Flankerend beleid invoering lumpsum PO

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Flankerend beleid invoering lumpsum PO"

Transcriptie

1 Flankerend beleid invoering lumpsum PO Resultaten eerste meting monitor (2004) Eindrapport ECORYS-NEI Arbeid & Sociaal Beleid Peter Donker van Heel Arjan Uwland Bart van Hulst Rotterdam, 8 september 2004

2

3 ECORYS-NEI Postbus AD Rotterdam Watermanweg GG Rotterdam T F E asb@ecorys.com W K.v.K. nr DON/RG EE11669rap

4 DON/RG EE11669rap

5 Inhoudsopgave Voorwoord 7 Samenvatting 9 1 Achtergrond, doel en probleemstelling Achtergrond Doel Probleemstelling Leeswijzer 16 2 De vorderingen met de voorbereidingen Inleiding De drie geledingen De opzet van de analyse Attitude ten aanzien van lumpsum Mate van bewustwording Kennisvergaring Implementatie Vorderingen algemeen Verschillen tussen schoolorganisaties Resumé 32 3 Verklaringen voor verschillen in vorderingen Kruistabellen: relevante achtergrondkenmerken Correlatiematrix: samenhang tussen de vijf onderwerpen Regressieanalyses: welke factoren verklaren de verschillen? Verschillen naar type geleding Verschillen naar sector, denominatie en bestuursgrootte Verschillen naar andere achtergrondkenmerken Resumé 39 DON/RG EE11669rap

6 4 Conclusies en aanbevelingen Conclusies Aanbevelingen flankerend beleid Strategie: communicatie over verantwoordelijkheden Tijd en geld: verminderen regeldruk Praktische adviezen aan schoolorganisaties: doelgericht te werk gaan Instrumenten: implementeren Doelgroepen Projectbureau: verder profileren Resumé Conclusies Aanbevelingen 48 Bijlage 1 Opzet en werkwijze monitor 51 Bijlage 2 Uitkomsten subgeledingen 57 Bijlage 3 Scores per onderwerp per geleding, uitgesplitst naar een aantal achtergrondkenmerken 97 Bijlage 4 Frequenties achtergrondvariabelen 101 Bijlage 5 Consistentie tussen geledingen 105 DON/RG EE11669rap

7 Voorwoord Het primair onderwijs in Nederland wordt per 1 augustus 2006 gefinancierd door middel van lumpsumbekostiging. Het projectbureau Lumpsum PO voert namens het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een flankerend beleid om de scholen te ondersteunen bij de voorbereidingen op lumpsum. ECORYS-NEI voert in de periode in opdracht van het projectbureau lumpsum PO een monitor uit om vast te stellen hoe ver besturen, management en medezeggenschapsraden zijn met de voorbereidingen op lumpsum. Deze rapportage betreft de eerste meting die heeft plaatsgevonden in juni Het onderzoek is begeleid door een klankbordgroep waarin vertegenwoordigers van diverse onderwijsorganisaties zijn vertegenwoordigd. Deze klankbordgroep bestaat uit de volgende personen: Ewald van Hezik (AOb), Bé Keizer (VOS/ABB), Jan Looise (VBS), Rein Dröge (Bond KBO), Wim Bos (Besturenraad), Martin van Rooyen (NKO), Henk Hendriks (AVS), José Bal en Maud Haanraadts (OCW) en Monica van der Hoff-Israël (projectleider). De onderzoekers danken de leden van de klankbordgroep voor hun medewerking bij het opstellen van de vragenlijst en het waardevolle commentaar op het conceptrapport. Tevens danken wij de vele schoolbestuurders, directeuren en leden van medezeggenschapsraden die hun medewerking aan het onderzoek hebben verleend. De onderzoekers hopen met dit onderzoek handvatten te hebben geboden voor de verdere uitwerking en/of aanpassing van het flankerend beleid dat de scholen ondersteuning moet bieden tijdens de voorbereidingen op de invoering van lumpsum. Peter Donker van Heel Directeur ECORYS-NEI Arbeid & Sociaal Beleid Flankerend beleid invoering lumpsum PO 7

8

9 Samenvatting Aanpak van de monitor De monitor heeft tot doel vast te stellen hoe ver schoolorganisaties 1 in het primair onderwijs zijn met de voorbereiding op de lumpsumbekostiging, die per 1 augustus 2006 wordt ingevoerd. Alle voorzitters van besturen, schoolleiders en bovenschoolse managers en voorzitters van (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraden zijn benaderd in week 25 en 26 van Aan deze verschillende geledingen 2 is een specifieke elektronische vragenlijst voorgelegd. Door de resultaten van de verschillende geledingen te combineren is een beeld ontstaan van de stand van zaken van alle schoolorganisaties in Nederland. In totaal zijn voor deze eerste meting complete vragenlijsten verwerkt. De respons achten wij representatief voor het primair onderwijs. De volgende meting is in het voorjaar van 2005 en de laatste meting is in het voorjaar van De mate van voorbereidingen op lumpsum Mening betrokkenen zelf Naar de mening van betrokkenen zelf is het grootste deel van alle schoolorganisaties nog onvoldoende voorbereid op de introductie van lumpsum. Van de verschillende geledingen is het bovenschools management het verst gevorderd met de voorbereidingen, gevolgd door de besturen. De schoolleiders lopen iets achter op de besturen. Van de benaderde geledingen wordt de achterhoede gevormd door de medezeggenschapsraden. Schoolteams en ouders zijn niet direct naar hun mening gevraagd in het onderzoek, maar zijn volgens de respondenten nog minder voorbereid op lumpsum. Volgens 60 procent van de besturen en 78 procent van de directeuren zijn schoolteams onvoldoende voorbereid. Deze percentages zijn voor ouderraden en ouderverenigingen nog hoger. Totaal beeld onderzoek Deze subjectieve beoordeling van de verschillende geledingen komt overeen met het totale beeld dat het onderzoek geeft. Tabel S1 laat de verschillen in vorderingen tussen de geledingen zien. Om de mate van vorderingen vast te kunnen stellen zijn de verschillende groepen vergeleken met besturen van éénpitters als standaardtype. Een +(+) betekent dat de geleding (sterk) voorloopt, een -(-) houdt in dat de geleding (sterk) achterloopt ten opzichte van besturen van éénpitters. 1 2 Onder schoolorganisatie verstaan wij de gehele organisatie, dat wil zeggen het totaal van alle bij de school betrokken geledingen. Onder geledingen verstaan wij de afzonderlijke partijen binnen een schoolorganisatie, zoals het bestuur, het (bovenschools) management, de (G)MR en het team. Flankerend beleid invoering lumpsum PO 9

10 Tabel S1 Vorderingen per geleding (uitkomst regressieanalyse) Geleding Vorderingen Bestuur éénpitter (standaardtype) 0 Bestuur meerpitter + Schoolleider -- Bovenschools manager ++ MR -- GMR -- Vaststellen van de vorderingen Om de vorderingen vast te stellen is gekeken naar de volgende onderwerpen: attitude ten aanzien van lumpsum; bewustwording van de gevolgen van lumpsum; kennisvergaring over instrumenten en (her)inrichting van de bestuurlijke organisatie; implementatie van instrumenten of (her)inrichting organisatie; vorderingen in het algemeen. Op basis van antwoorden op in totaal 33 vragen is per geleding een score berekend voor elk van deze vijf onderwerpen. De maximale score die behaald kan worden is een 10; de laagst mogelijke score is een 1. Tabel S2 Scores vorderingen per onderwerp per geleding (1 = laag; 10 = hoog) Besturen Directeuren Medezeggenschapsraden Attitude 5,52 5,46 5,68 Bewustwording 5,54 4,02 2,89 Kennisvergaring 5,35 5,46 2,48 Implementatie 3,86 3,71 1,46 Vorderingen 4,63 4,30 3,21 Voor in totaal 33 vragen kan een score van 1 tot en met 10 worden behaald (het statistische gemiddelde is 5,5). Een hoge score duidt op een hogere mate van voorbereiding. Verschillen in vorderingen tussen schoolorganisaties Het is niet zo dat alle schoolorganisaties even ver zijn gevorderd. Er bestaan verschillen tussen schoolorganisaties. We kijken daarbij naar de verdeling van de scores per onderwerp over alle schoolorganisaties, per geleding en voor alle geledingen samen. Onderstaande tabel geeft de spreiding van de scores weer en geeft daarmee ook de verschillen in vorderingen aan tussen schoolorganisaties. 10 Flankerend beleid invoering lumpsum PO

11 Tabel S3 Spreiding van de scores vorderingen per geleding Geleding Score (1-10) Attitude 1% 6% 63% 29% 1% Kennis 13% 18% 27% 24% 18% Bestuur Bewust 12% 3% 40% 41% 4% Implementatie 18% 31% 32% 16% 4% Vorderingen 11% 25% 39% 21% 4% Attitude 1% 8% 60% 29% 2% Kennis 8% 21% 30% 23% 17% Directies Bewust 8% 34% 57% 1%. Implementatie 16% 38% 30% 13% 3% Vorderingen 10% 36% 35% 17% 2% Attitude 0% 2% 68% 28% 2% Kennis 45% 40% 12% 2% 1% (G)MR Bewust 33% 40% 27%.. Implementatie 77% 21% 2%.. Vorderingen 31% 38% 23% 7% 1% De tabel moet als volgt worden gelezen. Bij besturen heeft 25 procent een score van 7 tot 10 bij het onderwerp vorderingen in het algemeen (21% plus 4%). Bij directies is dat 19 procent en bij medezeggenschapsraden 8 procent. Uit de tabel blijkt een geringe spreiding bij het onderwerp attitude. Bij dit onderwerp scoort het merendeel van de schoolorganisaties rond het gemiddelde. Ook bij het onderwerp bewustwording is de spreiding relatief gering. Een grotere spreiding is te zien bij de andere drie onderwerpen en vooral bij het onderwerp kennisvergaring. Hier zijn de verschillen tussen de schoolorganisaties het grootst. Verklaringen voor verschillen in vorderingen Nagegaan is wat de relatieve invloed is van verschillende factoren op de vorderingen in het algemeen. Daarbij is gebruik gemaakt van regressieanalyses. Hiermee is nagegaan wat de afzonderlijke invloed is van de diverse factoren die in de analyse zijn opgenomen. In onderstaande tabel zijn de factoren weergegeven die bevorderend of belemmerend werken bij de voorbereidingen op lumpsum. Tabel S4 Bevorderende en belemmerende factoren Bevorderend Geen invloed Belemmerend Mate van ontwikkeling van het Attitude ten aanzien van Eénpitters personeelsbeleid lumpsum Openbare scholen Mate van ontwikkeling van het financieel beleid Juridische vorm (vereniging of stichting) Besturen op hoofdlijnen Flankerend beleid invoering lumpsum PO 11

12 De mate waarin het financieel en personeelsbeleid is ontwikkeld blijkt nauw samen te hangen met de mate van vorderingen van de algemene voorbereidingen. In iets mindere mate is een positief verband aangetoond tussen besturen op hoofdlijnen en de vorderingen. Besturen die op hoofdlijnen besturen zijn dus verder met de voorbereidingen op lumpsum dan besturen die nauwer betrokken zijn bij de dagelijkse gang van zaken op de school. Schoolorganisaties met andere juridische vormen dan een stichting of vereniging zijn minder ver gevorderd. Verenigingen zijn verder gevorderd dan stichtingen. Deels speelt de correlatie tussen organisatievorm en denominatie hier een rol. Protestants christelijke en gereformeerde scholen zijn vaak als vereniging georganiseerd en openbare scholen maken vaak gebruik van een andere juridische vorm. Maar los daarvan blijkt toch dat de vereniging als juridische vorm een positieve invloed heeft op de vorderingen. De attitude die de respondenten hebben ten aanzien van lumpsum blijkt niet van invloed te zijn op de voortgang van de voorbereidingen. Eénpitters zijn minder gevorderd dan meerpitters, ongeacht schooltype (bao, sbao, wec) en denominatie. Dit houdt dus in dat de bestuursgrootte (het aantal scholen dat onder een bestuur valt) van invloed is op de vorderingen. Ook de denominatie heeft invloed op de vorderingen. Openbare scholen zijn vergeleken met bijzondere scholen minder ver gevorderd. Dit blijkt uit de regressieanalyse, waarbij is gecorrigeerd voor diverse achtergrondvariabelen, en ook uit de verschillende deelanalyses. De samenhang is statistisch significant. Deze uitkomsten geven daarmee handvatten voor de strategie en aanpak. Er zijn enkele verschillen waar te nemen tussen regio s. De regio Haaglanden is het verst gevorderd. De regio s in het zuidoosten blijven iets achter. Overigens is er een correlatie tussen denominatie en regio, waardoor een deel van de regioverschillen wordt verklaard. Conclusies De volgende conclusies worden door de onderzoekers getrokken: a. Er is een beeld ontstaan van schoolorganisaties die niet pro-actief bezig zijn met lumpsum en vooral gericht zijn op het verkleinen van risico s en niet op het benutten van kansen. Een van de vermoedelijke oorzaken van een weinig pro-actieve houding is onduidelijkheid bij schoolorganisaties over de (eigen) verantwoordelijkheden. b. Het grootste deel van de schoolorganisaties verwacht veel extra s van de administratiekantoren, ook in de fase van de voorbereidingen. Deze houding duidt mogelijk op het externaliseren van de problematiek. In plaats van zelf voorbereidingen te treffen wordt er door deze organisaties van uit gegaan dat het administratiekantoor de veranderingen ondervangt. In hoeverre de administratiekantoren de beoogde extra dienstverlening daadwerkelijk kunnen bieden is nu niet onderzocht. c. Bij een substantieel deel van de schoolorganisaties is geen sprake van een doelgerichte activiteit bij de voorbereidingen. Bij veel schoolorganisaties is het kennelijk een proces waarbij de richting, de grote lijn en de samenhang der dingen nog moeilijk zijn te ontwaren. 12 Flankerend beleid invoering lumpsum PO

13 d. In het algemeen zijn grote groepen schoolorganisaties nog onvoldoende voorbereid. Met name éénpitters zijn een groep die extra aandacht nodig hebben. Dit geldt mogelijk ook voor de openbare scholen, die achterliggen met de voorbereidingen ten opzichte van de bijzondere scholen. e. Er bestaat een verschil in voorbereiding tussen bestuur enerzijds en schoolteams anderzijds. Het lijken in veel gevallen twee gescheiden trajecten te zijn. Schoolteams zijn onvoldoende voorbereid. Besturen en schoolteams zouden (gezamenlijk) voorbereidingen moeten treffen, met name op het terrein van onderwijskwaliteit en arbeidsverhoudingen. f. Een professioneel personeelsbeleid en professioneel financieel beleid hangt positief samen met de vorderingen. Op deze terreinen moet door veel schoolorganisaties nog wel een hele lange weg worden bewandeld,zeker ook omdat het personeelsbeleid nog niet voldoende integraal wordt uitgevoerd. g. De medezeggenschapsraden liggen op vrijwel alle terreinen aanzienlijk achter op de besturen en de directies. Zowel de personeels- als de oudergeleding van de (G)MR zullen zich echter goed op lumpsum moeten voorbereiden. Want voor zowel de ouders als voor het personeel is het van belang om te weten op welke manier het bestuur en de directie omgaat van de extra beleidsruimte die door lumpsum ontstaat, aangezien dit de belangen van zowel personeel als ouders kan raken. Aanbevelingen De volgende aanbevelingen worden door de onderzoekers gedaan: a. De strategie zou in elk geval gericht moeten zijn op het scherp krijgen van de eigen verantwoordelijkheden bij de schoolorganisaties. Het doel hiervan is een pro-actieve opstelling bij schoolorganisaties te bewerkstelligen. Dit kan gebeuren door middel van een uitgekiend communicatietraject, uitgezet door het projectbureau lumpsum. b. Tijd en geld is nodig voor de voorbereidingen. Schoolorganisaties kunnen en moeten prioriteiten stellen. Het ministerie van OCW kan en moet dat ook. Door vermindering van regeldruk kan tijd worden vrijgemaakt. c. De regeling Facilitering Versterking Bestuur en Management dient beter bekend te worden gemaakt. d. Aanbevolen wordt schoolorganisaties te voorzien van praktische adviezen, zoals: stel een vaste groep mensen aan die de voorbereidingen verzorgt, stel een plan van aanpak op en zet lumpsum als vast agendapunt op de agenda van elke vergadering. Dit helpt schoolorganisaties om doelgericht te werk te gaan. e. Aanbevolen wordt dat de onderwijsorganisaties met nog meer energie doorgaan om instrumenten voor organisatie, personeel en financiën te ontwikkelen en bij schoolorganisaties te implementeren. Op het gebied van personeelsbeleid worden al zeer veel instrumenten aangeboden, op het gebied van organisatie en financiën is het aanbod nog beperkt. Een kwaliteitskenmerk kan scholen helpen bij het maken van keuzes uit het aanbod van diensten en producten. f. Aanbevolen wordt specifiek aandacht te besteden aan éénpitters, openbare scholen en schoolorganisaties die zelf verwachten met onbeheersbare financiële risico s geconfronteerd te worden (circa 10% van de schoolorganisaties). Flankerend beleid invoering lumpsum PO 13

14 g. Aanbevolen wordt om specifiek aandacht te besteden aan medezeggenschapsraden. Het is daarbij in de eerste plaats van belang dat de (G)MR weet wat de gevolgen zijn van lumpsum en wat de eigen verantwoordelijkheid is in de nieuwe situatie. h. Verdere profilering van het projectbureau flankerend beleid is van belang, zeker gezien het beleid van decentralisatie van verantwoordelijkheden. De bekendheid kan nog groter en het gebruik ook. Specifiek is een rol weggelegd voor het projectbureau lumpsum bij coördinatie op de markt van aanbieders van diensten op het terrein van organisatie, personeel en financiën. 14 Flankerend beleid invoering lumpsum PO

15 1 Achtergrond, doel en probleemstelling 1.1 Achtergrond Vanaf 1 augustus 2006 wordt in het primair onderwijs (PO) overgegaan van declaratiebekostiging naar de lumpsumbekostiging. De bedoeling van lumpsumbekostiging in PO is de autonomie van de school te vergroten. Daarbij zal het Rijk met minder regels op afstand sturen. Lumpsumbekostiging is geen doel op zich, maar middel om besturen en schoolorganisaties ruimte te laten benutten, zelf beleid te formuleren en uit te voeren. Beleid omvat de volle breedte van het besturen van een school en het managen van een school en raakt dus alle aspecten in onderling verband: kwaliteitsbeleid, onderwijskundig beleid, organisatiebeleid, personeelsbeleid en financieel beleid. Daaraan verbonden is dat de relatie bestuur en bovenschools management (indien aanwezig) en/of het schoolmanagement en de relatie met de medezeggenschapsorganen ((G)MR) volgens heldere onderlinge afspraken is ingericht. Voorts zal de administratieve organisatie ten behoeve van besturen en schoolorganisaties alle benodigde basisinformatie (kengetallen, monitoring, scenarioberekeningen) moeten kunnen leveren om het te voeren beleid te ondersteunen, te monitoren en te evalueren. Onder verantwoordelijkheid van de minister van OCW wordt het flankerend beleid voor de invoering en voorbereiding van lumpsum gezamenlijk gedragen, geregisseerd en uitgevoerd door de ADR-stuurgroepleden 3 en OCW. Voor de uitwerking van dit beleid is een externe projectleider aangesteld die de regie en verantwoordelijkheid draagt voor de uitvoering. In het kader van het flankerend beleid lumpsum wordt een monitor uitgevoerd in de periode 2004, 2005 en 2006, met een nulmeting in Dit is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de eerder genoemde organisaties. De monitor wordt uitgevoerd door ECORYS-NEI. Deze rapportage betreft de eerste meting. 1.2 Doel Het doel van de monitor is vast te stellen hoe ver besturen, (bovenschool)management, (G)MR zijn met betrekking tot de voorbereidingen voor de invoering van lumpsum. De uitkomsten van de diverse meetmomenten is input voor de uitwerking en/of tussentijdse bijstelling van het flankerend beleid. 3 Autonomie, deregulering en rekenschap (ADR). In alfabetische volgorde gaat het om de besturenorganisaties Besturenraad, Bond KBO, Concent, VBS, VGS en VOS/ABB, de managementorganisatie AVS en personeelsorganisaties: AOb, CMHF, Onderwijsbond-CNV en het ministerie van OCW. Flankerend beleid invoering lumpsum PO 15

16 De monitor heeft betrekking op: A. Het vaststellen van de stand van zaken naar mate van: 1. Bewustwording (lumpsum komt eraan en hoe ver is het besef over op een manier kijken naar begroting, inzet van middelen, monitoring en verantwoording, besluitvormingsprocessen). 2. Kennisvergaring (weet men welke instrumenten nodig zijn om met lumpsum te werken en welke (her)inrichting van de bestuurlijke organisatie nodig is?) 3. Implementatie (men heeft kennis van de diverse instrumenten en weet deze te gebruiken, men heeft kennis van de organisaties die ondersteuning kunnen bieden, men is in staat de koppeling aan te brengen tussen inzet van middelen en personeelsbeleid, onderwijskundig beleid en kwaliteitsbeleid). B. Het toetsen welke behoefte bestaat aan flankerend beleid (zowel instrumentontwikkeling als communicatie en voorlichting) bij besturen, schoolorganisaties, (G)MR-en. Wat hebben de diverse geledingen nodig tot 2006; wat moet landelijk en wat moet decentraal worden ontwikkeld en aangeboden. De tussentijdse uitkomsten van de monitor kunnen leiden tot aanpassingen van het beleid dan wel aanpassing of introductie van instrumenten, hetgeen van invloed is op de voorbereidingen van schoolorganisaties. Een neveneffect van het onderzoek kan zijn dat het onderzoek zelf een stimulerende rol heeft in de voorbereiding naar lumpsum. In directe zin geldt dat voor de schoolorganisaties die tijdens het onderzoek zijn benaderd. 1.3 Probleemstelling De algemene probleemstelling luidt als volgt: Hoe ver zijn schoolorganisaties in po per juni 2004 gevorderd met de voorbereidingen op de implementatie van lumpsumbekostiging en wat zijn hun behoeften op het gebied van flankerend beleid? 1.4 Leeswijzer Het rapport is verder als volgt ingedeeld. In het volgende hoofdstuk 2 worden de belangrijkste resultaten beschreven voor de drie geledingen die zijn betrokken bij het onderzoek: besturen, directeuren en medezeggenschapsraden. Dit vormt een feitelijke weergave van de antwoorden op de gestelde vragen. In bijlage 2 zijn de resultaten voor elk van deze drie geledingen uitgebreid weergegeven, waarbij nog eens een nadere uitsplitsing is gemaakt naar subgroepen (besturen van éénpitters en meerpitters, schoolleiders en bovenschools managers, MR en GMR). Om reden van overzichtelijkheid is er voor gekozen deze rapportages in de bijlage op te nemen. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de verschillen in vorderingen tussen schoolorganisaties en de verklaringen die wij daarvoor hebben kunnen vinden. Hoofdstuk 4 bevat de conclusies en aanbevelingen van de onderzoekers. De methodologische verantwoording is gegeven in bijlage Flankerend beleid invoering lumpsum PO

17 Het onderzoek heeft een schat aan informatie opgeleverd, over diverse relevante onderwerpen. Het aantal analysemogelijkheden is bijzonder groot. Wij hebben ons beperkt tot de kern van de zaak en ons geconcentreerd op het beantwoorden van de onderzoeksvragen. Flankerend beleid invoering lumpsum PO 17

18

19 2 De vorderingen met de voorbereidingen 2.1 Inleiding De drie geledingen Het onderzoek heeft betrekking op alle scholen in het (speciaal) basisonderwijs en wec-scholen. Alle besturen en schooladressen zijn rechtstreeks benaderd. De steekproefuitkomsten zijn gewogen naar deze populaties. Via de besturen en schoolleiders hebben wij ook bovenschools managers bereikt en voorzitters van (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraden. Van het bovenschools management en de (G)MR zijn geen aantallen bekend. Wij beschouwen de resultaten representatief voor alle geledingen en dus voor alle schoolorganisaties in het primair onderwijs in Nederland (zie bijlage 1 voor een methodologische verantwoording). In dit hoofdstuk worden de resultaten beschreven voor de volgende geledingen van de schoolorganisaties: besturen, directeuren en medezeggenschapsraden. Verdere uitsplitsingen van de verschillende geledingen (bestuur éénpitter of bestuur meerpitter, directeur of bovenschools directeur en MR of GMR) zijn in bijlage 2 beschreven De opzet van de analyse De opdrachtgever heeft vooraf aangegeven behoefte te hebben aan inzicht in drie onderwerpen: bewustwording, kennisvergaring en implementatie. Voor elk van de drie geledingen zijn vragen geformuleerd die de vorderingen meten voor elk van deze drie onderwerpen. Eén vraag komt bij niet meer dan één van de onderwerpen terug. Daarnaast hebben de onderzoekers twee onderwerpen toegevoegd: attitude (de houding ten aanzien van lumpsum) en vorderingen algemeen. In totaal betreft de analyse daarmee 5 onderwerpen. In dit hoofdstuk worden per onderwerp per geleding de frequenties van de antwoorden gegeven van elke vraag. Vervolgens zijn de vragen samengesteld tot een score. Dit is gebeurd door de vragen per onderwerp allemaal in dezelfde richting te formuleren, van negatief naar positief. Vervolgens is elke vraag geschaald van 1 tot en met 10 en zijn de scores per vraag gesommeerd. Zo ontstaat een rapportcijfer van 1 tot en met 10 voor elk van de 5 onderwerpen. Flankerend beleid invoering lumpsum PO 19

20 2.2 Attitude ten aanzien van lumpsum Veronderstellingen Waarom is het onderwerp attitude van belang? De onderzoekers verwachtten dat de houding ten aanzien van lumpsum (attitude) van invloed is op de mate van voorbereidingen. Een positieve attitude zou bevorderend en een negatieve attitude zou belemmerend werken bij de voorbereidingen op lumpsum. Ook zou de attitude van invloed zijn op de manier van voorbereiden. Richt de school zich bijvoorbeeld op het benutten van kansen of wordt alleen defensief gereageerd? De uitkomst van deze analyse volgt later in dit hoofdstuk. Wij gaan bij de keuze van de vragen bij elk onderwerp van een aantal veronderstellingen uit. Teneinde de attitude ten aanzien van lumpsum te kunnen vaststellen is allereerst gevraagd naar de mening ten aanzien van het huidige bekostigingssysteem. De eerste veronderstelling is dat als men van mening is dat de huidige manier van financieren toereikend is, de motivatie om naar een ander systeem over te gaan minder groot is. De attitude is dan negatief. Ook is in kaart gebracht welke kansen en risico s er in het primair onderwijs worden gezien als gevolg van lumpsum. Wanneer men meer kansen dan bedreigingen ziet is de veronderstelling dat de attitude positief is. In totaal zijn 7 vragen gesteld om de attitude vast te stellen. Beleidsruimte in het huidige financieringsstelsel Besturen en directeuren zijn positiever ten aanzien van het huidige bekostigingsstelsel dan medezeggenschapsraden (zie tabel 2.1). Op het gebied van onderwijs wordt door alle drie de geledingen voldoende ruimte gezien om eigen beleid te voeren. 51 procent van de directies en de medezeggenschapsraden en 43 procent van de besturen is van mening nu voldoende ruimte te hebben om een eigen onderwijsbeleid te voeren. Een kwart van de directeuren (24%) is van mening dat er in het huidige declaratiesysteem onvoldoende ruimte is voor onderwijsbeleid; bij voorzitters is het 18 procent. Op het terrein van personeelsbeleid ervaren alle geledingen de minste ruimte. Kansen en risico s door lumpsum Ruim de helft van alle respondenten is van mening dat lumpsum kansen biedt om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Ongeveer eentiende van de schoolorganisaties is van mening dat lumpsum geen nieuwe kansen zal bieden. Iets minder dan de helft verwacht dat lumpsum meer kansen dan risico s met zich meebrengt. De meeste nieuwe kansen ziet men op het terrein van personeelsbeleid, gevolgd door onderwijskwaliteit en financiën. Er zijn verschillen tussen de geledingen. 65 procent van de directeuren en 53 procent van de besturen zien kansen voor personeelsbeleid. De medezeggenschapsraden zijn nauwelijks in staat om kansen aan te geven. Alle geledingen zijn van mening dat er op het terrein van personeel de meeste risico s ontstaan (62 procent van de besturen, 50 procent van de directeuren en 40 procent van de medezeggenschapsraden). Daarna ziet men de grootste risico s voor het financieel beleid. 10 procent van de besturen verwacht dat lumpsum risico s met zich meebrengt voor de kwaliteit van het onderwijs. De directies en (G)MR-en zijn negatiever: een van elke vier ziet de belangrijkste nieuwe risico s na invoering van lumpsum op het gebied van de kwaliteit van het onderwijs. 20 Flankerend beleid invoering lumpsum PO

21 Tabel 2.1 Attitude ten aanzien van lumpsum Vraag Antwoordcategorie Besturen Directeuren (G)MR 1. In het huidige Helemaal mee eens 4% 5% 2% declaratiesysteem Mee eens 33% 36% 31% hebben wij voldoende Niet mee eens/niet mee oneens 34% 26% 28% ruimte voor Niet mee eens 26% 27% 33% personeelsbeleid Helemaal niet mee eens 4% 7% 7% 2. In het huidige Helemaal mee eens 4% 4% 3% declaratiesysteem Mee eens 36% 41% 32% hebben wij voldoende Niet mee eens/niet mee oneens 31% 26% 34% ruimte voor financieel Niet mee eens 22% 24% 25% beleid Helemaal niet mee eens 7% 5% 6% 3. In het huidige Helemaal mee eens 5% 5% 3% declaratiesysteem Mee eens 38% 46% 48% hebben wij voldoende Niet mee eens/niet mee oneens 38% 25% 23% ruimte voor Niet mee eens 15% 20% 20% onderwijsbeleid Helemaal niet mee eens 3% 4% 6% 4. Lumpsum schept Helemaal mee eens 7% 6% 5% voor onze organisatie Mee eens 45% 44% 47% kansen de kwaliteit van Niet mee eens/niet mee oneens 35% 37% 31% het onderwijs te Niet mee eens 10% 10% 10% verbeteren Helemaal niet mee eens 3% 4% 6% 5. Lumpsum biedt voor onze organisatie meer kansen dan bedreigingen 6. In welk terrein liggen voor u de grootste kansen als lumpsum is ingevoerd? 7. Op welk terrein liggen de belangrijkste nieuwe risico's na de invoering van lumpsum Helemaal mee eens 8% 5% 3% Mee eens 39% 42% 45% Niet mee eens/niet mee oneens 36% 41% 36% Niet mee eens 13% 9% 12% Helemaal niet mee eens 3% 3% 3% Onderwijskwaliteit 50% 51% 10% Personeel 53% 65% 10% Financiën 37% 39% 4% Huisvesting 5% 8% 2% ICT 4% 4% 2% Ander terrein 2% 2% 1% Onderwijskwaliteit 10% 24% 25% Personeel 62% 50% 40% Financiën 49% 45% 40% Huisvesting 16% 24% 19% ICT 1% 2% 6% Ander terrein 2% 2% 4% Samengestelde Gemiddelde score attitude 5,52 5,46 5,68 variabele (1-10) Voor in totaal 7 vragen kan een score van 1 tot en met 10 worden behaald (het statistische gemiddelde is 5,5). Een hoge score duidt op een positievere houding ten aanzien van lumpsum. Flankerend beleid invoering lumpsum PO 21

22 De gemiddelde scores zijn niet geheel te vergelijken tussen de geledingen, vanwege enige verschillen in vraagstelling. Wel blijkt dat er rond het statistisch gemiddelde wordt geantwoord. Dit duidt op een gemiddeld neutrale attitude van alle geledingen ten aanzien van lumpsum. 2.3 Mate van bewustwording Veronderstellingen De overstap naar een ander bekostigingssysteem heeft gevolgen voor bestuur en management van scholen en de organisatie van het onderwijs. Door middel van een negental vragen is vastgesteld in hoeverre scholen zich bewust zijn van de consequenties van lumpsum. Gevraagd is in hoeverre men van mening is dat bepaalde geledingen te maken krijgen met lumpsum. De veronderstelling is dat als men over bepaalde zaken reeds heeft nagedacht er sprake is van een hogere mate van bewustwording. Als men bijvoorbeeld van plan is de dienstverlening aan het administratiekantoor te vergroten als gevolg van lumpsum, dan duidt dat op een bewuste strategie. Verwachte veranderingen in de organisatie De belangrijkste veranderingen worden verwacht op financieel en bestuurlijk gebied. Circa een kwart van de respondenten (23 procent van de besturen, 29 procent van de directeuren en 28 procent van de (G)MR-en) verwacht dat lumpsum tot belangrijke veranderingen op personeelsgebied zal leiden. Bijna de helft van alle besturen en directeuren is van mening dat het personeel niets van lumpsum gaat merken. Van de medezeggenschapsraden verwacht 21 procent dat het personeel weinig gaat merken. Tweederde van de respondenten (67%) verwacht dat de ouders niets zullen merken van lumpsum. Perceptie financiële risico s Tweederde van alle respondenten verwacht dat lumpsum nieuwe financiële risico s met zich mee zal brengen. De verschillende geledingen denken hier vrijwel hetzelfde over. Aan de besturen is speciaal gevraagd of er plannen zijn om de opbrengsten te vergroten of de kosten te verminderen om te anticiperen op de gevolgen van lumpsum. Een kwart geeft aan plannen te hebben om de kosten verminderen; 14 procent heeft plannen om de opbrengsten te vergroten met het oog op lumpsum. Administratiekantoren 37 Procent van de besturen denkt dat door lumpsum de omvang van de dienstverlening van het administratiekantoor groter zal worden. Een mogelijke reden van deze verwachte toename is dat schoolbesturen meer managementinformatie van het administratiekantoor vragen om de eigen organisatie beter te kunnen besturen. Een andere mogelijke reden kan zijn dat besturen de lumpsum problematiek externaliseren en verwachten dat het administratiekantoor de benodigde maatregelen treft. 22 Flankerend beleid invoering lumpsum PO

23 Tabel 2.2 Bewustwording lumpsum Vraag Antwoordcategorie Besturen Directeuren (G)MR 1. Lumpsum leidt voor onze organisatie tot belangrijke veranderingen op personeelsgebied 2. Lumpsum leidt voor onze organisatie tot belangrijke veranderingen op financieel gebied 3. Lumpsum leidt voor onze organisatie tot belangrijke veranderingen op bestuurlijk gebied 4. Het personeel gaat weinig merken van lumpsum 5. Ouders van leerlingen op onze scholen gaan weinig merken van lumpsum 6. Is er sprake van nieuwe financiële risico's voor uw scholen als gevolg van lumpsum 7. Is uw bestuur van plan om de inkomsten te vergroten, als gevolg van lumpsum 8. Is uw bestuur van plan om de kosten te verminderen, als gevolg van lumpsum 9. Wordt de omvang van de dienstverlening van het administratiekantoor voor u groter of kleiner, als gevolg van lumpsumbekostiging Helemaal mee eens 2% 3% 4% Mee eens 21% 26% 24% Niet mee eens/niet mee oneens 33% 38% 43% Niet mee eens 40% 29% 24% Helemaal niet mee eens 3% 4% 5% Helemaal mee eens 7% 6% 8% Mee eens 48% 48% 52% Niet mee eens/niet mee oneens 25% 27% 29% Niet mee eens 19% 17% 7% Helemaal niet mee eens 2% 2% 3% Helemaal mee eens 6% 6% 4% Mee eens 43% 35% 47% Niet mee eens/niet mee oneens 23% 30% 25% Niet mee eens 23% 25% 20% Helemaal niet mee eens 5% 4% 4% Helemaal mee eens 5% 3% 2% Mee eens 44% 41% 19% Niet mee eens/niet mee oneens 37% 31% 39% Niet mee eens 13% 21% 33% Helemaal niet mee eens 2% 4% 7% Helemaal mee eens 13% 12% 9% Mee eens 63% 54% 48% Niet mee eens/niet mee oneens 18% 24% 25% Niet mee eens 5% 9% 15% Helemaal niet mee eens 0% 2% 4% Ja 66% 67% 67% Nee 34% 33% 33% Ja 14% - - Nee 86% - - Ja 25% - - Nee 75% - - Groter 37% - - Blijft gelijk 25% - - Kleiner 5% - - Weet het (nog) niet 34% - - Samengestelde variabele Gemiddelde score bewustwording (1-10) 5,54 4,02 2,89 Voor in totaal 9 vragen kan een score van 1 tot en met 10 worden behaald (het statistische gemiddelde is 5,5). Een hoge score duidt op een betere bewustwording van de gevolgen van lumpsum. Flankerend beleid invoering lumpsum PO 23

24 Uit de gemiddelde scores, die niet geheel goed zijn te vergelijken vanwege enige verschillen in vraagstelling, blijkt dat er in elk geval op of onder het gemiddelde van 5,5 wordt gescoord. Directeuren en zeker medezeggenschapsraden lijken zich minder bewust te zijn van de naderende nieuwe bekostigingssystematiek dan de besturen. 2.4 Kennisvergaring Veronderstellingen Nagegaan is in hoeverre men weet welke instrumenten nodig zijn voor de (her)inrichting van de bestuurlijke organisatie. Gekeken is naar de mate van inzicht in de eigen financiële positie, kennisontwikkeling over lumpsum, het al of niet op de hoogte zijn van een relevante regeling en de bekendheid met het projectbureau flankerend beleid. Hoe beter kennis en inzicht, hoe hoger de score. Inzicht in financiën Vrijwel alle besturen (89%) zijn van mening goed inzicht te hebben hoe de scholen er financieel voor staan. Bij de directies is het lager, namelijk 77 procent. De helft van de medezeggenschapsraden vindt dat zij goed inzicht heeft in de financiële situatie van de school. Externe ondersteuning Van ongeveer 40 procent van alle besturen en directies heeft minimaal één persoon een cursus op het gebied van lumpsum gevolgd. Bij de medezeggenschapsraden is dit 7 procent. Bijna de helft van de besturen heeft in 2003 of 2004 tegen betaling externe expertise ingewonnen gericht op de voorbereidingen van lumpsum. Bij de directeuren ligt dat percentage iets lager (38%) en 6 procent van de (G)MR-en heeft externe expertise ingekocht. Iets minder dan 1 op 5 (G)MR-en heeft daar wel behoefte aan. De directeuren hebben het meest behoefte aan externe ondersteuning: 44 tegen 37 procent van de besturen. Flankerend beleid Ruim eenderde van alle besturen en directies is niet op de hoogte van de regeling Facilitering Versterking Bestuur en Management. Dit betreft een budget dat het ministerie van OCW beschikbaar heeft gesteld om scholen in het primair onderwijs te ondersteunen bij de beleidsmatige voorbereiding op lumpsum. Eén van elke 5 medezeggenschapraden kent de regeling. Het projectbureau lumpsum dat zich bezighoudt met het flankerend beleid is bij ongeveer 60 procent van de besturen en directies bekend. Van de medezeggenschapsraden kent 13 procent het bureau. Voor zover men het bureau kent heeft men in iets minder dan de helft van de gevallen gebruik gemaakt van informatie die door het projectbureau is verstrekt. 24 Flankerend beleid invoering lumpsum PO

25 Tabel 2.3 Kennisvergaring Vraag Antwoordcategorie Besturen Directeuren (G)MR 1. Wij hebben goed inzicht hoe de afzonderlijke scholen er financieel voor staan Helemaal mee eens 25% 18% 6% Mee eens 64% 59% 44% Niet mee eens/niet mee oneens 7% 14% 30% Niet mee eens 4% 7% 15% 2. Heeft u een cursus op het gebied van lumpsum gevolgd 3. Heeft u in 2003 of in 2004 al dan niet tegen betaling expertise van derden ingewonnen gericht op de voorbereidingen van lumpsum 4. Heeft u in de aanloop tot de invoering van lumpsum behoefte aan externe expertise 5. Bent u op de hoogte van het bestaan van de regeling Facilitering Versterking Bestuur en Management 6. Heeft u wel eens gehoord van het projectbureau lumpsum" dat zich bezighoudt met flankerend beleid lumpsum 7. Heeft u gebruik gemaakt van informatie die door het projectbureau is verstrekt Samengestelde variabele Helemaal niet mee eens 0% 2% 6% Ja 44% 40% 7% Nee 56% 60% 93% Ja 47% 38% 6% Nee 53% 62% 94% Ja 37% 44% 18% Nee 63% 56% 82% Ja 65% 66% 21% Nee 35% 34% 79% Ja 59% 61% 13% Nee 41% 39% 87% Ja 43% 45% 27% Nee 57% 55% 73% Gemiddelde score kennisvergaring ,35 5,46 2,48 Voor in totaal zeven vragen kan een score van 1 tot en met 10 worden behaald (het statistische gemiddelde is 5,5). Een hoge score duidt op meer kennis. Uit de gemiddelde scores, die niet geheel goed zijn te vergelijken vanwege enige verschillen in vraagstelling, blijkt dat door besturen en directeuren net onder het statistisch gemiddelde van 5,5 wordt gescoord. Medezeggenschapsraden lijken minder in staat te zijn de kennis te vergaren die nodig is als voorbereiding op lumpsum. Flankerend beleid invoering lumpsum PO 25

26 2.5 Implementatie Veronderstellingen Nagegaan is in hoeverre men kennis heeft van de diverse instrumenten en deze weet te gebruiken, in hoeverre men kennis heeft van organisatie die ondersteuning kunnen bieden, men in staat is koppelingen aan te brengen tussen de inzet van middelen en personeelsbeleid, onderwijskundig beleid en kwaliteitsbeleid. Uitgebreider komen deze aspecten aan de orde bij het onderwerp vorderingen algemeen, in de volgende paragraaf. Hier is vooral gekeken in hoeverre er in de toekomst wordt gekeken. Naarmate dat meer het geval is neemt de score toe. Meerjarenperspectief Er is gevraagd naar de implementatie op een aantal gebieden. Voor een geslaagde omschakeling naar lumpsum is het nodig dat scholen vanuit een meerjarenperspectief gaan werken. Iets meer dan tweederde van de organisaties zegt op dit moment over een meerjarenbegroting te beschikken. Ongeveer eenderde van de scholen geeft aan over een meerjarenplanning te beschikken waarin de verwachte behoefte aan personeel is weergegeven. Het is opmerkelijk dat veel scholen wel over een meerjarenbegroting zeggen te beschikken, maar niet over een meerjarenplanning met betrekking tot de verwachte behoefte aan personeel. Waarschijnlijk verstaan de meeste respondenten onder een meerjarenbegroting een begroting in fre s. Om met lumpsum te kunnen werken is echter een begroting in euro s noodzakelijk. Besluitvorming en medezeggenschap De respondenten is gevraagd of er binnen de organisatie voorbereidingen worden getroffen voor veranderingen in besluitvormingsprocessen en medezeggenschap. Dit is bij bijna driekwart van de organisaties het geval. Bij vrijwel geen van de organisaties bestaat een plan om ouders te betrekken bij de voorbereidingen op lumpsum. Het ontbreken van dergelijke voorbereidingen en plannen geeft een lagere score bij het onderwerp implementatie. 26 Flankerend beleid invoering lumpsum PO

27 Tabel 2.4 Implementatie Vraag Antwoordcategorie Besturen Directeuren (G)MR 1. Is er een begroting voor de komende jaren 2. Beschikt u over een meerjarenplanning met betrekking tot de behoefte aan personeel 3. Worden er voorbereidingen getroffen voor veranderingen in besluitvormingsprocess en en (mede)zeggenschap 4. Is er een plan om ouders te betrekken bij de voorbereidingen van lumpsum 5. Heeft uw bestuur al besloten hoe de extra financiële middelen vanuit de regeling Facilitering Versterking Bestuur en Management ingezet gaan worden Samengestelde variabele Ja 66% 73% - Nee 34% 27% - Ja 31% 36% - Nee 69% 64% - Ja 69% 75% 75% Nee 31% 25% 25% Ja 4% 5% 4% Nee 96% 95% 96% Ja 20% 5% - Nee 80% 95% - Gemiddelde score implementatie (1-10) 3,86 3,71 1,46 Voor in totaal vijf vragen kan een score van 1 tot en met 10 worden behaald (het statistische gemiddelde is 5,5). Een hoge score duidt op een hogere mate van implementatie. Uit de gemiddelde scores, die niet geheel goed zijn te vergelijken vanwege enige verschillen in vraagstelling, blijkt dat door besturen en de directeuren (ruim) onder het statistisch gemiddelde van 5,5 wordt gescoord. Medezeggenschapsraden hebben nog minder zicht op implementatieaspecten dan besturen en directeuren. 2.6 Vorderingen algemeen Veronderstellingen De hierboven besproken thema s bewustwording, kennisverzameling en implementatie geven gezamenlijk een indicatie voor de mate van voorbereiding. Los daarvan is in de enquête een aantal andere vragen gesteld die een indicatie vormen over de vorderingen in het algemeen. De verschillende geledingen zijn bijvoorbeeld zelf gevraagd naar hun oordeel met betrekking tot de voorbereiding van zichzelf, maar ook van andere groepen binnen de organisatie. Flankerend beleid invoering lumpsum PO 27

28 Eigen oordeel vorderingen voorbereiding Van de besturen vindt 41 procent zichzelf nu voldoende voorbereid. Ook 40 procent van de directeuren vinden de besturen voldoende voorbereid. De medezeggenschapsraden hebben een groter vertrouwen in de besturen: 60 procent vindt ze voldoende voorbereid. 34 Procent van de directeuren acht zichzelf voldoende voorbereid. De besturen zijn van mening dat 41 procent van de directeuren klaar is voor lumpsum. De medezeggenschapsraden zijn het meest positief. Volgens de voorzitters van de (G)MR-en is 53 procent van de directeuren voldoende voorbereid op lumpsum. Over de vorderingen van de MR-en wordt vrij negatief geoordeeld, zowel door de MR-en zelf, als door de besturen en directeuren. 18 procent van de MR-en is van mening voldoende te zijn voorbereid. 13 procent van de directeuren is die mening toegedaan en 10 procent van de besturen vindt de MR-en voldoende voorbereid. De vorderingen van de schoolteams wordt als volgt beoordeeld: 7 procent van de besturen, 4 procent van de directeuren en 12 procent van de medezeggenschapsraden vindt de teams voldoende op lumpsum voorbereid. Ouders Ook voor ouders is de invoering van lumpsumfinanciering van belang. In de eerste plaats omdat de invoering van lumpsum de kwaliteit van het onderwijs moet verbeteren doordat scholen meer ruimte krijgen om eigen keuzes te maken. Ouders zullen geïnteresseerd zijn of en zo ja, hoe de school deze ruimte gaat gebruiken. Daarnaast kan lumpsum financiële gevolgen hebben, die ook de ouders raken. Ouders hebben er over het algemeen geen belang bij als de school grote financiële reserves aanlegt. En sommige scholen gaan mogelijk zoeken naar aanvullende geldstromen, waar de ouderbijdrage er één van kan zijn. Het is daarom opmerkelijk dat er maar zeer weinig scholen zijn (ca. 5%) de ouders op de hoogte stellen van de gevolgen van de lumpsum. Ontwikkeling beleid Ongeveer eenderde van de respondenten is van mening dat het personeelsbeleid voldoende is ontwikkeld om lumpsum verantwoord in te voeren. Het functioneren van de planning en controlecyclus wordt door eenderde van de besturen en directeuren beoordeeld als voldoende. De medezeggenschapsraden is hierover negatiever: 14 procent is van mening dat de kwaliteit van de cyclus voldoende is. Over het financiële beleid is het percentage respondenten dat positief oordeelt circa 40 procent. Bijna tweederde van alle respondenten is van mening dat het onderwijskundig, financieel en personeelsbeleid integraal wordt opgepakt. Is er een praktische aanpak bij de voorbereidingen? Bij 30 procent van de besturen is lumpsum een vast agendapunt op bestuursvergaderingen. Voor 18 procent van de directievergaderingen is dat het geval en voor 9 procent van de (G)MR-vergaderingen. Er zijn maar weinig organisaties waar een aparte groep mensen zich met de voorbereidingen op lumpsum bezig houdt. Minder dan 1 op de 6 organisaties heeft een stappenplan op papier gezet voor de invoering van lumpsum in Flankerend beleid invoering lumpsum PO

29 Tabel 2.5 Vorderingen algemeen Vraag Antwoordcategorie Besturen Directeuren (G)MR 1. Het bestuur van Helemaal mee eens 6% 6% 3% onze organisatie is in Mee eens 35% 34% 57% het algemeen voldoende Niet mee eens/niet mee oneens 37% 29% 21% voorbereid op Niet mee eens 22% 24% 14% lumpsumbekostiging Helemaal niet mee eens 1% 7% 4% 2. De directie van onze Helemaal mee eens 4% 4% 7% organisatie is in het Mee eens 37% 30% 46% algemeen voldoende Niet mee eens/niet mee oneens 32% 33% 26% voorbereid op Niet mee eens 26% 27% 18% lumpsumbekostiging Helemaal niet mee eens 1% 6% 4% 3. Het/de schoolteam(s) van onze organisatie is/zijn in het algemeen voldoende voorbereid op lumpsumbekostiging Helemaal mee eens 0% 0% 0% Mee eens 7% 4% 12% Niet mee eens/niet mee oneens 33% 18% 25% Niet mee eens 43% 42% 36% Helemaal niet mee eens 16% 36% 27% 4. De MR van onze Helemaal mee eens 1% 1% 2% organisatie is in het Mee eens 9% 12% 16% algemeen voldoende Niet mee eens/niet mee oneens 28% 27% 31% voorbereid op Niet mee eens 45% 39% 29% lumpsumbekostiging Helemaal niet mee eens 17% 20% 22% 5. De ouderraad van Helemaal mee eens 0% 0% 0% onze organisatie is in Mee eens 2% 1% 4% het algemeen voldoende Niet mee eens/niet mee oneens 15% 10% 10% voorbereid op Niet mee eens 48% 34% 35% lumpsumbekostiging Helemaal niet mee eens 35% 54% 51% 6 Onderwijskundig beleid, financieel beleid en personeelsbeleid wordt binnen onze organisatie integraal opgepakt 7. Binnen onze organisatie is het personeelsbeleid voldoende ontwikkeld om lumpsum verantwoord in te voeren 8. Binnen onze organisatie is het financiële beleid voldoende ontwikkeld om lumpsum verantwoord in te voeren 9. Is naar uw mening de cyclus van planning en control binnen uw organisatie toereikend voor invoering van lumpsum Helemaal mee eens 11% 14% 5% Mee eens 55% 54% 55% Niet mee eens/niet mee oneens 23% 21% 22% Niet mee eens 9% 9% 14% Helemaal niet mee eens 2% 2% 4% Helemaal mee eens 4% 4% 1% Mee eens 28% 30% 35% Niet mee eens/niet mee oneens 42% 34% 28% Niet mee eens 22% 25% 25% Helemaal niet mee eens 3% 7% 12% Helemaal mee eens 4% 4% 2% Mee eens 39% 35% 41% Niet mee eens/niet mee oneens 37% 31% 26% Niet mee eens 19% 24% 24% Helemaal niet mee eens 1% 6% 8% Ja 34% 32% 14% Nee 66% 68% 86% Flankerend beleid invoering lumpsum PO 29

30 Vraag Antwoordcategorie Besturen Directeuren (G)MR 10. Is de invoering van lumpsum een vast agendapunt bij vergaderingen 11. Is er binnen uw organisatie een vaste groep mensen die zich bezighoudt met de voorbereidingen op de lumpsum 12. Is er voor uw organisatie een stappenplan op papier gezet voor de invoering van lumpsum in 2006 Samengestelde variabele Ja 30% 18% 9% Nee 70% 82% 91% Ja 58% 46% 7% Nee 42% 54% 93% Ja 14% 16% 7% Nee 86% 84% 93% Gemiddelde score vorderingen (1-10) 4,63 4,30 3,21 Voor in totaal twaalf vragen kan een score van 1 tot en met 10 worden behaald (het statistische gemiddelde is 5,5). Een hoge score duidt op een hogere mate van voorbereidingen. Gemiddeld genomen wordt lager gescoord dan het statistisch gemiddelde. Dit heeft voor een deel te maken met het relatief hoge aantal vragen; het is dan moeilijker om op alle vragen positief te antwoorden. Besturen en directeuren blijken (nogmaals) verder gevorderd te zijn dan de medezeggenschapsraden. 2.7 Verschillen tussen schoolorganisaties Het is niet zo dat alle schoolorganisaties even ver zijn gevorderd. Er bestaan verschillen tussen schoolorganisaties. We kijken dan naar de verdeling van de scores per onderwerp per geleding en voor alle geledingen samen. Onderstaande tabel geeft een indruk van de spreiding van de scores en geeft daarmee ook de verschillen in vorderingen aan tussen schoolorganisaties. De onderstaande tabel moet als volgt worden gelezen. Bij besturen heeft 25 procent een score van 6 tot 10 bij het onderwerp vorderingen in het algemeen (21% plus 4%). Bij directies is dat 19 procent en bij medezeggenschapsraden 8 procent. 30 Flankerend beleid invoering lumpsum PO

31 Tabel 2.6 Spreiding van de scores vorderingen per geleding Geleding Score (1-10) Attitude 1% 6% 63% 29% 1% Kennis 13% 18% 27% 24% 18% Bestuur Bewust 12% 3% 40% 41% 4% Implementatie 18% 31% 32% 16% 4% Vorderingen 11% 25% 39% 21% 4% Attitude 1% 8% 60% 29% 2% Kennis 8% 21% 30% 23% 17% Directies Bewust 8% 34% 57% 1%. Implementatie 16% 38% 30% 13% 3% Vorderingen 10% 36% 35% 17% 2% Attitude 0% 2% 68% 28% 2% Kennis 45% 40% 12% 2% 1% (G)MR Bewust 33% 40% 27%.. Implementatie 77% 21% 2%.. Vorderingen 31% 38% 23% 7% 1% Bij het onderwerp attitude antwoordt men in het algemeen neutraal (sterk rond het gemiddelde). Er is geen sprake van uitbijters. Dat wil zeggen dat er wel afwijkingen naar boven en naar beneden zijn, maar niet heel extreem. Het merendeel van de antwoorden leidt tot een score tussen 5 en 8. Onder de (G)MR-en is er een vrij grote groep die neutraal antwoordt: men is het daar dan sterker met elkaar eens. Er zijn geen specifiek grote groepen schoolorganisaties die een positieve of negatieve attitude hebben ten aanzien van lumpsum. Met betrekking tot het onderwerp kennisvergaring is sprake van een gelijkmatige verdeling, in elk geval bij de besturen en directeuren. Medezeggenschapsraden blijken merendeels te scoren tussen 1 en 4. Dat betekent dat de mate van kennisvergaring derhalve heel sterk verschilt tussen de schoolorganisaties. Dat houdt tevens in dat er groepen scholen zijn die op dit punt achterblijven en er ook groepen scholen zijn die voorlopen op het terrein van kennisontwikkeling. Het onderwerp bewustwording laat een beeld zien van een bijna normale verdeling rondom het gemiddelde. Het merendeel van de besturen scoort tussen 5 en 8, directeuren tussen 3 en 6 en medezeggenschapsraden tussen 1 en 6. Als het gaat om implementatie neemt ongeveer de helft van de schoolorganisaties een middenpositie in. Een kwart valt daaronder (achterblijvers) en een kwart zit daarboven (voorlopers). Dit is althans te zien als alle drie de geledingen tegelijk in het beeld worden betrokken. Er zijn bij geen van de geledingen grote groepen koplopers als het gaat om implementatie. De voorzitters van de (G)MR laten een afwijkend beeld zien: hier zijn duidelijk meer achterblijvers dan voorlopers. Wanneer wij kijken naar de vorderingen in het algemeen is sprake van een redelijke spreiding. De besturen scoren het best (merendeels tussen 3 en 8), dan de directeuren (merendeels tussen 3 en 6) en tenslotte de medezeggenschapsraden (tussen 1 en 6). Flankerend beleid invoering lumpsum PO 31

Flankerend beleid invoering lumpsum PO

Flankerend beleid invoering lumpsum PO Flankerend beleid invoering lumpsum PO Resultaten derde meting (voorjaar 2006) Eindrapport Opdrachtgever: Projectbureau Lumpsum PO ECORYS Eva van der Boom Karima Azzouz Arjan Uwland Peter Donker van Heel

Nadere informatie

Datum 9 december 2010 evaluatie lumpsum primair onderwijs; bevordering van de financiële deskundigheid

Datum 9 december 2010 evaluatie lumpsum primair onderwijs; bevordering van de financiële deskundigheid a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Onderzoek Passend Onderwijs

Onderzoek Passend Onderwijs Rapportage Onderzoek passend onderwijs In samenwerking met: Algemeen Dagblad Contactpersoon: Ellen van Gaalen Utrecht, augustus 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Liesbeth van der Woud drs. Tanya Beliaeva

Nadere informatie

Invoering van de meldcode in de jeugdzorg

Invoering van de meldcode in de jeugdzorg Invoering van de meldcode in de jeugdzorg Inspectie Jeugdzorg Utrecht, april 2013 Samenvatting Eind december 2012 heeft de Inspectie Jeugdzorg via een digitale vragenlijst een inventariserend onderzoek

Nadere informatie

Werkdruk in het onderwijs

Werkdruk in het onderwijs Rapportage Werkdruk in het primair en voortgezet onderwijs DUO ONDERWIJSONDERZOEK drs. Vincent van Grinsven dr. Eric Elphick drs. Liesbeth van der Woud Maart 2012 tel: 030-2631080 fax: 030-2616944 email:

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Çelik over de groeiende afstand tussen de schoolbesturen en de werkvloer in het onderwijs.

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Çelik over de groeiende afstand tussen de schoolbesturen en de werkvloer in het onderwijs. a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Tweede kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S GRAVENHAGE Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl Uw brief

Nadere informatie

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 Definitieve rapportage 4 augustus 2016 DATUM 4 augustus 2016 TITEL Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 ONDERTITEL

Nadere informatie

Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijspersoneel

Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijspersoneel Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijs 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Resultaten Karin Jettinghoff en Jo Scheeren, SBO Januari 2010 2 1. Inleiding Tot voor kort

Nadere informatie

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland Utrecht, januari 2010 Buitenhek Management & Consult Winthontlaan 200 Postbus 85183 3508 AD Utrecht T +030 287 59 59 F +030 287 59 60 info@buitenhek.nl

Nadere informatie

Resultaten Monitor Combifuncties Onderwijs Projectgroep Combifuncties Onderwijs

Resultaten Monitor Combifuncties Onderwijs Projectgroep Combifuncties Onderwijs Resultaten Monitor Combifuncties Onderwijs 2011 Projectgroep Combifuncties Onderwijs Resultaten Monitor Combifuncties Onderwijs 2011 1. Inleiding De projectgroep Combifuncties Onderwijs wil in de periode

Nadere informatie

Quickscan leerlingendaling PO en VO Schoolbesturen, gemeenten, provincies

Quickscan leerlingendaling PO en VO Schoolbesturen, gemeenten, provincies Quickscan leerlingendaling PO en VO Schoolbesturen, gemeenten, provincies Frank Scholten Janneke Huizenga Quickscan leerlingendaling PO en VO 2016 3 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Schoolbesturen PO...

Nadere informatie

2.10 Resultaten van het ITS onderzoek naar leerlingen met autisme in het primair en voortgezet onderwijs in het schooljaar

2.10 Resultaten van het ITS onderzoek naar leerlingen met autisme in het primair en voortgezet onderwijs in het schooljaar 2.10 Resultaten van het ITS onderzoek naar leerlingen met autisme in het primair en voortgezet onderwijs in het schooljaar 2003-2004 Samenvatting, conclusies en aandachtspunten 1 Autisme in het primair

Nadere informatie

Leerlingtevredenheidsonderzoek

Leerlingtevredenheidsonderzoek Rapportage Leerlingtevredenheidsonderzoek De Meentschool - Afdeling SO In opdracht van Contactpersoon De Meentschool - Afdeling SO de heer A. Bosscher Utrecht, juni 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent

Nadere informatie

Onderzoek Passend Onderwijs

Onderzoek Passend Onderwijs Rapportage Onderzoek passend onderwijs Utrecht, juni 2016 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van Grinsven drs. Liesbeth van der Woud Postbus 681 3500 AR Utrecht telefoon: 0302631080 e-mail: info@duo-onderwijsonderzoek.nl

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies Inleiding In het kader van de Monitor en evaluatie Tweede Fase HAVO / VWO heeft het ITS voor het Ministerie van OCenW, directie voortgezet onderwijs, onderzoek gedaan in het

Nadere informatie

Monitor Impuls brede school, sport en cultuur, rapportage 1-meting. Stand per en verwachting per Samenvatting

Monitor Impuls brede school, sport en cultuur, rapportage 1-meting. Stand per en verwachting per Samenvatting Monitor Impuls brede school, sport en cultuur, rapportage 1-meting Stand per 1-10-2008 en verwachting per 1-1-2009 Samenvatting Monitor Impuls brede school, sport en cultuur, rapportage 1-meting Stand

Nadere informatie

Quickscan leerlingendaling PO en VO Schoolbesturen, gemeenten, provincies

Quickscan leerlingendaling PO en VO Schoolbesturen, gemeenten, provincies Quickscan leerlingendaling PO en VO Schoolbesturen, gemeenten, provincies Frank Scholten Janneke Huizenga Quickscan leerlingendaling PO en VO 2016 3 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Schoolbesturen PO...

Nadere informatie

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 DE SLEUTELBLOEM BAKEN ADVIESGROEP JUNI 2017 AUTEUR: ANNE MOSTERT 1 INLEIDING Voor u ligt de eindrapportage Oudertevredenheidsonderzoek van basisschool De

Nadere informatie

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen?

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen? Samenvatting Aanleiding en onderzoeksvragen ICT en elektriciteit spelen een steeds grotere rol bij het dagelijks functioneren van de maatschappij. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie (hierna: Ministerie

Nadere informatie

Herman Broerenschool Delft. Oudertevredenheidspeiling Speciaal Onderwijs Haarlem, september 2013

Herman Broerenschool Delft. Oudertevredenheidspeiling Speciaal Onderwijs Haarlem, september 2013 Delft Oudertevredenheidspeiling Speciaal Onderwijs 2013 Haarlem, september 2013 Scholen met Succes Postbus 3386 2001 DJ Haarlem www.scholenmetsucces.nl info@scholenmetsucces.nl 023 534 11 58 Delft Oudertevredenheidspeiling

Nadere informatie

INTENTIEVERKLARING. De Vereniging voor Christelijk Onderwijs Groningen. De Vereniging voor Christelijk Basisonderwijs Hoogkerk,

INTENTIEVERKLARING. De Vereniging voor Christelijk Onderwijs Groningen. De Vereniging voor Christelijk Basisonderwijs Hoogkerk, INTENTIEVERKLARING De Vereniging voor Christelijk Onderwijs Groningen en De Vereniging voor Christelijk Basisonderwijs Hoogkerk, verder te noemen: de besturen, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd, overwegende

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 29 736 Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet medezeggenschap onderwijs 1992 in verband

Nadere informatie

29 januari 2008 PO/PMG/2007/48510

29 januari 2008 PO/PMG/2007/48510 De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Den Haag Ons kenmerk 29 januari 2008 PO/PMG/2007/48510 Onderwerp Evaluatie invoering WMS 1 Bijlage(n) Hierbij sturen

Nadere informatie

Bij deze bieden wij u de resultaten aan van het onderzoek naar de eerste effecten van de decentralisaties in de gemeente Barneveld.

Bij deze bieden wij u de resultaten aan van het onderzoek naar de eerste effecten van de decentralisaties in de gemeente Barneveld. rriercoj Gemeenteraad Barneveld Postbus 63 3770 AB BARNEVELD Barneveld, 27 augustus 2015 f Ons kenmerk: Ö^OOJcfc Behandelend ambtenaar: I.M.T. Spoor Doorkiesnummer: 0342-495 830 Uw brief van: Bijlage(n):

Nadere informatie

Moerdük. ge meente. o 80% ervaart de geboden ondersteuning als nuttig RAADSINFORMAT EBRIEF

Moerdük. ge meente. o 80% ervaart de geboden ondersteuning als nuttig RAADSINFORMAT EBRIEF ge meente Moerdük RAADSINFORMAT EBRIEF Van Col van en wethouders Aan de leden van de qemeenteraad Onderuverp Nummer griffie Zaaknummer Documentnummer 7 g ð69 v2q 3q3 Cliëntervaringsonderzoek Wet maatschappelijke

Nadere informatie

Beleving van de Giro d'italia Utrecht

Beleving van de Giro d'italia Utrecht Beleving van de Giro d'italia Utrecht Opdrachtgever: Provincie Utrecht ECORYS Nederland BV Michel Briene Elvira Meurs Manfred Wienhoven Rotterdam, 29 juli 2010 ECORYS Nederland BV Postbus 4175 3006 AD

Nadere informatie

FUMO deelnemersonderzoek 2015

FUMO deelnemersonderzoek 2015 FUMO deelnemersonderzoek 2015 FUMO Projectgroep Tevredenheidsonderzoek 5 november 2015 1 Inleiding Om te achterhalen op welke wijze de deelnemers aankijken tegen de prestaties van de FUMO, heeft de directie

Nadere informatie

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009 EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP - eindrapport - dr. Marga de Weerd Amsterdam, november 2009 Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal 35 1012 RD Amsterdam Tel.: +31 (0)20-5315315

Nadere informatie

SBO de Vlinderboom Bemmel. Oudertevredenheidspeiling Speciaal Basisonderwijs 2011. Haarlem, maart 2011

SBO de Vlinderboom Bemmel. Oudertevredenheidspeiling Speciaal Basisonderwijs 2011. Haarlem, maart 2011 SBO de Vlinderboom Bemmel Oudertevredenheidspeiling Speciaal Basisonderwijs 2011 Haarlem, maart 2011 Scholen met Succes Postbus 3386 2001 DJ Haarlem www.scholenmetsucces.nl info@scholenmetsucces.nl 023

Nadere informatie

Rapportage Oudertevredenheidsonderzoek PO

Rapportage Oudertevredenheidsonderzoek PO Rapportage Soort rapportage: School: Schoolrapportage De Torenuil Datum: maart 2018 Opdrachtgever: Schng Robijn Dit rapport is opgesteld door DUO Onderwijsonderzoek & Advies in opdracht van Stichting Robijn.

Nadere informatie

De enquête is door 41 collega s ingevuld vorig jaar waren er 25 respondenten.

De enquête is door 41 collega s ingevuld vorig jaar waren er 25 respondenten. VMBO PRO De enquête is door 41 collega s ingevuld vorig jaar waren er 25 respondenten. Alle aspecten zijn t.o.v. vorig jaar fors verbeterd. Met 5,62 scoort organisatie het laagst. Er zijn dus geen onvoldoende

Nadere informatie

Nationale Zorg enquête. Enkele conclusies

Nationale Zorg enquête. Enkele conclusies Nationale Zorg enquête Enkele conclusies Introductie Het doel van De Nationale Zorgenquête was tweeledig: het biedt u de gelegenheid een indruk te krijgen van de beleving van kwaliteit binnen uw eigen

Nadere informatie

Oudertevredenheidsonderzoek 2015 Eindrapportage De Sleutelbloem

Oudertevredenheidsonderzoek 2015 Eindrapportage De Sleutelbloem Oudertevredenheidsonderzoek 2015 Eindrapportage De Sleutelbloem Baken Adviesgroep Maart 2015 Ir. Laurens van Graafeiland 1 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanpak 3 1.2 Onderzoeksverantwoording 4 1.3 Toelichting

Nadere informatie

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Tussenmeting 2015 Portret samenwerkingsverband P029 Opdrachtgever: ministerie van OCW Utrecht, oktober

Nadere informatie

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 DE PLATAAN BAKEN ADVIESGROEP JUNI 2017 AUTEUR: ANNE MOSTERT 1 INLEIDING Voor u ligt de eindrapportage Oudertevredenheidsonderzoek van basisschool De Plataan.

Nadere informatie

organisatie aandacht voor duurzame inzetbaarheid

organisatie aandacht voor duurzame inzetbaarheid Peiling draagvlak voor duurzame onder leden van Transvorm - 2014 In 2012 is Transvorm gestart met het programma, vitaliteit & arbeidsproductiviteit. Tijdens de kick off bijeenkomst in het najaar zijn ook

Nadere informatie

Oudertevredenheidsonderzoek 2015 Eindrapportage De Hoeksteen

Oudertevredenheidsonderzoek 2015 Eindrapportage De Hoeksteen Oudertevredenheidsonderzoek 2015 Eindrapportage De Hoeksteen Baken Adviesgroep Maart 2015 Ir. Laurens van Graafeiland 1 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanpak 3 1.2 Onderzoeksverantwoording 4 1.3 Toelichting

Nadere informatie

Oudertevredenheidsonderzoek 2015 Eindrapportage De Triangel

Oudertevredenheidsonderzoek 2015 Eindrapportage De Triangel Oudertevredenheidsonderzoek 2015 Eindrapportage De Triangel Baken Adviesgroep Maart 2015 Ir. Laurens van Graafeiland 1 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanpak 3 1.2 Onderzoeksverantwoording 4 1.3 Toelichting grafieken

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN

ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN Al cohol kenni s over gedr agen Eval uat i eal cohol voor l i cht i ng doorpeer si ndehor eca ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN Evaluatie alcoholvoorlichting door peers in de horeca Juli 2005 INTRAVAL Groningen-Rotterdam

Nadere informatie

MENSENRECHTEN & BEDRIJFSLEVEN. ICCO Onderzoek 2015

MENSENRECHTEN & BEDRIJFSLEVEN. ICCO Onderzoek 2015 MENSENRECHTEN & BEDRIJFSLEVEN ICCO Onderzoek 2015 Inhoud 1. Uitgangspunten 2. Onderzoek Demografie Bedrijfsgegevens Functie van de respondent Landen Wat zijn mensenrechten? Waarom mensenrechten? Six step

Nadere informatie

Vergelijking resultaten

Vergelijking resultaten Vergelijking resultaten 2016 2 e nameting Uitkomsten cliëntenraadpleging Careander Utrecht, december 2016 Geschreven door: Drs. Dominique van t Schip Postbus 8224 3503 RE Utrecht Telefoon: 030 293 76 64

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Samenvatting rapportage tevredenheidsonderzoek leerlingen schooljaar 14-15

Samenvatting rapportage tevredenheidsonderzoek leerlingen schooljaar 14-15 Samenvatting rapportage tevredenheidsonderzoek leerlingen schooljaar 14-15 In januari is er een tevredenheidsonderzoek gehouden onder de leerlingen van de groepen 6, 7 en 8 van De Dijk. Uiteindelijk hebben

Nadere informatie

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Tabellenrapportage Quickscan leerlingendaling VO. schoolbesturen, gemeenten en provincies

Tabellenrapportage Quickscan leerlingendaling VO. schoolbesturen, gemeenten en provincies Tabellenrapportage Quickscan leerlingendaling VO schoolbesturen, gemeenten en provincies Tabellenrapportage Quickscan leerlingendaling VO schoolbesturen, gemeenten en provincies Opdrachtgever: Ministerie

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Deel A Kengetallen en terugblik op het afgelopen schooljaar. Deel B Doelstellingen en jaarplan. Inleiding. School. 1.

Inhoudsopgave. Deel A Kengetallen en terugblik op het afgelopen schooljaar. Deel B Doelstellingen en jaarplan. Inleiding. School. 1. Inhoudsopgave Inleiding School Deel A Kengetallen en terugblik op het afgelopen schooljaar 1. Leerlinggegevens 1.1 Algemene gegevens 1.2 Gegevens m.b.t. passend onderwijs 2. Toezicht Onderwijsinspectie

Nadere informatie

Rapportage Onderzoek ouderbetrokkenheid in het basisonderwijs

Rapportage Onderzoek ouderbetrokkenheid in het basisonderwijs Rapportage Onderzoek ouderbetrokkenheid in het basisonderwijs Utrecht, juni 2019 Postbus 681 3500 AR Utrecht Telefoon: 0302631080 e-mail: info@duo-onderwijsonderzoek.nl website: www.duo-onderwijsonderzoek.nl

Nadere informatie

ENERGIE ENQUÊTE VOORJAAR 2012

ENERGIE ENQUÊTE VOORJAAR 2012 ENERGIE ENQUÊTE VOORJAAR 2012 2 INHOUD Management samenvatting... 3 Respondenten... 3 Conclusies... 4 1. Inleiding... 6 2. Uitkomsten per vraag... 6 2.1 Energie en energiebesparing binnen de organisatie...

Nadere informatie

De gegevens die worden gebruikt door de benchmark worden door de gemeente zelf aangeleverd. De burgerpeiling levert een deel van deze gegevens aan.

De gegevens die worden gebruikt door de benchmark worden door de gemeente zelf aangeleverd. De burgerpeiling levert een deel van deze gegevens aan. Burgerpeiling 2013 Eind 2013 is onder 2000 inwoners van de gemeente Noordoostpolder een enquete verspreid ten behoeve van de benchmark waarstaatjegemeente.nl. De enquete vormt een onderdeel van de benchmark.

Nadere informatie

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010

Nadere informatie

Oudertevredenheidsonderzoek 2015 Eindrapportage Panta Rhei

Oudertevredenheidsonderzoek 2015 Eindrapportage Panta Rhei Oudertevredenheidsonderzoek 2015 Eindrapportage Panta Rhei Baken Adviesgroep Maart 2015 Ir. Laurens van Graafeiland 1 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanpak 3 1.2 Onderzoeksverantwoording 4 1.3 Toelichting grafieken

Nadere informatie

Rapportage Onderzoek buitenles

Rapportage Onderzoek buitenles Rapportage Onderzoek buitenles In opdracht van: Contactpersoon: Jantje Beton en IVN Natuureducatie Wilma Nugteren Utrecht, maart 2018 Postbus 681 3500 AR Utrecht Telefoon: 030 263 10 80 e-mail: info@duo-onderwijsonderzoek.nl

Nadere informatie

Jaarverslag MR CBS Het Lichtpunt

Jaarverslag MR CBS Het Lichtpunt Jaarverslag MR CBS Het Lichtpunt schooljaar 2013-2014 Voorwoord Voor u ligt het jaarverslag 2013-2014 van de medezeggenschapsraad van CBS Het Lichtpunt te Rhoon. In dit verslag legt de medezeggenschapsraad

Nadere informatie

Evaluatie regiobijeenkomsten Vversterk. november december 2007

Evaluatie regiobijeenkomsten Vversterk. november december 2007 Evaluatie regiobijeenkomsten Vversterk november december 2007 Evaluatie regiobijeenkomsten Vversterk November - december 2007 Opdrachtgever: Sardes Utrecht, februari 2008 Oberon Postbus 1423 3500 BK Utrecht

Nadere informatie

Kwaliteit van Goed Werkgeverschap

Kwaliteit van Goed Werkgeverschap Kwaliteit van Goed Werkgeverschap Meting KWH-Goed Werkgeverschaplabel Rapportage opgesteld door KWH in samenwerking met EVZ organisatie-advies Bijlagen Corporatie Rotterdam, 20xx Inhoudsopgave

Nadere informatie

Rapportage Onderzoek Lerarentekort

Rapportage Onderzoek Lerarentekort Rapportage Onderzoek Lerarentekort In opdracht van: Contactpersoon: PO-Raad Onika Pinkus Utrecht, juli 2018 Postbus 681 3500 AR Utrecht Telefoon: 0302631080 e-mail: info@duo-onderwijsonderzoek.nl website:

Nadere informatie

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 DE ANJELIER BAKEN ADVIESGROEP JUNI 2017 AUTEUR: ANNE MOSTERT 1 INLEIDING Voor u ligt de eindrapportage Oudertevredenheidsonderzoek van basisschool De Anjelier.

Nadere informatie

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Projectnummer: 10203 In opdracht van: Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer drs. Merijn Heijnen dr. Willem Bosveld Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012 GL

Nadere informatie

Memo Bekendheid Meldpunt Huiselijk Geweld

Memo Bekendheid Meldpunt Huiselijk Geweld Memo Bekendheid Meldpunt Huiselijk Geweld Bestuurscommissie Onderzoek Cultuur, Welzijn en Zorg 1 Colofon: Onderzoek en rapportage: drs. E. Lange dr. J. Tuinstra Met medewerking van: H. Plat-Lieben Uitgave:

Nadere informatie

KWALITEITSAKKOORD BASISONDERWIJS DRENTHE 2010 en 2011

KWALITEITSAKKOORD BASISONDERWIJS DRENTHE 2010 en 2011 KWALITEITSAKKOORD BASISONDERWIJS DRENTHE 2010 en 2011 A. Inleiding De gedeputeerden van de 3 noordelijke provincies en de staatssecretaris voor primair onderwijs en kinderopvang hebben de Inspectie van

Nadere informatie

Welzijn Nieuwe Stijl Nieuw Krispijn

Welzijn Nieuwe Stijl Nieuw Krispijn Welzijn Nieuwe Stijl Nieuw Krispijn Oordeel organisaties en inwoners Inhoud:. Conclusies. Oordeel over communicatie. Hoe ging de samenwerking?. Oordeel over verloop en resultaat 5. Oordeel over nieuwe

Nadere informatie

Ervaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017

Ervaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017 Ervaringen Wmo Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017 Inhoud 1. Achtergrond van het onderzoek... 2 2. Het regelen van ondersteuning... 4 3. Kwaliteit van de ondersteuning... 6 4. Vergelijking regio...

Nadere informatie

Rapport Onderzoek Toegang Wmo 2015

Rapport Onderzoek Toegang Wmo 2015 Z Rapport Onderzoek Toegang Wmo 2015 Maart 2015 In opdracht van het Transitiebureau Wmo Team Kennisnetwerk Wmo Inhoudsopgave 1. Inleiding 2 2. Over het onderzoek 3 3. De resultaten 4 3.1 Omvang deelnemende

Nadere informatie

Tabellenrapportage quickscan leerlingendaling. schoolbesturen en gemeenten

Tabellenrapportage quickscan leerlingendaling. schoolbesturen en gemeenten Tabellenrapportage quickscan leerlingendaling schoolbesturen en gemeenten Tabellenrapportage quickscan leerlingendaling schoolbesturen en gemeenten Opdrachtgever: Ministerie van OCW Utrecht, mei 2015

Nadere informatie

Oudertevredenheidsonderzoek 2015 Eindrapportage De Wilgeroos

Oudertevredenheidsonderzoek 2015 Eindrapportage De Wilgeroos Oudertevredenheidsonderzoek 2015 Eindrapportage De Wilgeroos Baken Adviesgroep Maart 2015 Ir. Laurens van Graafeiland 1 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanpak 3 1.2 Onderzoeksverantwoording 4 1.3 Toelichting

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 31 007 Parlementair onderzoek Onderwijsvernieuwingen Nr. 2 BRIEF VAN DE COMMISSIE PARLEMENTAIR ONDERZOEK ONDERWIJSVERNIEUWINGEN Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Rapportage Onderzoek Werkdruk

Rapportage Onderzoek Werkdruk Rapportage Onderzoek Werkdruk Utrecht, juli 2018 Postbus 681 3500 AR Utrecht Telefoon: 0302631080 e-mail: info@duo-onderwijsonderzoek.nl website: www.duo-onderwijsonderzoek.nl INHOUDSOPGAVE 1 ACHTERGROND

Nadere informatie

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting

Nadere informatie

Hoe ver gaat uw medische zorg voor leerlingen? Rapportage ledenpeiling 11 november 2014 t/m 26 november 2014

Hoe ver gaat uw medische zorg voor leerlingen? Rapportage ledenpeiling 11 november 2014 t/m 26 november 2014 Hoe ver gaat uw medische zorg voor leerlingen? Rapportage ledenpeiling 11 november 2014 t/m 26 november 2014 Wout Neutel 3 december 2014 Inleiding Vlak voor de zomervakantie van 2014 sprak de Tweede Kamer

Nadere informatie

Onderzoek studentenreisproduct minderjarige mbo'ers. Rapportage november 2015

Onderzoek studentenreisproduct minderjarige mbo'ers. Rapportage november 2015 Onderzoek studentenreisproduct minderjarige mbo'ers Rapportage november 2015 Inhoudsopgave pagina Samenvatting 3 Onderzoek studentenreisproduct minderjarige mbo'ers Achtergrond en onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

Onderzoek tevredenheid medewerkers FICTIEF. 2012 Rapportage. Walvis ConsultingGroep Amersfoort, maart 2012 Onderzoeker: drs.

Onderzoek tevredenheid medewerkers FICTIEF. 2012 Rapportage. Walvis ConsultingGroep Amersfoort, maart 2012 Onderzoeker: drs. Onderzoek tevredenheid medewerkers FICTIEF 2012 Rapportage Walvis ConsultingGroep Amersfoort, maart 2012 Onderzoeker: drs. Ronald Zwart Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding en leeswijzer... 3 1.1 Inleiding:

Nadere informatie

De respons op het onderzoek was 57% en is daarmee representatief. Het aantal respondenten was 171 van de 300 genodigden.

De respons op het onderzoek was 57% en is daarmee representatief. Het aantal respondenten was 171 van de 300 genodigden. Beste ouders, Hierbij presenteren wij de resultaten van de oudertevredenheidsonderzoeken van 2017. Dit onderzoek is online gehouden en heeft de tevredenheid van ouders gemeten t.a.v. meerdere aspecten

Nadere informatie

Uitkomsten evaluatie module sociale infrastructuur

Uitkomsten evaluatie module sociale infrastructuur Uitkomsten evaluatie module sociale infrastructuur Maart 2017 Begin 2017 zijn enquêtes uitgezet bij (A) gemeenten uit de kernwerkgebieden van Menzis, (B) zorgaanbieders die gecontracteerd zijn voor de

Nadere informatie

Laat lumpsum maar komen

Laat lumpsum maar komen Eindrapportage pilots lumpsum primair onderwijs Gerrit Vrieze Hans van Gennip LAAT LUMPSUM MAAR KOMEN ii Eindrapportage pilots lumpsum primair onderwijs Gerrit Vrieze Hans van Gennip ITS Radboud Universiteit

Nadere informatie

RAPPORT VAN EEN INCIDENTEEL ONDERZOEK

RAPPORT VAN EEN INCIDENTEEL ONDERZOEK RAPPORT VAN EEN INCIDENTEEL ONDERZOEK NAAR HET GEBRUIK VAN MEERDERE BRINNUMMERS OP DEZELFDE LOCATIE VAN DE DRIELUIK (01XA) EN HET BAKEN (23WK) TE AMERSFOORT Utrecht, maart 2011 Voorwoord Dit rapport bevat

Nadere informatie

Werkend leren in de jeugdhulpverlening

Werkend leren in de jeugdhulpverlening Werkend leren in de jeugdhulpverlening en welzijnssector Nulmeting Samenvatting Een onderzoek in opdracht van Sectorfonds Welzijn Bernadette Holmes-Wijnker Jaap Bouwmeester B2796 Leiden, 1 oktober 2003

Nadere informatie

Rapport Onderzoek Lerarentekort

Rapport Onderzoek Lerarentekort Rapport Onderzoek Lerarentekort In opdracht van: PO-Raad Utrecht, juli 2019 Postbus 681 3500 AR Utrecht Telefoon: 030 263 10 80 e-mail: info@duo-onderwijsonderzoek.nl website: www.duo-onderwijsonderzoek.nl

Nadere informatie

ENQUÊTE: toetsing op maat

ENQUÊTE: toetsing op maat ENQUÊTE: toetsing op maat Bezoekers van de website van de PO-Raad konden hun mening geven over toetsing op maat. Tussen 22 januari en 6 februari 2013 hebben 201 mensen de enquête volledig ingevuld. De

Nadere informatie

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Beginmeting 2014 Portret samenwerkingsverband P029 Opdrachtgever: ministerie van OCW Utrecht, september

Nadere informatie

Toelichting op Medewerkeronderzoek door H&S Adviesgroep

Toelichting op Medewerkeronderzoek door H&S Adviesgroep Toelichting op Medewerkeronderzoek door H&S Adviesgroep H&S Adviesgroep kan u ondersteunen bij het uitvoeren van een Medewerkeronderzoek. Organisaties zetten deze onderzoeken in om bijvoorbeeld de werkbeleving,

Nadere informatie

Samenvatting. BS Het Veenpluis/ Zevenhuizen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Het Veenpluis

Samenvatting. BS Het Veenpluis/ Zevenhuizen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Het Veenpluis Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Het Veenpluis Enige tijd geleden heeft onze school BS Het Veenpluis deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 225988

Nadere informatie

Samenvatting. SBO De Regenboog/ Rotterdam. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) SBO De Regenboog

Samenvatting. SBO De Regenboog/ Rotterdam. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) SBO De Regenboog SBO De Regenboog/ Rotterdam Samenvatting Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) SBO De Regenboog Enige tijd geleden heeft onze school SBO De Regenboog deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling.

Nadere informatie

Leerlingtevredenheidsonderzoek

Leerlingtevredenheidsonderzoek Rapportage Leerlingtevredenheidsonderzoek CBS Paadwizer In opdracht van Contactpersoon Stichting de Tjongerwerven Christelijk Primair Onderwijs de heer H. van Malsen en de heer A. Vos Utrecht, februari

Nadere informatie

Rapportage. Politieke Barometer Onderwijs - directeuren primair en voortgezet onderwijs. Utrecht, 10 maart 2017

Rapportage. Politieke Barometer Onderwijs - directeuren primair en voortgezet onderwijs. Utrecht, 10 maart 2017 Rapportage Politieke Barometer Onderwijs - directeuren primair en voortgezet onderwijs Utrecht, 10 maart 2017 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van Grinsven drs. Liesbeth van der Woud drs. Sido Groenland

Nadere informatie

DE CLIËNTENRAAD BEOORDEELD. Onderzoek naar de tevredenheid met het functioneren van de cliëntenraad

DE CLIËNTENRAAD BEOORDEELD. Onderzoek naar de tevredenheid met het functioneren van de cliëntenraad DE CLIËNTENRAAD BEOORDEELD Onderzoek naar de tevredenheid met het functioneren van de cliëntenraad DE CLIËNTENRAAD BEOORDEELD Onderzoek naar de tevredenheid met het functioneren van de cliëntenraad -

Nadere informatie

Bestuursrapportage Personeel Tevredenheidsonderzoek 2010. De Meent

Bestuursrapportage Personeel Tevredenheidsonderzoek 2010. De Meent Bestuursrapportage Personeel Tevredenheidsonderzoek 2010 De Meent Gorinchem 08 december 2010 Inhoud I Voorwoord... 3 II Inleiding... 4 III Resultatenoverzicht... 5 IV Analyse... 23 V Conclusies... 25 2

Nadere informatie

RESULTATEN. Rapportage De Kinkerbuurt, Amsterdam. Externe Benchmark

RESULTATEN. Rapportage De Kinkerbuurt, Amsterdam. Externe Benchmark RESULTATEN Rapportage De Kinkerbuurt, Amsterdam Externe Benchmark februari 2013 1 ALGEMEEN 1.1 Inleiding Algemeen Het instrument de Kwaliteitsvragenlijst is een hulpmiddel om de kwaliteit van de school

Nadere informatie

V e r k l a r i n g t e r m e n e n b e g r i p p e n

V e r k l a r i n g t e r m e n e n b e g r i p p e n SBO De Zonnewijzer Valkenswaard Oudertevredenheids Speciaal Basisonderwijs 2015 V e r k l a r i n g t e r m e n e n b e g r i p p e n Top 10 Tevredenheid en Ontevredenheid. Bij een groot aantal vragen

Nadere informatie

1.1 Resultaten oudertevredenheidsonderzoek

1.1 Resultaten oudertevredenheidsonderzoek Rapportage resultaten Oudertevredenheidsonderzoek De Plakkenberg, mei juni 2013 1.1 Resultaten oudertevredenheidsonderzoek Allereerst zullen de resultaten per onderwerp kort worden samengevat. Onder deze

Nadere informatie

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 PANTA RHEI BAKEN ADVIESGROEP JUNI 2017 AUTEUR: ANNE MOSTERT 1 INLEIDING Voor u ligt de eindrapportage Oudertevredenheidsonderzoek van basisschool Panta Rhei.

Nadere informatie

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016 ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek 2014 mei 2016 1 Arbeidsmarktplatform

Nadere informatie

Oudertevredenheidsonderzoek 2013 Eindrapportage De Vrijheit

Oudertevredenheidsonderzoek 2013 Eindrapportage De Vrijheit Oudertevredenheidsonderzoek 2013 Eindrapportage De Vrijheit Baken Adviesgroep Mei 2013 Ir. Laurens van Graafeiland 1 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanpak 3 1.2 Onderzoeksverantwoording 4 1.3 Toelichting grafieken

Nadere informatie

Toezichthouders in de wijk

Toezichthouders in de wijk Toezichthouders in de wijk Hoe ervaren inwoners uit Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht de aanwezigheid van Toezichthouders? Inhoud: 1 Conclusies 2 Bekendheid 3 Effect 4 Waardering taken Hondengerelateerde

Nadere informatie

Onderzoek. Het provisieverbod & gebruik financieel adviseurs

Onderzoek. Het provisieverbod & gebruik financieel adviseurs Onderzoek Het provisieverbod & gebruik financieel adviseurs Rapportage Publieksmonitor: module provisieverbod December 2012 Samenvatting (1/2) 1. Bekendheid provisieverbod laag Nog niet veel Nederlanders

Nadere informatie

Samenvatting. BS De Petteflet/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Petteflet

Samenvatting. BS De Petteflet/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Petteflet Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Petteflet Enige tijd geleden heeft onze school BS De Petteflet deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 218522 ouders

Nadere informatie

Versie 0.3 Datum: 4 maart Managementstatuut

Versie 0.3 Datum: 4 maart Managementstatuut Versie 0.3 Datum: 4 maart 2013 Managementstatuut Begripsbepalingen Artikel 1 In dit managementstatuut statuut wordt verstaan onder: Stichting : CBO Meilân, Stichting voor Christelijk Primair Onderwijs

Nadere informatie

Oudertevredenheidsonderzoek 2013 Eindrapportage Panta Rhei

Oudertevredenheidsonderzoek 2013 Eindrapportage Panta Rhei Oudertevredenheidsonderzoek 2013 Eindrapportage Panta Rhei Baken Adviesgroep Mei 2013 Ir. Laurens van Graafeiland 1 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanpak 3 1.2 Onderzoeksverantwoording 4 1.3 Toelichting grafieken

Nadere informatie

AFO 200. Goedkeuring wordt gevraagd voor de bestuursoverdracht per 1 augustus 2017 in het primair onderwijs van:

AFO 200. Goedkeuring wordt gevraagd voor de bestuursoverdracht per 1 augustus 2017 in het primair onderwijs van: BEOORDELING AANVRAAG BESTUURSOVERDRACHT OBS DE VINKENBUURT STICHTING OOZ & ARCADE AFO 200 Opbouw beoordelingsrapport: Beschrijving van de aanvragers en de fusie (paragraaf 1) Beschrijving van het proces

Nadere informatie