Workshop Gedrag in de klas

Transcriptie

1 Workshop Gedrag in de klas Annemieke Kornblum 17 maart 2016 Programma Opening: Welkom Kern: 1. Welke leiderschapsstijl heb je en wat betekent dit voor de dagelijkse praktijk? 2. Wat zijn executieve functies? 3. Jongens in de groep! Wat nu? Afsluiting: Evalueren van de workshop 1

2 De Vragenlijst Interactioneel Leerkrachtgedrag. Vragenlijst snel en oprecht beantwoorden Rekenen Tekenen. Hier is je eigen voorkeursstijl. Wat zijn je sterke punten? Wat zijn je valkuilen? 2

3 2 basisprincipes in gedragspatronen.. 8 interactionele posities.. 3

4 De Interactiewijzer Filmpje met Jeroen van Koningsbrugge! 4

5 Executieve functies Executieve functie omvatten het vermogen om: 1. Weerstand te bieden aan impulsen 2. Effieciente plannen te maken 3. Om te kunnen gaan met veranderingen 4. Actief je geheugen te gebruiken 5. Inzicht te hebben in je eigen gedrag en houding 6. Effectief om te gaan met emoties. 5

6 De historie.. Hoe testen we deze vaardigheden? 6

7 7

8 Verschillen tussen meisjes en jongens Aanleg op opvoeding.. De geboorte Money (1972) 8

9 De hersenen.. Opbouw Werking van de hersenen Hormoonwerking Opbouw 9

10 Opbouw van de hersenen Corpus callosum Dichte zenuwbundel tussen 2 helften van de grote hersenen Multitasken, verwoorden van gevoelens Hersenstam Vluchten/vechten/fysiek kunnen zijn. Hersenschors Denken, spreken, herinneren Interpreteren/analyseren en reageren Informatie verwerken Kleine hersenen Doe-centrum, leren door doen Verschillen in verwerking Taalverwerkingsgebied Jongen gebruikt linkerkant, meisjes beide kanten Meisjes meer toegang tot verbale bronnen Meisjes gebruiken twee keer zoveel woorden. Verwerking van ruimtelijk informatie Rechterkant van de hersenen is bij jongens groter. Systematiseren en analyseren, goed ruimtelijk inzicht. Zintuigelijke waarneming Meisjes verwerken gegevens met meerdere zintuigen tegelijk. 10

11 Laboratoria Testosteron Serotonine Dopamine Oxytocine Mannelijk geslachts- en agressie hormoon. Stijgt bij winst, daalt bij verlies. Bij meisjes stabieler. Neurotransmitter waardoor je je goed voelt. Helpt ontspannen en af te koelen bij conflicten (meisjes +30%). Neurotransmitter die motivatie en plezier stimuleert en van groot belang voor de manier waarop de hersenen bewegingen aansturen. Bij jongens te veel dopamine, minder serotine om te remmen Het hormoon van zorgen en vriendschap sluiten. Meisjes hebben beduidend meer oxytocine. Hoe zien we dit terug in.. - Actie en reactie - Rangorde in de groep - Vriendschappen En nu de praktijk. Jongens zijn fysiek Jongens experimenteren Jongens leren door doen Jongens gebruiken geen woorden maar daden Meisjes zijn op zoek naar relaties Meisjes zijn volgzaam Meisjes leren door informatie verzamelen Meisjes voeren graag taken uit 11

12 Venten strijken niet deel 2 In de klas Jongens leren door: - Trial en error - Uitdaging - Competitie - Directe feedback Meisjes leren door: - Stap voor stap - Veiligheid - Samenwerken - Feedback, wat vind je er zelf van? 12

13 Wat hebben jongens nodig in de klas? Wat vinden jullie belangrijk? In de enveloppe zitten 8 verschillende strategieën. Stap 1. Stap 2. Leg deze op volgorde van belangrijkheid. Voeg nu bij iedere strategie witte kaartjes toe of maak eigen aanvullingen. Wat neem je mee in je dagelijks handelen? 13

14 Onderwijs TipTool & Verras je klas Nu te downloaden in de Appstore, voor Android en Iphone Nog geen smartphone? Er is ook een spel. 27 Evaluatie 14

15 15