Inhoud. Experiment 1 15 multiple choice vragen, met hun respectieve antwoorden. Experiment 2 Veiligheid en risico s.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inhoud. Experiment 1 15 multiple choice vragen, met hun respectieve antwoorden. Experiment 2 Veiligheid en risico s."

Transcriptie

1 OP PAPIER!

2 SCHEIKUNDE > DE VUURWERKFABRIEK Welkom bij de papieren versie van Stimulus. Op de volgende bladzijden vindt u enkele oefeningen uit Stimulus/De vuurwerkfabriek. Niet elk experiment uit Stimulus laat zich echter omzetten naar papier - Stimulus is immers in de eerste plaats een interactieve ICT applicatie. Wilt u de leerlingen toegang geven tot enige basisinformatie bij het oplossen van de volgende vraagstukken? Dan kunt u de leesteksten van Stimulus ter beschikking stellen. Die vindt u printklaar in de Help pagina s van Stimulus. Toegang tot deze pagina s krijgt u door Stimulus te starten en naar de experimentpagina s te gaan. Inhoud Experiment 1 15 multiple choice vragen, met hun respectieve antwoorden. Experiment 2 Veiligheid en risico s. Experiment 3 Samenstelling buskruit. Experiment 4 Scheidingstechnieken. Experiment 5 Filtratietechnieken Experiment 6 Reactievergelijkingen Experiment 8 15 multiple choice vragen, met hun respectieve antwoorden. Opmerking: Experiment 7 van Stimulus de bevat de opstelling en lancering van een vuurpijl in een virtuele omgeving. Het is onmogelijk hiervan een weergave op papier te brengen. Wij nodigen u graag uit de aantrekkingskracht van experiment 7 in Stimulus zelf te ontdekken. 1

3 EXPERIMENT 1: ONDERZOEK Je eerste opdracht is een algemeen onderzoek. Je moet antwoorden op 15 vragen. 1. Wanneer werden de Europeanen voor het eerst geconfronteerd met buskruit? a) In het tweede kwart van de dertiende eeuw b) In de 7de eeuw n.c. c) Tijdens de Romeinse veroveringstochten d) Bij de inval van de Hunnen 2. Buskruit werd bij de Chinezen al gebruikt voor andere dan militaire toepassingen, namelijk: a) Als smaakversterker bij feestmaaltijden b) Om wilde dieren weg te jagen c) Als meststof d) Voor het opblazen van rotsen bij de aanleg van wegen en kanalen, in vuurwerk en bij ceremoniële activiteiten. 3. Na de petroleumvlammenwerper ontwikkelden de Chinezen de buskruitvlammenwerper. Wat was het grote voordeel van deze laatste? a) Makkelijker te bouwen b) Veel goedkoper c) Lichter en dus draagbaar d) Grotere vernielingskracht 4. Waaruit bestaat buskruit? a) Buskruit is een delfstof die je uit de grond haalt b) Mengsel van salpeter kaliumnitraat, KNO3), magnesium Mg) en aluminium Al) c) Mengsel van salpeter kaliumnitraat, KNO3), houtskool C) en zwavel S) d) Zwart kruit 5. Geef een synoniem voor de kunst van het maken van vuurwerk a) Alchemie b) Pyrotechniek c) Trepanatie d) Vulkanisatie 2

4 6. Een pyrotechnisch mengsel of sas kan behalve een knal nog andere effecten veroorzaken. Welk effect wordt nooit nagestreefd? a) Lichteffecten b) Fluittonen c) Aangename geur d) Rook 7. Met welke stoffen in de sas verkrijgt men goudkleurige vonken? a) Houtskoolkorrels of ijzerdeeltjes b) Aluminiumpoeder c) Koperdeeltjes d) Cadmiumzouten 8. Naamverklaring: slechts 1 van de onderstaande verklaringen is juist. Welke? a) Kaliumnitraat, van het Latijn postassium, komt van de Oud-Nederlandse woorden pot en as. b) Koolstof, van het Griekse carboneum zit in steenkool, vandaar de naam koolstof. c) Zwavel komt van het Oud-Nederlandse zavel een grondsoort die dezelfde gele kleur heeft als zwavel. d) De namen zwavel, koolstof en kaliumnitraat vinden allemaal hun oorsprong in het Latijn. 9. Welke schadelijke gevolgen kan het gebruik van knalvuurwerk hebben? a) Verstikking b) Verblinding c) Geheugenverlies d) Gehoorschade en glasbraak) 10. Welke giftige vaste deeltjes kunnen vrijkomen bij siervuurwerk? a) Koolstof b) Barium- en cadmiumverbindingen c) Zwaveldioxide d) Ammoniak 3

5 11. Waarmee kan je veilig een stuk vuurwerk aansteken? a) Met een aansteker op gas b) Met een lange lucifer c) Met een brandend stuk papier d) Met een brandende sigaret of een gloeiende houtspaander 12. Hoe kan je vuurwerk dat niet is ontstoken op een veilige manier verwijderen? a) Bij Klein Giftig Afval sorteren b) Op de composthoop gooien c) 48 uur in een emmer met water laten weken en met het huisvuil weggooien d) Op het vuur gooien en wachten tot het toch ontsteekt 13. In welk chemisch opzicht verschillen vuurpijlen tov raketten voor militair gebruik? a) Er is geen chemisch verschil, enkel de hoeveelheid buskruit verschilt b) De lading van vuurpijlen ontploft veel trager dan de lading van militaire raketten c) Militaire raketten moeten verder vliegen dan vuurpijlen, daarom bevatten ze meer kaliumnitraat d) Vuurpijlen worden gemaakt met buskruit, moderne militaire raketten met zwart kruit 14. Wordt buskruit momenteel nog in militaire raketten gebruikt? a) Nee, buskruit wordt bijna niet meer gebruik voor de productie van moderne raketten b) Af en toe, afhankelijk van de kostprijs van de grondstoffen op de wereldmarkt c) Ja, want buskruit is nog steeds de betrouwbaarste basis voor raketproductie d) Ja, zelfs meer dan vroeger, want raketten moeten steeds krachtiger zijn 15. In welke verhoudingen moet ik de 3 bestanddelen van buskruit mengen? a) De verhouding maakt niet uit b) Van elke stof precies evenveel c) 10 KNO3, 70 C en 20 S d) 75 KNO3, 15 C en 10 S 4

6 EXPERIMENT 1: ONDERZOEK > JUISTE ANTWOORDEN 1. Wanneer werden de Europeanen voor het eerst geconfronteerd met buskruit? a) In het tweede kwart van de dertiende eeuw. Dat gebeurde toen het Mongoolse leger oostelijk Europa binnenviel. 2. Buskruit werd bij de Chinezen al gebruikt voor andere dan militaire toepassingen, namelijk: d) Voor het opblazen van rotsen bij de aanleg van wegen en kanalen, in vuurwerk en bij ceremoniële activiteiten. 3. Na de petroleumvlammenwerper ontwikkelden de Chinezen de buskruitvlammenwerper. Wat was het grote voordeel van deze laatste? c) Lichter en dus draagbaar. De oorspronkelijke vuurlans werd uit bamboe vervaardigd. Daarna werd de loop uit brons, gietijzer en zelfs koper gemaakt. 4. Waaruit bestaat buskruit? c) Mengsel van salpeter kaliumnitraat, KNO3), houtskool C) en zwavel S). Kaliumnitraat zorgt voor de zuurstof en zwavel en koolstof zijn de brandstoffen. 5. Geef een synoniem voor de kunst van het maken van vuurwerk b) Pyrotechniek: van het Griekse pyr = vuur en technè = kunst. 6. Een pyrotechnisch mengsel of sas kan behalve een knal nog andere effecten veroorzaken. Welk effect wordt nooit nagestreefd? c) Aangename geur. De geur van het verbrandingsproduct van zwavel is juist onaangenaam prikkelend). 7. Met welke stoffen in de sas verkrijgt men goudkleurige vonken? a) Houtskoolkorrels of ijzerdeeltjes. Het goudkleurige licht ontstaat doordat de temperatuur hier slechts 1500 C bereikt. 8. Naamverklaring: slechts 1 van de onderstaande verklaringen is juist. a) Kaliumnitraat is een Nederlands woord, zwavel komt van het Latijn sulfur of sulpur en koolstof komt van het Latijnse carboneum. 5

7 9. Welke schadelijke gevolgen kan het gebruik van knalvuurwerk hebben? d) Gehoorschade en glasbraak). Tot meer dan 150 decibel de pijngrens ligt bij 120 decibel). 10. Welke giftige vaste deeltjes kunnen vrijkomen bij siervuurwerk? b) Barium- en cadmiumverbindingen zijn giftig, want dit zijn zware metalen. 11. Waarmee kan je veilig een stuk vuurwerk aansteken? d) Met een brandende sigaret of een gloeiende houtspaander: de aansteekbron moet netjes bij het uiteinde van de lont gehouden worden. 12. Hoe kan je vuurwerk dat niet is ontstoken op een veilige manier verwijderen? c) 48 uur in een emmer met water laten weken en met het huisvuil weggooien. De salpeter lost hierbij op in het water 13. In welk chemisch opzicht verschillen vuurpijlen tov raketten voor militair gebruik? b) De lading van vuurpijlen ontploft veel trager dan de lading van militaire raketten. Bij een vuurpijl spreken we van deflagratie of explosieve verbranding en bedraagt de snelheid ongeveer 330 m/s. Een raketlading ontploft met een snelheid tot 9000 m/s. Dat is een reactiesnelheid groter dan de snelheid van het geluid; een dergelijke snelheid leidt tot een groter vernietigingseffect. We spreken dan over detonatie. 14. Wordt buskruit momenteel nog in militaire raketten gebruikt? a) Nee, buskruit wordt bijna niet meer gebruik voor de productie van moderne raketten. De ladingen voor vuurpijlen bestaan meestal uit zwart kruit die een visueel effect beogen, terwijl militaire ladingen dit kruit bijna) niet meer gebruiken omdat er veel betere producten bestaan met een veel grotere vernietigingskracht. 15. In welke verhoudingen moet ik de 3 bestanddelen van buskruit mengen? d) 75 KNO3, 15 C en 10 S blijkt een ideale verhouding te zijn. 6

8 EXPERIMENT 2: VEILIGHEID & RISICO S Opdracht 2 gaat over de veiligheidsmaatregelen die moeten getrofffen worden bij het werken met kaliumnitraat, een gevaarlijke stof die in buskruit zitten. Risico s en veiligheidsmaatregelen worden beschreven in zogenaamde R- en S-zinnen van het Engelse Risk en Safety ). Deze zinnen kan je vinden in de teksten van het onderdeel Help in Stimulus. Ze zijn nodig voor het oplossen van de onderstaande oefening. In Stimulus kan je nog een bijkomende oefening vinden: het kleven van de juiste gevarensymbolen op de fles met kaliumnitraat. Kaliumnitraat bevordert de verbranding van brandbare stoffen R-zin 8). Kies 2 juiste veiligheidsmaatregelen S-zinnen) voor de manipulatie van kaliumnitraat. a) Schokken en wrijving vermijden. b) Verwijderd houden van ontstekingsbronnen - niet roken. c) Nooit water op deze stof gieten. d) In geval van brand of explosie, inademen van rook vermijden. e) In gesloten verpakking bewaren. 7

9 EXPERIMENT 2: VEILIGHEID & RISICO S > JUISTE ANTWOORDEN Kaliumnitraat bevordert de verbranding van brandbare stoffen R-zin 8). Kies 2 juiste veiligheidsmaatregelen S-zinnen) voor de manipulatie van kaliumnitraat. b) Verwijderd houden van ontstekingsbronnen - niet roken S 16). d) In geval van brand of explosie, inademen van rook vermijden S 41). 8

10 EXPERIMENT 3: SAMENSTELLING BUSKRUIT Een samengesteld product als buskruit bevat verschillende stoffen. In experiment 3 leren we hoe we de eigenschappen van de drie hoofdbestanddelen van buskruit kaliumnitraat, koolstof en zwavel) kunnen testen. Stimulus is, door de interactieve én veilige omgeving, een aantrekkelijk alternatief voor het echte lab. Daarenboven bevat Stimulus testexperimenten voor nog veel meer stoffen. Wil je het onderzoek toch liever zelf uitvoeren, dan vind je in de onderstaande lijst van experimenten een goede leidraad. Test elk van de drie stoffen op vier eigenschappen. kaliumnitraat KNO3) vlamkleur brandbaarheid oplosbaarheid in water oplosbaarheid in tolueen koolstof C) vlamkleur brandbaarheid oplosbaarheid in water oplosbaarheid in tolueen zwavel S) vlamkleur brandbaarheid oplosbaarheid in water oplosbaarheid in tolueen 9

11 EXPERIMENT 4: SCHEIDINGSTECHNIEKEN Gevaarlijke producten bestaan vaak uit meer dan 1 stof. Zo ook buskruit. Buskruit bestaat uit kaliumnitraat, koolstof en zwavel. Maar hoe krijg je die bestanddelen uit een hoopje buskruit? Door gebruik te maken van hun eigenschappen! Stimulus is, door de interactieve én veilige omgeving, een aantrekkelijk alternatief voor het echte lab. Ook deze experimenten worden op een visueel aantrekkelijke en wetenschappelijk verantwoorde manier uitgevoerd in de virtuele omgeving van Stimulus. Wil je het onderzoek toch liever zelf uitvoeren, dan vind je in de onderstaande lijst van experimenten een goede leidraad. Scheiding met het blote oog a) Buskruit is scheidbaar met het blote oog. b) Buskruit is niet scheidbaar met het blote oog. Scheiding op basis van vlamkleur a) Buskruit is scheidbaar op basis van vlamkleur. b) Buskruit is niet scheidbaar op basis van vlamkleur. Scheiding op basis van brandbaarheid a) Buskruit is scheidbaar op basis van brandbaarheid. b) Buskruit is niet scheidbaar op basis van brandbaarheid. Scheiding op basis van oplosbaarheid in water a) Buskruit is scheidbaar op basis van oplosbaarheid in water. b) Buskruit is niet scheidbaar op basis van oplosbaarheid in water. Scheiding op basis van oplosbaarheid in tolueen a) Buskruit is scheidbaar op basis van oplosbaarheid in tolueen. b) Buskruit is niet scheidbaar op basis van oplosbaarheid in tolueen. 10

12 EXPERIMENT 4: SCHEIDINGSTECHNIEKEN > JUISTE ANTWOORDEN Scheiding met het blote oog b) Buskruit is niet scheidbaar met het blote oog. De bestanddelen van buskruit bestaan uit heel kleine korreltjes, die niet van elkaar te onderscheiden zijn met blote oog. Ze scheiden met het blote oog zou meer dan monnikengeduld vragen. Scheiding op basis van vlamkleur b) Buskruit is niet scheidbaar op basis van vlamkleur. Buskruit in een vlamkleur levert minstens... een stevige vlam op. Weg zijn de bestanddelen! Scheiding op basis van brandbaarheid b) Buskruit is niet scheidbaar op basis van brandbaarheid. Buskruit scheiden op basis van brandbaarheid levert een zeker gevaar op, ontploffingsgevaar namelijk, waardoor de drie stoffen de lucht in vliegen. Scheiding op basis van oplosbaarheid in water a) Buskruit is scheidbaar op basis van oplosbaarheid in water. 1 van de componenten, namelijk kaliumnitraat, is inderdaad oplosbaar in water, waardoor het gescheiden wordt van de andere 2. Scheiding op basis van oplosbaarheid in tolueen a) Buskruit is scheidbaar op basis van oplosbaarheid in tolueen. 1 van de componenten, namelijk zwavel, is inderdaad oplosbaar in tolueen, waardoor het gescheiden wordt van de andere 2. 11

13 EXPERIMENT 5: FILTRATIETECHNIEKEN Om de bestanddelen van buskruit te scheiden, maken we gebruik van hun eigenschap oplosbaarheid. Enerzijds in water, anderzijds in tolueen. Het antwoord op de volgende vraagstukken vind je dus alleen als je weet of KNO3, S en C oplosbaar zijn in respectievelijk water en tolueen. 1. Buskruit wordt gemengd met water en gefilterd. Welke stof werd opgelost en zit bijgevolg met water in het filtraat? a) KNO3 b) S c) C 2. Buskruit wordt gemengd met tolueen. Welke stof werd opgelost en zit bijgevolg met tolueen in het filtraat? a) KNO3 b) S c) C 3. Zwavel en koolstof worden gemengd met tolueen. Welke stof werd opgelost en zit bijgevolg met tolueen in het filtraat? a) S b) C 4. KNO3 en C worden gemengd met water. Welke stof werd opgelost en zit bijgevolg met tolueen in het filtraat? a) KNO3 b) C 12

14 5. Hieronder vind je 3 filtratieschema s. Duid aan welke schema volgens jou het juiste is. a) buskruit + water -> S filtraat) b) buskruit + water -> C filtraat) c) buskruit + water -> KNO3 filtraat) KN03 + C neerslag) + tolueen -> KNO3 filtraat) C neerslag) KN03 + S neerslag) + tolueen -> KNO3 filtraat) S neerslag) C + S neerslag) + tolueen -> S filtraat) C neerslag) 6. Ook van de 3 volgende filtratieschema s is er maar 1 helemaal juist. Duid aan welk schema dat is volgens jou. a) buskruit + tolueen -> S filtraat) b) buskruit + tolueen -> C filtraat) c) buskruit + tolueen -> KNO3 filtraat) KN03 + C neerslag) + water -> KNO3 filtraat) C neerslag) KN03 + S neerslag) + water -> KNO3 filtraat) S neerslag) C + S neerslag) + water -> S filtraat) C neerslag) 13

15 EXPERIMENT 5: FILTRATIETECHNIEKEN > DE JUISTE ANTWOORDEN 1. Buskruit wordt gemengd met water en gefilterd. Welke stof werd opgelost en zit bijgevolg met water in het filtraat? a) KNO3 2. Buskruit wordt gemend met tolueen. Welke stof werd opgelost en zit bijgevolg met tolueen in het filtraat? b) S 3. Zwavel en koolstof worden gemengd met tolueen. Welke stof werd opgelost en zit bijgevolg met tolueen in het filtraat? a) S 4. KNO3 en C worden gemengd met water. Welke stof werd opgelost en zit bijgevolg met tolueen in het filtraat? a) KNO3 5. Hieronder vind je 3 filtratieschema s. Duid aan welke schema volgens jou het juiste is. c) buskruit + water -> KNO3 filtraat) C + S neerslag) + tolueen -> S filtraat) C neerslag) 6. Ook van de 3 volgende filtratieschema s is er maar 1 helemaal juist. Duid aan welk schema dat is volgens jou. a) buskruit + tolueen -> S filtraat) KN03 + C neerslag) + water -> KNO3 filtraat) C neerslag) 14

16 EXPERIMENT 6: REACTIEVERGELIJKINGEN In de volgende opdracht wachten je enkele explosieve reactievergelijkingen - zonder voorgetallen. Jij moet de juiste voorgetallen invullen. 1) Bij de ontploffing van buskruit wordt kaliumnitraat gereduceerd. Dat betekent dat kaliumnitraat KNO3) bij verhitting ontbindt in kaliumnitriet KNO2) en zuurstofgas O2). Vul de juiste voorgetallen in bij deze vergelijking....kno3 ->...KNO2 + O2 2) Bij de reductie van kaliumnitraat worden zwavel en koolstof geoxideerd. Dankzij het zuurstofgas, vrijgekomen bij deze reductie, worden zwavel en koolstof zo snel geoxideerd dat de reactie explosief verloopt. Vul de juiste voorgetallen in bij deze vergelijking. 2KNO3 +...C + S -> K2SO4 +...CO2 + N2 3) Waterstofgas en zuurstofgas vormen een explosief paar. Dat ondervonden de opvarenden van de Hindenburg. Op 6 mei 1937 ontbrandde deze met waterstofgas gevulde zeppelin tijdens de landing. Daarbij kwam waterstofgas H2) vrij. Dat mengde zich met zuurstofmoleculen O2). Een kleine vonk volstond voor een grote knal. Als bij wonder overleefden 62 opvarenden de ramp. Aan jou om deze ervaring even over te doen - op papier....h2 +...O2 ->...H2O 4) NH4NO3 is meststof. Onschuldig? In 1942 vlogen een deel van Tessenderlo en een chemische fabriek de lucht in. 189 mensen kwamen om het leven. Vul dus toch maar met de nodige omzichtigheid de juiste voorgetallen in. 2NH4NO3 ->...N2 +...O2 +...H2O 5) Explosieve reacties kunnen ook mensenlevens redden. Wanneer elk duizendste van een seconde telt, moet natriumnitride NaN3) zorgen voor een goed gevulde... AIRBAG....NaN3 ->...Na +...N2 15

17 EXPERIMENT 6: REACTIEVERGELIJKINGEN > DE JUISTE ANTWOORDEN 1) 2KNO3 -> 2KNO2 + O2 2) 2KNO3 + 1C + S -> K2SO4 + 1CO2 + N2 3) 2H2 + 1O2 -> 2H2O 4) 2NH4NO3 -> 2N2 + 1O2 + 4H2O 5) 2NaN3 -> 2Na + 3N2 16

18 EXPERIMENT 8: EINDTEST 1. Om de bestanddelen van buskruit te scheiden kun je gebruik maken van de volgende eigenschappen: a) kaliumnitraat lost op in water b) koolstof lost op in tolueen c) zwavel is een geel poeder d) zwavel en kaliumnitraat hebben een verschillend smeltpunt 2. De massa kaliumnitraat in 100 g buskruit kan worden bepaald door een afgewogen hoeveelheid buskruit te schudden met: a) tolueen; de bekomen suspensie te filtreren, het residu te drogen en af te wegen b) water; de bekomen suspensie te filtreren, het residu te drogen en af te wegen c) water en vervolgens met tolueen, de bekomen suspensie te filtreren, het residu te drogen en af te wegen d) water, de bekomen suspensie te filtreren, het water uit het filtraat te laten verdampen en hetgeen achter blijft te wegen 3. In Stimulus hebben wij ook de stof zwavel beter leren kennen. Een van de vier onderstaande beweringen over zwavel is juist. Welke? a) Zwavel geeft een gele vlamkleur b) Zwavel brandt met een blauwe vlam c) Zwavel lost op in water d) Zwavel is een springstof 4. Suiker lost op in alcohol en in water. Keukenzout lost enkel in water op. Uit een mengsel van suiker en zout kun je beide bestanddelen afzonderen door: a) te schudden met water, filtreren, residu droogdampen b) te schudden met alcohol, filtreren, residu droogdampen c) enkel met water te schudden d) enkel met alcohol te schudden 17

19 5. Tot voor de tweede wereldoorlog gebruikte men fotografisch flitspoeder om de opnames voldoende te belichten. Flitspoeder bestaat uit een mengsel van magnesium en kaliumperchloraat KClO4). Bij ontsteking ontstaat er een fel blauwachtig licht en worden er magnesiumoxide en kaliumchloride gevormd. De reactievergelijking die optreedt is: a) Mg + KClO4 -> MgO4 + KCl b) 4 Mg + KClO4 -> 4 MgO + KCl c) Mg + KClO4 -> MgCl + KO4 d) Mg + KClO4 -> MgO2 + KCl + O2 6. Met houtskool hebben wij in Stimulus een aantal experimenten uitgevoerd. Welke van de vier onderstaande beweringen omtrent houtskool is juist? a) Houtskool is het hoofdbestanddeel van buskruit b) Houtskool lost op in tolueen c) Houtskool is een springstof d) Houtskool wordt gebruikt voor de barbecue 7. Om in noodsituaties een dreigend tekort aan zuurstofgas op te vangen worden in duikboten en ruimtestations natriumchloraatpastilles gebruikt. Men maakt hierbij gebruik van de eigenschap dat natriumchloraat NaClO3) kan ontleden in natriumchloride en zuurstofgas. Uit 100 g natriumchloraat kan ongeveer 30 l zuurstofgas bij gewone druk worden gevormd. Een volwassen persoon 64 kg) verbruikt in rusttoestand ongeveer 0,25 liter zuurstofgas per minuut nodig. Hoeveel gram natriumchloraat moet ontleed worden om hem 24 uur in leven te houden? a) 1800 g b) 360 g c) 80 g d) 30 g 8. Een korte vraag en een kort antwoord : Alfred Nobel is de uitvinder van a) dynamiet b) vuurwerk c) buskruit d) vuurkruit 18

20 9. Welke uitspraken zijn juist? a) In de reactie tussen kaliumnitraat, koolstof en zwavel is koolstof de oxidator b) In de reactie waarbij uit een mengsel van magnesium en kaliumperchloraat magnesiumoxide wordt gevormd, is magnesium de brandstof c) In de reactie CH4 + 2 O2 -> CO2 + 2 H2O is CH4 de oxidator d) Alle explosieve stoffen bevatten zuurstof 10. Welke R-zin is NIET van toepassing op buskruit? a) R2 b) R5 c) R9 d) R Buskruit wordt onschadelijk gemaakt door het gedurende een dag en nacht in water te leggen. Waarom? a) Omdat KNO3 oplost in water b) Omdat je onder water moeilijk een vuurpijl kan ontsteken c) Door de vochtige omgeving gaan houtskool en zwavel aan elkaar klitten d) Na een bad van 24 uur is buskruit nog steeds niet onschadelijk gemaakt 12. Doorheen Stimulus hebben wij een aantal eigenschappen van kaliumnitraat ondekt. Een van de vier onderstaande beweringen over kaliumnitraat is juist. Duid de juiste aan? a) Kaliumnitraat is een springstof b) Kaliumnitraat is brandbaar c) Kaliumnitraat bevat de elementen K, N en O d) Kaliumnitraat lost op in tolueen 13. Bij de ontploffing van buskruit a) worden andere stoffen gevormd b) worden andere elementen gevormd a) neemt de totale massa toe d) neemt de totale massa af 19

21 14. Welke S-zin is NIET van toepassing op buskruit? a) S28 b) S2 c) S41 d) S Welk zijn de karakteristieken van tolueen? a) Tolueen is niet ontvlambaar maar wel kankerverwekkend b) Tolueen is niet kankerverwekkend c) Tolueen is ontvlambaar en kankerverwekkend d) Tolueen is niet kankerverwekkend maar wel ontvlambaar 20

22 EXPERIMENT 8: EINDTEST > DE JUISTE ANTWOORDEN 1. Om de bestanddelen van buskruit te scheiden kun je gebruik maken van de volgende eigenschappen: a) kaliumnitraat lost op in water 2. De massa kaliumnitraat in 100 g buskruit kan worden bepaald door een afgewogen hoeveelheid buskruit te schudden met: b) water; de bekomen suspensie te filtreren, het residu te drogen en af te wegen 3. In Stimulus hebben wij ook de stof zwavel beter leren kennen. Een van de vier onderstaande beweringen over zwavel is juist. Welke? b) Zwavel brandt met een blauwe vlam 4. Suiker lost op in alcohol en in water. Keukenzout lost enkel in water op. Uit een mengsel van suiker en zout kun je beide bestanddelen afzonderen door: b) te schudden met alcohol, filtreren, residu droogdampen 5. Tot voor de tweede wereldoorlog gebruikte men fotografisch flitspoeder om de opnames voldoende te belichten. Flitspoeder bestaat uit een mengsel van magnesium en kaliumperchloraat KClO4). Bij ontsteking ontstaat er een fel blauwachtig licht en worden er magnesiumoxide en kaliumchloride gevormd. De reactievergelijking die optreedt is: b) 4 Mg + KClO4 -> 4 MgO + KCl 6. Met houtskool hebben wij in Stimulus een aantal experimenten uitgevoerd. Welke van de vier onderstaande beweringen omtrent houtskool is juist? d) Houtskool wordt gebruikt voor de barbecue 7. Om in noodsituaties een dreigend tekort aan zuurstofgas op te vangen worden in duikboten en ruimtestations natriumchloraatpastilles gebruikt. Hoeveel gram natriumchloraat moet ontleed worden om hem 24 uur in leven te houden? a) 1800 g 8. Een korte vraag en een kort antwoord: Alfred Nobel is de uitvinder van a) dynamiet 21

23 9. Welke uitspraken zijn juist? b) In de reactie waarbij uit een mengsel van magnesium en kaliumperchloraat magnesiumoxide wordt gevormd, is magnesium de brandstof 10. Welke R-zin is NIET van toepassing op buskruit? d) R Buskruit wordt onschadelijk gemaakt door het gedurende een dag en nacht in water te leggen. Waarom? a) Omdat KNO3 oplost in water 12. Doorheen Stimulus hebben wij een aantal eigenschappen van kaliumnitraat ondekt. Een van de vier onderstaande beweringen over kaliumnitraat is juist. Duid de juiste aan? c) Kaliumnitraat bevat de elementen K, N en O 13. Bij de ontploffing van buskruit a) worden andere stoffen gevormd 14. Welke S-zin is NIET van toepassing op buskruit? a) S Welk zijn de karakteristieken van tolueen? c) Tolueen is ontvlambaar en kankerverwekkend 22

Het smelten van tin is géén reactie.

Het smelten van tin is géén reactie. 3 Reacties Reacties herkennen (3.1 en 3.2 ) Een chemische reactie is een gebeurtenis waarbij stoffen verdwijnen en nieuwe stoffen ontstaan. Bij een reactie verdwijnen de beginstoffen. Er ontstaan nieuwe

Nadere informatie

Weet je al wat je later wil worden? Kan je dat beroep met één hand uitoefenen?

Weet je al wat je later wil worden? Kan je dat beroep met één hand uitoefenen? Weet je al wat je later wil worden? Kan je dat beroep met één hand uitoefenen? Nog een ander beroep? 2 Met vuurwerk spelen is gevaarlijk! Wat kan er aan je lichaam allemaal gewond geraken? b o h a r e

Nadere informatie

Aardolie is een zwart, stroperig mengsel van heel veel stoffen, wat door middel van een bepaalde scheidingsmethode in zeven fracties gescheiden wordt.

Aardolie is een zwart, stroperig mengsel van heel veel stoffen, wat door middel van een bepaalde scheidingsmethode in zeven fracties gescheiden wordt. Meerkeuzevragen Naast koolstofdioxide en waterdamp komen bij verbranding van steenkool nog flinke hoeveelheden schadelijke stoffen vrij. Dit komt doordat steenkool ook zwavel- en stikstofatomen bevat,

Nadere informatie

Vuurwerk. Inleiding. Typen vuurwerk en hun toepassingen

Vuurwerk. Inleiding. Typen vuurwerk en hun toepassingen 033 1 Vuurwerk Inleiding Ieder jaar tegen de jaarwisseling neemt de discussie over vuurwerk toe, om in het nieuwe jaar weer snel af te nemen. Elk jaar gebeuren er echter weer ernstige ongelukken bij het

Nadere informatie

4 Verbranding. Bij gele vlammen ontstaat roet (4.1)

4 Verbranding. Bij gele vlammen ontstaat roet (4.1) 4 Verbranding Verbrandingsverschijnselen (4.1) Bij een verbranding treden altijd een of meer van de volgende verschijnselen op: rookontwikkeling, roetontwikkeling, warmteontwikkeling, vlammen, vonken.

Nadere informatie

SCHRIFTELIJKE INSTRUCTIES VOLGENS HET ADN. Maatregelen in het geval van een ongeval of noodgeval

SCHRIFTELIJKE INSTRUCTIES VOLGENS HET ADN. Maatregelen in het geval van een ongeval of noodgeval SCHRIFTELIJKE INSTRUCTIES VOLGENS HET ADN Maatregelen in het geval van een ongeval of noodgeval In het geval van een ongeval of noodgeval dat tijdens het vervoer kan voorkomen of optreden, moeten de leden

Nadere informatie

Rekenen aan reacties (de mol)

Rekenen aan reacties (de mol) Rekenen aan reacties (de mol) 1. Reactievergelijkingen oefenen: Scheikunde Deze opgaven zijn bedoeld voor diegenen die moeite hebben met rekenen aan reacties 1. Reactievergelijkingen http://www.nassau-sg.nl/scheikunde/tutorials/deeltjes/deeltjes.html

Nadere informatie

3.1. 1. In een reactieschema staan de beginstoffen en de reactieproducten van een chemische reactie.

3.1. 1. In een reactieschema staan de beginstoffen en de reactieproducten van een chemische reactie. 3.1 1. In een reactieschema staan de beginstoffen en de reactieproducten van een chemische reactie. 2. De pijl in een reactieschema (bijvoorbeeld: A + B C) betekent: - A en B reageren tot C of - Er vindt

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting door K. 1467 woorden 5 maart 2016 5,5 2 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde Samenvatting H3 3V 3.1 Energie Fossiele brandstoffen -> nu nog er afhankelijk

Nadere informatie

Samenvatting Chemie Overal 3 havo

Samenvatting Chemie Overal 3 havo Samenvatting Chemie Overal 3 havo Hoofdstuk 3: Reacties 3.1 Energie Energievoorziening Fossiele brandstoffen zijn nog steeds belangrijk voor onze energievoorziening. We zijn druk op zoek naar duurzame

Nadere informatie

Wat is een explosie? Een explosie is een zeer snel verlopende brand met een vrijkomende (verwoestende) drukgolf.

Wat is een explosie? Een explosie is een zeer snel verlopende brand met een vrijkomende (verwoestende) drukgolf. Toolbox: Brand en Explosie Het doel van een toolboxmeeting is om de aandacht en motivatie voor veiligheid en gezondheid binnen het bedrijf te verbeteren. Wat is brand? Brand is een chemische reactie van

Nadere informatie

7.1 Het deeltjesmodel

7.1 Het deeltjesmodel Samenvatting door Mira 1711 woorden 24 juni 2017 10 3 keer beoordeeld Vak NaSk 7.1 Het deeltjesmodel Een model van een stof Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen. Aangezien je niet kunt zien hoe een

Nadere informatie

8.1. Antwoorden door een scholier 1081 woorden 3 maart keer beoordeeld. Scheikunde 2.1 AFVAL

8.1. Antwoorden door een scholier 1081 woorden 3 maart keer beoordeeld. Scheikunde 2.1 AFVAL Antwoorden door een scholier 1081 woorden 3 maart 2005 8.1 128 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie 2.1 AFVAL 1. a. metaal, papier, plastic, hout b. GFT en papierbak 2. bron 1 3. a. het

Nadere informatie

RISICOZINNEN (R-ZINNEN)

RISICOZINNEN (R-ZINNEN) RISICOZINNEN (R-ZINNEN) R-code R-zin 1 In droge toestand ontplofbaar. 2 Ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur of andere ontstekingsoorzaken. 3 Ernstig ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur

Nadere informatie

Methode: Chemie. Verslag van de proeven opdracht 6, 19, 45, 70 van Hoofdstuk 3, Chemische reacties

Methode: Chemie. Verslag van de proeven opdracht 6, 19, 45, 70 van Hoofdstuk 3, Chemische reacties Proef door een scholier 1870 woorden 20 december 2005 5 23 keer beoordeeld Vak Scheikunde Methode: Chemie. Verslag van de proeven opdracht 6, 19, 45, 70 van Hoofdstuk 3, Chemische reacties Calcium (Ca)

Nadere informatie

Toolbox-meeting Gevaarlijke stoffen

Toolbox-meeting Gevaarlijke stoffen Toolbox-meeting Gevaarlijke stoffen Unica installatietechniek B.V. Schrevenweg 2 8024 HA Zwolle Tel. 038 4560456 Fax 038 4560404 Inleiding In het dagelijks leven kunnen we niet meer zonder chemische stoffen.

Nadere informatie

Hoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019)

Hoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 4 Chemische reacties J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 4 Chemische reacties Paragrafen 4.1 Kenmerken van een reactie 4.2 Reactievergelijkingen 4.3 Rekenen aan reacties Practica Exp. 1 Waarnemen Exp.

Nadere informatie

5 Formules en reactievergelijkingen

5 Formules en reactievergelijkingen 5 Formules en reactievergelijkingen Stoffen bestaan uit moleculen en moleculen uit atomen (5.1) Stoffen bestaan uit moleculen. Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen. Een molecuul is een groepje

Nadere informatie

Samenvatting 3.1, 3.2 en 3.3 (2)

Samenvatting 3.1, 3.2 en 3.3 (2) Samenvatting 3.1, 3.2 en 3.3 (1) Kenmerkend voor het optreden van een chemische reactie is dat de stofeigenschappen veranderen. Als stofeigenschappen veranderen, dan zijn er dus nieuwe ontstaan.. Deze

Nadere informatie

H7 werken met stoffen

H7 werken met stoffen H7 werken met stoffen Stofeigenschappen Faseovergangen Veilig werken met stoffen Chemische reacties Stoffen Zuivere stoffen mengsels legeringen één soort moleculen opgebouwd uit een aantal verschillende

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Scheikunde 3 havo

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Scheikunde 3 havo Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Scheikunde 3 havo Samenvatting door een scholier 1366 woorden 12 november 2012 6,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal 1.1 Bij scheikunde hou je

Nadere informatie

Vorming van niet-metaaloxiden

Vorming van niet-metaaloxiden Vorming van niet-metaaloxiden Leerlingenproef 4: verbranden van koolstof ORIËNTEREN Welke organische stofklasse ontstaat er bij het verbranden van koolstof? Hypothese: Er ontstaat een niet-metaaloxide,

Nadere informatie

Natuurlijk heb je nu nog géén massa s berekend. Maar dat kan altijd later nog. En dan kun je mooi kiezen, van welke stoffen je de massa wil berekenen.

Natuurlijk heb je nu nog géén massa s berekend. Maar dat kan altijd later nog. En dan kun je mooi kiezen, van welke stoffen je de massa wil berekenen. Hoofdstuk 17: Rekenen in molverhoudingen 17.1 Rekenen aan reacties: een terugblik én een alternatief In hoofdstuk 11 hebben we gerekend aan reacties. Het achterliggende idee was vaak, dat je bij een reactie

Nadere informatie

Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1

Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1 Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1 Opgave 1 uitrekenen en afronden Bij +/- rond je af op het kleinste aantal DECIMALEN, bij x/ rond je af op het kleinste aantal SIGNIFICANTE CIJFERS. Bij gecombineerde

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties Samenvatting door F. 1622 woorden 22 mei 2015 6,1 40 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Paragraaf 1 Gloeien, smelten en verdampen Als je

Nadere informatie

Oefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties

Oefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties Oefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties OPGAVE 1 Geef de halfreactie waarbij 01 P 2 O 5 wordt omgezet in PH 3. 02 Jodaat, IO 3 - in neutraal milieu wordt omgezet in H 5 IO

Nadere informatie

Vuurwerkfabriek Echt experimenteren in de klas

Vuurwerkfabriek Echt experimenteren in de klas Vuurwerkfabriek Echt experimenteren in de klas Uitgaande van de virtuele experimenten in de Stimulus-vuurwerkfabriek, wordt in deze brochure een alternatieve didactische werkvorm aangereikt: de carrouselmethode.

Nadere informatie

Deze handleiding is geschreven om te zien hoe een stof zich gedraagt onder welke toestand en hoeveel kracht deze kan uitoefenen om van de grond af te

Deze handleiding is geschreven om te zien hoe een stof zich gedraagt onder welke toestand en hoeveel kracht deze kan uitoefenen om van de grond af te Deze handleiding is geschreven om te zien hoe een stof zich gedraagt onder welke toestand en hoeveel kracht deze kan uitoefenen om van de grond af te komen. Niet iets om zelf te proberen, doe je dit toch

Nadere informatie

Oefenopgaven REDOX vwo

Oefenopgaven REDOX vwo Oefenopgaven REDOX vwo OPGAVE 1 Geef de halfreactie waarbij 01 P 2 O 5 wordt omgezet in PH 3. 02 Jodaat, IO 3 - in neutraal milieu wordt omgezet in H 5 IO 6. 03 Methanol in zuur milieu wordt omgezet in

Nadere informatie

5 a de gele vlam wappert, is minder heet en geeft roet af b vlak boven de kern c met de gasregelknop d de brander is dan moeilijk aan te steken

5 a de gele vlam wappert, is minder heet en geeft roet af b vlak boven de kern c met de gasregelknop d de brander is dan moeilijk aan te steken 3HV Antwoorden samenvatting onderouw scheikunde 1.6 Scheidingsmethoden 1 a stofnaam voorwerp c voorwerp d stofnaam e voorwerp f stofnaam 2 a goed slecht c goed d slecht e slecht f matig (zuurstof) tot

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door K. 1077 woorden 22 maart 2016 6,1 9 keer beoordeeld Vak Scheikunde Impact 3 vwo Scheikunde hoofdstuk 1 + 2 Paragraaf 1: Stoffen bijv. Glas en hout,

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Scheidingsmethoden. J.A.W. Faes (2019)

Hoofdstuk 2. Scheidingsmethoden. J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 2 Scheidingsmethoden J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 2 Scheidingsmethoden Paragrafen 2.1 Soorten mengsels 2.2 Scheiden van mengsels 2.3 Indampen en destilleren 2.4 Rekenen aan oplossingen Practica

Nadere informatie

Aard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten: R-zinnen

Aard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten: R-zinnen 1 van 8 Rzinnen & S zinnen Datum: 18032013 Aard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten: Rzinnen R 1 R 2 R 3 R 4 R 5 R 6 R 7 R 8 R 9 R 10 R 11 R 12 R 14 R 15 R 16 R 17

Nadere informatie

Oefenvragen Hoofdstuk 4 Chemische reacties antwoorden

Oefenvragen Hoofdstuk 4 Chemische reacties antwoorden Oefenvragen Hoofdstuk 4 Chemische reacties antwoorden Vraag 1 Geef juiste uitspraken over een chemische reactie. Kies uit: stofeigenschappen reactieproducten beginstoffen. I. Bij een chemische reactie

Nadere informatie

Een mengsel van lucht, hete verbrandingsgassen en kleine deeltjes vaste stof In rook zitten ook soms vonken

Een mengsel van lucht, hete verbrandingsgassen en kleine deeltjes vaste stof In rook zitten ook soms vonken Hoofdstuk 5 In vuur en vlam 5.1 Brand! Voorwaarden voor verbranding Ontbrandingstemperatuur De temperatuur waarbij een stof gaat branden De ontbrandingstemperatuur is ook een stofeigenschap. Er zijn drie

Nadere informatie

1. RISK & SAFETY ZINNEN

1. RISK & SAFETY ZINNEN 1. RISK & SAFETY ZINNEN Risico en Veiligheidszinnen op etiketten en veiligheidsbladen R-zinnen geven bijzondere gevaren (Risks) aan. S-zinnen geven veiligheidsaanbevelingen (Safety) aan. De zinnen zijn

Nadere informatie

Inhoud Inleiding 1. Geschiedenis 2. De ingrediënten 3. Soorten vuurwerk 4. Professioneel vuurwerk 5. Veiligheid 6. Vuurwerkweetjes 7.

Inhoud Inleiding 1. Geschiedenis 2. De ingrediënten 3. Soorten vuurwerk 4. Professioneel vuurwerk 5. Veiligheid 6. Vuurwerkweetjes 7. Vuurwerk Inhoud Inleiding 3 1. Geschiedenis 4 2. De ingrediënten 6 3. Soorten vuurwerk 7 4. Professioneel vuurwerk 9 5. Veiligheid 10 6. Vuurwerkweetjes 13 7. Filmpjes 15 Pluskaarten 16 Bronnen en foto

Nadere informatie

b Dikke shampoo komt moeilijk uit het flesje en verspreidt zich niet goed in je haar.

b Dikke shampoo komt moeilijk uit het flesje en verspreidt zich niet goed in je haar. 2 Voor de spiegel Activiteiten 2A 1 a Als het zout oplost, verdwijnt de vaste stof en ontstaat een (heldere) oplossing. b Dikke shampoo komt moeilijk uit het flesje en verspreidt zich niet goed in je haar.

Nadere informatie

4. Van twee stoffen is hieronder de structuurformule weergegeven.

4. Van twee stoffen is hieronder de structuurformule weergegeven. MAVO Herexamen 1976 1. Beantwoord de volgende vragen over het element calcium. a. Hoeveel protonen bevat een atoom van dit element? Licht het antwoord toe. b. Hoe zijn de elektronen over de schillen verdeeld?

Nadere informatie

Maken van siliconen uit zand

Maken van siliconen uit zand Maken van siliconen uit zand Onderzoeksvraag Kunnen we siliconen maken uit zand? Voorbereiding Begrippen als achtergrond voor experiment exotherme reactie redoxreacties Materiaal + stoffen - oogbescherming

Nadere informatie

5-1 Moleculen en atomen

5-1 Moleculen en atomen 5-1 Moleculen en atomen Vraag 1. Uit hoeveel soorten moleculen bestaat een zuivere stof? Vraag 2. Wat is een molecuul? Vraag 3. Wat is een atoom? Vraag 4. Van welke heb je er het meeste: moleculen of atomen?

Nadere informatie

R-zinnen en S-zinnen. R-zinnen... 2 Gecombineerde R-zinnen... 4 S-zinnen... 7 Gecombineerde S-zinnen... 9

R-zinnen en S-zinnen. R-zinnen... 2 Gecombineerde R-zinnen... 4 S-zinnen... 7 Gecombineerde S-zinnen... 9 -zinnen en S-zinnen Inhoud Pag. -zinnen... 2 Gecombineerde -zinnen... 4 S-zinnen... 7 Gecombineerde S-zinnen... 9 -zinnen (aanduiding bijzondere gevaren, isk-zinnen) -nummer Gevarenaanduiding 1 2 3 4 5

Nadere informatie

1) Stoffen, moleculen en atomen

1) Stoffen, moleculen en atomen Herhaling leerstof klas 3 1) Stoffen, moleculen en atomen Scheikundigen houden zich bezig met stoffen. Betekenissen van stof zijn onder andere: - Het materiaal waar kleding van gemaakt is; - Fijne vuildeeltjes;

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo

Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo Samenvatting door een scholier 1193 woorden 30 oktober 2012 5,8 23 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Samenvatting Scheikunde

Nadere informatie

Antwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal

Antwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal Antwoorden deel 1 Scheikunde Chemie overal Huiswerk 2. a. Zuivere berglucht is scheikundig gezien geen zuivere stof omdat er in lucht verschillende moleculen zitten (zuurstof, stikstof enz.) b. Niet vervuild

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1973 MAVO-4 Woensdag 9 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN

Nadere informatie

4. In een bakje met natriumjodide-oplossing worden 2 loden elektroden gehangen. Deze twee elektroden worden aangesloten op een batterij.

4. In een bakje met natriumjodide-oplossing worden 2 loden elektroden gehangen. Deze twee elektroden worden aangesloten op een batterij. Test Scheikunde Havo 5 Periode 1 Geef voor de volgende redoxreacties de halfreacties: a Mg + S MgS b Na + Cl NaCl c Zn + O ZnO Geef de halfreacties en de reactievergelijking voor de volgende redoxreacties:

Nadere informatie

a. Beschrijf deze reactie met een vergelijking. In het artikel is sprake van terugwinning van zwavel in zuivere vorm.

a. Beschrijf deze reactie met een vergelijking. In het artikel is sprake van terugwinning van zwavel in zuivere vorm. PEARL GTL Oliemaatschappijen zoals Shell willen aan de nog steeds stijgende vraag naar benzine en diesel kunnen blijven voldoen én ze willen de eindige olievoorraad zoveel mogelijk beschikbaar houden als

Nadere informatie

Deskundigenverklaring. Knalvuurwerk met lont. Versie 1, 12 oktober 2005

Deskundigenverklaring. Knalvuurwerk met lont. Versie 1, 12 oktober 2005 EDERLA DSFORE SISCHIN TITUUT Deskundigenverklaring Knalvuurwerk met lont Versie 1, 12 oktober 2005 Aanvrager Functioneel Parket Postbus 19518 2500 CM Den Haag De deskundigenverklaringen van het NFI geven

Nadere informatie

De meeste verbrandingsproducten zie en ruik je niet. Maar je kunt ze wel aantonen met een zogeheten reagens.

De meeste verbrandingsproducten zie en ruik je niet. Maar je kunt ze wel aantonen met een zogeheten reagens. Meerkeuzevragen Naast koolstofdioxide en waterdamp komen bij verbranding van steenkool nog flinke hoeveelheden schadelijke stoffen vrij. Dit komt doordat steenkool ook zwavel- en stikstofatomen bevat,

Nadere informatie

Rekenen aan reacties 2. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week 18-4-2016

Rekenen aan reacties 2. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week 18-4-2016 Rekenen aan reacties 2 Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 4 Deze les Rekenen aan reactievergelijkingen Samenvatting Vragen Huiswerk voor volgende week Bestuderen Lezen voor deze week Bestuderen

Nadere informatie

PROEFVERSIE HOCUS POCUS... BOEM DE CHEMISCHE REACTIE. WEZO4_1u_ChemischeReacties.indd 3

PROEFVERSIE HOCUS POCUS... BOEM DE CHEMISCHE REACTIE. WEZO4_1u_ChemischeReacties.indd 3 HOCUS POCUS... BOEM VERSIE PR O EF DE CHEMISCHE REACTIE WEZO4_1u_ChemischeReacties.indd 3 14/04/16 20:53 HOOFDSTUK 1 CHEMISCHE REACTIES EN FYSISCHE VERSCHIJNSELEN 1.1 Chemische reactie en fysisch verschijnsel

Nadere informatie

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Moleculen

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Moleculen Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Mol Samenvatting door een scholier 1296 woorden 9 november 2017 7,6 34 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Natuur/scheikunde overal Paragraaf 6.1: stoffen herkennen

Nadere informatie

14 DE ATOOMTHEORIE VAN DALTON PROCESTECHNIEK

14 DE ATOOMTHEORIE VAN DALTON PROCESTECHNIEK PROCESTECHNIEK Wat leer je? uitleggen wat een reactieschema is; reactieschema's in woorden en symbolen opstellen; de kenmerken van de atoomtheorie van Dalton noemen; moleculen en atomen tekenen; scheikundige

Nadere informatie

Toolbox-meeting Gevaarlijke dampen, gassen en stoffen

Toolbox-meeting Gevaarlijke dampen, gassen en stoffen Toolbox-meeting Gevaarlijke dampen, gassen en stoffen Inleiding Met dampen van brandbare vloeistoffen, gassen en stoffen moet je behoorlijk uitkijken. Er dreigen namelijk vier gevaren, zijnde: Het gevaar

Nadere informatie

Scheidingsmethoden. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Scheidingsmethoden. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Emiel D 05 November 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/60571 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Aard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten (R-zinnen)

Aard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten (R-zinnen) Document Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel Tel 02 553 03 55 - Fax 02 553 80 06 beleid@lne.vlaanderen.be Onderwerp Status versie datum auteur R-zinnen en S-zinnen

Nadere informatie

Oefenvragen Hoofdstuk 2 Scheidingsmethoden antwoorden

Oefenvragen Hoofdstuk 2 Scheidingsmethoden antwoorden Oefenvragen Hoofdstuk 2 Scheidingsmethoden antwoorden Vraag 1 Zet een kruisje in de tabel bij de juiste scheidingsmethode(n). Er kan meer dan één antwoord per stelling goed zijn. De component met de grootste

Nadere informatie

AAN de slag 1.1 de bunsenbrander

AAN de slag 1.1 de bunsenbrander AAN de slag 1.1 de bunsenbrander ORiËNTEREN De bunsenbrander werd rond 1855 uitgevonden door professor Robert Wilhelm Bunsen (1811-1899) uit Heidelberg. De uitvinding diende vooral om een stabiele warmtebron

Nadere informatie

Verslaglegging workshop van oud naar nieuw! Woudschoten 14 en 15 november 2003 Marijn Meijer en Annet van Schijndel (Newmancollege te Breda)

Verslaglegging workshop van oud naar nieuw! Woudschoten 14 en 15 november 2003 Marijn Meijer en Annet van Schijndel (Newmancollege te Breda) Verslaglegging workshop van oud naar nieuw! Woudschoten 14 en 15 november 2003 Marijn Meijer en Annet van Schijndel (Newmancollege te Breda) In deze workshop zijn we specifiek gaan kijken naar de vernieuwing

Nadere informatie

Oefenvragen Hoofdstuk 5 Reacties en energie antwoorden. Vraag 1 Geef bij iedere blusmethode aan, welk onderdeel van de branddriehoek wordt weggenomen.

Oefenvragen Hoofdstuk 5 Reacties en energie antwoorden. Vraag 1 Geef bij iedere blusmethode aan, welk onderdeel van de branddriehoek wordt weggenomen. Oefenvragen Hoofdstuk 5 Reacties en energie antwoorden Vraag 1 Geef bij iedere blusmethode aan, welk onderdeel van de branddriehoek wordt weggenomen. I. Een houtvuurtje wordt geblust met water. Het vuur

Nadere informatie

Bacteriën maken zwavel Vragen en opdrachten bij de poster

Bacteriën maken zwavel Vragen en opdrachten bij de poster Vragen en opdrachten bij de poster Bacteriën maken zwavel Vragen en opdrachten bij de poster 3 vwo Probleem: Zuur gas T1 Waterstofsulfide ontstaat bij de afbraak van zwavelhoudende organische stoffen.

Nadere informatie

Gevaarlijke stoffen zijn stoffen die gevaarlijk zijn voor je gezondheid. Op je werk, maar ook thuis zijn veel meer gevaarlijke stoffen dan je denkt.

Gevaarlijke stoffen zijn stoffen die gevaarlijk zijn voor je gezondheid. Op je werk, maar ook thuis zijn veel meer gevaarlijke stoffen dan je denkt. Gevaarlijke stoffen Gevaarlijke stoffen zijn stoffen die gevaarlijk zijn voor je gezondheid. Op je werk, maar ook thuis zijn veel meer gevaarlijke stoffen dan je denkt. Giftig Een stof is giftig als deze

Nadere informatie

Oefenopgaven CHEMISCHE INDUSTRIE

Oefenopgaven CHEMISCHE INDUSTRIE Oefenopgaven CEMISCE INDUSTRIE havo OPGAVE 1 Een bereidingswijze van fosfor, P 4, kan men als volgt weergeven: Ca 3 (PO 4 ) 2 + SiO 2 + C P 4 + CO + CaSiO 3 01 Neem bovenstaande reactievergelijking over

Nadere informatie

5.7. Boekverslag door S woorden 26 oktober keer beoordeeld. Scheikunde

5.7. Boekverslag door S woorden 26 oktober keer beoordeeld. Scheikunde Boekverslag door S. 1928 woorden 26 oktober 2009 5.7 45 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Scheikunde H1: 1.1 OUDE MATERIALEN: Natuurlijke materialen: materialen die je in de omgeving/ in de natuur

Nadere informatie

Opgave 1. n = m / M. e 500 mg soda (Na 2CO 3) = 0,00472 mol. Opgave 2. m = n x M

Opgave 1. n = m / M. e 500 mg soda (Na 2CO 3) = 0,00472 mol. Opgave 2. m = n x M Hoofdstuk 8 Rekenen met de mol bladzijde 1 Opgave 1 n = m / M a 64,0 g zuurstofgas (O 2) = 2,00 mol (want n = 64,0 / 32,0) enz b 10,0 g butaan (C 4H 10) = 0,172 mol c 1,00 g suiker (C 12H 22O 11) = 0,00292

Nadere informatie

Enkelvoudige R-zinnen 1 In droge toestand ontplofbaar 2 Ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur of andere ontstekingsoorzaken.

Enkelvoudige R-zinnen 1 In droge toestand ontplofbaar 2 Ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur of andere ontstekingsoorzaken. Enkelvoudige R-zinnen 1 In droge toestand ontplofbaar 2 Ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur of andere ontstekingsoorzaken. 3 Ernstig ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur of andere ontstekingsoorzaken.

Nadere informatie

VUURWERK = SPRINGSTOF? landelijke vuurwerkdag 2017

VUURWERK = SPRINGSTOF? landelijke vuurwerkdag 2017 VUURWERK = SPRINGSTOF? landelijke vuurwerkdag 2017 INTRO In deze presentatie zullen we eens met andere ogen naar het product vuurwerk gaan kijken, zoals: Is het nu allemaal waar, wat er gezegd wordt van

Nadere informatie

Onderscheid tussen chocolade en dieetchocolade

Onderscheid tussen chocolade en dieetchocolade Onderscheid tussen chocolade en dieetchocolade 1. Onderzoeksvraag Hoe kunnen we chocolade onderscheiden van dieetchocolade? 2. Voorbereiding a. Begrippen als achtergrond voor experiment Scheidingstechnieken,

Nadere informatie

-5- Noem de blusmethoden voor een klasse A-brand. -5- Omschrijf de brandklassen. -5- Noem de blusmethoden voor een klasse B-brand.

-5- Noem de blusmethoden voor een klasse A-brand. -5- Omschrijf de brandklassen. -5- Noem de blusmethoden voor een klasse B-brand. -5- Met welk bord wordt een explosiegevaarlijke gebied aangegeven? -5- Noem de blusmethoden voor een klasse A-brand. -5- Noem de blusmethoden voor een klasse B-brand. -5- Noem de blusmethoden voor een

Nadere informatie

Wettelijk verplichte gevaarsetikettering

Wettelijk verplichte gevaarsetikettering DATUM: 20.03.2009 Wettelijk verplichte gevaarsetikettering In bepaalde gevallen verplicht de wet fabrikanten om gevaarsinformatie te verstrekken (gevaarssymbolen en de bijbehorende risico- en veiligheidszinnen)

Nadere informatie

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Scheikunde Hoofdstuk 2 Samenvatting Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Fossiele brandstof Koolwaterstof Onvolledige verbranding Broeikaseffect Brandstof ontstaan door het afsterven van levende organismen,

Nadere informatie

- WAT IS BRAND? - BRANDKLASSEN - HOE EEN BRAND BESTRIJDEN? - KLEINE BLUSMIDDELEN - WAT TE DOEN BIJ BRAND - VOORKOMEN VAN BRAND

- WAT IS BRAND? - BRANDKLASSEN - HOE EEN BRAND BESTRIJDEN? - KLEINE BLUSMIDDELEN - WAT TE DOEN BIJ BRAND - VOORKOMEN VAN BRAND - WAT IS BRAND? - BRANDKLASSEN - HOE EEN BRAND BESTRIJDEN? - KLEINE BLUSMIDDELEN - WAT TE DOEN BIJ BRAND - VOORKOMEN VAN BRAND Brand of verbranding is een oxydatieverschijnsel waarbij een brandbaar product

Nadere informatie

Proef Scheikunde Proeven

Proef Scheikunde Proeven Proef Scheikunde Proeven Proef door een scholier 973 woorden 4 december 2001 4,6 177 keer beoordeeld Vak Scheikunde Titel: De zuurstoftoevoer. Proefnummer: 1 Verbrandt papier met zuurstof? -) het brandt

Nadere informatie

Risico en Veiligheidszinnen op etiketten en veiligheidsbladen

Risico en Veiligheidszinnen op etiketten en veiligheidsbladen RISK & SAFETY ZINNEN Risico en Veiligheidszinnen op etiketten en veiligheidsbladen Laatste update: 11 maart 2003 Volgens het 'Besluit verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen', behorende bij

Nadere informatie

Bijlage IX AARD DER BIJZONDERE GEVAREN TOEGESCHREVEN AAN GEVAARLIJKE STOFFEN EN PREPARATEN :

Bijlage IX AARD DER BIJZONDERE GEVAREN TOEGESCHREVEN AAN GEVAARLIJKE STOFFEN EN PREPARATEN : Bijlage IX R 1 : In droge toestand ontplofbaar AARD DER BIJZONDERE GEVAREN TOEGESCHREVEN AAN GEVAARLIJKE STOFFEN EN PREPARATEN : R 2 : Ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur of andere ontstekingsoorzaken

Nadere informatie

SCHRIFTELIJKE RICHTLIJNEN VOLGENS HET ADR. Te nemen maatregelen in geval van een ongeval of een noodsituatie

SCHRIFTELIJKE RICHTLIJNEN VOLGENS HET ADR. Te nemen maatregelen in geval van een ongeval of een noodsituatie SCHRIFTELIJKE RICHTLIJNEN VOLGENS HET ADR Te nemen maatregelen in geval van een ongeval of een noodsituatie Bij een ongeval of een noodsituatie die tijdens het vervoer kan optreden moeten de bemanningsleden

Nadere informatie

6.9. Boekverslag door G woorden 13 december keer beoordeeld. Scheikunde

6.9. Boekverslag door G woorden 13 december keer beoordeeld. Scheikunde Boekverslag door G. 1415 woorden 13 december 2016 6.9 13 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde H2: Chemische Reacties 1. Ontledings- en scheidingsreacties (begrippen komen op het einde) Wat zijn de

Nadere informatie

T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen 2008 Voorbeeld toets dinsdag 29 februari 60 minuten NASK 2, 2(3) VMBO-TGK, DEEL B. H5: VERBRANDEN EN ONTLEDEN 3(4) VMBO-TGK,

Nadere informatie

Daarnaast zijn er ook S-zinnen; deze geven aanbevelingen voor het veilig werken met bepaalde stoffen. S staat hier voor Safety.

Daarnaast zijn er ook S-zinnen; deze geven aanbevelingen voor het veilig werken met bepaalde stoffen. S staat hier voor Safety. - en S-zinnen -zinnen zijn internationaal gestandaardiseerde risicobeschrijvingen die (indien van toepassing) dienen te worden aangebracht op verpakkingen van stoffen die bepaalde risico s met zich meebrengen.

Nadere informatie

Verslag Scheikunde scheidingsmethoden

Verslag Scheikunde scheidingsmethoden Verslag Scheikunde scheidingsmethoden Verslag door Chocolaatje 1906 woorden 23 oktober 2017 7,9 23 keer beoordeeld Vak Scheikunde EXP. 3,2. hoe kun je een suspensie van krijt in water scheiden? Bezinken

Nadere informatie

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen MV0-3 EXMEN MELR LGEMEEN VOORTGEZET ONERWJS N 1982 MV0-3 onderdag 6 mei, 9.00-11.00 uur NTUUR- EN SHEKUNE (Scheikunde) MEERKEUZETOETS it examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen ij het examen

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3 4 Samenvatting door Syb 1176 woorden 4 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Scheikunde Methode Chemie overal Scheikunde H1/H2/H3 Samenvatting PARAGRAAF 1.1 Een stof

Nadere informatie

Oefenvragen Hoofdstuk 7 Een indeling van stoffen. moleculaire stoffen zouten metalen

Oefenvragen Hoofdstuk 7 Een indeling van stoffen. moleculaire stoffen zouten metalen Oefenvragen oofdstuk 7 Een indeling van stoffen Vraag 1 Kruis bij de onderstaande stoffen de juiste groep aan. NaCl C612O6 CO2 Pb Fe Cl2 KNO3 CaBr2 moleculaire stoffen zouten metalen Vraag 2 Maak de volgende

Nadere informatie

OEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN

OEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN OEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN * = voor VWO Salmiak, NH 4 Cl(s), kan gemaakt worden door waterstofchloride, HCl(g), te laten reageren met ammoniak, NH 3 (g) 01 Wat is de chemische naam voor salmiak? 02 Geef

Nadere informatie

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken Vuur De geschiedenis van het vuur Vuur is niet iets dat uitgevonden is. Het was er altijd al. Vroeger dachten de ouden Grieken dat de goden het aan de mensen hadden gegeven. In de oertijd was vuur een

Nadere informatie

De vlamverdeler. Je hebt nodig: 1 brander met aansteker 1 gaasje 1 lucifer 1 knijper

De vlamverdeler. Je hebt nodig: 1 brander met aansteker 1 gaasje 1 lucifer 1 knijper Naam:. De vlamverdeler. Klas: De Engelsman Humphry Davy ontwierp in 1815 een mijn-werkers-lamp. Om de vlam maakte hij een koperen gaasje, dat de warmte afvoerde. Het gas buiten de lamp kon hierdoor nooit

Nadere informatie

Werkstuk: Mees Swank Groep:7

Werkstuk: Mees Swank Groep:7 Werkstuk: Mees Swank Groep:7 Inhoudsopgave Inleiding bladzijde 1 Hoofdstuk 1: Hoe is vuurwerk ontstaan. bladzijde 2 Hoofdstuk 2: Soorten vuurwerk. bladzijde 3 Hoofdstuk 3: Illegaal vuurwerk. bladzijde

Nadere informatie

Hoofdstuk 5. Reacties en energie. J.A.W. Faes (2019)

Hoofdstuk 5. Reacties en energie. J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 5 Reacties en energie J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 5 Reacties en energie Paragrafen 5.1 Verbranding 5.2 Ontleding van stoffen 5.3 Overmaat en ondermaat 5.4 Energie en reactiesnelheid Practica

Nadere informatie

2 e Internationale Chemieolympiade, Katowice 1969, Polen

2 e Internationale Chemieolympiade, Katowice 1969, Polen 2 e Internationale Chemieolympiade, Katowice 1969, Polen Theorie pgave 1 20 g kaliumsulfaat wordt opgelost in 150 ml water. De oplossing wordt vervolgens geëlektrolyseerd. Na elektrolyse bevat de oplossing

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2006-I

Eindexamen scheikunde havo 2006-I 4 Beoordelingsmodel Rood licht Maximumscore 1 1 edelgassen 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: De (negatieve) elektronen bewegen zich richting elektrode A dus is elektrode A de positieve elektrode.

Nadere informatie

7. Chemische reacties

7. Chemische reacties 7. Chemische reacties 1. Definitie Bij een chemische reactie verdwijnen één of meer stoffen en ontstaan één of meer nieuwe stoffen. De stoffen die verdwijnen noemen we de uitgangsstoffen of reagentia.

Nadere informatie

1 IDENTIFICATIE VAN DE STOF OF HET PREPARAAT EN VAN DE ONDERNEMING

1 IDENTIFICATIE VAN DE STOF OF HET PREPARAAT EN VAN DE ONDERNEMING 1 IDENTIFICATIE VAN DE STOF OF HET PREPARAAT EN VAN DE ONDERNEMING 1.1 Identificatie van de stof of het preparaat Fagron Chloorhexidine 0,5% Oplossing in alcohol gekleurd 1.2 Gebruik van de stof of het

Nadere informatie

Natuurscheikunde H1 Par1 nieuwe stoffen nieuwe materialen

Natuurscheikunde H1 Par1 nieuwe stoffen nieuwe materialen Samenvatting door een scholier 1368 woorden 3 november 2004 6 217 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Natuurscheikunde H1 Par1 nieuwe stoffen nieuwe materialen Natuurlijke materialen: Hout (bak)steen

Nadere informatie

Mengsel van ethanol 96% (gedenatureerd met 3% isopropyl alcohol), gezuiverd water, chloorhexidine digluconaat 20% en azorubine.

Mengsel van ethanol 96% (gedenatureerd met 3% isopropyl alcohol), gezuiverd water, chloorhexidine digluconaat 20% en azorubine. 1 IDENTIFICATIE VAN DE STOF OF HET PREPARAAT EN VAN DE ONDERNEMING 1.1 Identificatie van de stof of het preparaat Fagron Pharmawhite chlohex 0.5 alco coloured 1.2 Gebruik van de stof of het preparaat Ontsmetting

Nadere informatie

Fiche 2 (Observatie): R-ZINNEN

Fiche 2 (Observatie): R-ZINNEN Fiche 2 (Observatie): R-ZINNEN Bijzondere risico s toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten (waarschuwingszinnen) TOLUEEN R11: Licht ontvlambaar R20: Schadelijk bij inademing S16: Verwijderd

Nadere informatie

Er is sprake van een zuivere stof als er slechts één stof is. Salmiak is dus een zuivere stof.

Er is sprake van een zuivere stof als er slechts één stof is. Salmiak is dus een zuivere stof. Boekverslag door D. 2309 woorden 17 juni 2010 6.3 52 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie 3 Drop en ander snoep 3.1 Reactie en reactieschema 1 Bij het mengen worden stoffen alleen maar

Nadere informatie

Chemie 4: Atoommodellen

Chemie 4: Atoommodellen Chemie 4: Atoommodellen Van de oude Grieken tot het kwantummodel Het woord atoom komt va, het Griekse woord atomos dat ondeelbaar betekent. Voor de Griekse geleerde Democritos die leefde in het jaar 400

Nadere informatie

Uitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

Uitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen Uitwerkingen T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen 2008 Voorbeeld toets dinsdag 29 februari 60 minuten NASK 2, 2(3) VMBO-TGK, DEEL B. H5: VERBRANDEN EN ONTLEDEN

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Dinsdag 11 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

Nadere informatie