Analyse I. S. Caenepeel. Oefeningen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Analyse I. S. Caenepeel. Oefeningen"

Transcriptie

1 Analyse I S. Caenepeel Oefeningen Oefeningen 29 bij IR-WISK 0333 en 0333a Analyse: afleiden, integreren en wiskundige software, Eerste Bachelor Ingenieurswetenschappen en Fysica (SD-ID ), Eerste Bachelor Wiskunde (SD-ID 00745) en Derde Bachelor Wiskunde verkort programma (SD-ID 00307). 205

2 Reeks Limieten Infimum en supremum Oefening. Bepaal het supremum en infimum van de volgende verzamelingen: a. { n n N 0} a2. [0,4] a3. { + 0, n n N} { 0, n n N} b. (7,0) b2. [0,] \ Q b3. { + 0, n n N} { 0, n n N} c. {2 m + 3 n m,n N 0 } c2. [π,π 2 ] c3. { n( )n n ( ) n n N} Limieten van rijen Oefening.2 Ga na of de rij (u n ) convergent is, en bepaal de limiet. a. u n = 3n + 8 5n 2 a2. u n = n a (a > 0) a3. u n = ( n + 3 n ) n a4. u n = n 2 + 2n + 4 n 2 3n + 7

3 a5. u n = ( 2n ) n n + 3 a6. u n = n + 2 3n + 4 a7. u n = 4 0n 3 0 2n 3 0 n n b. u n = n2 + 7 n 3 b2. u n = b3. u n = b4. u n = sinn + ( )n n n 2 + n n ( n 3 ) 2n+5 n + 4 b5. u n = n 3 n 2 n b6. u n = xn x n + (x > ) c. u n = sinn n + ( n + 2 c2. u n = n ) 3n c3. u n = n 2 n + 3 n c4. u n = ( ) n 2 + 2n + 4 n 2 + 2n n c5. u n = n p x n (p N, x ) c6. u n = (a > 0) ( + a) n 2

4 Oefening.3 Ga na of de rij (u n ) convergent is, en bepaal de limiet. Herinner dat a. u n = ( ) n n ( lim + n = e n n) a2. u n = ( n + ) n n b. u n = ( 2 ) n 2 n 2 b2. u n = ( 2n ) 2n 2n 3 c. u n = ( n + n c2. u n = ) n ( + a n) bn (a 0) Limieten van functies in één veranderlijke Oefening.4 Toon aan, met behulp van de definitie van limiet, dat lim x = a x a Beschouw dan twee reële veeltermen P en Q, en a R zodat Q(a) 0. Toon aan dat P(x) lim x a Q(x) = P(a) Q(a) Gebruik hiervoor de eigenschappen die we gezien hebben over limiet van som en product. Oefening.5 Bereken de volgende limieten a. lim x 4 x 4 x 2 x 2 a2. lim x 3 x 3 27 x 2 9 3

5 3x 2 a3. lim x + 9x + 7 b. lim x 2 4 x 2 3 x b2. lim h 0 (x + h) 2 x 2 h 6x 2 + 2x + 2 b3. lim x + 5x 2 3x + 4 c. lim x x 2 + x 2 (x )x c2. lim h 0 x c3. lim x x (x + h) + 5x + Reeks 2 Limieten 2 Linker- en rechterlimiet Definitie 2. h lim f (x) = b ε > 0, δ > 0 : 0 < x a < δ = f (x) b < ε x a+ We noemen b de rechterlimiet van f in het punt a. lim f (x) = b ε > 0, δ > 0 : 0 < a x < δ = f (x) b < ε x a We noemen b de linkerlimiet van f in het punt a. De eigenschappen die we bewezen voor limieten (over limiet van som, product, enz.) gelden ook voor linker- en rechterlimieten. Oefening 2. Toon volgende eigenschap aan: de limiet van een functie in een punt bestaat dan en alleen dan als de linker- en de rechterlimiet bestaan en aan mekaar gelijk zijn, m.a.w., lim f (x) = b lim x a f (x) = lim f (x) = b x a x a+ 4

6 Oefening 2.2 Gebruik oefening 2. om na te gaan of de volgende limieten bestaan a. lim x /x b. lim x /x /x c. lim x 2 2/( x) Limieten van functies van twee veranderlijken We bekijken eerst een voorbeeld: x 2 y 2 lim (x,y) (0,0) x 2 + y 2 Onderstel dat deze limiet bestaat en de waarde l aanneemt. Dan geldt duidelijk Nu is en zodat we kunnen concluderen dat x 2 y 2 lim (x,y) (0,0) x 2 + y 2 = lim x 2 y 2 (x,y) (0,0) x 2 + y 2 = l x=0 y=0 x 2 y 2 lim (x,y) (0,0) x 2 + y 2 = lim y 2 y 0 y 2 = x=0 x 2 y 2 lim (x,y) (0,0) x 2 + y 2 = lim x 2 x 0 x 2 = y=0 x 2 y 2 lim (x,y) (0,0) x 2 + y 2 niet bestaat. We hebben hier alleen de limiet genomen voor (x,y) naderend tot (0,0) langs de x-as en de y-as. Meer algemeen kunnen we de limiet beschouwen voor (x,y) naderend tot (0,0) langs eender welke kromme door (0, 0). Indien het resultaat afhangt van de gekozen kromme, kunnen we besluiten dat de limiet niet bestaat. Dikwijls is het voldoende te kijken naar alle rechten die door het gegeven punt gaan. We hebben dan ook de volgende rekenregel: Rekenregel 2.2 Indien afhangt van de parameter m, dan bestaat niet. lim f (x,y) (x,y) (a,b),y b=m(x a) lim f (x,y) (x,y) (a,b) 5

7 Bovenstaande rekenregel staat alleen toe te besluiten dat een gegeven tweedimensionale limiet niet bestaat. Zelfs als de limiet hierboven niet afhangt van de parameter m, dan kan het nog zijn dat de tweedimensionale limiet niet bestaat. Oefening 2.3 Toon aan: voor een functie f : R 2 R hebben we lim f (x,y) = k (x,y) (a,b) als en alleen als ε > 0, δ > 0 : x a < δ y b < δ (x,y) (a,b) = f (x,y) k < ε Oefening 2.4 Toon aan: als f : R R een numerieke functie is waarvoor geldt lim f (x) = f (a) = 0 x a en g : R 2 R begrensd is op een omgeving van (a,b), dan is lim f (x)g(x,y) = 0 (x,y) (a,b) Oefening 2.5 Ga het bestaan na van de volgende limieten: a. lim x 0 lim y 0 x 2 + 2y 2 x 2 + y 2 a2. lim y 0 lim x 0 x 2 + 2y 2 x 2 + y 2 x 2 + 2y 2 a3. lim (x,y) (0,0) x 2 + y 2 x 6 + y 2 x 4 + y 4 x 2 + y 6 a4. lim (x,y) (0,0) x 2 + y 2 x 2 + 2y 4 a5. lim (x,y) (0,0) x 2 + y 4 + y 6 y 3 a6. lim (x,y) (0,0) x + y 2 6

8 x 2 y 2 b. lim (x,y) (0,0) y 4 + x 6 x 2 y 2 b2. lim (x,y) (0,0) y 2 + x 2 b3. lim x 0 lim y 0 x 4 + 2y 2 x 4 + y 2 b4. lim y 0 lim x 0 x 4 + 2y 2 x 4 + y 2 y 2 4x b5. lim (x,y) (,2) x 2 y 2 + y 3 4x 3 4xy x 4 + x 2 y 2 + y 4 + 2x 2 b6. lim (x,y) (0,0) x 4 + y 4 + x 2 c. lim x 0 lim y 0 x 2 + xy + y 2 x 2 + 2y 2 c2. lim y 0 lim x 0 x 2 + xy + y 2 x 2 + 2y 2 x 2 + xy + y 2 c3. lim (x,y) (0,0) x 2 + 2y 2 x 3 c4. lim (x,y) (0,0) x 2 + y 4 sin x 2 + y 2 (x y) 4 x 2 c5. lim (x,y) (0,0) (x y) 4 + x 2 x 2 4y c6. lim (x,y) (2,) x 2 y 2 + x 3 4y 3 4xy 7

9 Continuiteit Oefening 2.6 Bespreek de continuiteit van de numerieke functie f : R R. { xsin a. f (x) = x als x 0 0 als x = 0 + x als x 0 x als 0 < x < a2. f (x) = 2 x als x 2 3x x 2 als x > 2 { als x Q b. f (x) = 0 als x Q { cosec b2. f (x) = x als x kπ 0 als x = kπ (k Z \ {0}) { sin c. f (x) = x als x 0 0 als x = 0 { x als x 0 c2. f (x) = +e /x 0 als x = 0 Oefening 2.7 Bespreek de continuiteit van de functie van twee veranderlijken f : R 2 R. { xy als (x,y) (0,0) x a. f (x,y) = +y 2 0 als (x,y) = (0,0) a2. f (x,y) = { x 2 +y 2 3 4(x 2) 6(y 3) (x 2) 2 +(y 3) 2 als (x,y) (2,3) 0 als (x,y) = (2,3) b. f (x,y) = { x 2 y 2 x y x y als x y als x = y b2. f (x,y) = [x] + [y] { 0 als xy 0 c. f (x,y) = als xy = 0 { x 4 y 4 c2. f (x,y) = x 2 +y 2 als (x,y) (0,0) als (x,y) = (0,0) 8

10 Reeks 3 Afgeleiden I Oefening 3. Gebruik de definitie van afgeleide, en de eigenschappen uit 4. (afgeleide van som, product, constante en identieke functie enz.) om de afgeleiden te berekenen van de functies gegeven door de volgende voorschriften:. y = cosx a2. y = tgx b2. y = cotgx c2. y = secx a3. y = bgcosx (x [,]) b3. y = bgtgx c3. y = bgcotgx 4. y = lnx (x > 0) 5. y = e x 6. y = log a x (a,x > 0) 7. y = a x (a > 0) 8. y = x a (x > 0) a9. y = shx b9. y = chx c9. y = thx a0. y = argshx b0. y = argchx (x > ) c0. y = argthx (x (,)) 9

11 Oefening 3.2 Gebruik de rekenregels voor het berekenen van afgeleiden ( 4.) en de formules voor de afgeleiden van elementaire functies ( 4.2 en oefening 3.) om de afgeleiden te berekenen van de functies gedefinieerd via de volgende voorschriften a. y = e x lnx a2. y = e +2x + 2x a3. y = ln a4. y = sin(sinx) ( ) + x 4 x 2 bgtgx a5. y = lntg x (cotgx)ln( + sinx) x 2 b. y = x x b2. y = x lnx b3. y = y = 3v 2 4v + 5 met v = 2x 5 b4. y = 5 tg 5 u 3 tg 3 u + tgu met u = x 2 + ( b5. y = 5 + xe ) 3 x c. y = tgln(2x + 3) 2 c2. y = x xx c3. y = bgtg a + bcosx b + acosx c4. y = 3 ln tg x tg x c5. y = tg 2 e 3x 0

12 Raaklijn en hoek Oefening 3.3 a. Bepaal de vergelijking van de raaklijn in het punt (0,0) aan de kromme met vergelijking y = x + x 2. b. Bepaal de vergelijking van de raaklijn aan de kromme met vergelijking y = x 2 + x 6 die evenwijdig is met de rechte met vergelijking 3x + y = 2. c. Bepaal de vergelijkingen van de raaklijnen aan de kromme met vergelijking y = sinx die evenwijdig zijn met de rechte met vergelijking y = x. Oefening 3.4 Bereken de hoek waaronder de volgende krommen elkaar snijden: a. y = 8 x en y2 = x 2 b. y = sinx en y = cosx c. x 2 4x + y 2 = 0 en x 2 + y 2 = 8 Oefening 3.5a Bewijs dat de uitdrukking bgcos acosx + b a + bcosx 2bgtg onafhankelijk is van x (0 < b < a en 0 < x < π). ( ) a b a + b tg x 2 Oefening 3.5b De numerieke functies u 0, u, u 2, worden recursief gedefinieerd door de volgende betrekkingen u 0 (x) = a u n(x) = nu n (x) Toon aan dat de uitdrukking onafhankelijk is van x. u 2 0u 3 3u 0 u u 2 + 2u 3 Oefening 3.5c Zelfde vraag als in b), maar nu voor de uitdrukking u 0 u 4 4u u 3 + 3u 2 2

13 De afgeleide als een maat voor verandering Beschouw de rechte l met vergelijking y = mx + b Zoals we weten is m de richtingscoëfficiënt van l. Hoe groter m, hoe steiler de grafiek van de rechte l. Of nog: m geeft aan hoeveel y toeneemt als x met een eenheid toeneemt. We kunnen m dus beschouwen als een parameter die beschrijft hoe snel y toeneemt (of afneemt) als x toeneemt. Een analoge interpretatie hebben we voor een kromme C met vergelijking y = f (x) Onderstel dat f afleidbaar is in a R. Zoals we gezien hebben is de vergelijking van de raaklijn in (a, f (a)) aan de kromme C: y = f (a)(x a) + f (a) De richtingscoëfficiënt van deze raaklijn is f (a), en deze geeft aan hoe snel y = f (x) verandert als x toeneemt, of hoe steil de grafiek van f is in het punt (a, f (a)). Een eerste toepassing hiervan is de notie snelheid. We laten een deeltje bewegen langs een rechte lijn, en noemen x(t) de positie op tijdstip t. v(t) = x (t) geeft dan aan hoe snel x toeneemt op tijdstip t, het is dus de snelheid van het deeltje op tijdstip t. Er bestaan nog andere - analoge - interpretaties van de afgeleide. We bekijken een eenvoudig voorbeeld. Neem een vierkant met zijde x. De oppervlakte is dan x 2. Als de zijde van het vierkant toeneemt van x = tot x =. Dan neemt de oppervlakte S = x 2 toe van S = tot S =.2 Het verschil is 0.2. Als we nu een vierkant nemen met zijde 0, en weer de zijde met 0. laten toenemen, dus van x = 0 tot x = 0. dan neemt de oppervlakte toe van S = 00 tot S = 02.0 Het verschil is nu dus 2.0, ongeveer tienmaal meer als daarnet. Dit kan verklaard worden aan de hand van de afgeleide: S(x) = x 2 De snelheid waarmee S toeneemt als x toeneemt is S (x) = 2x We zien S () = 2 en S (0) = 20 2

14 en dus is S (0) precies tienmaal zo groot als S (), zoals we hierboven al constateerden. Ook de kettingregel kunnen we in dit kader herinterpreteren. Onderstel dat de zijde van het vierkant steeds sneller en sneller toeneemt, bijvoorbeeld in functie van de tijd t door de volgende functie x(t) = t 2 We kunnen dan gaan meten hoe snel de oppervlakte van het vierkant toeneemt (in functie van de tijd). We krijgen hier dus een samengestelde functie De oppervlakte op tijdstip t is en R x R S R S(x(t)) = (t 2 ) 2 = t 4 ds dt = 4t3 Oefening 3.6 Hoe snel verandert het volume V van een kubus in functie van a. de lengte w van een van de diagonalen van de kubus; b. de lengte z van een van de diagonalen van een zijvlak van de kubus; c. de oppervlakte W van een van de zijvlakken van de kubus. Oefening 3.7 A is de oppervlakte van een cirkelsector met straal r en hoek ϑ. a. Hoe snel verandert A in functie van r als ϑ constant blijft; b. Hoe snel verandert A in functie van ϑ als r constant blijft. c. Hoe snel verandert ϑ in functie van r als A constant blijft? Oefening 3.8a De ribbe van een kubus neemt af met 3 cm per seconde. Hoe snel neemt het volume van de kubus af op het ogenblik dat de ribbe 5 cm lang is? Oefening 3.8b De straal van een bol neemt toe met 4 cm per minuut. Hoe snel neemt het volume toe op het ogenblik dat de straal 0 cm is? Oefening 3.8c De straal van een sfeer neemt toe met 4 cm per minuut. Hoe snel neemt de oppervlakte toe op het ogenblik dat de straal 0 cm is? Reeks 4 Afgeleiden 2 Oefening 4.a Een deeltje beweegt in positieve x-richting langs de parabool met vergelijking y 2 = 2x. In welk punt van de parabool nemen de x en y coördinaten van het deeltje met dezelfde snelheid toe? Zoek in dit punt tevens de vergelijking van de raaklijn aan de parabool, en de vergelijking van de normaal op de parabool. Oefening 4.b Een punt P beweegt langs de parabool met vergelijking y = x 2, en daarbij is gegeven dat de snelheid in de x-richting constant is: x = kt 3

15 M is de orthogonale projectie van P op de x-as, en O is de oorsprong. Wat is de snelheid waarmee de oppervlakte S van de driehoek OPM toeneemt op tijdstip t? Oefening 4.c Een zeilboot zeilt in zuidelijke richting tegen een constante snelheid van 6 km per uur; een tweede zeilboot gaat in oostelijke richting tegen 8 km per uur. Om 4 uur kruist de tweede zeilschip het pad van het eerste, precies op de plaats waar het eerste zeilschip twee uur daarvoor was. Bepaal de snelheid waarmee de afstand tussen de twee zeilboten toenam (of afnam) om 3 uur en om 5 uur. Op welk tijdstip is de onderlinge snelheid van de twee boten gelijk aan nul? Oefening 4.2a Bepaal de coëfficiënten a, b en c zodanig dat de parabool met vergelijking y = ax 2 + bx + c door de punten (,3) en (2,3) gaat, en in (2,3) raakt aan de rechte x y + = 0 Oefening 4.2b Bepaal de coëfficiënten a, b, c en d zodanig dat de kromme met vergelijking y = ax 3 + bx 2 + cx + d in (,) raakt aan de rechte y = 5x 4 en in (, 9) aan y = 9x. Oefening 4.2c De straal van een kegel neemt toe met 3 cm per minuut, en het volume blijft constant. Tegen welke snelheid neemt de hoogte van de kegel af op het ogenblik dat de straal 40 cm is, en de hoogte 5 cm? Oefening 4.3a Een spoorweg kruist een autoweg onder een hoek π/3. Een lokomotief bevindt zich op km van de overweg, en rijdt van het kruispunt weg tegen 00 km per uur. Een auto bevindt zich ook op km van de overweg, en rijdt in de richting van de overweg, tegen 50 km per uur. Hoe snel bewegen de auto en de lokomotief zich ten opzichte van elkaar? Oefening 4.3b Een jongetje wandelt s avonds langs een pad. Het pad is verlicht door een lantaarn, die op 3 meter hoogte hangt. Als je weet dat de jongen,5 m groot is, en tegen 5 km per uur stapt, kun je dan vertellen hoe snel de lengte van de schaduw van de jongen toeneemt? Oefening 4.3c Als we de ribbe van een kubus laten variëren, dan variëren ook de oppervlakte en het volume van de kubus. Op een bepaald ogenblik neemt het volume af met 9 cm 3 per per minuut, en de ribbe met 4 cm per minuut. Hoe snel neemt de oppervlakte af op dit moment? Afgeleiden en inverse functies Oefening 4.4 Onderstel dat de numerieke functie f een bijectie is op een omgeving van x 0. Stel f (x 0 ) = y 0 en noteer g voor de inverse functie. We weten dat g (y 0 ) = f (x 0 ) 4

16 Bewijs nu dat g (y 0 ) = f (x 0 ) f (x 0 ) 3 g (y 0 ) = 3 f (x 0 ) 2 f (x 0 ) f (x 0 ) f (x 0 ) 5 Noteren we f (x) = y en g(y) = x, dan kunnen we bovenstaande formules als volgt herschrijven x = y x = y (y ) 3 x = 3(y ) 2 y y (y ) 5 De middelwaardestelling Oefening 4.5 Gebruik stelling van Lagrange om volgende eigenschappen aan te tonen. a. b. b a b a < bgtgb bgtga < + b2 + a 2 (0 < a < b) π < bgtg 4 3 < π c. < lnb b (b > ) b Berekenen van limieten met de regel van de l Hospital Oefening 4.6 Bereken de volgende limieten met behulp van de regel van de l Hospital. a. lim x 0 e x e sinx x sinx a2. lim x + e x ( ) ln + x 5

17 b. lim x 0 e x + e x 2cosx ln( + x) b2. lim x + (x2 )tg πx 2 c. lim x 0 e 2x 2e x + cos3x 2cos2x + cosx lnx c2. lim x + x a (a > 0) De stelling van Taylor Oefening 4.7 Schrijf de formule van McLaurin met restterm van Lagrange op voor de volgende functies. a. f (x) = e x (restterm van orde n + ) b. f (x) = sin x (restterm van orde 2n + ) c. f (x) = cos x (restterm van orde 2n + 2) toon aan dat, voor een vaste x, de restterm naar 0 nadert als de orde naar oneindig gaat. Oefening 4.8 Gebruik de resultaten uit oefening 4.7 om volgende getallen uit te rekenen tot op vijf decimalen na de komma nauwkeurig: a. e; b. sin(π/0); c. cos(π/0). Oefening 4.9 Schrijf de formule van McLaurin met restterm van Lagrange op voor de volgende functies. a. f (x) = ln( + x) (tot op orde n; de restterm hoef je niet uit te rekenen) Men kan aantonen dat de restterm naar nul nadert voor x (,]. b. f (x) = ( + x) m waarbij m R (tot op orde n; de restterm hoef je niet uit te rekenen) Om de formule elegant te herschrijven voeren we veralgemeende binomiaalcoëfficiënten in: ( ) m m(m )(m 2) (m i + ) = i i! Merk op dat we de gewone binomiaalcoëfficiënten terugvinden als m N. Men kan aantonen dat de restterm naar nul nadert voor x (,]. c. f (x) = shx en f (x) = chx. Toon aan dat de restterm naar nul gaat als n naar oneindig gaat. Oefening 4.0 Schrijf de formule van McLaurin tot op orde 4 met restterm van Liouville op voor de volgende functies. a. f (x) = secx b. f (x) = ln cosx c. f (x) = tgx 6

18 Reeks 5 Afgeleiden 3 Berekenen van limieten met behulp van de formule van Taylor De formule van Taylor biedt ons een alternatieve manier om, ingeval de limiet lim f (x) = lim g(x) = 0 x a x a f (x) lim x a g(x) uit te rekenen. We maken dit duidelijk aan de hand van het volgende voorbeeld: sin(x) x lim x 0 x 2 (e x ) We gebruiken de formule van Taylor, met restterm van Liouville : zodat sin(x) = x x3 3! x3 λ met lim 3! x 0 e x = + x + xµ met lim µ = 0 x 0 sin(x) x lim x 0 x 2 (e x ) x3 3! x3 3! λ x 0 = lim x 3 + x 3 µ = lim x λ + µ = 6 Oefening 5. Gebruik de formule van Taylor om de volgende limieten te berekenen. a. lim x 0 e x e x sinx cosx a2. lim x π/2 π 2x ( a3. lim x x x ) lnx a4. lim (cos ) x x x + 7

19 sinx x b. lim x 0 x 2 (e x ) xcosx sinx + x3 3 b2. lim x 0 x 5 + x 4 sinx b3. lim x 0 x 2 sin 2 x x 2 sin 2 x b4. lim x 0 e x + e x 2cosx ln( + x) c. lim x 0 tgx sinx x 3 c2. lim x 0 x( cosx) 2 tg 3 x sin 3 x ( 2 + cosx c3. lim x 0 x 3 sinx 3 ) x 4 sinx 2x3 shx tanhx x + x2 c4. lim x 0 x 2 (ln( + x)) 4 Extreme waarden van een functie in veranderlijke Oefening 5.2 Bepaal de locale maxima en minima van de volgende functies. a. f (x) = x 2 + ( + 2xtgx)cos 2 x a2. f (x) = x 2 e x a3. f (x) = 2x x 2 a4. f (x) = x bgtgx b. f (x) = x 4 + 2x 3 3x 2 4x + 4 b2. f (x) = ex x 8

20 b3. f (x) = cosxcos2x b4. f (x) = x x 2 5x + 6 c. f (x) = x 4 3 ( x) 3 (x > 0) c2. f (x) = x c3. f (x) = ( x 2 + ) x 2 + 2e 2e c4. f (x) = e (x2 +2x) x 2 + 2x 8 Oefening 5.3a Een raaklijn in een punt van de hyperbool xy = 6 snijdt de coördinaatassen in de punten P en Q. Wanneer is de afstand van P tot Q het kortst? Oefening 5.3b Een raam, gevormd onderaan door een rechthoek en bovenaan door een halve cirkel, heeft een constante omtrek l. Welke zijn de afmetingen als de oppervlakte maximaal wordt? Oefening 5.3c Bepaal de vergelijking van de rechte door het punt (3,4) die in het eerste kwadrant met de assen een driehoek vormt met minimale oppervlakte. Oefening 5.4a Een rivier is 5 km breed. Een man met een roeiboot bevindt zich aan de ene oever in een punt P. Hij wenst het punt B aan de overkant te bereiken. B ligt op 6 km van A, waar A de (rechthoekige) overzijde is van P. Hij roeit met een snelheid van 2 km per uur, en wandelt met een snelheid van 4 km per uur. Waar moet hij met zijn boot aankomen om dit op de kortst mogelijke tijd te doen? Oefening 5.4b Om 9 uur ligt het schip Atlantic op 65 km ten oosten van het schip Pacific. De Atlantic vaart westwaards met een snelheid van 0 km per uur. De Pacific vaart zuidwaarts met een snelheid van 5 km per uur. Wanneer zullen de twee schepen het dichtst bij elkaar zijn, en hoeveel is dan de afstand? Oefening 5.4c Een gelijkbenige driehoek is ingeschreven in een cirkel met straal r en heeft tophoek 2α. Voor welke hoek α is de omtrek van de driehoek extreem. Oefening 5.5a Een kantoorgebouw wordt opgetrokken. De kosten voor de gelijkvloerse verdieping bedragen miljoen Euro, voor de eerste verdieping, miljoen, voor de tweede,2 miljoen enzovoort. Voor de aankoop en registratie van de grond moet 5 miljoen Euro neergelegd worden. De jaarlijkse opbrengst is 0, 2 miljoen Euro per verdieping. Hoeveel verdiepingen moeten opgetrokken worden om de periode van afschrijving (dit is de periode waarop de investering gerecupereerd 9

21 Q B R b A a C Figure : Het probleem van Viviani wordt) minimaal te houden? Hoeveel bedraagt dan de afschrijvingsperiode? Oefening 5.5b De intensiteit van een warmtebron is omgekeerd evenredig met het kwadraat van de afstand tot de bron: I = a r 2 waarbij r de afstand tot de bron. We beschouwen nu twee bronnen, die op een afstand s van mekaar geplaatst worden. De bronnen zijn niet even intens: de constanten die erbij horen noemen we respectievelijk a en b. In welk punt gelegen tussen de twee bronnen zal de temperatuur het laagst zijn? Oefening 5.5c (het probleem van Viviani) We beschouwen twee evenwijdige rechten, en een derde die de twee rechten snijden in de punten A en B. Op de rechte door A nemen we een tweede punt C gelegen op een afstand a van A. Vanuit C trekken we een rechte die de rechte door B snijdt in een punt Q. R is het snijpunt van AB en CQ (zie Figuur ). Hoe moeten we het punt Q kiezen opdat de som van de oppervlaktes van de driehoeken ACR en BQR minimaal zou zijn? Oefening 5.6a De kabeltelevisiemaatschappij Interbang heeft 000 klanten, die elk maandelijks 20 euro betalen. Elke verlaging van de prijs met euro trekt 00 nieuwe klanten aan. Welke prijs zal de maatschappij aanrekenen om zo veel mogelijk inkomsten te hebben? Oefening 5.6b Een boer moet een omheining aanleggen rond een rechthoekig perceel. Een zijde van zijn perceel ligt langs een rivier, en de aanliggende zijde langs een weg. De lengte van de twee rechthoekszijden x en y kan hij verder vrij kiezen, maar de oppervlakte van het perceel moet wel 6000 m 2 bedragen, opdat de schapen van de boer voldoende gras zouden hebben. Aan de kant van de rivier moet geen omheining aangelegd worden, en de omheining aan de kant van de weg kost de helft meer dan die in open veld. Hoe zal de boer x en y kiezen om er zo goedkoop mogelijk vanaf te komen? Oefening 5.6c Een foton beweegt van een punt A naar een punt B. Het punt A bevindt zich in een 20

22 A a a P b b c B Figure 2: De wet van Snellius bepaald medium (bijvoorbeeld vacuum of lucht), en het punt B in een ander (bijvoorbeeld water of glas). De lichtsnelheid hangt af van het medium waarin het foton zich beweegt. Onderstel dat de twee media gescheiden worden door een vlak. Het foton volgt de baan APB, met P op het scheidingsvlak, waarvoor de reistijd minimaal is. Als v de snelheid in medium, en v 2 de snelheid in medium 2, toon dan aan dat () sinα v = sinβ v 2 waarbij α en β als Figuur 2. () wordt de brekingswet van Snellius genoemd. Reeks 6 Partiële afgeleiden, differentieerbaarheid, gradient en extreme waarden Oefening 6. Bepaal de matrix van de afgeleide van de functie F in het punt x. a) ( ) x 2 + 2x + cosy x F : R 2 R 3 ; F = y 2 + 2x + sinx y tgy b) x ( ) F : R 3 R 2 xyz ; F y = x 2 y 2 z 2 z x e x + e y + e z c) F : R 3 R 3 ; F y = e + e y + e z z chx + chy 2

23 Oefening 6.2 Bereken de richtingsafgeleide D u f ( a). a) f (x,y,z) = xyz; a = ( 4,2,2); u = (,4,7) a2) f (x,y) = bgtg x ; a = (,); u = (,3) y b) f (x,y,z) = x 2 + y 2 + z 2 ; a = (,2,3); u = (0,, 3) b2) f (x,y) = e (x2 +y 2) ; a = (0,0); u = (,2) c) f (x,y) = xsiny; a = (0,π/2); u = ( 2, 2) c2) f (x,y) = ln x 2 + y 2 ; a = (,); u = (,3) Oefening 6.3 Bereken de totale differentiaal van volgende functies a) f (x,y) = lntg x y b) f (x,y) = xlny + yln sinx siny c) f (x,y,z) = ln(e x + e y + e z ) Oefening 6.4 Bepaal de vergelijking van het raakvlak aan het oppervlak met vergelijking z = f (x,y) in het punt a. a) z = x 2 y 2, a = (,,0) b) z = sinxsiny, a = (π/2,0,0) c) z = x 2 + y 2, a = (,, 2) Oefening 6.5a De algemene gaswet stelt dat de druk p, de temperatuur T, en het volume V van een gas voldoen aan de betrekking pv = kt waarbij k een constante is. Toon aan dat V p V = p en V p V + T p T = 0 22

24 Oefening 6.5b Bekijk een driehoek met zijden a, b en c, en θ de hoek ingesloten tussen de zijden met lengtes b en c. De cosinusregel stelt dat a 2 = b 2 + c 2 2bccosθ De lengtes van de zijden en de hoek θ veranderen met de tijd. Op een tijdstip t 0 hebben we b 0 = 0 cm, c 0 = 5 cm en θ 0 = π/3.. Bepaal a 0 ; 2. als gegeven is dat c en θ constant blijven, bepaal dan de snelheid waarmee a verandert in functie van b op het tijdstip t 0 ; 3. gebruik dit om in benadering te bepalen hoeveel a verandert als b met cm afneemt; 4. als gegeven is dat b en c constant blijven, bepaal dan de snelheid waarmee a verandert in functie van θ op het tijdstip t 0 ; 5. als gegeven is dat a en b constant blijven, bepaal dan de snelheid waarmee c verandert in functie van θ op het tijdstip t 0. Oefening 6.5c Bekijk een driehoek met zijden a, b en c, en θ de hoek ingesloten tussen de zijden met lengtes b en c. De oppervlakte S van de driehoek wordt gegeven door de formule S = 2 bcsinθ Op een tijdstip t 0 hebben we b 0 = 20 cm, c 0 = 5 cm en θ 0 = π/3.. Bepaal de oppervlakte S 0 op tijdstip t 0 ; 2. als gegeven is dat c en ϑ constant blijven, bepaal dan de snelheid waarmee S verandert in functie van b op het tijdstip t 0 ; 3. als gegeven is dat b en c constant blijven, bepaal dan de snelheid waarmee S verandert in functie van θ op het tijdstip t 0 ; 4. gebruik dit om in benadering te bepalen hoeveel S verandert als θ verminderd wordt met ; 5. als gegeven is dat S en θ constant blijven, bepaal dan de snelheid waarmee c verandert in functie van b op het tijdstip t 0. Oefening 6.6 Een harmonische functie f : R 2 R is een functie die voldoet aan de vergelijking van Laplace: 2 f x f y 2 = 0 23

25 Bewijs dat de volgende functies harmonische functies zijn a) f (x,y) = x 3 3xy 2 b) f (x,y) = e y cosx c) f (x,y) = ln x 2 + y 2 Oefening 6.7 Toon aan dat volgende functies oplossingen zijn van de golfvergelijking a) f (x,t) = (Ax + B)(Ct + D) 2 f t 2 c2 2 f x 2 = 0 b) f (x,t) = (Ae kx + Be kx )(Ce ckt + De ckt ) (k constant) c) f (x,t) = g(x ct) (g tweemaal differentieerbaar) Oefening 6.8 Schrijf de formule van Taylor (zonder restterm) op voor de volgende functies a) f (x,y) = x y, rond (,), tot op orde 3 b) f (x,y,z) = sin(x 2 + 2y 2 + z), rond (0,0,0), tot op orde 3 c) f (x,y,z) = sinxsinycosz, rond (0,0,0), tot op orde 4 Extreme waarden van functies in n veranderlijken Oefening 6.9 Onderzoek de extreme waarden van de volgende functies a) f (x,y) = 2x 4 + 4x 3 y + 3y 2 b) f (x,y) = x 2 + y 2 4x + 6y + 25 c) f (x,y) = x 3 + y 3 + 3xy Oefening 6.0a Bepaal het punt in het vlak waarvoor de som van de kwadraten van de afstanden tot de rechten x = 0, y = 0 en x + 2y 6 = 0 minimaal is. Oefening 6.0b Bepaal het punt in het vlak met vergelijking 2x y+2z = 6 dat het dichtst bij de oorsprong ligt. Oefening 6.0c Verdeel 20 in drie delen zodat de som van de produkten van twee verschillende delen maximaal is. 24

26 Reeks 7 Impliciete functies Oefening 7. Ga na of de volgende betrekking y als impliciete functie van x bepaalt in een omgeving van (x 0,y 0 ). Bepaal dan dy en d2 y. Bepaal telkens de vergelijking van de raaklijn in het punt 2 (x 0,y 0 ) aan de kromme met vergelijking f (x,y) = 0. a) f (x,y) = ye cosx e y = 0 met (x 0,y 0 ) = (0,) b) f (x,y) = bgtg y x ln x 2 + y 2 = 0 met (x 0,y 0 ) = (,0) c) f (x,y) = x 2 2xy + y 2 + x + y 2 = 0 met (x 0,y 0 ) = (,0) Oefening 7.2a De vergelijking z 3 2xz + y = 0 bepaalt z als impliciete functie van x en y, waarbij z(,) =. Schrijf de termen tot en met orde 2 van de reeksontwikkeling van z in machten van x en y. Bepaal ook de vergelijking van het raakvlak aan het oppervlak met vergelijking z 3 2xz + y = 0 in het punt (,,). Oefening 7.2b Bereken z x betrekking en z y als z als impliciete functie van x en y bepaald wordt door de ( ) sin(x + y) + sin(y + z) + sin(z + x) = waarbij ( π z 4, π = 4) π 4 ( Bepaal dan de vergelijking van het raakvlak aan het oppervlak met vergelijking ( ) in het punt π 4, π 4 4), π. Oefening 7.2c Bereken 2 z x y als z als impliciete functie van x en y gegeven wordt door de formule ( ) z 3 xz y = 0, met z(,0) = Bepaal ook de vergelijking van het raakvlak in het punt (,0,) aan het oppervlak met vergelijking ( ). Oefening 7.3a Het stelsel ( ) { y z + z y = x x + y + z = 2( + e) bepaalt y en z als impliciete functies van x, waarbij gegeven is dat y( + e) = en z( + e) = e 25

27 Bepaal dy dz en, en de vergelijking van de raaklijn in het punt ( + e,,e) aan de kromme met vergelijking ( ). Oefening 7.3b Het stelsel { x = 2bgsin y u + 2(u v) y = v x/u bepaalt u en v als impliciete functies van x en y, waarbij gegeven is dat u(2,0) = 2 en v(2,0) =. Bepaal de differentialen du en dv in het punt (2,0). Oefening 7.3c Het stelsel { u + v x y = 0 xu + yv = 0 bepaalt u en v als impliciete functies van x en y. Bereken de Jacobiaanse determinant (u, v) (x, y) Oefening 7.4a Het stelsel { x + y + z + u = 3 x 2 + 2y 3 3z 2 + 4u 2 = 0 bepaalt z en u als impliciete functies van x en y. Hierbij is gegeven dat z(,) = en u(,) = 0 Bereken de partiële afgeleiden z x (,) en 2 z x 2 (,). Oefening 7.4b Het stelsel { u 2 v 2 + 2x = 0 uv y = 0 bepaalt u en v als impliciete functies van x en y. Bereken de partiële afgeleide 2 u x 2. Oefening 7.4c Het stelsel ( ) { x 2 + y 2 + z 2 = 5 xy + yz 2 = 0 26

28 bepaalt y en z als impliciete functies van x, waarbij ook gegeven is dat y(0) = en z(0) = 2. Bereken de afgeleiden dy (0), dz (0), d 2 y 2 (0) en d2 z 2 (0) en bepaal de vergelijking van de raaklijn aan de kromme met vergelijking ( ) in het punt (0,,2). Reeks 8 Extreme waarden met nevenwaarden Oefening 8.a Bepaal de extreme waarden van de functie w = x + y op de cirkel x 2 + y 2 =. Oefening 8.b Bepaal de extreme waarden van de functie w = x 2 y 2 + 2xz op het oppervlak x + y 2 z 2 =. Oefening 8.c Bepaal de extreme waarden van de functie w = x 2 + y 2 + z 2 + u 2 als { x + y + z + u = 4 4x + 3y + 2z + u = 0 Oefening 8.2a Verdeel 47 in drie delen x,y,z > 0 zodat 2 xy + 3 yz + 4 xz extreem wordt. Bepaal tevens de aard van het extremum. Oefening 8.2b Bepaal de afstand van het punt (/2,/2,/2) tot de sfeer met vergelijking x 2 + y 2 + z 2 =. Oefening 8.2c Bepaal de extreme waarden van de functie w = x+y+2z onder de nevenvoorwaarde 3x 2 + 2y 2 + 2z 2 + 2xy + 4yz 2 = 0 Bepaal ook de aard van de extrema. Oefening 8.3a Bepaal de extreme waarden van w = xyz op het oppervlak x + y + z = 3. Bepaal de aard van deze extrema. Oefening 8.3b Bepaal de extreme waarden van de functie f (x,y,z) = xyz op de kromme { x + y + z = 5 xy + xz + yz = 8 27

29 Oefening 8.3c Bepaal de punten P op de rechte y = x + 4 en P 2 op de parabool y 2 = 8x zodat de afstand van P tot P 2 extreem wordt. Bepaal de aard van de extrema. Oefening 8.4a Van alle driehoeken ingeschreven in een cirkel met straal R zijn de gelijkzijdige driehoeken die waarvoor het product van de zijden maximaal zijn. Bewijs! Oefening 8.4b Van alle driehoeken ingeschreven in een cirkel met straal R zijn de gelijkzijdige driehoeken die met maximale omtrek. Bewijs! Oefening 8.4c Van alle driehoeken ingeschreven in een cirkel met straal R zijn de gelijkzijdige driehoeken die waarvoor de som van de kwadraten van de zijden maximaal zijn. Bewijs! Oefening 8.5a Bepaal de rechthoekszijden x en y van de rechthoekige driehoeken met oppervlakte S waarvan de omtrek extreem is. Bepaal de aard van de extreme waarden. Oefening 8.5b Gegeven zijn de punten A = (, 0, ), B = (0,, ) en C = (,, 0). Bepaal het punt P gelegen in het vlak x + 2y 3z = /4 waarvoor AP BP CP 2 minimaal is. Oefening 8.5c In R 3 beschouwen we de ellips met vergelijking { 2x 2 + y 2 4 = 0 x + y + z = 0 Bepaal de punten op de ellips die het dichst en het verst van de y-as liggen. Oefening 8.6a Maximaliseer het volume van de balk in het eerste octant, met zijden evenwijdig met de coördinaatvlakken, waarvan de oorsprong een hoekpunt is, en het tegenovergelegen hoekpunt ligt op het vlak dat de drie coördinaatassen snijdt in de punten (a,0,0), (0,b,0) en (0,0,c) (met a,b,c > 0). Oefening 8.6b Een fabrikant maakt metalen balkvormige doosjes. Aan de bovenkant zijn de doosjes open. Omdat de bodem steviger moet zijn dan de zijkanten, wordt daarvoor een ander metaal gebruikt, dat per oppervlakteeenheid driemaal zo duur is als het metaal dat gebruikt wordt voor de zijden. Als het volume van een doosje 96 cm 3 moet zijn, bepaal dan de afmetingen van het doosje die de kostprijs minimaliseren. Oefening 8.6c Beschouw een rechthoek met basis x en hoogte y, en een gelijkbenige driehoek met basis x en tophoek θ. We plaatsen de driehoek bovenop de rechthoek, en krijgen zo een vijfhoek. Als gegeven is dat de omtrek van de vijfhoek gelijk is aan, bepaal dan x, y en θ zodat de oppervlakte maximaal is. 28

30 Reeks 9 De integraal van een continue functie Primitieve functies Oefening 9. Bewijs de volgende formules a. secx = ln secx + tgx + c = 2 ln + sinx sinx + c b. cosecx = ln cosecx cotgx + c = ln cosecx + cotgx + c = 2 ln cosx + cosx + c = ln tg x + c 2 c. x x 2 a = ln x + 2 a 2 + c 2 Substitutie Oefening 9.2 Bereken de volgende onbepaalde integralen a. a2. 2x 2 + 2x + 5 9x 2 25 a3. (x + 2) x 2 + 2x 3 a4. (x + 3) x 2 + 6x a5. sec x x a6. (sec4x ) 2 29

31 a7. 3x 3 4x 2 + 3x x 2 + a8. x + 2 4x x 2 a9. 3x a0. a. x 3 x 2 xcotgx 2 a2. a3. cosec2x cotg2x 28 2x x 2 a4. a5. b. x 2 x x 2 x 2 x 6 b2. (x + 3) x 2 b3. b4. b5. (x + ) x 2 4x + 8 x 2 + 6x + 8 (2 x) 4x 2 + 4x 3 30

32 b6. b7. b8. b9. x 2 + 2x (x + ) 2 ( + tgx) 2 secxtgx a + bsecx secxtgx 9 + 4sec 2 x b0. b. 25 x 2 3 2x x 2 b2. cos 2 xsinx b3. b4. 4x (x + 3) 5 4x x 2 b5. x 2 4 c. ( + x) 2 x c2. e x cose x c3. 4x c4. 2x 3 4x 2 3

33 c5. c6. x 2 x x 2 e /x c7. c8. c9. + cosx x x (x + ) x 2 4x + 8 c0. c. x x 2 4x + 5 c2. x 2 2x 3 c3. 2x 7 x c4. c5. (2x + 3) 9x 2 2x x 2 Partiële integratie Oefening 9.3 Bereken de volgende onbepaalde integralen a. a2. xsinx x + x 32

34 a3. a4. a5. a6. b. b2. b3. b4. b5. b6. c. c2. c3. c4. sin 2 x x 3 e 2x bgtg x x 2 ln( x) xe x bgsin x sec 3 x (x 2 + 7x 5)cos2x x 2 e x e ax sinbx x 2 lnx xbgsinx 2 x 2 sinx e ax cosbx c5. a 2 x 2 c6. (x 2 + )(x 2 + 4)e 2x 33

35 De bepaalde integraal Oefening 9.4 Bereken de volgende bepaalde integralen a. a2. a3. a4. b. b2. b3. b4. c. c2. c3. c π/3 0 π/2 π/6 0 8 e π/ π/3 0 0 π/4 0 x dθ 5 + 4cosθ cos 2 tdt x 3/2 + x ( + 3 x) lnx 2 + 3tgx x /4 + x/2 x sinx ( e 2x ) /2 sin 5 θ cos 2 θ dθ 34

36 Oppervlakte Oefening 9.5a Bereken de oppervlakte van het vlak deel gelegen onder de parabool y = 6x x 2 en boven de parabool y = x 2 2x. Oefening 9.5b Bereken de oppervlakte van het vlak deel gelegen boven de kromme y 3 = x 2 en onder de parabool y = 2 x 2. Oefening 9.5c Bereken de oppervlakte van het begrensde vlak deel begrensd door de krommen y = 2x 2 e x en y = x 3 e x. Oefening 9.6a Bereken de oppervlakte ingesloten door de kromme y 2 = x 2 x 4. Oefening 9.6b Bepaal de oppervlakte van het domein begrensd door de y-as, de rechten y =, y = 3, en de parabool x = 8 + 2y y 2. Oefening 9.6c Bepaal de oppervlakte van het gebied gelegen tussen de y-as en de parabool x = 4 y 2. Oefening 9.7a Bereken de oppervlakte van het gebied gelegen tussen de x-as en een boog van de cycloide { x = t sint y = cost Oefening 9.7b Bereken de oppervlakte van het gebied begrensd door de gesloten kromme { x = 2 + cost y = 4sint Oefening 9.7c Bereken de oppervlakte van het gebied begrensd door de cardioide { x = a(2cost cos2t) y = a(2sint sin2t) Reeks 0 De integraal van een continue functie 2 Rationale functies Oefening 0. Bereken de volgende onbepaalde integralen a. x 2 a 2 35

37 a2. 3x + 5 x 3 x 2 x + a3. x x 3 a4. a5. b. sin 4 xcosx 2 sin2x sin 3 x + cos 2 x 4sinx + 3 x 7 + x 5 + x 3 + x (x 2 + 2) 2 (x 2 + 3) 2 a 2 x 2 b2. b3. x 4 x 3 3x 2 2x + 2 x 3 + x 2 2x 2x (x 2 + ) 2 b4. x 2 + x + 2 (x 2 + 2x + 3) 2 b5. x 3 + x + (x 2 + ) 2 c. x + x 3 + x 2 6x c2. c3. c4. c5. x 4 x 3 x x 3 x 2 x 3 + x 2 + x + 2 x 4 + 3x x 5 x 4 + 4x 3 4x 2 + 8x 4 (x 2 + 2) 3 3x 5 + 5x 4 + 6x 3 + 5x 2 + 7x x 3 + x 2 + x 36

38 Rationale functies van sinx en cosx Oefening 0.2 Bereken de volgende onbepaalde integralen a. sin 3 3xcos 5 3x a2. cosx (x [0,π]) a3. cotg3xcosec 4 3x a4. a5. a6. b. b sinx sin 2 xcos 2 x (tg 2 x tg 4 x) cos 5 x sin 4 x b3. b4. + sinx cosx sin3xsin2x b5. b6. c. sinx cos 2 x 3 + cos2x sin 2 xcos 3 x 37

39 c2. c3. sin3xcos5x tg 3 2xsec 3 2x c4. c5. c cosx cosec2x cotg2x cos 2 2x + cos2x Rationalisatie van irrationale functies Oefening 0.3 Bereken de volgende onbepaalde integralen a. ( + 3 x) 2 x a2. x 4 x a3. x 3x 2 + 2x (x > 3 ) a4. 9 4x 2 x a5. x 2 2x x 2 a6. b. x + x x 3 2x x 2 b2. x x 2 38

40 b x 2 x 6 b4. b5. b6. ( + x 2 ) 5/2 (4x 3) x x x c. c2. c3. x ( + 3 x) 2 ( + x 2 ) 3/2 x 2 x 2 4 c4. c5. (6 9x 2 ) 3/2 x 6 x + 4 x c6. x (5 4x x 2 ) 3 Kracht, arbeid en energie Oefening 0.4 De lengte van een veer in evenwichtstoestand is x 0. Als we de veer uitrekken of inkrimpen tot een lengte x = x 0 + h, dan werkt op de veer een kracht F die de veer terugroept naar de evenwichtstoestand. F hangt af van h. Als we voor F de formule van Taylor opschrijven tot op orde, en hogere orde termen verwaarlozen, dan vinden we F(h) = kh Dit is de wet van Hooke. Deze is in goede benadering geldig voor h klein. De constante k noemen we de veer constante. 39

41 ) Bepaal een formule voor E(h), de energie die nodig is om de veer vanuit evenwichtslengte x 0 uit te rekken (of in te krimpen) tot lengte x 0 + h. 2) Als gegeven is dat de energie die nodig is om de lengte van de veer uit te rekken van 2 naar 22 cm het dubbele is van de energie die nodig is om ze uit te rekken van 20 naar 2 cm, bepaal dan de lengte van de veer in evenwichtsstand. 3) De energie die nodig is om de veer vanuit evenwichtstoestand 0 cm langer te maken is 0 Joule. Bepaal de veerconstante k. Wat is de extra energie die nodig is om de veer nog 0 cm langer te maken? Herhaal dat kracht gegeven wordt in Newton, N = kgm/sec 2, en energie in Joule, J = Nm = kgm 2 /sec 2. Oefening 0.5 Kracht wordt soms ook in kg uitgedrukt. kilogram wordt dan geïdentificeerd met de kracht die het zwaartekrachtveld van de aarde uitoefent, m.a.w. kg wordt geïdentificeerd met 9,8 Newton (de valversnelling is immers 9,8 m/sec 2 ). Energie en arbeid kunnen dan worden uitgedrukt in kgm. ) Een vat heeft hoogte h, en is gevuld met een vloeistof met dichtheid σ. De doorsnede van het vat met het horizontaal vlak op hoogte x heeft oppervlakte A(x). Stel een formule op die toelaat om te berekenen hoeveel energie er nodig is om het vat vanbovenuit leeg te pompen, (m.a.w. om al de vloeistof op te tillen tot hoogte h). 2) Ons vat is nu een cilindervormig biervat, met een inhoud van 50 liter en hoogte 50 cm. Het vat staat rechtop, en bier heeft dezelfde dichtheid als water (niet dezelfde smaak). Hoeveel energie is er nodig om het vat van bovenuit leeg te pompen. Schrijf het resultaat in kgm. 3) Zelfde vraag als het vat op zijn kant ligt. 4) Zelfde vraag, maar nu is heeft het vat de vorm van een omwentelingskegel, met hoogte 50 cm. Oefening 0.6 In een bassin bevindt zich een vloeistof met dichtheid σ. De druk op diepte x is dan xσ; dit wil zeggen dat op een voorwerp dat zich op diepte x bevindt een kracht xσ per oppervlakteëenheid wordt uitgeoefend. Als we x in meter uitdrukken, en σ in kilogram per kubieke meter, dan staat xσ maal de oppervlakte in kilogram. ) Aan een uiteinde wordt het bassin afgebakend door een stuwdam. Stel w(x) de breedte van de stuwdam op diepte x, en onderstel dat het bassin een diepte h heeft. Stel een formule op die toelaat om de kracht F uitgeoefend op de stuwdam te berekenen. 2) Bepaal F als de stuwdam trapeziumvormig is, met aan de onderkant basis b = 45 meter, en aan de bovenkant basis B = 60 meter, en de diepte van het bassin 0 meter is. Het bassin is gevuld met water. 3) Een zwembad is 25 meter lang en 0 meter breed. Aan de ene kant is de diepte 3 meter, en aan de andere meter. De bodem heeft een lineaire helling. Bereken de kracht die het water uitoefent op de vier zijwanden. 40

42 Reeks Oneigenlijke integralen en booglengte Oneigenlijke integralen van de eerste soort Oefening. Bereken de volgende oneigenlijke integralen van de eerste soort a. a2. a3. b. b2. b3. c. c2. c x (4 + x 2 ) 2 3 x 2 3 e x e 2x e x sinx + 4x 2 e x + e x 2 lnx x2 x2 Oneigenlijke integralen van de tweede soort Oefening.2 Bereken de volgende oneigenlijke integralen van de tweede soort a x 2 4

43 a2. a3. π/2 0 cos x sinx ln + x x 3 x x 2 b x b2. b3. c. c2. c x 2 ln( x) (4 x) 2 2 x x 2 lnx (x + ) 2 Booglengte Oefening.3a Bepaal de lengte van de boog met parametervergelijkingen { x = ln +t 2 y = bgtgt waarbij t [0,]. Oefening.3b Bepaal de lengte van de boog met parametervergelijkingen { x = 2cost + cos2t + y = 2sint + sin2t waarbij t [0,2π]. Oefening.3c Bepaal de lengte van de cardioide met parametervergelijkingen { x = a(2cost cos2t) y = a(2sint sin2t) 42

44 Oefening.4 Bepaal de lengte van de boog met vergelijking a. x = 3y 3/2, waarbij y [0,4] b. 24xy = x , waarbij x [2,4] c. y = a 2 (ex/a + e x/a ), waarbij x [0,a] Oefening.5 Bepaal de lengte van de boog met vergelijking in poolcoördinaten a. ρ = e 2θ, waarbij θ [0,2π] b. ρ = acos 4 θ 4, geslotenkromme c. ρ = asin 3 θ 3, geslotenkromme Oefening.6a Bepaal de lengte van de ruimtekromme met parametervergelijkingen x = t 4 y = 4 3 t3 z = t 2 waarbij t [,]. Oefening.6b Bepaal de lengte van de ruimtekromme met parametervergelijkingen x = e t cost y = e t sint z = e t waarbij t [0,T ]. Oefening.6c Bepaal de lengte van de ruimtekromme met parametervergelijkingen x = 2cost y = 2sint z = 3t π waarbij t [0,π]. 43

45 Oefening.7a Bepaal de lengte van de ruimtekromme met vergelijkingen { y = 2ax z = 2ax x 2 + abgcos a x a tussen de punten (0,0,0) en (2a,2a,πa). Oefening.7b Bepaal de lengte van de ruimtekromme met vergelijkingen { x 2 = 3y 2xy = 9z tussen de punten (0,0,0) en (3,3,2). Oefening.7c Bepaal de lengte van de ruimtekromme met vergelijkingen { y = abgsin x a z = a 4 ln a+x a x tussen de punten (0,0,0) en (x 0,y 0,z 0 ). 44

46 Antwoorden Oefening.2 a. 3/5; ; 2; 5/2; + ; /3; 5 b. 0; 0; /2; e 4 ; 3; ; c. 0; e 6 ; 3; 5/2; + als x, 0 als 0 < x < ; 0. Oefening.3 a. e ; e 2 ; b. e 2 ; e 2 ; c. e 2 ; e ab. Oefening.5 a /7; 9/2; /3 b 6; 2x; 6/5 c 3; 5/2 5x + ; 0 Oefening 2.2 a linkerlimiet : /3; rechterlimiet : 0 b linkerlimiet : /3; rechterlimiet : c linkerlimiet : 0; rechterlimiet : Oefening 2.5 a. ) ; 2) 2 3) limiet bestaat niet: stel y = mx; 4) 0; 5) limiet bestaat niet: stel y = mx en x = 0; 6) y 3 x + y 2 y y 2 ( x + y 2 ) y 0 b. ) limiet bestaat niet: stel y = mx; 2) 0; 3) ; 4) 2 5) /3; 6) limiet bestaat niet: stel y = mx en y = 0; c. ) ; 2) /2; 3) limiet bestaat niet: stel y = mx; 4) 0 x 3 x 2 + y 4 sin x 2 + y 2 x 0 5) limiet bestaat niet: stel y = mx en y 3 = x 2 ; 6) /3 45

47 Oefening 2.6 a. overal continu; a2. linkscontinu, maar niet rechtscontinu in 0 en 2; overal elders continu; b. nergens continu; b2. niet continu in x = kπ met k Z \ {0}; niet continu in x = 0; c. niet continu in 0; c2. overal continu Oefening 2.7 a. overal continu, behalve in (0,0); a2. overal continu; b. overal continu, behalve in {(x,x) x 0}; b2. overal continu, behalve in {(x,y) x Z of y Z}; c. overal continu, behalve in {(x,y) x = 0 of y = 0}; c2. overal continu, behalve in (0,0) Oefening 3.2 a. y = e x( x + lnx ) a2. y = e +2x ( ) + 2x + 2x a3. y = x2 ( x 4 ) a4. y = cosxcos(sinx) a5. y ln( + sinx) = sin 2 x b. y = x x ( + lnx) b2. y lnx lnx = 2x x b3. y = 0(6v 4)x 4 ( b4. y = tg 4 x 2 + tg 2 )( x sec 2 ) x 2 x + x 2 + b5. y = 3 5 ( + xe x ) 2 5 e x ( + x ) 2 46

48 c. y = 4 2x + 3 sec 2 ln(2x + 3) 2 ( ) c2. y = x + (lnx)2 + lnx x x x xx c3. y = (a 2 b 2 )sinx (b + acosx) 2 + (a + bcosx) 2 c4. y = sec 2 x 2 ( 2 + tg x 2) 2 3 c5. y = 6e 3x tge 3x sec 2 e 3x Oefening 3.3 a y = x; b y = 3x 0; c y = x 2kπ (k Z) Oefening 3.4 a bgtg6/7; b bgtg2 2; c π/4 Oefening 3.6 a dv dw = w2 ; b dv 3 dz = 3z2 2 2 ; c dv dw = 3 W 2 Oefening 3.7 a A r Oefening 3.8 A = θr; b θ = r2 2 ; c θ r = 4A r 3 a dv dt = 225cm 3 /sec; b dv dt = 600πcm 3 /min; c ds dt = 320πcm2 /min Oefening 4. a In het punt (3,6). De raaklijn heeft vergelijking x y + 3 = 0, en de normaal x + y 9 = 0. b ds/dt = 3k 3 t 2 /2 c v(3) = 2,8 km/uur; v(5) = 86/ 97 km/uur; v = 0 om 3 uur 6 minuten 48 seconden. Oefening 4.2 a a =, b = 3, c = 5 b a =, b =, c = 4, d = 3 c dh/dt = 9/4 cm/min 47

49 Oefening 4.3 a Wanneer de hoek tussen de halve rechten waarop de trein en de wagen zich bevinden scherp is: snelheid 25 km/uur; wanneer deze hoek stomp is: snelheid 25 3 km/uur. b 5 km/uur. c ds/dt = 24 3 cm 2 /min. Oefening 4.6 a ; ; b 0; 4/π; c ; 0. Oefening 4.7 a. e x = + x + x2 2 + x3 xn + + 3! n! + x n+ eθx (n + )! b. sin(x) = x x3 3! + x5 5! + + ( )n x 2n (2n )! + ( )n x 2n+ (2n + )! cos(θx) c. cos(x) = x2 2! + x4 x2n + + ( )n 4! (2n)! + x 2n+2 ( )n+ (2n + 2)! cos(θx) Oefening 4.9 a. ln( + x) = x x2 2 + x3 3 x4 xn + + ( )n 4 n + r n b. ( + x) m = + mx + ( ) m x ( ) m x ( ) m x n + r n (x) n c. sinh(x) = x + x3 3! + x5 x2n + + 5! (2n )! + x2n+ (2n + )! cosh(θx) Oefening 4.0 cosh(x) = + x2 2! + x4 x2n + + 4! (2n)! + x2n+2 (2n + 2)! cosh(θx) a. secx = + x x4 + b. ln cosx = x2 2 x4 2 + c. tgx = x + x

50 Oefening 5. a. 2; /2; 3/2; / e. b. /6; /60; /3; 0. c. /2; /3; /60; /6. Oefening 5.2 a. x = 0: minimum a2. x = 0: minimum; x = 2: maximum a3. x = 0: minimum; x = : maximum a4. geen extremum b. x = en x = 2: minimum; x = /2: maximum b2. x = : minimum b3. x = 2kπ en x = ±φ + (2k + )π: maxima x = (2k + )π en x = ±φ + 2kπ: minima (k Z en φ = bgcos b4. x = 2: minimum c. x = 0: minimum; x = 4/5: maximum c2. x = 0: minimum c3. x = ±/ 2e: minimum; x = 0: maximum c4. x = : minimum; x = ± 2 2: maximum 6 ) Oefening 5.3 a. in de punten (4,4) en ( 4, 4) b. lengte 2l/(π + 4) en breedte l/(π + 4) c. y 4 = 4 3 (x 3) Oefening 5.4 a. op 5/ 3 km van A b. te uur c. maximum voor α = π/6 Oefening 5.5 a. 0 verdiepingen (de gelijkvloerse inbegrepen); de afschrijvingsperiode bedraagt dan 0 jaar en 3 maanden. b. op afstand 3 as/( 3 a + 3 b) van de bron met bijhorende constante a. c. Q wordt gekozen op afstand a( 2 ) van B. Oefening 5.6 a. 5 euro b. 80 m bij 200 m. Oefening 6. ( ) 2x + 2 siny x a. D F = 2 + cosx 2y y 0 sec 2 y 49

51 x ( ) yz xz xy b. D F y = 2xy 2 z 2 2x 2 yz 2 2x 2 y 2 z z ( ) e x e y e z x c. D F = e x e y e z y shx shy 0 Oefening 6.2 a. 92 ; 2 b. 4 ; 0 c. 2 ; Oefening 6.3 a. d f = 2 y b. d f = 2x cosec ( x y y dy) ( ) ( x sinx ) lny + ycotgx + + ln y siny ycotgy dy c. d f = ex + e y dy + e z dz e x + e y + e z Oefening 6.4 a. z = 2x 2y b. z = y c. x + y 2z = 0 Oefening 6.8 a. x y = + (x ) + (x )(y ) + 2 (x )2 (y ) + b. sin(x 2 + 2y 2 + z) = z + x 2 + 2y 2 z3 6 + c. sinxsinycosz = xy x3 y 6 y3 x 6 xyz2 2 + Oefening 6.9 a. (,2/3) en (, 2/3) zijn stationaire punten en zadelpunten. (0,0) is ook een stationaire punt. De test met tweede partiële afgeleiden levert geen resultaat op, want s 2 rt = 0. f bereikt een minimum in (0,0), omdat f (x,y) = 2x 2 (x 2 + 2xy + y 2 ) 2x 2 y 2 + 3y 2 = 2x 2 (x + y) 2 + y 2 (3 2x 2 ) 0 = f (0,0) als x 3/2 50

52 b. (2, 3): minimum c. (0, 0): zadelpunt; (, ): maximum Oefening 6.0 a. (8/5, 6/5); b. (32/9, 6/9, 32/9); c. (40, 40, 40). Oefening 7. a. Ja, want f (0,) = 0, en f (0,) = 2e 0. y dy y2 = tgxsecx + y ; d 2 y 2 = tg 2 xsec 2 x y3 (y + 2) (y + ) 3 + sin2 x cos 3 x Vergelijking van de raaklijn: y =. b. Ja, want f (,0) = 0, en f (,0) = 0. y dy = x + y x y ; d 2 y 2 = 2 x2 + y 2 (x y) 3 Vergelijking van de raaklijn: x y =. c. Ja, want f (,0) = 0, en f (,0) = 0. y dy 2x 2y + = 2x + 2y + ; d 2 y 2 = 8 ( 2x + 2y + ) 3 Vergelijking van de raaklijn: 3x y = 3. Oefening 7.2 a. Vergelijking van het raakvlak: 2x y z = 0. y 2 y + z(x,y) = + 2(x ) (y ) 8(x ) 2 + 0(x )(y ) 3(y ) 2 + b. Vergelijking van het raakvlak: x + y + 2z = 0. z x z y cos(x + y) + cos(x + z) = cos(y + z) + cos(x + z) cos(x + y) + cos(y + z) = cos(y + z) + cos(x + z) c. Vergelijking van het raakvlak: x + y 2z + = 0. 2 z x y = 3z2 + x (3z 2 x) 3 5

53 Oefening 7.3 a. dy dz = = + y z lny + yz y zy z + z y lnz y z lny yz y + z y lnz + zy z yz y + y z lny z y lnz zy z Vergelijking van de raaklijn: { (2e )y = 2x 3 ( 2e + )z = (2e + )x 4e 2 2e b. du = ( + dy)/2, dv = dy. c. (u,v) (x,y) = v u y x. Oefening 7.4 a. dz = 3, b. 2 u x 2 = 3uv2 u 3 (u 2 + v 2 ) 3. d 2 z 2 = c. y (0) = 2 3, z (0) = 3, y (0) = 46 27, z (0) = Vergelijking van de raaklijn: { y = 2 3 x + z = 3 x + 2 Oefening 8. a. ( 2/2, 2/2): maximum; ( 2/2, 2/2): minimum. b. (2,0,) is een stationair punt, maar geen extremum. c. (,,,): minimum. Oefening 8.2 a. maximum voor x = 20, y = 2, z = 6. b. 3/2. a. (,, /2): minimum; (,, /2): maximum. Oefening 8.3 a. (,, ): maximum; (3, 0, 0), (0, 3, 0), (0, 0, 3) zijn stationaire punten, maar geen extrema. b. (2,2,), (,2,2), (2,,2): minima; (7/3,4/3,4/3), (4/3,7/3,4/3), (4/3,4/3,7/3): maxima. c. minimale afstand voor P = (,5), P 2 = (2,4). Oefening 8.5 a. x = y = 2s: minimum. b. (5/24, 3/4, 5/24): minimum. c. (, 2, + 2) en (, 2, 2) liggen het dichtst bij de y-as; (, 2, 2) en (, 2, + 2) het verst. Oefening 8.6 a. x = a/3, y = b/3, z = c/3; b. x = y = 4 cm, z = 6 cm; c. θ = π/6, x = 2 3, y = (3 3)/6. 52

54 Oefening 9.2 a. a2. a3. 2x + bgtg + c ln 3x + 9x c x 2 + 2x 3 + ln x + + x 2 + 2x 3 + c a4. x 2 + 6x + c a5. ln + sin x sin x + c a6. a7. 4 tg4x 4 ln + sin4x sin4x + x + c 3 2 x2 4x + 4bgtgx + c a8. 4bgsin x 2 2 4x x 2 + c a9. x 3x ln x + x 2 + 5/3 a ( x2 ) 4/3 + c a. 2 ln sinx2 + c a2. ln sinx + c a3. bgsin x c a4. 2 ln x x + + c a5. bgsecx + c 53

55 b. 3 bgsinx3 + c b2. x 2 + 3bgsinx + c b3. 2 ln x2 4x bgtg x c x + 2 b4. ln x c b5. b6. 2x 3 ln 6 2x c x 2 + x + x + + c b7. tgx 2ln cosx + c b8. b9. b0. b. ln a + bsecx + c b 2secx bgtg + c x 25 x bgsin x 5 + c 2 (x + ) 3 2x x 2 + 2bgsin x c b2. 3 cos3 x + c b3. 2x bgtg c b4. 5 4x x 2 + bgsin x c b5. 4 ln x 2 x c 54

56 c. 2 ( x + 2x 3 + x2 ) + c 5 c2. sine x + c c3. c4. c5. 2 ln 2x + 4x c 4 ln 4x2 3 4 ln 2 (x ) 3 + c 2x 2x + + c c6. e /x + c c7. tg x 2 + c c8. c9. c0. c. 2 3 bgtg x2 3 + c 2 ln x2 4x bgtg x c 2 x x ln x + x c 4 (2x ) 4x 2 4x ln (2x ) + 4x 2 4x c c2. 6 ln 2x3 + c c3. ln(x 2 + 9) 7 3 bgtg x 3 + c c4. 9 ln 9x2 2x x 2 bgtg 8 2 c5. ln x + x c + c 55

57 Oefening 9.3 a. xcosx + sinx + c a ( + x)5/ x( + x)3/2 + c a3. x 2 sin2x + c 4 a4. e 2x( x 3 2 3x x 4 3 ) + c 8 a5. xbgtgx 2 ln( + x2 ) + c a6. x 3 3 ln x ( x x2 ) 2 + x + ln x + c b. (x )e x + c b2. xbgsin x + x 2 + c b3. b4. 2 secxtgx + ln secx + tgx + c 2 2 (x2 + 7x 5)sin2x + 4 (2x + 7)cos2x 4 sin2x + c b5. (x 2 2x + 2)e x + c b6. c. c2. e ax a 2 (asinbx bcosbx) + c + b2 x 3 x3 ln x c 2 x2 bgsinx 2 + x c c3. x 2 cosx + 2xsinx + 2cosx + c 56

Analyse I. 2. Formuleer en bewijs de formule van Taylor voor een functie f : R R. Stel de formules op voor de resttermen van Lagrange en Liouville.

Analyse I. 2. Formuleer en bewijs de formule van Taylor voor een functie f : R R. Stel de formules op voor de resttermen van Lagrange en Liouville. Academiejaar 006-007 1ste semester februari 007 Analyse I 1. Toon aan dat elke begrensde rij een convergente deelrij heeft. Geef de definitie van een Cauchy rij, en toon aan dat elke Cauchy rij begrensd

Nadere informatie

Analyse I. 1ste Bachelor Ingenieurswetenschappen Academiejaar 2005-2006 1ste semester 31 januari 2006

Analyse I. 1ste Bachelor Ingenieurswetenschappen Academiejaar 2005-2006 1ste semester 31 januari 2006 1ste semester 31 januari 2006 Analyse I 1. Onderstel dat f : [a, b] R continu is, en dat f(a)f(b) < 0. Toon aan dat f minstens 1 nulpunt heeft gelegen in het interval (a, b). 2. Gegeven is een functie

Nadere informatie

IJkingstoets september 2015: statistisch rapport

IJkingstoets september 2015: statistisch rapport IJkingstoets burgerlijk ingenieur 4 september 05 - reeks 4 - p. IJkingstoets september 05: statistisch rapport In totaal namen 33 studenten deel aan deze toets. Hiervan waren er 06 geslaagd. Verdeling

Nadere informatie

IJkingstoets september 2015: statistisch rapport

IJkingstoets september 2015: statistisch rapport IJkingstoets burgerlijk ingenieur 4 september 05 - reeks - p. IJkingstoets september 05: statistisch rapport In totaal namen 33 studenten deel aan deze toets. Hiervan waren er 06 geslaagd. Verdeling van

Nadere informatie

IJkingstoets september 2015: statistisch rapport

IJkingstoets september 2015: statistisch rapport IJkingstoets burgerlijk ingenieur 4 september 05 - reeks - p. IJkingstoets september 05: statistisch rapport In totaal namen studenten deel aan deze toets. Hiervan waren er 06 geslaagd. Verdeling van de

Nadere informatie

FORMULARIUM. www.basiswiskunde.be. Inhoudsopgave. 1 Algebra 2. 2 Lineaire algebra 4. 3 Vlakke meetkunde 5. 4 Goniometrie 7. 5 Ruimtemeetkunde 10

FORMULARIUM. www.basiswiskunde.be. Inhoudsopgave. 1 Algebra 2. 2 Lineaire algebra 4. 3 Vlakke meetkunde 5. 4 Goniometrie 7. 5 Ruimtemeetkunde 10 FORMULARIUM wwwbasiswiskundebe Inhoudsopgave Algebra 2 2 Lineaire algebra 4 3 Vlakke meetkunde 5 4 Goniometrie 7 5 Ruimtemeetkunde 0 6 Reële functies 2 7 Analyse 3 8 Logica en verzamelingen 6 9 Kansrekening

Nadere informatie

Analyse I. 1ste Bachelor Ingenieurswetenschappen Academiejaar ste semester 10 januari 2008

Analyse I. 1ste Bachelor Ingenieurswetenschappen Academiejaar ste semester 10 januari 2008 ste Bachelor Ingenieurswetenschappen Academiejaar 007-008 ste semester 0 januari 008 Analyse I. Bewijs de stelling van Bolzano-Weierstrass: elke oneindige begrensde deelverzameling van R heeft minstens

Nadere informatie

Analyse I. 1ste Bachelor Ingenieurswetenschappen Academiejaar ste semester 12 januari 2010

Analyse I. 1ste Bachelor Ingenieurswetenschappen Academiejaar ste semester 12 januari 2010 ste Bachelor Ingenieurswetenschappen Academiejaar 9- ste semester januari Analyse I. Formuleer en bewijs de formule van Leibniz voor de n-de afgeleide van het product van twee functies f en g.. Onderstel

Nadere informatie

Voorkennis wiskunde voor Bio-ingenieurswetenschappen

Voorkennis wiskunde voor Bio-ingenieurswetenschappen Onderstaand overzicht volgt de structuur van het boek Wiskundige basisvaardigheden met bijhorende website. Per hoofdstuk wordt de strikt noodzakelijke voorkennis opgelijst: dit is leerstof die gekend wordt

Nadere informatie

Voorbereidende sessie toelatingsexamen

Voorbereidende sessie toelatingsexamen 1/34 Voorbereidende sessie toelatingsexamen Wiskunde 2 - Veeltermen en analytische meetkunde Dr. Koen De Naeghel 1 KU Leuven Kulak, woensdag 29 april 2015 1 Presentatie en opgeloste oefeningen zijn digitaal

Nadere informatie

Voorkennis wiskunde voor Biologie, Chemie, Geografie

Voorkennis wiskunde voor Biologie, Chemie, Geografie Onderstaand overzicht volgt de structuur van het boek Wiskundige basisvaardigheden met bijhorende website. Per hoofdstuk wordt de strikt noodzakelijke voorkennis opgelijst: dit is leerstof die gekend wordt

Nadere informatie

De Afgeleide. ) = 2y. 2 = 4y = 4.(2x+1)

De Afgeleide. ) = 2y. 2 = 4y = 4.(2x+1) De Afgeleide DE AFGELEIDE FUNCTIE VAN EEN GEGEVEN FUNCTIE y = f(x) = u is een andere functie genoteerd met y' die uit f'(x) wordt verkregen door toepassing van enkele basisformules. Zo is (u n ) =n.u n-1.u,

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2002-I

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2002-I Functies In figuur 1 zijn de grafieken getekend van de functies f ( x) = 2x + 12 en g(x) = x 1. figuur 1 P f g O x 4p 1 Los op: f(x) g(x). Rond de getallen in je antwoord die niet geheel zijn af op twee

Nadere informatie

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica september 2018: algemene feedback

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica september 2018: algemene feedback IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica september 8 - reeks - p. IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica september 8: algemene feedback Positionering ten opzichte van andere deelnemers In totaal namen

Nadere informatie

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 1 juli 2015 Oplossingen

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 1 juli 2015 Oplossingen IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 1 juli 15 Oplossingen IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 1 juli 15 - p. 1/1 Oefening 1 Welke studierichting wil je graag volgen? (vraag zonder score, wel

Nadere informatie

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl) Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 27 mei 1.0 16.0 uur 20 02 Voor dit examen zijn maximaal 88 punten te behalen; het examen bestaat uit 19 vragen.

Nadere informatie

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 29 juni Nummer vragenreeks: 1

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 29 juni Nummer vragenreeks: 1 IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 29 juni 206 Nummer vragenreeks: IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 29 juni 206 - reeks - p. /0 Oefening Welke studierichting wil je graag volgen? (vraag

Nadere informatie

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 1996 1997: Eerste Ronde.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 1996 1997: Eerste Ronde. 1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 1996 1997: Eerste Ronde De eerste ronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen Het quoteringssysteem werkt als volgt : een deelnemer start met 0 punten Per goed antwoord krijgt hij

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 dinsdag 25 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 dinsdag 25 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VWO 2010 tijdvak 1 dinsdag 25 mei 13.30-16.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 18 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 84 punten te behalen. Voor elk

Nadere informatie

Ijkingstoets industrieel ingenieur aangeboden door UGent en VUB op 15 september 2014: algemene feedback

Ijkingstoets industrieel ingenieur aangeboden door UGent en VUB op 15 september 2014: algemene feedback IJkingstoets 5 september 04 - reeks - p. /0 Ijkingstoets industrieel ingenieur aangeboden door UGent en VUB op 5 september 04: algemene feedback In totaal namen 5 studenten deel aan deze ijkingstoets industrieel

Nadere informatie

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Hertentamen 23 december 2014

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Hertentamen 23 december 2014 Wiskundige Technieken Uitwerkingen Hertentamen 3 december 04 Normering voor 4 pt vragen andere vragen naar rato: 4pt 3pt pt pt 0pt goed begrepen én goed uitgevoerd, eventueel met enkele onbelangrijke rekenfoutjes

Nadere informatie

(10 pnt) Bepaal alle punten waar deze functie een relatief extreem of een zadelpunt heeft. Opgave 3. Zij D het gebied gegeven door

(10 pnt) Bepaal alle punten waar deze functie een relatief extreem of een zadelpunt heeft. Opgave 3. Zij D het gebied gegeven door Calculus 3. Tentamen Calculus 3, 8 April 11 Opgave 1. Zij f(x, y, z) = xy z 3xz en g(x, y, z) = x 3 +z sin(y) y sin(z). i) (5 pnt) Laat zien dat p = (, 1, 1) op de oppervlakken {f(x, y, z)} = en {g(x,

Nadere informatie

d. Met de dy/dx knop vind je dat op tijdstip t =2π 6,28 het water daalt met snelheid van 0,55 m/uur. Dat is hetzelfde als 0,917 cm per minuut.

d. Met de dy/dx knop vind je dat op tijdstip t =2π 6,28 het water daalt met snelheid van 0,55 m/uur. Dat is hetzelfde als 0,917 cm per minuut. Hoofdstuk A: Goniometrische functies. I-. a. De grafiek staat hiernaast. De periode is ongeveer,6 uur. b. De grafiek snijden met y = levert bijvoorbeeld x,00 en x,8. Het verschil is ongeveer,7 uur en dat

Nadere informatie

Tussentijdse evaluatie Analyse I

Tussentijdse evaluatie Analyse I ste Bachelor Wiskunde Academiejaar 6-7 ste semester november 6 Tussentijdse evaluatie Analyse I. Toon aan dat een niet-stijgende begrensde rij convergent is.. Onderstel dat f : [a, b] R continu is over

Nadere informatie

1e bachelor ingenieurswetenschappen Modeloplossing examen oefeningen analyse I, januari y = u sin(vt) dt. wordt voorgesteld door de matrix

1e bachelor ingenieurswetenschappen Modeloplossing examen oefeningen analyse I, januari y = u sin(vt) dt. wordt voorgesteld door de matrix e bachelor ingenieurswetenschappen Modeloplossing examen oefeningen analyse I, januari 9. Opgave: Bereken dt ( q) als p = (, ), q = (, ) en p u+v x = e t dt T : (u, v) (x, y) : u y = u sin(vt) dt Oplossing:

Nadere informatie

2010-I. A heeft de coördinaten (4 a, 4a a 2 ). Vraag 1. Toon dit aan. Gelijkstellen: y= 4x x 2 A. y= ax

2010-I. A heeft de coördinaten (4 a, 4a a 2 ). Vraag 1. Toon dit aan. Gelijkstellen: y= 4x x 2 A. y= ax 00-I De parabool met vergelijking y = 4x x en de x-as sluiten een vlakdeel V in. De lijn y = ax (met 0 a < 4) snijdt de parabool in de oorsprong en in punt. Zie de figuur. y= 4x x y= ax heeft de coördinaten

Nadere informatie

2004 Gemeenschappelijke proef Algebra - Analyse - Meetkunde - Driehoeksmeting 14 vragen - 2:30 uur Reeks 1 Notatie: tan x is de tangens van de hoek x, cot x is de cotangens van de hoek x Vraag 1 In een

Nadere informatie

Verbanden en functies

Verbanden en functies Verbanden en functies 0. voorkennis Stelsels vergelijkingen Je kunt een stelsel van twee lineaire vergelijkingen met twee variabelen oplossen. De oplossing van het stelsel is het snijpunt van twee lijnen.

Nadere informatie

2 Kromming van een geparametriseerde kromme in het vlak

2 Kromming van een geparametriseerde kromme in het vlak Kromming Extra leerstof bij het vak Wiskunde voor Bouwkunde (DB00) 1 Inleiding De begrippen kromming en kromtestraal worden in het boek Calculus behandeld in hoofdstuk 11. Daar worden deze begrippen echter

Nadere informatie

IJkingstoets burgerlijk ingenieur september 2013: algemene feedback

IJkingstoets burgerlijk ingenieur september 2013: algemene feedback IJkingstoets burgerlijk ingenieur 6 september 203 - reeks - p. IJkingstoets burgerlijk ingenieur september 203: algemene feedback In totaal namen 245 studenten deel aan de ijkingstoets burgerlijk ingenieur

Nadere informatie

2012 I Onafhankelijk van a

2012 I Onafhankelijk van a 0 I Onafhankelijk van a Voor a>0 is gegeven de functie: f a (x) = ( ax) e ax. Toon aan dat F a (x) = x e ax een primitieve functie is van f a (x). De grafiek van f a snijdt de x-as in (/a, 0) en de y-as

Nadere informatie

dx; (ii) * Bewijs dat voor elke f, continu ondersteld in [0, a]: dx te berekenen.(oef cursus) Gegeven is de bepaalde integraal I n = π

dx; (ii) * Bewijs dat voor elke f, continu ondersteld in [0, a]: dx te berekenen.(oef cursus) Gegeven is de bepaalde integraal I n = π Analyse. (i) Bereken A = π sin d; +cos 2 (ii) * Bewijs dat voor elke f, continu ondersteld in [, a]: a f()d = a f(a )d (iii) Gebruik (i) en (ii) om de integraal J = π sin d te berekenen.(oef +cos 2 cursus)

Nadere informatie

IJkingstoets burgerlijk ingenieur september 2014: algemene feedback

IJkingstoets burgerlijk ingenieur september 2014: algemene feedback IJkingstoets burgerlijk ingenieur 5 september 204 - reeks 4 - p. IJkingstoets burgerlijk ingenieur september 204: algemene feedback In totaal namen 286 studenten deel aan de ijkingstoets burgerlijk ingenieur

Nadere informatie

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Tentamen Wiskunde B Datum: 3 juni 4 Tijd: 4. - 7. uur Aantal opgaven: 5 Zet uw naam op alle in te leveren blaadjes. Laat bij elke opgave door middel van een redenering,

Nadere informatie

Uitwerkingen Mei 2012. Eindexamen VWO Wiskunde B. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Uitwerkingen Mei 2012. Eindexamen VWO Wiskunde B. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Uitwerkingen Mei 01 Eindexamen VWO Wiskunde B A B C Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Onafhankelijkheid van a Opgave 1. We moeten aantonen dat F a een primitieve is van de

Nadere informatie

5.7. Boekverslag door P woorden 11 januari keer beoordeeld. Wiskunde B

5.7. Boekverslag door P woorden 11 januari keer beoordeeld. Wiskunde B Boekverslag door P. 1778 woorden 11 januari 2012 5.7 103 keer beoordeeld Vak Methode Wiskunde B Getal en ruimte Wiskunde Hoofdstuk 1 Formules en Grafieken 1.1 Lineaire verbanden Van de lijn y=ax+b is de

Nadere informatie

WI1708TH Analyse 3. College 2 12 februari Challenge the future

WI1708TH Analyse 3. College 2 12 februari Challenge the future WI1708TH Analyse 3 College 2 12 februari 2015 1 Programma Vandaag Partiële afgeleiden (14.3) Hogere orde partiële afgeleiden (14.3) Partiële differentiaal vergelijkingen (14.3) 2 Functies van twee variabelen

Nadere informatie

Eindexamen vwo wiskunde B pilot 2014-I

Eindexamen vwo wiskunde B pilot 2014-I Eindeamen vwo wiskunde B pilot 04-I Formules Goniometrie sin( tu) sintcosu costsinu sin( tu) sintcosu costsinu cos( tu) costcosusintsinu cos( tu) costcosusintsinu sin( t) sintcost cos( t) cos tsin t cos

Nadere informatie

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 1995-1996 : Tweede Ronde.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 1995-1996 : Tweede Ronde. Vlaamse Wiskunde Olympiade 995-996 : Tweede Ronde De tweede ronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen, opgemaakt door de jury van VWO Het quoteringssysteem werkt als volgt : een deelnemer start met 0 punten

Nadere informatie

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede ronde.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede ronde. 1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 1998-1999: Tweede ronde De tweede ronde bestaat eveneens uit 0 meerkeuzevragen Het quoteringssysteem is hetzelfde als dat voor de eerste ronde, dwz per goed antwoord krijgt

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B vwo 2010 - I

Eindexamen wiskunde B vwo 2010 - I Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte hoek, overstaande

Nadere informatie

UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica

UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Uitwerking tentamen Functies van één veranderlijke (5260) op dinsdag 6 januari 2009, 9.00 2.00 uur. De uitwerkingen van de opgaven

Nadere informatie

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica juli 2017: algemene feedback

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica juli 2017: algemene feedback IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 5 juli 2017 - reeks 1 - p. 1/9 IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica juli 2017: algemene feedback Positionering ten opzichte van andere deelnemers In totaal

Nadere informatie

OEFENPROEFWERK VWO B DEEL 3

OEFENPROEFWERK VWO B DEEL 3 Formules OEFENROEFWERK VWO B DEEL HOOFDSTUK GONIOMETRISCHE FORMULES cos( t u) cos( t)cos( u) sin( t)sin( u) sin( A) sin( A)cos( A) sin( t u) sin( t)cos( u) cos( t)sin( u) cos( t u) cos( t)cos( u) sin(

Nadere informatie

Centrale Commissie Voortentamen Wiskunde Uitwerkingen Voortentamen Wiskunde B 11 juni 2012

Centrale Commissie Voortentamen Wiskunde Uitwerkingen Voortentamen Wiskunde B 11 juni 2012 Centrale Commissie Voortentamen Wiskunde Uitwerkingen Voortentamen Wiskunde B juni 22 Voorlopige versie 6 juni 22 Opgave a f (x) = x2 x 5, dus f (x) = 2 2 x 5x. Dit geeft f (x) = 2 2 2x3. f (x) = 2 2 2x3

Nadere informatie

IJkingstoets burgerlijk ingenieur-architect september 2018: feedback deel wiskunde

IJkingstoets burgerlijk ingenieur-architect september 2018: feedback deel wiskunde IJkingstoets burgerlijk ingenieur-architect september 8: feedback deel wiskunde Positionering ten opzichte van andere deelnemers In totaal namen 5 studenten deel aan de ijkingstoets burgerlijk ingenieur-architect

Nadere informatie

IJkingstoets burgerlijk ingenieur-architect september 2018: feedback deel wiskunde

IJkingstoets burgerlijk ingenieur-architect september 2018: feedback deel wiskunde IJkingstoets burgerlijk ingenieur-architect september 8: feedback deel wiskunde Positionering ten opzichte van andere deelnemers In totaal namen 5 studenten deel aan de ijkingstoets burgerlijk ingenieur-architect

Nadere informatie

x a k of.x 1 a 1 / 2 + ::+.x n a n / 2 k 2 bol om a, straal k

x a k of.x 1 a 1 / 2 + ::+.x n a n / 2 k 2 bol om a, straal k Punten, Vectoren in de R n Punten: a =.a 1 ; a 2 ; : : : ; a n / ; b =.b 1 ; b 2 ; : : : ; b n / Vectoren: a = a 1 ; a 2 ; : : : ; a n ; b = b 1 ; b 2 ; : : : ; b n lengte van a : a = a 2 1 + : : : + a2

Nadere informatie

Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Calculus 1 NWI-NP003B 4 januari 2013,

Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Calculus 1 NWI-NP003B 4 januari 2013, Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Calculus 1 NWI-NP003B 4 januari 013, 8.30 11.30 Het gebruik van een rekenmachine, telefoon en boek(en) is niet toegestaan. Geef precieze argumenten en antwoorden.

Nadere informatie

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde Vlaamse Wiskunde Olympiade 988-989: Tweede Ronde Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw is een officiële foreign coordinator voor de welbekende AHSME-competitie (American High School Mathematics Examination -

Nadere informatie

De parabool en de cirkel raken elkaar in de oorsprong; bepaal ook de coördinaten van de overige snijpunten A 1 en A 2.

De parabool en de cirkel raken elkaar in de oorsprong; bepaal ook de coördinaten van de overige snijpunten A 1 en A 2. BURGERLIJK INGENIEUR-ARCHITECT - 5 SEPTEMBER 2002 BLZ 1/10 1. We beschouwen de cirkel met vergelijking x 2 + y 2 2ry = 0 en de parabool met vergelijking y = ax 2. Hierbij zijn r en a parameters waarvoor

Nadere informatie

( ) Hoofdstuk 4 Verloop van functies. 4.1 De grafiek van ( ) 4.1.1 Spiegelen t.o.v. de x-as, y-as en de oorsprong

( ) Hoofdstuk 4 Verloop van functies. 4.1 De grafiek van ( ) 4.1.1 Spiegelen t.o.v. de x-as, y-as en de oorsprong Hoofdstuk 4 Verloop van functies Met DERIVE is het mogelijk om tal van eigenschappen van functies experimenteel te ontdekken. In een eerste paragraaf onderzoeken we het verband tussen de grafieken van

Nadere informatie

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Eamen VW 04 tijdvak dinsdag 0 mei 3.30-6.30 uur wiskunde B (pilot) chter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Dit eamen bestaat uit 8 vragen. Voor dit eamen

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B vwo 2010 - I

Eindexamen wiskunde B vwo 2010 - I Gelijke oppervlakten De parabool met vergelijking y = 4x x2 en de x-as sluiten een vlakdeel V in. De lijn y = ax (met 0 a < 4) snijdt de parabool in de oorsprong O en in punt. Zie. y 4 3 2 1-1 O 1 2 3

Nadere informatie

IJkingstoets burgerlijk ingenieur september 2014: algemene feedback

IJkingstoets burgerlijk ingenieur september 2014: algemene feedback IJkingstoets burgerlijk ingenieur 5 september 204 - reeks 2 - p. IJkingstoets burgerlijk ingenieur september 204: algemene feedback In totaal namen 286 studenten deel aan de ijkingstoets burgerlijk ingenieur

Nadere informatie

IJkingstoets burgerlijk ingenieur september 2014: algemene feedback

IJkingstoets burgerlijk ingenieur september 2014: algemene feedback IJkingstoets burgerlijk ingenieur 5 september 204 - reeks 3 - p. IJkingstoets burgerlijk ingenieur september 204: algemene feedback In totaal namen 286 studenten deel aan de ijkingstoets burgerlijk ingenieur

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2005-I

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2005-I Inademen Bij controlemetingen aan de ademhaling wordt men gevraagd om diep uit te ademen en vervolgens gedurende vijf seconden zo diep mogelijk in te ademen. Tijdens het inademen is de hoeveelheid verse

Nadere informatie

Ijkingstoets industrieel ingenieur UGent/VUB, september 2015

Ijkingstoets industrieel ingenieur UGent/VUB, september 2015 IJkingstoets 4 september 05 - reeks - p. /0 Ijkingstoets industrieel ingenieur UGent/VUB, september 05 Oefening De evolutie van een bepaalde radioactieve stof in de tijd volgt het wiskundig model N (t)

Nadere informatie

IJkingstoets burgerlijk ingenieur juni 2014: algemene feedback

IJkingstoets burgerlijk ingenieur juni 2014: algemene feedback IJkingstoets burgerlijk ingenieur 30 juni 2014 - reeks 1 - p. 1 IJkingstoets burgerlijk ingenieur juni 2014: algemene feedback In totaal namen 716 studenten deel aan de ijkingstoets burgerlijk ingenieur

Nadere informatie

2 Differentiaal- en integraalrekening - Peter Bueken

2 Differentiaal- en integraalrekening - Peter Bueken Ü Ø Ï Ø Ò ÔÔ Ò ÒÁÒ ÓÖÑ Ø ÀÓ Ö Ú ÖØ ÓÓÐ ÒØÛ ÖÔ Ò ÇÒ ÖÛ Ò Ö ÒØ Ð¹ Ò ÒØ Ö ÐÖ Ò Ò È Ø Ö Ù Ò HZS-OE5-NW4 Eerste jaar Bachelor Nautische Wetenschappen Versie.4 4 maart 29 2 Differentiaal- en integraalrekening

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2006-II

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2006-II Drinkbak In figuur staat een tekening van een drinkbak voor dieren. De bak bestaat uit drie delen: een rechthoekige, metalen plaat die gebogen is tot een symmetrische goot, een voorkant en een achterkant

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B 1-2 vwo I

Eindexamen wiskunde B 1-2 vwo I Eindexamen wiskunde B - vwo - I Beoordelingsmodel Oppervlakte en inhoud bij f(x) = e x maximumscore e Lijn AB heeft richtingscoëfficiënt = (e ) Voor lijn AB geldt de formule y = (e ) x + De oppervlakte

Nadere informatie

WISKUNDE 5 PERIODEN. DATUM : 5 juni 2008 ( s morgens) Niet-programmeerbare, niet-grafische rekenmachine

WISKUNDE 5 PERIODEN. DATUM : 5 juni 2008 ( s morgens) Niet-programmeerbare, niet-grafische rekenmachine EUROPEES BACCALAUREAAT 2008 WISKUNDE 5 PERIODEN DATUM : 5 juni 2008 ( s morgens) DUUR VAN HET EXAMEN : 4 uur (240 minuten) TOEGESTANE HULPMIDDELEN Formuleboekje voor de Europese scholen Niet-programmeerbare,

Nadere informatie

15.0 Voorkennis. Herhaling rekenregels voor differentiëren: (somregel) (productregel) (quotiëntregel) n( x) ( n( x))

15.0 Voorkennis. Herhaling rekenregels voor differentiëren: (somregel) (productregel) (quotiëntregel) n( x) ( n( x)) 5.0 Voorkennis Herhaling rekenregels voor differentiëren: f ( x) a f '( x) 0 n f ( x) ax f '( x) nax n f ( x) c g( x) f '( x) c g'( x) f ( x) g( x) h( x) f '( x) g'( x) h'( x) p( x) f ( x) g( x) p'( x)

Nadere informatie

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde 1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 005-006: tweede ronde Volgende benaderingen kunnen nuttig zijn bij het oplossen van sommige vragen 1,1 3 1,731 5,361 π 3,116 1 Als a 1 3 a 1 3 a m = a met a R + \{0, 1}, dan

Nadere informatie

Gaap, ja, nog een keer. In één variabele hebben we deze formule nu al een paar keer gezien:

Gaap, ja, nog een keer. In één variabele hebben we deze formule nu al een paar keer gezien: Van de opgaven met een letter en dus zonder nummer staat het antwoord achterin. De vragen met een nummer behoren tot het huiswerk. Spieken achterin helpt je niets in het beter snappen... 1 Stelling van

Nadere informatie

Topologie in R n 10.1

Topologie in R n 10.1 Topologie in R n 10.1 Lengte x = (x 1,..., x n ) = x 2 1 + x2 2 + + x2 n Bol B(x 0, r) = {x : x x 0 < r} x 0 r p 1 p 3 p 1 p 2 S p 1 heet uitwendig punt p 2 heet inwendig punt p 3 heet randpunt p 1 p 3

Nadere informatie

3.2 Kritieke punten van functies van meerdere variabelen

3.2 Kritieke punten van functies van meerdere variabelen Wiskunde voor kunstmatige intelligentie, 007/008 Als in een kritiek punt x 0 ook de tweede afgeleide f (x 0 ) = 0 is, kunnen we nog steeds niet beslissen of de functie een minimum, maximum of een zadelpunt

Nadere informatie

De twee schepen komen niet precies op hetzelfde moment in S aan.

De twee schepen komen niet precies op hetzelfde moment in S aan. Gevaar op zee Schepen die elkaar te dicht naderen worden gewaarschuwd door de kustwacht. Wanneer schepen niet op zo n waarschuwing hebben gereageerd, stelt de Inspectie Verkeer en Waterstaat een onderzoek

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen HAVO 2014 tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30-16.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 19 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 77 punten te behalen. Voor

Nadere informatie

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica september 2017: algemene feedback

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica september 2017: algemene feedback IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 18 september 017 - reeks 1 - p. 1/14 IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica september 017: algemene feedback Positionering ten opzichte van andere deelnemers

Nadere informatie

Analyse I. 3. Formuleer en bewijs de formule van Taylor voor een functie f : R R. Stel de formules op voor de resttermen van Lagrange en Liouville.

Analyse I. 3. Formuleer en bewijs de formule van Taylor voor een functie f : R R. Stel de formules op voor de resttermen van Lagrange en Liouville. ste Bachelor Ingenieurswetenschappen Academiejaar 8-9 ste semester januari 9 Analyse I. Formuleer en bewijs de formule van Leibniz voor de n-de afgeleide van het product van twee functies f en g.. Onderstel

Nadere informatie

Vectoranalyse voor TG

Vectoranalyse voor TG college 4 en raakvlakken collegejaar : 16-17 college : 4 build : 19 september 2016 slides : 30 Vandaag Snowdon Mountain Railway (Wales) 1 De richtingsafgeleide 2 aan een grafiek 3 Differentieerbaarheid

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30-16.30 uur. Achter dit examen is een erratum opgenomen.

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30-16.30 uur. Achter dit examen is een erratum opgenomen. Eamen VW 04 tijdvak woensdag 8 juni.0-6.0 uur wiskunde B (pilot) Achter dit eamen is een erratum opgenomen. Dit eamen bestaat uit 6 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 76 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde b 1-2 havo 2002 - II

Eindexamen wiskunde b 1-2 havo 2002 - II Pompen of... Een cilindervormig vat met een hoogte van 32 dm heeft een inhoud van 8000 liter (1 liter = 1 dm 3 ). figuur 1 4p 1 Bereken de diameter van het vat. Geef je antwoord in gehele centimeters nauwkeurig.

Nadere informatie

IJkingstoets burgerlijk ingenieur september 2014: algemene feedback

IJkingstoets burgerlijk ingenieur september 2014: algemene feedback IJkingstoets burgerlijk ingenieur 5 september 204 - reeks - p. IJkingstoets burgerlijk ingenieur september 204: algemene feedback In totaal namen 286 studenten deel aan de ijkingstoets burgerlijk ingenieur

Nadere informatie

Eindopdracht Wiskunde en Cultuur 2-4: Geostationaire satellieten Door: Yoeri Groffen en Mohamed El Majoudi Datum: 20 juni 2011

Eindopdracht Wiskunde en Cultuur 2-4: Geostationaire satellieten Door: Yoeri Groffen en Mohamed El Majoudi Datum: 20 juni 2011 Eindopdracht Wiskunde en Cultuur 2-4: Geostationaire satellieten Door: Yoeri Groffen en Mohamed El Majoudi Datum: 20 juni 2011 1 Voorwoord Satellieten zijn er in vele soorten en maten. Zo heb je bijvoorbeeld

Nadere informatie

11.0 Voorkennis. Optellen alleen bij gelijknamige termen: 3a 3 + 4a 3 = 7a 3. Bij macht van een macht exponenten vermenigvuldigen: (a 5 ) 4 = a 20

11.0 Voorkennis. Optellen alleen bij gelijknamige termen: 3a 3 + 4a 3 = 7a 3. Bij macht van een macht exponenten vermenigvuldigen: (a 5 ) 4 = a 20 .0 Voorkennis Herhaling rekenregels voor machten: Vermenigvuldigen is exponenten optellen: a 3 a 5 = a 8 Optellen alleen bij gelijknamige termen: 3a 3 + a 3 = 7a 3 Bij macht van een macht exponenten vermenigvuldigen:

Nadere informatie

Per nieuwe hoofdvraag een nieuwe bladzijde gebruiken. De vragen hoeven niet in de juiste volgorde te worden opgelost.

Per nieuwe hoofdvraag een nieuwe bladzijde gebruiken. De vragen hoeven niet in de juiste volgorde te worden opgelost. SBC AMDG Ma 13/12/04 klas : 5WEWI8 5GRWI8 Van Hijfte D. toegelaten : grafisch rekentoestel Examen Wiskunde deel I (90p) Per nieuwe hoofdvraag een nieuwe bladzijde gebruiken. De vragen hoeven niet in de

Nadere informatie

leeftijd kwelder (in jaren)

leeftijd kwelder (in jaren) Kwelders De vorm van eilanden, bijvoorbeeld in de Waddenzee, verandert voortdurend. De zee spoelt stukken strand weg en op andere plekken ontstaat juist nieuw land. Deze nieuwe stukken land worden kwelders

Nadere informatie

(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a

(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a Samenvatting wiskunde h4 hoofdstuk 3 en 6, h5 hoofdstuk 4 en 6 Hoofdstuk 3 Voorkennis Bij het rekenen met machten gelden de volgende rekenregels: - Bij een vermenigvuldiging van twee machten met hetzelfde

Nadere informatie

Functies van meer variabelen voor dummy s

Functies van meer variabelen voor dummy s Functies van meer variabelen voor dummy s Dit is een 'praktische gids voor dummy s'. Hieronder kun je een aantal voorbeelden met uitleg vinden, oefeningen en uitwerkingen. De voorbeelden komen deels uit

Nadere informatie

2 Kromming van een geparametriseerde kromme in het vlak. Veronderstel dat een kromme in het vlak gegeven is door een parametervoorstelling

2 Kromming van een geparametriseerde kromme in het vlak. Veronderstel dat een kromme in het vlak gegeven is door een parametervoorstelling TU/e technische universiteit eindhoven Kromming Extra leerstof bij het vak Wiskunde voor Bouwkunde (DB00) 1 Inleiding De begrippen kromming en kromtestraal worden in het boek Calculus behandeld in hoofdstuk

Nadere informatie

Wiskunde met (bedrijfs)economische toepassingen

Wiskunde met (bedrijfs)economische toepassingen FACULTEIT TEW Wiskunde met (bedrijfs)economische toepassingen Oefenexamens 1ste Bachelor TEW Eerste deel (januari) Academiejaar 2013-2014 Het examen vindt voor iedereen plaats in twee delen : het eerste

Nadere informatie

Relevante examenvragen , eerste examenperiode

Relevante examenvragen , eerste examenperiode Relevante examenvragen 2007 2008, eerste examenperiode WAAR/VALS Zijn de volgende uitspraken waar of vals? Geef een korte argumentatie (bewijs) of een tegenvoorbeeld, eventueel aangevuld met een figuur.

Nadere informatie

IJkingstoets Deel 1. Basiskennis wiskunde. Vraag 1 Het gemiddelde van de getallen 1 2, 1 3 en 1 4 is 1 (A) 27 (B) 13 4 (C) 1 3 (D) 13 36

IJkingstoets Deel 1. Basiskennis wiskunde. Vraag 1 Het gemiddelde van de getallen 1 2, 1 3 en 1 4 is 1 (A) 27 (B) 13 4 (C) 1 3 (D) 13 36 4 IJkingstoets 08 Deel. Basiskennis wiskunde Vraag Het gemiddelde van de getallen, en 4 is (A) 7 (B) 4 (C) (D) 6 Vraag Beschouw de functie f met voorschrift f(x) = f ( g ( )) gelijk? en g met voorschrift

Nadere informatie

6. Toon aan dat voor alle 2]0; ß [ geldt dat sin <<tan Onderstel dat de functie f afleidbaar in ]a; +1[ is en dat Toon aan dat!+1 f ) = A.!+1 f

6. Toon aan dat voor alle 2]0; ß [ geldt dat sin <<tan Onderstel dat de functie f afleidbaar in ]a; +1[ is en dat Toon aan dat!+1 f ) = A.!+1 f Afleiden en primitiveren Oefeningen Wiskundige Analyse I 1. Toon aan dat de functie f gedefinieerd op [ß; 3ß 2 ] door 1 p 1 + sin2 ) een inverse ffi bezit. Wat kan men besluiten omtrent de monotoniteit,

Nadere informatie

tentamen Analyse (deel 3) wi TH 21 juni 2006, uur

tentamen Analyse (deel 3) wi TH 21 juni 2006, uur Technische Universiteit Delft Technische Wiskunde Faculteit lektrotechniek, Wiskunde en Informatica Mekelweg 4, 68 CD DLFT tentamen Analyse (deel 3) wi 54 TH juni 6, 4. 7. uur Deelname aan dit tentamen

Nadere informatie

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 31 mei uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 31 mei uur wiskunde B,2 Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak Dinsdag 3 mei 3.30 6.30 uur 20 05 Voor dit examen zijn maximaal 89 punten te behalen; het examen bestaat uit 20 vragen. Voor elk

Nadere informatie

1. (a) Gegeven z = 2 2i, w = 1 i 3. Bereken z w. (b) Bepaal alle complexe getallen z die voldoen aan z 3 8i = 0.

1. (a) Gegeven z = 2 2i, w = 1 i 3. Bereken z w. (b) Bepaal alle complexe getallen z die voldoen aan z 3 8i = 0. Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Calculus NWI-NP003B 4 november 04,.30 5.30 Het gebruik van een rekenmachine/gr, telefoon, boek, aantekeningen e.d. is niet toegestaan. Geef precieze argumenten en

Nadere informatie

WI1708TH Analyse 3. College 5 23 februari Challenge the future

WI1708TH Analyse 3. College 5 23 februari Challenge the future WI1708TH Analyse 3 College 5 23 februari 2015 1 Programma Vandaag Richtingsafgeleide (14.6) Gradiënt (14.6) Maximalisatie richtingsafgeleide (14.6) Raakvlak voor niveauoppervlakken (14.6) 2 Richtingsafgeleide

Nadere informatie

12.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los de vergelijking sin(a) = 0 op. We zoeken nu de punten op de eenheidscirkel met y-coördinaat 0.

12.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los de vergelijking sin(a) = 0 op. We zoeken nu de punten op de eenheidscirkel met y-coördinaat 0. 12.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Los de vergelijking sin(a) = 0 op. We zoeken nu de punten op de eenheidscirkel met y-coördinaat 0. Dit is in de punten (1,0) en (-1,0) (1,0) heeft draaiingshoek 0 (-1,0) heeft

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: goniometrie en meetkunde. 22 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: goniometrie en meetkunde. 22 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Wiskunde: goniometrie en meetkunde 22 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),

Nadere informatie

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Tentamen Wiskunde B Datum: 3 januari Tijd: 9. -. uur Aantal opgaven: 5 Zet uw naam op alle in te leveren blaadjes. Laat bij elke opgave door middel van een berekening

Nadere informatie

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : eerste ronde

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : eerste ronde 1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 2005-2006: eerste ronde 1 11 3 11 = () 11 2 3 () 11 5 6 () 11 1 12 11 1 4 11 1 6 2 ls a en b twee verschillende reële getallen verschillend van 0 zijn en 1 x + 1 b = 1, dan

Nadere informatie

Uitwerkingen tentamen Wiskunde B 16 januari 2015

Uitwerkingen tentamen Wiskunde B 16 januari 2015 CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Uitwerkingen tentamen Wiskunde B 6 januari 5 Vraag a f(x) = (x ) f (x) = (x ) = 6 (x ) Dit geeft f () = 6 = 6. y = ax + b met y =, a = 6 en x = geeft = 6 + b b

Nadere informatie

Paragraaf 11.0 : Voorkennis

Paragraaf 11.0 : Voorkennis Hoofdstuk 11 Verbanden en functies (H5 Wis B) Pagina 1 van 15 Paragraaf 11.0 : Voorkennis Les 1 : Stelsels, formules en afgeleide Los op. 3x + 5y = 7 a. { 2x + y = 0 2x + 5y = 38 b. { x = y + 5 a. 3x +

Nadere informatie

UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica

UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Uitwerking tentamen Functies van één veranderlijke (526) op maandag 4 januari 2, 8.45.45 uur. De uitwerkingen van de opgaven dienen

Nadere informatie

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl) Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 19 juni 13.30 16.30 uur 20 02 Voor dit examen zijn maximaal 85 punten te behalen; het examen bestaat uit

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Eamen VWO 8 tijdvak woensdag 8 juni 3.3-6.3 uur wiskunde B, Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Dit eamen bestaat uit 8 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 8 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie