RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK NTC-PO DUTCH LESSONS NIST (DLN) AT THE NEW INTERNATIONAL SCHOOL OF THAILAND

Transcriptie

1 RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK NTC-PO DUTCH LESSONS NIST (DLN) AT THE NEW INTERNATIONAL SCHOOL OF THAILAND School : NTC-po Dutch Lessons Nist (DLN) at the new International School of Thailand Plaats : BANGKOK THAILAND BRIN-nummer : 28RU Onderzoeksnummer : Datum schoolbezoek : 15 en 18 mei 2009 Datum vaststelling : 16 juni 2009

2

3 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING KWALITEITSPROFIEL BESCHOUWING VERVOLG VAN HET TOEZICHT

4

5 1 INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs bezocht NTC-po Dutch Lessons Nist (DLN) at the new International School of Thailand in het kader van een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO). Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de indicatoren van kwaliteitsaspecten op grond van het door de inspectie gehanteerde toezichtkader primair onderwijs Bij dit PKO doet de inspectie onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs door zich te richten op de kern van goed onderwijs op de school. Het gaat hierbij om indicatoren die betrekking hebben op de kwaliteitszorg, het aanbod, de onderwijstijd, het pedagogisch handelen van leraren, het didactisch handelen van leraren, de afstemming op de onderwijsbehoeften van leerlingen, de actieve en zelfstandige rol van leerlingen, het schoolklimaat, de begeleiding, de zorg, de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen. In de brochure 'Toezichtkader PO 2005' vindt u achtergrondinformatie over de indicatoren die de inspectie bij haar toezicht in ogenschouw heeft genomen. U kunt deze brochure downloaden van de website van de onderwijsinspectie: Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn of afspraken die met de school zijn gemaakt, of op basis van de informatie die door de school is toegestuurd kan de inspectie besluiten om niet alle indicatoren bij het onderzoek te betrekken. Dit is bij uw school niet aan de orde geweest. Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan in overleg tussen school en inspectie besloten worden om de oordelen uit de zelfevaluatie alleen te verifiëren en deze niet zelf opnieuw te onderzoeken. Zo sluit de inspectie niet alleen aan bij de specifieke situatie van de school, maar wordt de school bovendien niet onnodig belast. Uw school heeft naast de schoolgids en het schoolplan vijf documenten ingestuurd die op uw zelfevaluatie-activiteiten betrekking hebben. Het betrof de volgende documenten: het ingevulde Zelfevaluatieinstrument van de Stichting NOB; Samenvatting DLN Zelfevaluatieinstrument voor NTC scholen - Bestuurlijk gedeelte (april 2009); Samenvatting DLN Zelfevaluatieinstrument voor NTC scholen - Onderwijskundig gedeelte (april 2009); Prioriteiten verbeterpunten Kwaliteitsplan 2009 (zonder datum); Samenvatting Oudertevredenheidsevaluatie DLN Bangkok (september 2008). 5

6 De informatie uit deze zelfevaluatie-activiteiten is bruikbaar. De inspectie heeft deze dan ook bij haar oordelen betrokken, maar toch besloten om zelf alle kernindicatoren te onderzoeken. Ten eerste omdat de school (sinds de oprichting in oktober 2005) niet eerder door de inspectie is onderzocht en ten tweede omdat de relatie tussen de beschikbare informatie en het toekomstig beleid van de school niet concreet is uitgewerkt in meetbare doelen, concrete activiteiten, verantwoordelijke personen, een evaluatiemethodiek en een tijdpad. De opzet van het onderzoek Het periodiek kwaliteitsonderzoek bestond uit de volgende activiteiten. Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. Analyse van documenten die betrekking hebben op zelfevaluatieactiviteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd. Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal. Deze lesbezoeken vonden plaats in de groepen 5/6 (year 4/5) en groep 7 (year 6). Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de indicatoren gesprekken gevoerd met de coördinator en de leraar. Op uw school is verder een gesprek gevoerd met leerlingen, ouders en bestuursleden. Op de Nederlandse ambassade sprak de inspectie met een lid van de Ambassaderaad en een lid van het Netherlands Education Support Office. Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de kwaliteitsoordelen en de conclusies van het schoolbezoek besproken met het team. Daarbij was een vertegenwoordiging van het bestuur aanwezig. De inhoud van het rapport Het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs levert een kwaliteitsprofiel op van de school (hoofdstuk 2). In hoofdstuk 3 wordt een beschouwing gegeven over de geconstateerde kwaliteit en wordt deze onder andere bezien in relatie tot de context of uitgangssituatie van de school. Indien van toepassing worden in deze beschouwing ook de toegevoegde indicatoren betrokken. In hoofdstuk 4 is het vervolgtoezicht aangegeven en worden, indien noodzakelijk, afspraken vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet. 6

7 2 KWALITEITSPROFIEL Het kwaliteitsprofiel geeft een overzicht van de waarderingen die de inspectie heeft toegekend aan indicatoren die betrekking hebben op belangrijke kenmerken van goed onderwijs. In de waardering is tot uitdrukking gebracht in welke mate de indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs: 1. draagt niet of nauwelijks bij; 2. draagt onvoldoende bij; 3. draagt voldoende bij; 4. draagt in hoge mate bij; 5. niet te beoordelen (alleen bij Resultaten en Ontwikkeling van leerlingen). Deze waardering is gegeven indien de school over bepaalde indicatoren geen betrouwbare en valide gegevens beschikbaar heeft. Het kwaliteitsprofiel van NTC-po Dutch Lessons Nist (DLN) at the new International School of Thailand Kwaliteitszorg 1.2 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten. 1.3 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. 1.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. Leerstofaanbod 3.1 De aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal zijn dekkend voor de kerndoelen. 3.4 De leerinhouden voor Nederlandse taal worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan. 3.8 De school biedt leerinhouden aan bij Nederlandse taal die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand. Tijd 4.1 De school heeft voldoende onderwijstijd gepland (120 uur per jaar). 4.2 De uitval van geplande onderwijsactiviteiten blijft beperkt. 4.3 De school heeft maatregelen genomen om ongeoorloofd verzuim tegen te gaan. 4.4 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. Pedagogisch handelen 5.3 De leraren zorgen ervoor dat leerlingen op een respectvolle manier met elkaar omgaan. 7

8 Didactisch handelen 6.1 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 6.3 De leraren leggen duidelijk uit. 6.5 De leraren geven expliciet onderwijs in strategieën voor denken en leren. Afstemming 7.1 De leraren volgen de vorderingen van hun leerlingen systematisch. 7.3 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. Actieve en zelfstandige rol leerlingen 8.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 8.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun eigen leerproces die past bij hun ontwikkelingsniveau. Sfeer op school 9.3 De ouders/verzorgers tonen zich betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt. Begeleiding 10.1 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. Zorg 11.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen De school voert de zorg planmatig uit De school gaat de effecten van de zorg na De school betrekt de ouders/verzorgers van leerlingen bij de zorg van hun kind. Resultaten 12.1 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 5 8

9 Ontwikkeling van leerlingen 13.1 De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 5 9

10

11 3 BESCHOUWING Dit hoofdstuk beschrijft het oordeel van de inspectie over de kwaliteit van het onderwijs in Nederlandse Taal en Cultuur (NTC) op Dutch Lessons New International School of Thailand (DLN NIST) in Bangkok (Thailand) en geeft een toelichting op het kwaliteitsprofiel. Daarbij legt de inspectie zo mogelijk verbanden tussen de verschillende onderzochte indicatoren onderling en - voor zover relevant - tussen de indicatoren en de schoolcontext, de specifieke doelstellingen van de school en eerdere inspectieonderzoeken. 3.1 De uitgangssituatie De DLN verzorgt (vanaf 2005) NTC-onderwijs op het niveau van zowel het primair onderwijs als het voortgezet onderwijs. Over het voortgezet onderwijs is een apart inspectierapport uitgebracht. De school staat onder leiding van een coördinator die gedurende een periode alle lessen verzorgde. In die situatie is onlangs verandering gekomen door het aanstellen van een extra leraar. De werkzaamheden tussen de beide leraren zijn verdeeld: één richt zich voornamelijk op het primair onderwijs en de andere op het voortgezet onderwijs. De coördinator is verantwoordelijk voor het onderwijs op de school. De DLN telt in het totaal 14 leerlingen, waarvan 9 in het primair onderwijs en 5 in het voortgezet onderwijs. De lessen vinden plaats onder schooltijd in een 'eigen', klein, maar goed ingericht lokaal op de NIST. De DLN profiteert van de faciliteiten van deze school. De leerlingen van de school zijn Richting 1- leerlingen (kinderen uit Nederlandse gezinnen, waar Nederlands wordt gesproken) of Richting 2-leerlingen (kinderen uit gemengde gezinnen, waarbij één van de ouders Nederlandstalig is). De ouders werken bij uiteenlopende instellingen en bedrijven, zoals internationale firma's en de Nederlandse ambassade. Er bestaan goede contacten met de Nederlandse ambassade. De NIST is een internationale school met ruim 1200 leerlingen uit uitlopende landen. Ze ondersteunt haar leerlingen bij het leren van een tweede of derde taal via het World Language Programme (WLP). De NTC-lessen vallen onder het WLP en worden georganiseerd door de DLN. Leerlingen vanaf groep 3 (year 2) tot en met Internationaal Baccalaureaat (IB) volgen de Nederlandse lessen binnen de door de school ingeroosterde WLP-uren. Daarnaast bestaat de mogelijkheid voor leerlingen uit de 'early years' en year 1 om Nederlandse lessen te volgen buiten de schooluren. Het geringe aantal leerlingen maakt de DLN kwetsbaar. Het bestuur onderschrijft deze constatering en onderneemt acties die moeten leiden tot een toename van het aantal leerlingen. 11

12 3.2 Algemeen beeld In dit onderzoek van de inspectie stond de beoordeling van de kwaliteit van het onderwijs centraal. De inspectie concludeert dat op de DLN onderwijs van voldoende kwaliteit wordt gegeven. Deze kwaliteit blijkt uit het kwaliteitsprofiel in hoofdstuk 2. Alle door de inspectie beoordeelde indicatoren scoren voldoende of goed. De DLN wil haar onderwijs in de toekomst qua benadering en aanpak verder afstemmen op de onderwijsvisie van de NIST, zodat dat onderwijs herkenbaar is voor leerlingen en ouders. De lessen zijn door de leraar goed voorbereid en intensief voor de leerlingen, omdat de groepen klein zijn. De ouders, met wie de inspectie sprak zijn tevreden over het onderwijs. De leerlingen gaan doorgaans met plezier naar school en voelen zich daar op hun gemak. Het kwaliteitsprofiel vormt de basis voor het inspectiebesluit om aan de school een basisarrangement toe te kennen. De inspectie onderzoekt de kwaliteit van het onderwijs op de school in beginsel over vier jaar opnieuw. Daarnaast voert de inspectie in de tussenliggende periode jaarlijks een digitaal onderzoek naar de eindopbrengsten uit. Hieronder geeft de inspectie in het kort een toelichting op de oordelen op indicatorniveau, met name ten aanzien van die indicatoren die als verbeterpunten worden aangemerkt. 3.3 Toelichting Opbrengsten De inspectie beoordeelt tijdens haar onderzoeken twee soorten opbrengsten van het onderwijs: eindopbrengsten (resultaten van leerlingen aan het eind van het basisonderwijs) en tussentijdse opbrengsten (resultaten tijdens de schoolloopbaan van leerlingen). Ze onderzoekt daarvoor de toetsresultaten van technisch en begrijpend lezen, spelling en woordenschat. De inspectie beschouwt in deze specifieke situatie de leerresultaten van groep 7 (year 6) als de eindopbrengsten, omdat de leerlingen uit die groep aan het eind van dat schooljaar hun Primary Years Programme (PYP) beëindigen. De inspectie heeft bij de beoordeling van de opbrengsten de leerresultaten van alle leerlingen op de school betrokken. De eindopbrengsten zijn van een voldoende niveau. De school kan zich verantwoorden over de leerresultaten van leerlingen in groep 7. Dat doet zij op basis van zelfsamengestelde toetsen die aansluiten bij het aanbod en door toetsen die op vastgestelde tijdstippen worden afgenomen. Evenals bij de eindopbrengsten is bij de beoordeling van de tussentijdse opbrengsten vanwege het geringe aantal leerlingen enige voorzichtigheid geboden. Daarom heeft de inspectie de resultaten van alle leerlingen in haar oordeel betrokken. De tussenopbrengsten zijn voldoende. Dat wil zeggen, dat de R1- en R2-leerlingen op de diverse aspecten van de Nederlandse taal (technisch en begrijpend lezen, spelling en woordenschat) tijdens de schoolperiode geen of een geringe achterstand oplopen ten opzichte van leeftijdsgenoten in Nederland. Alleen het niveau van spelling en woordenschat is over het geheel genomen aan de magere kant. Dat aandachtspunt is niet alleen door de leraar gesignaleerd, maar er is ook actie op ondernomen. 12

13 Kwaliteitszorg De inspectie heeft met het bestuur (DLN comité) gesproken over de positie en verantwoordelijkheden van het bestuur ten opzichte van de NIST. Tot op heden is duidelijk dat het bestuur alle verantwoordelijkheid draagt. In deze situatie wil zij in de nabije toekomst verandering aanbrengen. Het bestuur wil dat de DLN in de toekomst deel gaat nemen aan de accreditatie van de NIST door de IB-organisatie. Dat betekent dat de kwaliteitszorg dan voor een groot deel wordt overgenomen door de NIST. De inspectie zal dan de kwaliteitszorg niet meer onderzoeken, omdat dat al gebeurt door de IB-organisatie. Het bestuur blijft in de voorgenomen situatie uiteraard eindverantwoordelijk voor de kwaliteit van de onderwijspraktijk, voor zover deze niet wordt geëvalueerd en geborgd door het kwaliteitssysteem van de internationale school en de accreditatie van de IB-organisatie. Zodra het vakdidactisch handelen is afgestemd op dat van de NIST (wat voorgenomen is en waarmee een start is gemaakt), resteert voor het bestuur het beoordelen van de inhoud van het leerstofaanbod, het aanvragen van de subsidie, het voeren van een financiële administratie en het vaststellen van het schoolplan en van de schoolgids (inclusief andere overeengekomen zaken). De realiteit is echter nog niet zo ver. Daarvoor moet het bestuur stappen ondernemen om tot een formele scheiding van taken en verantwoordelijkheden met de NIST te komen. Daarom beoordeelt de inspectie de kwaliteitzorg tijdens dit onderzoek wel. In de afgelopen periode heeft het bestuur zich, in samenwerking met de coördinator, gericht op de kwaliteitszorg. De ondernomen activiteiten leiden tot voldoende oordelen. Het zelfevaluatie-instrument van de Stichting NOB is afgenomen. Daarnaast heeft het bestuur een tevredenheidsmeting gehouden onder de ouders. De gegevens van beide onderzoeken zijn verwerkt en hebben geleid tot de notitie 'Prioriteiten verbeterpunten Kwaliteitsplan 2009' (zonder datum). Aandachtspunten worden benoemd, maar zijn nog niet omgezet in een concreet verbeterplan met meetbare doelen, concrete omschrijvingen van activiteiten, aanwijzing van verantwoordelijke personen, wijze van evalueren en een helder tijdpad. Zo'n plan geeft op een duidelijke wijze richting aan verbeteractiviteiten en biedt betrokkenen inzicht in de voornemens van de school, als dit in de schoolgids wordt opgenomen. Onderwijspraktijk De inspectie beoordeelt de kwaliteit van het lesgeven aan de hand van lesobservaties. Ze waardeert de lessen als voldoende met een aantal sterke punten. De lessen worden door de leraar zorgvuldig voorbereid. De leerstof is verdeeld over de vier units die per schooljaar worden gegeven. De beschikbare, eigentijdse methodes fungeren als bronnenboeken. De planning en invulling van de units zijn tijdig gereed en via internet toegankelijk voor de ouders. Zodoende kunnen zij op de voet volgen wat wordt aangeboden en daar thuis op inspelen. Ook het huiswerk en bijvoorbeeld toetsen/examens worden in de schema's opgenomen. 13

14 Uit de lesobservaties blijkt dat de leraar zorgt voor een heldere structuur, een duidelijke uitleg, een taakgerichte werksfeer en het realiseren van betrokkenheid van de leerlingen. De leraar houdt daarbij voldoende rekening met verschillen tussen de leerlingen, waarbij door het kleine aantal leerlingen intensief met ze kan worden gewerkt. Een nadeel van de kleine groepen is het gemis aan interactie tussen leerlingen. Naast een beredeneerd aanbod en een weloverwogen aanpak speelt in het onderwijs de beschikbare tijd een belangrijke rol. De school plant voldoende tijd die ontstaat door een combinatie van onderwijsuren, huiswerk en culturele activiteiten. De tijd in de lessen wordt efficiënt besteed. Mede daardoor is er een taakgerichte werksfeer en is er sprake van actieve betrokkenheid van de leerlingen. Alle leerlingen worden met een vaste regelmaat getoetst. Dat gebeurt via zelf ontwikkelde toetsen, toetsen uit de methodes en tussentijdse toetsen. De gegevens die daar uit voorkomen worden geanalyseerd en spelen een rol bij de invulling van het leerstofaanbod. Daarnaast signaleert de leraar door de toetsing tijdig die leerlingen die extra zorg nodig hebben. Voor die leerlingen voor wie dat noodzakelijk is, stelt de leraar in samenwerking met de leraar van de dagschool en de afdeling 'learning support' een handelingsplan op en bespreekt de uitvoering ervan met de ouders. De inspectie heeft gewezen op het belang van het zo concreet mogelijk beschrijven van de te bereiken doelen. Nu zijn deze in sommige gevallen te vaag. Bij een scherpe omschrijving van de doelen is voor alle betrokkenen duidelijk wat na een periode bereikt moet zijn. Overige sterke punten zijn het schoolklimaat, dat ondersteunend en veilig is en de betrokkenheid van de ouders. Volgens de ouders met wie de inspectie sprak is de school laagdrempelig en is de leraar zeer benaderbaar. De leerlingen gaan doorgaans graag naar school en voelen zich daar veilig. 14

15 4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT Bij dit PKO heeft de inspectie ook een onderzoek gedaan naar de naleving van een aantal wettelijke voorschriften. Dit onderzoek betrof de wettelijke voorschriften over de door het bevoegd gezag vastgestelde schoolgids en schoolplan. Op basis van dit onderzoek concludeert de inspectie dat de school aan deze wettelijke bepalingen voldoet. De inspectie sprak met het bestuur en de coördinator over de leerresultaten en verbeteractiviteiten die staan opgenomen in de schoolgids. Die zijn nu te globaal geformuleerd. Een toelichting op de leerresultaten en de voorgenomen verbeteractiviteiten in het schooljaar maakt het voor ouders mogelijk deze te begrijpen en te volgen. Voorts dient het bestuur op zo kort mogelijke termijn verzoeken om ontheffing in. De bevindingen van dit PKO leiden tot het volgende arrangement voor het vervolg van het toezicht (toezichtarrangement): Op basis van de aangetroffen kwaliteit van het onderwijs kent de inspectie aan de school een basisarrangement toe. In beginsel volgt over vier jaar opnieuw een kwaliteitsonderzoek. In de tussenliggende periode vindt jaarlijks digitaal een onderzoek naar de eindopbrengsten plaats. 15