitgaven voor bewindvoering stegen. Tabel 6: overzicht financiën budgetbeheer en bewindvoering Budgetbeheer , , , - Bewindvoering , , , - Totaal , , , - In 2017 zien we wederom dat de kosten voor bewindvoering zijn gestegen. Door meer in te gaan zetten op budgetbeheer hopen we dat de uitgaven voor bewindvoering in de komende jaren gaan dalen. Gezien het feit dat de rechtbank bewindvoering voor een periode van 5 jaar toekent duurt het enige tijd voordat het effect van de maatregel zichtbaar wordt. Samenwerking Ketenpartners In 2017 is de ingezette versterking van de samenwerking met ketenpartners gecontinueerd. Het beleidsoverleg Hulp bij financiële problemen is driemaal gepland. Binnen dit overleg zitten diverse partners en medewerkers van diverse teams binnen de gemeente bij elkaar om ontwikkelingen en knelpunten te bespreken en tot oplossingen te komen. Het landelijk overleg met bewindvoerders is voortgezet, en heeft geresulteerd in een convenant waarin afspraken over samenwerking tussen gemeenten en bewindvoerders zijn vastgelegd. De uitwerking van deze afspraken moet nog vorm krijgen. We kunnen onze taken niet uitvoeren zonder de vrijwilligersorganisaties die ondersteuning bieden bij inwoners met financiële problemen. Isofa, Humanitas en Delft voor Elkaar zijn een gezamenlijke aanpak aan het ontwikkelen voor ondersteuning bij de thuisadministratie. Zij zijn in 2017 gaan samenwerken onder de naam Financiën voor elkaar. Daarnaast ondersteunen vrijwilligers van Isofa en Humanitas bij de workshops Administratie ordenen van de Financiële Winkel. 9/11

10 Ontwikkelingen in 2017 Het werkveld schuldhulpverlening is sterk in beweging. Nieuwe inzichten over de gevolgen van armoede en schulden op het denkvermogen van inwoners brengen nieuwe vraagstukken met zich mee. Op deze vraagstukken proberen wij werkbare antwoorden te vinden. In 2017 is een aantal initiatieven gepland dan wel opgestart. Het gaat dan om: Het jongerenperspectieffonds Het Jongerenperspectieffonds: conform het fonds in Den Haag zijn we in Delft een pilot met 10 jongeren gestart. Naast het schulden(zorg)vrij maken krijgen de jongeren een intensief traject aangeboden om hun leven weer op de rit te krijgen. De inzet is een schuldenvrije toekomst en financieel zelfredzame jongeren. De eerste trajecten zijn gestart. We merken dat de jongeren blij zijn met de ondersteuning. Het schuldenzorgvrij zijn zorgt voor ruimte om te gaan werken of studeren. Vroegsignalering Pact tegen de Armoede: in 2017 was een van de thema s Vroegsignalering en Preventie. Binnen het Pact is een werkgroep opgericht, die begin oktober een werkatelier over dit onderwerp heeft georganiseerd. Bij deze bijeenkomst zijn de diverse partners uit het financieel ecosysteem uitgenodigd en gekomen. Het resultaat van deze bijeenkomst was dat alle deelnemers positief staan ten opzichte van het project vroegsignalering. Men wil hier graag aan meewerken en bijdragen. In 2018 werken we het projectplan uit en starten we met een pilot. Uit de bronheffing Inwoners met meer dan 6 maanden premieachterstand bij de ziektekostenverzekering worden gemeld als wanbetaler. Zij komen dan in de zogenoemde bronheffing. Dit betekent dat zij wel hun basisverzekering houden maar dat bovenop de te betalen premie een bestuursrechtelijk boete wordt opgelegd. Deze wordt geïnd door het Centraal Administratiekantoor (CAK). Tot op heden is het niet gelukt om een goede manier te vinden om mensen uit de bronheffing te krijgen. Wanneer er een betalingsregeling wordt afgesproken en de bronheffing wordt opgeheven maken deurwaarders (in geval van andere schulden) hier meteen gebruik van door beslag te leggen. De afgesproken betalingsregeling kan dan niet meer worden nagekomen. De beste manier om inwoners uit de bronheffing te krijgen is door een minnelijke regeling te treffen. Wanneer deze regeling er is, scheldt het CAK de restschuld volledig kwijt. Binnen de pilot van het Jongerenperspectieffonds maken we hier dankbaar gebruik van. Breed moratorium In het jaarverslag over 2016 werd gesproken over het breed moratorium, waarmee een rustperiode van 6 maanden kan worden gecreëerd. Dit is in 2017 in werking getreden. Helaas is de rechtbank erg streng in het beoordelen van deze aanvragen. Landelijk is er tot op heden in geen enkel geval een breed moratorium door de rechtbank toegekend. 10/11

11 Berekening beslagvrije voet Het berekenen van de beslagvrije voet wordt eenvoudiger gemaakt. Hiervoor is een nieuw wetvoorstel gemaakt, de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet. Deze wordt uiterlijk 1 januari 2019 van kracht. In deze wet wordt aangegeven welke inkomensbestanddelen niet meegenomen mogen worden bij de berekening van de aflossingscapaciteit. Verder wordt de berekening, zoals de naam van de wet aangeeft, vereenvoudigd. Op deze manier is zeker gesteld dat de klant voldoende inkomen overhoudt om van te leven. Onderzoek ombudsman In het najaar van 2017 heeft de ombudsman bij 10 gemeenten onderzoek gedaan naar de toegankelijkheid van schuldhulpverlening. Uit het onderzoeksrapport blijkt dat Delft het niet slecht doet. Wel is er aandacht nodig voor zelfstandigen, mensen met een eigen huis en moet de gemeente aandacht hebben voor het versturen van beschikkingen. Een uitgebreide reactie is, zoals eerder in dit jaarverslag gemeld, op 11 april 2018 aan de gemeenteraad verstuurd In 2018 kijken we naar de in deze uitwerking genoemde verbeterpunten en ondernemen we actie hierop. Nota schuldhulpverlening De huidige nota schuldhulpverlening loopt in 2018 af. We stellen een nieuwe nota op, waarin we de doelen voor de komende 4 jaar beschrijven. Deze nota bieden we in de loop van het vierde kwartaal van 2018 aan u aan. Mocht u naar aanleiding van dit jaarverslag nog vragen hebben, dan horen wij deze graag. Hoogachtend, het college van burgemeester en wethouders van Delft,, burgemeester, secretaris 11/11