Projectgroep Meierijgemeenten, maart 2012 Ontwerpnota Wet Werken Naar Vermogen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Projectgroep Meierijgemeenten, maart 2012 Ontwerpnota Wet Werken Naar Vermogen"

Transcriptie

1 1

2 Inhoudsopgave AANLEIDING Samenwerken naar Vermogen Pagina 3 DEEL 1 De nieuwe wet WNV Pagina 6 DEEL 2 Samen werken, samen doen Pagina 9 DEEL 3 De uitvoering van de Wwnv Pagina 13 DEEL 4 De doelgroep Pagina 18 DEEL 5 De werkgeversbenadering Pagina 22 DEEL 6 De 3 Transities Pagina 26 DEEL 7 Adviezen Pagina 29 BIJLAGE 1 Visiedocument Pagina 31 BIJLAGE 2 Raadsinformatiebrief Pagina 38 2

3 AANLEIDING In december 2011 heeft het portefeuillehouders overleg voor Maatschappelijke Zaken het visiedocument regionale aanpak Meierijgemeenten Wet werken naar vermogen (Wwnv) vastgesteld. (zie bijlage 1) In het vervolg hierop is een projectorganisatie ingericht van Werkgroep en Projectgroep Wwnv en is een (tijdelijk) kwartiermaker aangesteld. KERN van het visie document van december 2011 Huidige visie in kader van de Wet participatiebudget Participatie is van belang voor zowel de samenleving als voor de individuele burgers. Voor de samenleving wordt participatie belangrijker omdat in de toekomst door de toenemende vergrijzing het beroep op arbeidskrachten, maar ook op inzet bij maatschappelijke activiteiten, terecht komt bij een kleinere groep mensen. Dan mag verwacht worden dat ieder zijn steentje bijdraagt. Ook voor de individuele burgers is participatie belangrijk. Sociale contacten zijn wezenlijk en bevorderen welzijn en welbevinden, en daarmee ook de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van mensen. Landelijke ontwikkelingen Door de invoering van de Wet werken naar vermogen en de andere twee transities uit het bestuursakkoord (overgang dagbesteding en begeleiding van AWBZ naar de WMO en de verantwoordelijkheid van de jeugdzorg naar de gemeenten) en de bezuinigingen die hiermee vooral op het terrein van de Wet werken naar vermogen gepaard gaan, zullen we onze huidige visie moeten heroverwegen en in samenhang met de andere beleidsterreinen moeten bezien. We staan voor de uitdaging om scherpe keuzes te maken en ons beleid te concretiseren. De samenhang tussen de drie transities is van belang. Tegelijkertijd geldt voor de transitie Wet werken naar vermogen dat er maar weinig tijd is om grote veranderingen door te voeren. Keuze POHO voor bovenlokale visie in kader van de Wet werken naar vermogen 1) Scenario met focus op werk: We zetten vanuit het participatiebudget uitsluitend in op mensen met reëel perspectief op werk. Daarbij hoort de volgende visie: Iedereen werkt zo regulier mogelijk, de lat ligt voor iedereen anders maar wel zo hoog mogelijk Burgers, werkgevers en overheid maken het samen tot een succes. Onderwerpen regionale samenwerking Wij onderscheiden op verschillende niveaus thema s die voor Werken naar Vermogen verder worden uitgewerkt: Regionaal; Noordoost Noord-Brabant (Strategisch) Bovenlokaal; de Meierijgemeenten (Tactisch) Lokaal; iedere gemeente afzonderlijk (Operationeel) Een erg belangrijk onderwerp is de regionale werkgeversbenadering. Zonder werkgevers geen banen en zonder banen geen werk. Om die reden krijgt dit onderwerp in dit hoofdstuk extra aandacht: Gemeentelijke regie en regionale samenwerking Met de invoering van de Wet Werken naar Vermogen is er sprake van grootschalige veranderingen waarbij overheid, onderwijs en ondernemers betrokken moeten worden. Er zal een heroriëntatie op werkpleinen en de sociale werkvoorziening moeten plaatsvinden met daaraan gekoppeld de regionale samenwerkingsstructuur die hierbij op lokaal, boven lokaal en regionaal niveau hoort. Om de ontwikkelingen met betrekking tot de Wet Werken naar Vermogen te kunnen opvangen, ligt het voor de hand om regionaal samen te werken. Hierbij geldt het uitgangspunt dat afhankelijk van het onderwerp een passende schaal gekozen moet worden. Als uitgangspunt voor regionale samenwerking wordt de overlegstructuur arbeidsmarkt gehanteerd. 3

4 Context Gemeenten zijn zich volop aan het voorbereiden op de nieuwe Wet werken naar vermogen. De wet beoogt dat mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, zoveel als mogelijk, in een reguliere baan aan de slag gaan. Dat de invoering van de wet gepaard gaat met een forse afname van de budgetten met dat in het proces scherpe keuzes gemaakt moeten worden waarbij gelijktijdig ook een zorgvuldige aansluiting moet plaatsvinden naar de andere twee transities in de AWBZ/WMO en Jeugdzorg. Ter voorbereiding op een de gezamenlijke invoering van de wet hebben de Meierijgemeenten een projectorganisatie ingericht. De Meierijgemeenten hebben een Werkgroep, Projectgroep en Kwartiermaker aangesteld om te komen tot voorstel met betrekking tot de invoering van de Wwnv, de positionering van de SW en de verbinding met de andere 2 transities. Onder de Meierijgemeenten vallen de gemeenten; Boxtel, Haaren, Vught, Sint-Oedenrode, Sint Michielsgestel, Schijndel, en s Hertogenbosch. De gemeente Heusden behoort ook tot de regio maar participeert vooralsnog niet in deze samenwerking. Het kabinet heeft 30 arbeidsmarktregio s aangemerkt als model waar binnen het aanpakken van arbeidsmarktvraagstukken in de komende jaren vorm moet krijgen. Gemeenten zijn nu aan zet om invulling te geven aan de regionale werkgeversdienstverlening en moeten voor 1 mei 2012 aangeven hoe de regio-indeling er uit gaat zien en welke gemeenten hieraan gaan deelnemen. In de regio Noord-Oostbrabant zullen we met één gezamenlijke brief komen namens de 20 gemeenten. Hierbij zitten we op de lijn dat Heusden blijft aangesloten bij de arbeidsmarktregio Noord-Oostbrabant. Binnen het werkgebied van de Meierijgemeenten zijn een tweetal SW organisaties actief. WSD Boxtel werkt voor 11 gemeenten waarvan 6 uit de meierij en 5 uit de regio. Weener Groep is de SW organisatie voor de gemeente s Hertogenbosch. Daarnaast participeert de intergemeentelijke sociale dienst Optimisd in de samenwerking. Zij voeren voor 4 gemeenten, te weten Veghel, Bernheze, Schijndel en St Michielsgestel de WWB uit. Deze laatste 2 vallen onder de samenwerking van de Meierij. Aanpak Bijgaande ontwerpnota is de uitwerking van de eerste fase om te komen tot voorstellen en adviezen met betrekking tot de opdracht van het POHO aan de Projectgroep WNV. Het is een verkennend rapport geworden waarin adviezen zij opgenomen over doelgroepen, wijze van werkgeversbenadering, en de bereidheid om te gaan samenwerken. Deze samenwerking binnen de Meierij moet gezien worden als een groeiproces met een aantal processen stappen met als doel om op een efficiënte en effectieve wijze de wet werken naar vermogen te gaan uitvoeren. De Projectgroep Wwnv heeft in haar vergadering van 26 maart de ontwerpnota voor akkoord bevonden om deze vervolgens voor besluitvorming door te geleiden. Het POHO maatschappelijke zaken heeft in haar overleg van 28 maart 2012 ingestemd met de ontwerpnota. In de voorliggende nota zijn de op- en aanmerkingen uit projectgroep en POHO verwerkt. Op basis van het standpunt van het POHO zal de Projectgroep WNV een vervolg opdrachten krijgen voor de verdere uitwerking van de adviezen, een intentieovereenkomst tot samenwerking en een implementatie/veranderplan wat voor 1 juli 2012 gereed moet zijn 4

5 Leeswijzer In de aanleiding hebben we een samenvatting opgenomen uit het visiedocument regionale samenwerking aanpak Meierijgemeenten. In Deel 1 schetsen we de uitgangspunten van de nieuwe wet(ten) en de financiële consequenties daarvan. In Deel 2 worden de betrokken gemeenten en organisaties beschreven en schetsen we overwegingen met betrekking tot samenwerking. In Deel 3 worden de samenwerkingsvarianten geschetst. Vervolgens beschrijven we in Deel 4 de doelgroepen en in Deel 5 de werkgeversbenadering. In Deel 6 worden de contouren van de 3 transities beschreven en de samenhang in de uitgangspunten, en sluiten we in Deel 7 af met de gezamenlijke adviezen. Namens Projectgroep Meierijgemeenten Wwnv Gerjan Beniers 5

6 Deel 1 De nieuwe wet Inleiding Op 1 februari heeft de staatssecretaris van SZW het wetsvoorstel voor de Wet Werken Naar Vermogen bij de 2 e kamer ingediend. Deze wet, Werken naar Vermogen, zal op 1 januari 2013 van kracht worden. In de wet worden onderdelen uit de WWB, de Wajong en de WSW samengevoegd. Aanleiding voor de wetswijziging 1) De Rijksoverheid wil de uitgaven voor re-integratie terugdringen en gelijktijdig meer mensen aan het werk krijgen. Dit vanuit de wetenschap dat er op termijn meer mensen voor arbeid nodig zijn omdat we geconfronteerd worden met een afname van het potentieel van werkenden. (gevolg van de zogenaamde vergrijzing in combinatie met ontgroening) waardoor het potentieel van de beroepsbevolking afneemt. 2) De drie huidige wetten naast elkaar leiden tot ongewenste effecten en gedrag omdat de financiële uitgangsposities voor de deelnemers zeer verschillend uitwerken met als effect dat de uitstroom naar regulier werk niet of te weinig plaatsvindt. Tevens is er sprake van een forse overlap tussen de (nu nog) afzonderlijke doelgroepen. In de memorie van toelichting die is verstrekt bij het indienen van het wetsvoorstel, beschrijft de minister de te bereiken kerndoelen als volgt: 1. dat mensen worden beoordeeld op hun mogelijkheden, niet hun beperkingen; 2. er alleen ondersteuning is voor wie het nodig heeft; 3. een transparant en activerend nieuw stelsel mensen uit de uitkering houdt. Na invoering van de nieuwe wet per 1 januari 2013 blijven er drie regelingen van kracht; Wwnv; een regeling voor mensen met arbeidsvermogen. In deze wet worden de instrumenten loondispensatie en no-risk polis opgenomen. Onder deze wet vallen cliënten vanuit de WWB, de nieuwe Wajong en de nieuwe WSW. De Wajong blijft van toepassing voor jonggehandicapten met een volledige of duurzame arbeidsongeschiktheid. Wel vindt een tweedeling plaats tussen oude en nieuwe gevallen. Vanaf 2013 wordt de WSW indicatie beperkt tot mensen die zijn aangewezen op beschut werk. Hiermee wordt het aantal plaatsen in de WSW op de langere termijn afgebouwd naar in 2050 (nu nog ongeveer plaatsen). Een korte toelichting op de wetten De nieuwe wet WNV beoogt een andere, meer moderne benadering van mensen met een arbeidsbeperking. In de memorie van toelichting bij het recent ingediende wetsvoorstel staan de volgende zinsneden die de kern van de nieuwe wet helder weergeven: 6

7 Met de Wet werken naar vermogen (Wwnv) wil de regering de solidariteit, het draagvlak en de betaalbaarheid van de sociale zekerheid voor de toekomst veiligstellen. Daarbij kiest de regering voor maatregelen om mensen die nu nog niet werken maar dat wel kunnen te prikkelen om te gaan werken, gemeenten ruimte te geven hen daarbij te ondersteunen en werkgevers te stimuleren mensen in dienst te nemen. De inspanning van alle betrokken partijen - mensen zelf, overheid, uitvoering, werkgevers - is daarbij nodig. Mentaliteitsomslag Dit vereist een fundamentele omslag in denken over en omgaan met mensen met een arbeidsbeperking. Dat ziet de regering als de werkelijk grote uitdaging. Het moet vanzelfsprekend worden dat ook mensen met een arbeidsbeperking je collega kunnen zijn. Voor vooroordelen is geen plaats meer. We moeten bij uitstek oog hebben voor wat mensen wel kunnen. Mensen met een arbeidsbeperking kunnen meer dan soms wordt gedacht. Dat verdient erkenning. Niet door hun zwakte te bevestigen, maar door hen op hun mogelijkheden en verantwoordelijkheden aan te spreken. Dit wetsvoorstel neemt dat als uitgangspunt. De nieuwe wet Wajong wordt gekenmerkt door een veel smallere definitie en indicatiecriteria. De doelstelling hierbij is om, in aansluiting met de uitgangspunten van de Wwnv, de instroom in de Wajong sterk terug te dringen. Na de overgangsperiode 2011 en 2012, is vanaf 1 januari 2013 de Wajong alleen nog maar toegankelijk voor burgers waarvan op basis van medische criteria wordt vastgesteld (door UWV) dat er sprake is van ernstige en structurele beperkingen voor het verrichten van arbeid. Onder de nieuwe wet geldt: De jonggehandicapte is de ingezetene die op de dag waarop hij achttien wordt, dan wel tijdens studie, als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte of gebrek duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft.(uit de memorie van toelichting Wwnv). Nieuwe (en ook oude) Wajongers ontvangen daarom ook geen Wwnv uitkering maar een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Voor de WSW geldt dat deze vanaf 2013 alleen nog maar van toepassing is voor mensen die alleen maar in een beschutte omgeving kunnen werken en dus ook niet met ondersteuning bij een reguliere werkgever kunnen werken. Daarmee wordt de indicatie voor SW sterk beperkt, het geen ook het doel is van deze wijziging. Binnen de wetgevingen zijn een aantal uitgangspunten vastgelegd; Voor de zittende sw-populatie verandert er feitelijk niets en blijft deze groep haar caorechten behouden (wat ook geldt voor diegene die voor 15 mei 2011 al op de wachtlijst voor de Wsw stonden) In de wet is opgenomen dat bij elke 3 medewerkers die uitstromen er 1 verplicht instroomt Op termijn moet hierdoor het aantal Sw-plaatsen af nemen van ruim nu naar Nieuwe indicatie beschut werken Tot de Wsw worden vanaf 2013 alleen mensen toegelaten die als gevolg van een rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte of gebrek uitsluitend onder aangepaste en beschutte omstandigheden tot regelmatige arbeid in staat zijn. De passage als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte of gebrek is onderdeel van het arbeidsongeschiktheidscriterium in alle arbeidsongeschiktheidswetten. De criteria om in aanmerking te komen voor beschut werken in de Wsw vanaf 2013 zijn: iemand heeft geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie (de ondergrens ); en iemand kan werken met ondersteuning bij een reguliere werkgever (de bovengrens ). 7

8 Overigens blijft de Wsw een regeling die door inwoners individueel kan en moet worden aangevraagd bij het UWV. Binnen de nieuwe regels blijft er een (ongewenst) spanningsveld bestaan tussen de Wwnv en de Sw wat betreft de financiële beloning. De Sw CAO kent een beloningsstructuur die op of ruim boven het Wettelijk Minimum Loon (WML) uitstijgt; iets wat binnen de Wwnv niet mogelijk is. Financiële middelen In de inleiding van deze notitie werd al gewezen op het gegeven dat de introductie van de Wwnv gepaard gaat met een forse korting op de beschikbare budgetten. Op nationaal niveau bedraagt deze korting voor het jaar 2012 een bedrag van 270 miljoen, wat verder oploopt tot ruim 800 miljoen in Het streven is om vanaf 2015 structureel 1,85 miljard te besparen binnen het domein van de sociale zekerheid. Deze korting wordt door de decentralisatie op het niveau van afzonderlijke gemeenten omgeslagen en berekent. Met de invoering van de Wwnv vindt er dus een sterke budgetreductie plaats op het zogenaamde werk-deel van het participatiebudget en de vergoeding per Sw plaats. Deze reductie kan voor gemeenten oplopen tot boven de 50% van het huidige budget. Tabel budgeteffect korting Participatie-budget (basis SZW-gemeenteloket 2012, W-deel) Gemeente s Hertogenbosch Boxtel Schijndel St Michielsgestel St Oedenrode Haaren Vught TOTAAL Tabel Fictief berekend budget Wsw (basis SZW-gemeenteloket mrt 2012) Gemeente Sw'ers s Hertogenbosch Boxtel Schijndel St Michielsgestel St Oedenrode Haaren Vught TOTAAL Bovenstaande tabel gaat uit van een gelijk blijvend aantal mensen met SW indicatie. De hier weergegeven budgetreductie bedraagt 10%. Vanaf 2015 is het subsidiebedrag gesteld op Ten opzichte van nu is dat een verdere korting van 4,5%, waarmee de totale reductie op 14,4% t.o.v uitkomt. 8

9 Deel 2 Samen werken en samen doen! Samenwerken in de Meierij-gemeenten Met betrekking tot de vraag of en hoe we binnen de regio de samenwerking laten plaatsvinden, is tot nu toe geen eenduidig antwoord gegeven. Dat hoeft in deze fase ook niet tot verbazing te leiden, aangezien er historisch gegroeid sprake is van diverse niveaus van samenwerkingsvarianten. Zoals in het visiedocument verwoordt onderscheiden we op verschillende niveaus thema s die voor Werken naar vermogen verder uitgewerkt moeten worden: 1. Het regionale niveau, De strategische benadering (regionaal arbeidsmarktregio NO Brabant) 2. Het bovenlokale/sub-regionale niveau, De tactische benadering (visiedocument Wwnv op schaal van de Meierijgemeenten) 3. Het lokale niveau, De operationele benadering (directe dienstverlening aan klanten) Gemeenten hebben de regie; De uitvoering van de Wwnv wordt decentraal weggezet bij gemeenten, omdat deze het dichtst bij de burger staan. Na de invoering van de WWB in 2004 hebben gemeenten dit feitelijk al laten zien. Het aantal bijstandsgerechtigden is met 20% gedaald. Gelijktijdig kunnen gemeenten, vanuit hun verantwoordelijkheid meer(dere) problemen bij de uitkeringsgerechtigden gelijktijdig aanpakken. Gemeenten kunnen ook hulp en ondersteuning bieden op het terrein van (jeugd)zorg, welzijn en dagbesteding. In ruil voor grotere financiële verantwoordelijkheden en risico s krijgen gemeenten meer vrijheid bij het maken van regels om mensen aan het werk te helpen. De Wsw; Doel van de Wsw is om gemeenten passend werk te laten aanbieden aan mensen die daarvoor geïndiceerd zijn. Dat werk moet aansluiten bij de capaciteiten en mogelijkheden van de individuele werknemer. De huidige systematiek van rechten en plichten in de Wsw verandert niet voor mensen die op dit moment een dienstbetrekking hebben op grond van de Wsw. Een klein deel werkt bij gewone werkgevers, een grote meerderheid werkt in een beschutte of beschermde werkvorm. 9

10 De laatste jaren zijn SW organisaties vooral bezig geweest met; Hoe kan de beweging van Binnen naar Buiten worden gemaakt en kunnen werknemers geplaatst worden bij reguliere werkgevers Op welke wijze worden risicovolle industriële activiteiten omgevormd naar dienstverlenende activiteiten Op welke wijze kunnen we investeren in de ontwikkeling van werknemers om hun loonwaarde te verhogen. Commissie Toekomst en Transitie Sociale Werkvoorziening De commissie, onder voorzitterschap van Anton Westerlaken, heeft in opdracht van VNG en Cedris (d.i. de branchevereniging van de WSW bedrijven) onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van de SW en komt met voorstellen voor de toekomstige inrichting van de sociale werkvoorziening en de transitie van de huidige situatie naar de toekomstige situatie. Aanleiding voor het instellen van de commissie zijn de kabinetsplannen voor de sociale werkvoorziening en de verschillen in inzicht die daarover bestaan tussen kabinet enerzijds en VNG en Cedris anderzijds. Handreiking VNG. samenwerking Samenwerking tussen gemeenten op regionaal niveau is van belang voor een effectief arbeidsmarktbeleid en een voor werkgevers eenduidige benadering. De natuurlijke grenzen van arbeidsmarkten lopen niet parallel aan de gebiedsgrenzen van een gemeente. Dit geldt zeker voor het soort werk dat geschikt (te maken) is voor de doelgroep van de Wet Werken naar Vermogen. De begrenzing van de voor hen relevante arbeidsmarkt(en) wordt vooral bepaald door sociale, economische en geografische (mobiliteits-) omstandigheden in een regio. Vrijwel altijd zijn hierbij meerdere gemeenten betrokken. Werkgevers verwachten van de lokale overheden in hun werkgebied een eenduidig beleid en liefst één loket. De gewenste mix aan instrumenten per regio kan verschillen doordat de sociaal-economische structuur (en cultuur) per regio anders is. Dat kan andere afwegingen wenselijk maken ten aanzien van de meest effectieve uitvoeringsstructuur en de schaal van intergemeentelijke samenwerking (uit handleiding VNG, feb 2012). Mede op basis van de argumenten zoals benoemd in de handleiding van de VNG (zie uitgebreidere toelichting in de bijlage) kunnen de keuzes voor samenwerking worden gemaakt. Daarbij zouden overwegingen om te gaan samenwerken (welke doelen willen we halen/bereiken) en het schaalniveau van samenwerking, leidend moeten zijn. Een gemaakte keuze zegt niet direct iets over de formele organisatorische en juridische kenmerken of vorm van die samenwerking. Samenwerking in de regio Binnen de Meierij-regio bestaat al een scala aan samenwerkingsvormen en samenwerkingverbanden. Denk hierbij aan deelname aan de gemeenschappelijke regeling (GR) in het Sw bedrijf en de Intergemeentelijke Sociale Dienst (ISD). Ook de samenwerking binnen de PLE1N gemeenten 1 is een recente ontwikkeling van intergemeentelijke samenwerking. De goede ervaringen hierin nemen we mee bij het maken van keuzes voor de nabije toekomst. De volgende samenwerkingsvormen kennen we binnen de Meierij-gemeenten De gemeenten Haaren, Sint Michielsgestel en St. Oedenrode hebben de samenwerking in de PLE1N- gemeenten vorm gegeven. Deze drie gemeenten werken op het terrein van ICT, Belastingen en Personeel & Organisatie nauw samen per 1 januari Recentelijk heeft de gemeente Vught de intentie uitgesproken aan te willen sluiten bij de samenwerking van de PLE1Ngemeenten. Daarbij ligt er ook een uitnodiging voor Schijndel en Boxtel 10

11 De gemeente Boxtel en Haaren werken vanaf 2006 op het terrein van de sociale zaken samen; Gemeente Schijndel en Sint Michielsgestel vormen met 2 andere gemeenten (Veghel en Bernheze) buiten de Meijerij-regio de Intergemeentelijke Sociale Dienst Optimisd. De GR ISD Optimisd bestaat sinds 1 januari 2005; Binnen de regio zijn een tweetal SW-organisaties actief; de WSD te Boxtel die werkt middels een GR voor 11 gemeenten waaronder 6 uit de Meierij en de Weener Groep welke voor de gemeente s Hertogenbosch werkt; Een gegeven van andere orde is dat (ook in het gebied van de Meijerijgemeenten) de natuurlijke grenzen van de arbeidsmarkt niet parallel lopen aan de gebiedsgrenzen van een gemeente, of groep samenwerkende gemeenten. Een duidelijk voorbeeld in deze regio vormt de werkgelegenheid in de gemeente Veghel. Deze gemeente kent meer werkgelegenheid dan eigen beroepsbevolking ; behoort niet tot de gemeenten die in Meijerijverband met elkaar spreken over samenwerking, maar is mede door de ligging wel van belang voor de werkgelegenheid van inwoners van de Meijerijgemeenten. Afdeling Sociale Zaken Voor de 7 deelnemende gemeenten is momenteel de huidige situatie geldig wat betreft hun afdeling Sociale Zaken (SZ): Den Bosch heeft eigen afdeling AMSZ (Arbeidsmarkt en Sociale Zaken) Boxtel heeft sociale zaken ondergebracht bij de afdeling MO (Werk, Zorg en Jeugd) Schijndel neemt deel aan ISD Optimisd St Michielsgestel neemt deel aan ISD Optimisd Haaren heeft haar dienstverlening op terrein van sociale zaken uitbesteed aan Boxtel St Oedenrode heeft eigen afdeling SZ Vught heeft eigen afdeling SZ In onderstaande tabel is opgenomen hoeveel WWB cliënten de afzonderlijke gemeenten momenteel kennen. De peildatum is 1 januari 2012 en de tendens is licht stijgend. Gemeente WWB (incl WIJ) s Hertogenbosch 2930 Boxtel 353 Haaren 64 Schijndel 183 St Michielsgestel 141 St Oedenrode 90 Vught 207 TOTAAL 3968 Sociale Werkvoorziening in de Regio WSD voert voor 11 gemeenten de SW uit, deze gemeenten zijn; Sint Michielsgestel, Vught, Haaren, Boxtel, Schijndel, Sint-Oedenrode, Nuenen, Son en Breugel, Best, Oirschot, Oisterwijk. De WSD is georganiseerd in een gemeenschappelijke regeling met een Algemeen Bestuur en een Dagelijks Bestuur. De WSD heeft 1750 arbeidsplaatsen in In het kader 11

12 van de transitie moet de organisatie het aantal arbeidsplaatsen afbouwen naar 575. Naar verwachting zal dit streefaantal in 2040 gerealiseerd worden. Weener Groep voert de sw wet uit voor de gemeente s Hertogenbosch. In 2012 heeft Weener Groep 1075 arbeidsplaatsen. Dit aantal resulteert in een afbouw naar bijna 365 arbeidsplaatsen (3 uit en 1 in). Naar verwachting zal ook dit streefaantal in 2040 gerealiseerd worden. Werkplein Binnen de regio van de Meierijgemeenten zijn het Werkplein Entreon in s Hertogenbosch en Werkplein Frisselstein actief. In Werkplein Frisselstein participeren naast het UWV de intergemeentelijke sociale dienst Optimisd, Gemeente Uden, IBN, WSD en private partijen op het terrein van re-integratie en bemiddeling. Werkplein Entreon is een samenwerkingsverband tussen de gemeenten 's-hertogenbosch, Boxtel, Haaren en Vught en het UWV WERK bedrijf. Binnen het werkplein werken verschillende publieke en private organisaties samen. Door de inkrimping van het UWVwordt voorzien dat deze organisatie zich binnen enkele jaren zal concentreren binnen een Werkplein per arbeidsmarktregio. In de praktijk zal dit gaan betekenen dat ze landelijk nog vertegenwoordigd zijn in 30 regiokantoren in de grote en middelgrote steden. Samenwerking binnen de driehoek Overheid, Ondernemers en Onderwijs In het kader van de ontwikkeling van een goed functionerende arbeidsmarkt binnen de regio s Hertogenbosch is een samenwerkingsstructuur ontstaan, bestaande uit Overheid, Ondernemers en Onderwijs, (3 O s ) Deze samenwerking hanteert een aan tal leidende principes die ook van toepassing zijn in de Wwnv; verantwoordelijkheid zoveel mogelijk bij burgers en werkgevers zelf. Klant centraal (werkgever en burger); Iedereen heeft talenten en kan werken vanuit ontwikkelingsperspectief; Vraag arbeidsmarkt (behoefte werkgevers) is leidend; We moeten de klant beter kennen (competenties, loonwaarde, participatieladder, personeelssituatie); Duurzaamheid/preventie boven korte termijn oplossingen; Zo min mogelijk versnippering, door aansluiten bij bestaande initiatieven, structurele maatregelen & middelen coördinatie. 12

13 Deel 3 De uitvoering van de Wwnv De Meierijgemeenten hebben een regionale aanpak van de Wet werken naar vermogen voorgesteld. Binnen deze regionale aanpak is de vraag opportuun op welke wijze de Wwnv uitgevoerd kan worden. Vraag is ook wat we regionaal en wat we (boven)lokaal gaan doen. In dit hoofdstuk willen we nader ingaan op de vraag op welke manier de nieuwe wet zou kunnen worden uitgevoerd binnen het gebied van de Meijerij-gemeenten. In deze benadering gaan wij uit van het perspectief dat de gemeente de beleidsverantwoordelijkheid en regiefunctie heeft voor de uitwerking en uitvoering van de nieuwe wet. In deze analyse van mogelijkheden staan inhoudelijke motieven en doelstellingen van de nieuwe Wwnv op de voorgrond en niet primair het behoud van de huidige instellingen en organisaties. Daarmee introduceren we in deze fase en met deze benadering een mogelijk spanningsveld tussen de huidige organisatievorm en de mogelijk nieuwe organisatievorm. Dat doet overigens naar ons idee recht aan het gegeven dat een omvangrijke koerswijziging die de Wwnv inhoudt, ook kansen biedt om out of the box nieuwe oplossingen te bedenken voor bestaande problemen. Hierbij moeten we denken aan de problematiek van het grote bestand van inactieve klanten binnen de WBB waar we op een andere manier mee moeten omgaan vanuit de Wwnv. Een tweede probleem dat we herkennen is de beperkte uitstroom Wsw en als laatste voorbeeld noemen we het beperkte effect op de uitstroom uit de Wwb ondanks de inzet van een verscheidenheid aan re-integratietrajecten en middelen. Een tweede opmerking wat betreft deze benadering de samenstelling waarbinnen nu de afstemming van de 7 Meijerij-gemeenten plaatsvindt, is dat er sprake is van een twee samenwerkingsvormen met betrekking tot de Sw. Enerzijds onderkennen we de stad s Hertogenbosch met een eigen SW bedrijf (Weener Groep); anderzijds onderkennen we het SW bedrijf WSD waarin de overige zes Meierij-gemeenten deelnemen met vijf andere gemeenten, binnen de GR WSD, die niet aan het Meierij-overleg deelnemen. De uitkomst van het keuzeproces kan daarom voor de gemeente s Hertogenbosch en de Weener Groep een andere zijn dan voor de Meijerijgemeenten. Dat laat echter onverlet dat in deze fase onderstaande overwegingen mede leidend zijn. Aan het begin van deze analyse brengen we eerst, globaal, in beeld hoe momenteel de diverse taken verdeeld zijn; het betreft dus hier de Ist situatie die al wel vertaald is naar enkele centrale uitgangspunten van de nieuwe wet. Tabel mbt doelgroepentoeleiding 13

14 Volledigheidshalve merken we op dat ook in de nieuwe situatie het UWV een taak blijft behouden wat betreft uitkering aan oude en nieuwe Wajongers. Wanneer we de Wet werken naar vermogen bestuderen kunnen we 4 kerntaken onderscheiden; 1. De werkgeversbenadering; de werkgever op kop 2. De uitkeringsverstrekking inclusief handhaving 3. Toeleiding naar werk 2 (diagnostiek, bemiddeling en begeleiding) 4. De uitvoering van de WSW nieuw, te weten beschut werk. Uitkeringen Werkgeversbenadering Toeleiding naar werk Beschut werken In de huidige situatie is het zo dat zowel de Sociale Dienst (in het Werk deel) als wel het SW bedrijf re-integratie activiteiten uitvoeren, en tevens een eigen werkgeversbenadering. Daarnaast heeft ook UWV een historisch gegroeide werkgeversbenadering voor hun doelgroepen uit de WIA en Wajong. De vraag is nu vooral op welke wijze deze 4 kerntaken uitgevoerd kunnen worden; Ieder separaat; Alles in gezamenlijkheid Op onderdelen gezamenlijk en op onderdelen gescheiden binnen bestaande organisaties Alles in een nieuwe organisatie Specifieke taken in een nieuwe organisatie Met behulp van bovenstaande verdeling in 4 kerntaakblokken en de geformuleerde vraagstelling is het mogelijk om te kijken naar diverse combinaties van kerntaken. Nogmaals; die herordening van kerntaken houdt niet automatisch in dat alles op de schop gaat of moet. Deze benadering leidt in theorie tot een 6 tal scenario s; Scenario 1; De sociale dienst wordt 1 op 1 overgedragen aan de SW organisatie; SW voert de vier taken uit; uitkeringen verstrekken, toeleiding naar werk, werkgeversbenadering, beschut werk Uitkeringen Werkgeversbenadering Toeleiding naar werk Beschut werken Scenario 2 Er komt een nieuwe intergemeentelijke sociale dienst, deze zal bestaan naast het SW bedrijf; SW voert Beschut werk uit en gedeeltelijk toeleiding naar werk en gedeeltelijk werkgeversbenadering ISD voert uitkeringen verstrekken uit, gedeeltelijk toeleiding naar werk en gedeeltelijk werkgeversbenadering 2 Bemiddeling, re-integratie, participatie en toeleiding naar werk zijn begrippen die verwijzen naar dezelfde soort activiteiten en/of dienstverlening 14

15 Beschut werken Toeleiding naar werk Uitkeringen Toeleiding naar werk Werkgeversbenadering Werkgeversbenadering Scenario 3; De sociale diensten van de gemeenten en het SW bedrijf fuseren tot een gezamenlijke nieuwe organisatie. Idem als 1 maar dan in een nieuwe organisatie Uitkeringen Beschut werken Toeleiding naar werk Werkgeversbenadering Scenario 4; Alle re-integratie activiteiten van de sociale dienst worden overgedragen aan het SW bedrijf Gemeenten voeren alleen de kerntaak uitkeringen verstrekken uit, SW voert toeleiding naar werk, werkgeversbenadering en beschut werk uit Uitkeringen Beschut werken Toeleiding naar werk Werkgeversbenadering Scenario 5; Alle gemeentelijke toeleiding naar werk activiteiten worden in een nieuwe organisatie ondergebracht Gemeenten voeren alleen de kerntaak uitkeringen verstrekkingen uit Nieuwe organisatie voert bemiddeling en werkgeversbenadering uit voor gemeenten SW voert werkgeversbenadering en toeleiding naar werk-activiteiten voor SW populatie uit en beschut werk. Uitkeringen Toeleiding naar werk Beschut werken Toeleiding naar werk Werkgeversbenadering Werkgeversbenadering Scenario 6; De toeleiding naar werk-activiteiten van zowel de sociale dienst als die van de SW organisatie worden ondergebracht in een gezamenlijke intergemeentelijke organisatie. Gemeenten voeren uitkeringsverstrekkingen uit Nieuwe organisatie voert alle toeleiding naar werk activiteiten en werkgeversbenadering uit SW-bedrijf voert beschut werk uit. Uitkeringen Toeleiding naar werk Werkgeversbenadering Beschut werken 15

16 Overwegingen m.b.t. keuze Bij het maken van een keuze tussen bovengenoemde scenario s spelen primair een aantal inhoudelijke, niet financiële, argumenten die direct samenhangen met het wezen van de 4 kerntaken. Bij nadere beschouwing van de kerntaken wordt al snel duidelijk dat de kerntaken toeleiding naar werk en werkgeversbenadering onlosmakelijk met elkaar samenhangen. Bovendien is een van de belangrijkste, (zo niet de belangrijkste), redenen van de introductie van de Wwnv de huidige versnippering van deze activiteiten over verschillende regelingen en organisaties tegen te gaan. Kiezen voor een scenario waarin die kerntaken verdeeld blijven, lijkt daarmee onlogisch. Scenario 2 en 5 vallen daarmee af. Centralisatie van de (kerntaak) uitkeringsverstrekking. (uit bestuursakkoord); Rijk en gemeenten gaan onderzoeken of de uitkeringsverstrekking goedkoper kan door die te centraliseren naar bijvoorbeeld het UWV of SVB. Zolang er geen duidelijkheid bestaat over de positionering van de uitkeringsverstrekking komt het ons wenselijk voor dat deze taak vooralsnog bij de gemeente blijft. Daarnaast zien we in de regel dat aan de uitkeringsverstrekking ook het lokaal minimabeleid is gekoppeld en dat gemeente deze beleids- en uitvoeringsverantwoordelijkheid niet graag opgeven. Gezien het bovenstaande adviseren wij om de uitkeringsverstrekking vooralsnog niet te betrekken bij de het mogelijk onderzoek naar samenwerking en mogelijke organisatieontwikkeling; de gemeente blijft deze taak uitvoeren wel of niet in combinatie met anderen in een ISD. Scenario 1 en 3 3 vallen in deze dus af. Indien bovenstaande weg wordt gevolgd, blijven nog twee scenario s over namelijk: Scenario 4 De toeleiding naar werk activiteiten van de sociale dienst worden overgedragen aan het SW bedrijf Gemeenten voeren alleen de kerntaak uitkeringen verstrekken uit, SW voert toeleiding naar werk, werkgeversbenadering en beschut werk uit Scenario 6 De toeleiding naar werk activiteiten van zowel de sociale dienst als die van de SW organisatie worden ondergebracht in een gezamenlijke intergemeentelijke organisatie. Gemeenten voeren alleen de kerntaak uitkeringen verstrekken uit Nieuwe organisatie voert alle toeleiding naar werk activiteiten en werkgeversbenadering uit SW-bedrijf voert beschut werk uit. Bij de keuze tussen deze beide scenario s spelen drie overwegingen een rol. In de eerste plaats dient serieus meegewogen te worden dat het advies van de commissie Westerlaken is om het huidige SW bedrijf een splitsing te maken tussen Beschut of Beschermd Werk 4 en Werk in een reguliere omgeving. Daarbij speelt tevens een rol dat door de op handen zijnde decentralisatie vanuit de AWBZ naar de WMO, met name arbeidsmatige dagbesteding, direct aansluit bij Beschut Werk van de SW bedrijven. 3 Mbt scenario 3 zal in de uitwerkingsnota gekeken worden welke voordelen dit scenario kan bieden aan de meierijgemeenten 4 Beschermd Werk is een term die door commissie Westerlaken wordt geïntroduceerd. 16

17 Een tweede overweging heeft te maken met de gewenste bedrijfscultuur en bijpassende werkprocessen. Beschut (intern) en Beschermd werk is een voorziening waarin productiedoelstellingen minder centraal staan.. Het gaat hierin primair om het behoud van arbeidstrots en tevens het bieden van een maatschappelijk en sociaal gewenste dag invulling en dag-structuur. Die cultuur is van een wezenlijk andere orde dan de bedrijfscultuur en werkprocessen waarin werkgeversbelangen, (verhogen van ) productie en gerichtheid op uitstroom van cliënten, de hoofdmoot vormen. Hierdoor bestaat de mogelijkheid om méér en krachtiger vanuit één aanspreekpunt de werkgeversbenadering vorm te kunnen geven. Een derde overweging is dat bij een uitvoeringsorganisatie waarin bemiddeling en werkgeversbenadering zijn ondergebracht, het makkelijker en eenduidig te arrangeren is, om zakelijke prestatieafspraken tussen gemeente(n) en uitvoeringsorganisatie te maken. Naast de gewenste zakelijkheid en gerichtheid op het behalen van resultaten, kan op deze wijze voor deze kerntaken van de gemeente ook worden voorzien in een duidelijke scheiding tussen opdrachtgever (gemeente) en opdrachtnemer (uitvoeringsorganisatie). Het hierboven voorgestelde scenario (6) leidt overigens niet automatisch tot een vaststaand juridisch (middels GR, een BV en NV een stichting) model van samenwerking, zoals ook in de aangehaalde Handreiking van de VNG 7 wordt aangegeven. Er zijn bij elk gekozen scenario diverse organisatievormen en besturingsmodellen mogelijk. In hoofdstuk 4 van bedoelde handreiking onderkent VNG 6 modellen voor de vormgeving van de samenwerking (pag. 20). Bovendien wordt opgemerkt dat gemeenten in elke regio tot andere uitkomsten kunnen komen omdat verschillend gewicht wordt toegekend aan afzonderlijke afweegcriteria (door historische, culturele, economische en politieke verschillen). Er is dus anders gezegd niet een beste vorm gegeven een bepaalde beleidsof scenariokeuze. Daarnaast wordt hiermee ook niet vastgelegd binnen welke termijn het einddoel behaald kan/moet worden. Bij de verdere uitwerking dienen de bestaande verdienmodellen en infrastructuur van de WSD optimaal benut te worden en niet direct over boord gezet te worden. Er dient in de verdere uitwerking studie plaats te vinden naar de wijze waarop deze infrastructuur ingezet kan worden (behouden van het goede!). 5 Gemeente s Hertogenbosch kies voor scenario 3 ivm de samenwerking van AMSZ en Weenergroep ivm volume en massa en de noodzaak om op korte termijn een efficiencyslag te kunnen maken 6 WSD spreek de voorkeur uit voor het scenario dat in het adviesrapport van het bureau Ernst & Young is opgenomen 7 Modellen voor samenwerking en besturing van de sociale werkvoorziening; VNG feb

18 Deel 4 De Doelgroep Mensen die straks een beroep doen op de Wwnv worden beoordeeld op hun arbeidsvermogen (verdiencapaciteit). In theorie heeft elk persoon met een Wnv uitkering arbeidsvermogen waarbij de range waarin dit wordt uitgedrukt, wel breed is; deze varieert van 100% tot 20%. Indien een (dan theoretische) verdiencapaciteit wordt vastgesteld van 20% of minder, is sprake van een loonwaarde die lager is dan de ondergrens voor een SW indicatie. Die burgers hebben ernstige tekorten en beperkingen. Zij hebben weliswaar recht op een uitkering, maar komen daarnaast vaak in aanmerking voor vormen van begeleiding en dagbesteding via een indicatie uit de AWBZ. Per 1 januari 2013 zullen deze mensen als gevolg van de overheveling vanuit de AWBZ naar gemeenten, die begeleiding en dagbesteding ontvangen via de WMO. Voor de mensen die alleen in een beschutte omgeving kunnen werken, en ook voor de (nieuwe) jonggehandicapten die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn en niet regulier kunnen werken, blijft ook in de toekomst het SW bedrijf (Beschut Werk) bestaan. Alle overige Wwnv klanten vallen onder het nieuwe regime, waarbij voor iedereen geldt dat hij of zij een maatschappelijke zinvolle bijdrage levert naar vermogen. Het krijgen van een uitkering om op basaal niveau te kunnen leven, is niet zonder de verplichting t.o.v. de maatschappij om naar vermogen een zinvolle bijdrage te leveren. Doelstelling: De Meierijgemeenten willen mensen zoveel mogelijk stimuleren om te participeren (zoveel als mogelijk via regulier werk), de eigen verantwoordelijkheid te nemen en daar waar dat nodig is ondersteuning te bieden binnen de financiële mogelijkheden van de gemeenten en het beschikbare budget zodat de klant kan voorzien in het eigen levensonderhoud door middel van betaald werk. Bij het realiseren van bovenstaande doelstelling laten we ons leiden door een tweetal randvoorwaarden; De financiële risico s die de gemeenten lopen moeten geminimaliseerd worden. Het realiseren van besparingen op de uitkeringslasten is een tweede voorwaarde. Bovenstaande geldt nu al in de huidige Wet Werk en Bijstand en zal nog sterker gelden in de Wwnv. De doelgroep van de nieuwe Wwnv wordt namelijk groter terwijl het beschikbare (re-integratie- of participatie) budget fors gekort wordt; er is m.a.w. beduidend minder geld per cliënt/deelnemer beschikbaar. Bij een groter volume en ongewijzigd beleid zullen de financiële risico s ook toenemen. Het budget voor uitkeringen dat gemeenten van het Rijk ontvangen blijft namelijk taakstellend. Dit heeft tot gevolg dat niet alle burgers op eenzelfde manier bediend kunnen worden. Het maken van keuzes en het stellen van prioriteiten (wat doe je nog wel voor welke groepen en wat niet of op een andere manier) is onvermijdelijk. Gelijktijdig stelt de wetgever dat voor de verschillende doelgroepen binnen de Wwnv een evenwichtige verdeling van de beschikbare middelen en re-integratievoorzieningen van toepassing moeten zijn 8. 8 Risicoaspect; Aangezien de wwnv alleen van toepassing is voor personen met een uitkering lopen we een groot risico dat groepen zoals nuggers en jongeren zonder uitkering (en zonder startkwalificaties) buiten beeld zijn van de wwnv. Deze groepen dienen o.a. via de transities binnen de awbz/wmo en jeugdzorg wel in beeld van gemeenten te blijven 18

19 Wij stellen een benadering van de klant voor, waarbij, afhankelijk van de verdiencapaciteit die zij bezitten en een inschatting van de groeimogelijkheden naar werk (uitstroom naar regulier werk) de inzet van middelen uit het participatiebudget aan mensen wordt gekoppeld. We kiezen dus voor een benadering van mensen met een positieve verdiencapaciteit en dus op personen met een perspectief op werk. De burger met ontwikkelcapaciteit wordt erkend in zijn mogelijkheden om aangepast te werken (i.e. een sociaal en financieel belang); de gemeente zet beschikbare middelen doeltreffend in en bereikt een vermindering van uitkeringslasten (minder uitgaven in het zgn I-deel van het budget) en werkgevers 9 krijgen tegen aanvaardbare kosten en minimale papieren rompslomp een welkome invulling van een deel van de toekomstige vacatures. Klanten waar groeicapaciteit ontbreekt, zijn aangewezen op andere regelingen en mogelijkheden; met name de nieuwe WMO biedt een nieuw platform voor ondersteuning van deze groep burgers. Binnen deze benadering gaan we uit van de volgende differentiatie van de gehele doelgroep (ter oriëntatie; de doelgroep van gemeente s Hertogenbosch bedraagt ± 4000 personen en die van de zes andere Meierijgemeenten komt uit op ongeveer 2200 personen). Het betreft burgers die aanmerking komen voor: 1. Regulier werk Doel: werk zonder uitkering Toelichting: mensen met een verdiencapaciteit van (bijna) 100% hebben geen ondersteuning in de vorm van een re-integratievoorziening en/of loondispensatie nodig. Volstaan kan worden met het actief houden van deze groep om hen te stimuleren en waar dat nodig is te begeleiden om zo snel mogelijk werk te aanvaarden. (voorbeeld van regulier werk is directe bemiddeling) 2. Georganiseerd werk Doel: capaciteiten benutten met (deel-)uitkering Toelichting: mensen met een substantiële verdiencapaciteit met potentie van groei worden ondersteund bij hun ontwikkeling, teneinde te kunnen doorgroeien naar regulier werk; Deze doelgroep zal voornamelijk in aanmerking komen voor detachering met of zondergebruik van het instrument van loondispensatie. 3. Lerend werken Doel: capaciteiten vergroten om een stap te maken (met behoud van uitkering). Toelichting: mensen met een beperkte verdiencapaciteit worden begeleid tot het vergroten van hun arbeidsmogelijkheden met als eerste doel het vergroten van de bemiddeling naar (regulier) werk. Daarmee kunnen zij toetreden tot een van de beide bovenstaande groepen. Actieve inzet op het vergroten van werknemersvaardigheden en via begeleid werk en/of groepsdetachering. Daarnaast kan er sprake zijn van de inzet van functiegerichte of vakspecifieke training/scholing en werkbegeleiding. 4. Meedoen Doel: deelnemen aan de samenleving Toelichting: voor de mensen met een zeer geringe verdiencapaciteit, een grote afstand tot de arbeidsmarkt en weinig groeimogelijkheden richting werk. Ondersteuning dient ter bevordering van de maatschappelijke participatie door middel van de inzet van zorg- en welzijnsinstellingen. Hierbij zal de inzet van de gemeentelijke middelen uit het participatiebudget beperkt blijven. Ondersteuning van gemeente kan plaatsvinden via de welzijnssubsidies (Beschut Werk of WMO arrangementen) Op basis van ervaringsgegevens van de diverse gemeenten c.q. sociale Diensten schatten wij in dat de totale populatie als volgt te verdelen is binnen de groepsindeling; 9 Werkgevers zullen toch vooral financieel-economische motieven hanteren en in veel mindere mate zich laten leiden door MVO; Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. 19

20 10% behoort tot de subgroep regulier werk 30% behoort tot de subgroep georganiseerd werk 30% behoort tot de subgroep lerend werken 30% valt in de subgroep meedoen. Poortwachter: Voorafgaande aan de aanvraag voor een (uitkering) is het onze opgave om de instroom in een uitkering te ontmoedigen en mensen vroegtijdig via vormen van directe bemiddeling naar werk niet te laten instromen. Bij de beleidskeuzes die nu voorliggen dient te worden afgewogen dat indien het realiseren van kostenbesparing van uitkeringslasten het primaire doel is, deze keuze vooral te behalen is door de instroom te beperken en in te zetten op uitstroom dan wel partiële uitstroom bij de eerste twee groepen. Daarbij dienen cliënten die om een uitkering verzoeken direct aangesproken te worden op de wederkerigheid. Van klanten mag verwacht worden dat ze participeren naar vermogen wat geen vrijblijvendheid is. Inzet van middelen Met het beschikbaar hebben van beperkte middelen is het noodzakelijk dat de re-integratie middelen zo efficiënt en effectief mogelijk worden ingezet. Inzet op een te vroeg moment (klant is nog goed in staat om zelf zijn/haar weg te vinden) maar ook op een te laat moment ( de klant is door samenloop van omstandigheden te lang alleen gelaten) moeten uitgesloten worden. De noodzaak tot weloverwogen en gerichte inzet van middelen, klemt eens te meer nu in de nabije toekomst, minder middelen beschikbaar komen (zie tabel 2, pagina 4). De projectgroep stelt daarom ook voor de beschikbare middelen, waarbij de omvang van het totaal beschikbare budget momenteel niet precies bekend is, gericht in te zetten op die subgroepen en klanten waarbij toeleiding naar werk, het meest haalbaar is. Concreet houdt dit in dat klanten met een hoge verdiencapaciteit/loonwaarde 10 en daarmee een korte afstand tot de arbeidsmarkt (de subgroep regulier werk ), de stap naar betaalt werk zelf kunnen vinden. Ondersteuning daarbij is mogelijk door hen te wijzen, en indien nodig te bemiddelen, naar bestaande vacatures en mogelijkheden. Aanvullende instrumenten zullen niet dan wel slechts zeer terughoudend worden ingezet. De grote winst is te behalen bij de groep daaronder; door uiteenlopende omstandigheden hebben zij een wat grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Die afstand is niet zonder meer te overbruggen, door hen alleen te wijzen op vacatures. Er dienen tevens gerichte activiteiten plaats te vinden die de werknemersvaardigheden verhogen, dan wel de klant (en daarmee een potentiële werkgever) een beter inzicht te geven in beroepsmogelijkheden. Veelal betreft het hier ook de groep die met behulp van loonaanvulling, na een kennismakingsperiode bij een werkgever, goed in staat zijn om in een voor hen passende functie en werkomgeving, naar tevredenheid te kunnen werken. 10 Loonwaarde is de arbeidsprestatie van een werknemer, gegeven diens eventuele arbeidsbeperking in een bepaalde functie op een bepaald moment (RWI 2009) 20

21 Verwachting is dat inzet van de middelen voor deze doelgroepen het meest doeltreffend is omdat hier nog sprake is van positieve groeipotentie waardoor ze een goede kans maken om door te stromen naar regulier werk. Hiermee wordt nadrukkelijk invulling gegeven aan de randvoorwaarden om de uitkeringslast te beperken. De overige 20% van de middelen zullen over de overige doelgroepen ingezet worden op basis van individueel maatwerk. Met bovenstaande beleidskeuze wordt enigszins gebroken met het beleid in het verleden. We waren immers gewend om op elke doelgroep het participatiebudget in te zetten, ongeacht of dit tot groei zou leiden. We kiezen nu echter voor inzet op groei naar werk. Daarmee worden anderen klanten niet aan hun lot overgelaten. We blijven investeren in mensen zolang kansen bestaan voor deelname aan de arbeidsmarkt. In de groepen 1 en 2 is dit in beginsel inzetten op regulier werk en werkend leren (met of zonder loondispensatie). Bij de groep Meedoen zetten we vooral in op maatschappelijk nuttige activiteiten, vooral bij instellingen. Hierbij blijft de aandacht gericht op de verbinding tussen de categorie 0 tot 30 en 30 tot 80 in het belang van het bevorderen van groei bij klanten en de mogelijkheid om door te stromen. Participatie binnen de categorieën kan leiden tot groei naar een daarboven gelegen categorie. 21

22 Deel 5 De Werkgeversbenadering Inleiding De Wet werken naar vermogen valt of staat met het realiseren van (regulier) werk voor de doelgroep van de Wwnv. Werkzoekenden begeleiden naar (gedeeltelijk) regulier werk is ook de enige mogelijkheid om de lasten op het inkomensdeel te beheersen. Het nieuwe instrument loondispensatie maakt een gedeeltelijke en stapsgewijze uitstroom naar werk mogelijk en aantrekkelijk. Onze dienstverlening zal moeten aansluiten bij de vraag van de werkgevers. Het Werkbedrijf Entreon is bezig om de complementaire werkgeversbenadering uit te rollen in de gehele regio. Daarbij wordt gebruik gemaakt van reeds eerder geformuleerde uitgangspunten voor gecoördineerde werkgeversbenadering en de ervaringen in het project WerkSaam. Een pilot in het kader van de commissie de Vries, waarbij samengewerkt is tussen gemeenten, UWV en WSD bij de gezamenlijke werkgeversbenadering aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Uitgangspunt hierbij is één aanspreekpunt, een duurzame relatie en vraaggerichte benadering. Bovenlokale afspraken en afstemming en lokaal maatwerk, delen van vacatures en werkzoekenden zijn succesfactoren. Bij de verdere uitwerking van de werkgeversbenadering zal de regie meer en meer bij de gemeenten moeten komen te liggen. Daarbij zal ook, meer dan nu het geval is, gebruik gemaakt worden van het instrument social return bij inkoop (het maken van afspraken met opdrachtgevers over arbeidsplaatsen, leerwerkplekken en stageplekken voor doelgroepen van de Wwnv, bij inkoop van diensten en werken), aansluiten bij kansrijke sectoren (5-sterrenregio), aansluiten bij bestaande structuren, kleine lokale initiatieven ontwikkelen en de bestaande infrastructuur van partijen (werkpleinen, UWV, ROC, WSD, Weener Groep, sectorservicepunten en overige specialisten. Daarbij is ruimte voor benutting van de lokale kracht van de sub regio en houden we aansluiting bij de ontwikkelingen op de schaal van onze arbeidsmarktregio. Werkgevers zijn op de eerste plaats op zoek naar een optimaal rendement voor het bedrijf, waarbij er een bereidheid bestaat om maatschappelijk rendement na te streven, echter pas nadat het financieel rendement is veilig gesteld. De arbeidsmarktregio Noord Oost Brabant De arbeidsmarktregio NO Brabant kent als centrumgemeente de gemeente s Hertogenbosch (met het werkplein Entreon). De regio wordt aan de zuidkant begrensd door Eindhoven (arbeidsmarktregio ZO Brabant) en aan de westkant door Tilburg (arbeidsmarktregio Midden Brabant). In de regio zijn een aantal gemeenten die weliswaar behoren tot de regio NO Brabant, maar geografisch gezien zich tevens (kunnen/willen/moeten) richten op Eindhoven (met SW bedrijf Ergon), de Langstraat vanwege de relatie met de regio de Langstraat (Heusden) dan wel Tilburg (met SW bedrijf Diamant Groep). 22

23 Wat betreft de arbeidsmarktregio is verder van belang om te vermelden dat het UWV wat hierin een verantwoordelijkheid heeft, zich de komende 2 jaar zal gaan beperken tot dienstverlening en service vanuit de 30 centrale kantoren in de30 arbeidsmarktregio s die Nederland kent. Voor de regio NO Brabant houdt dat in dat UWV n.v.v.t. alleen nog fysiek beschikbaar is vanuit het kantoor in Den Bosch. Verder zal UWV in de beide andere grote gemeenten van dit deel van de provincie Noord Brabant, beschikbaar zijn en wel vanuit kantoor Tilburg als wel het kantoor Eindhoven. Met name voor de bereikbaarheid en beschikbaarheid voor het MKB in de kleinere en middelgrote gemeenten, zal hierdoor afnemen. Het ligt in de lijn der verwachtingen dat UWV vooral actief zal blijven op het gebied van; Werkgeversservicepunt Verstrekken van informatie over de arbeidsmarkt in meer algemene zin. Samenwerking Overheid, Ondernemers en Onderwijs Eerder hebben we de regionale samenwerking binnen de 3 O s (Overheid, Ondernemers en Onderwijs) aangehaald. De samenwerking voor het regionaal arbeidsmarkt beleid zoals dat momenteel binnen de samenwerking gehanteerd wordt berust op drie pijlers: 1. een gunstig vestigingsklimaat 2. talentontwikkeling (toekomstige) beroepsbevolking 3. duurzaam arbeidsparticipatie Goed functionerende arbeidsmarkt in de regio s-hertogenbosch Aansluiting vraag en aanbod op de regionale arbeidsmark Faciliteren netwerken, formele en informele contacten Pijler 1 Vestigingsklimaat op het gebied van personeel Het bedrijfsleven in de regio s-hertogenbosch met name in de speerpuntsectoren - kan voldoende goed gekwalificeerd personeel vinden Innovatief dynamisch bedrijfsleven / sterke economische clusters Meer banen Pijler 2 Talentontwikkeling (toekomstige) beroepsbevolking De inwoners van de regio ontwikkelen hun talenten: 1. jongeren tot 27 jaar betreden de arbeidsmarkt met startkwalificatie. 2. inwoners (18-67 jaar), die hun talenten willen benutten krijgen ondersteuning Hoger opleidingsniveau Pijler 3 Duurzame arbeidsparticipatie beroepsbevolking Zoveel mogelijk inwoners doen mee op de arbeidsmarkt in een al dan niet gesubsidieerde - baan N.B. onder andere ketensamenwerking / SUWI Hogere arbeidsparticipatie 23

24 Standpunt landelijke koepel VNO-NCW en MKB-Nederland mbt werkgeversbenadering; NCW-VNO en MKB-Nederland steunen het uitgangspunt van het kabinet waarbij de focus op werk ligt. Het is niet meer vanzelfsprekend dat straks iemand in een uitkering terechtkomt. Mensen mogen niet onnodig aan de kant staan. Werkgeversorganisaties willen af van het stigma dat een (Wajong-)uitkering met zich meebrengt. Iedereen die kan werken, moet werken. Werkgeversorganisaties vragen wel om realisme ten aanzien van de complexiteit van de operatie waarmee mensen onder de Wwnv naar regulier werk moeten worden geholpen. Het gaat om een grote groep mensen met een zeer diverse problematiek. Deze mensen zijn niet allemaal te plaatsen in regulier werk of in iedere sector of bedrijf. De werkgevers organisaties stellen dat om het voor hen mogelijk te maken een werkplek te bieden aan mensen die onder de Wwnv vallen een aantal randvoorwaarden cruciaal zijn, zoals; Eenduidige indicatiestelling, uitvoering door private intermediairs, beperken van risico s voor werkgevers en ontzorgen en als laatste geen quota, streefcijfers of social return. De belangen van de werkgeversaanpak. De focus op werk ziet er als volgt uit: _ Werkgevers zijn economisch gedreven. De aanpak die we inzetten moet aantoonbaar een bijdrage leveren aan de doelstelling van de werkgever. _ Doelstellingen van de werkgever liggen op terreinen als; winst maken, geschoold personeel zo effectief mogelijk inzetten, flexibiliteit realiseren in de productie capaciteit; personeelscapaciteit. _ Werkgevers zijn bereid om deelnemers aan Werken naar Vermogen in te zetten als de kosten - baten verhouding deugt en als de risico s voor de werkgever beperkt zijn. _ Deelnemers aan Werken naar Vermogen maken de grootste kans op een reguliere baan als zij vanaf de start in een reguliere werkomgeving actief zijn. Er gaat een sterke prikkel uit van werken in een gewone omgeving. _ Werkgevers zijn bereid om mee te werken aan en te investeren in de ontwikkeling van werknemers met een (tijdelijke) afstand tot de arbeidsmarkt. Om tot een effectieve werkgeversaanpak te komen dienen we ons op een aantal zaken te richten op: _ Het selecteren van werksoorten in de regio met voldoende volume en duurzaamheid. _ Actief benaderen van werkgevers met voorbeelden, adviezen en ondersteuning bij het vrij maken van deze werksoorten binnen hun bedrijf. _ Aan de voorkant uitwerken van de voordelen die het oplevert; en welke ontwikkeling daarvoor nodig is. _ Veelal inzetten op een groepsgewijze inzet van personeel. Dat leidt tot de meest duurzame aanwezigheid en maakt het economisch gezien mogelijk om er (bege)leiding bij te zetten. _ Aanbieden van training en coaching gericht op werkleiding van de werkgever zelf om hun te versterken in de begeleidingscompetentie. 24

25 Voor een succesvolle, vraaggerichte en gecoördineerde werkgeversbenadering is het noodzakelijk om snelheid en betrouwbaarheid te combineren met een hoge servicegerichtheid naar de werkgever. Hiervoor kunnen we aansluiten bij eerder geformuleerde uitgangspunten en randvoorwaarden welke binnen de regio Midden Brabant gehanteerd worden. Deze 10 uitgangspunten zijn; 1) Eén vaste accountmanager voor werkgevers 2) Vraaggerichte insteek van bedrijfscontacten en bezoeken op het gebied van de aangeboden HRM dienstverlening (zie onder 3) 3) Breedte HRM dienstverlening omvat globaal: a. Instroom van personeel (o.a. werving en selectie, mogelijkheden en cultuur voor doelgroepen, leeftijdsopbouw, stages en leerbanen, cultuur ) b. Doorstroom van personeel (o.a. ontwikkeling personeel, bijscholing) c. Uitstroom van personeel (o.a. ontslag, van werk naar werk, omscholing, personeelsbehoud) d. Subsidiemogelijkheden op het gebied van personeel e. Arbeidsmarktontwikkelingen sector / regio 4) Benadering van werkgevers vanuit één identiteit met goede ingang en bereikbaarheid voor werkgevers 5) Professionele dienstverlening 6) Registratie door accountmanagers van bedrijfscontacten, gemaakte afspraken en geleverde diensten in een webbased toegankelijk registratiesysteem, namelijk CRM 7) Alle medewerkers van de samenwerkende partners raadplegen dit systeem voorafgaand aan (te plannen) bedrijfsbezoek 8) HRM dienstverlening is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de samenwerkende organisaties 9) Sectorgewijze aanpak met o.a. bedrijfsadviseurs per sectorspecialiteit en integrale sectorale aanpak op middellange termijn met samenwerkingspartners voor tekortsectoren 10) Eén gezamenlijk werkgeversteam met bedrijfsadviseurs / accountmanagers en specialisten Daarbij is het zeer te overwegen om een sociale community te bouwen voor een gezamenlijke werkgeversbenadering. Een social community kenmerkt zich als een gemeenschap waar het draait om interactie en uitwisseling tussen mensen met gelijkgestemde interesse. 25

26 Deel 6 Drie transities Naast de introductie van de Wwnv staan voor de komende jaren nog enkele andere grotere verandering/decentralisaties te wachten. Het betreft dan de overheveling van begeleiding uit de AWBZ naar de gemeentelijke WMO (gefaseerd gepland vanaf 2013) en in tweede instantie de overheveling van de Jeugdzorg (gepland vanaf 2014/2015). Met name rondom de transitie Jeugdzorg zijn er momenteel veel nog open vragen en lijkt het nu te vroeg om daar al op te preluderen. In de opdrachtformulering aan de kwartiermaker Wwnv is de vraag opgenomen om samen met de beide andere transities AWBZ/WMO en Jeugdzorg, een verbinding te maken op basis van een aantal kernwaarden. Hiertoe is overleg gevoerd met de beide projectleiders van die transities en zijn een aantal kernwaarden benoemd. Deze kernwaarden worden in alle 3 transities gebruikt en vormen zo een ijkpunt van het te voeren beleid (zie matrix hieronder). Hieronder gegeven we aan deze kernwaarden een nadere uitleg van de betekenis/invulling in het kader van de Wet Werken naar Vermogen, waarbij in aansluiting op bovenstaande opmerking in deze paragraaf m.b.t. de transitie Jeugdzorg, momenteel nog geen verdere invulling gegeven kan worden. Kernwaarde 11 Wwnv AWBZ/WMO Jeugdzorg Normalisatie Onder de Wwnv gaan we uit van We leggen de nadruk op n.n.t.b. de mogelijkheden van mensen, niet van de beperkingen normaliseren i.p.v. problematiseren. We gaan uit van talenten en mogelijkheden. Bij bewoners, aanbieder en onszelf. Eigen kracht Uitgangspunt is dat inwoners We gaan er vanuit dat inwoners n.n.t.b. 11 Kernwaarden op basis van informatie uit werkgroep awbz/wmo dd 16 maart. Bespreking in de werkgroep kunnen nog leiden tot aanpassingen 26

27 Nabijheid Keuzevrijheid Eenvoud Vertrouwen Effectiviteit zoveel mogelijk zelf oplossingen bedenken om volwaardig te kunnen deelnemen aan de samenleving; eigen kracht is hierbij overigens ook wel gekoppeld aan eigen verantwoordelijkheid. Daar waar de eigen kracht ontoereikend is, helpen we (waar mogelijk slechts tijdelijk). We kennen onze klanten binnen de Wwnv. Daarbij geldt dat service en dienstverlening bereikbaar (lokaal?) dient te zijn. Daarbij geldt tevens dat hoe groter de afstand tot de arbeidsmarkt is, hoe meer lokaal de oplossing moet worden gevonden. Burgers zijn zelf regisseur van hun loopbaan. We spreken hen aan op de eigen verantwoordelijkheid We bieden klanten eenduidige arrangementen en willen werkgevers ontzorgen van te veel bureaucratie en administratieve rompslomp. We hebben vertrouwen in onze samenwerkingspartners en in marktpartijen die onderdelen van de wet uitvoeren. We maken gebruik van opgebouwde expertise en omarmen goede initiatieven vanuit de markt. Het doel is maximaal presteren op basis van de mogelijkheden; uitstroom naar (zo regulier mogelijk) werk is het doel; indien dat niet haalbaar is, is het ontwikkelen van capaciteiten en vaardigheden het naast liggende doel. zoveel mogelijk zelf oplossingen bedenken om mee te doen aan de samenleving. We ondersteunen hen hierbij. We nemen verantwoordelijkheid niet over, tenzij het niet anders kan. We handelen steeds vanuit de vragen en achterliggende behoeften van inwoners met beperkingen. We nemen hierbij een creatieve, flexibele en faciliterende rol in. We gaan er vanuit dat inwoners zoveel mogelijk in hun leefomgeving toegang kunnen krijgen tot de verschillende vormen van begeleiding. We werken zoveel mogelijk in de nabijheid van inwoners met beperkingen, tenzij dit niet effectief of efficiënt is. In de praktijk betekent dit dat we begeleiding zoveel als mogelijk op buurt/wijk niveau organiseren. We gaan er vanuit dat inwoners kunnen kiezen uit een breed begeleidingsaanbod. Dit betekent dat we per cliëntengroep meerdere aanbieders gaan contracteren en dat we de mogelijkheid open willen houden voor een PGB. We gaan er vanuit dat inwoners, aanbieders en ook wijzelf gebaat zijn bij zo min mogelijk regels en een zo hoog mogelijke service. We zetten in op forse vermindering van bureaucratie. We hebben vertrouwen in aanbieders die we contracteren voor begeleiding. Wij maken gebruik van hun expertise en streven naar langdurige en stabiele coalities. We faciliteren ondernemers maar sturen waar nodig. We streven naar resultaten bij bewoners. Begeleiding moet leiden tot meedoen aan de samenleving op de zes leefgebieden die we hebben onderscheiden; werken, leren, inkomen, wonen, gezondheid en sociale relaties. n.n.t.b. n.n.t.b. n.n.t.b. n.n.t.b. n.n.t.b. 27

28 Efficiëntie Inclusiviteit Integraliteit We kiezen voor benaderingen en werkwijzen die zich bewezen hebben (best practices). Tevens houdt deze waarde in dat we vooral inzetten op een goede match tussen kandidaten en inzet van middelen. We streven een inclusieve arbeidsmarkt na. Een markt waaraan ook mensen met beperkingen duurzaam kunnen deelnemen We gaan er vanuit dat een inwoner die zich meldt voor werk (of een inkomensondersteuningsvraag heeft (behoefte) kan hebben op meerdere leefgebieden (opvoedingsvragen, vragen mbt tot werk en inkomen, vragen met betrekking tot zorg etc) Wij vinden dat zijn vraag ongedeeld beantwoord moet worden We kiezen steeds voor de goedkoopste, adequaat compenserende oplossing om in de behoefte aan begeleiding te voorzien. Vaker dan nu het geval is, zoeken we oplossingen in het gewone leven en in de eerste lijn. We faciliteren informele zorg en zoeken naar betere afstemming met professionele zorg. We gaan er vanuit dat algemene en collectieve voorzieningen in het gewone leven en de eerste lijn ingericht zijn voor mensen die begeleiding nodig hebben We gaan er vanuit dat een inwoner die zich meldt voor begeleiding een vraag (behoefte) kan hebben op meerdere leefgebieden (opvoedingsvragen, vragen mbt tot werk en inkomen, vragen met betrekking tot zorg etc) Wij vinden dat zijn vraag ongedeeld beantwoord moet worden n.n.t.b. n.t.t.b n.t.t.b. 28

29 Deel 7 ADVIEZEN 29

30 Na instemming met bovenstaande adviezen volgt de fase waarin we de adviezen verder gaan uitwerken. De projectgroep stelt voor om; 1. De projectgroep de opdracht te verstrekken om een uitwerkingsnota op te stellen waarin bovenstaande advies worden toegelicht en beschreven. 2. Een intentieovereenkomst op te stellen voor de samenwerking 3. Een implementatie/veranderplan plan op te stellen 4. Een kwartiermaker aan te stellen voor de ondersteuning van bovenstaande uitwerking. 5. Deze fase af te ronden op 1 juli

31 Bijlage 1 Visiedocument Visiedocument regionale aanpak Meierijgemeenten Wet werken naar vermogen (Wwnv) Versie 5 december 2011 De ambtelijke voorbereidingswerkgroep vraagt het PoHo Maatschappelijke Zaken van 14 december 2011 in te stemmen met: 1. Het verder uitwerken van scenario 1 met focus op werk( Of vindt het Poho het wenselijk dit eerst nader onderzocht te hebben?) We zetten vanuit het participatiebudget uitsluitend in op mensen met reëel perspectief op werk. We maken afspraken om welzijns- en dagbestedingsactiviteiten voor mensen zonder perspectief op werk te koppelen aan de te organiseren dagbesteding in het kader van de decentralisatie AWBZ. 2. De hoofdindeling regulier werk, georganiseerd werk en meedoen In de verdere vormgeving van het beleid maken we bij het benaderen van doelgroepen en bij de inzet van re-integratievoorzieningen onderscheid op basis van de verdiencapaciteit van mensen, de motivatie van mensen en/of de ingeschatte groeimogelijkheden van de verdiencapaciteit. 3. Een kwartiermaker te benoemen met als opdracht: kartrekker voorde projectgroep WNV en zorgdragen voor afstemming met de andere twee decentralisaties. Daarenboven de kwartiermaker opdracht geven om een visie met acht kernwaarden op te stellen, die als handvat voor de drie decentralisaties kan dienen. 4. Projectgroep WNV van beleidsmedewerkers van de deelnemende gemeenten in te stellen met als opdracht: breng de doelgroep zodanig in beeld, dat keuzes gemaakt kunnen worden t.a.v. de in te zetten instrumenten en financiële middelen. Geef vervolgens hoe en bij wie uitvoering en regie ingevuld zouden kunnen worden. Daarbij aandacht voor het onderzoeken van de genoemde onderwerpen Werken naar Vermogen en daarin de gewenste vorm van het Wsw-bedrijf en sociale dienst mee te nemen. 5. Als naam voor de samenwerking kiezen De Meierij-gemeenten 6. De planning Voorts willen wij het Poho de volgende vragen voorleggen: Kiest het Poho voor een open insteek zoals verwoord in dit visiedocument of sluit u aan bij de visie van de WSD? Hoe ziet Den Bosch de positie van de Weener Groep in de toekomst en is samengaan met een ander SW-bedrijf een reële optie? Inhoudsopgave 1. Huidige visie in kader van de Wet participatiebudget 2. Landelijke ontwikkelingen 3. Regionale visie in kader van de Wet werken naar vermogen 4. Richten we het beleid van de Wet werken naar vermogen op bepaalde groepen en zo ja, welke? 5. Onderwerpen regionale samenwerking 6. Uitvoering Wwnv en Wsw 7. Gemeentelijke regie en regionale samenwerking 8. Planning Bijlagen Inleiding De arbeidsmarkt regio Noord-Oost Brabant kent twee subregio s die te kennen hebben gegeven per subregio de WNV op te willen pakken, waarbij er wel onderlinge afstemming en kennisoverdracht is. Te weten Noord- Oost Oost en de Meierijgemeenten inclusief s- Hertogenbosch. In deze notitie wordt aangegeven op welke wijze de portefeuillehouders arbeidsmarkt uit de regio Noordoost- Brabant de Meierijgemeenten de regionale aanpak Wet werken naar vermogen willen invullen. De Meierijgemeenten bestaan uit de volgende gemeenten: Boxtel, Haaren, Vught, Sint Oedenrode, Sint Michielsgestel, Schijndel, s-hertogenbosch en Heusden (?). 31

32 Ter informatie; op 5 oktober 2011 heeft het PoHo MZ ingestemd met de volgende leidende principes en uitgangspunten die als een rode draad door deze notitie lopen: De klant centraal; consequenties voor de betrokken organisaties zijn volgend Iedere gemeente handelt vanuit eigen lokale verantwoordelijkheid Verbindingen tussen Jeugdzorg, AWBZ/Wmo en WNV zoeken vanuit de leefomgeving van de klant Onnodige diversiteit, complexiteit, ambtelijke en bestuurlijke drukte voorkomen We maken zoveel mogelijk gebruik van bestaande samenwerkingsconstructies We kiezen steeds per onderwerp de juiste schaal (lokaal- bovenlokaal regionaal) èn de juiste partners We werken samen op onderdelen waar dit meerwaarde oplevert Inzet en bijdrage van àlle samenwerkende gemeenten op basis van gelijkwaardigheid Groeimodel 1. Huidige visie in kader van de Wet participatiebudget Participatie is van belang voor zowel de samenleving als voor de individuele burgers. Voor de samenleving wordt participatie belangrijker omdat in de toekomst door de toenemende vergrijzing het beroep op arbeidskrachten, maar ook op inzet bij maatschappelijke activiteiten, terecht komt bij een kleinere groep mensen. Dan mag verwacht worden dat ieder zijn steentje bijdraagt. Ook voor de individuele burgers is participatie belangrijk. Sociale contacten zijn wezenlijk en bevorderen welzijn en welbevinden, en daarmee ook de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van mensen. Voor de meeste mensen geldt dat ze prima in staat zijn om zelf vorm te geven aan die participatie. Er is en blijft echter een groep waarvoor dat moeilijker is. Het gaat om mensen die door omstandigheden hun baan verliezen en tijdelijk zonder werk zijn, maar in toenemende mate ook om mensen voor wie een betaalde baan op korte of zelfs langere termijn niet haalbaar is. Een deel van hen heeft ook bij het realiseren van maatschappelijke participatie extra ondersteuning nodig. De inzet van de gemeenten richt zich daarbij op: - ondersteuning van mensen die op zoek zijn naar een betaalde baan, waarbij het gaat om zowel arbeidsbemiddeling als om scholing en training om optimaal kans te maken op werk; - ondersteuning bij maatschappelijke participatie van mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, waarbij die ondersteuning waar mogelijk gericht is op betaald werk op de langere termijn en indien dit niet haalbaar is op maatschappelijke participatie van blijvende aard. Participatie raakt veel andere beleidsterreinen. Ook de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) richt zich op participatie en veel andere terreinen dragen daaraan bij. Het participatiebudget biedt de mogelijkheid om doelgroepen te bundelen en veel nadrukkelijker activiteiten op verschillende terreinen met elkaar te verbinden. 2. Landelijke ontwikkelingen Door de invoering van de Wet werken naar vermogen en de andere twee transities uit het bestuursakkoord (overgang dagbesteding en begeleiding van AWBZ naar de Wmo en de verantwoordelijkheid van de jeugdzorg naar de gemeenten) en de bezuinigingen die hiermee vooral op het terrein van de Wet werken naar vermogen gepaard gaan, zullen we onze huidige visie moeten heroverwegen en in samenhang met de andere beleidsterreinen moeten bezien. We staan voor de uitdaging om scherpe keuzes te maken en ons beleid te concretiseren. De samenhang tussen de drie transities is van belang. Tegelijkertijd geldt voor de transitie Wet werken naar vermogen dat er maar weinig tijd is om grote veranderingen door te voeren. In het Poho MZ van 5 oktober 2011 hebben de portefeuillehouders afgesproken om in onze regio gezamenlijk op te trekken om - waar mogelijk - de drie transities in samenhang op te pakken. De doelstelling van de Wet werken naar vermogen is, dat iedereen naar zijn of haar mogelijkheden werkt bij voorkeur bij een reguliere werkgever: werk gaat boven uitkering en iedereen werkt naar vermogen. Iedereen is zelf verantwoordelijk om (volledig) in het eigen bestaan te voorzien. De gemeente kan loondispensatie geven aan mensen die (nog) niet in staat zijn om zelfstandig het wettelijk minimumloon te verdienen. Om zoveel mogelijk mensen regulier te laten werken is de medewerking van werkgevers, meer nog dan in de huidige situatie, cruciaal. Wat betreft de financiën die de gemeenten van het Rijk ontvangen om invulling te kunnen geven aan de nieuwe verantwoordelijkheden, dreigt onze regio een nadeelregio te worden: 32

33 Op basis van ambtelijke voorstellen uit de koker van het ministerie van SZW over de verdeling van het ontschotte participatiebudget van de Wet werken naar vermogen, dreigt onze regio bijna geen middelen voor re-integratie meer over te houden. Sterker nog, er dreigt geld uit de algemene middelen ingezet te moeten worden om alleen al de verplichtingen vanuit de huidige Wet sociale werkvoorziening te kunnen financieren In dat kader is het van belang, dat er ook keuzes gemaakt worden in welk gebied wij de WSW beschut werk en WNV willen uitvoeren. Vorige keer is een aantal uitgangspunten vastgesteld waarin de klant centraal staat en de organisaties volgend zijn. Dat kan gevolgen hebben voor het werkgebied van de WSD. De vormgeving van de verdeling van de herstructureringsfaciliteit Wsw, bedoeld om de transformatie richting een efficiëntere bedrijfsvoering van de sector te ondersteunen is bekend. Het Rijk stelt daarvoor in de periode miljoen euro beschikbaar. Over de precieze uitwerking van met name de kwantitatieve indicatoren vindt nog technisch overleg plaats met de VNG. In de brief van Staatssecretaris de Krom van 15 november jl. is te lezen dat de noodzaak van ondersteuning bij de herstructurering moet worden aangetoond en dat bij de vormgeving de overweging speelt dat gemeenten die in het verleden reeds ingezet hebben op een efficiëntere bedrijfsvoering hiervoor niet gestraft worden door een relatief lage uitkering uit de faciliteit. Ook al is er nog geen definitieve informatie over de budgetten vanaf 2013, wel is duidelijk dat er in elk geval vanaf 2013 veel minder middelen beschikbaar zullen zijn dan in de afgelopen jaren. Omtrent de nadere regels en datum van indienen van aan aanvraag herstructeringsfonds komt een op 15 december een brief van de staatssecretaris en is er op 16 december een landelijke informatiebijeenkomst. 3. Bovenlokale visie in kader van de Wet werken naar vermogen Als antwoord op bovenstaande ontwikkelingen kunnen scenario s vanuit twee verschillende visies over de Wet werken naar vermogen in samenhang met de andere transities ontwikkeld worden: 1) Scenario met focus op werk: We zetten vanuit het participatiebudget uitsluitend in op mensen met reëel perspectief op werk. Daarbij hoort de volgende visie: Iedereen werkt zo regulier mogelijk De lat ligt voor iedereen anders maar wel zo hoog mogelijk Burgers, werkgevers en overheid maken het samen tot een succes. We maken afspraken om welzijns- en dagbestedingsactiviteiten voor mensen zonder perspectief op werk te koppelen aan de te organiseren dagbesteding in het kader van de decentralisatie AWBZ. Hierbij uitwerken wat dit betekent voor de doelgroep en wat het kost. 2) Scenario met focus op werk èn meedoen: We zetten vanuit het participatiebudget in op iedereen die op basis van de Wet Wnv voor zijn inkomen afhankelijk is van de gemeente. Dat betekent dat we ook blijven investeren in participatie van mensen vanuit het participatiebudget van de Wet werken naar vermogen, ook als uitstroom naar regulier werk niet mogelijk is. Daarbij hoort de volgende visie: Iedereen doet zo volwaardig mogelijk mee aan de samenleving. Mensen die niet mee kunnen of zorg nodig hebben mogen op ons vertrouwen (solide vangnet) Dit scenario kan niet alleen gerealiseerd worden met de financiële middelen vanuit het participatiebudget. Bespreekpunt 14 december 2011: Voorstel: opteren voor scenario 1 waarbij we het participatiebudget inzetten voor de groep met perspectief op werk en waarbij we borgen dat mensen zonder perspectief op werk kunnen blijven deelnemen aan de samenleving. De kosten hiervoor worden uit andere budgetten betaald. Als we kiezen voor scenario 2 dan kan de doelstelling van de Wwnv namelijk Meer mensen (gedeeltelijk) aan het werk en minder mensen afhankelijk van een uitkering met het beperkte budget nooit gerealiseerd worden. 4. Richten we het beleid van de WWNV op bepaalde groepen en zo ja, welke? Mensen die straks een beroep doen op de WWNV worden beoordeeld op hun arbeidsvermogen (verdiencapaciteit). In theorie heeft elke persoon met een WNV uitkering arbeidsvermogen. De Wsw blijft immers uitsluitend bestaan voor de mensen die alleen in een beschutte omgeving kunnen werken, en de Wajong voor jonggehandicapten die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn en dus niet kunnen werken. 33

34 Om een idee te krijgen van de omvang van de doelgroep die in het kader van de Wwnv op de gemeente afkomt, staan in bijlage 2 cijfers over de omvang van de doelgroep. Voor onze regio komt de doelgroep uit op ongeveer personen. Wat betreft de Wajongers moet opgemerkt worden dat naar verwacht iets meer dan de helft van de jonggehandicapten die nu nog jaarlijks instromen in de Wajong vanaf 2013 instromen bij de gemeenten. De mensen die tot en met 2011 een Wajong-uitkering krijgen toegewezen, blijven in de Wajong (de mensen die in 2012 nog instromen maar wel arbeidspotentie hebben komen in 2014 naar de gemeenten). Gemeenten willen graag een dienstverlening overeind houden die mensen zoveel mogelijk stimuleert om hun eigen verantwoordelijkheid te nemen en die mensen daar waar nodig ondersteuning biedt. Tegelijkertijd moeten de financiële risico s die de gemeenten lopen geminimaliseerd worden. Beperking van uitkeringslasten is daarom een belangrijk uitgangspunt. Dat geldt nu al in de huidige Wet Werk en Bijstand en zal blijven gelden in de WWNV. De doelgroep van de WWNV wordt echter groter waardoor de financiële risico s ook toenemen. Het budget voor uitkeringen dat gemeenten van het Rijk ontvangen blijft namelijk taakstellend.. Dit heeft tot gevolg dat niet alle burgers op eenzelfde manier bediend kunnen worden. Het maken van keuzes en stellen van prioriteiten (wat doe je nog wel voor welke groepen en wat niet of op een andere manier) is onvermijdelijk. Wij denken aan een benadering van burgers, afhankelijk van de verdiencapaciteit die zij bezitten en een inschatting van de groeimogelijkheden (daaronder wordt verstaan uitstroom naar regulier werk dan wel stijging op de participatieladder. Hierbij kan grofweg gedacht worden aan onderstaande differentiatie (die in de verdere vormgeving van deze visie verfijnd moet worden): 1) Regulier werk Doel: werk zonder uitkering Toelichting: mensen met een verdiencapaciteit van (bijna) 100% hebben geen ondersteuning in de vorm van een re-integratievoorziening en/of loondispensatie nodig. Volstaan kan worden met het actief houden van deze groep om hen te stimuleren zo snel mogelijk werk te aanvaarden. 2) Georganiseerd werk Doel: capaciteiten benutten met uitkering Toelichting: mensen met een verdiencapaciteit van 50-80% met potentie van groei worden ondersteund bij hun ontwikkeling, teneinde de maximale verdiencapaciteit te kunnen realiseren; actieve inzet van het instrument loondispensatie, detachering en andere re-integratievoorzieningen. 3) Meedoen Doel: deelnemen aan de samenleving Toelichting: voor de mensen met een lage verdiencapaciteit (<30%), een grote afstand tot de arbeidsmarkt en weinig groeimogelijkheden dient voor de bevordering van de maatschappelijke participatie de inzet van zorg- en welzijnsinstellingen vergroot te worden en kan de inzet van de gemeente beperkt blijven. De Wet werken naar vermogen kent één doelgroep en maakt niet langer onderscheid naar Wajong, WWB en Wij. De WSW blijft echter voor het onderdeel Beschut Werken ook binnen Werken naar vermogen een aparte regeling met zijn eigen aantrekkingskracht. Bespreekpunt 14 december 2011: Voorstel: wij kiezen ervoor om bovenstaande hoofdindeling te volgen. In de verdere vormgeving van het beleid maken we bij het benaderen van doelgroepen en bij de inzet van re-integratievoorzieningen onderscheid op basis van de verdiencapaciteit van mensen, de motivatie van mensen en/of de ingeschatte groeimogelijkheden van de verdiencapaciteit. Andere definities van doelgroepen komen te vervallen. 5. Onderwerpen regionale samenwerking De bovenlokale werkgroep WNV gaat aan de slag met de onderstaande onderwerpen en zoekt hierbij de samenwerking met de werkgroepen AWBZ en Jeugdzorg en de Werkgroep WNV regio Oss. Wij onderscheiden op verschillende niveaus thema s die voor Werken naar Vermogen verder worden uitgewerkt: 34

35 Regionaal; Noordoost Noord-Brabant (Strategisch) We denken aan: - Strategische agenda Noordoost Brabant - Economische speerpuntenaanpak - Regionaal arbeidsmarktbeleid - Arbeidsmarktinformatie - Werkgeversbenadering - Integrale sectorale aanpak Bovenlokaal; de Meierijgemeenten (Tactisch) We denken aan: - Visievorming drie decentralisaties/sociale domein; acht kernwaarden - Beleid dienstverlening aan klanten èn werkgevers - Samenwerking ondernemers, onderwijs, overheid - Afstemming beleid Beschut Werken - Beleid en uitvoering arbeidsgehandicapten - Uitkeringverstrekking/-administratie - Gezamenlijke inkoop - Ontwikkelagenda scholing - Instrument bepalen verdiencapaciteit Lokaal; iedere gemeente afzonderlijk (Operationeel) We denken aan: - Dienstverlening aan de klanten èn werkgevers - Aanpak klanten met lange afstand tot de arbeidsmarkt - Samenhang tussen onderwijs, welzijn, economische zaken en sociale zaken Een erg belangrijk onderwerp is de regionale werkgeversbenadering. Zonder werkgevers geen banen en zonder banen geen werk. Om die reden krijgt dit onderwerp in dit hoofdstuk extra aandacht: Werkgeversbenadering De wet werken naar vermogen valt of staat met het realiseren van (regulier) werk voor de doelgroep van de Wwnv. Werkzoekenden begeleiden naar (gedeeltelijk) regulier werk is ook de enige mogelijkheid om de lasten op het inkomensdeel te beheersen. Het nieuwe instrument loondispensatie maakt een gedeeltelijke en stapsgewijze uitstroom naar werk mogelijk en aantrekkelijker. Onze dienstverlening zal moeten aansluiten bij de vraag van werkgevers. Het UWV Werkbedrijf Entreon is bezig de integrale werkgeversbenadering uit te rollen in de hele regio. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de ervaringen in het project WerkSaam, een pilot in het kader van de commissie de Vries, waarbij samengewerkt is tussen gemeenten, UWV en WSD bij de integrale werkgeversbenadering aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Bovenlokale afspraken en afstemming en lokaal maatwerk, delen van vacatures en werkzoekenden zijn succesfactoren. Ook zal in de toekomst bij werkgeversbenadering meer dan nu gebruik gemaakt worden van het instrument social return bij inkoop (het maken van afspraken met opdrachtnemers over arbeidsplaatsen, leerwerkplekken en stageplekken voor doelgroepen van de Wwnv bij inkoop van diensten en werken), aansluiten bij kansrijke sectoren (5-sterrenregio), aansluiten bij bestaande structuren, kleine lokale initiatieven ontwikkelen en de bestaande infrastructuur van partijen (werkpleinen, UWV, ROC, WSD, Weener Groep, sectorservicepunten en overige specialisten). We zetten in op een integrale werkgeversbenadering die aansluit bij de vraag van werkgevers op de schaal van Brabant-Noordoost-De Meierij Daarbij is ruimte voor benutting van de lokale kracht van de subregio en houden we aansluiting bij de ontwikkelingen op de schaal van onze arbeidsmarktregio. Bespreekpunt 14 december 2011: Aanvullingen op genoemde onderwerpen? 6. Uitvoering Wwnv en Wsw 35

36 De vraag die vervolgens beantwoord moet worden is welke partij in staat is of welke partijen in staat zijn de gewenste dienstverlening voor de verschillende doelgroepen met gewenste output (zo snel mogelijk, zo regulier mogelijk werk) tegen een betaalbare prijs te kunnen uitvoeren. Risicospreiding kan hierbij een argument zijn. Wij stellen voor om hierbij de volgende uitgangspunten te betrekken: - De verdiencapaciteit van WSD/Weener Groep en sociale diensten. De scenario s zijn van invloed op de bedrijfsvoering van WSD/Weener Groep en van de sociale diensten; - Gebruik maken van de expertise van verschillende partners (uitvoeringsorganisaties); - Risicospreiding toepassen. Met bovenstaande keuze hangt de gewenste vorm van het Wsw-bedrijf en andere uitvoeringsorganisaties zoals de sociale diensten in de toekomst samen. Wordt WSD en/of Weener Groep een bedrijf dat voor de gemeenten in de regio Meierijgemeenten uitsluitend de Wsw-beschut gaat uitvoeren of krijgt WSD/Weener Groep met andere uitvoeringsorganisaties de opdracht om delen van de Wet werken naar vermogen uit te voeren? 7. Gemeentelijke regie en regionale samenwerking Met de invoering van de Wet Werken naar Vermogen is er sprake van grootschalige veranderingen waarbij overheid, onderwijs en ondernemers betrokken moeten worden. Er zal een heroriëntatie op werkpleinen en de sociale werkvoorziening moeten plaatsvinden met daaraan gekoppeld de regionale samenwerkingsstructuur die hierbij op lokaal, boven lokaal en regionaal niveau hoort. Bij de uitvoering van de regie in het kader van wet werken naar vermogen gaat het om de inhoudelijke uitwerking en coördinatie van samenwerking en afstemming. De verantwoordelijkheid voor het besluitvormingstraject in colleges en raden ligt bij de afzonderlijke gemeenten. Om de ontwikkelingen met betrekking tot de Wet Werken naar Vermogen te kunnen opvangen, ligt het voor de hand om regionaal samen te werken. Hierbij geldt het uitgangspunt dat afhankelijk van het onderwerp een passende schaal gekozen moet worden (waarbij er sprake kan zijn van bovenlokale schaal Brabant Noordoostde Meierij en Brabant Noordoost.) Als uitgangspunt voor regionale samenwerking wordt de overlegstructuur arbeidsmarkt gehanteerd (Regiegroep met bestuurders 3 O s, PoHo-overleg met bestuurders van alle gemeenten uit de regio Noordoost-de Meierij, Regioteam met uitvoerders 3 O s, Beleidsoverleg met beleidsmedewerkers van alle gemeenten uit de regio Noordoost-de Meierijgemeenten). In deze overlegstructuur kan afstemming gezocht worden over de onderwerpen waarop lokaal, boven lokaal en regionaal en samengewerkt zal worden. Subregio Meierijgemeenten zal met regelmaat afstemmen met subregio Oss. Zo kan indien nodig ook ingezet worden op samenwerking op de schaal van Brabant-Noordoost. Bespreekpunt 14 december 2011: De gemeentelijke regie is gericht op inhoudelijke uitwerking, samenwerking en afstemming. Besluitvormingstrajecten worden door de betrokken partijen afzonderlijk doorlopen. Als uitgangspunt voor regionale samenwerking wordt uitgegaan van de de Meierijgemeenten. 36

37 8. Planning Om te zorgen dat de uitvoering van de Wet Werken naar Vermogen op 1 januari 2013 van start kan gaan, zal er een strakke planning gehanteerd moeten worden. Voor 2011 en 2012 hanteren we de volgende planning: Bespreekpunt 28 november 2011 met managers Meierijgemeenten: - Wat willen we wanneer op welke schaal organiseren en ter besluitvorming voorleggen aan de gemeenteraad? - Wie neemt zitting in het ambtelijke beleids/kernteam Werken naar Vermogen? 14 december Voorliggend visiedocument bespreken en in het portefeuillehoudersoverleg MZ inclusief zes instemmingspunten Januari Januari Dec maart 2012; Jan-maart 2012 Februari 2012 Juni 2012 Juni 2011 Juni e.v. Juni e.v. Start ambtelijke werkgroep bestaande uit beleidsmedewerkers van de betrokken gemeenten en SW-bedrijven met als doel integrale en gezamenlijke aanpak en uitvoering WNV. Op basis van het visiedocument wordt plan van aanpak gemaakt. Visiedocument wordt namens het portefeuillehoudersoverleg arbeidsmarkt aan alle colleges gestuurd???? Is dit wenselijk? Ambtelijke werkgroep bereidt de aanvraag voor de herstructureringsfaciliteit voor (aanvraag moet voor ingediend worden) Voorbereiden raadsvoorstel juni 2012; maart in routing naar de gemeenteraden Werkgeversbenadering in relatie tot werken naar Vermogen regio Noordoost- Brabant Informatieve conferentie voor alle raadsleden uit de regio met betrekking tot de Wet werken naar vermogen. Raadsvoorstel kaderstelling Werken naar Vermogen Opstellen verordeningen door werkgroep Uitvoering voorbereiden door operationeel managers 37

38 Bijlage 2 Raadsinformatiebrief Raadsinformatiebrief m.b.t. de decentralisatie WWNV, WMO en Jeugdzorg. De drie decentralisaties (en daarnaast tevens nog enige aanvullende maatregelen/voornemens) die vanuit de Rijksoverheid komende jaren worden doorgevoerd zijn omvangrijk, complex en hebben een grote weerslag op de gemeenten die verantwoordelijk worden voor de uitvoering van deze decentralisaties. In deze notitie wordt getracht om in eerste opzet, en op basis van de huidige kennis over de diverse onderdelen en regelingen, een samenhang aan te brengen tussen de diverse decentralisaties die de komende jaren naar gemeentes toekomen. Bij de start van een analyse dient onderzocht te worden hoe het gehele sociale domein van een stad of regio is opgebouwd; anders gesteld betreft het de vraag: over welke deel van de bevolking hebben we het eigenlijk?. Onderzoek en ervaring heeft geleerd dat ook hier de regel geldt: 80% van de bevolking redt zich prima op basis van eigen kracht en eigen inzet en mogelijkheden. De resterende 20% heeft in mindere of meerdere mate te maken met tegenslagen en/of beperkingen van tijdelijke dan wel structurele aard. Bovenstaand analyse-model wordt landelijk gebruikt en geeft een indicatie van de zelfredzaamheid en participatie van de bewoners. Hoewel lokale verschillen voorkomen kan gesteld worden dat 80% van de mensen zichzelf prima redt. Zij hebben geen ondersteuning nodig en voeren zelf de regie op hun leven. Vaak zorgen ze ook nog voor anderen. De 15% daarboven redt zich gemiddelde genomen en over langere termijn bezien, ook prima. Zij hebben alleen tijdelijke of lichte ondersteuning nodig. Daarbij kun je denken aan tijdelijke financiële steun (bijzondere bijstand) of kleine woningaanpassingen maar ook aan tijdelijke begeleiding of (mantelzorg-)ondersteuning bij ziekte of aandoeningen. De bovenste 5% heeft zware of langdurige hulp nodig vaak op meerdere levensterreinen, waarbij 2% ook niet in staat is zelf de regie op hun leven te voeren. Professionals nemen die regie dan over. Een voorbeeld hiervan zijn de daklozen en burgers met een ernstige en chronische beperking of aandoening. 12 Een andere betekenis van deze regel is dat de 20% ook verantwoordelijk is voor 80% van de kosten. Of dat hierbij ook van toepassing is, kan momenteel nog niet worden vastgesteld. 38

39 Het Bestuursakkoord. In het Bestuursakkoord tussen Rijk en VNG (als vertegenwoordiger van de gemeenten) is geregeld dat een aantal rijkstaken overgaan naar gemeenten. Tegelijkertijd wordt op de over te dragen beleidsvelden flink bezuinigd. Het gaat om de volgende decentralisaties: 1. Wet Wnv (Wet Werken naar vermogen) uit te voeren door gemeenten, ingaande Decentralisatie AWBZ naar gemeenten, ingaande Decentralisatie Jeugdzorg naar gemeenten, gefaseerd tussen en Het pijnpunt in het Bestuursakkoord Het moeilijkste punt van de onderhandelingen tussen Rijk en VNG was vooral toekomstige Wet Wnv. In deze wet worden de huidige regelingen aan de onderkant van de arbeidsmarkt gebundeld. Na bekendmaking van het bereikte Bestuursakkoord kwam er ook een hoofdlijnennotitie over de Wet Wnv. Daaruit blijkt dat zowel de Wajong als de Wsw deels in stand blijven. In die zin krijgen we niet één regeling ter vervanging van de huidige regelingen, maar we krijgen er een regeling bij. Dat maakt het niet alleen lastig voor de uitvoering, maar ook op financieel vlak wordt het dan moeilijk. Herstructurering WSW Met betrekking tot het onderdeel Wsw zijn de financiële gevolgen voor gemeenten zorgwekkend. De vergoeding die het Rijk over 3 jaar per fulltime Wsw-er wil betalen is hooguit nog het Wettelijk Minimum Loon (WML). De huidige Wsw blijft in stand voor alle personen die nu een Wsw-indicatie of Wsw-dienstverband hebben en die conform CAO betaald worden (ligt dus vaak boven WML). Het budget laat geen ruimte meer voor begeleiding of mensontwikkeling en de inschatting is dat we dan per Wsw-er 5.000,- te kort komen. Om de omvorming van de WSW te faciliteren heeft het ministerie de herstructureringsfaciliteit wsw beschikbaar gesteld. Het betreft op macro-niveau een voorziening van 400 miljoen euro dat gefaseerd in de periode 2012 tot en met 2018 beschikbaar komt voor de gemeenten (al of niet in samenwerking) die een aanvraag indienen bij het ministerie. Deze aanvraag dient voor 30 april 2012 bij het ministerie ingediend te zijn. Middels een separate nieuwsbrief wordt uw gemeenteraad hierover nader geïnformeerd. De Samenhang Er bestaat een duidelijke samenhang tussen de drie transities zoals we ze in deze raadsinformatiebrief schetsen. Enerzijds lopen de processen in een tijdspad gedeeltelijk met elkaar synchroon. Zie hiervoor onderstaande schema. Meerjaren transitiekalender drie decentralisaties Werken naar vermogen -Wij/WWB gaat over -WSW -Wet Wajong (gedeeltelijk AO) AWBZ -Nieuwe cl. dagbesteding, begeleiding en kortdurend verblijf -IQ maatregel AWBZ -Bestaande cl. extramurale dagverzorging, begeleiding en kortdurend verblijf -Scheiden wonen en zorg lichte categorieën Jeugdzorg -Uitvoering vrijwillige jeugdzorg naar gemeenten Jeugdzorg -AWBZ en ZVWgefinancierde zorg Jeugdzorg -Jeugdzorg gedwongen kader AWBZ -Clientondersteuning 39

40 Daarnaast is in bijgaande overzicht opgenomen op welke wijze er een inhoudelijke samenhang gevonden is tussen de drie transities wat zich vertaald in Het nieuwe denken Transitie Werken naar Vermogen. Op 1 januari jongstleden is de WIJ opgegaan in de Wet Werk en Bijstand. Hiermee is al een voorschot genomen op de omvangrijke transitie waarbij op 1 januari 2013 de Wajong, WSW en WWB worden samengevoegd. Aanleiding voor de wetswijziging 3) we willen de uitgaven voor re-integratie terugdringen en gelijktijdig meer mensen aan het werk krijgen. Dit vanuit de wetenschap dat er op termijn meer mensen voor arbeid nodig zijn omdat we geconfronteerd worden met een afname van het potentieel van werkende. (gevolg van de zogenaamde vergrijzing in combinatie met ontgroening) waardoor het potentieel van de beroepsbevolking afneemt. 4) De drie huidige wetten naast elkaar leiden tot ongewenste effecten en gedrag omdat de financiële uitgangsposities voor de deelnemers zeer verschillend uitwerken met als effect dat de uitstroom naar regulier werkt niet of te weinig plaatsvindt. Tevens is sprake van een forse overlap tussen de (nu nog) afzonderlijke doelgroepen. Na invoering van de nieuwe wet per 1 januari 2013 blijven er drie regelingen van kracht; 40

41 WWNV; Een regeling voor mensen met arbeidsvermogen. In deze wet worden de instrumenten loondispensatie en no-risk polis opgenomen. Onder deze wet vallen cliënten vanuit de WWB, nieuwe Wajong en WSW met arbeidspotentie boven de 30% loonwaarde (dit is 30% verdiencapaciteit t.o.v. het Wettelijk Minimum Loon WML). De Wajong blijft van toepassing voor jonggehandicapten met een volledige of duurzame arbeidsongeschiktheid. Wel vindt een tweedeling plaats tussen oude en nieuwe gevallen. Vanaf 2013 wordt de WSW indicatie beperkt tot mensen die zijn aangewezen op beschut werk. Hiermee wordt het aantal plaatsen in de WSW afgebouwd naar in 2050 (nu nog ongeveer plaatsen) Met de invoering van de WWNV vindt er tevens een forse budgetreductie plaats op het zogenaamde werkdeel van de afdeling Sociale Zaken. Deze reductie kan op lokaal niveau oplopen tot boven de 50% van het budget. Op 1 februari 2012 is de wet naar de 2 e kamer der Staten Generaal gezonden voor beraadslaging. In de memorie van toelichting die is verstrekt bij het indienen van het wetsvoorstel, beschrijft de minister de te bereiken kerndoelen als volgt: 4. dat mensen worden beoordeeld op hun mogelijkheden, niet hun beperkingen 5. er alleen ondersteuning is voor wie het nodig heeft 6. een transparant en activerend nieuw stelsel mensen uit de uitkering houdt. Planning Stand van zaken wetgevingstraject Het Wetsvoorstel Werken naar vermogen is op 1 februari naar de Tweede Kamer gestuurd. Inmiddels heeft de commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een procedurevergadering het schema opgesteld voor de behandeling van de wet. Belangrijk daarbij is dat er een Rondetafelgesprek komt in de Tweede Kamer, waarbij diverse partijen gehoord worden en hun visie kunnen geven op de nieuwe wet. Het schema ziet er voorlopig als volgt uit: 14 maart: Rondetafelgesprek 23 maart: Inbrengdatum verslag (schriftelijke vragen van de Kamerleden) 6 april: uiterste datum indiening Nota naar aanleiding van het verslag (antwoord van de staatssecretaris op de schriftelijke vragen) 16 april: Wetgevingsoverleg over technische aspecten Week 16 (17-19 april) Plenaire behandeling van het wetsvoorstel 24 april: stemmingen Regionale Aanpak Meierijgemeenten De arbeidsmarkt regio Noord-Oost Brabant kent twee subregio s die te kennen hebben gegeven per subregio de WNV op te willen pakken. In het POHO Maatschappelijke Zaken van 5 oktober 2011 is besloten om tot een regionale aanpak Meierijgemeenten Wet werken naar vermogen (Wwnv) te komen. Hiervoor is een visiedocument opgesteld dat in het POHO op 14 december 2011 is vastgesteld, waarbij de portefeuillehouders hebben ingestemd met; het uitwerken van het scenario met focus op werk het hanteren van een hoofdindeling voor de benadering van de doelgroepen naar, regulier werk, georganiseer werk en meedoen een kwartiermaker te benoemen met als opdracht om als kartrekker te fungeren voor de projectgroep WNV en afstemming te zoeken met de twee andere transities de kwartiermaker opdracht te geven een visie op stellen met kernwaarden, die als handvat kunnen dienen voor de drie transities een projectgroep in te stellen 41

42 Eind maart wordt op basis van het visiedocument een ontwerpnota aangeboden aan het POHO. Transitie begeleiding uit AWBZ naar WMO. Door de introductie van de WMO per 1 januari 2007, werden gemeenten vanaf dat moment verantwoordelijk voor de maatschappelijke ondersteuning van hun inwoners/burgers. Dit hield in dat gemeenten t.o.v. inwoners een compensatieplicht kregen voor zover die inwoners niet, of slechts ten dele zelfstandig in staat waren om volwaardig deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer. De compensatieplicht houdt in dat de gemeente verantwoordelijk is om de effecten van de beperkingen, zo veel mogelijk te compenseren, zodat deelname aan het maatschappelijk verkeer, mogelijk wordt. Het is dus geen wet die standaard een (op voorhand vastliggende) voorziening of dienst levert, bij een gegeven aandoening of beperking. Een volgende stap in de decentralisatie van taken naar de gemeenten betreft de overheveling van de functie begeleiding vanuit de landelijke regeling AWBZ, naar de lokale overheid. De transitie vanuit de AWBZ naar de WMO vindt plaats in 2 stappen: 1. per 1 januari 2013 worden gemeenten verantwoordelijk voor mensen die voor het eerst of opnieuw een beroep doen op begeleiding per 1 januari 2014 zijn gemeenten verantwoordelijk voor alle mensen (nieuwe en huidige) die een beroep doen op de WMO. Indicatiestelling voor een AWBZ verstrekking vindt plaats door het CIZ, dan wel bij jongeren < 18 jaar bij een psychiatrische aandoening door Bureau Jeugdzorg (BJZ). Politieke besluitvorming over de invoering is weliswaar nog niet afgerond, maar het is raadzaam om vooralsnog van bovenstaande fasering uit te gaan. De doelgroepen zijn: Ouderen met somatische of psychogeriatrische problematiek; Volwassenen met psychiatrische problematiek; Mensen met een verstandelijke beperking; Mensen met een zintuiglijke (visueel en/of auditief) beperking; Mensen met een lichamelijke of chronische ziekte; Jongeren met psychiatrische problematiek i.c.m. opvoed- en opgroeiproblemen Aangezien enkele jaren geleden reeds begeleiding bij een lichte handicap uit het AWBZ pakket is verdwenen, houdt dit in dat momenteel alleen nog begeleiding bij matige of ernstige handicap wordt geïndiceerd en verstrekt. Dit houdt tevens in dat meer dan gemiddeld kennis van aandoeningen en handicaps nodig is, en er hoge eisen gesteld worden aan professionaliteit bij zowel de indicatiestelling en zeker ook bij het verlenen van de begeleiding. Planning In de Meierijgemeenten werken bovengenoemde gemeenten intensief samen. Daartoe is een projectplan opgesteld dat toewerkt naar de invoeringsdatum 1 januari In de raadsvergaderingen van juni a.s. wordt aan de raad een uitgangspuntennota voorgelegd ter voorbereiding op de verordening en de implementatie van de uitvoering. Transitie Jeugdzorg Inhoudelijke opgave centraal 13 N.a.v. het bestuurlijk overleg met de staatssecretaris met de VNG (16 februari jl.) is de invoeringsdatum nadrukkelijk onderwerp van gesprek geweest. VNG houdt vast aan 1 jaar voorbereidingstijd. Ook de Tweede Kamerfracties vragen hebben gesteld over de voorbereidingstermijn. Het is mogelijk dat de invoeringsdatum van 1 januari a.s. voor nieuwe cliënten AWBZ verschuift of zelf mogelijk samen komt te vallen met de datum voor de huidige cliënten zijnde 1 januari

43 De transitie van de jeugdzorg gaat niet alleen over het overhevelen van geld, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Centraal moet een inhoudelijke vernieuwing van het gehele stelsel voor hulp en ondersteuning van ouders en kinderen staan. Het kabinet wil voorkomen dat lichte problemen uitgroeien tot zware problemen waarvoor specialistische zorg nodig is. Dit wil ze bereiken door gerichte ondersteuning en hulp aan te bieden in de eigen leefomgeving van de jeugdige en het gezin. Mogelijkheden voor maatwerk, ondersteuning in de buurt en samenhangend jeugdbeleid maken de gemeente tot de meest geschikte bestuurslaag om de zorg en ondersteuning rond jeugdigen en gezinnen te organiseren. Veranderingen in de jeugdzorg In het jeugdzorgdomein werken allerlei zorg- en hulpverleningsinstanties samen, onder de verantwoordelijkheid van diverse overheden. In de praktijk leidt dit tot versnippering van de zorg. Hierdoor schiet de jeugdzorg soms tekort. De samenwerking tussen deze instanties kan beter. Het kabinet wil vanaf 2014 ondersteuning en zorg voor de jeugd onderbrengen bij de gemeenten. Dit proces wordt de transitie van de jeugdzorg genoemd. Jeugdzorg is een vorm van hulpverlening voor jongeren en hun ouders. Wat voor soort hulp een kind of ouders nodig hebben hangt af van de situatie. Er zijn verschillende vormen van jeugdzorg zoals; Hulp bij de opvoeding, dagbehandeling, jeugdbescherming, jeugdreclassering, geestelijke gezondheidszorg, licht verstandelijke gezondheidszorg, residentiële jeugdzorg en gesloten jeugdzorg Bron rijksoverheid.nl Wat komt er op gemeenten af? Gemeenten worden in 2015 verantwoordelijk voor het gehele jeugdbeleid, inclusief de provinciale jeugdzorg, de zorg voor jeugdigen LVG ( licht verstandelijke gehandicapten) en de jeugd GGZ ( geestelijke gezondheidszorg). Hiervoor moet de Wet op de Jeugdzorg worden omgebouwd tot een Wet op de Zorg voor Jeugd. De verantwoordelijkheid voor het goed functioneren van de zorg in een gemeente is de verantwoordelijkheid van de wethouder. Rol van het CJG Gemeenten krijgen de opdracht om zorg te dragen voor een herkenbare en laagdrempelige plek van waaruit preventieve gezondheidszorg, opvoedingsondersteuning en hulp aan jeugdigen, gezinnen en medeopvoeders integraal wordt aangeboden. Ook wordt in de wet opgenomen dat de geboden hulp en ondersteuning aan een jeugdige afgestemd wordt met de ondersteuning op school en dat er op deze plek een bepaalde deskundigheid aanwezig hoort te zijn. Het Rijk schrijft niet voor hoe elke gemeente een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) moet vormgeven. Algemene Zorgplicht In de nieuwe wet Zorg voor Jeugd wordt een algemene zorgplicht geïntroduceerd. Het recht op de jeugdzorg maakt plaats voor plicht tot opvoeden. Gemeenten krijgen de plicht om jeugdigen en hun ouders opvoed- en opgroeiondersteuning te bieden. Daarnaast krijgen gemeenten de opdracht om ouders en jeugdigen op maat te ondersteunen. Een dergelijke opdracht wordt in de geest van de compensatieplicht uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) geformuleerd. Jeugd GGZ en Jeugd LVG Gemeenten zijn straks verantwoordelijk voor de uitvoering van Jeugd GGZ en Jeugd LVG. Hierdoor ontstaat een stimulans om in te zetten op preventieve en lichte vormen van zorg en voor het zoveel als mogelijk benutten van de eigen kracht. Door de integrale verantwoordelijkheid van gemeenten worden tevens de financiële barrières weggenomen voor vroegtijdige inzet vanuit de Jeugd GGZ en Jeugd LVG in multidisciplinaire zorgtrajecten. Het beroep op de gespecialiseerde Jeugd GGZ en de behandelzorg voor LVG jongeren kan hiermee mogelijk worden teruggebracht. Positie Jeugdgezondheidszorg Er wordt een preventief gezondheidspakket voor alle kinderen in Nederland wettelijk vastgelegd. Dit pakket bestaat uit de programma s en activiteiten die het Rijk vanuit volksgezondheidsbelang aan kinderen actief en op identieke wijze wil aanbieden via de Jeugdgezondheidszorg (JGZ). Het preventieve pakket wordt vastgelegd in de wet Publieke Gezondheid. Het niet uniforme pakket aan JGZ diensten wil het kabinet onderbrengen in de nieuwe wet Zorg voor Jeugd. Bronnen: 43

44 Beleidsbrief staatssecretarissen Veldhuijzen van Zanten en VWS en Teeven van V&J, 8 november 2011 en Samenwerkenvoordejeugd.nl, 10 november 2011 Regionale samenwerking In Noord-Brabant zijn provincie en de Brabantse gemeenten gezamenlijk aan zet, ieder vanuit de eigen verantwoordelijkheid en bevoegdheden. Samenwerking tussen de partijen is hierbij van belang. In Noord-Brabant wordt voortgebouwd op de samenwerking die de afgelopen jaren succesvol is opgebouwd. Het bestuurlijke opdrachtgeverschap voor het transitieproces is belegd bij gemeenten. Door onderlinge afstemming is mandaat gegeven voor gezamenlijke uitwerking op (sub) regionaal niveau. Het regionaal bestuurlijk overleg ( RBO) is opdrachtgever van het transitieproces. Op ambtelijk niveau is er een aanjaagteam opgericht hierin zijn alle subregio s en de provincie vertegenwoordigd. De gemeenten in de regio Noordoost Brabant oriënteren zich op de transitie door zich te (laten) informeren over en voor te bereiden op het aanbod waarvoor zij verantwoordelijk worden. Op 13 oktober 2011 heeft er een masterclass Transitie Jeugdzorg plaatsgevonden voor wethouders en ambtenaren. De opkomst was groot en het resultaat nog groter. In de transitie courant ( kunt u het verslag van deze middag nalezen. In 2011 heeft de regio Noordoost gewerkt aan een startnotie voor de transitie van de jeugdzorg. Deze notitie is in het najaar van 2011 in iedere afzonderlijke gemeente vastgesteld. Centraal bij de uitvoering van de transitie staat: Het belang om kinderen, jongeren en gezinnen in een vroegtijdig stadium, snel en zo dichtbij mogelijk te ondersteunen en te helpen bij het opgroeien en opvoeden tot volwassen en zelfstandige burgers in de context van hun leefomgeving. Bestuurlijke, organisatorische of instellingsbelangen zijn hieraan ondergeschikt. Onderzocht wordt wat lokaal kan en wat (sub) regionaal moet, bezien vanuit de inhoud. Hierbij wordt er zoveel mogelijk recht gedaan aan de couleur locale van iedere gemeenten. De regionale actieplannen Noordoost Brabant en het convenant Oost West, Thuis Best zijn de onderleggers voor de transitie. Aansluiting tussen het onderwijs en de jeugdzorg wil de regio zo optimaal vormgeven. In 2012 ontwikkeld het aanjaagteam in overleg met vertegenwoordigers uit de jeugdzorg, ouders en de jeugdigen aan een regionale visie voor de transitie. Om een goed beeld te krijgen van de huidige jeugdzorgaanbieders organiseert het aanjaagteam enkele werkbezoeken voor ambtenaren en wethouders in februari en maart. Daarnaast heeft erop 26 januari jl. een veldbijeenkomst plaatsgevonden met de directies van jeugdzorgaanbieders. Provinciaal beleid De provincie is en blijft op basis van de huidige wetgeving verantwoordelijk voor de kwaliteit en toegankelijkheid van de jeugdzorg tijdens de transitie tot het moment dat de stelselherziening wettelijk is geregeld. De continuïteit van zorg dient te allen tijde te blijven gegarandeerd, juist omdat het over een zeer kwetsbare doelgroep kan gaan. De provincie ziet de transitie als een kans om de inhoudelijke ontwikkelingen die de afgelopen jaren in gang zijn gezet, in een stroomversnelling te brengen. De provincie Noord-Brabant heeft middelen beschikbaar gesteld zodat de regio's zorg in kunnen kopen om het lokale aanbod te versterken en de druk op de jeugdzorg te verminderen. Experimenteren dus, in 2011 en Bron: Provinciaal uitvoeringsprogramma 2012 Rijksbeleid In het eerste kwartaal van 2012 verschijnt er naar verwachting het transitieplan. In het plan leggen Rijk, Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO) de fasering van de Transitie Jeugdzorg neer. Ook wordt ingegaan op de ondersteuning aan gemeenten. Het Rijk blijft toezicht houden op de volgende vormen van zorg: Gesloten jeugdzorg Jeugdigen die vallen onder de wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ) Verplichte maatregelen jeugdbescherming en jeugdreclassering. Meer informatie over het rijksbeleid treft u aan op samenwerkenvoordejeugd.nl. Dit is een gezamenlijke website van de ministeries van VWS, OCW en VenJ, bestemd voor iedereen die 44

45 professioneel betrokken is bij de uitvoering van lokaal jeugdbeleid. De site informeert over actuele ontwikkelingen op vier hoofdthema's: Centrum voor Jeugd en Gezin, stelselwijziging: zorg voor de jeugd, passend onderwijs/zat en de aanpak kindermishandeling. Uitgangspunt van het huidige beleidskader is dat opgroei- en opvoedproblemen vroegtijdig en meer op lokaal niveau moeten worden opgelost. De volgende strategische beleidsdoelstellingen zijn geformuleerd: Het bieden van goede en efficiënte hulp aan jongeren met opvoed en opgroeiproblemen. Tot aan de formele overdracht van de jeugdzorg blijft dit het uitgangspunt voor het provinciaal handelen. Zorgdragen voor een Stelsel in balans. Dit verwijst naar het streven om de juiste zorg op de juiste plek te organiseren en daarmee de groei in de jeugdzorg om te buigen. Het refereert aan de voortdurende groei van de jeugdzorg, die in contrast staat met het stabiele aantal jongeren in Brabant. Daarnaast is voor een jeugdzorgstelsel in balans versterking van eerstelijns aanbod én het verlagen van de drempels voor opvoedingsondersteuning nodig. Als laatste verwijst een stelsel in balans ook naar de verhouding met aanpalende geïndiceerde zorg jeugd GGZ en jeugd LVG. De juiste zorg moet op de juiste plaats worden geboden, Voor een meer gedetailleerd overzicht van de transitie jeugdzorg zie schema hieronder. Invoeringskosten In de septembercirculaire 2011 van het Gemeentefonds staat dat voor de invoeringskosten van de Transitie Jeugdzorg in 2012, 16 miljoen beschikbaar is en voor 2013, 48 miljoen. Inmiddels zijn de invoeringskosten per gemeente voor 2012 bekend. Dat blijkt uit de decembercirculaire van het Gemeentefonds. In 2012 ontvangen gemeenten 10,5 miljoen via een decentralisatie-uitkering. Het bedrag wordt verdeeld op basis van het aantal jongeren (2/3e deel) en een vast bedrag voor iedere gemeente (1/3e deel). In 2012 wordt een deel van het budget bestemd voor provincies ( 1,6 miljoen) en een deel voor de transitiecommissie ( 0,5 miljoen). Het resterende bedrag ( 3,4 miljoen) wordt gereserveerd voor onderzoek, congressen en andere ondersteunende activiteiten. Passend onderwijs Anders dan nu het geval is, waarbij ouders en kinderen aangemeld worden voor een speciale vorm van onderwijs, (regulier dan wel speciaal onderwijs) zal na deze wetswijziging het kind en de ouders centraal komen te staan. De vraag komt centraal te staan, en niet langer het (historisch) gegroeide aanbod aan onderwijsvoorzieningen. De algemene verwachting is dat dit zal leiden tot minder aanspraak op speciaal onderwijs en het reguliere onderwijs voor de uitdaging/opdracht staat om ook voor zorgkinderen een passend onderwijsaanbod te doen. Bovendien zal er sprake zijn van regionale afstemming (via verplicht gestelde regionale samenwerkingsverbanden) m.b.t. locaties en aangeboden kennis en 45

Commissienotitie. Onderwerp De Ontwerpnota Wet Werken naar vermogen (WWnv) Status Informerend

Commissienotitie. Onderwerp De Ontwerpnota Wet Werken naar vermogen (WWnv) Status Informerend Onderwerp De Ontwerpnota Wet Werken naar vermogen (WWnv) Status Informerend Voorstel 1. Kennis te nemen van: - de adviezen in de Ontwerpnota Wet Werken naar vermogen (WWnv) - het Overzicht Participatiebudget

Nadere informatie

Overdrachtsdocument voor (nieuw) bestuur na de gemeenteraadsverkiezingen

Overdrachtsdocument voor (nieuw) bestuur na de gemeenteraadsverkiezingen Overdrachtsdocument voor (nieuw) bestuur na de gemeenteraadsverkiezingen Inleiding Hoewel de kaders van de Participatiewet nog steeds regelmatig wijzigen, 3 februari is bekend gemaakt dat het Kabinet met

Nadere informatie

TRANSITIE Wwn w v n / hers r t s ruct c ure r rin i g S W S

TRANSITIE Wwn w v n / hers r t s ruct c ure r rin i g S W S TRANSITIE Wwnv / herstructurering SW Hoofdlijnen WWNV (I) 1. Eén regeling voor personen met arbeidsvermogen 2. Verantwoordelijkheid gemeenten 3. Wajong: volledig én duurzaam jonggehandicapt 4. Wsw: aangewezen

Nadere informatie

Werkdocument regionale aanpak Wet werken naar vermogen (Wwnv)

Werkdocument regionale aanpak Wet werken naar vermogen (Wwnv) Werkdocument regionale aanpak Wet werken naar vermogen (Wwnv) In deze notitie wordt aangegeven op welke wijze de portefeuillehouders arbeidsmarkt uit de regio Brabant-Noordoost-oost de regionale aanpak

Nadere informatie

Risicoanalyse en scenariostudie als onderbouwing van de Kadernota. Samenvatting

Risicoanalyse en scenariostudie als onderbouwing van de Kadernota. Samenvatting Risicoanalyse en scenariostudie als onderbouwing van de Kadernota Samenvatting Aanpak Pagina 2 Doelstelling Vergelijking van keuzes: Doorgaan met huidige uitvoering óf Opzetten van een gezamenlijk uitvoeringsorganisatie

Nadere informatie

Raadsbesluit Raadsvergadering: 28 mei 2014

Raadsbesluit Raadsvergadering: 28 mei 2014 ONDERWERP Beleidskadernota Participatiewet 2015 SAMENVATTING Op 20 februari 2014 is door de Tweede Kamer het wetsvoorstel Participatiewet aangenomen. Het voorstel ligt nu bij de Eerste Kamer en als deze

Nadere informatie

Beschut werk in Aanleiding

Beschut werk in Aanleiding Beschut werk in 2015 1. Aanleiding Op 1 januari jl. is de Participatiewet in werking getreden. Een nieuwe voorziening onder deze wet is beschut werk nieuwe stijl 1. Gemeenten zijn onder deze wet verplicht

Nadere informatie

Onderweg naar één Werk-Ontwikkelbedrijf. Divosa Masterclass 01-02-2013

Onderweg naar één Werk-Ontwikkelbedrijf. Divosa Masterclass 01-02-2013 Onderweg naar één Werk-Ontwikkelbedrijf Divosa Masterclass 01-02-2013 Inhoud keuze voor het inrichten van één werkbedrijf het model op hoofdlijnen doelgroep ondersteuning in de uitvoering de risico s en

Nadere informatie

BELEIDSKADERNOTITIE PARTICIPATIEWET HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE

BELEIDSKADERNOTITIE PARTICIPATIEWET HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE BOB 14/006 Aan de raad, BELEIDSKADERNOTITIE PARTICIPATIEWET HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE Voorgeschiedenis / aanleiding Op 20 februari 2014 is door de Tweede Kamer het wetsvoorstel Participatiewet aangenomen.

Nadere informatie

Welkom. Wet werken naar vermogen. Herstructureringsplan sociale werkvoorziening. Stand van zaken scenario s rol SWbedrijf

Welkom. Wet werken naar vermogen. Herstructureringsplan sociale werkvoorziening. Stand van zaken scenario s rol SWbedrijf Welkom Wet werken naar vermogen Herstructureringsplan sociale werkvoorziening Stand van zaken scenario s rol SWbedrijf Ergon Wet werken naar vermogen (1) één doel: meer mensen aan het werk, uitgaven terugdringen

Nadere informatie

Een nieuwe taak voor gemeenten

Een nieuwe taak voor gemeenten Een nieuwe taak voor gemeenten Vanaf 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking. Het doel van de wet is om meer mensen, ook mensen met een arbeidsbeperking, aan de slag te krijgen. De gemeente

Nadere informatie

Collegevoorstel. Onderwerp. Samenvatting. Voorstel. Registratienr.: BP Transitiearrangement tussen Gemeente en WSD

Collegevoorstel. Onderwerp. Samenvatting. Voorstel. Registratienr.: BP Transitiearrangement tussen Gemeente en WSD Onderwerp Transitiearrangement 2015-2016 tussen Gemeente en WSD Samenvatting In haar brief van 18 december 2013 vraagt WSD aan de deelnemende gemeenten van de GR om een arrangement te treffen voor 2015

Nadere informatie

De Wet werken naar vermogen, een nieuwe weg in de sociale zekerheid!

De Wet werken naar vermogen, een nieuwe weg in de sociale zekerheid! De Wet werken naar vermogen, een nieuwe weg in de sociale zekerheid! De maatschappij en overheid veranderen. De kern van de verandering is de omslag van een verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving.

Nadere informatie

Afdeling: Beleid Maatschappij Leiderdorp, 30 oktober 2014 Onderwerp: Re-integratieverordening. Aan de raad. Participatiewet

Afdeling: Beleid Maatschappij Leiderdorp, 30 oktober 2014 Onderwerp: Re-integratieverordening. Aan de raad. Participatiewet Pagina 1 van 6 Versie Nr.1 Afdeling: Beleid Maatschappij Leiderdorp, 30 oktober 2014 Onderwerp: Re-integratieverordening Aan de raad. Participatiewet Beslispunten *Z00288A120 E* 1. Vast te stellen de Re-integratieverordening

Nadere informatie

Puntsgewijze samenvatting van de Hoofdlijnennotitie werken naar vermogen

Puntsgewijze samenvatting van de Hoofdlijnennotitie werken naar vermogen Puntsgewijze samenvatting van de Hoofdlijnennotitie werken naar vermogen Deze puntsgewijze samenvatting is een uitwerking van de afspraken die hierover in het regeer- en gedoogakkoord zijn gemaakt. Bij

Nadere informatie

Inhoud. Participatiewet & Participatiebudget. Indicatie aantallen (bijstand en nieuw instrumentarium) Aanleiding en opdracht werkgroep

Inhoud. Participatiewet & Participatiebudget. Indicatie aantallen (bijstand en nieuw instrumentarium) Aanleiding en opdracht werkgroep Inhoud Participatiewet & Participatiebudget Indicatie aantallen (bijstand en nieuw instrumentarium) Aanleiding en opdracht werkgroep Resultaten doorrekeningen 4 scenario s Conclusies en adviezen - 1 -

Nadere informatie

Transitie Participatiewet: Regionale Stellingen

Transitie Participatiewet: Regionale Stellingen Transitie Participatiewet: Regionale Stellingen Huidige Visie CGM Kadernota Participatie Land van Cuijk van uw raad uit dec. 2011. Inwoners economisch zelfredzaam = Schadelastbeperken = Verminderen van

Nadere informatie

De Participatiewet. Raad op Zaterdag Den Haag, 21 september 2013. Edith van Ruijven

De Participatiewet. Raad op Zaterdag Den Haag, 21 september 2013. Edith van Ruijven De Participatiewet Raad op Zaterdag Den Haag, 21 september 2013 Edith van Ruijven De participatiewet Naar een inclusieve arbeidsmarkt jobcoach No risk polis Compensatie lagere productiviteit (loonkostensubsidie)

Nadere informatie

Deelplan Participatiewet Beleidsplan sociaal domein 2015-2018

Deelplan Participatiewet Beleidsplan sociaal domein 2015-2018 Deelplan Participatiewet Beleidsplan sociaal domein 2015-2018 Gemeente Noordoostpolder 19 augustus 2014 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1. Inleiding... 3 2. groep... 4 3. en en uitgangspunten... 5 3.1.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 30 545 Uitvoering Wet Werk en Bijstand Nr. 189 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Werken naar vermogen. Maart 2012

Werken naar vermogen. Maart 2012 Werken naar vermogen Maart 2012 1 Inhoud presentatie Hoofdlijnen nieuwe systeem Loondispensatie Stand van zaken WWNV Planning wetsvoorstel Planning lagere regelgeving 2 Nieuwe systeem Wet werken naar vermogen

Nadere informatie

Wet Werken naar Vermogen

Wet Werken naar Vermogen Wet Werken naar Vermogen Werk? en Inkomen? Branko Hagen, Else Roetering. LCR-congres 2011 Agenda De Wet Werken naar vermogen Wat is bekend, wat zijn vragen? 2 hoofdvragen 1. De werking van de Wet Werken

Nadere informatie

Voorstel aan de gemeenteraad van Oostzaan

Voorstel aan de gemeenteraad van Oostzaan Onderwerp: Regelingen regionaal Participatiewet Oostzaan Invullen door Raadsgriffie RV-nummer: 14/84 Beleidsveld: Werk en inkomen Datum: 26 november 2014 Portefeuillehouder: M. Olij Contactpersoon: Corina

Nadere informatie

Reg.nr.: I-SZ/2011/468. Raadsinformatiebrief WWnV. 14 december 2011

Reg.nr.: I-SZ/2011/468. Raadsinformatiebrief WWnV. 14 december 2011 Reg.nr.: I-SZ/2011/468 Raadsinformatiebrief WWnV 14 december 2011 Brabant Noordoost-oost 1. Inleiding 2. Landelijke ontwikkelingen a. Rijksbeleid - Aanleiding - Hoofdlijnen van de WWnV b. Gevolgen voor

Nadere informatie

Participatiewet. 9 september 2014. raadscommissie EM - 1 -

Participatiewet. 9 september 2014. raadscommissie EM - 1 - Participatiewet raadscommissie EM 9 september 2014-1 - Inhoud achtergrond wijzigingen sociale zekerheid hoofdlijnen Participatiewet 1 januari 2015 financiering Rijk wetswijzigingen WWB 1 januari 2015 voorbereidingen

Nadere informatie

Visie en uitgangspunten (1)

Visie en uitgangspunten (1) Visie en uitgangspunten (1) Iedereen moet kunnen meedoen als volwaardig burger en bijdragen aan de samenleving. Participatiewet streeft naar een inclusieve arbeidsmarkt, voor jong en oud, en voor mensen

Nadere informatie

Wet werken naar vermogen. perspectieven voor cliënten en gemeente?

Wet werken naar vermogen. perspectieven voor cliënten en gemeente? Wet werken naar vermogen perspectieven voor cliënten en gemeente? Branko Hagen/Else Roetering, LCR, 29-03-2012 Agenda Wwnv onder de loep Gevolg cliënten en gemeenten Wat / Hoe dan wel? Wwnv Kern: Ieder

Nadere informatie

Participatiewet / Wsw. Raadsinformatieavond - 3 juli 2013

Participatiewet / Wsw. Raadsinformatieavond - 3 juli 2013 Participatiewet / Wsw Raadsinformatieavond - 3 juli 2013 Bespreekpunten Wat is de huidige situatie in Wwb en Wsw? Wat zijn de belangrijkste contouren van de Participatiewet? Welke effecten heeft de Participatiewet

Nadere informatie

Advies Uitvoeringspanel

Advies Uitvoeringspanel Onderwerp: Wetsvoorstel Participatiewet Behandeld in het uitvoeringspanel van 11 juli 2013. en vastgesteld op 19 augsutus 2013 Loonkostensubsidie Het is goed als gemeenten en sociale partners onderling

Nadere informatie

Presentatie Participatiewet & Wijzigingen Wwb. Commissie Samenleving Brielle

Presentatie Participatiewet & Wijzigingen Wwb. Commissie Samenleving Brielle Presentatie & Wijzigingen Wwb Commissie Samenleving Brielle Inhoud Presentatie Doelen participatiewet Uitgangspunten participatiewet Samenwerking Consequenties invoering participatiewet Wijzigingen Wwb

Nadere informatie

VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG

VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG Juli 2016 1 INHUDSOPGAVE Pagina 1. Samenvatting 4 2. Inleiding 5 3. Beschut werk nieuw 6 4. (Regionale) visie op beschut werk nieuw 7 5. Contouren beschut

Nadere informatie

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders Nummer: Datum vergadering: 10-09-2013 Onderwerp: Verlenging tijdelijke dienstverbanden SW NoordWestGroep Conceptbesluit: Samenvatting: NoordWestGroep toestemming

Nadere informatie

VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG

VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG Juli 2016 1 INHUDSOPGAVE Pagina 1. Samenvatting 3 2. Inleiding 4 3. Beschut werk nieuw 5 4. (Regionale) visie op beschut werk nieuw 5 5. Contouren beschut

Nadere informatie

Bijlage 1 : Beschut werk

Bijlage 1 : Beschut werk Bijlage 1 : Beschut werk Inleiding Met de inwerkingtreding van de Participatiewet vanaf 1 januari 2015 is instroom in Wet sociale werkvoorziening (Wsw) niet meer mogelijk. Doordat er geen nieuwe instroom

Nadere informatie

Transitieplan. 12 september 2013

Transitieplan. 12 september 2013 Transitieplan 12 september 2013 Situatie Oost-Groningen Hoog aantal Wsw-ers (3,5 x landelijk gemiddelde) Hoog aantal Wajongeren (2 x landelijk gemiddelde) Arbeidsparticipatie is laag (61% ten opzichte

Nadere informatie

Kadernota Participatie en Inkomen. Raadsinformatieavond 14 januari 2014

Kadernota Participatie en Inkomen. Raadsinformatieavond 14 januari 2014 Kadernota Participatie en Inkomen Raadsinformatieavond 14 januari 2014 Opbouw 1. Urgentie/aanleiding 2. Gekozen insteek en proces 3. Drieledige veranderstrategie a. Versterken bedrijvigheid en stimuleren

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 161 Wijziging van de Wet werk en bijstand, de Wet sociale werkvoorziening, de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten en enige andere

Nadere informatie

Programma. Wat is de Participatiewet? Hoe kunnen wij u helpen?

Programma. Wat is de Participatiewet? Hoe kunnen wij u helpen? Programma Wat is de Participatiewet? Hoe kunnen wij u helpen? De Participatiewet Op 1 januari 2015 is de Participatiewet van kracht Van werkgevers wordt nu verwacht om werkzoekenden met een arbeidsbeperking

Nadere informatie

Pagina 1 van 5 Versie Nr.1 Registratienr.: Z/14/004375/12040

Pagina 1 van 5 Versie Nr.1 Registratienr.: Z/14/004375/12040 Pagina 1 van 5 Versie Nr.1 Afdeling: Beleid Maatschappij Leiderdorp, 9 oktober 2014 Onderwerp: Beleidsplan Participatiewet Aan de raad. Beslispunten 1. Ter uitvoering van de Participatiewet het Beleidsplan

Nadere informatie

Naar een stad die werkt Benen op tafel bijeenkomst. 14 juni 2011 Jan Lagendijk Marc Bevers

Naar een stad die werkt Benen op tafel bijeenkomst. 14 juni 2011 Jan Lagendijk Marc Bevers Naar een stad die werkt Benen op tafel bijeenkomst 14 juni 2011 Jan Lagendijk Marc Bevers PROGRAMMA Participatie, reintegratie en werk aan de onderkant van de arbeidsmarkt Een serieuze opgave van hoge

Nadere informatie

Arbeidsparticipatie naar vermogen

Arbeidsparticipatie naar vermogen Arbeidsparticipatie naar vermogen Driemaal is scheepsrecht - Wet Werken naar Vermogen - Participatiewet - Sociaal akkoord Wanneer duidelijkheid? Derde wetsvoorstel over onderwerp: onderkant van de arbeidsmarkt

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Kaderstellend en besluitvormend. Aan de Raad Agenda nr. 6 Vaststellen concept Strategische Kadernotitie Participatiewet Peelregio.

RAADSVOORSTEL Kaderstellend en besluitvormend. Aan de Raad Agenda nr. 6 Vaststellen concept Strategische Kadernotitie Participatiewet Peelregio. RAADSVOORSTEL Kaderstellend en besluitvormend Aan de Raad Agenda nr. 6 Vaststellen concept Strategische Kadernotitie Participatiewet Peelregio. Datum 26 februari 2014 1. Samenvatting In de strategische

Nadere informatie

Factsheet. Participatiewet. Informatie voor de werkgever, juli 2014

Factsheet. Participatiewet. Informatie voor de werkgever, juli 2014 Factsheet Participatiewet Informatie voor de werkgever, juli 2014 In deze factsheet voor de UMC s over de Participatiewet wordt op een rij gezet waar deze wetgeving over gaat, over wie het gaat en wat

Nadere informatie

Visie Participatiewet

Visie Participatiewet Visie Participatiewet Zoveel mogelijk burgers doen mee en voorzien in hun eigen inkomen Regio Alkmaar 06-11-2013 Kern Participatiewet Opgebouwd uit WWB, WSW en WAJONG Geen nieuwe instroom in WSW Gemeente

Nadere informatie

Initiatiefvoorstel PvdA-GroenLinks

Initiatiefvoorstel PvdA-GroenLinks Initiatiefvoorstel PvdA-GroenLinks Onderwerp: social return en inbesteden Datum commissie: 6 juni 2013 Datum raad: Nummer: Documentnummer: Steller: Eric Dammingh Fractie: PvdA-GroenLinks Samenvatting Meedoen

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 10 december 2008. Beleidsplan Re-integratiebeleid 2009-2011

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 10 december 2008. Beleidsplan Re-integratiebeleid 2009-2011 Aan de raad AGENDAPUNT 3 Beleidsplan Re-integratiebeleid 2009-2011 Voorstel: 1. De kaders uit het beleidsplan 'Werken werkt!' vaststellen, zijnde: a. als doelstellingen: - het bevorderen van de mogelijkheden

Nadere informatie

Dilemma s in Re-integratie en participatie i.r.t. P-budget en WWnV. Uitloop-avond Commissie Sociaal 12 april 2012

Dilemma s in Re-integratie en participatie i.r.t. P-budget en WWnV. Uitloop-avond Commissie Sociaal 12 april 2012 Dilemma s in Re-integratie en participatie i.r.t. P-budget en WWnV. Uitloop-avond Commissie Sociaal 12 april 2012 Bedoeling Bespreking en dicussie over: Invulling maatschappelijke participatie Invulling

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Wie ben ik? Turgut Hefti Arbeidsdeskundige en jurist UWV, Achmea DossierMeester

Wie ben ik? Turgut Hefti Arbeidsdeskundige en jurist UWV, Achmea DossierMeester De Participatiewet Wie ben ik? Turgut Hefti Arbeidsdeskundige en jurist UWV, Achmea DossierMeester Wat komt aan bod? Ontwikkelingen Participatiewet Rol arbeidsdeskundige Ontwikkelingen Van verzorgingsstaat

Nadere informatie

Portefeuillehouder: M. Verschuren Behandelend ambtenaar R.J. Bolt, (t.a.v. R.J. Bolt)

Portefeuillehouder: M. Verschuren Behandelend ambtenaar R.J. Bolt, (t.a.v. R.J. Bolt) Vergadering: 10 februari 2015 Agendanummer: 6a Status: Opiniërend Portefeuillehouder: M. Verschuren Behandelend ambtenaar R.J. Bolt, 0595-447704 E-mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. R.J. Bolt) Aan de gemeenteraad,

Nadere informatie

Werk, inkomen. sociale zekerheid. www.departicipatieformule.nl, versie 2 2013 1

Werk, inkomen. sociale zekerheid. www.departicipatieformule.nl, versie 2 2013 1 Werk, inkomen & sociale zekerheid versie 2013 www.departicipatieformule.nl, versie 2 2013 1 Inleiding... 3 Participatiewet, geplande invoerdatum 1 januari 2014... 4 Wet Wajong (sinds 2010)... 6 Wet Werk

Nadere informatie

Onderwerp: Impact Sociaal Akkoord voor de Participatiewet

Onderwerp: Impact Sociaal Akkoord voor de Participatiewet Onderwerp: Sociaal Akkoord voor de Participatiewet We hebben de impact van het sociaal akkoord voor u als szpecialist op een rij gezet. In een kort en helder overzicht wordt per item aangegeven waar we

Nadere informatie

Financiële gevolgen van het beëindigen van tijdelijke contracten in de sociale werkvoorziening

Financiële gevolgen van het beëindigen van tijdelijke contracten in de sociale werkvoorziening Financiële gevolgen van het beëindigen van tijdelijke contracten in de sociale werkvoorziening Gemeenten worden geconfronteerd met hoge kosten voor onder andere de SW- populatie, een dalend subsidiebedrag

Nadere informatie

De Zijl Bedrijven Van sociale werkvoorziening tot Brug naar Werk. Jan-Jaap de Haan Wethouder Leiden

De Zijl Bedrijven Van sociale werkvoorziening tot Brug naar Werk. Jan-Jaap de Haan Wethouder Leiden De Zijl Bedrijven Van sociale werkvoorziening tot Brug naar Werk Jan-Jaap de Haan Wethouder Leiden november 2012 1 Bouwen op de kracht van burgers Principes VNG (1) 1. Ondersteuning op maat door integrale

Nadere informatie

Wajong en Participatiewet

Wajong en Participatiewet Inovat 5 maart 2015 Wajong en Participatiewet Harm Rademaekers Centraal Expertise Centrum UWV Inovat 5 maart 2015 2 Waarom Participatiewet? Meer kansen creëren om mensen aan werk te helpen Minder regelingen

Nadere informatie

Uitwerken/introduceren nieuwe (beleids-)instrumenten;

Uitwerken/introduceren nieuwe (beleids-)instrumenten; 1 Aanleiding Invoering Pw per 1 januari 2015 Stop instroom Wsw Beperking instroom Wajong Nieuwe/uitbreiding instrumenten: Nieuw Beschut en LKS Afname Rijksbijdrage Wsw Verlaging Participatiebudget door

Nadere informatie

Samenvatting van de antwoorden n.a.v. schriftelijke vragen over de Contourenbrief Participatiewet in de Vaste Kamercommissie SZW, dd.

Samenvatting van de antwoorden n.a.v. schriftelijke vragen over de Contourenbrief Participatiewet in de Vaste Kamercommissie SZW, dd. Samenvatting van de antwoorden n.a.v. schriftelijke vragen over de Contourenbrief Participatiewet in de Vaste Kamercommissie SZW, dd. 30-1- 2013 Uitgangspunten Iedereen die in een uitkering zit en die

Nadere informatie

Raadsvoorstel. categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA B 1b 12/303. jaar stuknr. Raad. Onderwerp: Aanvraag herstructureringsfaciliteit Wsw

Raadsvoorstel. categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA B 1b 12/303. jaar stuknr. Raad. Onderwerp: Aanvraag herstructureringsfaciliteit Wsw Raadsvoorstel jaar stuknr. Raad categorie/agendanr. stuknr. B. en W. 2012 RA12.0036 B 1b 12/303 Onderwerp: Aanvraag herstructureringsfaciliteit Wsw Portefeuillehouder: H.G. Jumelet Programma Wet werken

Nadere informatie

Werk, inkomen. sociale zekerheid. www.departicipatieformule.nl, 2011 1

Werk, inkomen. sociale zekerheid. www.departicipatieformule.nl, 2011 1 Werk, inkomen & sociale zekerheid www.departicipatieformule.nl, 2011 1 Inhoudsopgave Wet Wajong (sinds 2010)... 3 Wet Werk en Bijstand (WWB)... 5 Wet investeren in jongeren (Wij)... 6 Wet Sociale Werkvoorziening

Nadere informatie

1 notitie beleidskeuzes participatiewet, mei 2014. Notitie beleidskeuzes participatiewet

1 notitie beleidskeuzes participatiewet, mei 2014. Notitie beleidskeuzes participatiewet 1 notitie beleidskeuzes participatiewet, mei 2014 Notitie beleidskeuzes participatiewet Introductie Op 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking. De Participatiewet is een bundeling van drie

Nadere informatie

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22 Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T

Nadere informatie

Beleidsplan Participatiewet. Berkelland 2 0 1 5-2 0 1 8

Beleidsplan Participatiewet. Berkelland 2 0 1 5-2 0 1 8 Beleidsplan Participatiewet Berkelland 1 2 0 1 5-2 0 1 8 Meer doen met minder geld 2 Dienstverlening van binnen naar buiten 1. Eigen kracht (sociaal netwerk) 2. Algemene voorzieningen 3. Maatwerkvoorzieningen

Nadere informatie

Beleidskaders Participatiewet

Beleidskaders Participatiewet Beleidskaders Participatiewet Uitgangspunten Participatiewet Eén regeling voor personen met arbeidsvermogen, samenvoegen WWB, Wsw en de Wajong (niet duurzaam volledig arbeidsongeschikt) Verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Participatiewet. 1 januari 2015

Participatiewet. 1 januari 2015 Participatiewet 1 januari 2015 Agenda Uitgangspunten Participatiewet - Sjak Vrieswijk De WVK-groep - Gerard van Beek De ISD/Werkplein de Kempen - Sjak Vrieswijk Kempenplus - Gerard van Beek Het regionaal

Nadere informatie

Doelgroep Voorziening Ondersteunende voorzieningen Loonwaarde 40-80% WML 2 en eventueel aangewezen op een Baanafspraakbaan

Doelgroep Voorziening Ondersteunende voorzieningen Loonwaarde 40-80% WML 2 en eventueel aangewezen op een Baanafspraakbaan Beleidsnotitie beschut werk Een beschut werkplek is een werkplek voor die personen die (nog) niet in een reguliere baan kunnen werken, uitsluitend onder aangepaste omstandigheden een mogelijkheid tot participatie

Nadere informatie

VOORSTEL AAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE CRANENDONCK. Registratienummer Datum raadsvergadering 24 april 2012 Datum B&W besluit 13 maart 2012

VOORSTEL AAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE CRANENDONCK. Registratienummer Datum raadsvergadering 24 april 2012 Datum B&W besluit 13 maart 2012 VOORSTEL AAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE CRANENDONCK Registratienummer Datum raadsvergadering 24 april 2012 Datum B&W besluit 13 maart 2012 Portefeuillehouder Burgemeester Behandelend ambtenaar Jean-Paul Ruyters

Nadere informatie

Sociale werkbedrijven de toekomst

Sociale werkbedrijven de toekomst & Sociale werkbedrijven de toekomst Sociale werkbedrijven 2.0 De Participatiewet vraagt om een nieuwe manier van werken. Er zijn nieuwe doelen vastgelegd en overal ontstaan nieuwe samenwerkingsverbanden.

Nadere informatie

Voorstelnummer: Houten, 18 maart 2014

Voorstelnummer: Houten, 18 maart 2014 Raadsvoorstel Voorstelnummer: 2014-016 Houten, 18 maart 2014 Onderwerp: Raadsvoorstel Invoeringsstrategie Partcipatiewet Beslispunten: 1. De Invoeringsstrategie Participatiewet Lekstroom vast te stellen

Nadere informatie

MEEDOEN WERKT! PRESENTATIE participatiewet. in opdracht van Min. SZW

MEEDOEN WERKT! PRESENTATIE participatiewet. in opdracht van Min. SZW MEEDOEN WERKT! PRESENTATIE participatiewet in opdracht van Min. SZW van centraal naar decentraal er zijn 3 grote decentralisaties gaande [ het zijn 3 landelijke regelingen die nu via de gemeenten geregeld

Nadere informatie

Participatiewet en Quotumheffing White Paper

Participatiewet en Quotumheffing White Paper Participatiewet en Quotumheffing White Paper 6 oktober 2015 Participatiewet Wat is de Participatiewet? Heeft uw onderneming meer dan 25 werknemers, dan moet u aan de slag met de Participatiewet. Deze wet

Nadere informatie

Regionale Impact Participatiewet. 1. Participatiewet West-Brabant 2. Gecoördineerde werkgeversbenadering

Regionale Impact Participatiewet. 1. Participatiewet West-Brabant 2. Gecoördineerde werkgeversbenadering Regionale Impact Participatiewet 1. Participatiewet West-Brabant 2. Gecoördineerde werkgeversbenadering Regionale Impact Participatiewet (3D) Gemeenteraden West-Brabant Programma op 19 november 2014 1.

Nadere informatie

Raadsvergadering : 12 maart 2015. Agendapunt : 11

Raadsvergadering : 12 maart 2015. Agendapunt : 11 Zaaknummer Documentnummer I-SZ/2014/1437 I-SZ/2015/82 Raadsvergadering : 12 maart 2015 Agendapunt : 11 Onderwerp : Vaststelling van het Regionaal Beleidskader Participatiewet (inclusief bijbehorende documenten)

Nadere informatie

College van burgemeester en wethouders de gemeenteraad Documentnummer: z Datum: 26 oktober 2017 Participatievoorziening beschut werk

College van burgemeester en wethouders de gemeenteraad Documentnummer: z Datum: 26 oktober 2017 Participatievoorziening beschut werk Van: Aan: College van burgemeester en wethouders de gemeenteraad Documentnummer: z170052070 Datum: 26 oktober 2017 Onderwerp: Participatievoorziening beschut werk Memo Zeewolde Dit memo geeft een toelichting

Nadere informatie

Feiten en cijfers Wajong

Feiten en cijfers Wajong Feiten en cijfers Wajong Deze notitie bestaat uit drie hoofdstukken: 1. De wettelijke regeling en de kabinetsplannen 2. Cijfers over de doelgroep 3. Belangrijke rapporten over de Wajong 1. De wettelijke

Nadere informatie

Vergadernotitie voor de carrouselvergadering Sociaal op 6 september 2011

Vergadernotitie voor de carrouselvergadering Sociaal op 6 september 2011 Vergadernotitie voor de carrouselvergadering Sociaal op 6 september 2011 Onderwerp Bestuursopdracht Wet Werken naar Vermogen datum 19 augustus 2011 steller G.ten Dolle doorkiesnummer 4130 e-mail g.ten.dolle@dordrecht.nl

Nadere informatie

Verkenning gezamenlijke uitvoering Participatiewet. Informatieve Raad 4 april 2013

Verkenning gezamenlijke uitvoering Participatiewet. Informatieve Raad 4 april 2013 Verkenning gezamenlijke uitvoering Participatiewet Informatieve Raad 4 april 2013 Historie (1) Wet Werken naar Vermogen (Rutte I) : - Iedereen doet mee - Eén regeling onderkant arbeidsmarkt - Wsw voor

Nadere informatie

Notitie beschut werk Inleiding Achtergronden bij de wetgeving Inhoud van de wetgeving

Notitie beschut werk Inleiding Achtergronden bij de wetgeving Inhoud van de wetgeving Notitie beschut werk Inleiding Inmiddels is er ingestemd met het wettelijk verplicht stellen van beschut werk per 1-1-2017. Hiervoor is een wijziging van de Participatiewet vastgesteld. Daarmee zijn de

Nadere informatie

Werk, Passend. Beschut. 2015/ Beschut werk in het Sociaal Domein

Werk, Passend. Beschut. 2015/ Beschut werk in het Sociaal Domein Werk, Passend. Beschut. 2015/113918 Beschut werk in het Sociaal Domein Onze opgave: Werken is een belangrijke vorm van participeren in de maatschappij Zelfstandig in levensonderhoud voorzien Eigen waarde

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Geachte raad,

Raadsvoorstel. Geachte raad, Raadsvoorstel Nummer: 165140 Behandeld door: J. van Dijk Agendapunt: 27 juni 2017 Onderwerp: Voorlopige voorkeur uitvoeringsvariant Participatiewet Geachte raad, Samenvatting: In opdracht van het algemeen

Nadere informatie

Actualisering en aanvullingen onderzoek Waar is de doelgroep

Actualisering en aanvullingen onderzoek Waar is de doelgroep Actualisering en aanvullingen onderzoek Waar is de doelgroep Onderzoeksregio oostelijk Noord-Brabant Boukje Cuelenaere 13 juli 2017 Actualisering gegevens realisatie LKS banen in de regio t/m december

Nadere informatie

Bijlage 1b Voorbeeld format programma 2. Programma 2. Sociale Zaken

Bijlage 1b Voorbeeld format programma 2. Programma 2. Sociale Zaken Bijlage 1b Voorbeeld format programma 2 Programma 2 Sociale Zaken Programma 2: Sociale Zaken Maatsch. effecten Beleidsterreinen Beleidsdoelen Prestaties (wat willen we bereiken?) (wat gaan we doen?) Iedere

Nadere informatie

Informerende bijeenkomst Participatiewet. voor gemeenteraadsleden West-Friesland. Woensdag 14 mei 2014 Maandag 26 mei 2014

Informerende bijeenkomst Participatiewet. voor gemeenteraadsleden West-Friesland. Woensdag 14 mei 2014 Maandag 26 mei 2014 Informerende bijeenkomst Participatiewet voor gemeenteraadsleden West-Friesland Woensdag 14 mei 2014 Maandag 26 mei 2014 Inleiding 3 decentralisaties Voorgeschiedenis participatiewet Stand van zaken wetgeving

Nadere informatie

1 van 5. Registratienummer: Bijlage(n) 2 Onderwerp. Beleidsplan Participatiewet. Middenbeemster, 30 september 2014. Aan de raad

1 van 5. Registratienummer: Bijlage(n) 2 Onderwerp. Beleidsplan Participatiewet. Middenbeemster, 30 september 2014. Aan de raad VERG AD ERING GEM EENT ER AAD 20 14 VOORST EL Registratienummer: 1150476 Bijlage(n) 2 Onderwerp Beleidsplan Participatiewet Aan de raad Middenbeemster, 30 september 2014 Inleiding en probleemstelling Gemeenten

Nadere informatie

Unieke Achterhoekers aan het werk? Doet u ook mee? Hans Bakker & Evert Jan Hamer Namens Werkbedrijf Achterhoek 10 december 2015

Unieke Achterhoekers aan het werk? Doet u ook mee? Hans Bakker & Evert Jan Hamer Namens Werkbedrijf Achterhoek 10 december 2015 Unieke Achterhoekers aan het werk? Doet u ook mee? Hans Bakker & Evert Jan Hamer Namens Werkbedrijf Achterhoek 10 december 2015 Uw mening? Zijn alle werkzaamheden geschikt voor de doelgroep? NEEN! Zijn

Nadere informatie

Met het realiseren van vergaande intergemeentelijke samenwerking op het gebied van de sociale zekerheid willen de gemeenten het volgende bereiken:

Met het realiseren van vergaande intergemeentelijke samenwerking op het gebied van de sociale zekerheid willen de gemeenten het volgende bereiken: Raadsvergadering d.d. 31 mei 2011 Nr. : Aan de raad van de gemeente Lopik. Onderwerp: Regionale samenwerking sociale zekerheid. Behandelend ambtenaar: H. Capel Voorstel: 1. instemmen met de intentie verklaring

Nadere informatie

Uitdagingen voor cliëntenparticipatie

Uitdagingen voor cliëntenparticipatie Uitdagingen voor cliëntenparticipatie Wat betekent Werken naar vermogen voor WSWcliëntenraden Branko Hagen/LCR/28-11-2011 Agenda Introductie LCR Wet werken naar vermogen Cliëntenparticipatie en Wwmv Vragen

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Oen Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer derstaten-generaal ľ 5 ľ M 9 Binnenhof 22 Anna van Hannoverstraat 4 2513AA

Nadere informatie

Verzekeringsartsen nu en in de toekomst Gevraagde expertise in de praktijk, 15 december 2011

Verzekeringsartsen nu en in de toekomst Gevraagde expertise in de praktijk, 15 december 2011 Verzekeringsartsen nu en in de toekomst Gevraagde expertise in de praktijk, 15 december 2011 door Egberdien ten Brink, directeur ISD Noordoost / Werkplein Eemsdelta Werkplein Eemsdelta Een ontmoetingsplaats

Nadere informatie

uitstroombevordering

uitstroombevordering Wat willen we bereiken? Omschrijving: Het verlagen van de instroom en bevorderen van de uitstroom van bijstandsgerechtigden. Preventie: het voorkomen van de instroom van het aantal bijstandsgerechtigden.

Nadere informatie

Vaststellen Visiedocument decentralisatie extramurale begeleiding en persoonlijke verzorging van AWBZ naar Wmo

Vaststellen Visiedocument decentralisatie extramurale begeleiding en persoonlijke verzorging van AWBZ naar Wmo Datum: 25-6-13 Onderwerp Vaststellen Visiedocument decentralisatie extramurale begeleiding en persoonlijke verzorging van AWBZ naar Wmo Status Besluitvormend Voorstel Als basis voor de verdere uitwerking

Nadere informatie

Wethouder van Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Economie

Wethouder van Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Economie Wethouder van Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Economie Henk Kool Gemeente Den Haag Retouradres: Postbus 12 600, 2500 DJ Den Haag Aan: de Commissie Sociale zaken, Werkgelegenheid, Economie en Internationale

Nadere informatie

Toekomst Sociale Werkvoorziening Zaanstreek-Waterland onder de Wet Werken naar Vermogen. (WWnV) - 2 -

Toekomst Sociale Werkvoorziening Zaanstreek-Waterland onder de Wet Werken naar Vermogen. (WWnV) - 2 - Toekomst Sociale Werkvoorziening Zaanstreek-Waterland onder de Wet Werken naar Vermogen (WWnV) - 2 - Inhoud presentatie 1. Inleiding: Berent Daan 2. Proces omvorming SW tot nu toe (Ronald van Wijk, Beleidsadviseur)

Nadere informatie

Notitie. Deze notitie is bedoeld voor de 12 deelnemende gemeenten in de gezamenlijke communicatie naar hun raden toe.

Notitie. Deze notitie is bedoeld voor de 12 deelnemende gemeenten in de gezamenlijke communicatie naar hun raden toe. Notitie Aan: Van: Betreft: 12 deelnemende gemeenten Taskforce Communicatie ontwikkelingen en activiteiten GR Promen Deze notitie is bedoeld voor de 12 deelnemende gemeenten in de gezamenlijke communicatie

Nadere informatie

Participatiewet en de lokale invulling. Presentatie aan de raad van de Gemeente Oude IJsselstreek Prof. Dr. Rob van Eijbergen

Participatiewet en de lokale invulling. Presentatie aan de raad van de Gemeente Oude IJsselstreek Prof. Dr. Rob van Eijbergen Participatiewet en de lokale invulling Presentatie aan de raad van de Gemeente Oude IJsselstreek Prof. Dr. Rob van Eijbergen Uitgangspunten wet werken naar vermogen Iedereen doet mee Er komt regeling voor

Nadere informatie

Opinienota toekomst uitvoering Participatiewet en Wsw

Opinienota toekomst uitvoering Participatiewet en Wsw Opinienota toekomst uitvoering Participatiewet en Wsw Mei 2016 TOEKOMST UITVOERING PARTICIPATIEWET EN WSW 1. Inleiding en proces tot nu toe De regionale stuurgroep Werk en Inkomen, die bestaat uit de portefeuillehouders

Nadere informatie

Collegevoorstel. Uitvoeringsovereenkomst Verordening PGB Wsw

Collegevoorstel. Uitvoeringsovereenkomst Verordening PGB Wsw Collegevoorstel Inleiding: Op 24 juni jl. heeft de gemeenteraad de Verordening persoonsgebonden budget begeleid werken Wet sociale werkvoorziening (Wsw) gemeente Heusden vastgesteld. In de Verordening

Nadere informatie

Beschut Werk in de praktijk. presentatie 30 maart 2016 Jan-Jaap de Haan (Cedris)

Beschut Werk in de praktijk. presentatie 30 maart 2016 Jan-Jaap de Haan (Cedris) Beschut Werk in de praktijk presentatie 30 maart 2016 Jan-Jaap de Haan (Cedris) Voor wie doen we het eigenlijk? Voor wie doen we het? WWB: Wajong: WSW: 400.000 (waarvan ca 50% langer dan 3 jaar) 250.000

Nadere informatie

Inzet van middelen: dekking Dekking vindt plaats vanuit de reguliere financiële middelen armoedebestrijding.

Inzet van middelen: dekking Dekking vindt plaats vanuit de reguliere financiële middelen armoedebestrijding. Raad V200900744 Onderwerp: Kaders nota armoedebeleid Collegevoorstel Inleiding: De gemeente Heusden kiest voor een nieuwe aanpak van armoedebestrijding. Deze aanpak wordt vastgelegd in een nota armoedebeleid.

Nadere informatie

Gemeente Westvoorne AAN BURGEMEESTER & WETHOUDERS. Onderwerp: Kader van het regionaal arbeidsontwikkelbedrijf Voorne-Putten

Gemeente Westvoorne AAN BURGEMEESTER & WETHOUDERS. Onderwerp: Kader van het regionaal arbeidsontwikkelbedrijf Voorne-Putten Gemeente Westvoorne AAN BURGEMEESTER & WETHOUDERS Datum: 24 februari 2014 Sector: Inwonerszaken Team : Werk, Inkomen & Service Ingekomen d.d. Adviesnr. 91440 Voorliggend zaaknr. Verseon Ontworpen door:

Nadere informatie

Oktober 2013. Participatiewet; kansen in samenwerking

Oktober 2013. Participatiewet; kansen in samenwerking Oktober 2013 Participatiewet; kansen in samenwerking In 1952 gaat de Gemeentelijke Sociale Werkvoorzieningsregeling (1950) gelden voor het opzetten van speciale werkplaatsen voor gehandicapten. Gehandicapten

Nadere informatie