Nut en nood van de Internationale Feitencommissie en ad hoc onderzoekscommissies

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nut en nood van de Internationale Feitencommissie en ad hoc onderzoekscommissies"

Transcriptie

1 Nut en nood van de Internationale Feitencommissie en ad hoc onderzoekscommissies Frits Kalshoven 08 Nut en nood van de Internationale Feitencommissie en ad hoc onderzoekscommissies Frits Kalshoven 1 Om de naleving van het internationaal humanitair rech te bevorderen, is het belangrijk om inbreuken erop te onderzoeken. Dit onderzoek naar de feiten kan leiden tot bestraffing van schuldigen, tot voldoening voor de slachtoffers of tot een beter gedrag van de betrokken partijen. Een staat die bij het conflict betrokken is, kan zelf onderzoek verrichten, maar ook andere organisaties doen dit soort onderzoek: rapporteurs van de Verenigde Naties en mensenrechtenorganisaties zoals Human Rights Watch en Amnesty International. Dit artikel bespreekt enkele internationale, speciaal voor onderzoek naar ernstige schendingen van het humanitaire recht ingestelde lichamen. De Internationale Feitencommissie is het enige permanente orgaan. Andere commissies werden ad hoc opgericht voor onderzoek naar gebeurtenissen in een specifieke conflictsituatie in Joegoslavië en Darfur. Het artikel behandelt hoe de commissies tot stand kwamen, hun bevoegdheden en taken, en wat zij konden uitrichten. Aan de orde komt ook waarom in het geval van Jenin de poging tot oprichting van een commissie op een mislukking uitliep. De Internationale Feitencommissie De Verdragen van Genève van 1949 bevatten bepalingen die partijen bij een internationaal gewapend conflict een weg wijzen om in onderling overleg een onderzoeksprocedure tot stand te brengen. 2 Echter, in de oorlogen tussen verdragsstaten hebben de vaak heftige verschillen van mening over beweerde schendingen van het oorlogsrecht nimmer geleid tot toepassing van de in de Verdragen aanbevolen werkwijze. De reden: de betrokken partijen waren nooit bereid om via onderling overleg tot afspraken over een procedure te komen. 1 Frits Kalshoven was van bij de oprichting tot 2001 lid van de Internationale Feitencommissie, de laatste vijf jaar als voorzitter. Hij was eveneens de eerste voorzitter van de Commissie van deskundigen voor het voormalige Joegoslavië. 2 GI art. 51, GII art. 52, GIII art. 132, GIV art

2 Internationaal Humanitair Recht in de kijker 2006 Deze negatieve ervaring leidde tot artikel 90 in Aanvullend Protocol I van 1977, dat voorziet in een Internationale Feitencommissie. Zij bestaat effectief sinds 1991 toen 20 staten, partij bij het Protocol, haar bevoegdheid hadden erkend. Helaas moet ook ditmaal worden vermeld dat ondanks het aanzienlijke aantal sindsdien gevoerde oorlogen de commissie nog geen werk heeft verricht. De commissie - die zichzelf de Internationale Humanitaire Commissie van Feitenonderzoek noemt om zich te onderscheiden van andere op onderzoek van feiten gerichte commissies - is het resultaat van een zwaarbevochten compromis. 3 Westerse landen en Japan wilden een commissie met ruime bevoegdheden, maar het Oostblok en een goed deel van de rest van de wereld wilden liefst helemaal geen commissie. Het in artikel 90 vastgelegde resultaat is een omslachtige regeling met uitgebreide procedurevoorschriften voor een commissie met een ingewikkeld omschreven bevoegdheid. Een punt springt uit de regelingen naar voren: ook deze commissie is voor het instellen van een onderzoek afhankelijk van de toestemming en medewerking van de betrokken partijen. Een staat kan de bevoegdheid van de commissie vooraf aanvaarden. Raakt de staat betrokken bij een gewapend conflict, dan geldt de afgelegde verklaring ten opzichte van staten, partij bij het conflict, die eenzelfde verklaring hebben afgelegd. Los hiervan is de commissie ook bevoegd als een partij bij een gewapend conflict een verzoek tot de commissie richt en de tegenpartij daarmee instemt. Tot nog toe heeft geen van beide gevallen zich voorgedaan. Terwijl deze bevoegdheidsregels zijn geschreven voor internationale gewapende conflicten, heeft de commissie zich eveneens tot feitenonderzoek bereid verklaard op verzoek van partijen bij een intern gewapend conflict. Ook dit heeft zich nog niet voorgedaan. Ik merk op dat in dit geval de voorafgaande aanvaarding van de bevoegdheid van de commissie geen belang heeft. Die geldt uitsluitend tussen staten. Artikel 90 noemt ook goede diensten als bevoegdheid van de commissie, met als doel een of beide partijen te bewegen tot meer respect voor het hu- 3 Zie over de commissie haar website: Een kort overzicht van haar moeizame totstandkoming is te vinden in mijn bijdrage Frits KALSHOVEN, The International Humanitarian Fact-Finding Commission: A Sleeping Beauty? in 4 Humanitäres Völkerrecht, 2002, p

3 Nut en nood van de Internationale Feitencommissie en ad hoc onderzoekscommissies Frits Kalshoven manitair recht. Ook deze mogelijkheid is tot nog toe ongebruikt gebleven. Om haar bekendheid te vergroten heeft de commissie in de afgelopen 15 jaar veel tijd besteed aan propaganda. Zij bracht bezoeken aan allerlei landen, aan het secretariaat van de Verenigde Naties in New York en aan vertegenwoordigers van vooraanstaande leden van die organisatie. Daarnaast onderneemt de commissie het nodige om haar paraatheid op het infrastructurele vlak te ontwikkelen. Veel steun ondervond de commissie van het Internationale Rode Kruiscomité (ICRC), dat keer op keer partijen bij gewapende conflicten op haar bestaan en mogelijkheden wees. De eerste gelegenheid deed zich voor met het uiteenvallen van Joegoslavië, dat ongeveer samenviel met de oprichting van de commissie. In de loop van de gewapende conflicten die toen ontstonden, riep het ICRC de partijen herhaaldelijk op om de commissie in te schakelen. Maar de leiders bleven elkaar van oorlogsmisdrijven beschuldigen, liever dan zich bloot te stellen aan onafhankelijk onderzoek dat hun eigen verantwoordelijkheid aan het licht zou kunnen brengen. Eenzelfde ervaring deed de commissie ook later dikwijls op als zij in contact kwam met de ene of andere partij bij een gewapend conflict. Deze partij mocht dan belangstelling tonen voor de mogelijkheid haar klachten over schendingen aan de kant van de tegenpartij te laten onderzoeken, maar zodra zij zich realiseerde dat het mes aan twee kanten sneed verdween haar belangstelling. Een uitzondering was Colombia. De zittende regering en de leiding van een guerrillapartij (de ELN) kwamen in 1998 dicht bij het afsluiten van een akkoord. De commissie zou onderzoek doen naar specifieke schendingen van de toepasselijke regels van oorlogsrecht (waarbij volgens de ELN niet alleen de feitelijke uitvoerders maar ook de opdrachtgevers zouden moeten worden geïdentificeerd). Een verandering in de regering betekende het einde van deze toenadering. Mijn conclusie uit deze episode is dat de commissie de beste kans maakt wanneer partijen, zowel bij een internationaal als intern gewapend conflict, elkaar niet meer uitsluitend als vijanden maar in de eerste plaats als mensen zien. In een dergelijke fase van toenadering zouden ook de goede diensten van de commissie het best tot hun recht komen. 107

4 Internationaal Humanitair Recht in de kijker 2006 De commissie heeft ook langs een heel andere weg getracht de impasse te doorbreken. Zij zag in dat zij, buiten artikel 90 om, opdrachten van de Verenigde Naties zou kunnen aanvaarden om ernstige schendingen van het humanitair recht te onderzoeken. De bezoeken aan leden van de Veiligheidsraad en het secretariaat van de Verenigde Naties dienden ook om hierop te wijzen. De commissie sluit dit jaar het derde lustrum van haar feitelijke bestaan af. Zij bracht onlangs haar rapport uit over de periode Het rapport werd op 22 juni 2006 in Genève gepresenteerd tijdens een bijeenkomst ter gelegenheid van de eerste vergadering van de kersverse Mensenrechtenraad. Evenals de eerdere rapporten vermeldt het de stappen die de commissie in deze periode heeft ondernomen om haar bekendheid te vergroten. Enkele malen bood zij in specifieke conflictsituaties haar diensten aan, echter zonder resultaat. Eenzelfde negatieve uitkomst gold voor de gesprekken die de commissie voerde over opname van commissieleden in door de Verenigde Naties in te stellen onderzoekscommissies. Dit was eerder aan de orde met betrekking tot Joegoslavië en was opnieuw het geval met betrekking tot Darfur en Jenin (zie hierna). De afsluiting van het derde lustrum betekent ook het einde van de vijfjaarlijkse zittingsperiode van de leden. Later dit jaar zal een conferentie van vertegenwoordigers van staten die de bevoegdheid van de commissie hebben aanvaard, uit een lijst van door hun regeringen voorgedragen kandidaten vijftien personen kiezen die de nieuwe commissie zullen vormen. De aftredende commissie zal stellig van de gelegenheid gebruik maken om de aanwezigen te wijzen op de totaal onbevredigende situatie waarin zij zich bevindt. Ik hoop van harte dat dit tot positief gevolg zal leiden. De commissie van deskundigen voor het voormalige Joegoslavië In oktober 1992 droeg de Veiligheidsraad de secretaris-generaal op om een commissie van deskundigen in te stellen voor de conflicten in het voormalige Joegoslavië. Haar taak zou zijn om alle informatie over beweerde ernstige inbreuken op het humanitaire recht te verzamelen en te analyse- 108

5 Nut en nood van de Internationale Feitencommissie en ad hoc onderzoekscommissies Frits Kalshoven ren en er rapport over uit te brengen. 4 Twee leden van de hierop door de secretaris-generaal gevormde commissie van vijf personen, waren ook lid van de Feitencommissie (de Noorse professor Torkel Opsahl en ik). Deze hoedanigheid werd in het benoemingsbesluit uitdrukkelijk vermeld. Men kan zich afvragen waarom de Internationale Feitencommissie niet met deze taak is belast. De Feitencommissie zelf was hiermee ook verre van gelukkig. De vraag is zelfs aan de orde geweest of Torkel Opsahl en ik onze aanstelling in de deskundigencommissie wel hadden mogen aanvaarden, nu wij voor een spoedeisende operatie van de Feitencommissie minder beschikbaar zouden zijn. Na beraad legde de commissie zich bij de feiten neer. Maar het bleef onbevredigend dat zij het werk niet kreeg. De voornaamste reden waarom de Feitencommissie werd overgeslagen, lijkt dat het VN-apparaat al een routine had ontwikkeld voor kortstondige, op een specifieke kwestie gerichte onderzoeken. Zo liet de secretaris-generaal in de loop van de Irak-Iran oorlog ( ) commissies onderzoek doen naar de behandeling van krijgsgevangenen en het gebruik van chemische wapens. Ook in het geval van Joegoslavië gaven de Veiligheidsraad en de secretaris-generaal kennelijk de voorkeur aan een ad hoc gezelschap dat binnen de VN-organisatie zou opereren. Middelen had de deskundigencommissie amper. De voorzitter (als hoedanig ik de eerste negen maanden fungeerde) had een bureau in Genève en beschikte over enige secretariële hulp. De vier andere leden kwamen alleen voor vergaderingen naar Genève. Het budget besloeg niet veel meer dan wat nodig was voor reis- en verblijfkosten van de leden en de kosten van het secretariaat. Verdere middelen moest de commissie zelf zien te verwerven. Een doorslaggevende stap in die richting deed Cherif Bassiouni, hoogleraar aan DePaul University in Chicago, tevens lid en later voorzitter van de commissie. Hij verwierf fondsen voor een computerprogramma waarin de enorme stroom documentatie die de commissie van alle kanten ontving, in 4 De commissie is opgericht bij resolutie 780 van 6 oktober Een uitvoerig overzicht van het ontstaan en de werkzaamheden van de commissie is te vinden in M. Cherif BASSIOUNI, The Commission of Experts Established pursuant to Security Council Resolution 780: Investigating Violations of International Humanitarian Law in the Former Yugoslavia, 5 Criminal Law Forum, 1994, p

6 Internationaal Humanitair Recht in de kijker 2006 rubrieken verdeeld, kon worden opgeslagen. Hiermee werd de onderlinge vergelijking van verhalen over beweerde schendingen mogelijk en daarmee hun toetsing op waarschijnlijkheid. Ook werden zo de gebieden zichtbaar waar bepaalde feiten het meest voorkwamen. De aandacht ging daarbij vooral uit naar feiten die karakteristiek waren voor de door alle partijen toegepaste etnische zuivering. Twee zaken konden uit deze informatie niet goed worden afgeleid. Het ene betrof de vraag wie de daders van deze misdrijven waren. In veel gevallen kenden de slachtoffers (als zij nog leefden) en de getuigen hen hoogstens bij de roepnamen die zij hadden opgevangen. Soms hadden zij ook een vaag idee van de eenheid waartoe deze hadden behoord. Maar dit was niet meer dan een begin van wat nodig zou zijn om de daders op te sporen. Voor de commissie van deskundigen bleef het bij deze vaststelling, en haar rapporten waren dan ook, met de hiervoor gangbare Engelse term, in hoge mate victim-oriented. Het andere punt betrof het verband tussen de massa op zichzelf staande feiten en het verloop van de vijandelijkheden. Welke eenheden waren bij de operaties betrokken, hoe stak de commandostructuur in elkaar, wie waren de verantwoordelijke leiders? Nauwkeurige en betrouwbare gegevens hierover kon de commissie niet verkrijgen: niet van de partijen zelf, noch van de inlichtingendiensten die de gebeurtenissen nauwlettend volgden. Pogingen van de commissie in de laatste richting stuitten af op een muur van zwijgzaamheid. Niet onbegrijpelijk overigens, als men bedenkt dat ook dit soort informatie in de computer van de DePaul University terechtgekomen zou zijn. De commissie bracht in de loop van haar bestaan drie rapporten uit. 5 Ik vermeld een enkel punt. In haar eerste rapport, van 26 januari 1993, deed de commissie verslag van een poging om een team van de Amerikaanse mensenrechtenorganisatie Physicians for Human Rights onderzoek te laten doen naar een massagraf bij Vukovar. Het graf lag in door Servië bezet gebied en bevatte Kroatische slachtoffers van een Servische moordpartij. De regionale Servische leiders hadden toestemming voor het onderzoek verleend, maar de lokale Servische commandant weigerde de toegang. Daarmee was het onderzoek voor dat moment van de baan. 5 De rapporten zijn gepubliceerd onder de nummers S/25274 (10 februari 1993), S/26545 (6 oktober 1993) en S/1994/674 (27 mei 1994). 110

7 Nut en nood van de Internationale Feitencommissie en ad hoc onderzoekscommissies Frits Kalshoven Het eerste rapport geeft ook een omschrijving van etnische zuivering : een gebied etnisch homogeen maken door middel van geweld of intimidatie om tot bepaalde groepen behorende personen uit het gebied te verdrijven. De commissie stelde niet dat deze praktijk op zichzelf een oorlogsmisdrijf opleverde maar wel dat zij in strijd was met het internationaal recht. (De feitelijke handelingen die samengenomen etnische zuivering opleverden, zoals moord, verkrachting, gewapende aanvallen op burgers of deportatie, konden ieder voor zich wel als oorlogsmisdrijf worden aangemerkt.) Een andere opvallende uitspraak in het eerste rapport is de verklaring van de commissie dat zij de eventuele oprichting van een internationaal tribunaal voor het voormalige Joegoslavië in overeenstemming achtte met de richting waarin haar eigen werk zich bewoog. Deze verklaring, na enige verhitte discussie aangenomen, werd alom verwelkomd als steun voor de oprichting van dit tribunaal een stap waartoe de Veiligheidsraad op 22 februari 1993 besloot. 6 Het duurde tot eind mei 1993 voordat het tribunaal werkelijk werd opgericht 7 en nog heel wat langer voordat het effectief aan de slag kon. Intussen zette de commissie van deskundigen haar werk voort tot april In deze latere fase van haar bestaan deed de commissie, naast het doorgaande werk van verzameling en analyse van binnenkomende documentatie, specifiek onderzoek naar gebeurtenissen in het district Prijedor in het noordwesten van Bosnië. Een groep onder leiding van het Canadese lid van de commissie, William Fenrick, onderzocht ter plaatse de gebruikte middelen en methoden van oorlogvoering tijdens het toen nog aan de gang zijnde bombardement en beleg van Sarajevo. Aandacht werd vooral besteed aan de beschieting met mortiervuur, op 1 juni 1993, van een tussen gebouwen liggend parkeerterrein waar een partijtje voetbal werd gespeeld. Op grond van de bevindingen van deze groep heeft de commissie gemeend redelijkerwijs te mogen aannemen dat hier sprake was van een opzettelijke Servische aanval op burgers. Jaren later zou het Joegoslavië-tribunaal in de zaak tegen de Servische generaal Stanislav Galic naar dit incident uitgebreid onderzoek doen en tot nagenoeg dezelfde conclusie komen. 8 6 Resolutie S/RES/808 van 22 februari Resolutie S/RES/827 van 25 mei Vonnis van Trial Chamber I, nr. IT T, 5 december 2003,

8 Internationaal Humanitair Recht in de kijker 2006 Alles samengenomen meen ik te kunnen stellen dat de commissie ondanks haar beperkte middelen belangrijk werk heeft verricht. Dit eerst en vooral wegens de sisyfusarbeid van registratie en analyse van de stortvloed gegevens over de vele duizenden vermoedelijk gepleegde schendingen van het internationaal humanitair recht. De rapporten van de commissie zijn als documenten van de Veiligheidsraad gepubliceerd. De onder leiding van professor Bassiouni vervaardigde computerbestanden zijn aan het Joegoslavië-tribunaal ter beschikking gesteld. Het Bureau van de Aanklager heeft uiteraard voor elk te vervolgen feit nog uitgebreid onderzoek moeten doen, al was het maar vanwege het slachtoffergerichte karakter van de gegevens die de commissie hadden bereikt. Ondanks deze beperking meen ik te mogen aannemen dat het door de commissie verrichte werk voor het tribunaal van nut is geweest. 9 De onderzoekscommissie voor Darfur De Internationale Commissie van Onderzoek voor Darfur was, net als de Joegoslavië-commissie, in opdracht van de Veiligheidsraad door de secretaris-generaal ingesteld. De Commissie bestond ook uit vijf personen. 10 In alle verdere opzichten was zij anders. Haar mandaat omvatte zowel internationaal humanitair recht als mensenrechten. Zij moest oordelen of er sprake was van genocide. Zij moest trachten zowel feitelijke daders als andere verantwoordelijke personen te identificeren. Dit alles vergde uitgebreid en diepgaand onderzoek, zowel in Darfur als in heel Soedan en daarbuiten. Echter, de commissie diende haar werk in de op het eerste gezicht onmogelijk korte periode van drie maanden te verrichten. Gelukkig beschikte zij van bij het begin over een grote groep gekwalificeerde medewerkers. De commissie, voorgezeten door de Italiaanse professor Antonio Cassese, gewezen lid en president van het Joegoslavië-tribunaal, slaagde erin de opgelegde taak binnen de gestelde termijn te vervullen. Haar omvangrijke 9 Ook de oprichting van het Rwanda-tribunaal is voorafgegaan door een in opdracht van de Veiligheidsraad (S/RES/935 van 1 juli 1994) ingestelde commissie van deskundigen. De secretaris-generaal kon het eerste rapport van de commissie al op 4 oktober 1994 aan de Veiligheidsraad aanbieden (S/1994/1125). Bij de oprichting van het tribunaal sprak de Raad zijn waardering voor dit rapport uit (S/RES/955 van 8 november 1994). 10 De commissie is ingesteld krachtens Veiligheidsraadresolutie 1564 van 18 september

9 Nut en nood van de Internationale Feitencommissie en ad hoc onderzoekscommissies Frits Kalshoven rapport 11 gaat in op de achtergrond en aard van het conflict in Darfur. Het belicht de bij het conflict betrokken partijen, met aan de kant van de overheid als de meest raadselachtige en misdadige, de Janjaweed. Het beschrijft het recht dat van toepassing is op elk van de partijen en de categorieën gepleegde misdrijven. De commissie geeft aan dat zij bij de overheid het voor genocide vereiste oogmerk niet heeft kunnen vaststellen. Wel begingen alle partijen reeksen zware schendingen van mensenrechten en humanitair recht, en volgens de commissie konden leiders tot op het hoogste niveau hiervoor medeverantwoordelijk worden gehouden - een verantwoordelijkheid die door die leiders overigens stelselmatig werd ontkend. Het rapport behandelt ten slotte welke stappen verder ondernomen kunnen worden, door de Veiligheidsraad, door andere staten en in Soedan zelf. Het belicht de gebreken van het in Soedan geldende en veelal tot straffeloosheid leidende rechtsstelsel. Dit zou in ieder geval moeten worden versterkt. Ook zou in het land een waarheids- en verzoeningscommissie ingesteld kunnen worden. Derde staten zouden met een beroep op het universaliteitsbeginsel vermoedelijke daders van grove schendingen van het humanitair recht of de mensenrechten voor de eigen strafrechter kunnen brengen. Zoals het rapport terecht toevoegt, zouden deze staten aldus kunnen helpen de cyclus van straffeloosheid te doorbreken. De commissie deed de Veiligheidsraad twee aanbevelingen. Een voorstel was om, op dezelfde voet als is gebeurd in de nasleep van de invasie van Irak in Koeweit, een compensatiecommissie in te stellen. De Soedanese overheid en de rebellen zouden hiertoe fondsen moeten bijdragen om slachtoffers schadeloos te stellen. De nood is sindsdien alleen maar gestegen, zoals blijkt uit het rapport van 11 januari 2006 van de eerder genoemde organisatie Physicians for Human Rights. Het rapport gaat uitvoerig in op de noodzaak van goedmaking voor de talloze in ellendige omstandigheden verkerende slachtoffers. En het steunt het voorstel dat de Veiligheidsraad een compensatiecommissie zou instellen Op 1 februari 2005 zond de secretaris-generaal het rapport van de commissie van 25 januari 2005 naar de Veiligheidsraad (S/2005/60). Het is te vinden op 12 Darfur Assault on Survival: A Call for Justice and Restitution. Het rapport is te vinden op 113

10 Internationaal Humanitair Recht in de kijker 2006 De Raad heeft deze suggestie tot nog toe niet opgevolgd. In de plaats daarvan vindt men in het op 5 mei 2006 tussen enkele van de bij het conflict in Darfur betrokken partijen gesloten Darfur vredesverdrag een bepaling over een (lokale) compensatiecommissie, in de vorm van een door de centrale regering van Soedan te bekostigen onderdeel van een in te stellen overgangsautoriteit voor de regio Darfur. 13 Deze oplossing onttrekt zich aan internationale controle. Afgezien hiervan, is het verdrag tot nu toe een dode letter gebleven. Het andere voorstel was om de situatie in Darfur naar het Internationaal Strafhof te verwijzen. Ik vermeld enkele punten uit de uitvoerige argumentatie. Strafvervolging van leiders die mee verantwoordelijk zijn voor de in Darfur begane misdrijven kan niet naar behoren in Soedan plaatsvinden. De nationale rechter is uitgesloten wegens bepalingen in de wetgeving die straffeloosheid garanderen, en een hybride (half internationaal, half Soedanees) hof zou de leiders evenmin kunnen aanpakken. Vervolging en berechting buiten Soedan zou denkbaar zijn: een door de Veiligheidsraad in te stellen ad hoc tribunaal (zoals door de Verenigde Staten voorgestaan). De commissie wijst deze oplossing af als te langzaam en te duur. Blijft over het Internationale Strafhof. Dit heeft geen van deze nadelen en alle voordelen van beschikbaarheid, lage kosten (alleen voor opsporingsonderzoek) en gezag. Het is opgericht juist voor de soort vrede en veiligheid bedreigende misdrijven die in Darfur aan de orde zijn. De Veiligheidsraad, die de situatie in Darfur al herhaaldelijk als een bedreiging van de internationale vrede en veiligheid heeft aangemerkt, is bevoegd om zaken van deze aard naar het Strafhof te verwijzen. Berechting in het neutrale Den Haag, ver van Soedan, kan het oplaaien van politieke en ideologische hartstochten vermijden, kan bijdragen tot de vrede en veiligheid in Darfur en obstakels voor nationale verzoening wegnemen. Het gezag van het Hof, gesteund door dat van de Veiligheidsraad, kan mogelijk zelfs leidende figuren zowel van de Soedanese regering als van de rebellen ertoe bewegen aan onderzoek mee te werken of zelfs zich aan berechting te onderwerpen. Het voorstel van verwijzing naar het Internationaal Strafhof ondervond wereldwijd een brede steun. Suggesties in die richting waren ook al van verschillende kanten gedaan. Maar de Verenigde Staten, verklaard tegen- 13 Het verdrag is te vinden op de officiële website van UNMIS ( dpa.htm). 114

11 Nut en nood van de Internationale Feitencommissie en ad hoc onderzoekscommissies Frits Kalshoven stander van het Hof en als lid van de Veiligheidsraad met vetorecht bij machte om een verwijzing tegen te houden, vormden een probleem. De gevoeligheid van de zaak bleek al meteen uit de wijze waarop de secretarisgeneraal het rapport van de commissie naar de Veiligheidsraad doorsluisde. Had hij de rapporten van de commissie van deskundigen voor het voormalige Joegoslavië naar de Raad gezonden met een uitvoerig, van eigen commentaar voorzien schrijven, het halve A-viertje waarmee hij het Darfur rapport op 1 februari 2005 doorzond besloeg drie zinnen. Eén verwees naar de instelling van de commissie, de tweede naar de aan de commissie opgelegde termijn van drie maanden. De derde zin bevatte de nietszeggende mededeling dat de secretaris-generaal het rapport hierbij aanbood. Pas op 31 maart 2005 kwam de Veiligheidsraad tot een besluit. Bij resolutie 1593 verwees de Raad, handelend onder hoofdstuk VII van het Handvest, de gebeurtenissen in Darfur sinds 1 juli 2002 naar het Internationaal Strafhof. De Raad beval alle partijen bij het conflict volledig met het Hof samen te werken. Hij riep ook alle staten en internationale organisaties hiertoe op, maar tekende wel aan dat staten die geen partij zijn bij het Statuut van het Hof dan ook geen verplichting eronder hebben. Deze laatste aantekening was voor de Verenigde Staten niet voldoende. Twee paragrafen waren nog nodig om een veto te voorkomen. Een herinnert in bedekte termen aan de overeenkomsten tussen de Verenigde Staten en een reeks andere staten dat zij zonder toestemming van de Verenigde Staten geen onderdanen van die staat aan het Hof zullen overleveren. De andere paragraaf bepaalt dat personen die behoren tot een [aan operaties in Soedan] deelnemende staat (lees: de Verenigde Staten) voor alles wat zij daar gedaan mochten hebben onder de uitsluitende rechtsmacht van die staat vallen. Hiermee was de zaak rond en kon de Aanklager van het Hof aan de slag. Gemakkelijk is zijn taak niet. Ondanks het in mei 2006 tussen de centrale overheid en enkele rebellengroepen gesloten vredesverdrag verslechtert de situatie in Darfur nog steeds. Het noodzakelijke justitieel onderzoek blijft navenant moeilijk. Een grote zorg daarbij is om de veiligheid van getuigen te garanderen. 115

12 Internationaal Humanitair Recht in de kijker 2006 Kortom: de onderzoekscommissie voor Darfur heeft belangrijk werk verricht en waardevolle aanbevelingen voorgelegd. De verwezenlijking van haar ideeën gaat moeizaam. Maar gezien de situatie in Soedan was niet veel anders te verwachten. Jenin Op 29 maart 2002 begon Israël een militaire operatie tegen een aantal Palestijnse steden op de westelijke oever van de Jordaan. Op 3 april bereikte de operatie de stad Jenin en het daar gelegen vluchtelingenkamp. De berichten over de gebeurtenissen die daar plaatsvonden brachten de secretaris-generaal tot het voorstel om een en ander door een team te laten onderzoeken. Een unanieme Veiligheidsraad nam dit voorstel op 19 april aan, bij resolutie Tevoren had de secretaris-generaal telefonisch van de Israëlische ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie vernomen dat Israël volledig met het in te stellen team zou meewerken. De secretaris-generaal voltooide op 22 april zijn team. Aan het hoofd stond de Finse oud-president Martti Ahtisaari. Leden waren de gewezen hoge commissaris voor de vluchtelingen, mevrouw Sadako Ogata, en Cornelio Sommaruga, oud-president van het Internationale Rode Kruiscomité. Het team werd gecompleteerd door een omvangrijke staf, en de bedoeling was dat het op 25 april naar het bestemde gebied zou vertrekken. Echter, van het ogenblik af dat de samenstelling bekend was, kwamen er procedurele bezwaren van de Israëlische autoriteiten. Na herhaald uitstel van het vertrek concludeerde de secretaris-generaal dat Israël in het geheel niet bereid was het team te ontvangen. Hij deelde hierop bij brief van 1 mei 2002 aan de Veiligheidsraad mee dat hij het team de dag daarop zou ontbinden. Zo geschiedde en de Veiligheidsraad heeft in deze zaak geen verdere stappen ondernomen. Een week later nam de Algemene Vergadering een resolutie aan 14 waarbij zij van dit verloop kennisnam. Zij verzocht de secretaris-generaal om met gebruikmaking van beschikbare bronnen en informatie een rapport uit te brengen over de gebeurtenissen in Jenin en andere Palestijnse steden. Zo geschiedde: op 8 augustus 2002 diende de secretaris-generaal zijn rapport 14 A/RES/ES-10/10 van 7 mei

13 Nut en nood van de Internationale Feitencommissie en ad hoc onderzoekscommissies Frits Kalshoven bij de Algemene Vergadering in. Het is even uitvoerig, grondig en deugdelijk als de vele andere rapporten die het Secretariaat vervaardigt. Maar het is een ambtelijk stuk en niet het resultaat van de werkzaamheid van een permanente of daartoe ad hoc ingestelde onderzoekscommissie. Ter afronding Aan het begin van dit artikel merkte ik op dat feitenonderzoek betreffende beweerde inbreuken op het internationaal humanitair recht de naleving ervan kan bevorderen, tot strafvervolging van schuldigen kan leiden en slachtoffers voldoening kan verschaffen. Hebben de hier behandelde commissies voldaan aan zulke verwachtingen? Over de Internationale Feitencommissie kan ik kort zijn: men kan alleen zeggen dat zij, gezien haar mandaat, de capaciteit bezit om zulke bijdragen te leveren. De Joegoslavië-commissie en de Darfur-commissie hebben, ieder binnen het raam van hun mandaat, een overweldigende hoeveelheid materiaal aangedragen. Zij hebben daarbij ervaren dat medewerking van betrokken autoriteiten afhankelijk blijft van de vraag of dit erkenning van schuld zal meebrengen. Zie het geval van de Servische bevelhebber die geen toestemming gaf voor de opgraving van een massagraf bij Vukovar. Zie ook de ontkenning door Soedanese autoriteiten van verantwoordelijkheid voor wat in Darfur gebeurde. Een ander punt waar de Darfur-commissie met nadruk op wijst, betreft de plicht om bij onderzoek in een conflictgebied voortdurend bedacht te zijn op de veiligheid van getuigen. Het door de Joegoslavië-commissie verzamelde materiaal heeft stellig tot de vervolging en berechting van schuldigen bijgedragen. Ook de Darfurcommissie heeft een dergelijke beweging in gang gezet, nu de Veiligheidsraad de zaak-darfur naar het Internationaal Strafhof heeft verwezen. Hebben de ad hoc commissies tot betere naleving van het humanitaire recht bijgedragen? Mijn indruk op dit punt is negatief: ik heb geen enkele aanwijzing gevonden dat strijdende partijen zich ook maar iets van het bestaan en de werkzaamheden van de commissies hebben aangetrokken. 117

14 Internationaal Humanitair Recht in de kijker 2006 Het laatste punt betreft de voldoening van slachtoffers. Als voorzitter van de Joegoslavië-commissie heb ik persoonlijk kunnen vaststellen dat individuele personen er waarde aan hechtten dat hun verhalen worden vastgelegd. Op grond van deze ervaring die, naar ik mag aannemen, ook bij de Darfur-commissie zal zijn opgedaan, meen ik te kunnen stellen dat onderzoek zoals door de beide ad hoc commissies verricht in ieder geval een eerste stap kan zijn op de weg naar voldoening van de slachtoffers. 118

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2637 Advies Luchtaanvallen IS(IS) Datum 24 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 maart 2003 (OR. en) 6505/03 CRIMORG 11

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 maart 2003 (OR. en) 6505/03 CRIMORG 11 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 6 maart 2003 (OR. en) 6505/03 CRIMORG 11 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Initiatief van het Koninkrijk Denemarken met het oog op de aanneming van

Nadere informatie

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Oudemanhuispoort 4-6 1012 CN Amsterdam Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 5252833 Interventie Syrië Datum 29 augustus 2013 Opgemaakt

Nadere informatie

Advies IS - Irak. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law. Postbus BA Amsterdam T

Advies IS - Irak. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law. Postbus BA Amsterdam T Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2632 Advies IS - Irak Datum 3 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper Op

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt er in vervolg op zijn bij de Nationale ombudsman op 5 februari 2008 ingediende klacht over dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) Rotterdam in het

Nadere informatie

Verzoekster klaagt erover dat de Informatie Beheer Groep (IB-Groep):

Verzoekster klaagt erover dat de Informatie Beheer Groep (IB-Groep): Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat de Informatie Beheer Groep (IB-Groep): 1. haar in 2007 per e-mailbericht onjuiste informatie heeft verstrekt over haar rechten met betrekking tot de OV-Studentenkaart;

Nadere informatie

32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid. Brief van de minister van Buitenlandse Zaken

32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid. Brief van de minister van Buitenlandse Zaken 32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid Nr. 5 Brief van de minister van Buitenlandse Zaken Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 26 april 2012 Mede namens de Staatssecretaris

Nadere informatie

I. Ten aanzien van het afwijzen van verzoekster voor een vaste functie

I. Ten aanzien van het afwijzen van verzoekster voor een vaste functie Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat het regionale politiekorps Brabant Zuid-Oost in maart 2007 heeft beslist dat zij in aansluiting op een stageperiode niet in aanmerking kwam voor indiensttreding

Nadere informatie

Internationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanbeweging

Internationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanbeweging Internationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanbeweging Structuur De Internationale Rode Kruisbeweging bestaat uit drie onderdelen: Nationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanverenigingen (onder meer het Belgische

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Uw Referentie 2015Z23625 Datum 11 januari

Nadere informatie

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport. Rapport 2 h2>klacht Beoordeling Conclusie Aanbeveling Onderzoek Bevindingen Klacht Verzoekster klaagt erover dat een ambtenaar van het regionale politiekorps Haaglanden zich, in het kader van een sollicitatieprocedure,

Nadere informatie

Rapport. Datum: 27 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/353

Rapport. Datum: 27 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/353 Rapport Datum: 27 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/353 2 Klacht Op 1 mei 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw S. te Zutphen, met een klacht over een gedraging van de Belastingdienst/Ondernemingen

Nadere informatie

Rapport. Datum: 26 juni 2001 Rapportnummer: 2001/180

Rapport. Datum: 26 juni 2001 Rapportnummer: 2001/180 Rapport Datum: 26 juni 2001 Rapportnummer: 2001/180 2 Klacht Verzoeker klaagt over de lange duur van de behandeling van zijn aanvraag van 16 oktober 1997 om toelating als vluchteling door de Immigratie-

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Emmen. Datum: 12 december 2011. Rapportnummer: 2011/358

Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Emmen. Datum: 12 december 2011. Rapportnummer: 2011/358 Rapport Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Emmen. Datum: 12 december 2011 Rapportnummer: 2011/358 2 Klacht Verzoekster klaagt erover, dat de gemeentesecretaris

Nadere informatie

2012 STAATSBLAD No. 169 VAN DE REPUBLIEK SURINAME

2012 STAATSBLAD No. 169 VAN DE REPUBLIEK SURINAME 2012 1 2012 STAATSBLAD VAN DE REPUBLIEK SURINAME WET van 29 oktober 2012, houdende goedkeuring van de toetreding van de Republiek Suriname tot de International Convention for the Suppression of the Financing

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 26 086 Oprichting Internationaal Strafhof Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Rapport. Datum: 8 juni 2006 Rapportnummer: 2006/197

Rapport. Datum: 8 juni 2006 Rapportnummer: 2006/197 Rapport Datum: 8 juni 2006 Rapportnummer: 2006/197 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (verder: het CBR): bij het ten uitvoer brengen van de Educatieve Maatregel

Nadere informatie

Rapport. Datum: 27 april 1998 Rapportnummer: 1998/126

Rapport. Datum: 27 april 1998 Rapportnummer: 1998/126 Rapport Datum: 27 april 1998 Rapportnummer: 1998/126 2 Klacht Op 20 augustus 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer P. te Oud Alblas, met een klacht over een gedraging van Gak

Nadere informatie

Vertaling FACULTATIEF PROTOCOL INZAKE KINDEREN IN GEWAPEND CONFLICT BIJ HET VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND De Staten die partij zijn bij dit

Vertaling FACULTATIEF PROTOCOL INZAKE KINDEREN IN GEWAPEND CONFLICT BIJ HET VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND De Staten die partij zijn bij dit Vertaling FACULTATIEF PROTOCOL INZAKE KINDEREN IN GEWAPEND CONFLICT BIJ HET VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND De Staten die partij zijn bij dit Protocol, Aangemoedigd door de overweldigende steun

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 16 april 2018 Betreft Beantwoording vragen

Nadere informatie

Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301

Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 > Retouradres Postbus 2030 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 47 25 DP Den Haag Postbus 2030 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Rapport. Datum: 6 juni 2007 Rapportnummer: 2007/109

Rapport. Datum: 6 juni 2007 Rapportnummer: 2007/109 Rapport Datum: 6 juni 2007 Rapportnummer: 2007/109 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het college van burgemeester en wethouders van Weststellingwerf in zijn persbericht van 13 april 2006 stelt de bevindingen

Nadere informatie

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport. Rapport 2 h2>klacht Beoordeling Conclusie Aanbeveling Onderzoek Bevindingen Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Stichting Examenbureau Beroepsvervoer (SEB) hem voor het ondernemersexamen taxivervoer

Nadere informatie

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-0361/2016

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-0361/2016 Europees Parlement 2014-2019 Zittingsdocument B8-0490/2016 20.4.2016 ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-0361/2016 ingediend overeenkomstig artikel 128, lid

Nadere informatie

Datum 24 oktober 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de uitlevering van verdachten aan Rwanda

Datum 24 oktober 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de uitlevering van verdachten aan Rwanda 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Zie voor actuele informatie over welke landen dit protocol getekend en geratificeerd hebben http://www.unicef.org/crc/opcac-tableweb.

Zie voor actuele informatie over welke landen dit protocol getekend en geratificeerd hebben http://www.unicef.org/crc/opcac-tableweb. PROTOCOL KINDSOLDATEN Zie voor actuele informatie over welke landen dit protocol getekend en geratificeerd hebben http://www.unicef.org/crc/opcac-tableweb.htm Facultatief Protocol bij het Verdrag inzake

Nadere informatie

Reglement Commissie van Toezicht en College van Beroep van de Stichting GFB versie 2002

Reglement Commissie van Toezicht en College van Beroep van de Stichting GFB versie 2002 REGLEMENT van de Commissie van Toezicht en het College van Beroep van de Stichting Gedragscode Farmaceutische Bedrijfstak (Stichting GFB) I ALGEMEEN 1. De behandeling van klachten wegens niet naleving

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 november 2007 Rapportnummer: 2007/271

Rapport. Datum: 23 november 2007 Rapportnummer: 2007/271 Rapport Datum: 23 november 2007 Rapportnummer: 2007/271 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat: een met naam genoemde verzekeringsarts van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) Utrecht

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Noord- Nederland.

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Noord- Nederland. Een extra stap Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Noord- Nederland. Datum: 16 april 2015 Rapportnummer: 2015/076 2 Klacht Verzoeker klaagt erover

Nadere informatie

inzake het Internationaal Strafhof (Trb. 2011, 73)

inzake het Internationaal Strafhof (Trb. 2011, 73) 33865 (R2024) Goedkeuring en uitvoering voor de wetgeving op Koninkrijksniveau van de op 10 en 11 juni 2010 te Kampala aanvaarde wijzigingen van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof

Nadere informatie

Rapport. Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/083

Rapport. Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/083 Rapport Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/083 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen te Gouda vanaf november 2002 onvoldoende heeft getracht om de

Nadere informatie

DE LEGALITEIT VAN DE INTERNATIONAALRECHTELIJKE RECHTVAARDIGINGSGRONDEN VOOR DE WESTERSE INTERVENTIES IN SYRIË EN IRAK.

DE LEGALITEIT VAN DE INTERNATIONAALRECHTELIJKE RECHTVAARDIGINGSGRONDEN VOOR DE WESTERSE INTERVENTIES IN SYRIË EN IRAK. DE LEGALITEIT VAN DE INTERNATIONAALRECHTELIJKE RECHTVAARDIGINGSGRONDEN VOOR DE WESTERSE INTERVENTIES IN SYRIË EN IRAK STARTPUNT In beginsel art. 2 (4) HVN: geweldsverbod interstatelijke betrekkingen Uitzonderingen:

Nadere informatie

De EU-lijst van personen, groepen en entiteiten waarvoor specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme gelden

De EU-lijst van personen, groepen en entiteiten waarvoor specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme gelden EUROPESE UNIE ~OVERZICHT~ De EU-lijst van personen, groepen en entiteiten waarvoor specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme gelden PERS 6 februari 2008 In december 2001 heeft de EU voor

Nadere informatie

Belangen: Wel of niet ingrijpen in Syrië?

Belangen: Wel of niet ingrijpen in Syrië? Belangen: Wel of niet ingrijpen in Syrië? Korte omschrijving werkvorm: Leerlingen moeten zich inleven in een permanent lid van de Veiligheidsraad van de VN. Ze gaan aan de slag met het vraagstuk of de

Nadere informatie

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/192

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/192 Rapport Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/192 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie haar klacht van 16 april 2004 over de lange duur van de behandeling

Nadere informatie

Speech van minister Van der Steur, minister van Veiligheid en Justitie op de EU-dag tegen straffeloosheid op 23 mei 2016

Speech van minister Van der Steur, minister van Veiligheid en Justitie op de EU-dag tegen straffeloosheid op 23 mei 2016 Speech van minister Van der Steur, minister van Veiligheid en Justitie op de EU-dag tegen straffeloosheid op 23 mei 2016 Hartelijk dank aan mevr. Coninsx en Eurojust. De rol van Eurojust als medeorganisator

Nadere informatie

Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001

Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001 Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta Voorgeschiedenis Aangifte 2001 Eerder werd aangifte gedaan tegen Jorge Zorreguieta in 2001 ter zake van foltering

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat een ambtenaar van het regionale politiekorps Limburg-Noord op 14 juli 2008 heeft geweigerd de aangifte van diefstal van haar kat op te nemen. Beoordeling

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over UWV te Nijmegen. Datum: 28 augustus 2013. Rapportnummer: 2013/108

Rapport. Rapport over een klacht over UWV te Nijmegen. Datum: 28 augustus 2013. Rapportnummer: 2013/108 Rapport Rapport over een klacht over UWV te Nijmegen Datum: 28 augustus 2013 Rapportnummer: 2013/108 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het deskundigenoordeel van 26 december 2011 op onzorgvuldige wijze

Nadere informatie

Wat is internationaal recht?

Wat is internationaal recht? Wat is internationaal recht? Elk land heeft wetten en regels waar iedereen zich aan moet houden. Als je naar een ander land gaat, moet je je aan andere regels en wetten houden. Als je dat niet doet, dan

Nadere informatie

Rapport. Datum: 1 februari 2007 Rapportnummer: 2007/021

Rapport. Datum: 1 februari 2007 Rapportnummer: 2007/021 Rapport Datum: 1 februari 2007 Rapportnummer: 2007/021 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Koninklijke Marechaussee op 20 april 2005 aan zijn moeder een noodpaspoort heeft verleend, afgaande op informatie

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de Sociale Verzekeringsbank te Zaanstad. Datum: 5 februari 2015 Rapportnummer: 2015/021

Rapport. Rapport over een klacht over de Sociale Verzekeringsbank te Zaanstad. Datum: 5 februari 2015 Rapportnummer: 2015/021 Rapport Rapport over een klacht over de Sociale Verzekeringsbank te Zaanstad. Datum: 5 februari 2015 Rapportnummer: 2015/021 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de Sociale Verzekeringsbank (SVB) is

Nadere informatie

Rapport naar aanleiding van een klacht over de politie-eenheid Den Haag. Publicatiedatum 9 september 2014 Rapportnummer 2014/098

Rapport naar aanleiding van een klacht over de politie-eenheid Den Haag. Publicatiedatum 9 september 2014 Rapportnummer 2014/098 Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over de politie-eenheid Den Haag. Publicatiedatum 9 september 2014 Rapportnummer 2014/098 2014/098 de Nationale ombudsman 1/5 Gerard* is eigenaar van een

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het CAK. Datum: 28 november 2012. Rapportnummer: 2012/190

Rapport. Rapport over een klacht over het CAK. Datum: 28 november 2012. Rapportnummer: 2012/190 Rapport Rapport over een klacht over het CAK. Datum: 28 november 2012 Rapportnummer: 2012/190 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het CAK hem in het kader van zijn eigen bijdrage Zorg met Verblijf lange

Nadere informatie

Rapport. Datum: 12 juni 2006 Rapportnummer: 2006/210

Rapport. Datum: 12 juni 2006 Rapportnummer: 2006/210 Rapport Datum: 12 juni 2006 Rapportnummer: 2006/210 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Dienst Domeinen Roerende Zaken, directie Apeldoorn hem naar aanleiding van zijn verzoek om ontbinding van een

Nadere informatie

Rapport. Datum: 24 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/348

Rapport. Datum: 24 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/348 Rapport Datum: 24 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/348 2 Klacht Op 10 maart 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer F. te Eindhoven, met een klacht over een gedraging van de

Nadere informatie

Rapport. Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073

Rapport. Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073 Rapport Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073 2 Klacht DE ONDERZOCHTE GEDRAGING Het in strijd met het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht niet informeren van betrokkene over de mogelijkheid

Nadere informatie

Wat is inter - nationaal recht?

Wat is inter - nationaal recht? Wat is inter - nationaal recht? 2 Elk land heeft wetten en regels waar iedereen zich aan moet houden. Als je naar een ander land gaat, moet je je aan andere regels en wetten houden. Als je dat niet doet,

Nadere informatie

Rapport. Datum: 20 juni 2007 Rapportnummer: 2007/126

Rapport. Datum: 20 juni 2007 Rapportnummer: 2007/126 Rapport Datum: 20 juni 2007 Rapportnummer: 2007/126 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Opleidingsinstituut van de Dienst Justitiële Inrichtingen van het Ministerie van Justitie heeft geweigerd de

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt er over dat de Belastingdienst executoriaal beslag heeft gelegd op onroerende zaken van haar ondanks het feit dat er - in verband met de door de Belastingdienst gestelde

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 475 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering, de Wet internationale misdrijven, de Wet overlevering inzake oorlogsmisdrijven

Nadere informatie

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet van 3 december 1987, Stb. 635, houdende regels betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten Zoals deze is gewijzigd bij de wetten van 02-12-1993(Stb.759)

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010 Rapport Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014 Rapportnummer: 2014/010 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het College van procureurs-generaal

Nadere informatie

Rapport. Datum: 16 november 2006 Rapportnummer: 2006/368

Rapport. Datum: 16 november 2006 Rapportnummer: 2006/368 Rapport Datum: 16 november 2006 Rapportnummer: 2006/368 2 Klacht Verzoeker klaagt over de wijze waarop een ambtenaar van het regionale politiekorps Gelderland-Zuid hem na zijn aanhouding op 20 mei 2005

Nadere informatie

Rapport. Datum: 24 februari 2005 Rapportnummer: 2005/053

Rapport. Datum: 24 februari 2005 Rapportnummer: 2005/053 Rapport Datum: 24 februari 2005 Rapportnummer: 2005/053 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Korps landelijke politiediensten onvoldoende voortvarend heeft gereageerd op het door hem bij brief van

Nadere informatie

Verder klaagt verzoekster over de wijze waarop het UWV te Venlo haar klacht heeft behandeld.

Verder klaagt verzoekster over de wijze waarop het UWV te Venlo haar klacht heeft behandeld. Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat een met naam genoemde verzekeringsarts van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen te Heerlen (UWV) bij het vaststellen van de belastbaarheid

Nadere informatie

De Haagse regio en de Internationale rechtsorde

De Haagse regio en de Internationale rechtsorde De Haagse regio en de Internationale rechtsorde De Haagse regio heeft een lange traditie met de internationale rechtsorde en biedt onderdak aan verschillende internationale organisaties. De Nederlandse

Nadere informatie

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling Bevindingen Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt er over dat het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) hem geen uitstel van betaling voor onbepaalde tijd verleent ten aanzien van de aan hem opgelegde schadevergoedingsmaatregel,

Nadere informatie

2. kennelijk ook van mening is dat verzoeker geen recht had op schadevergoeding.

2. kennelijk ook van mening is dat verzoeker geen recht had op schadevergoeding. Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat de Inspectie Verkeer en Waterstaat in de reactie op zijn klacht over Martinair heeft geconcludeerd dat er geen sprake is van een vermeende overtreding van

Nadere informatie

Rapport. Datum: 12 juli 2007 Rapportnummer: 2007/149

Rapport. Datum: 12 juli 2007 Rapportnummer: 2007/149 Rapport Datum: 12 juli 2007 Rapportnummer: 2007/149 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (het CBR) hem onheus heeft bejegend toen hij begin mei 2006

Nadere informatie

FACULTATIEF PROTOCOL BIJ HET VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND OVER DE BETROKKENHEID VAN KINDEREN IN GEWAPENDE CONFLICTEN

FACULTATIEF PROTOCOL BIJ HET VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND OVER DE BETROKKENHEID VAN KINDEREN IN GEWAPENDE CONFLICTEN FACULTATIEF PROTOCOL BIJ HET VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND OVER DE BETROKKENHEID VAN KINDEREN IN GEWAPENDE CONFLICTEN (niet officiële Nederlandse vertaling). (VP = Voorafgaande paragraaf) VP 1

Nadere informatie

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/092

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/092 Rapport Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/092 2 Klacht Op 26 juni 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw B. te Drachten, met een klacht over een gedraging van Gak Nederland

Nadere informatie

Wat betekenden de verschillen tussen Noord en Zuid-Korea voor de Koude Oorlog? (conclusie)

Wat betekenden de verschillen tussen Noord en Zuid-Korea voor de Koude Oorlog? (conclusie) Praktische-opdracht door J. 1743 woorden 12 september 2011 6,1 32 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdvraag Wat betekenden de verschillen tussen Noord en Zuid-Korea voor de Koude Oorlog? (conclusie)

Nadere informatie

Rapport. Datum: 8 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/162

Rapport. Datum: 8 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/162 Rapport Datum: 8 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/162 2 Klacht Verzoeker klaagt over de wijze waarop ambtenaren van het regionale politiekorps Utrecht op 6 mei 2006 hebben gereageerd op zijn verzoek om

Nadere informatie

2018D24533 LIJST VAN VRAGEN

2018D24533 LIJST VAN VRAGEN 2018D24533 LIJST VAN VRAGEN De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen voorgelegd aan de ministers van Buitenlandse Zaken en van Justitie en Veiligheid over de brief van 9 maart

Nadere informatie

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT De Regeringen van de hierna genoemde landen: De Bondsrepubliek Duitsland, Oostenrijk, België, Denemarken, Spanje, Finland, Frankrijk,

Nadere informatie

Camera-toezicht op de werkplek

Camera-toezicht op de werkplek Camera-toezicht op de werkplek december 2006 mr De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch kan aansprakelijk worden gesteld

Nadere informatie

Rapport. Datum: 3 december 2010 Rapportnummer: 2010/344

Rapport. Datum: 3 december 2010 Rapportnummer: 2010/344 Rapport Datum: 3 december 2010 Rapportnummer: 2010/344 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het regionale politiekorps Limburg-Zuid zijn meldingen van geluidsoverlast vanaf 22 oktober 2009 tot heden, welke

Nadere informatie

Rapport. Datum: 6 november 2007 Rapportnummer: 2007/240

Rapport. Datum: 6 november 2007 Rapportnummer: 2007/240 Rapport Datum: 6 november 2007 Rapportnummer: 2007/240 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de griffie van de rechtbank Rotterdam, sector civiel, heeft verzuimd om haar op 6 november 2006 ingeleverde

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 januari 2006 Rapportnummer: 2006/005

Rapport. Datum: 13 januari 2006 Rapportnummer: 2006/005 Rapport Datum: 13 januari 2006 Rapportnummer: 2006/005 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Sociale verzekeringsbank Utrecht, kantoor PGB (SVB) ten aanzien van een persoonsgebonden budget, waarbij verzoeker

Nadere informatie

Rapport. Datum: 22 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/174

Rapport. Datum: 22 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/174 Rapport Datum: 22 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/174 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat ambtenaren van het regionale politiekorps Noord- en Oost-Gelderland hem op 14 december 2005 hebben aangezegd

Nadere informatie

3. Op 26 juni 2007 diende verzoekster een klacht in omdat zij tot op dat moment het verschuldigde bedrag nog niet had ontvangen.

3. Op 26 juni 2007 diende verzoekster een klacht in omdat zij tot op dat moment het verschuldigde bedrag nog niet had ontvangen. Rapport 2 h2>klacht Verzoekster, advocate, klaagt erover dat het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer de vergoeding proceskosten en griffierecht ten bedrage van 360,- niet

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Holland-Midden. Datum: 08 maart Rapportnummer: 2011/080

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Holland-Midden. Datum: 08 maart Rapportnummer: 2011/080 Rapport Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Holland-Midden. Datum: 08 maart 2011 Rapportnummer: 2011/080 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Belastingdienst/Holland-Midden niet bereid is

Nadere informatie

Rapport. Datum: 22 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/173

Rapport. Datum: 22 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/173 Rapport Datum: 22 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/173 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat hij, nadat hij op 3 oktober 2006 van Doetinchem naar de legalisatieafdeling van het Ministerie van Buitenlandse

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de directeur van Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland. Datum: 4 augustus 2011. Rapportnummer: 2011/233

Rapport. Rapport over een klacht over de directeur van Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland. Datum: 4 augustus 2011. Rapportnummer: 2011/233 Rapport Rapport over een klacht over de directeur van Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland. Datum: 4 augustus 2011 Rapportnummer: 2011/233 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de directeur van Bureau Jeugdzorg

Nadere informatie

Rapport. Datum: 7 april 2004 Rapportnummer: 2004/118

Rapport. Datum: 7 april 2004 Rapportnummer: 2004/118 Rapport Datum: 7 april 2004 Rapportnummer: 2004/118 2 Klacht Verzoekers klagen erover dat de Belastingdienst/Zuidwest/kantoor Roosendaal het beroep tegen de afwijzing door de Belastingdienst/Haaglanden/kantoor

Nadere informatie

De Voorzitter van de Adviesraad Internationale Vraagstukken De heer Mr. F. Korthals Altes Postbus 20061 2500 EB Den Haag. Den Haag, november 2004

De Voorzitter van de Adviesraad Internationale Vraagstukken De heer Mr. F. Korthals Altes Postbus 20061 2500 EB Den Haag. Den Haag, november 2004 De Voorzitter van de Adviesraad Internationale Vraagstukken De heer Mr. F. Korthals Altes Postbus 20061 2500 EB Den Haag Den Haag, november 2004 Hierbij dank ik u mede namens de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011-2012 32 475 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering, de Wet internationale misdrijven, de Wet overlevering inzake oorlogsmisdrijven

Nadere informatie

Rapport. Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258

Rapport. Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258 Rapport Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258 2 Klacht Op 10 oktober 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer D. te Heemstede, met een klacht over een gedraging van de Huurcommissie

Nadere informatie

Rapport. Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/332

Rapport. Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/332 Rapport Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/332 2 Klacht A. De klacht van verzoeker werd als volgt geformuleerd: Verzoeker klaagt erover dat de Centrale organisatie werk en inkomen Zaandam zijn

Nadere informatie

Meneer de President, Excellenties, mevrouw Wijdenbosch, Dames en Heren,

Meneer de President, Excellenties, mevrouw Wijdenbosch, Dames en Heren, Toespraak H.E. Ms. M.W.J.A. Tanya van Gool, Ambassadeur van het Koninkrijk der Nederlanden in de Republiek Suriname Voor de gelegenheid van Parlementair Regionaal Seminar: Internationale Veiligheid: De

Nadere informatie

Rapport. Publicatiedatum: 15 oktober 2014. Rapportnummer: 2014 /139. 20 14/139 d e Natio nale o mb ud sman 1/6

Rapport. Publicatiedatum: 15 oktober 2014. Rapportnummer: 2014 /139. 20 14/139 d e Natio nale o mb ud sman 1/6 Rapport Publicatiedatum: 15 oktober 2014 Rapportnummer: 2014 /139 20 14/139 d e Natio nale o mb ud sman 1/6 Rapport Een onderzoek naar de titel op grond waarvan het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen

Nadere informatie

Rapport. Rapport over het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen te Leeuwarden. Rapportnummer: 2011/304

Rapport. Rapport over het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen te Leeuwarden. Rapportnummer: 2011/304 Rapport Rapport over het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen te Leeuwarden. Rapportnummer: 2011/304 2 Datum: 11 oktober 2011 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

Nadere informatie

Met het oog op uw vragen en kritiek zijn kort samengevat mijn conclusies de volgende:

Met het oog op uw vragen en kritiek zijn kort samengevat mijn conclusies de volgende: Geachte mevrouw Stembor, U heeft mij een aantal stellingen/vragen voorgelegd. Ik heb daaruit opgemaakt dat u kritiek heeft op de onduidelijkheid over de verhouding tussen de Wbtv en de wet van 8 mei 1878,

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Zaanstreek-Waterland, thans regionale politie-eenheid Noord-Holland.

Rapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Zaanstreek-Waterland, thans regionale politie-eenheid Noord-Holland. Rapport Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Zaanstreek-Waterland, thans regionale politie-eenheid Noord-Holland. Datum: 25 februari 2014 Rapportnummer: 2014/009 2 Klacht Verzoekster

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat politieambtenaar S. van de Politieacademie voorafgaand aan het sollicitatiegesprek met verzoeker op 14 februari 2008, informatie heeft ingewonnen over een

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Sector Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

Kwetsbare minderheidsgroep

Kwetsbare minderheidsgroep IND-werkinstructie nr. 2013/14 (AUA) Openbaar/ Extern Aan Directeur klantdirectie Asiel c.c. DDMB Van Hoofddirecteur IND Datum 26 juni 2013 Geldig vanaf 26 juni 2013 Geldig tot Onderwerp Vindplaats Bijlage(n)

Nadere informatie

Rapport. Datum: 1 september 2003 Rapportnummer: 2003/290

Rapport. Datum: 1 september 2003 Rapportnummer: 2003/290 Rapport Datum: 1 september 2003 Rapportnummer: 2003/290 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Sociale verzekeringsbank, vestiging Nijmegen, hem in het kader van de klachtenprocedure niet in de gelegenheid

Nadere informatie

Beoordeling. Bevindingen. h2>klacht

Beoordeling. Bevindingen. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoeker, werkzaam bij het Korps Landelijke Politie Diensten (KLPD), klaagt over het gebrek aan voortvarendheid waarmee het disciplinaire onderzoek, dat de korpschef van het KLPD naar

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 11.3.2014 COM(2014) 158 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Een nieuw EU-kader voor het versterken van

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoeker, advocaat, klaagt erover dat zijn advocaatstagiaire op 18 mei 2009 geen toegang werd verleend tot de detentieboot Dordrecht, teneinde met verzoeker een telehoorzitting van

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/242

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/242 Rapport Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/242 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, regio Zuid te Eindhoven hem niet heeft geïnformeerd over het positieve

Nadere informatie

Artikel 1. Artikel 2. Artikel 3

Artikel 1. Artikel 2. Artikel 3 Artikel 1 1. Dit verdrag is van toepassing op de erkenning en tenuitvoerlegging van scheidsrechterlijke uitspraken, gewezen op het grondgebied van een andere Staat dan die waar de erkenning en tenuitvoerlegging

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Hilversum. Datum: 28 augustus 2012. Rapportnummer: 2012/134

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Hilversum. Datum: 28 augustus 2012. Rapportnummer: 2012/134 Rapport Rapport over een klacht over de gemeente Hilversum. Datum: 28 augustus 2012 Rapportnummer: 2012/134 2 Klacht 1. Verzoeker klaagt erover dat de gemeente Hilversum geen inzage heeft gegeven in het

Nadere informatie

Rapport. Datum: 2 juni 1998 Rapportnummer: 1998/203

Rapport. Datum: 2 juni 1998 Rapportnummer: 1998/203 Rapport Datum: 2 juni 1998 Rapportnummer: 1998/203 2 Klacht Op 16 september 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer en mevrouw B. te Ter Apel, met een klacht over een gedraging

Nadere informatie

Zij klaagt er voorts over dat de SVB de schade en kosten die het gevolg waren van de werkwijze van de SVB niet aan haar wil vergoeden.

Zij klaagt er voorts over dat de SVB de schade en kosten die het gevolg waren van de werkwijze van de SVB niet aan haar wil vergoeden. Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat de Sociale Verzekeringsbank (SVB), vestiging Breda het over 2006 van haar teruggevorderde en door haar in 2006 ook terugbetaalde bedrag aan Anw-uitkering

Nadere informatie

Rapport. Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136

Rapport. Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136 Rapport Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de griffier van de rechtbank te Amsterdam Sector kanton, locatie Hilversum op 3 augustus 2000 heeft nagelaten

Nadere informatie

9337/16 rts/pau/as 1 DG D 2A

9337/16 rts/pau/as 1 DG D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 27 mei 2016 (OR. en) 9337/16 NOTA I/A-PUNT van: aan: de Groep e-recht (e-justitie) EJUSTICE 86 JUSTCIV 130 DROIPEN 97 JAIEX 51 het Comité van permanente vertegenwoordigers

Nadere informatie